Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023B1936

    Besluit (EU) 2023/1936 van het Europees Parlement van 10 mei 2023 over de afsluiting van de rekeningen van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021

    PB L 242 van 29.9.2023, p. 449–449 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/1936/oj

    29.9.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 242/449


    BESLUIT (EU) 2023/1936 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 10 mei 2023

    over de afsluiting van de rekeningen van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021,

    gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de EU-agentschappen betreffende het begrotingsjaar 2021, vergezeld van de antwoorden van de agentschappen (1),

    gezien de verklaring van de Rekenkamer (2) voor het begrotingsjaar 2021 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien de aanbeveling van de Raad van 28 februari 2023 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2021 (06248/2023 — C9-0103/2023),

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (3), en met name artikel 70,

    gezien Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (4), en met name artikel 60,

    gezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (5), en met name artikel 105,

    gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

    gezien het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0138/2023),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021;

    2.

    verzoekt zijn voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol), de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

    De voorzitter

    Roberta METSOLA

    De secretaris-generaal

    Alessandro CHIOCCHETTI


    (1)   PB C 412 van 27.10.2022, blz. 12.

    (2)   PB C 399 van 17.10.2022, blz. 240.

    (3)   PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

    (4)   PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53.

    (5)   PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1.


    Top