Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2753

    Besluit (EU) 2023/2753 van de Raad van 4 december 2023 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst (ETS Luchtvaart)

    ST/14922/2023/INIT

    PB L, 2023/2753, 7.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2753/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2753/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2753

    7.12.2023

    BESLUIT (EU) 2023/2753 VAN DE RAAD

    van 4 december 2023

    betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst (ETS Luchtvaart)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

    (2)

    Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten om onder meer bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

    (3)

    Richtlijn (EU) nr. 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Besluit (EU) 2023/136 van het Europees Parlement en de Raad (4) moeten in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet daarom worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Brussel, 4 december 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. BOLAÑOS GARCÍA


    (1)   PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

    (3)  Richtlijn (EU) 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 115).

    (4)  Besluit (EU) 2023/136 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de kennisgeving inzake compensatie in het kader van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel voor in de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten (PB L 19 van 20.1.2023, blz. 1).


    ONTWERP

    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

    van …

    tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn (EU) 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Besluit (EU) 2023/136 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de kennisgeving inzake compensatie in het kader van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel voor in de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Richtlijn (EU) 2023/958 voorziet in een speciaal mechanisme om het kostenverschil tussen duurzame luchtvaartbrandstoffen en fossiele brandstoffen te overbruggen, waardoor bepaalde eilanden in de Unie meer steun krijgen. Dat hogere niveau van steun moet ook gelden voor IJsland.

    (4)

    Richtlijn (EU) 2023/958 verlengt, voor de laatste keer, een tijdgebonden vrijstelling voor vluchten van en naar relevante derde landen. IJsland bevindt zich in een specifieke geografische situatie en is van oordeel dat dat bijzondere negatieve effecten heeft op de luchtvaartconnectiviteit en het risico van koolstoflekkage. Om dat aan te pakken, moet voor de overgangsperiode van die tijdgebonden vrijstelling, en op zodanige wijze dat het beginsel van gelijke behandeling van luchtvaartmaatschappijen op dezelfde route en de doelstellingen, beginselen en andere bepalingen van de EER-overeenkomst volledig in acht worden genomen, een mechanisme worden ingesteld voor de voorwaardelijke toewijzing van extra emissierechten aan vliegtuigexploitanten voor vluchten die vertrekken van een luchtvaartterrein in IJsland en aankomen op een luchtvaartterrein in de EER, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk, of die vertrekken van een luchtvaartterrein in de EER en aankomen in IJsland. De emissierechten die in het kader van dat mechanisme worden toegewezen, moeten in mindering worden gebracht op het aantal emissierechten dat anders door IJsland voor veiling wordt toegewezen. Extra emissierechten die op grond van een dergelijk mechanisme aan vliegtuigexploitanten worden toegewezen, zijn afhankelijk van versnelde inspanningen van die exploitanten om de doelstelling van klimaatneutraliteit te verwezenlijken.

    (5)

    In 2026 moet een verslag worden opgesteld waarin de luchtvaartconnectiviteit van IJsland wordt geëvalueerd, waarbij ook aandacht wordt besteed aan concurrentievermogen en koolstoflekkage, alsook aan de milieu- en klimaateffecten, en aan de in dit besluit beschreven aanpassingen. De resultaten van de evaluatie moeten indien passend in aanmerking worden genomen bij de toekomstige herziening van Richtlijn 2003/87/EG na de periode van 2024 tot en met 2026.

    (6)

    Bijlage XX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:

    1)

    De volgende streepjes worden toegevoegd:

    “—

    32023 D 0136: Besluit (EU) 2023/136 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2023 (PB L 19 van 20.1.2023, blz. 1),

    32023 L 0958: Richtlijn (EU) 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 115).”.

    2)

    De aanpassingen b), c) en d) worden vervangen door de volgende aanpassingen:

    “b)

    In artikel 3 quater, lid 6, derde alinea, punt c), worden de woorden “en op luchthavens in IJsland” ingevoegd na de woorden “duurzaam luchtvervoer”.

    c)

    In artikel 3 quinquies, lid 1, worden na de eerste alinea de volgende alinea’s ingevoegd:

    “Van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026 wijst IJsland jaarlijks kosteloze emissierechten toe aan vliegtuigexploitanten, overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling dat van toepassing is uit hoofde van de EER-overeenkomst, met inbegrip van de gelijke behandeling van luchtvaartmaatschappijen op dezelfde route, tot een niveau van het aantal emissierechten dat IJsland op grond van artikel 3 quinquies, lid 3, moet veilen, voor vluchten die vertrekken van een luchtvaartterrein in IJsland en aankomen op een luchtvaartterrein in de EER, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk, of die vertrekken van een luchtvaartterrein in de EER en aankomen in IJsland. De aanvullende kosteloze toewijzing voor 2025 en 2026 is niet hoger dan het niveau van de kosteloze toewijzing in 2024 en is onderworpen aan de toepassing van de lineaire verminderingsfactor als bedoeld in artikel 9. Indien er onvoldoende emissierechten zijn, wordt voor alle toewijzingen een uniforme aanpassing toegepast. Het aantal emissierechten dat gelijk is aan de aanvullende kosteloze toewijzing uit hoofde van deze alinea, wordt in mindering gebracht op het aantal emissierechten dat IJsland op grond van artikel 3 quinquies, lid 3, moet veilen. Alle kosteloze toewijzingen uit hoofde van deze alinea worden door IJsland beheerd in het Unieregister. Vliegtuigexploitanten dienen een aanvraag in bij de IJslandse bevoegde autoriteit, die overeenkomstig deze alinea emissierechten toewijst, op voorwaarde dat de vliegtuigexploitant een plan voor klimaatneutraliteit indient en publiceert. Het plan voor klimaatneutraliteit moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit van IJsland en de Europese Unie en haar lidstaten, op grond van de Overeenkomst van Parijs; in dat plan moet het volgende worden vermeld:

    de in artikel 10 ter, lid 4, derde alinea, beschreven gegevens;

    verdere maatregelen die de vliegtuigexploitant heeft genomen of gepland om de doelstelling van deze richtlijn tot en met 31 december 2026 te verwezenlijken, en

    hoe de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij op het gebied van publieke belangenbehartiging aansluiten bij de doelstelling van klimaatneutraliteit.

    Het plan wordt ingediend samen met een bevestiging van een onafhankelijke verificateur overeenkomstig de verificatie- en accreditatieprocedures van artikel 15 van Richtlijn 2003/87/EG.

    De bovengenoemde toewijzing door de IJslandse bevoegde autoriteit voor de aanvullende toewijzing van emissierechten geschiedt na de indiening en publicatie door de vliegtuigexploitant van het plan voor klimaatneutraliteit. De onafhankelijke verificateur onderzoekt elk jaar of de vliegtuigexploitant de maatregelen die in het plan voor klimaatneutraliteit zijn gepland en toegezegd, naleeft. Indien de onafhankelijke verificateur meldt dat een vliegtuigexploitant zijn eigen plan niet heeft nageleefd, vordert de IJslandse bevoegde autoriteit de kosteloos toegewezen emissierechten terug.”.

    d)

    Artikel 3 quinquies, lid 4, is niet van toepassing op de EVA-staten.”.

    3)

    De aanpassingen e) en f) worden geschrapt. De aanpassingen g) tot en met t) worden hernummerd tot aanpassingen e) tot en met r).

    4)

    Na aanpassing r) worden de volgende aanpassingen ingevoegd:

    “s)

    Na artikel 30, lid 8, punt d), wordt het volgende ingevoegd:

    “e)

    een evaluatie van de luchtvaartconnectiviteit van IJsland, waarbij ook aandacht wordt besteed aan concurrentievermogen en koolstoflekkage, alsook aan de milieu- en klimaateffecten, en aan de in Besluit nr. …/2023 van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit] beschreven aanpassingen.

    E bis)

    Tijdens de in artikel 102 van de EER-overeenkomst bedoelde procedure voor een toekomstige herziening van deze richtlijn houdt het Gemengd Comité van de EER rekening met de resultaten en elementen van de in artikel 30, lid 8, bedoelde evaluatie.””.

    5)

    De aanpassingen u) en v) worden hernummerd tot aanpassingen t) en u).

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn (EU) 2023/958 en Besluit (EU) 2023/136 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op …, of op de dag volgend op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER uit hoofde van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, naargelang wat zich het laatst voordoet (*1).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, ….

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen

    van het Gemengd Comité van de EER


    (1)   PB L 130 van 16.5.2023, blz. 115.

    (2)   PB L 19 van 20.1.2023, blz. 1.

    (*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


    Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen bij Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER tot opname van Richtlijn (EU) 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit (EU) 2023/136 van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst

    Richtlijn (EU) 2023/958 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 omvat passende tenuitvoerlegging van de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie vastgestelde maatregelen. De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat de opname van die richtlijn het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst onverlet laat.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2753/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top