Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2754

    Besluit (EU) 2023/2754 van de Raad van 4 december 2023 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst (ETS maritiem vervoer en vaste installaties)

    ST/14989/2023/INIT

    PB L, 2023/2754, 8.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2754/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2754/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2754

    8.12.2023

    BESLUIT (EU) 2023/2754 VAN DE RAAD

    van 4 december 2023

    betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst (ETS maritiem vervoer en vaste installaties)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

    (2)

    Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten om onder meer bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

    (3)

    Verordening (EU) 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad (3), Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad (4), Besluit (EU) 2023/852 van het Europees Parlement en de Raad (5) en Besluit (EU) 2023/1575 van de Commissie (6) moeten in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet daarom worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Brussel, 4 december 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. BOLAÑOS GARCÍA


    (1)   PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

    (3)  Verordening (EU) 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/757 om maritieme vervoersactiviteiten in het EU-emissiehandelssysteem op te nemen en te voorzien in de monitoring, rapportage en verificatie van emissies van aanvullende broeikasgassen en emissies van aanvullende scheepstypes (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 105).

    (4)  Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en Besluit (EU) 2015/1814 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 134).

    (5)  Besluit (EU) 2023/852 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1814 wat betreft het aantal emissierechten dat tot 2030 in de marktstabiliteitsreserve voor de Unieregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten moet worden opgenomen (PB L 110 van 25.4.2023, blz. 21).

    (6)  Besluit (EU) 2023/1575 van de Commissie van 27 juli 2023 betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor 2024 moet worden verleend (PB L 192 van 31.7.2023, blz. 30).


    ONTWERP

    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

    van …

    tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/757 om maritieme vervoersactiviteiten in het EU-emissiehandelssysteem op te nemen en te voorzien in de monitoring, rapportage en verificatie van emissies van aanvullende broeikasgassen en emissies van aanvullende scheepstypes (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en Besluit (EU) 2015/1814 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Besluit (EU) 2023/852 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1814 wat betreft het aantal emissierechten dat tot 2030 in de marktstabiliteitsreserve voor de Unieregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten moet worden opgenomen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Besluit (EU) 2023/1575 van de Commissie van 27 juli 2023 betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor 2024 moet worden verleend (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    De totale hoeveelheid emissierechten die in het kader van het nieuwe emissiehandelssysteem voor gebouwen, wegvervoer en andere sectoren voor het jaar 2027 moet worden verleend, moet uiterlijk op 1 januari 2025 door de Commissie worden bekendgemaakt en zal, net als voor het bestaande emissiehandelssysteem, het plafond vaststellen als een hoeveelheid emissierechten voor de hele EER. De EER-EVA-staten moeten inputgegevens verstrekken en zullen worden geraadpleegd tijdens de voorbereiding van het desbetreffende besluit van de Commissie.

    (6)

    De opname van Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad doet geen afbreuk aan de beoordeling door de EVA-staten van Verordening (EU) 2023/955 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot oprichting van een sociaal klimaatfonds in het kader van het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst.

    (7)

    Op basis van de regionale unie van Liechtenstein met Zwitserland en overeenkomstig het bilaterale verdrag inzake milieuheffingen (5) wordt in Liechtenstein een CO2-belasting toegepast, waarvan het beheer, met inbegrip van de inning, monitoring en rapportage, wordt uitgevoerd door Zwitserse autoriteiten en entiteiten. Daarom zijn voor Liechtenstein, met betrekking tot het nieuwe emissiehandelssysteem voor gebouwen, wegvervoer en andere sectoren, een herziening van de einddatum van de afwijking uit hoofde van artikel 30 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG en een vrijstelling van de desbetreffende administratieve regels tot dan toe passend, alsook overeenkomstige aanpassingen van de bronnen van emissiegegevens.

    (8)

    De bij Besluit (EU) 2023/1575 gepubliceerde cijfers voor de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2024 en de jaarlijkse vermindering van de te verlenen emissierechten als gevolg van de toepassing van de lineaire verminderingsfactor omvatten de EVA-staten, in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2023/959.

    (9)

    Bijlage XX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    Punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    het volgende streepje wordt toegevoegd:

    “—

    32023 L 0959: Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 134).”;

    ii)

    aanpassing d) wordt vervangen door de volgende aanpassing:

    “d)

    Artikel 3 quinquies, lid 4, artikel 3 octies bis, lid 3, tweede alinea, vierde zin, artikel 10, lid 3, artikel 30 quinquies, lid 6, en artikel 30 sexies, lid 3, punt h), eerste alinea, zijn niet van toepassing op de EVA-staten.”;

    iii)

    in aanpassing e) worden de woorden “De volgende leden worden ingevoegd in artikel 9” vervangen door “De volgende leden worden toegevoegd na de eerste alinea van artikel 9”;

    iv)

    aanpassing j) wordt geschrapt; de aanpassingen f) tot en met i) worden hernummerd tot aanpassingen g) tot en met j);

    v)

    na aanpassing e) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:

    “f)

    Aan artikel 9 wordt na het tweede lid het volgende lid toegevoegd:

    “Voor de EVA-staten zijn de cijfers waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de hoeveelheid emissierechten die met ingang van 2024 overeenkomstig dit artikel te verlenen is, opgenomen in deel B van het aanhangsel.” ”;

    vi)

    de aanpassingen t) en u) worden hernummerd tot aanpassingen z) en za); de aanpassingen l) tot en met s) worden hernummerd tot aanpassingen o) tot en met v); aanpassing k) wordt hernummerd als aanpassing l);

    vii)

    na aanpassing j) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:

    “k)

    In artikel 10 bis, lid 1, worden de woorden “, of gelijkwaardige verplichtingen overeenkomstig het nationale recht in de EVA-staten,” ingevoegd na de woorden “artikel 8 van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad”.”;

    viii)

    na aanpassing l) worden de volgende aanpassingen ingevoegd:

    “m)

    Na artikel 12, lid 3-quinquies, tweede alinea, wordt de volgende alinea ingevoegd:

    “Besluiten betreffende de EVA-staten worden door het Gemengd Comité van de EER genomen volgens de procedures van de EER-overeenkomst.”.

    n)

    Na artikel 12, lid 3-quater, wordt de volgende alinea ingevoegd:

    “Besluiten betreffende verzoeken van twee EVA-staten worden door het Gemengd Comité van de EER genomen volgens de procedures van de EER-overeenkomst.” ”;

    ix)

    de tekst van aanpassing o) wordt vervangen door:

    “Na artikel 16, lid 3, tweede zin, wordt de volgende zin ingevoegd:

    “De EVA-staten voorzien in boeten wegens overmatige emissie die gelijkwaardig zijn met die in de EU-lidstaten.” ”;

    x)

    de tekst van aanpassing s) wordt vervangen door:

    “Aan artikel 18 ter, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    “Voor de uitvoering van hun verplichtingen krachtens de richtlijn kunnen de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het EMSA of een andere bevoegde organisatie om bijstand verzoeken en daartoe met deze organisaties de nodige regelingen treffen.” ”;

    xi)

    na aanpassing v) worden de volgende aanpassingen toegevoegd:

    “w)

    Aan artikel 30 quinquies, lid 4, zesde alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:

    “In het in deze alinea bedoelde geval laat het aandeel emissierechten van de EVA-staten dat beschikbaar wordt gesteld voor het sociaal klimaatfonds overeenkomstig artikel 10 bis, lid 8 ter, van deze richtlijn, lid 3 van dit artikel en dit lid, onverlet.”;

    x)

    Wat de EVA-staten betreft, wordt artikel 30 sexies, lid 3, punt a), vervangen door:

    “de betrokken EVA-staat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van Besluit nr. …/2023 van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit] in kennis stelt van die nationale koolstofbelasting en het belastingniveau documenteert door verwijzingen te verstrekken naar het desbetreffende nationale instrument met betrekking tot het huidige belastingtarief en de vermelde belastingtarieven tot en met 2030; de betrokken EVA-staat stelt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van elke latere wijziging van de nationale koolstofbelasting; de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA deelt elke aanmelding van een EVA-staat onverwijld en uiterlijk één maand later aan de Commissie mee;”;

    y)

    Aan artikel 30 sexies, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    “Voor Liechtenstein zal de toepassing van de einddatum van de afwijking, 31 december 2030, worden geëvalueerd in het kader van het volgende besluit van het Gemengd Comité betreffende Richtlijn 2003/87/EG na de herziening van de richtlijn in juli 2026, rekening houdend met de desbetreffende regels die in Liechtenstein van toepassing zijn als gevolg van zijn regionale unie met Zwitserland, en met name de CO2-belasting en de administratie daarvan, zoals geregeld overeenkomstig het bilaterale verdrag inzake milieuheffingen, gelet op de gelijkwaardigheid ervan met het emissiehandelssysteem voor gebouwen, wegvervoer en andere sectoren, en voor zover mogelijk met de resultaten van de evaluatie door de Commissie van de uitvoering van hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG overeenkomstig artikel 30 decies van die richtlijn.

    Totdat het volgende besluit van het Gemengd Comité betreffende Richtlijn 2003/87/EG in werking treedt, zijn de artikelen 30 ter en 30 septies van Richtlijn 2003/87/EG niet van toepassing in Liechtenstein. Alle gegevens die relevant zijn voor aanpassingen van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor Liechtenstein in verband met de bij hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG ingestelde regeling voor de handel in emissierechten, worden overgenomen uit de broeikasgasemissie-inventarissen van het UNFCCC voor Liechtenstein zolang er geen monitoringgegevens overeenkomstig artikel 30 septies van de richtlijn beschikbaar zijn.” “;

    xii)

    de tekst van deel B van het aanhangsel van aanpassing za) wordt vervangen door:

    “DEEL B

    Cijfers voor de EVA-staten voor de berekening en de aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele EER die van 2021 tot en met 2030 moet worden toegewezen overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG

    Voor de bepaling van deze cijfers is de lineaire factor van 2,2 % van 2021 tot 2023, 4,3 % van 2024 tot 2027 en 4,4 % vanaf 2028 toegepast.

    CAP 2021-2030

    IJsland

    Noorwegen

    2021

    1 432 642

    16 304 948

    2022

    1 393 440

    15 858 793

    2023

    1 354 238

    15 412 638

    2024

    1 227 504

    14 242 697

    2025

    1 148 901

    13 331 215

    2026

    1 045 721

    12 140 314

    2027

    967 476

    11 235 954

    2028

    887 411

    10 310 563

    2029

    807 347

    9 385 171

    2030

    727 282

    8 459 779

    Deze cijfers omvatten niet de emissierechten die overeenkomen met de opneming in het toepassingsgebied van de ETS-richtlijn van andere broeikasgasemissies dan CO2-emissies van maritieme vervoersactiviteiten vanaf 1 januari 2026 en de dekking van de emissies van offshoreschepen vanaf 1 januari 2027, op basis van hun emissies voor het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn.”.

    2.

    Aan punt 21alj (Besluit (EU) nr. 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:

    “—

    32023 D 0852: Besluit (EU) 2023/852 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 (PB L 110 van 25.4.2023, blz. 21),

    32023 L 0959: Richtlijn (EU) 2023/959 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 134).”.

    3.

    Na punt 21apn (Besluit (EU) 2020/1722 van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

    “21apo.

    32023 D 1575: Besluit (EU) 2023/1575 van de Commissie van 27 juli 2023 betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor 2024 moet worden verleend (PB L 192 van 31.7.2023, blz. 30).”.

    4.

    Punt 21aw (Verordening (EG) nr. 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de titel wordt vervangen door:

    “Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG”;

    ii)

    het volgende streepje wordt toegevoegd:

    “—

    32023 R 0957: Verordening (EU) 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 105).”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2023/957, Richtlijn (EU) 2023/959, en Besluiten (EU) 2023/852 en (EU) 2023/1575 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op …, of op de dag volgend op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER uit hoofde van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, naargelang wat zich het laatst voordoet (*1).

    [Het is van toepassing met ingang van 31 december 2023.]

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, ….

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen

    van het Gemengd Comité van de EER


    (1)   PB L 130 van 16.5.2023, blz. 105.

    (2)   PB L 130 van 16.5.2023, blz. 134.

    (3)   PB L 110 van 25.4.2023, blz. 21.

    (4)   PB L 192 van 31.7.2023, blz. 30.

    (5)  Vertrag zwischen dem Fürstentum Liechtenstein und der Schweizerischen Eidgenossenschaft betreffend die Umweltabgaben im Fürstentum Liechtenstein, abgeschlossen am 29. Januar 2010 (LGBl. 2010 Nr. 12).

    (*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2754/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top