This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023D0863
Commission Decision (EU) 2023/863 of 26 April 2023 on setting out the amounts corresponding to 20 % of the overall overachievement of certain Member States in the period from 2013 to 2020 pursuant to Regulation (EU) 2018/842 of the European Parliament and of the Council
Besluit (EU) 2023/863 van de Commissie van 26 april 2023 tot vaststelling van de hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding van bepaalde lidstaten in de periode van 2013 tot en met 2020 op grond van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad
Besluit (EU) 2023/863 van de Commissie van 26 april 2023 tot vaststelling van de hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding van bepaalde lidstaten in de periode van 2013 tot en met 2020 op grond van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad
C/2023/2658
PB L 112 van 27.4.2023, p. 43–45
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
27.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 112/43 |
BESLUIT (EU) 2023/863 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2023
tot vaststelling van de hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding van bepaalde lidstaten in de periode van 2013 tot en met 2020 op grond van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (1), en met name artikel 11, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2018/842 stelt streefcijfers op het niveau van de Unie en op nationaal niveau vast voor broeikasgasemissiereducties tegen 2030 en voorziet in de instelling van een veiligheidsreserve die overeenkomt met maximaal 105 miljoen ton CO2-equivalent, voor zover de algemene emissiereductiedoelstelling van de Unie wordt verwezenlijkt. De veiligheidsreserve zal onder bepaalde omstandigheden beschikbaar zijn voor lidstaten waarvan het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking in 2013 lager was dan het EU-gemiddelde en de cumulatieve broeikasgasemissies voor de jaren 2013 tot en met 2020 in de onder die verordening vallende sectoren lager waren dan hun cumulatieve jaarlijkse emissieruimten voor die periode. In een eerste ronde van de verdeling van de veiligheidsreserve mag elke in aanmerking komende lidstaat slechts het aantal toewijzingen ontvangen dat overeenkomt met 20 % van zijn overschrijding voor de periode van 2013 tot en met 2020. |
(2) |
Krachtens Verordening (EU) 2018/842 moet de Commissie, na de in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde beoordeling, voor elke lidstaat die voldoet aan de twee voorwaarden van artikel 11, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2018/842, de hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding in de periode van 2013 tot en met 2020 publiceren. |
(3) |
De Commissie heeft de bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 525/2013 vereiste beoordeling voltooid en de broeikasgasinventarissen van de lidstaten voor het jaar 2020 vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1953 van de Commissie (3). |
(4) |
Volgens door Eurostat in april 2016 gepubliceerde gegevens (4) hadden Bulgarije, Tsjechië, Estland, Griekenland, Spanje, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië en Slowakije in 2013 een bbp dat lager was dan het EU-gemiddelde. |
(5) |
De waarden voor de broeikasgasemissies en de jaarlijkse emissieruimten van de lidstaten in de periode van 2013 tot en met 2020 zijn beschikbaar in het transactielogboek van de Europese Unie dat is opgezet overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie. Met uitzondering van Malta waren de cumulatieve broeikasgasemissies van elk van de bovengenoemde lidstaten in de periode van 2013 tot en met 2020 in de onder Verordening (EU) 2018/842 vallende sectoren lager dan de cumulatieve jaarlijkse emissieruimten van de desbetreffende lidstaat voor dezelfde periode. |
(6) |
Aangezien Bulgarije, Tsjechië, Estland, Griekenland, Spanje, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië en Slowakije aan de twee voorwaarden van artikel 11, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2018/842 voldoen, moeten de hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding voor die periode voor elk van die lidstaten worden gepubliceerd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden ten belope van 20 % van de algehele overschrijding door de lidstaten die in de periode van 2013 tot en met 2020 aan de voorwaarden van artikel 11, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2018/842 voldoen, zijn vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 april 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26.
(2) Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1953 van de Commissie van 7 oktober 2022 betreffende de onder Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad vallende broeikasgasemissies voor elke lidstaat voor het jaar 2020 (PB L 269 van 17.10.2022, blz. 17).
(4) SWD(2016) 247 final, blz. 143.
(5) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
BIJLAGE
Lidstaten die aan de voorwaarden van artikel 11, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2018/842 voldoen |
Hoeveelheden, uitgedrukt in ton CO2-equivalent, ten belope van 20 % van de algehele overschrijding door de lidstaat in de periode van 2013 tot en met 2020 |
Bulgarije |
2 736 643 |
Tsjechië |
6 757 788 |
Estland |
114 088 |
Griekenland |
23 884 476 |
Spanje |
35 041 457 |
Kroatië |
5 755 207 |
Italië |
47 793 694 |
Cyprus |
1 390 308 |
Letland |
1 133 264 |
Litouwen |
668 397 |
Hongarije |
15 708 173 |
Polen |
109 092 |
Portugal |
14 484 447 |
Roemenië |
12 582 725 |
Slovenië |
2 532 246 |
Slowakije |
7 649 775 |