This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022D0146
Commission Implementing Decision (EU) 2022/146 of 1 February 2022 determining whether a product containing Alkyl (C12-16) dimethylbenzyl ammonium chloride is a biocidal product, pursuant to Article 3(3) of Regulation (EU) No 528/2012 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/146 van de Commissie van 1 februari 2022 tot bepaling of een product dat alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride bevat een biocide is, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/146 van de Commissie van 1 februari 2022 tot bepaling of een product dat alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride bevat een biocide is, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
C/2022/471
PB L 24 van 3.2.2022, p. 133–135
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
3.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 24/133 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/146 VAN DE COMMISSIE
van 1 februari 2022
tot bepaling of een product dat alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride bevat een biocide is, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 3, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Denemarken heeft de Commissie op 2 juli 2020 verzocht te beslissen of een product dat een concentratie van 2,4 % alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride (ADBAC/BKC (C12-C16)) bevat en in Denemarken door de fabrikant in de handel is gebracht als een langwerkend schoonmaakmiddel om aangekoekt en aangegroeid materiaal op hout, baksteen, dakplaten, stenen plaveisel en andere oppervlakken te verwijderen (hierna “het product” genoemd) overeenkomstig de definitie van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 een biocide is. |
(2) |
Alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride (ADBAC/BKC (C12-C16)) is opgenomen in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) over het werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen. ADBAC/BKC (C12-C16) is onder meer opgenomen in het beoordelingsprogramma voor productsoort 2 (Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt) zoals gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012. Het product bevat derhalve een werkzame stof in de zin van artikel 3, lid 1, punt c), van die verordening. |
(3) |
Het Hof van Justitie stelt in zijn arrest van 19 december 2019 in zaak C-592/18 Darie (3) dat “het begrip “biocide” in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 een ruim begrip is” en dat die “ruime uitlegging wordt bevestigd door de in artikel 1 van [die] verordening weergegeven en op het voorzorgsbeginsel gebaseerde doelstelling om “een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen en dieren en van het milieu te waarborgen”” (4). |
(4) |
Zoals ook door het Hof is opgemerkt, is een van de voorwaarden voor de kwalificatie als biocide voor de toepassing van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 dat het middel “als doel [heeft] een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of het op andere wijze te bestrijden” (5). |
(5) |
Het Hof benadrukte in zijn arrest van 19 december 2019 in zaak C-592/18 Darie ook dat “detergentia […] niet [zijn] uitgesloten van de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 528/2012. Overigens kan een middel, zoals met name blijkt uit overweging 21 van Verordening nr. 648/2004, tegelijkertijd worden aangemerkt als “detergens” in de zin van artikel 2, punt 1, van deze verordening en als “biocide” in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012” (6). Een product kan dus als biocide in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 worden beschouwd, ongeacht of het onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Parlement en de Raad (7) valt. |
(6) |
Als het feit dat een product volgens de fabrikant een schoonmaakproduct is voldoende zou zijn om te concluderen dat het product niet als biocide bestemd is en dus geen biocide is, zouden de vereisten van Verordening (EU) nr. 528/2012 eenvoudig kunnen worden omzeild en kunnen de doelstellingen van die verordening worden ondermijnd. Een dergelijke benadering zou strijdig zijn met de uitlegging van “biocide” door het Hof van Justitie. Daarom moet rekening worden gehouden met alle door de fabrikant, door distributeurs en op verkooppunten verstrekte informatie om te beoordelen of een product op de markt is gebracht om als biocide te dienen in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(7) |
De aanwezigheid van werkzame stoffen boven bepaalde concentratieniveaus in een product toont in de praktijk aan dat het product een controlerend effect zal hebben op een of meer schadelijke organismen. Daarom kunnen dergelijke concentratieniveaus voldoende indicatie zijn dat het product in de handel is gebracht om als biocide te dienen in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(8) |
Volgens de door Denemarken verstrekte informatie bevat het product een concentratie van 2,4 % van de werkzame stof ADBAC/BKC (C12-C16) en kan het 50 % verdund of onverdund worden gebruikt, en is deze concentratie vergelijkbaar met die van dezelfde werkzame stof in algenverwijderende biociden die in Nederland zijn toegelaten als zij voor gebruik overeenkomstig de gebruiksaanwijzing worden verdund. |
(9) |
Volgens de door Denemarken verstrekte informatie beschrijft de fabrikant het product als een langwerkend schoonmaakmiddel om aangekoekt en aangegroeid materiaal op hout, baksteen, dakplaten, stenen plaveisel en andere oppervlakken te verwijderen, en is in het technisch informatieblad aangegeven dat het product alleen buiten mag worden gebruikt. De fabrikant geeft ook aan dat zwaar verontreinigde oppervlakken eerst met een detergens van dezelfde fabrikant moeten worden gereinigd voordat het oppervlak met het product wordt behandeld. Denemarken heeft daarnaast informatie van een distributeur en van onlineverkooppunten verstrekt. De distributeur beweert dat het product de aangroei remt en beschermt tegen nieuwe aangroei. Volgens de distributeur is dergelijke aangroei te zien als groene ophoping op het oppervlak of als donkere vlekken, met name op plekken in de schaduw van bomen of struiken, op noordwaarts gerichte zijden en op vochtige plekken. De distributeur geeft aan dat deze aangroei het hout niet rechtstreeks beschadigt, maar zich uitbreidt tot een grote, aaneengesloten massa waardoor vocht niet kan ontsnappen. Bij een onlineverkooppunt wordt beweerd dat het product preventieve effecten heeft. Denemarken heeft ook aangevoerd dat het product bij een ander onlineverkooppunt is opgenomen in een categorie van producten die gericht zijn op het reinigen van hout, plaveisel en daken en waarvan wordt beweerd dat deze een rechtstreekse werking op algen op oppervlakken hebben. |
(10) |
Het lijkt er daarom op dat het product bedoeld is ter voorkoming en beheersing van de aangroei van ongewenste algen, die voldoen aan de definitie van schadelijk organisme in artikel 3, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(11) |
Aangezien het product een werkzame stof bevat en als doel heeft een schadelijk organisme op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden, moet het product worden beschouwd als biocide in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(12) |
Het product moet onder productsoort 2 vallen, aangezien die productsoort volgens de definitie daarvan in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012 van toepassing is op algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt. |
(13) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Een product dat een concentratie van 2,4 % van de werkzame stof alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride bevat en dat volgens de door de fabrikant of distributeurs verstrekte informatie bestemd is voor gebruik tegen algen wordt beschouwd als een biocide in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 en valt onder productsoort 2 zoals gedefinieerd in bijlage V bij die verordening.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(3) Arrest van het Hof van Justitie van 19 december 2019, Darie, C-592/18, ECLI:EU:C:2019:1140.
(4) Zie zaak C-592/18 Darie, op. cit., punt 42.
(5) Zie zaak C-592/18 Darie, op. cit., punt 32. Zie ook: arrest van het Hof van Justitie van 14 oktober 2021, Biofa, C-29/20, ECLI:EU:C:2021:843, punt 26.
(6) Zie zaak C-592/18 Darie, op. cit., punt 48.
(7) Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia (PB L 104 van 8.4.2004, blz. 1).