EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1978

Besluit (EU) 2022/1978 van de Commissie van 25 juli 2022 betreffende steunregeling SA.54817 (2020/C) (ex 2019/N) die België voornemens is ten uitvoer te leggen voor de productie van videogames (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 5130) (Slechts de teksten in de Nederlandse en Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/5130

PB L 272 van 20.10.2022, p. 4–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1978/oj

20.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/4


BESLUIT (EU) 2022/1978 VAN DE COMMISSIE

van 25 juli 2022

betreffende steunregeling SA.54817 (2020/C) (ex 2019/N) die België voornemens is ten uitvoer te leggen voor de productie van videogames

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 5130)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en Franse taal zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 2, eerste alinea,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 62, lid 1, punt a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen (1) te hebben verzocht hun opmerkingen te maken, en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Bij brief van 1 juli 2019 heeft België de Commissie in kennis gesteld van de steunregeling voor de productie van videogames. België heeft de Commissie aanvullende inlichtingen verstrekt bij brieven van 3 januari en 2 februari 2020.

(2)

Bij brief van 30 april 2020 heeft de Commissie België in kennis gesteld van zijn besluit om de procedure van artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna “VWEU”) in te leiden ten aanzien van die steun.

(3)

Het besluit van de Commissie om de procedure in te leiden is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de steun te maken.

(4)

Bij brief van 29 mei 2020 heeft België zijn opmerkingen over het besluit tot inleiding van de procedure ingediend.

(5)

Dienaangaande heeft de Commissie op 16 juli 2020 opmerkingen ontvangen van een belanghebbende. Zij heeft die opmerkingen voor een reactie doorgezonden aan België, dat bij brief van 30 november 2020 heeft gereageerd.

(6)

Bij brief van 29 mei 2020 heeft België de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om de aan de steun ten grondslag liggende wetgeving te wijzigen, en op 30 november 2021 van het feit dat een wetsvoorstel met die wijzigingen (3) was ingediend bij de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers.

(7)

België heeft aanvullende inlichtingen verstrekt op 10 juni en 8 december 2021, en op 10 februari en 29 maart 2022.

2.   GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUNREGELING

2.1.   Benaming van de regeling, rechtsgrondslag en looptijd

(8)

Het betreft een taxshelterregeling voor de productie van videogames. Het is een uitbreiding van de oorspronkelijke taxshelter, die tot doel had de audiovisuele productie te ondersteunen en door de Commissie is goedgekeurd in 2003 (4). Sindsdien zijn verlengingen van en wijzigingen aan die steunregeling goedgekeurd in 2004 (5), 2007 (6), 2009 (7), 2013 (8) en 2014 (9). De taxshelter van 2014 is ongewijzigd verlengd in 2020 (10). De huidige versie van die regeling geldt tot en met 31 december 2026.

(9)

De rechtsgrondslag wordt gevormd door het Wetboek van de inkomstenbelastingen (11) en de wet van 29 maart 2019 tot uitbreiding van de taxshelter naar de gaming-industrie, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 april 2019 (12), en de wijziging daarvan die momenteel bij de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers in behandeling is (13). De bedoeling is dat de wijziging wordt goedgekeurd na een positief besluit van de Commissie.

(10)

De steun loopt tot en met 31 december 2027 (14).

2.2.   Budget

(11)

Het budget is op 36 000 000 EUR geraamd (6 000 000 EUR per jaar). Het budget komt uit de federale begroting van de Belgische Staat.

2.3.   Doel van de steun en in aanmerking komende werken

(12)

Met de regeling wordt beoogd bedrijfsinvesteringen in de productie van videogames te ondersteunen en aan te moedigen door die bedrijven een fiscaal voordeel toe te kennen. Bedrijven die zijn onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting en die voldoen aan de nodige vereisten, kunnen aanspraak maken op de door die steunregeling geboden taxshelter.

(13)

Om in aanmerking te komen voor die belastingverlagingen moeten zij investeren in producties van bedrijven die videogames produceren die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap zijn erkend als Europese videogame, d.w.z. hoofdzakelijk gerealiseerd met de hulp van auteurs en creatieve medewerkers die in België of in een ander land van de EER wonen, of die onder toezicht staan en daadwerkelijk worden gecontroleerd door een of meer producenten en coproducenten die in een of meer landen van de EER zijn gevestigd.

(14)

Die erkenning is afhankelijk van de culturele toetsen die het Vlaamse en het Waalse Gewest hebben ingevoerd voor hun eigen steunregelingen voor videogames en die door de Commissie zijn goedgekeurd (in 2018 voor het Vlaamse Gemeenschap (15), verlengd en gewijzigd in 2022 (16), en in 2020 voor het Waalse Gewest (17)). Op grond van de criteria van de toets moeten de games een cultureel en artistiek karakter hebben, moeten de productieactiviteiten en de actoren een culturele band hebben met Vlaanderen of het Waalse Gewest en moeten de games een innovatief en creatief karakter hebben. Met het oog daarop heeft België toegezegd dat de Belgische federale staat een samenwerkingsovereenkomst zal sluiten met de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de bevoegdheden van de gemeenschappen en de federale staat inzake de taxshelterregeling. België preciseert dat, voor de duur van de maatregel, de erkenning van de videogames door de gemeenschappen in het kader van de taxshelter zal gebeuren op basis van dezelfde criteria als die welke de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest voor hun eigen steunregelingen voor videogames toepassen.

2.4.   Vorm van de steun, organisatie van het stelsel, steunintensiteit en cumulering

(15)

In de huidige taxshelterregeling heeft een bedrijf (“de investeerder”) de mogelijkheid om de producent, op basis van een raamovereenkomst, een financiële bijdrage te verstrekken voor een specifieke audiovisuele productie. Die investering wordt gecompenseerd door een “taxshelter-attest” dat de investeerder een fiscaal voordeel verschaft in de vorm van een verlaging van zijn belastbare winst. In het kader van de vennootschapsbelasting zijn vennootschappen in beginsel belastbaar op het totale bedrag van de winst (artikel 185 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen). Om de belastinggrondslag te bepalen, wordt de winst verminderd met de aftrekbare bestedingen (artikel 6 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen). Normaliter zijn de beroepskosten die een vennootschap in het belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen, aftrekbaar (artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen). Wat de beleggingswaarde betreft, is aftrekbaarheid mogelijk naargelang van de inbrengwaarde (artikel 61, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen). In het geval van de taxshelter kunnen belastingplichtige vennootschappen 421 % van het geïnvesteerde bedrag (een bedrag dat hoger is dan hun inbreng in geld) onmiddellijk aftrekken. Volgens het aangemelde ontwerp zal die mogelijkheid ook worden geboden voor de bijdragen aan de productie van een videogame.

(16)

In de door België aangemelde regeling was de fiscale waarde van het taxshelter-attest vastgesteld op 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven in de EER of, indien de productie- en exploitatie-uitgaven in België minder bedragen dan 63 % van het totale budget, van de productie- en exploitatie-uitgaven in België. Het bedrag van de steun voor mogelijke investeringen in een productie is vastgesteld op 48 % van die fiscale waarde van het taxshelter-attest. In het maximale scenario, waarbij minstens 63 % van het totale budget in België is besteed, zou de steunintensiteit bijgevolg 48 % van 70 % kunnen bedragen, d.w.z. 33,6 % van het productiebudget, maar minder indien de productie-uitgaven in België lager liggen dan 63 % van het totale budget. In het geval van cumulatie met andere productiesteun wordt de steunintensiteit beperkt tot 50 %.

(17)

Volgens het oorspronkelijke ontwerp van de regeling wordt de fiscale waarde van het taxshelter-attest dus bepaald op basis van de territoriale uitgaven. Het bedrag van de investering (en dus ook het bedrag van de steun) hangt af van het percentage van de territoriale uitgaven en varieert dus naargelang van het bedrag van de in België geplande uitgaven.

2.5.   Erkenning van de begunstigden

(18)

In de taxshelter is bepaald dat de begunstigde productievennootschappen erkend moeten zijn om aan de regeling te mogen deelnemen. Volgens België is het de bedoeling dat de erkenning van vennootschappen en personen die zich niet aan de wet houden, kan worden ingetrokken (18).

(19)

België heeft verklaard dat de erkenning binnen een korte termijn zal worden toegekend op aanvraag van de betrokken productievennootschappen. De aanvraag dient uitsluitend identificatiegegevens te bevatten, een document waaruit blijkt dat de aanvrager geen achterstallen heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en een verbintenis om de wet op de taxshelter na te leven. Dit houdt met name in dat de productievennootschap zich ertoe verbindt haar aanbieding van een taxshelter-attest uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (19) en met die van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (20).

(20)

België heeft verklaard dat aan de erkenningsprocedure geen enkele voorwaarde zal worden verbonden wat betreft de vestiging of verblijfplaats in België van de betrokken bedrijven op het moment van hun erkenningsaanvraag.

2.6.   Redenen voor de steun

(21)

België verklaart in zijn aanmelding dat de videogamesector in België in 2018 goed was voor 100 000 000 EUR, d.w.z. 0,08 % van de wereldmarkt (die in 2018 goed was voor ongeveer 124 000 000 000 EUR).

(22)

Intussen heeft België die gegevens geactualiseerd. In 2020 heeft de videogamesector op wereldniveau 159 800 000 000 USD aan inkomsten gegenereerd (21), waarvan de Belgische markt met 82 000 000 EUR (zoals België opgaf als totale inkomsten van de Belgische markt voor dat jaar) slechts 0,05 % voor haar rekening neemt. De markt op het Europese continent vertegenwoordigt 19 % van die markt, wat overeenkomt met 29 600 000 000 USD, dus meer dan 27 600 000 000 EUR. In 2020 was de Belgische markt voor videogames dus goed voor 0,3 % van de markt op het Europese continent. Op basis van de gegevens voor 2019 had de Belgische sector 1 000 van de in totaal 87 628 werknemers op het Europese continent in dienst. België nam 63 van de 4 913 studio’s voor de ontwikkeling van videogames op het Europese continent voor zijn rekening (22). Uit die cijfers blijkt dus dat de Belgische videogamesector een bescheiden plaats inneemt op de Europese markt. Veel van de bedrijven die in België actief zijn in de videogamesector, zijn kleine bedrijven waarvan het merendeel nog niet lang bestaat (minder dan zes jaar). Gezien hun omvang en hun recente bestaan hebben de bedrijven in de sector het moeilijk om zich te ontwikkelen, wat de productie van een groter aantal culturele videogames, en bijgevolg ook een grotere verscheidenheid, in de weg staat.

(23)

België stelt het volgende vast: ondanks de groei van de sector ontbreekt het de industrie aan de nodige financiële motor om door te dringen tot de markt. Net als bij een cinematografische productie vergt de ontwikkeling van spelletjes voor computers, consoles, tablets of smartphones meerdere maanden of jaren, en ook hooggekwalificeerd personeel. Net zoals in de filmindustrie komt het verkoopbare resultaat pas aan het eind van dat proces. Dit alles maakt de sector tot een relatief riskante sector. En net zoals in de filmindustrie weet men nooit met zekerheid of een game zal aanslaan bij het grote publiek en de investeringen rendabel zal maken. Bovendien worden projecten voor videogames met een sterke educatieve, culturele of artistieke component als riskanter beschouwd omdat, ook al zijn de productiekosten dezelfde als die van wereldwijd populaire videogames, hun markt beperkter is.

(24)

De financiële restricties vormen een belemmering voor het opzetten van grootschalige projecten, die een groot creatief potentieel, maar ook een groter budget hebben. De productie van videogames is dus toegespitst op spelletjes voor de computer en spelletjes met een kleiner budget. De financieringsmoeilijkheden vormen een belemmering voor het behoud en de ontwikkeling van plaatselijke culturele knowhow. Producenten worden er namelijk veeleer toe aangezet om in onderaanneming voor buitenlandse bedrijven te werken dan om eigen videogames te ontwikkelen.

(25)

Belgische videogamebedrijven ondervinden bijgevolg vaak ernstige moeilijkheden om de nodige financiering voor nieuwe projecten te vinden. Bovendien hebben zij ook af te rekenen met een aanzienlijke internationale concurrentie.

(26)

De taxshelter zal bijdragen tot een toename van het aantal particuliere investeringen in de sector van de productie van videogames, zoals ook het geval was bij de taxshelter voor de cinematografische en audiovisuele productie.

2.7.   Beschrijving van de redenen voor het inleiden van de procedure

(27)

De oorspronkelijk bij de Commissie aangemelde regeling deed twijfels rijzen ten aanzien van de rechtmatigheid in algemene zin. De fiscale waarde van het taxshelter-attest wordt bepaald op basis van de territoriale uitgaven. Die voorwaarden inzake territorialiteit van de uitgaven hadden in strijd kunnen zijn met de beginselen inzake rechtmatigheid in algemene zin, en met name de beginselen van het VWEU die het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten waarborgen (artikelen 34 en 56 VWEU).

(28)

De Commissie betwijfelde of het wettig en in overeenstemming met de interne markt was om voor steun voor videogames in België het bedrag van de investering en dus het bedrag van de steun vast te stellen als percentage van de territoriale uitgaven in België, en of het nodig of evenredig was om aan die steun territoriale voorwaarden te koppelen.

3.   OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN

(29)

In haar brief van 16 juli 2020 heeft de organisatie “Vlaamse Onafhankelijke Film & Televisie Producenten” (hierna “VOFTP”) haar opmerkingen over de aangemelde steunregeling kenbaar gemaakt. De VOFTP acht zich door de regeling getroffen omdat zij vreest dat de openstelling van de taxshelter voor videogames de investeringsstroom naar de audiovisuele productie van haar leden zal verminderen. De VOFTP stelt dat de uitbreiding van de oorspronkelijke taxshelter niet voldoet aan de voorwaarden voor verenigbaarheid met de interne markt en bijgevolg niet door de Commissie mag worden goedgekeurd.

(30)

In haar opmerkingen wijst de VOFTP op het belang van een toereikende toets om vast te stellen of de videogames die in aanmerking komen voor steun in het kader van de regeling daadwerkelijk een link met België hebben en bijdragen aan de doelstelling van de bevordering van cultuur in de zin van artikel 107, lid 3, punt d), VWEU en van culturele verscheidenheid. De VOFTP vreest dat de regeling geen garantie biedt dat alleen videogames met een culturele doelstelling voor steun in aanmerking komen.

(31)

Volgens de VOFTP zullen de criteria voor de beoordeling van het culturele aspect van de steunregeling voor videogames moeten waarborgen dat een videogame waarvoor steun wordt verleend, een culturele waarde heeft. Die criteria zouden moeten worden vastgesteld door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest. Die hebben elk hun eigen regeling voor steun voor de videogamesector, waarvoor een eigen instantie van de Vlaamse Gemeenschap (het Vlaams Audiovisueel Fonds) of van het Waalse Gewest de criteria vaststelt betreffende het culturele aspect van videogames. De VOFTP betwijfelt of de toepassing van die criteria is gewaarborgd: de vereiste samenwerkingsovereenkomst tussen de Staat en de gemeenschappen ontbreekt.

4.   OPMERKINGEN VAN BELGIË

(32)

In zijn brief van 29 mei 2020 merkt België op dat het besluit tot inleiding van de procedure bevestigt dat is voldaan aan de voorwaarden om te worden beschouwd als een steunmaatregel ter bevordering van cultuur die verenigbaar is met de interne markt, overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt d), VWEU.

(33)

Met betrekking tot de voorwaarden inzake territorialiteit van de uitgaven en de rechtmatigheid daarvan in algemene zin (met inbegrip van de noodzaak en de evenredigheid ervan), en met name de beginselen van het VWEU die het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten waarborgen (artikelen 34 en 56 VWEU), kijkt België nu naar de mogelijkheid om de subsidiabele uitgaven uit te breiden tot het hele grondgebied van de EER. Op 16 juli 2021 stelde de Commissie voor Financiën en Begroting van de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers een wijziging van de wetgeving voor waarbij de formulering “de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan” wordt vervangen door “productie- en exploitatie-uitgaven die in de Europese Economische Ruimte werden gedaan”. In de ontwerpwijziging was de fiscale waarde van het taxshelter-attest vastgesteld op 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte of, indien de productie- en exploitatie-uitgaven die belastbare beroepsinkomsten in de EER vormen, minder bedragen dan 63 % van het totale budget, van de productie- en exploitatie-uitgaven die belastbare beroepsinkomsten in de EER vormen. De Kamer van volksvertegenwoordigers zal de wijziging aannemen zodra de Commissie een positief besluit heeft vastgesteld.

(34)

Aangaande de opmerkingen van de VOFTP over het culturele karakter van videogames die voor steun in aanmerking kunnen komen en de culturele toetsen van de gemeenschappen voor de videogames die in aanmerking komen voor de taxshelter, heeft België aangegeven dat de samenwerkingsovereenkomst tussen de federale staat en de gemeenschappen betreffende de bestaande taxshelter voor de audiovisuele producties moet worden aangepast om er de culturele toetsen van de gemeenschappen of gewesten voor videogames in op te nemen. Dat zal gebeuren voordat de aangemelde regeling ten uitvoer wordt gelegd, en zodra de voorgestelde wetswijziging door de Kamer van Volksvertegenwoordigers is goedgekeurd en de Commissie het besluit betreffende de taxshelter voor de productie van videogames heeft vastgesteld. België heeft bevestigd dat die samenwerkingsovereenkomst niets zou veranderen aan de inhoud van die toetsen.

5.   BEOORDELING VAN DE REGELING

5.1.   Aanwezigheid van staatssteun

(35)

In artikel 107, lid 1, VWEU is het volgende bepaald: “Behoudens de afwijkingen waarin de Verdragen voorzien, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.”

5.1.1.   Staatsmiddelen en toerekenbaarheid

(36)

Investeerders kunnen de in het kader van de onderzochte regeling gebruikte middelen aftrekken van hun belastbare winst. Door die bij wet vastgestelde aftrek daalt de opbrengst van de door de Staat geïnde belasting. Bovendien bepaalt de wet dat die middelen naar bedrijven gaan die daarvoor een goedkeuring kregen van de Staat, en dragen zij bij aan specifieke producties die een uitdrukkelijke erkenning als Europese videogame hebben gekregen van de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap. De investeringen worden bijgevolg bekostigd met staatsmiddelen en zijn toerekenbaar aan de Staat.

5.1.2.   Voordeel

(37)

De regeling is bedoeld om de door producenten van videogames gedragen productie-uitgaven te verminderen. Die uitgaven vallen onder de kosten die normaal gesproken door alle producenten van videogames moeten worden gedragen. Het betreft dus kosten die normaal gesproken op het budget van de begunstigde drukken.

(38)

De steun die naar de producent gaat, vloeit voort uit de bijdrage van de investeerder, die op haar beurt voortvloeit uit de fiscale aftrekbaarheid van die transactie. De Commissie stelt derhalve vast dat het uit de fiscale aftrekbaarheid voortvloeiende voordeel in feite aan de producent wordt overgedragen via de raamovereenkomst.

(39)

De regeling verschaft de producent dus een voordeel waarvan hij in normale marktomstandigheden niet zou kunnen profiteren. De maatregel houdt bijgevolg een voordeel in ten gunste van producenten van videogames.

5.1.3.   Selectiviteit

(40)

De regeling is selectief aangezien alleen begunstigden wier project de selectietoets doorstaat voor steun in aanmerking komen. Bovendien heeft de steunregeling uitsluitend betrekking op de videogamesector. Voorts kunnen de betrokken investeringen (en bijgevolg ook de begunstigden) dankzij de fiscale aftrek van 421 % van de investeringswaarde ten aanzien van de doelstelling van het belastingstelsel een gunstiger behandeling krijgen dan andere investeringen, die niet aftrekbaar zijn voor een bedrag boven de nominale waarde. Dit terwijl ze zich ten aanzien van de doelstelling van die regeling, namelijk de inkomsten van de bedrijven te belasten na aftrek van de investeringen, in een vergelijkbare juridische en feitelijke situatie bevinden, zonder dat die behandeling wordt gerechtvaardigd door de aard en de opzet van de regeling. In het stelsel van de vennootschapsbelasting zou de reguliere aftrek hoogstens overeenkomen met de nominale waarde van de investering.

5.1.4.   Vervalsing van de mededinging en gevolgen voor het handelsverkeer tussen de lidstaten

(41)

Aangezien videogames op internationaal niveau worden verhandeld en deze markt open staat voor concurrentie, kan het aan de begunstigde verleende financiële voordeel de concurrentie en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.

5.2.   Rechtmatigheid van de steun

(42)

Door de regeling aan te melden alvorens ze ten uitvoer te leggen, is België zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 108, lid 3, VWEU nagekomen.

5.3.   Rechtsgrondslag voor de beoordeling

(43)

De verenigbaarheid van de regeling met de interne markt zal worden beoordeeld op basis van artikel 107, lid 3, punt d), VWEU gezien de doelstelling om cultuur te bevorderen door de ondersteuning van culturele projecten.

(44)

De verenigbaarheid van de regeling met de interne markt zal meer in het bijzonder worden getoetst aan punt 24 van de mededeling van de Commissie betreffende staatssteun voor films en andere audiovisuele werken (23) (hierna “de filmmededeling”), aangezien dat punt uitdrukkelijk betrekking heeft op staatssteun voor de productie van videogames en bepaalt dat, voor zover kan worden aangetoond dat een steunregeling voor games met culturele en educatieve doeleinden noodzakelijk is, de Commissie mutatis mutandis de criteria inzake steunintensiteit zal toepassen die voor cinematografische werken zijn vastgesteld in de filmmededeling.

5.4.   Verenigbaarheid van de steun met de interne markt

(45)

In haar besluit tot inleiding van de procedure heeft de Commissie vastgesteld dat de regeling lijkt te voldoen aan de meeste voorwaarden om te worden beschouwd als een steunmaatregel ter bevordering van cultuur die verenigbaar is met de interne markt, overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt d), VWEU.

5.4.1.   Rechtmatigheid in algemene zin

(46)

Om als verenigbaar te worden aangemerkt, moeten steunregelingen in de eerste plaats voldoen aan het criterium “rechtmatigheid in algemene zin”. Het begrip “rechtmatigheid in algemene zin” veronderstelt dat de verenigbaarheidsvoorwaarden en toekenningscriteria geen enkele bepaling bevatten, nauw verbonden met de toekenning van de steun, die in strijd is met specifieke bepalingen van het VWEU in andere domeinen dan staatssteun (24).

(47)

De regeling legt geen voorwaarden op met betrekking tot de Belgische nationaliteit of de hoofdvestiging op Belgisch grondgebied van de begunstigde onderneming. De begunstigden mogen gevestigd zijn in een ander land van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte.

(48)

De erkenningsprocedure voor productievennootschappen en tussenpersonen heeft geen invloed op de algemene rechtmatigheid van de regeling. Reeds onder de bestaande taxshelter moeten voor de taxshelter in aanmerking komende productiebedrijven op het ogenblik van de betaling van de steun over een stabiel agentschap in België beschikken. Aan de erkenning worden geen voorwaarden verbonden ten aanzien van de vestiging of verblijfplaats in België van de betrokken bedrijven op het tijdstip van hun erkenningsaanvraag.

(49)

Wat de steunintensiteit betreft, heeft België in een wetsvoorstel de restrictieve territoriale bepalingen in de aanvankelijk aangemelde steunregeling gewijzigd. In dat wetsvoorstel wordt het steunbedrag bepaald op basis van de productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte. Bijgevolg kan de regeling geen hinderpaal meer vormen voor het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten in het kader van de interne markt (artikelen 34 en 56 VWEU).

5.4.2.   Bevordering van de cultuur, overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt d), VWEU

(50)

In artikel 107, lid 3, punt d), VWEU is bepaald dat steunmaatregelen om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen verenigbaar kunnen worden verklaard met de interne markt wanneer door die maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededingingsvoorwaarden in de Unie niet zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

(51)

De Commissie heeft geen richtsnoeren vastgesteld voor de toepassing van die bepaling met betrekking tot videogames. Punt 24 van de filmmededeling bevestigt dat steunmaatregelen ten behoeve van games van geval tot geval worden beoordeeld.

(52)

De beoordeling van steun voor videogames op basis van artikel 107, lid 3, punt d), VWEU volgt de praktijk van de Commissie, die begon met het besluit over het Franse belastingkrediet voor videogames waarin de Commissie heeft erkend dat bepaalde videogames culturele producten kunnen vormen (25).

(53)

De Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest hebben — voor hun eigen steunregelingen voor videogames — culturele criteria ontwikkeld voor games die in aanmerking kunnen komen voor steun, die ook van toepassing zijn op de taxshelter (26). Zij hebben een tabel voor de selectie van projecten opgesteld om na te gaan of de games waarvoor steun wordt verleend daadwerkelijk voldoen aan de voorwaarden om als cultureel werk te worden beschouwd. De Commissie heeft die criteria geanalyseerd (27) en die regelingen goedgekeurd.

(54)

In tegenstelling tot wat belanghebbende VOFPT beweert, heeft België zich ertoe verbonden een samenwerkingsovereenkomst tussen de federale staat en de gemeenschappen tot stand te brengen voor de tenuitvoerlegging van de taxshelterregeling voor videogames (zie de overwegingen 14 en 34). Een dergelijke samenwerking bestaat reeds voor steun voor audiovisuele werken.

(55)

Concluderend kan worden gesteld dat de regeling culturele projecten ondersteunt en voldoet aan de doelstelling om de cultuur te bevorderen, zoals vereist door artikel 107, lid 3, punt d), VWEU.

5.4.3.   Geschiktheid van de steunmaatregel

(56)

Doel van de regeling is culturele projecten te ondersteunen die moeilijk financiering vinden op de markt, met name vanwege hun aard (culturele werken) en hun risico’s (zekere productiekosten maar onzeker publiek). Zij draagt dus bij aan de financiering van een deel van de productiekosten van videogames die zijn geselecteerd vanwege hun bijdrage aan de bevordering van cultuur. Het steunmechanisme is gebaseerd op het beginsel van de ondersteuning van de productie van games door particuliere investeerders. België heeft verklaard dat een stelsel van rechtstreekse steun hogere administratieve en financiële kosten met zich zou brengen dan de taxshelter. Bovendien zou de betaling van een rechtstreekse subsidie zich vroeger in de tijd situeren dan de (voorlopige en definitieve) belastingvrijstellingen. Aangezien cultuur een gemeenschapsbevoegdheid is, is het audiovisueel beleid van het Belgische federale niveau bovendien beperkt tot de invoering van de taxshelterregeling in het kader van zijn sociaaleconomisch beleid. Door het betrekken van particuliere investeerders wil België wederzijdse contacten en de toegang tot de verschillende potentiële financieringsbronnen voor de culturele sector bevorderen.

(57)

Bijgevolg is de regeling geschikt om het nagestreefde doel te bereiken.

5.4.4.   Noodzaak van de steun

(58)

De begunstigde videogames zijn culturele werken die de lokale en Europese cultuur bevorderen. Hun internationale marktpotentieel is een hefboom voor de bevordering van cultuur op grote schaal.

(59)

Videogameprojecten vinden echter moeilijk financiering tegen marktvoorwaarden (zie de overwegingen 22, 23 en 24). De aan videogameprojecten inherente financiële risico’s (namelijk dat tegenover zekere productiekosten onzekere inkomsten staan) vormen een belemmering voor particuliere investeringen. Overheidsinterventie is dus noodzakelijk om een groter aantal en meer gediversifieerde projecten te kunnen realiseren.

5.4.5.   Evenredigheid van de steun

(60)

In punt 24 van de filmmededeling is bepaald dat, wanneer kan worden aangetoond dat een steunregeling noodzakelijk is omdat die is gericht op games met een cultureel of educatief doel, de Commissie naar analogie dezelfde criteria inzake steunintensiteit zal toepassen als die welke gelden voor de steunregelingen voor audiovisuele werken.

(61)

De regeling ondersteunt de vervaardiging van videogames op beperkte schaal. De maximale steunintensiteit bedraagt 33,6 %, en in het geval van cumulatie van steun 50 % van de productiekosten van videogames, in overeenstemming met de in de filmmededeling vastgestelde drempel van 50 %. Met de maximale steunintensiteiten wordt beoogd het particuliere initiatief te vrijwaren door de begunstigden te verplichten andere dan staatsmiddelen te verkrijgen.

(62)

Concluderend kan worden gesteld dat de regeling in verhouding staat tot het beoogde doel.

5.4.6.   Verstoring van de mededinging en beperkte gevolgen voor het handelsverkeer

(63)

In 2020 heeft de mondiale videogamesector 159 800 000 000 USD aan inkomsten gegenereerd. De markt op het Europese continent is goed voor 19 % van die markt, wat overeenkomt met 29 600 000 000 USD, d.w.z. meer dan 27 600 000 000 EUR. In 2020 noteerde de Belgische markt voor videogames 82 000 000 EUR aan inkomsten, wat overeenkomt met 0,3 % van de markt op het Europese continent en 0,05 % van de wereldmarkt (28).

(64)

Ten eerste is dus duidelijk dat het budget voor de regeling ter ondersteuning van de Belgische videogamesector relatief beperkt is (zie overweging 11) vergeleken met de totale omzet van die sector in België. Ten tweede kunnen de verstorende effecten van de steun als gering worden beschouwd, aangezien het marktaandeel van de Belgische markt voor videogames beperkt is in vergelijking met het marktaandeel op zowel het niveau van het Europese continent als op mondiaal niveau.

(65)

De Commissie concludeert dat de steun er niet toe zal leiden dat de marktpositie van de begunstigde bedrijven buitensporig wordt versterkt, maar de verscheidenheid van het aanbod aan culturele games op de markt juist zal vergroten. De voordelen van de steun voor de interne markt wegen op tegen de nadelen, aangezien de verstoring van de mededinging en de gevolgen voor het handelsverkeer beperkt zijn.

6.   CONCLUSIES

(66)

De Commissie is bijgevolg van mening dat de steun er niet toe zal leiden dat de marktpositie van de begunstigde bedrijven buitensporig wordt versterkt, maar de verscheidenheid van het aanbod aan culturele games op de markt juist zal vergroten. Derhalve moet worden geconcludeerd dat de verstoringen van de mededinging en de gevolgen van de regeling voor het handelsverkeer beperkt zijn, zodat de voordelen van de steun ter bevordering van cultuur opwegen tegen de nadelen. De taxshelter voor de vervaardiging van videogames is bijgevolg verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt d), VWEU,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De staatssteun die België voornemens is ten uitvoer te leggen voor de productie van videogames via de toepassing van een taxshelterregeling voor de productie van videogames, is verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt d), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De tenuitvoerlegging van die steun wordt bijgevolg toegestaan.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2022.

Voor de Commissie

Margrethe VESTAGER

Lid van de Commissie


(1)  Besluit C(2020) 2648 final van 30 april 2020 (PB C 206 van 19.6.2020, blz. 11).

(2)  PB C 206 van 19.6.2020, blz. 11.

(3)  https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/1590/55K1590001.pdf

(4)  N 410/02 (ex-CP 77/2002), België — Staatssteun voor de productie van Belgische cinematografische en audiovisuele werken — “Tax shelter”-regeling voor de filmindustrie, https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/137343/137343_455458_39_2.pdf

(5)  N 224/04, België — Staatssteun voor de Belgische cinematografische en audiovisuele productie — wijzigingen aan de federale “tax shelter”-regeling voor de filmindustrie, https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/140619/140619_503601_23_2.pdf

(6)  N 121/2007, België — Fiscale maatregelen ten voordele van de audiovisuele producties — “tax shelter”-regeling — verlenging van steunmaatregel N 224/2004, https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/219141/219141_703682_36_2.pdf

(7)  N 516/2009, België — “Tax shelter”-regeling ter ondersteuning van audiovisuele producties — Verlenging van steunmaatregel N 121/2007, https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/233078/233078_1210789_29_2.pdf

(8)  SA.35643 (2012/N) — België, Verlenging van de “tax shelter”-regeling ter ondersteuning van audiovisuele werken (https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/246468/246468_1451339_61_2.pdf), en SA.36655 (2013/N), België — Wijzigingen in de “tax shelter” ter ondersteuning van audiovisuele werken (https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/248603/248603_1525887_174_2.pdf).

(9)  SA.38370 (2014/N), België — Wijzigingen in de tax shelter ter ondersteuning van audiovisuele werken, https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/253328/253328_1646431_87_2.pdf

(10)  SA.59274 (2020/N), België — Verlenging van de “tax shelter”-regeling ter ondersteuning van audiovisuele werken SA.38370 (2014/N), https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases1/20215/289138_2239389_113_2.pdf

(11)  https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/public/fisconet/document/dd75c77a-af07-4efc-af50-b289100a3962

(12)  https://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/2019/03/29/2019040875/staatsblad

(13)  Zie voetnoot 3.

(14)  In zijn aanmelding van 1 juli 2019 heeft België een looptijd tot en met 31 december 2025 voorgesteld. Aangezien sindsdien veel tijd is verstreken, wenst België de looptijd te verlengen tot en met 31 december 2027.

(15)  Steunmaatregel SA.49947, België — Steun voor videogames (VAF Gamefonds), https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_49947

(16)  Steunmaatregel SA.101526, België — VAF Gamefonds, overweging 23, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_101526

(17)  Steunmaatregel SA.55046, België — Steun voor culturele, artistieke en educatieve videogames (Wallimage), overweging 14, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_55046; het Waalse Gewest omvat ook het Duitse taalgebied.

(18)  Volgens artikel 194 ter, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden de erkenningsvoorwaarden vastgesteld bij koninklijk besluit.

(19)  http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2018/07/20_2.pdf#Page18, blz. 58312.

(20)  Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).

(21)  Newzoo — Global Games Market Report 2020, te downloaden via newzoo.com

(22)  Verslag opgesteld voor 2019 door de European Game Developers Federation in samenwerking met de Interactive Software Federation of Europe. Gegevens betreffende een meerderheid van lidstaten van de Europese Unie en een aantal niet-EU-landen,

https://www.egdf.eu/wp-content/uploads/2021/08/EGDF_report2021.pdf

(23)  PB C 332 van 15.11.2013, blz. 1.

(24)  Arrest van het Hof van Justitie van 15 juni 1993, Matra, C-225/91, ECLI:EU:C:1993:239, punt 41.

(25)  De Commissie erkende de noodzaak van steun voor videogames in de volgende besluiten:

C-47/2006 (ex N 648/2005), Frankrijk — Belastingkrediet voor de vervaardiging van videospelletjes, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_20324

SA.33943 (2011/N) — Frankrijk — Verlenging van steunregeling C 47/2006 — Belastingkrediet voor de vervaardiging van videospelletjes, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_33943

SA.36139 (2013/C), Verenigd Koninkrijk — Belastingverlaging voor videospelletjes; https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_36139

SA.39299 (2014/N), Frankrijk — Belastingkrediet voor de vervaardiging van videospelletjes — wijzigingen, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_39299

SA.47892 (2017/N); Frankrijk — Belastingkrediet voor de vervaardiging van videospelletjes — wijzigingen en verlenging, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_47892

SA.45735 (2017/N), Denemarken — Scheme for the development, production and promotion of cultural and educational digital games,

https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_45735

SA.46572 (2017/N), Duitsland — Bavarian games support measure, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_46572

SA.49947 (2017/N), België — Steun voor videospelletjes (VAF Gamefonds), https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_49947

SA.50512 (2018/N), Frankrijk — Fonds d’aides aux jeux vidéo — volets écriture, création de propriétés intellectuelles et opérations à caractère collectif, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_50512

SA.51820 (2018/N), Duitsland — North Rhine Westphalian games support measure, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_51820

Steunmaatregel SA.101526, België — VAF Gamefonds, https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_101526

(26)  SA.55046, België — Steun voor culturele, artistieke en educatieve videospelletjes (Wallimage);

SA.101526, België — VAF Gamefonds.

(27)  Overwegingen 52, 53 en 54 van het besluit betreffende het Wallimagefonds en overwegingen 38 en 39 van het besluit betreffende het VAF/Gamefonds.

(28)  Overweging 22.


Top