Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0427(01)

    Besluit van de Commissie van 23 februari 2023 houdende opdracht aan de centrale administrateur om correcties van de nationale toewijzingstabellen van Duitsland in te voeren in het transactielogboek van de Europese Unie 2023/C 145/05

    C/2023/1362

    PB C 145 van 27.4.2023, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    27.4.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 145/6


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 23 februari 2023

    houdende opdracht aan de centrale administrateur om correcties van de nationale toewijzingstabellen van Duitsland in te voeren in het transactielogboek van de Europese Unie

    (2023/C 145/05)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en 1193/2011 van de Commissie (1), en met name artikel 52, lid 2, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 27 april 2011 heeft de Commissie Besluit 2011/278/EU (2) vastgesteld, waarbij een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG (3) is vastgesteld. Overeenkomstig artikel 27 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie (4) blijft Besluit 2011/278/EU van toepassing op toewijzingen met betrekking tot de periode vóór 1 januari 2021. Alle in onderhavig besluit bedoelde aangemelde toewijzingen hebben betrekking op de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de periode van 2013 tot en met 2020.

    (2)

    Op 5 september 2013 heeft de Commissie Besluit 2013/448/EU (5) betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2013-2020 vastgesteld overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG.

    (3)

    Bij Besluit 2014/9/EU (6) heeft de Commissie de Besluiten 2010/2/EU (7) en 2011/278/EU gewijzigd wat betreft de lijsten van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (hierna “koolstoflekkagelijst” genoemd).

    (4)

    Bij de Besluiten C(2013) 9281 (8), C(2014) 123 (9), C(2014) 674 (10) en C(2014) 1167 (11) heeft de Commissie de centrale administrateur opgedragen de nationale toewijzingstabellen en de herziene nationale toewijzingstabellen van België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland en Zweden in het transactielogboek van de Europese Unie in te voeren.

    (5)

    Bij brief van 24 januari 2023 heeft Duitsland correcties van zijn nationale toewijzingstabel van fase 3 van het EU-ETS meegedeeld. De historische activiteitsniveaus van de brandstof-subinstallatie en van de procesemissies-subinstallatie moesten worden gecorrigeerd voor installatie DE-202760, naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 25 november 2021 in zaak C-271/20 (12).

    (6)

    De aangemelde wijzigingen van de nationale toewijzingstabel van Duitsland zijn in overeenstemming met Besluit 2011/278/EU. Derhalve moet de centrale administrateur worden opgedragen deze wijzigingen in te voeren in het transactielogboek van de Europese Unie,

    BESLUIT:

    Enig artikel

    De centrale administrateur voert de in bijlage I aangegeven wijzigingen van de nationale toewijzingstabel van Duitsland in het transactielogboek van de Europese Unie in.

    Gedaan te Brussel, 23 februari 2023.

    Voor de Commissie

    Frans TIMMERMANS

    Uitvoerend vicevoorzitter


    (1)  PB L 122 van 3.5.2013, blz. 1.

    (2)  Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1).

    (3)  Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 59 van 27.2.2019, blz. 8).

    (5)  Besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240 van 7.9.2013, blz. 27).

    (6)  Besluit 2014/9/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot wijziging van de Besluiten 2010/2/EU en 2011/278/EU wat betreft de bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (PB L 9 van 14.1.2014, blz. 9).

    (7)  Besluit 2010/2/EU van de Commissie van 24 december 2009 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (PB L 1 van 5.1.2010, blz. 10).

    (8)  Besluit C(2013) 9281 van de Commissie van 18 december 2013 houdende opdracht aan de centrale administrateur om de nationale toewijzingstabellen van Griekenland, Ierland, Letland, Nederland, Oostenrijk, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zweden in het transactielogboek van de Europese Unie in te voeren.

    (9)  Besluit C(2014) 123 van de Commissie van 17 januari 2014 houdende opdracht aan de centrale administrateur om de nationale toewijzingstabellen van Denemarken, Frankrijk, Hongarije, Litouwen, Slowakije en de Tsjechische Republiek in het transactielogboek van de Europese Unie in te voeren.

    (10)  Besluit C(2014) 674 van de Commissie van 12 februari 2014 houdende opdracht aan de centrale administrateur om de nationale toewijzingstabellen van België, Duitsland, Estland, Finland, Luxemburg en Slovenië in het transactielogboek van de Europese Unie in te voeren.

    (11)  Besluit C(2014) 1167 van de Commissie van 26 februari 2014 houdende opdracht aan de centrale administrateur om de nationale toewijzingstabellen van Bulgarije, Cyprus, Italië, Kroatië, Letland, Polen, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk in het transactielogboek van de Europese Unie in te voeren.

    (12)  Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 25 november 2021, zaak C-271/20, Aurubis AG/Bundesrepublik Deutschland, ECLI:EU:C:2021:959.


    BIJLAGE I

    Wijzigingen van de nationale toewijzingstabel voor de periode 2013-2020 overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG (nationale uitvoeringsmaatregelen)

    Lidstaat: Duitsland

    De gewijzigde toewijzingen in de nationale toewijzingstabel zijn als volgt voor de aangegeven installaties:

    Installatie-ID (nieuwkomers en sluitingen)

    Installatie-ID (EU-register)

    Naam van de exploitant

    Naam van de installatie

    Toe te wijzen hoeveelheid

    Toe te wijzen hoeveelheid, gewijzigd door gegevens over nieuwkomers en sluitingen, per installatie

    2013

    2014

    2015

    2016

    2017

    2018

    2019

    2020

    DE000000000202760

    202760

    Aurubis AG

    Anlage zur Herstellung von Nichteisen-Rohmetallen (Kupferproduktion)

    378 054

    371 487

    364 844

    358 131

    351 345

    344 494

    337 558

    330 597

    2 836 510


    Top