Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022H0901(15)

    Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Litouwen en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Litouwen

    ST/9762/2022/INIT

    PB C 334 van 1.9.2022, p. 120–127 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.9.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 334/120


    AANBEVELING VAN DE RAAD

    van 12 juli 2022

    over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Litouwen en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Litouwen

    (2022/C 334/15)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

    Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

    Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

    Gezien de conclusies van de Europese Raad,

    Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

    Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

    Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

    Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (2), waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt financiële ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de Unie. Zij draagt bij tot het economisch herstel en de tenuitvoerlegging van duurzame en groeibevorderende hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te stimuleren, en versterkt tegelijkertijd de veerkracht en potentiële groei van de economieën van de lidstaten. Zij helpt ook de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren. De maximale financiële bijdrage per lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zal in juni 2022 worden geactualiseerd, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241.

    (2)

    Op 24 november 2021 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2022 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarin is terdege rekening gehouden met het op 7 mei 2021 ondertekende sociaal engagement van Porto om de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is afgekondigd, verder uit te voeren. De Europese Raad heeft op 25 maart 2022 de prioriteiten van de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2022 goedgekeurd. Op 24 november 2021 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3) ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Litouwen niet heeft genoemd als een van de lidstaten waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen, alsook een voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2022, waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd. De Raad heeft op 5 april 2022 de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone (4) (“de aanbeveling van 2022 over de eurozone”) aangenomen, en op 14 maart 2022 het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid.

    (3)

    De Russische invasie in Oekraïne in de nasleep van de wereldwijde pandemie heeft de geopolitieke en economische context aanzienlijk veranderd. De impact van de invasie op de economieën van de lidstaten is onder meer voelbaar door hogere prijzen voor energie, voedsel en grondstoffen en door lagere groeivooruitzichten. De hogere energieprijzen treffen vooral de meest kwetsbare huishoudens die te maken hebben met of risico lopen op energiearmoede, alsook de bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor energieprijsstijgingen. De Unie ziet ook een ongekende instroom van mensen die Oekraïne ontvluchten. De economische gevolgen van de Russische aanvalsoorlog hebben een asymmetrisch effect gehad op de lidstaten. In dat verband werd op 4 maart 2022 voor het eerst Richtlijn 2001/55/EG van de Raad (5) door Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad (6) in werking gesteld, waarbij ontheemden uit Oekraïne het recht kregen om legaal in de Unie te verblijven, plus het recht op toegang tot onderwijs en opleiding, de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, huisvesting en sociale voorzieningen. Er wordt uitzonderlijke steun beschikbaar gesteld aan Litouwen in het kader van het initiatief “maatregelen voor vluchtelingen in Europa uit hoofde van het cohesiebeleid” (CARE) en via aanvullende voorfinanciering in het kader van het programma “herstelbijstand voor cohesie en de regio's van Europa” (React-EU) om zo spoedig mogelijk tegemoet te komen aan de opvang- en integratiebehoeften van degenen die Oekraïne zijn ontvlucht.

    (4)

    Rekening houdend met de snel veranderende economische en geopolitieke situatie wordt de brede coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in het kader van het Europees Semester in 2022 hervat, waarbij de ontwikkelingen afgestemd worden op de uitvoeringsvereisten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zoals uiteengezet in de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2022. De uitvoering van de goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen is van essentieel belang voor de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het Europees Semester, aangezien de plannen betrekking hebben op ten minste een aanzienlijk deel van de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de cycli 2019 en 2020 van het Europees Semester gedaan zijn. De landspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020 blijven ook relevant voor de herstel- en veerkrachtplannen die herzien, geactualiseerd of gewijzigd zijn overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241, naast andere landspecifieke aanbevelingen die gedaan zijn tot de datum van indiening van dergelijke herziene, geactualiseerde of gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen.

    (5)

    De algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact is actief sinds maart 2020. In haar mededeling van 3 maart 2021 getiteld “Een jaar na de uitbraak van COVID-19: de respons vanuit het begrotingsbeleid” heeft de Commissie het standpunt ingenomen dat het besluit om de algemene ontsnappingsclausule te deactiveren dan wel te blijven toepassen, gezien moet worden als een algehele evaluatie van de toestand van de economie, waarbij het niveau van economische activiteit in de Unie of de eurozone in vergelijking met het niveau van vóór de crisis (einde van 2019) een belangrijk kwantitatief criterium is. Grotere onzekerheid en sterke neerwaartse risico's voor de economische vooruitzichten in verband met de oorlog in Europa, ongekende stijgingen van de energieprijzen en aanhoudende verstoringen van de toeleveringsketen rechtvaardigen de verlenging van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact tot 2023.

    (6)

    Volgens de benadering in de Aanbeveling van de Raad van 18 juni 2021 (7), waarbij een advies van de Raad werd geformuleerd over het stabiliteitsprogramma 2021 van Litouwen, wordt de algemene begrotingskoers momenteel het best gemeten als de verandering in de primaire uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde en exclusief tijdelijke noodmaatregelen die verband houden met de COVID-19-crisis), maar inclusief uitgaven gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen, in verhouding tot de potentiële groei op middellange termijn (8). Naast de algemene begrotingskoers wordt, bij de beoordeling of het nationale begrotingsbeleid prudent is en de samenstelling ervan bevorderlijk is voor duurzaam herstel in overeenstemming met de groene en de digitale transitie, ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van nationaal gefinancierde (9) primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde en exclusief tijdelijke noodmaatregelen die verband houden met de COVID-19-crisis) en investeringen.

    (7)

    Op 2 maart 2022 heeft de Commissie een mededeling aangenomen met brede richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 2023 (“de begrotingsrichtsnoeren”), die tot doel heeft de voorbereiding van de stabiliteits- en convergentieprogramma's van de lidstaten te ondersteunen en zo de beleidscoördinatie te versterken. Op basis van de macro-economische winterprognoses 2022 was de Commissie van mening dat de overgang van een geaggregeerde ondersteunende begrotingskoers in 2020-2022 naar een in grote lijnen neutrale geaggregeerde begrotingskoers, waarbij kan worden ingespeeld op de veranderende economische situatie, in 2023 gepast zou lijken. De Commissie kondigde aan dat de begrotingsaanbevelingen voor 2023 van lidstaat tot lidstaat gedifferentieerd moeten worden en rekening moeten houden met mogelijke overloopeffecten tussen landen. De Commissie heeft de lidstaten verzocht de richtsnoeren in hun stabiliteits- en convergentieprogramma's te verwerken. De Commissie heeft zich ertoe verbonden de economische ontwikkelingen nauwlettend te volgen en zo nodig haar beleidsrichtsnoeren aan te passen, en wel uiterlijk eind mei 2022 in haar voorjaarspakket van het Europees Semester.

    (8)

    Wat de begrotingsrichtsnoeren betreft, houden de begrotingsaanbevelingen voor 2023 rekening met de verslechterde economische vooruitzichten, de toegenomen onzekerheid en verdere neerwaartse risico's, en de hogere inflatie in vergelijking met de winterprognoses 2022 van de Commissie. Tegen die achtergrond moet de budgettaire respons zijn dat de overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en energiezekerheid verhoogd worden en de koopkracht van de meest kwetsbare huishoudens in stand gehouden wordt, om de gevolgen van de stijging van de energieprijzen op te vangen en de inflatoire druk van tweederonde-effecten te helpen beperken door middel van gerichte en tijdelijke maatregelen. Het begrotingsbeleid moet flexibel blijven om zich aan te passen aan de snel veranderende omstandigheden, met inbegrip van de uit de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne voortvloeiende uitdagingen op het vlak van defensie en veiligheid, en het moet differentiëren tussen de lidstaten naargelang van hun begrotings- en economische situatie, ook wat betreft hun blootstelling aan de crisis en aan de instroom van ontheemden uit Oekraïne.

    (9)

    Op 14 mei 2021 heeft Litouwen zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 20 juli 2021 heeft de Raad zijn uitvoeringsbesluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen (10) vastgesteld. De vrijgave van tranches is afhankelijk van de vaststelling van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 waarin wordt verklaard dat Litouwen de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

    (10)

    Litouwen heeft op 27 april 2022 zijn nationale hervormingsprogramma 2022 en op 29 april 2022 zijn stabiliteitsprogramma 2022 ingediend, overeenkomstig de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1466/97 vastgestelde uiterste termijn. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze samen geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2022 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Litouwen over de vorderingen bij de uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan.

    (11)

    De Commissie heeft op 23 mei 2022 het landverslag 2022 voor Litouwen gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Litouwen heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad in 2019, 2020 en 2021 heeft vastgesteld, en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Litouwen van het herstel- en veerkrachtplan, voortbouwend op het scorebord voor herstel en veerkracht. Op basis van die analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen, waaronder die welke voortvloeien uit de Russische invasie van Oekraïne. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Litouwen heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de Unie inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsmede bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.

    (12)

    Op 23 mei 2022 heeft de Commissie een verslag uitgebracht op grond van artikel 126, lid 3, van het Verdrag. In dat verslag werd de begrotingssituatie van Litouwen besproken, aangezien het overheidstekort in 2022 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bruto binnenlands product (bbp) overschreed. In het verslag werd geconcludeerd dat niet aan het tekortcriterium was voldaan. In overeenstemming met de mededeling van 2 maart 2022 heeft de Commissie niet voorgesteld in het voorjaar van 2022 nieuwe buitensporigtekortprocedures in te leiden en zal zij opnieuw beoordelen of een voorstel tot het inleiden van dergelijke procedures in het najaar van 2022 noodzakelijk is.

    (13)

    In zijn aanbeveling van 20 juli 2020 (11) heeft de Raad Litouwen aanbevolen om in 2020 en 2021 overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen te nemen om de COVID-19-pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Ook heeft hij Litouwen aanbevolen om wanneer de economische omstandigheden dat toelaten, een begrotingsbeleid te voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. In 2021 is het overheidstekort van Litouwen volgens door Eurostat gevalideerde gegevens gedaald van 7,3 % van het bbp in 2020, tot 1,0 %. De begrotingsmaatregelen van Litouwen ondersteunden het economisch herstel in 2021, terwijl de tijdelijke noodmaatregelen afnamen van 3,9 % van het bbp in 2020 tot 2,8 % in 2021. De maatregelen die Litouwen in 2021 heeft genomen, stemden overeen met de aanbeveling van de Raad van 20 juli 2020. De door de regering in 2020 en 2021 genomen discretionaire begrotingsmaatregelen waren grotendeels tijdelijk. Tegelijkertijd bleken sommige van de door de regering in de periode 2020 tot en met 2021 genomen discretionaire maatregelen niet tijdelijk te zijn of niet met compenserende maatregelen gepaard te gaan, maar voornamelijk te bestaan uit een hogere vergoeding voor werknemers uit de overheidssector. Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens is de overheidsschuld van 46,6 % van het bbp in 2020, gedaald tot 44,3 % van het bbp in 2021.

    (14)

    Het aan de begrotingsprognoses van het stabiliteitsprogramma voor 2022 ten grondslag liggende macro-economische scenario is realistisch. De regering gaat ervan uit dat het reële bbp in 2022 met 1,6 % en in 2023 met 2,5 % zal groeien. Ter vergelijking: in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie wordt uitgegaan van een groei van het reële bbp van 1,7 % in 2022 en 2,6 % in 2023. In haar stabiliteitsprogramma 2022 zegt de regering te verwachten dat het nominale tekort in 2022 tot 4,9 % van het bbp zal toenemen en in 2023 zal afnemen tot 2,4 %. De stijging in het tekort in 2022 weerspiegelt voornamelijk de maatregelen om de gevolgen van de hoge energieprijzen binnen de perken te houden, om huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen en om de mensenstromen die Oekraïne ontvluchten onderdak te bieden. Volgens het stabiliteitsprogramma 2022 zou de overheidsschuldquote dalen tot 43,3 % van het bbp in 2022, en stabiel blijven in 2023. De Commissie gaat in haar voorjaarsprognoses 2022 op basis van beleidsmaatregelen die op de afsluitingsdatum van de prognoses bekend waren uit van een overheidstekort voor 2022 en 2023 van respectievelijk 4,6 % en 2,3 % van het bbp. Dit is in overeenstemming met het tekort dat in het stabiliteitsprogramma 2022 werd voorspeld. De Commissie gaat in haar voorjaarsprognoses 2022 uit van een vergelijkbare overheidsschuldquote van 42,7 % van het bbp in 2022 en 43,1 % in 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie wordt de potentiële outputgroei op middellange termijn (tienjarig gemiddelde) geraamd op 3,2 %. In deze raming is echter geen rekening gehouden met het effect van de hervormingen die deel uitmaken van het herstel- en veerkrachtplan en die de potentiële groei van Litouwen kunnen bevorderen.

    (15)

    In 2022 heeft de regering het merendeel van de naar aanleiding van de COVID-19-crisis genomen maatregelen geleidelijk afgeschaft, zodat de tijdelijke noodmaatregelen naar verwachting zullen dalen van 2,8 % van het bbp in 2021 tot 1,2 % in 2022. Het overheidstekort wordt beïnvloed door de maatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de energieprijsstijgingen tegen te gaan, en worden in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie geraamd op 1,2 % van het bbp in 2022 en 0,0 % van het bbp in 2023 (12). Deze maatregelen bestaan voornamelijk uit subsidies aan gas- en elektriciteitsbedrijven, compensatie van toegepaste belasting over de toegevoegde waarde (btw) voor verwarmingsenergie en ruimere toepassing van andere compensaties voor verwarmingsenergie. Die maatregelen zijn aangekondigd als grotendeels tijdelijk. Indien de energieprijzen in 2023 hoog blijven, kunnen sommige van die maatregelen echter worden voortgezet. Sommige van die maatregelen zijn geen gerichte maatregelen, met name de subsidies voor gas- en elektriciteitsbedrijven en de compensatie voor btw op verwarmingsenergie. Het overheidstekort wordt ook beïnvloed door de kosten voor het bieden van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit Oekraïne, die in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie worden geraamd op 0,2 % van het bbp in zowel 2022 als 2023 (13), en door de stijging van de kosten van defensie-uitgaven met 0,5 % van het bbp in zowel 2022 als 2023.

    (16)

    In zijn aanbeveling van 18 juni 2021 heeft de Raad Litouwen aanbevolen om in 2022 een ondersteunende begrotingskoers aan te houden, onder meer met behulp van de impuls die uitgaat van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en om nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden. De Raad heeft Litouwen ook aanbevolen om de groei van nationaal gefinancierde lopende uitgaven onder controle te houden. Ook heeft de Raad Litouwen aanbevolen om, wanneer de economische omstandigheden dat toelaten, een begrotingsbeleid te voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties en houdbaarheid van de begroting op middellange termijn, en tegelijkertijd de investeringen te verhogen om het groeipotentieel te stimuleren.

    (17)

    Volgens de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie en de informatie in het stabiliteitsprogramma 2022 van Litouwen zal de begrotingskoers in 2022 naar verwachting ondersteunend zijn, met – 4,2 % van het bbp, zoals aanbevolen door de Raad (14). Litouwen is van plan het herstel verder te ondersteunen door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit om aanvullende investeringen te financieren, zoals aanbevolen door de Raad. De positieve bijdrage aan de economische activiteit van de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen gefinancierde uitgaven zal naar verwachting met 0,5 procentpunt van het bbp stijgen ten opzichte van 2021. Volgens de prognoses zullen de nationaal gefinancierde investeringen in 2022 een expansieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,3 procentpunt leveren (15). Daarom is Litouwen van plan nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden, zoals aanbevolen door de Raad. Tegelijkertijd zal de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2022 naar verwachting een expansieve bijdrage aan de algemene begrotingskoers van 3,2 procentpunten leveren. In deze aanzienlijke expansieve bijdrage is ook het bijkomende effect opgenomen van de maatregelen om de economische en sociale gevolgen van de stijgende energieprijzen aan te pakken (1,2 % van het bbp), evenals de kosten om tijdelijke bescherming te bieden aan ontheemden uit Oekraïne (0,2 % van het bbp), terwijl andere maatregelen, zoals extra ondersteuning voor huishoudens met een laag inkomen (bijkomende stijging van pensioenen, kinderbijslag, sociale bijstand, minimumniveau van niet-belastbaar inkomen), naar verwachting ook zullen bijdragen (0,4 % van het bbp) aan de groei van de lopende netto-uitgaven. Bijgevolg houdt Litouwen op basis van de huidige ramingen van de Commissie de groei van de nationaal gefinancierde lopende uitgaven in 2022 niet voldoende onder controle.

    (18)

    Voor 2023 wordt in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie uitgegaan van een begrotingskoers van 1,5 % van het bbp bij ongewijzigd beleid (16). In 2023 zal Litouwen naar verwachting gebruik blijven maken van de subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit om aanvullende investeringen ter ondersteuning van het herstel te financieren. De positieve bijdrage aan de economische activiteit van de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen gefinancierde uitgaven zal naar verwachting met 0,4 procentpunt van het bbp toenemen ten opzichte van 2023. Nationaal gefinancierde investeringen zullen in 2023 naar verwachting een contractieve bijdrage van 0,5 procentpunt aan de begrotingskoers leveren (17). Tegelijkertijd zal de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 naar verwachting een contractieve bijdrage aan de algemene begrotingskoers van 1,5 procentpunt leveren. Dit is inclusief het effect van de uitfasering van de maatregelen om de gestegen energieprijzen aan te pakken (1,2 % van het bbp) en extra kosten om ontheemden uit Oekraïne tijdelijke bescherming te bieden (0,1 % van het bbp).

    (19)

    In het stabiliteitsprogramma 2022 wordt ervan uitgegaan dat het overheidstekort geleidelijk zal afnemen tot 1,3 % van het bbp in 2024 en tot 1,0 % in 2025. Daarom zal het gepland overheidstekort binnen de looptijd van het stabiliteitsprogramma 2022 onder de 3 % van het bbp blijven. Volgens het stabiliteitsprogramma 2022 zou de overheidsschuldquote tussen nu en 2025 dalen, meer bepaald tot 42,6 % van het bbp in 2024 en tot 42,5 % in 2025. Volgens de analyse van de Commissie lijken de risico's voor de houdbaarheid van de schuld op middellange termijn gering.

    (20)

    Op het scorebord voor overheidsopdrachten 2020 werd een aantal knelpunten vastgesteld in het Litouwse systeem voor overheidsopdrachten: gebrek aan samenwerking tussen inkooporganisaties, weinig of geen deelnemers aan aanbestedingen, en een te grote afhankelijkheid van het prijscriterium. Verruiming van het bereik van de aanhoudende inspanningen om gezamenlijke overheidsopdrachten over gemeenten heen te stimuleren, zodat de hervorming ook betrekking heeft op het niveau van de centrale overheid, zou goede praktijken helpen ontwikkelen en verspreiden, en de algemene doeltreffendheid en doelmatigheid van de processen verbeteren. Dat zou ook de houdbaarheid van de begroting ten goede komen.

    (21)

    Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 en bijlage V, criterium 2.2, bij die verordening, bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen met een indicatief tijdschema voor de uitvoering ervan dat uiterlijk op 31 augustus 2026 moet zijn voltooid. Deze dragen bij tot het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn opgenomen in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees Semester in 2019 en 2020 tot Litouwen heeft gericht, naast de eventuele landspecifieke aanbevelingen die tot de datum van vaststelling van een herstel- en veerkrachtplan zijn gedaan. Met name wordt in het herstel- en veerkrachtplan veel aandacht besteed aan maatregelen om digitalisering en de groene transitie te bevorderen, de kwaliteit en efficiëntie van gezondheidsdiensten te waarborgen, sociale bescherming te versterken, prioriteit te geven aan onderwijs en innovatie, en de doeltreffendheid van de overheidssector te vergroten.

    (22)

    De uitvoering het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen zal er naar verwachting toe bijdragen dat er verdere vooruitgang met de groene en de digitale transitie wordt geboekt. Maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen in Litouwen vertegenwoordigen 37,8 % van de totale toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan, en maatregelen ter ondersteuning van digitale doelstellingen 31,5 %. De volledige uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, in overeenstemming met de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen, zal Litouwen helpen om snel te herstellen van de gevolgen van de COVID-19-crisis en tegelijkertijd zijn veerkracht vergroten. De systematische betrokkenheid van de sociale partners en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk voor de succesvolle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, alsook ander economisch en werkgelegenheidsbeleid dat verder gaat dan het herstel- en veerkrachtplan, om te zorgen voor een breed draagvlak voor de algehele beleidsagenda.

    (23)

    De Commissie heeft op 22 april 2022 haar goedkeuring gehecht aan de in Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (18) bedoelde partnerschapsovereenkomst van Litouwen. Litouwen heeft de programmadocumenten betreffende het cohesiebeleid op 16 maart 2022 ingediend. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 heeft Litouwen bij de programmering van de fondsen voor het cohesiebeleid voor de periode 2021-2027 rekening houden met de relevante landspecifieke aanbevelingen. Dat is een voorwaarde voor het verbeteren van de doeltreffendheid en het maximaliseren van de meerwaarde van de financiële steun die uit de cohesiebeleidsfondsen ontvangen wordt, en voor het bevorderen van de coördinatie, de complementariteit en de samenhang tussen die cohesiebeleidsfondsen en andere Unie-instrumenten en fondsen. Het succes van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de cohesiebeleidsprogramma's hangt ook af van het wegwerken van knelpunten voor investeringen ter ondersteuning van de groene en de digitale transitie en een evenwichtige territoriale ontwikkeling.

    (24)

    Naast de economische en sociale uitdagingen die in het herstel- en veerkrachtplan aan bod komen, wordt Litouwen geconfronteerd met een aantal extra uitdagingen in verband met eerstelijns- en preventieve zorg, zwakke punten in de planning en verlening van sociale diensten en het ontbreken van een strategie voor sociale huisvesting. Het hoge aantal vermijdbare ziekenhuisopnames en de hoge behandelbare en vermijdbare sterftecijfers tonen aan dat er behoefte is aan meer preventieve acties in de Litouwse gezondheidszorg. Bovendien is de toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg en langdurige zorg beperkt door het tekort aan en de ongelijke spreiding van gezondheidswerkers. Naast gezondheidshervormingen en investeringen in het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen moeten de eerstelijns- en preventieve zorg verder worden versterkt. Het gebrek aan samenwerking tussen verschillende ministeries en andere overheidsinstanties, evenals lacunes bij het in kaart brengen van de behoeften staan geïntegreerde sociale dienstverlening in de weg. De diensten richten zich ook onvoldoende op de behoeften van werkloze mensen. In 2019 (19) lagen de uitgaven van Litouwen voor sociale huisvesting, te weten 10,31 EUR per inwoner (in constante prijzen voor 2010) ligt in vergelijking met een EU-gemiddelde van 101,58 EUR, ver onder dit EU-gemiddelde, met aanhoudende tekorten en lange wachtlijsten tot gevolg. Ook de kwaliteit van de aangeboden sociale huisvesting moet worden verbeterd. In het herstel- en veerkrachtplan zijn belangrijke maatregelen opgenomen zoals een hervorming van de minimuminkomensregeling en het belasting- en uitkeringsstelsel, in combinatie met een verhoogde dekking van werkloosheidsverzekering. Deze maatregelen zullen naar verwachting een aantal van de belangrijkste uitdagingen inzake sociale bescherming helpen aanpakken zodra ze zijn ingevoerd. Naast de maatregelen die zijn opgenomen in het herstel- en veerkrachtplan zijn echter bijkomende inspanningen nodig om de planning, de kwaliteit en de doeltreffendheid van sociale diensten te verbeteren en het tekort aan en de ontoereikende kwaliteit van sociale huisvesting aan te pakken.

    (25)

    In reactie op het mandaat van de staatshoofden en -regeringsleiders van de Unie, zoals uiteengezet in de Verklaring van Versailles, beoogt het Commissievoorstel voor een REPowerEU-plan de afhankelijkheid van de Unie van de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland zo spoedig mogelijk af te bouwen. Daartoe wil de Commissie in overleg met de lidstaten bepalen wat de geschiktste projecten, investeringen en hervormingen op nationaal, regionaal en Unieniveau zijn. Die maatregelen zijn erop gericht de algehele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en fossiele brandstoffen niet langer uit Rusland in te voeren.

    (26)

    Litouwen is voor zijn energievoorziening sterk afhankelijk van invoer, want het voert ongeveer twee derde van zijn bruto elektriciteitsbehoefte en het grootste deel van zijn olie en gas in. Olie en gas vertegenwoordigen drie vierde van de energiemix in het land. Tot op het moment van de Russische invasie in Oekraïne werden olie en gas hoofdzakelijk ingevoerd uit Rusland. In 2020 heeft Litouwen 42 % van zijn aardgas (wat ongeveer overeenkomt met het EU-gemiddelde van 44 %) en 73 % van zijn ruwe olie (wat hoger ligt dan het EU-gemiddelde van 26 %) ingevoerd uit Rusland (20). De vraag naar energie wordt gestuurd door een grote vloot vervoermiddelen, waarbij openbaar vervoer en het spoor onderbenut blijven, een groot bestand energie-inefficiënte gebouwen en zeer energie-intensieve industrieën, die goed zijn voor 67 % van het totale gasverbruik. Bijkomende inspanningen om de energie-intensiteit in die sectoren te verminderen door industriële transformatie te bevorderen, met inbegrip van innovatieve productieprocessen en verdere bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, zou de Litouwse afhankelijkheid van algemene energie-invoer doen dalen. Litouwen heeft zijn energiezekerheid aanzienlijk verbeterd door elektriciteits- en gasverbindingen tot stand te brengen met naburige lidstaten en met de terminal voor vloeibaar aardgas in Klaipėda. In het algemeen moet Litouwen inspanningen blijven leveren om regionale samenwerking met zijn buurlanden verder te blijven uitbouwen om verdere gasinvoer en het doeltreffende gebruik van regionale infrastructuur te coördineren. In dit verband zal de gasinterconnector met Polen (GIPL), die sinds 1 mei 2022 operationeel is, en het versterken van andere gasinterconnectoren met naburige lidstaten helpen om de energievoorziening in de regio veilig te stellen. Het voltooien van de lopende synchronisatie met het continentale EU-elektriciteitsnet, het waarborgen van voldoende capaciteit voor de interconnecties met naburige lidstaten en het voortzetten van gezamenlijke projecten inzake hernieuwbare energie moeten echter een beleidsprioriteit blijven. Het verdient aanbeveling nieuwe investeringen in gasinfrastructuur en -netwerken waar mogelijk toekomstbestendig te maken, teneinde de duurzaamheid ervan op lange termijn te bevorderen door ze in de toekomst voor duurzame brandstoffen te gebruiken. Wil Litouwen de “Fit for 55”-doelstellingen halen, dan zal er nog meer ambitie nodig zijn om de broeikasgasemissies te verlagen en het aandeel hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie op te voeren.

    (27)

    Hoewel het versnellen van de transitie naar klimaatneutraliteit en het afstappen van fossiele brandstoffen aanzienlijke herstructureringskosten in diverse sectoren met zich mee zal brengen, kan Litouwen in het kader van het cohesiebeleid gebruikmaken van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie om de sociaal-economische gevolgen van de transitie voor de zwaarst getroffen regio's te verzachten. Daarnaast kan Litouwen putten uit het Europees Sociaal Fonds Plus (opgericht bij Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad (21)) om de werkgelegenheidskansen te vergroten en de sociale cohesie te versterken.

    (28)

    In het licht van de beoordeling door de Commissie heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2022 onderzocht, en zijn advies (22) daarover is in aanbeveling 1 weergegeven.

    (29)

    Gezien de grote onderlinge verwevenheid tussen de economieën van de lidstaten van de eurozone en hun collectieve bijdrage aan de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbevelingen die zijn opgenomen in de aanbeveling van 2022 over de eurozone. Voor Litouwen is dit met name weergegeven in de aanbevelingen 1 en 2,

    BEVEELT AAN dat Litouwen in 2022 en 2023 de volgende acties onderneemt:

    1.   

    In 2023 ervoor zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Klaar staan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen. Voor de periode na 2023 een begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn. Gezamenlijke overheidsopdrachten op regerings- en gemeentelijk niveau bevorderen.

    2.   

    Doorgaan met de uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan, in overeenstemming met de mijlpalen en streefdoelen die zijn opgenomen in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 20 juli 2021. De onderhandelingen met de Commissie over de programmeringsdocumenten voor het cohesiebeleid voor de periode 2021-2027 snel afronden om van start te kunnen gaan met de uitvoering ervan.

    3.   

    Eerstelijns- en preventieve zorg versterken. Versnippering bij de planning en verlening van sociale diensten tegengaan en de personalisering en de integratie ervan met andere diensten verbeteren. De toegang tot en de kwaliteit van sociale huisvesting verbeteren.

    4.   

    De algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen door de uitrol van de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen te versnellen, de energie-efficiëntie en de decarbonisatie van de industrie, vervoer en gebouwen te doen toenemen, en een toereikende capaciteit voor energie-interconnecties waarborgen.

    Gedaan te Brussel, 12 juli 2022.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Z. STANJURA


    (1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).

    (4)  Aanbeveling van de Raad van 5 april 2022 over het economisch beleid van de eurozone (PB C 153 van 7.4.2022, blz. 1).

    (5)  Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1).

    (7)  Aanbeveling van de Raad van 18 juni 2021 met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2021 van Litouwen (PB C 304 van 29.7.2021, blz. 68).

    (8)  De ramingen van de begrotingskoers en de componenten daarvan in deze aanbeveling zijn ramingen van de Commissie op basis van de aannames die ten grondslag liggen aan de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie. In de ramingen van de Commissie van de potentiële groei op middellange termijn is geen rekening gehouden met het positieve effect van hervormingen die deel uitmaken van het herstel- en veerkrachtplan, die de potentiële groei kunnen stimuleren.

    (9)  Niet gefinancierd met subsidies in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit of andere Uniefondsen.

    (10)  Doc. ST 10477/21 + ADD 1.

    (11)  Aanbeveling van de Raad van 20 juli 2020 over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Litouwen en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Litouwen (PB C 282 van 26.8.2020, blz. 95).

    (12)  De cijfers geven het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van de maatregelen die sinds het najaar van 2021 zijn genomen, waaronder lopende ontvangsten en uitgaven en — indien relevant — kapitaaluitgaven.

    (13)  Aangenomen wordt dat het totale aantal ontheemden uit Oekraïne in de Unie eind 2022 geleidelijk zal oplopen tot 6 miljoen, en de geografische spreiding ervan wordt ingeschat op basis van de omvang van de bestaande diaspora, de relatieve bevolking van de ontvangende lidstaat en de feitelijke spreiding van ontheemden uit Oekraïne over de Unie sinds maart 2022. Voor begrotingskosten per persoon zijn de ramingen gebaseerd op het Euromod-microsimulatiemodel van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie, waarbij rekening gehouden wordt met zowel overdrachten in contanten waarvoor mensen in aanmerking kunnen komen als uitkeringen in natura zoals onderwijs en gezondheidszorg.

    (14)  Een minteken bij de indicator komt overeen met een overschrijding van de groei van de primaire uitgaven ten opzichte van de economische groei op middellange termijn, wat wijst op een expansief begrotingsbeleid.

    (15)  Verwacht wordt dat andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven een expansieve bijdrage van 0,1 procentpunt van het bbp zullen leveren.

    (16)  Een plusteken bij de indicator komt overeen met een overschrijding van de groei van de primaire uitgaven ten opzichte van de economische groei op middellange termijn, wat wijst op een restrictief begrotingsbeleid.

    (17)  Verwacht wordt dat andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven een neutrale bijdrage van 0,0 procentpunt van het bbp zullen leveren.

    (18)  Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).

    (19)  https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/SPR_EXP_FHO__custom_2036156/default/table?lang=en

    (20)  Eurostat (2020), aandeel van de Russische invoer in de totale invoer van aardgas, ruwe aardolie en steenkool. Voor het EU-27-gemiddelde is de totale invoer gebaseerd op de invoer van buiten de EU-27. Voor Litouwen omvat de totale invoer ook de handel binnen de EU. In ruwe aardolie zijn geen geraffineerde olieproducten opgenomen.

    (21)  Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013 (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 21).

    (22)  Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.


    Top