EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0069

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/69 van de Commissie van 9 januari 2023 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 wat betreft een geharmoniseerde norm voor elektrisch ondersteunde fietsen (Voor de EER relevante tekst)

C/2023/33

PB L 7 van 10.1.2023, p. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/08/2023; stilzwijgende opheffing door 32023D1586

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/69/oj

10.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 7/27


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/69 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 wat betreft een geharmoniseerde norm voor elektrisch ondersteunde fietsen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (1), en met name artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2006/42/EG worden machines die gebouwd zijn overeenkomstig een geharmoniseerde norm waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen waarop die geharmoniseerde norm betrekking heeft.

(2)

Bij brief M/396 van 19 december 2006 heeft de Commissie een verzoek (verzoek M/396) ingediend bij het Europees Comité voor normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec) om bij de opstelling, de herziening en de voltooiing van de werkzaamheden met betrekking tot de geharmoniseerde normen ter ondersteuning van Richtlijn 2006/42/EG rekening te houden met de bij die richtlijn ingevoerde wijzigingen ten opzichte van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

(3)

Op basis van verzoek M/396 hebben CEN en Cenelec de geharmoniseerde norm EN 15194:2017 voor elektrisch ondersteunde fietsen opgesteld. De referentie van de die norm is bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 van de Commissie (3) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(4)

Op 23 augustus 2019 heeft Nederland overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2006/42/EG een formeel bezwaar tegen geharmoniseerde norm EN 15194:2017 ingediend met het argument dat deze norm niet voldoet aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van de punten 1.5.5, 1.5.6 en 1.5.7 van bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG die de norm zou bestrijken. Nederland voerde aan dat in de punten 4.2.3.1 en 4.2.3.2 van de geharmoniseerde norm EN 15194:2017 alleen informatie wordt verstrekt over de beschikbaarheid van de Europese normen EN 62133 en EN 50604-1 voor het testen van batterijen, maar dat de veilige integratie van batterijen in batterijpakken en de integratie van batterijpakken in een toestel niet volledig worden behandeld. Nederland stelde dat dit onvoldoende is om de algemene veiligheidsniveaus van het toestel, namelijk elektrisch ondersteunde fietsen, te beoordelen, zoals blijkt uit de terugkerende incidenten met voertuigen die zijn uitgerust met lithium-ioncellen en/of batterijpakken.

(5)

Het formele bezwaar is in de vergaderingen van 2 en 3 december 2019 en van 19 en 20 februari 2020 van het bij artikel 22 van Richtlijn 2006/42/EG ingestelde comité besproken.

(6)

Tijdens deze vergaderingen heeft Duitsland een aanvullend bezwaar gemaakt door te stellen dat geharmoniseerde norm EN 15194:2017 ook niet voldoet aan de punten 1.5.9 en 3.6.3.1 van bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG wat betreft de trillingen die aan de fietser worden doorgegeven. Volgens geharmoniseerde norm EN 15194:2017 zijn die punten niet van toepassing op elektrisch ondersteunde fietsen. Volgens Duitsland kunnen dergelijke trillingen zich echter voordoen wanneer die fietsen op oneffen terrein worden gebruikt.

(7)

De formele bezwaren van Nederland en Duitsland zijn op 2 juli 2021 besproken in het bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingestelde comité.

(8)

Na onderzoek van de geharmoniseerde norm EN 15194:2017, samen met de vertegenwoordigers van het bij artikel 22 van Richtlijn 2006/42/EG ingestelde comité en de vertegenwoordigers van het bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 ingestelde comité, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de norm niet voldoet aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van de punten 1.5.5, 1.5.6, 1.5.7, 1.5.9 en 3.6.3.1 van bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG.

(9)

Geharmoniseerde norm EN 15194:2017 moet daarom met een beperking in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gehandhaafd.

(10)

De referentie van geharmoniseerde norm EN 15194:2017 is opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436. In bijlage II bij dat uitvoeringsbesluit zijn de referenties vermeld van de ter ondersteuning van Richtlijn 2006/42/EG opgestelde geharmoniseerde normen die met beperkingen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De referentie van norm EN 15194:2017 moet daarom uit bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 worden geschrapt en moet met een beperking worden opgenomen in bijlage II bij dat uitvoeringsbesluit.

(11)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Door naleving van een geharmoniseerde norm wordt vanaf de datum van bekendmaking van de referentie van deze norm in het Publicatieblad van de Europese Unie een vermoeden van conformiteit gevestigd met de overeenkomstige essentiële eisen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen. Dit besluit moet derhalve in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24.

(2)  Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (PB L 207 van 23.7.1998, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 van de Commissie van 18 maart 2019 inzake de ter ondersteuning van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad opgestelde geharmoniseerde normen voor machines (PB L 75 van 19.3.2019, blz. 108).

(4)  Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).


BIJLAGE

De bijlagen I en II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/436 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage I wordt rij 16 geschrapt.

2)

Aan bijlage II wordt de volgende rij toegevoegd:

Nummer

Referentie van de norm

Type

“4.

EN 15194:2017

Fietsen — Elektrisch ondersteunde fietsen — EPAC-fietsen

Opmerking 1: Geharmoniseerde norm EN 15194:2017 vestigt geen vermoeden van overeenstemming met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de punten 1.5.5, 1.5.6 en 1.5.7 van bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG, die voorschrijven dat de machines zodanig moeten worden ontworpen en gebouwd dat rekening wordt gehouden met de risico’s in verband met extreme temperaturen, brand en explosie.

Opmerking 2: Geharmoniseerde norm EN 15194:2017 vestigt geen vermoeden van overeenstemming met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de punten 1.5.9 en 3.6.3.1 van bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG, die voorschrijven dat de machines zodanig moeten worden ontworpen en gebouwd dat rekening wordt gehouden met de uit de trillingen voortvloeiende risico’s en dat de machines vergezeld moeten gaan van de meetgegevens van de trillingen die door de machine aan de bediener ervan worden doorgegeven.

C”


Top