EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R2142

Verordening (EU) 2021/2142 van de Commissie van 3 december 2021 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten aan opiumalkaloïden in bepaalde levensmiddelen betreft (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/8668

PB L 433 van 6.12.2021, p. 8–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/2142/oj

6.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 433/8


VERORDENING (EU) 2021/2142 VAN DE COMMISSIE

van 3 december 2021

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten aan opiumalkaloïden in bepaalde levensmiddelen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) stelt maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen, waaronder opiumalkaloïden, in levensmiddelen vast.

(2)

Maanzaad wordt verkregen uit de slaapbol (Papaver somniferum L.). De slaapbol bevat opiumalkaloïden zoals morfine en codeïne. Die opiumalkaloïden komen niet of slechts in heel kleine dosissen voor in maanzaad maar kunnen er wel in of op terechtkomen, door insectenvraat of tijdens het oogsten, wanneer stofdeeltjes uit het kaf (onder meer de wand van de doosvrucht) zich op de zaden vastzetten.

(3)

In 2018 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een bijgewerkte versie van het wetenschappelijk advies over opiumalkaloïden in maanzaad (3) aangenomen. De EFSA heeft de acute referentiedosis (ARfD) van 10 μg morfine/kg lichaamsgewicht bevestigd en geconcludeerd dat het codeïnegehalte in de maanzaadmonsters in aanmerking moet worden genomen door de codeïne met een factor 0,2 in morfine-equivalenten om te zetten. De ARfD is derhalve een groeps-ARfD voor morfine en codeïne, uitgedrukt in morfine-equivalenten. Uit schattingen van de blootstelling blijkt dat de groeps-ARfD waarschijnlijk zal worden overschreden, met name wanneer grote porties worden geconsumeerd, of als levensmiddelen die onbewerkte maanzaad bevatten, worden geconsumeerd.

(4)

Daarom moeten maximumgehalten voor morfine en codeïne, uitgedrukt in morfine-equivalenten, worden vastgesteld voor maanzaad dat voor de eindverbruiker in de handel wordt gebracht en voor bakkerijproducten die maanzaad of afgeleide producten daarvan bevatten. Bij de vaststelling van die gehalten moet in aanmerking worden genomen dat het eindproduct door levensmiddelenverwerking 25-100% minder alkaloïde kan bevatten dan het rauwe maanzaad. Aangezien het passend is dat producenten van bakkerijproducten beschikken over gedetailleerde informatie, waaronder het gehalte morfine-equivalenten, over het maanzaad dat als ingrediënt in bakkerijproducten wordt gebruikt, moeten leveranciers van maanzaad die informatie verstrekken aan producenten van bakkerijproducten.

(5)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich voor te bereiden op de nieuwe regels die bij deze verordening worden ingevoerd, is het passend te voorzien in een redelijke termijn totdat de maximumgehalten van toepassing zijn. Ook moet worden voorzien in een overgangsperiode voor levensmiddelen die vóór de datum van toepassing van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

In de bijlage genoemde levensmiddelen die vóór 1 juli 2022 rechtmatig in de handel zijn gebracht, mogen in de handel blijven tot en met de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum van die levensmiddelen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van vrijdag 1 juli 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 december 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(3)  Update of the Scientific Opinion on opium alkaloids in poppy seeds. EFSA Journal 2018;16(5):5243, 119 pp. https://doi.org/10.2903/j.efsa.2018.5243


BIJLAGE

In afdeling 8 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt de volgende vermelding 8.5 toegevoegd:

“Levensmiddelen (1)

Maximumgehalte (mg/kg)

8.5.

Opiumalkaloïden  (*1)

 

8.5.1.

Voor de eindverbruiker in de handel gebracht heel of gemalen maanzaad

20

8.5.2.

Bakkerijproducten (*2) die maanzaad en/of afgeleide producten daarvan bevatten (*3)

1,50



Top