Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0148

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/148 van de Commissie van 20 januari 2023 tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    C/2023/294

    PB L 20 van 23.1.2023, p. 26–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/148/oj

    23.1.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 20/26


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/148 VAN DE COMMISSIE

    van 20 januari 2023

    tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (de “basisverordening”),

    Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 van de Commissie van 12 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2), en met name artikel 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   GELDENDE MAATREGELEN

    (1)

    Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (“de oorspronkelijke verordening”) (3) een definitief antidumpingrecht ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“het betrokken product”) dat in de Unie wordt ingevoerd.

    (2)

    Op 12 juli 2019 heeft de Commissie, na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening, de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 met nog eens vijf jaar verlengd.

    (3)

    Op 28 november 2019 heeft de Commissie, na een onderzoek naar ontwijking op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 (4).

    (4)

    In het oorspronkelijke onderzoek werd overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening een steekproef genomen voor het onderzoek naar de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China (“de VRC”).

    (5)

    De Commissie had voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs uit de VRC individuele antidumpingrechten variërend van 13,1 % tot 18,3 % op het betrokken product ingesteld. Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen, werd een recht van 17,9 % ingesteld. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, zoals vervangen door bijlage 1 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131, bevat een lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs. Voorts werd een voor het gehele land geldend recht van 36,1 % ingesteld op het betrokken product afkomstig van ondernemingen in de VRC die zich niet kenbaar hadden gemaakt of die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt.

    (6)

    Volgens artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 kan bijlage I bij die verordening worden gewijzigd door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen, te weten het gewogen gemiddeld recht van 17,9 %, wanneer die nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

    a)

    hij het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (“het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

    b)

    hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de VRC voor wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, en

    c)

    hij het betrokken product na het verstrijken van het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren.

    B.   VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

    (7)

    Op 30 oktober 2020 heeft Raoping Jinde Ceramics Co. Ltd. (“Jinde” of “de indiener van het verzoek”) bij de Commissie een verzoek ingediend om behandeling als nieuwe producent-exporteur (“BNPE”) en bijgevolg om toepassing van het recht dat geldt voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in de VRC, namelijk 17,9 %, aangezien zou zijn voldaan aan de drie voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 (“de BNPE-voorwaarden”).

    (8)

    Om te bepalen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed, heeft de Commissie de indiener van het verzoek eerst een vragenlijst toegezonden met het verzoek om aan te tonen dat hij aan die voorwaarden voldeed.

    (9)

    Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie op 6 april 2021 om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt.

    (10)

    De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed. Daartoe heeft de Commissie het door de indiener van het verzoek overgelegde bewijsmateriaal geanalyseerd en verschillende onlinedatabanken, waaronder Orbis (5) en Qichacha (6), geraadpleegd. Tegelijkertijd heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie geïnformeerd over het verzoek van de indiener van het verzoek en deze verzocht indien nodig opmerkingen in te dienen. De bedrijfstak van de Unie heeft opmerkingen ingediend over de naleving van de voorwaarde van artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 door de indiener van het verzoek.

    C.   ANALYSE VAN HET VERZOEK

    (11)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product gedurende het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek niet naar de Unie heeft uitgevoerd, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek gedurende dat tijdvak inderdaad niet naar de Unie heeft uitgevoerd. Jinde is opgericht in december 1995 en exporteert sinds zijn oprichting. Zijn verkoopgrootboek bevat echter geen gegevens over uitvoertransacties naar de Unie tijdens het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek. Bovendien waren de boeken van Jinde in die periode in overeenstemming met de verstrekte jaarrekeningen en waren er geen sporen of verdere aanwijzingen dat de indiener van het verzoek het betrokken product vóór januari 2012, dus na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, inderdaad naar de Unie heeft uitgevoerd. De bedrijfstak van de Unie benadrukte in zijn eerste opmerkingen dat de indiener van het verzoek sinds zijn oprichting in 1995 uitvoer heeft verricht, maar verstrekte geen bewijsmateriaal waaruit bleek dat Jinde niet voldeed aan de voorwaarde van artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198. Er is dan ook voldoende bewijs dat de indiener van het verzoek het betrokken product in het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek niet naar de Unie heeft uitgevoerd.

    (12)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent voor wie de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat Jinde niet verbonden is met een producent-exporteur in de VRC voor wie de antidumpingmaatregelen gelden. Volgens Qichacha hebben de aandeelhouders van Jinde aandelen in drie andere ondernemingen dan Jinde; voor geen daarvan gelden de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 ingestelde antidumpingmaatregelen. De indiener van het verzoek voldeed dan ook aan deze voorwaarde.

    (13)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek in 2019, dus na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, het betrokken product naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek heeft een factuur, een bestelbon, een inklaringsdocument, een cognossement en een betalingsbewijs overgelegd voor een in 2019 door een onderneming in Frankrijk geplaatste bestelling. Naast deze zending vonden er tussen 2012 en 2019 andere zendingen van het betrokken product naar Frankrijk plaats, waarvoor de indiener van het verzoek ook bewijsstukken heeft overgelegd. De indiener van het verzoek voldeed dan ook aan deze voorwaarde.

    (14)

    Bijgevolg voldoet de indiener van het verzoek aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 voor behandeling als nieuwe producent-exporteur, zodat het verzoek moet worden ingewilligd. Voor de indiener van het verzoek moet dan ook het antidumpingrecht van 17,9 % voor niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen gelden.

    D.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

    (15)

    De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen aan Raoping Jinde Ceramics Co. Ltd. toe te kennen.

    (16)

    De partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen, en de bedrijfstak van de Unie heeft dat gedaan.

    (17)

    Na de mededeling van feiten en overwegingen stelde de bedrijfstak van de Unie dat een gecontroleerde jaarrekening wettelijk vereist is voor in China gevestigde ondernemingen met buitenlands kapitaal, waartoe ook de indiener van het verzoek behoort. Daarnaast heeft de bedrijfstak van de Unie de naam van de verbonden onderneming gevraagd om opmerkingen te kunnen maken over de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming.

    (18)

    De door de indiener van het verzoek verstrekte informatie over de vraag of in China gevestigde ondernemingen met buitenlands kapitaal wettelijk verplicht zijn tot het verstrekken van een gecontroleerde jaarrekening, is door de Commissie gecontroleerd. In 2009 heeft Qiandong Taxation Branch of Raoping County State Taxation Bureau in Chaozhou City de indiener van het verzoek in een aan hem gerichte mededeling vrijgesteld van de verplichting om gecontroleerde verslagen in te dienen. Bijgevolg heeft de Commissie vastgesteld dat er noch vóór, noch na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek een wettelijke verplichting bestond. Daarnaast heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie de naam van de met de indiener van het verzoek verbonden onderneming meegedeeld. Zij heeft verder geen opmerkingen ontvangen.

    (19)

    De verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131:

    Onderneming

    Aanvullende Taric-code

    Raoping Jinde Ceramics Co. Ltd.

    C879

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 januari 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  PB L 189 van 15.7.2019, blz. 8.

    (3)  PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1.

    (4)  PB L 321 van 12.12.2019, blz. 139.

    (5)  Orbis is een wereldwijde verstrekker van bedrijfsinformatie over meer dan 220 miljoen bedrijven over de hele wereld, hoofdzakelijk van gestandaardiseerde informatie over particuliere ondernemingen en bedrijfsstructuren.

    (6)  Qichacha is een particuliere winstgerichte databank in Chinese handen, die aan consumenten/beroepsbeoefenaars bedrijfsgegevens, kredietinformatie en analyses over in China gevestigde particuliere en openbare ondernemingen verstrekt.


    Top