This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R0637
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/637 of 15 March 2021 laying down implementing technical standards with regard to public disclosures by institutions of the information referred to in Titles II and III of Part Eight of Regulation (EU) No 575/2013 of the European Parliament and of the Council and repealing Commission Implementing Regulation (EU) No 1423/2013, Commission Delegated Regulation (EU) 2015/1555, Commission Implementing Regulation (EU) 2016/200 and Commission Delegated Regulation (EU) 2017/2295 (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmakingen door instellingen van de informatie bedoeld in deel acht, titels II en III, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmakingen door instellingen van de informatie bedoeld in deel acht, titels II en III, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
PB L 136 van 21.4.2021, p. 1–327
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 08/01/2023
21.4.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 136/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/637 VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2021
tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmakingen door instellingen van de informatie bedoeld in deel acht, titels II en III, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 434 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In december 2019 heeft het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) het geconsolideerde Bazelse kader gepubliceerd, inclusief de herziene openbaarmakingsvereisten van de derde pijler (2), die grotendeels bij Verordening (EU) nr. 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad (3) in Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn ingevoerd. Om die wijzigingen ten uitvoer te leggen, moet een consistent en volledig kader voor openbaarmaking van de derde pijler worden vastgesteld. |
(2) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie (4), Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie (5), Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie (6) en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie (7) zijn uniforme formaten, templates en tabellen voor respectievelijk eigen vermogen, contracyclische kapitaalbuffers, hefboomratio en activabezwaring vastgesteld. De uniforme formaten, templates en tabellen moeten derhalve worden uitgebreid tot de openbaarmaking van de andere prudentiële aspecten die krachtens Verordening (EU) 2019/876 openbaar moeten worden gemaakt. Meer in het bijzonder moet een template voor de openbaarmaking van kernmaatstaven worden ingevoerd, waardoor marktdeelnemers gemakkelijker toegang kunnen krijgen tot essentiële informatie van de instellingen over eigen vermogen en liquiditeit. |
(3) |
De voor openbaarmaking gebruikte templates en tabellen moeten voldoende uitgebreide en vergelijkbare informatie bevatten, zodat gebruikers van die informatie de risicoprofielen van instellingen en hun mate van naleving van Verordening (EU) nr. 575/2013 kunnen beoordelen. Met het oog op het evenredigheidsbeginsel moeten de openbaarmakingsformaten, -templates en -tabellen echter rekening houden met de verschillen in omvang en complexiteit tussen instellingen die aanleiding geven tot verschillende risiconiveaus en soorten risico’s, door aanvullende drempels voor uitgebreide openbaarmaking op te nemen. |
(4) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 zijn in Verordening (EU) nr. 575/2013 een nieuwe geijkte hefboomratio en een hefboomratiobuffer voor MSI’s ingevoerd. Om die wijziging en de noodzakelijke aanpassingen bij de berekening van de blootstelling ten uitvoer te leggen, moeten templates en tabellen worden vastgesteld. |
(5) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 zijn in Verordening (EU) nr. 575/2013 nieuwe openbaarmakingsvereisten voor de nettostabielefinancieringsratio ingevoerd. Om die wijziging ten uitvoer te leggen, moet een template voor die nieuwe openbaarmakingsvereisten worden vastgesteld. |
(6) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 zijn in Verordening (EU) nr. 575/2013 de standaardbenaderingen voor tegenpartijkredietrisico vervangen door een risicogevoeligere standaardbenadering voor tegenpartijkredietrisico en een vereenvoudigde standaardbenadering voor tegenpartijkredietrisico voor instellingen die voldoen aan vooraf bepaalde toelaatbaarheidscriteria. Voorts is bij Verordening (EU) 2019/876 de oorspronkelijkeblootstellingsmethode herzien. Om die wijzigingen ten uitvoer te leggen, moet een uitgebreide reeks openbaarmakingstabellen en -templates worden ingevoerd. |
(7) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 is in Verordening (EU) nr. 575/2013 een nieuw openbaarmakingsvereiste ingevoerd voor renderende, niet-renderende en respijtblootstellingen, waaronder de openbaarmaking van informatie over ontvangen zekerheden en financiële garanties. Om die wijziging en die nieuwe openbaarmakingsvereisten ten uitvoer te leggen, moet een uitgebreide reeks templates en tabellen worden ingevoerd. Met het oog op de eenvoud en consistentie moeten die templates en tabellen gebaseerd zijn op de openbaarmakingstemplates en -tabellen die de EBA reeds heeft ontwikkeld in haar richtsnoeren voor de openbaarmaking van niet-renderende en respijtblootstellingen (8). |
(8) |
Bij Verordening (EG) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad (9) is Verordening (EU) nr. 575/2013 gewijzigd om in de kapitaalvereisten van die verordening de specifieke kenmerken van STS-securitisaties als neergelegd in Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (10) op te nemen. Om die wijziging ten uitvoer te leggen moeten nieuwe openbaarmakingstemplates en -tabellen met kwantitatieve en kwalitatieve informatie over securitisatie worden ingevoerd. |
(9) |
Bij Verordening (EU) 2019/876 zijn bepaalde in Verordening (EU) nr. 575/2013 neergelegde openbaarmakingsvereisten inzake beloningen gewijzigd om ervoor te zorgen dat beloningsbeleid en -cultuur ten aanzien van categorieën van medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden, stroken met een doeltreffend risicobeheer. Er moet een reeks openbaarmakingstemplates en -tabellen worden vastgesteld om die openbaarmakingsvereisten ten uitvoer te leggen. |
(10) |
Om instellingen te voorzien van de uitgebreide geïntegreerde reeks uniforme openbaarmakingsformaten, -templates en -tabellen en om te zorgen voor kwalitatief hoogstaande openbaarmakingen, moet één reeks technische normen voor openbaarmakingen worden ingevoerd. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 moeten derhalve worden ingetrokken. |
(11) |
Om tijdige en kwalitatief hoogstaande openbaarmakingen door instellingen te waarborgen, moeten zij voldoende tijd krijgen om hun interne systemen voor openbaarmakingen aan te passen. |
(12) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) aan de Commissie heeft voorgelegd. |
(13) |
De EBA heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening gebaseerd is, de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (11) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Openbaarmaking van kernmaatstaven en overzicht van risicogewogen posten
1. Instellingen maken de in artikel 447, onder a) tot en met g), en artikel 438, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU KM1 in bijlage I bij deze verordening en door de instructies in bijlage II bij deze verordening te volgen.
2. Instellingen maken de in artikel 438, onder d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU OV1 in bijlage I bij deze verordening en door de instructies in bijlage II bij deze verordening te volgen.
3. Instellingen maken de in artikel 438, onder a) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van tabel EU OVC in bijlage I bij deze verordening en door de instructies in bijlage II bij deze verordening te volgen.
4. Instellingen maken de in artikel 438, onder f) en g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de templates EU INS1 en EU INS2 in bijlage I bij deze verordening en door de instructies in bijlage II bij deze verordening te volgen.
Artikel 2
Openbaarmaking van doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer
Instellingen maken de in artikel 435 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de tabellen EU OVA en EU OVB in bijlage III bij deze verordening en door de instructies in bijlage IV bij deze verordening te volgen.
Artikel 3
Openbaarmaking van het toepassingsgebied
1. Instellingen maken de in artikel 436, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de templates EU LI1 en EU LI3 in bijlage V bij deze verordening en door de instructies in bijlage VI bij deze verordening te volgen.
2. Instellingen maken de in artikel 436, onder b) en d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU LI2 en tabel EU LIA in bijlage V bij deze verordening en door de instructies in bijlage VI bij deze verordening te volgen.
3. Instellingen maken de in artikel 436, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU PV1 in bijlage V bij deze verordening en door de instructies in bijlage VI bij deze verordening te volgen.
4. Instellingen maken de in artikel 436, onder f), g) en h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van tabel EU LIB in bijlage V bij deze verordening en door de instructies in bijlage VI bij deze verordening te volgen.
Artikel 4
Openbaarmaking van het eigen vermogen
Instellingen maken de in artikel 437 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 437, onder a), d), e) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU CC1 en EU CC2 in bijlage VII bij deze verordening en door de instructies in bijlage VIII bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 437, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CCA in bijlage VII bij deze verordening en door de instructies in bijlage VIII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 5
Openbaarmaking van anticyclische kapitaalbuffers
Instellingen maken de in artikel 440 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 440, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCYB1 in bijlage IX bij deze verordening en door de instructies in bijlage X bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 440, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCYB2 in bijlage IX bij deze verordening en door de instructies in bijlage X bij deze verordening te volgen. |
Artikel 6
Openbaarmaking van de hefboomratio
Instellingen maken de in artikel 451 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 451, lid 1, onder a), b) en c), en in artikel 451, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU LR1, EU LR2 en EU LR3 in bijlage XI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XII bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 451, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU LRA in bijlage XI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 7
Openbaarmaking van liquiditeitsvereisten
Instellingen maken de in artikel 435, lid 1, en artikel 451 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 435, lid 1, en artikel 451 bis, lid 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU LIQA in bijlage XIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XIV bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 451 bis, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU LIQ1 en tabel EU LIQB in bijlage XIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XIV bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 451 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU LIQ2 in bijlage XIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XIV bij deze verordening te volgen. |
Artikel 8
Openbaarmaking van blootstellingen aan kredietrisico, verwateringsrisico en kredietkwaliteit
1. Instellingen maken de in de artikelen 435 en 442 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 435, lid 1, onder a), b), d) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CRA in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 442, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CRB in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 442, onder d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CQ3 in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 442, onder g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR1-A in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen; |
(e) |
de in artikel 442, onder f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR2 in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen. |
2. Instellingen maken de in artikel 442, onder c), e) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de templates EU CR1, EU CQ1 en EU CQ7, de kolommen a, c, e, f en g van template EU CQ4 en de kolommen a, c, e en f van template EU CQ5 in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI bij deze verordening te volgen.
3. Grote instellingen die een verhouding tussen de brutoboekwaarde van onder artikel 47 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vallende leningen en voorschotten en de totale brutoboekwaarde van onder artikel 47 bis, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vallende leningen en voorschotten hebben van gelijk aan of groter dan 5 %, maken naast de in lid 2 bedoelde templates en kolommen de in artikel 442, onder c) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de templates EU CR2a, EU CQ2, EU CQ6 en EU CQ8 en de kolommen b en d van de templates EU CQ4 en EU CQ5 in bijlage XV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVI te volgen. Zij maken die informatie jaarlijks openbaar.
4. Voor de toepassing van lid 3 zijn leningen en voorschotten die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, kassaldi bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s zowel in de teller als in de noemer van de verhouding uitgesloten.
5. Instellingen beginnen de openbaarmaking overeenkomstig lid 3 indien zij de in dat lid bedoelde drempel van 5 % hebben bereikt of overschreden in twee opeenvolgende kwartalen gedurende de vier kwartalen voorafgaand aan de referentiedatum van de openbaarmaking. Voor de referentiedatum van de eerste openbaarmaking maken instellingen de betrokken informatie openbaar door gebruik te maken van de in dat lid bedoelde templates indien zij op die referentiedatum de drempel van 5 % hebben overschreden.
6. Instellingen zijn niet langer verplicht tot openbaarmaking overeenkomstig lid 3 indien zij in drie opeenvolgende kwartalen gedurende de vier kwartalen voorafgaand aan de referentiedatum van de openbaarmaking tot onder de drempel van 5 % zijn gedaald.
Artikel 9
Openbaarmaking van het gebruik van kredietrisicolimiteringstechnieken
Instellingen maken de in artikel 453, onder a) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 453, onder a) tot en met e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CRC in bijlage XVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVIII bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 453, onder f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR3 in bijlage XVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XVIII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 10
Openbaarmaking van het gebruik van de standaardbenadering
Instellingen die risicogewogen posten berekenen in het kader van de standaardbenadering, maken de in artikel 444 en artikel 453, onder g), h) en i), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 444, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CRD in bijlage XIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XX bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 453, onder g), h) en i), en artikel 444, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR4 in bijlage XIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XX bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 444, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR5 in bijlage XIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XX bij deze verordening te volgen en, voor de in datzelfde artikel bedoelde informatie over de blootstellingswaarden die op het eigen vermogen in mindering zijn gebracht, door gebruik te maken van template EU CC1 van bijlage VII bij deze verordening en door de instructies in bijlage VIII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 11
Openbaarmaking van het gebruik van de IRB-benadering voor het kredietrisico
Instellingen die risicogewogen posten berekenen in het kader van de IRB-benadering, maken de in de artikelen 438 en 452 en artikel 453, onder g) en j), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 452, onder a) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CRE en template EU CR6-A in bijlage XXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXII bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 452, onder g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR6 in bijlage XXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXII bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 453, onder g) en j), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU CR7-A en EU CR7 in bijlage XXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXII bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 438, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CR8 in bijlage XXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXII bij deze verordening te volgen; |
(e) |
de in artikel 452, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU CR9 en EU CR9.1 in bijlage XXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 12
Openbaarmaking van blootstelling aan gespecialiseerde kredietverlening en aandelen volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering
Instellingen maken de in artikel 438, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU CR10 in bijlage XXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXIV bij deze verordening te volgen.
Artikel 13
Openbaarmaking van blootstellingen aan het tegenpartijkredietrisico
Instellingen maken de in artikel 438, onder h), en artikel 439 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 439, onder a), b), c) en d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU CCRA in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 439, onder f), g), k) en m), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR1 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 439, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR2 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 439, onder l), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU CCR3 en EU CCR4 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(e) |
de in artikel 439, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR5 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(f) |
de in artikel 439, onder j), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR6 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(g) |
de in artikel 438, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR7 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen; |
(h) |
de in artikel 439, onder i), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU CCR8 in bijlage XXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVI bij deze verordening te volgen. |
Artikel 14
Openbaarmaking van blootstellingen met betrekking tot securitisatieposities
Instellingen maken de in artikel 449 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 449, onder a) tot en met i), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU SECA in bijlage XXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVIII bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 449, onder j), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU SEC1 en EU SEC2 in bijlage XXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVIII bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 449, onder k), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU SEC3 en EU SEC4 in bijlage XXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVIII bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 449, onder l), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU SEC5 in bijlage XXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXVIII bij deze verordening te volgen. |
Artikel 15
Openbaarmaking van het gebruik van de standaardbenadering en van de interne modellen voor marktrisico
1. Instellingen maken de in artikel 445 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU MR1 in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen.
2. Instellingen maken de in de artikelen 435, 438 en 455 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 435, lid 1, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie met betrekking tot marktrisico door gebruik te maken van tabel EU MRA in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 455, onder a), b), c) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU MRB in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 455, onder e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU MR2-A in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 438, onder h), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie met betrekking tot interne modellen voor marktrisico door gebruik te maken van template EU MR2-B in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen; |
(e) |
de in artikel 455, onder d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU MR3 in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen; |
(f) |
de in artikel 455, onder g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU MR4 in bijlage XXIX bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXX bij deze verordening te volgen. |
Artikel 16
Openbaarmaking van operationeel risico
Instellingen maken de in artikel 435, artikel 438, onder d), en de artikelen 446 en 454 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van tabel EU ORA en template EU OR1 in bijlage XXXI bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXII bij deze verordening te volgen.
Artikel 17
Openbaarmaking van het beloningsbeleid
Instellingen maken de in artikel 450 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie als volgt openbaar:
(a) |
de in artikel 450, lid 1, onder a) tot en met f), en onder j) en k), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie, en de in artikel 450, lid 2, van die verordening bedoelde informatie door gebruik te maken van tabel EU REMA in bijlage XXXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXIV bij deze verordening te volgen; |
(b) |
de in artikel 450, lid 1, onder h), i) en ii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU REM1 in bijlage XXXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXIV bij deze verordening te volgen; |
(c) |
de in artikel 450, lid 1, onder h), v), vi) en vii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU REM2 in bijlage XXXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXIV bij deze verordening te volgen; |
(d) |
de in artikel 450, lid 1, onder h), iii) en iv), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van template EU REM3 in bijlage XXXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXIV bij deze verordening te volgen; |
(e) |
de in artikel 450, lid 1, onder g) en i), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie door gebruik te maken van de templates EU REM4 en EU REM5 in bijlage XXXIII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXIV bij deze verordening te volgen. |
Artikel 18
Openbaarmaking van bezwaarde en onbezwaarde activa
Instellingen maken de in artikel 443 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van de templates EU AE1, EU AE2 en EU AE3 en tabel EU AE4 in bijlage XXXV bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXVI bij deze verordening te volgen.
Artikel 19
Algemene bepalingen
1. De nummering van rijen of kolommen wordt niet gewijzigd wanneer een instelling één of meer openbaarmakingen achterwege laat overeenkomstig artikel 432 van Verordening (EU) nr. 575/2013.
2. Instellingen vermelden in de toelichting bij de betrokken template of tabel duidelijk welke rijen of kolommen niet zijn ingevuld en om welke reden de openbaarmaking achterwege is gelaten.
3. De krachtens artikel 431 van Verordening (EU) nr. 575/2013 vereiste informatie is duidelijk en volledig, zodat de kwantitatieve openbaarmakingen voor gebruikers van die informatie begrijpelijk zijn, en wordt geplaatst naast de templates waarop die informatie betrekking heeft.
4. Numerieke waarden worden als volgt weergegeven:
(a) |
kwantitatieve monetaire gegevens worden openbaar gemaakt met een minimale nauwkeurigheid die overeenkomt met miljoenen eenheden; |
(b) |
kwantitatieve gegevens die als percentage openbaar worden gemaakt, worden met een nauwkeurigheid van minimaal vier cijfers achter de komma uitgedrukt. |
5. Naast de overeenkomstig deze verordening openbaar gemaakte informatie verstrekken instellingen ook de volgende informatie:
(a) |
referentiedatum en referentieperiode voor de openbaarmaking; |
(b) |
rapportagevaluta; |
(c) |
naam en, in voorkomend geval, identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); |
(d) |
in voorkomend geval de gebruikte standaard voor jaarrekeningen; |
(e) |
in voorkomend geval de consolidatiekring. |
Artikel 20
Intrekking
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 worden ingetrokken.
Artikel 21
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 28 juni 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) Bazels Comité voor bankentoezicht van de Bank voor Internationale Betalingen, DIS Disclosure requirements, december 2019.
(3) Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie van 20 december 2013 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmaking van eigenvermogensvereisten voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 355 van 31.12.2013, blz. 60).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van informatie betreffende de naleving van het vereiste inzake een contracyclische kapitaalbuffer door instellingen krachtens artikel 440 (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 1).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie van 15 februari 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de openbaarmaking van de hefboomratio voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 39 van 16.2.2016, blz. 5).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie van 4 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa (PB L 329 van 13.12.2017, blz. 6).
(8) Guidelines EBA/GL/2018/10 on disclosure of non-performing and forborne exposures van de Europese Bankautoriteit van 17 december 2018.
(9) Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1).
(10) Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).
(11) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
BIJLAGE I
Template EU OV1 - Overzicht van het totaal van de risicoposten
|
Totaal van de risicoposten |
Totaal van de eigenvermogensvereisten |
||
a |
b |
c |
||
T |
T-1 |
T |
||
1 |
Kredietrisico (met uitsluiting van tegenpartijkredietrisico) |
|
|
|
2 |
Waarvan standaardbenadering |
|
|
|
3 |
Waarvan elementaire interneratingbenadering |
|
|
|
4 |
Waarvan benadering voor onderbrenging |
|
|
|
EU 4a |
Waarvan aandelen volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering |
|
|
|
5 |
Waarvan geavanceerde interneratingbenadering |
|
|
|
6 |
Tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
7 |
Waarvan standaardbenadering |
|
|
|
8 |
Waarvan internemodellenmethode |
|
|
|
EU 8a |
Waarvan blootstellingen met betrekking tot een centrale tegenpartij |
|
|
|
EU 8b |
Waarvan aanpassing van de kredietwaardering |
|
|
|
9 |
Waarvan ander tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
10 |
Niet van toepassing |
|
|
|
11 |
Niet van toepassing |
|
|
|
12 |
Niet van toepassing |
|
|
|
13 |
Niet van toepassing |
|
|
|
14 |
Niet van toepassing |
|
|
|
15 |
Afwikkelingsrisico |
|
|
|
16 |
Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille (na de begrenzing) |
|
|
|
17 |
Waarvan SEC-IRBA |
|
|
|
18 |
Waarvan SEC-ERBA (met inbegrip van de internebeoordelingsbenadering) |
|
|
|
19 |
Waarvan SEC-SA |
|
|
|
EU 19a |
Waarvan 1 250 % / aftrek |
|
|
|
20 |
Positierisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico (marktrisico) |
|
|
|
21 |
Waarvan standaardbenadering |
|
|
|
22 |
Waarvan internemodellenbenadering |
|
|
|
EU 22a |
Grote blootstellingen |
|
|
|
23 |
Operationeel risico |
|
|
|
EU 23a |
Waarvan basisindicatorbenadering |
|
|
|
EU 23b |
Waarvan standaardbenadering |
|
|
|
EU 23c |
Waarvan geavanceerde meetbenadering |
|
|
|
24 |
Bedrag onder de drempels voor aftrek (onderworpen aan een risicogewicht van 250 %) |
|
|
|
25 |
Niet van toepassing |
|
|
|
26 |
Niet van toepassing |
|
|
|
27 |
Niet van toepassing |
|
|
|
28 |
Niet van toepassing |
|
|
|
29 |
Totaal |
|
|
|
Template EU KM1 - Kernmaatstaven
|
a |
b |
c |
d |
e |
|
T |
T-1 |
T-2 |
T-3 |
T-4 |
||
|
Beschikbaar eigen vermogen (bedragen) |
|||||
1 |
Tier 1-kernkapitaal |
|
|
|
|
|
2 |
Tier 1-kapitaal |
|
|
|
|
|
3 |
Totaal kapitaal |
|
|
|
|
|
|
Risicogewogen posten |
|||||
4 |
Totaal van de risicoposten |
|
|
|
|
|
|
Kapitaalratio's (als percentage van de risicogewogen posten) |
|||||
5 |
Tier 1-kernkapitaalratio (%) |
|
|
|
|
|
6 |
Tier 1-kapitaalratio (%) |
|
|
|
|
|
7 |
Totale kapitaalratio (%) |
|
|
|
|
|
|
Vereisten inzake aanvullend eigen vermogen om andere risico’s dan het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken (als percentage van de risicogewogen posten) |
|||||
EU 7a |
Vereisten inzake aanvullend eigen vermogen om andere risico’s dan het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken (%) |
|
|
|
|
|
EU 7b |
waarvan: op te bouwen uit tier 1-kernkapitaal (procentpunten) |
|
|
|
|
|
EU 7c |
waarvan: op te bouwen uit tier 1-kapitaal (procentpunten) |
|
|
|
|
|
EU 7d |
Totaal van de eigenvermogensvereisten (%) |
|
|
|
|
|
|
Gecombineerd buffervereiste en totaal kapitaalvereiste (als percentage van de risicogewogen posten) |
|||||
8 |
Kapitaalconserveringsbuffer (%) |
|
|
|
|
|
EU 8a |
Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat (%) |
|
|
|
|
|
9 |
Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer (%) |
|
|
|
|
|
EU 9a |
Systeemrisicobuffer (%) |
|
|
|
|
|
10 |
Buffer voor mondiaal systeemrelevante instellingen (%) |
|
|
|
|
|
EU 10a |
Buffer voor andere systeemrelevante instellingen (%) |
|
|
|
|
|
11 |
Gecombineerd buffervereiste (%) |
|
|
|
|
|
EU 11a |
Totale kapitaalvereisten (%) |
|
|
|
|
|
12 |
Beschikbaar tier 1-kernkapitaal nadat aan de totale SREP-eigenvermogensvereisten is voldaan (%) |
|
|
|
|
|
|
Hefboomratio |
|||||
13 |
Maatstaf van totale blootstelling |
|
|
|
|
|
14 |
Hefboomratio (%) |
|
|
|
|
|
|
Vereisten inzake aanvullend eigen vermogen om het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken (als percentage van de maatstaf van totale blootstelling) |
|||||
EU 14a |
Vereisten inzake aanvullend eigen vermogen om het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken (%) |
|
|
|
|
|
EU 14b |
waarvan: op te bouwen uit tier 1-kernkapitaal (procentpunten) |
|
|
|
|
|
EU 14c |
Totaal SREP-hefboomratiovereisten (%) |
|
|
|
|
|
|
Hefboomratiobuffer en totaal hefboomratiovereiste (als percentage van de maatstaf van totale blootstelling) |
|||||
EU 14d |
Hefboomratiobuffervereiste (%) |
|
|
|
|
|
EU 14e |
Totaal hefboomratiovereiste (%) |
|
|
|
|
|
|
Liquiditeitsdekkingsratio |
|||||
15 |
Totale liquide activa van hoge kwaliteit (HQLA) (gewogen waarde - gemiddelde) |
|
|
|
|
|
EU 16a |
Uitstromen van kasmiddelen - Totale gewogen waarde |
|
|
|
|
|
EU 16b |
Instromen van kasmiddelen - Totale gewogen waarde |
|
|
|
|
|
16 |
Totale netto-uitstromen van kasmiddelen (aangepaste waarde) |
|
|
|
|
|
17 |
Liquiditeitsdekkingsratio (%) |
|
|
|
|
|
|
Nettostabielefinancieringsratio |
|||||
18 |
Totale beschikbare stabiele financiering |
|
|
|
|
|
19 |
Totale vereiste stabiele financiering |
|
|
|
|
|
20 |
Nettostabielefinancieringsratio (%) |
|
|
|
|
|
Template EU INS1 – Verzekeringsdeelnemingen
|
a |
b |
|
Blootstellingswaarde |
Risicopost |
||
1 |
Bij een verzekeringsonderneming, herverzekeringsonderneming of verzekeringsholding aangehouden eigenvermogensvereisten die niet van het eigen vermogen zijn afgetrokken |
|
|
Template EU INS2 – Financiële conglomeraten - Informatie over het eigen vermogen en de kapitaaltoereikendheidsratio
|
a |
|
T |
||
1 |
Aanvullende eigenvermogensvereisten van het financieel conglomeraat (bedrag) |
|
2 |
Kapitaaltoereikendheidsratio van het financieel conglomeraat (%) |
|
Tabel EU OVC - ICAAP-informatie
Interne beoordelingsprocedure inzake de kapitaaltoereikendheid + doorlopende beoordeling van de risico's van de bank, hoe de bank voornemens is die risico's te limiteren en hoeveel kapitaal nu en in de toekomst nodig is nadat andere limiteringsfactoren in aanmerking zijn genomen
Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve gegevens
Rechtsgrond |
Rij |
Vrije opmaak |
Artikel 438, punt a), VKV |
a) |
Benadering om de toereikendheid van het intern kapitaal te beoordelen |
Artikel 438, punt c), VKV |
b) |
Op verzoek van de betrokken bevoegde autoriteit, het resultaat van de interne beoordelingsprocedure inzake de kapitaaltoereikendheid van de instelling |
BIJLAGE II
Instructies voor de overzichtsopenbaarmakingstemplates
Template EU OV1 - Overzicht van het totaal van de risicoposten. Vaste opmaak.
1. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies voor het invullen van de template EU OV1, die in bijlage I bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen, bij toepassing van artikel 438, punt d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”). |
2. |
Instellingen leggen, in voorkomend geval, in de toelichting bij de template de gevolgen voor de berekening van het eigen vermogen en de risicoposten uit die voortvloeien uit de toepassing van kapitaalvloeren en het niet in mindering brengen van bestanddelen op het eigen vermogen.
|
Template EU KM1 - Kernmaatstaven. Vaste opmaak.
3. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU KM1, die in bijlage I bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen, bij toepassing van artikel 447, punten a) tot en met g), en bij toepassing van artikel 438, punt b), VKV.
|
Template EU INS1 – Verzekeringsdeelnemingen. Vaste opmaak.
4. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU INS1, die in bijlage I is opgenomen, bij toepassing van artikel 438, punt f), VKV.
|
Template EU INS2 – Financiële conglomeraten - Informatie over het eigen vermogen en de kapitaaltoereikendheidsratio. Vaste opmaak.
5. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU INS2, die in bijlage I bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen, bij toepassing van artikel 438, punt g), VKV.
|
Tabel EU OVC - Informatie over de interne beoordelingsprocedure inzake de kapitaaltoereikendheid van de instelling (ICAAP). Flexibel formaat.
6. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU OVC, die in bijlage I is opgenomen, bij toepassing van artikel 438, punten a) en c), VKV.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Richtsnoeren EBA/GL/2018/03 van de Europese Bankautoriteiten van 19 juli 2018 inzake gemeenschappelijke procedures en methoden voor het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (SREP) en stresstests voor toezichtdoeleinden.
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).
(4) Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).
BIJLAGE III
Tabel EU-OVA - Risicobeheerbenadering van de instelling
Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrond |
Rij |
Kwalitatieve informatie - Vrije opmaak |
Artikel 435, lid 1, punt f), VKV |
a) |
Openbaarmaking van de bondige risicoverklaring die door het leidinggevende orgaan is goedgekeurd |
Artikel 435, lid 1, punt b), VKV |
b) |
Informatie over de risicobeheerstructuur voor elk soort risico |
Artikel 435, lid 1, punt e), VKV |
c) |
Door het leidinggevende orgaan goedgekeurde verklaring over de toereikendheid van de risicobeheerregelingen |
Artikel 435, lid 1, punt c), VKV |
d) |
Openbaarmaking van de reikwijdte en de aard van de risicorapporterings- en/of risicomeetsystemen |
Artikel 435, lid 1, punt c), VKV |
e) |
Openbaarmaking van de belangrijkste kenmerken van de risicorapporterings- en risicomeetsystemen |
Artikel 435, lid 1, punt a), VKV |
f) |
Strategieën en procedures voor het beheren van risico's voor elke afzonderlijke risicocategorie |
Artikel 435, lid 1, punten a) en d), VKV |
g) |
Informatie over de strategieën en procedures voor het beheren, afdekken en limiteren van risico’s, alsook over de monitoring van de effectiviteit van afdekkingen en limiteringen |
Tabel EU-OVB - Openbaarmaking van governanceregelingen
Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrond |
Rij |
Vrije opmaak |
Artikel 435, lid 2, punt a), VKV |
a) |
Het aantal bestuursmandaten van leden van het leidinggevende orgaan |
Artikel 435, lid 2, punt b), VKV |
b) |
Informatie over het wervingsbeleid voor de selectie van leden van het leidinggevende orgaan en hun feitelijke kennis, vaardigheden en deskundigheid |
Artikel 435, lid 2, punt c), VKV |
c) |
Informatie over het beleid inzake diversiteit met betrekking tot de leden van het leidinggevende orgaan |
Artikel 435, lid 2, punt d), VKV |
d) |
Informatie over het feit of de instelling al dan niet een afzonderlijke risicocommissie heeft ingesteld en de frequentie van de bijeenkomsten |
Artikel 435, lid 2, punt e), VKV |
e) |
Beschrijving van de informatiestroom over risico's naar het leidinggevende orgaan |
BIJLAGE IV
Instructies voor de openbaarmaking van doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer
Tabel EU OVA - Risicobeheerbenadering van de instelling. Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie.
1. |
Instellingen maken de in artikel 435, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU OVA, die in bijlage III bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Tabel EU OVB - Openbaarmaking van governanceregelingen. Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie.
2. |
Instellingen maken de in artikel 435, lid 2, VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU OVB, die in bijlage III bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
BIJLAGE V
Template EU LI1 – Verschillen tussen het boekhoudkundige toepassingsgebied en het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie en mapping van categorieën financiële overzichten met wettelijke risicocategorieën.
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
|
Boekwaarde zoals gerapporteerd in gepubliceerde financiële overzichten |
Boekwaarde in het kader van het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie |
Boekwaarde van posten |
||||||
die onder het kredietrisicokader vallen |
die onder het tegenpartijkredietrisicokader vallen |
die onder het securitisatiekader vallen |
die onder het marktrisicokader vallen |
die niet onder eigenvermogensvereisten vallen of die onderworpen zijn aan aftrekking van het eigen vermogen |
||||
|
Uitsplitsing naar activaklassen volgens de balans in de gepubliceerde financiële overzichten |
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
…. |
|
|
|
|
|
|
|
xxx |
Totaal activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Uitsplitsing naar passivaklassen volgens de balans in de gepubliceerde financiële overzichten |
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
…. |
|
|
|
|
|
|
|
xxx |
Totaal verplichtingen |
|
|
|
|
|
|
|
Template LI2 – Belangrijkste bronnen van verschillen tussen wettelijke blootstellingsbedragen en boekwaarden in financiële overzichten.
|
a |
b |
c |
d |
e |
|
Totaal |
Posten die vallen onder het |
|||||
kredietrisicokader |
securitisatiekader |
tegenpartijkredietrisicokader |
marktrisicokader |
|||
1 |
Bedrag van de boekwaarde van activa in het kader van het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie (zoals opgenomen in template LI1) |
|
|
|
|
|
2 |
Bedrag van de boekwaarde van verplichtingen in het kader van het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie (zoals opgenomen in template LI1) |
|
|
|
|
|
3 |
Totaal nettobedrag in het kader van het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie |
|
|
|
|
|
4 |
Bedragen buiten de balanstelling |
|
|
|
|
|
5 |
Verschillen in waardering |
|
|
|
|
|
6 |
Verschillen als gevolg van verschillende verrekeningsregels, behalve die welke reeds in rij 2 zijn opgenomen |
|
|
|
|
|
7 |
Verschillen als gevolg van de inaanmerkingneming van voorzieningen |
|
|
|
|
|
8 |
Verschillen als gevolg van het gebruik van kredietrisicolimiteringstechnieken |
|
|
|
|
|
9 |
Verschillen als gevolg van kredietomrekeningsfactoren |
|
|
|
|
|
10 |
Verschillen als gevolg van securitisatie met risico-overdracht |
|
|
|
|
|
11 |
Overige verschillen |
|
|
|
|
|
12 |
Voor wettelijke doeleinden in aanmerking genomen blootstellingsbedragen |
|
|
|
|
|
Template EU LI3 - Overzicht van de verschillen in het toepassingsgebied van de consolidatie (per entiteit)
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
Naam van de entiteit |
Methode van boekhoudkundige consolidatie |
Methode van prudentiële consolidatie |
Omschrijving van de entiteit |
||||
Volledige consolidatie |
Proportionele consolidatie |
Vermogensmutatiemethode |
Noch geconsolideerd, noch afgetrokken |
Afgetrokken |
|
||
Entiteit A |
Volledige consolidatie |
X |
|
|
|
|
Kredietinstelling |
Entiteit N |
Volledige consolidatie |
|
X |
|
|
|
Kredietinstelling |
Entiteit Z |
Volledige consolidatie |
|
|
|
X |
|
Verzekeringsentiteit |
Entiteit AA |
Volledige consolidatie |
|
|
X |
|
|
Immateriële-leasemaatschappij |
Tabel EU LIA - Verklaring van de verschillen tussen de boekhoudkundige en de wettelijke blootstellingsbedragen
Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrondslag |
Rijnummer |
Kwalitatieve informatie – vrije vorm |
Artikel 436, punt b), VKV |
a |
Verschillen tussen de kolommen a en b in template EU LI1 |
Artikel 436, punt d), VKV |
b |
Kwalitatieve informatie over de belangrijkste bronnen van verschillen tussen het boekhoudkundige en het wettelijke toepassingsgebied van de consolidatie als weergegeven in template EU LI2 |
Tabel EU LIB - Overige kwalitatieve informatie over het toepassingsgebied
Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrondslag |
Rijnummer |
Kwalitatieve informatie – vrije vorm |
Artikel 436, punt f), VKV |
a |
Belemmering voor de onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of voor de terugbetaling van verplichtingen binnen de groep |
Artikel 436, punt g), VKV |
b |
Niet in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen met minder eigen vermogen dan vereist |
Artikel 436, punt h), VKV |
c |
Gebruik van de in artikel 7 VKV bedoelde afwijking of de in artikel 9 VKV beschreven individuele consolidatiemethode |
Artikel 436, punt g), VKV |
d |
Totale bedrag waarmee het feitelijke eigen vermogen onder de ondergrens ligt ten opzichte van alle dochterondernemingen die niet in de consolidatie zijn opgenomen |
Template EU PV1 - Prudente waardeaanpassingen
Vast formaat
|
a |
b |
c |
d |
e |
EU e1 |
EU e2 |
f |
g |
h |
|
Risicocategorie |
AWA op categorieniveau – Waarderingsonzekerheid |
Totale AWA op categorieniveau na diversificatie |
|
||||||||
|
AWA op categorieniveau |
Aandelen |
Rentetarieven |
Wisselkoersen |
Krediet |
Grondstoffen |
AWA in verband met niet-benutte kredietspreidingswinsten |
AWA in verband met beleggings- en financieringskosten |
Waarvan: Totaal kernbenadering in de handelsportefeuille |
Waarvan: Totaal kernbenadering in de bankportefeuille |
|
1 |
Onzekerheid van de marktprijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Afwikkelingskosten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Geconcentreerde posities |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Vervroegde beëindiging |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Modelrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Operationeel risico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Toekomstige administratiekosten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Totaal aanvullende waardeaanpassingen (AWA’s) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE VI
Instructies voor de openbaarmaking van informatie over het toepassingsgebied van het regelgevingskader
Template EU LI1 - Verschillen tussen het boekhoudkundige toepassingsgebied en het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie en mapping van categorieën financiële overzichten met wettelijke risicocategorieën. Flexibele opmaak.
1. |
Instellingen moeten de in artikel 436, punt c), van Verordening (EU) 575/2013 (1) (VKV) bedoelde informatie openbaar maken door template EU LI1 in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
Template EU LI2 – Belangrijkste bronnen van verschillen tussen wettelijke blootstellingsbedragen en boekwaarden in financiële overzichten. Vaste opmaak.
2. |
Instellingen moeten de in artikel 436, punt d), VKV bedoelde informatie openbaar maken door template EU LI2 in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
Template EU LI3 – Overzicht van de verschillen in de toepassingsgebieden van de consolidatie (per entiteit)
3. |
Instellingen moeten de in artikel 436, punt b), VKV bedoelde informatie openbaar maken door template EU LI3 in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
Tabel EU LIA – Verklaring van de verschillen tussen boekhoudkundige en wettelijke blootstellingsbedragen. Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
4. |
Instellingen moeten de in artikel 436, punten b) en d), VKV bedoelde informatie openbaar maken door tabel EU LIA in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
Tabel EU LIB – Andere kwalitatieve informatie over het toepassingsgebied. Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
5. |
Instellingen moeten de in artikel 436, punten f), g) en h), VKV bedoelde informatie openbaar maken door tabel EU LIB in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
Template EU PV1 – Prudente waardeaanpassingen: Vaste opmaak
6. |
Instellingen die de kernbenadering voor het bepalen van aanvullende waardeaanpassingen (AWA’s) voor prudente waardering overeenkomstig hoofdstuk III van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/101 van de Commissie (6) toepassen, moeten de in artikel 436, punt e), VKV bedoelde informatie openbaar maken door template EU PV1 in bijlage V bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
(3) VERORDENING (EG) NR. 1606/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz.1).
(4) RICHTLIJN 86/635/EEG VAN DE RAAD van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).
(5) GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 183/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het specificeren van de berekening van specifieke en algemene kredietrisicoaanpassingen (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 3).
(6) GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/101 VAN DE COMMISSIE van 26 oktober 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende prudente waardering op grond van artikel 105, lid 14 (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 54).
BIJLAGE VII
Template EU CC1 – Samenstelling van het wettelijke eigen vermogen
|
a |
b |
|
Bedrag |
Bron op basis van referentienummers/ -letters van de balans in het kader van het wettelijke toepassingsgebied van de consolidatie |
||
Tier 1-kernkapitaal (CET1): Instrumenten en reserves |
|||
1 |
Kapitaalinstrumenten en de daaraan gerelateerde agiorekeningen |
|
h |
|
waarvan: Instrumenttype 1 |
|
|
|
waarvan: Instrumenttype 2 |
|
|
|
waarvan: Instrumenttype 3 |
|
|
2 |
Ingehouden winsten |
|
|
3 |
Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten (en andere reserves) |
|
|
EU-3a |
Fondsen voor algemene bankrisico’s |
|
|
4 |
Bedrag van de in artikel 484, lid 3, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen en de daaraan gerelateerde agiorekeningen die onderworpen zijn aan uitfasering van CET1 |
|
|
5 |
Minderheidsbelangen (bedrag dat in het geconsolideerde CET1 mag worden opgenomen) |
|
|
EU-5a |
Onafhankelijk getoetste tussentijdse resultaten na aftrek van te verwachten lasten en voorzieningen |
|
|
6 |
Tier 1-kernkapitaal (CET1) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|
|
Tier 1-kernkapitaal (CET1): door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|||
7 |
Aanvullende waardeaanpassingen (negatief bedrag) |
|
|
8 |
Immateriële activa (na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen) (negatief bedrag) |
|
a minus d |
9 |
Niet van toepassing |
|
|
10 |
Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit tijdelijke verschillen (na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden van artikel 38, lid 3, VKV is voldaan) (negatief bedrag) |
|
|
11 |
Reserves voor de reële waarde in verband met winsten of verliezen op kasstroomafdekkingen van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd |
|
|
12 |
Negatieve bedragen die de uitkomst zijn van de berekening van de verwachte verliesposten |
|
|
13 |
Toename van het aandelenkapitaal die voortvloeit uit gesecuritiseerde activa (negatief bedrag) |
|
|
14 |
Tegen reële waarde gewaardeerde winsten of verliezen op verplichtingen die voortvloeien uit veranderingen in de eigen kredietwaardigheid |
|
|
15 |
Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds (negatief bedrag) |
|
|
16 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van een instelling aan eigen CET1-instrumenten (negatief bedrag) |
|
|
17 |
Direct, indirect en synthetisch bezit aan CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien deze entiteiten een wederzijdse deelneming hebben in de instelling, die bedoeld is om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen (negatief bedrag) |
|
|
18 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van de instelling aan CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
19 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van de instelling aan CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
20 |
Niet van toepassing |
|
|
EU-20a |
Blootstellingsbedrag van de volgende posten die in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %, waarbij de instelling voor het aftrekalternatief opteert |
|
|
EU-20b |
waarvan: in aanmerking komende deelnemingen buiten de financiële sector (negatief bedrag) |
|
|
EU-20c |
waarvan: securitisatieposities (negatief bedrag) |
|
|
EU-20d |
waarvan: niet-afgewikkelde transacties (negatief bedrag) |
|
|
21 |
Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen (bedrag boven de 10 %-drempel, na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden van artikel 38, lid 3, VKV is voldaan) (negatief bedrag) |
|
|
22 |
Bedrag boven de 17,65 %-drempel (negatief bedrag) |
|
|
23 |
waarvan: direct, indirect en synthetisch bezit van de instelling aan CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft |
|
|
24 |
Niet van toepassing |
|
|
25 |
waarvan: uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
|
EU-25a |
Het verlies van het lopende boekjaar (negatief bedrag) |
|
|
EU-25b |
Belasting in verband met CET1-bestanddelen die te verwachten is, behalve wanneer de instelling het bedrag van de CET1-bestanddelen corrigeert voor zover deze belastingen het bedrag verlagen ten belope waarvan deze bestanddelen aangewend kunnen worden voor het dekken van risico’s of verliezen (negatief bedrag) |
|
|
26 |
Niet van toepassing |
|
|
27 |
In aanmerking komende aftrekkingen van AT1-bestanddelen die de AT1-bestanddelen van de instelling overschrijden (negatief bedrag) |
|
|
27a |
Andere door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|
|
28 |
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen van tier 1-kernkapitaal (CET1) |
|
|
29 |
Tier 1-kernkapitaal (CET1) |
|
|
Aanvullend tier 1-kapitaal (AT1): instrumenten |
|||
30 |
Kapitaalinstrumenten en de daaraan gerelateerde agiorekeningen |
|
i |
31 |
waarvan: als eigen vermogen ingedeeld volgens de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen |
|
|
32 |
waarvan: als verplichtingen ingedeeld volgens de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen |
|
|
33 |
Bedrag van de in artikel 484, lid 4, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen en de daaraan gerelateerde agiorekeningen die onderworpen zijn aan uitfasering van AT1 |
|
|
EU-33a |
Bedrag van de in artikel 494 bis, lid 1, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen die onderworpen zijn aan uitfasering van AT1 |
|
|
EU-33b |
Bedrag van de in artikel 494 ter, lid 1, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen die onderworpen zijn aan uitfasering van AT1 |
|
|
34 |
Door dochterondernemingen uitgegeven en door derden aangehouden in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat in het geconsolideerde AT1-kapitaal wordt opgenomen (inclusief niet in rij 5 opgenomen minderheidsbelangen) |
|
|
35 |
waarvan: door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die aan uitfasering onderworpen zijn |
|
|
36 |
Aanvullend tier 1-kapitaal (AT1) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|
|
Aanvullend tier 1-kapitaal (AT1): door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|||
37 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van een instelling aan eigen AT1-instrumenten (negatief bedrag) |
|
|
38 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van AT1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien deze entiteiten een wederzijdse deelneming hebben in de instelling, die bedoeld is om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen (negatief bedrag) |
|
|
39 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van AT1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
40 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van de instelling aan AT1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
41 |
Niet van toepassing |
|
|
42 |
In aanmerking komende aftrekkingen van T2-bestanddelen die de T2-bestanddelen van de instelling overschrijden (negatief bedrag) |
|
|
42a |
Andere door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen aan AT1-kapitaal |
|
|
43 |
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen aan aanvullend tier 1-kapitaal (AT1) |
|
|
44 |
Aanvullend tier 1-kapitaal (AT1) |
|
|
45 |
Tier 1-kapitaal (T1 = CET1 + AT1) |
|
|
Tier 2-kapitaal (T2): instrumenten |
|||
46 |
Kapitaalinstrumenten en de daaraan gerelateerde agiorekeningen |
|
|
47 |
Bedrag van de in artikel 484, lid 5, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen en de daaraan gerelateerde agiorekeningen die onderworpen zijn aan uitfasering van T2 als beschreven in artikel 486, lid 4, VKV |
|
|
EU-47a |
Bedrag van de in artikel 494 bis, lid 2, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen die onderworpen zijn aan uitfasering van T2 |
|
|
EU-47b |
Bedrag van de in artikel 494 ter, lid 2, VKV bedoelde in aanmerking komende bestanddelen die onderworpen zijn aan uitfasering van T2 |
|
|
48 |
Door dochterondernemingen uitgegeven en door derden aangehouden in aanmerking komende eigenvermogensinstrumenten die in het geconsolideerde T2-kapitaal worden opgenomen (inclusief niet in de rijen 5 of 34 opgenomen minderheidsbelangen en AT1-instrumenten) |
|
|
49 |
waarvan: door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die aan uitfasering onderworpen zijn |
|
|
50 |
Kredietrisicoaanpassingen |
|
|
51 |
Tier 2-kapitaal (T2) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|
|
Tier 2-kapitaal (T2): door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen |
|||
52 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van een instelling aan eigen T2-instrumenten en achtergestelde leningen (negatief bedrag) |
|
|
53 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van T2-instrumenten en achtergestelde leningen van entiteiten uit de financiële sector indien deze entiteiten een wederzijdse deelneming hebben in de instelling, die bedoeld is om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen (negatief bedrag) |
|
|
54 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van T2-instrumenten en achtergestelde leningen van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
54a |
Niet van toepassing |
|
|
55 |
Direct, indirect en synthetisch bezit van de instelling aan T2-instrumenten en achtergestelde leningen van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag) |
|
|
56 |
Niet van toepassing |
|
|
EU-56a |
In aanmerking komende aftrekkingen van passivabestanddelen die de in aanmerking komende passivabestanddelen van de instelling overschrijden (negatief bedrag) |
|
|
EU-56b |
Andere door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen aan T2-kapitaal |
|
|
57 |
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen aan tier 2-kapitaal (T2) |
|
|
58 |
Tier 2-kapitaal (T2) |
|
|
59 |
Totaal kapitaal (TC = T1 + T2) |
|
|
60 |
Totaal van de risicoposten |
|
|
Kapitaalratio’s en -vereisten inclusief buffers |
|||
61 |
Tier 1-kernkapitaal |
|
|
62 |
Tier 1-kapitaal |
|
|
63 |
Totaal kapitaal |
|
|
64 |
Totale CET1-kapitaalvereisten van de instelling |
|
|
65 |
waarvan: vereiste inzake kapitaalconserveringsbuffer |
|
|
66 |
waarvan: vereiste inzake contracyclische kapitaalbuffer |
|
|
67 |
waarvan: vereiste inzake systeemrisicobuffer |
|
|
EU-67a |
waarvan: vereiste inzake buffer van mondiaal systeemrelevante instelling (MSI) of andere systeemrelevante instelling (ASI) |
|
|
EU-67b |
waarvan: additionele eigenvermogensvereisten om andere risico's dan het risico van buitensporige hefboomwerking te ondervangen |
|
|
68 |
Tier 1-kernkapitaal (als percentage van het totaal van de risicoposten) dat beschikbaar is nadat is voldaan aan de minimumkapitaalvereisten |
|
|
Nationale minima (indien verschillend van Bazel III) |
|||
69 |
Niet van toepassing |
|
|
70 |
Niet van toepassing |
|
|
71 |
Niet van toepassing |
|
|
Bedragen onder de drempel voor aftrek (vóór risicoweging) |
|||
72 |
Direct en indirect bezit van eigen vermogen en in aanmerking komende passiva van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag onder de 10 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) |
|
|
73 |
Direct en indirect bezit van de instelling aan CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag onder de 17,65 %-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) |
|
|
74 |
Niet van toepassing |
|
|
75 |
Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen (bedrag onder de 17,65 %-drempel, na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden van artikel 38, lid 3, VKV is voldaan) |
|
|
Toepasselijke maxima voor de opname van voorzieningen in tier 2 |
|||
76 |
In T2 opgenomen kredietrisicoaanpassingen met betrekking tot blootstellingen die onderworpen zijn aan de standaardbenadering (vóór de toepassing van het maximum) |
|
|
77 |
Maximum voor de opname van kredietrisicoaanpassingen in T2 overeenkomstig de standaardbenadering |
|
|
78 |
In T2 opgenomen kredietrisicoaanpassingen met betrekking tot blootstellingen die onderworpen zijn aan de interneratingbenadering (vóór de toepassing van het maximum) |
|
|
79 |
Maximum voor de opname van kredietrisicoaanpassingen in T2 overeenkomstig de interneratingbenadering |
|
|
Kapitaalinstrumenten die aan uitfaseringsregelingen onderworpen zijn (alleen van toepassing tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2022) |
|||
80 |
Huidig maximum voor CET1-instrumenten die aan uitfaseringsregelingen onderworpen zijn |
|
|
81 |
Door maximum van CET1 uitgesloten bedrag (bedrag boven maximum na aflossingen en verstrijken van looptijden) |
|
g |
82 |
Huidig maximum voor AT1-instrumenten die aan uitfaseringsregelingen onderworpen zijn |
|
|
83 |
Door maximum van AT1 uitgesloten bedrag (bedrag boven maximum na aflossingen en verstrijken van looptijden) |
|
|
84 |
Huidig maximum voor T2-instrumenten die aan uitfaseringsregelingen onderworpen zijn |
|
|
85 |
Door maximum van T2 uitgesloten bedrag (bedrag boven maximum na aflossingen en verstrijken van looptijden) |
|
|
Template EU CC2 – Afstemmingsoverzicht van het wettelijke eigen vermogen en de balans in de gecontroleerde financiële overzichten
Flexibele template. De rijen moeten openbaar worden gemaakt overeenkomstig de balans die is opgenomen in de gecontroleerde financiële overzichten van de instellingen. De kolommen moeten vast blijven, tenzij het boekhoudkundige en het wettellijke toepassingsgebied van de consolidatie van de instelling hetzelfde zijn, in welk geval de kolommen a en b worden samengevoegd.
|
a |
b |
c |
|
Balans zoals in de gepubliceerde financiële overzichten |
In het kader van het wettelijke toepassingsgebied van de consolidatie |
Referentie |
||
Zoals aan het einde van de periode |
Zoals aan het einde van de periode |
|
||
Activa - Uitsplitsing naar activaklasse volgens de balans in de gepubliceerde financiële overzichten |
||||
1 |
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
xxx |
Totaal activa |
|
|
|
Passiva - Uitsplitsing naar passivaklasse volgens de balans in de gepubliceerde financiële overzichten |
||||
1 |
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
xxx |
Totaal passiva |
|
|
|
Eigen vermogen |
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
xxx |
Totaal eigen vermogen |
|
|
|
Template EU CCA: Belangrijkste kenmerken van wettelijke eigenvermogensinstrumenten en in aanmerking komende passiva-instrumenten
|
a |
|
Kwalitatieve of kwantitatieve informatie - vrije opmaak |
||
1 |
Uitgevende instelling |
|
2 |
Unieke identificator (bv. CUSIP-, ISIN- of Bloomberg-identificator voor onderhandse plaatsing) |
|
2a |
Openbare uitgifte of onderhandse plaatsing |
|
3 |
Toepasselijke wet(ten) voor het instrument |
|
3a |
Contractuele erkenning van afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden van afwikkelingsautoriteiten |
|
|
Wettelijke behandeling |
|
4 |
Huidige behandeling, in voorkomend geval rekening houdend met VKV-regels tijdens de overgangsperiode |
|
5 |
VKV-regels na de overgangsperiode |
|
6 |
In aanmerking komend op solo-/ge(sub)consolideerde/solo- & ge(sub)consolideerde basis |
|
7 |
Type instrument (de types moeten door elk rechtsgebied worden gespecificeerd) |
|
8 |
In het toetsingsvermogen of de in aanmerking komende passiva opgenomen bedrag (valuta in miljoenen, per recentste rapportagedatum) |
|
9 |
Nominaal bedrag van het instrument |
|
EU-9a |
Uitgifteprijs |
|
EU-9b |
Aflossingsprijs |
|
10 |
Boelhoudkundige indeling |
|
11 |
Oorspronkelijke datum van uitgifte |
|
12 |
Onbepaalde of bepaalde looptijd |
|
13 |
Oorspronkelijke vervaldatum |
|
14 |
Vervroegd aflosbaar door de emittent behoudens voorafgaande goedkeuring door de toezichthouder |
|
15 |
Optionele datum van vervroegde aflossing, voorwaardelijke datums van vervroegde aflossing en aflossingsbedrag |
|
16 |
Eventuele verdere datums van vervroegde aflossing |
|
|
Coupons / dividenden |
|
17 |
Vaste of variabele dividenden/coupons |
|
18 |
Couponrente en elke gerelateerde index |
|
19 |
Bestaan van een “dividend stopper” |
|
EU-20a |
Volledig naar keuze, gedeeltelijk naar keuze of verplicht (wat tijdsaspect betreft) |
|
EU-20b |
Volledig naar keuze, gedeeltelijk naar keuze of verplicht (wat bedrag betreft) |
|
21 |
Het instrument heeft een oplopende couponrente of er is een andere prikkel om af te lossen |
|
22 |
Niet-cumulatief of cumulatief |
|
23 |
Converteerbaar of niet-converteerbaar |
|
24 |
Indien converteerbaar, conversietrigger(s) |
|
25 |
Indien converteerbaar, volledig of gedeeltelijk |
|
26 |
Indien converteerbaar, conversiekoers |
|
27 |
Indien converteerbaar, verplichte of optionele conversie |
|
28 |
Indien converteerbaar, aangeven in welk soort instrument het kapitaalinstrument converteerbaar is |
|
29 |
Indien converteerbaar, de emittent specificeren van het instrument waarin geconverteerd wordt |
|
30 |
Afwaarderingsclausules |
|
31 |
Indien afwaardering, afwaarderingstrigger(s) |
|
32 |
Indien afwaardering, volledig of gedeeltelijk |
|
33 |
Indien afwaardering, permanent of tijdelijk |
|
34 |
Indien tijdelijke afwaardering, beschrijving van het opwaarderingsmechanisme |
|
34a |
Type achterstelling (alleen voor in aanmerking komende passiva) |
|
EU-34b |
Rangorde van een instrument bij een normale insolventieprocedure |
|
35 |
Positie in de achterstellinghiërarchie bij liquidatie (specificeer welk type instrument onmiddellijk hoger in rang is dan het instrument) |
|
36 |
Niet-conforme overgegane kenmerken |
|
37 |
Zo ja, niet-conforme kenmerken specificeren. |
|
37a |
Link naar de volledige voorwaarden van het instrument |
|
(1) Vul “n.v.t.” in als de vraag niet van toepassing is. |
BIJLAGE VIII
Instructies voor openbaarmakingstemplates voor het eigen vermogen
Template EU CC1 – Samenstelling van het wettelijke eigen vermogen
1. |
Instellingen moeten de in artikel 437, punten a), d), e) en f), van Verordening (EU) 575/2013 (1) (VKV) bedoelde informatie openbaar maken door template EU CC1 in bijlage VII bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de instructies in deze bijlage. |
2. |
Voor de toepassing van template EU CC1 omvatten wettelijke aanpassingen aftrekkingen van het eigen vermogen en prudentiële filters. |
3. |
Instellingen moeten de volledige kolom b van deze template invullen om de bron van alle belangrijke input aan te geven, met kruisverwijzingen naar de bijbehorende rijen in template EU CC2. |
4. |
Instellingen moeten in de toelichting op de template een beschrijving opnemen van alle beperkingen die zijn toegepast op de berekening van het eigen vermogen overeenkomstig de VKV en van de instrumenten, prudentiële filters en aftrekkingen waarop die beperkingen van toepassing zijn. Zij moeten ook een uitvoerige toelichting geven bij de basis waarop de kapitaalratio’s worden berekend indien die kapitaalratio's worden berekend met behulp van eigenvermogensbestanddelen die op een andere basis dan de in de VKV vastgestelde basis worden bepaald.
|
Template EU CC2 – Afstemmingsoverzicht van het wettelijke eigen vermogen en de balans in de gecontroleerde financiële overzichten
5. |
Instellingen moeten de in artikel 437, punt a), VKV bedoelde informatie openbaar maken door template EU CC2 in bijlage VII bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de instructies in deze bijlage. |
6. |
Instellingen moeten de in hun gepubliceerde financiële overzichten opgenomen balans openbaar maken. Financiële overzichten moeten de gecontroleerde financiële overzichten voor openbaarmakingen aan het eind van het jaar zijn. |
7. |
De rijen van de template zijn flexibel en moeten door instellingen overeenkomstig hun financiële overzichten openbaar worden gemaakt. De eigenvermogensbestanddelen in de gecontroleerde financiële overzichten moeten alle bestanddelen omvatten die onderdeel zijn van of afgetrokken worden van het door de regelgeving voorgeschreven eigen vermogen, daaronder begrepen aandelenvermogen, verplichtingen zoals schuld of andere balansonderdelen die van invloed zijn op het door de regelgeving voorgeschreven eigen vermogen zoals immateriële activa, goodwill, uitgestelde belastingvorderingen. Instellingen moeten de eigenvermogensbestanddelen van de balans zodanig uitwerken dat alle in de openbaarmakingstemplate voor het eigen vermogen (template EU CC1) opgenomen componenten afzonderlijk worden weergegeven. Instellingen moeten de elementen van de balans slechts zo gedetailleerd uitwerken als noodzakelijk voor het afleiden van de componenten die voor template EU CC1 vereist zijn. De openbaarmaking moet in verhouding staan tot de complexiteit van de balans van de instelling. |
8. |
De kolommen staan vast en moeten als volgt openbaar worden gemaakt:
|
9. |
In de volgende gevallen, wanneer het toepassingsgebied van de boekhoudkundige consolidatie en het toepassingsgebied van de prudentiële consolidatie van de instelling precies hetzelfde zijn, moeten de kolommen a en b van deze template worden samengevoegd, en dit feit moet duidelijk openbaar worden gemaakt:
|
Tabel EU CCA – Belangrijkste kenmerken van wettelijke eigenvermogensinstrumenten en in aanmerking komende passiva-instrumenten.
10. |
Instellingen moeten de in artikel 437, punten b) en c), VKV bedoelde informatie openbaar maken door tabel EU CCA in bijlage VII bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage. |
11. |
Instellingen moeten tabel EU CCA voor de volgende categorieën invullen: tier 1-kernkapitaalinstrumenten, aanvullend-tier 1-instrumenten, tier 2-instrumenten en in aanmerking komende passiva-instrumenten in de zin van artikel 72 ter VKV. |
12. |
De tabellen omvatten aparte kolommen met de kenmerken van elk wettelijk eigenvermogensinstrument en in aanmerking komend passiva-instrument. In gevallen waarin verschillende instrumenten van eenzelfde categorie identieke kenmerken hebben, mogen instellingen deze identieke kenmerken in één kolom vermelden onder opgave van de uitgiften waarop de identieke kenmerken betrekking hebben. Bij het invullen van de kolommen voor deze instrumenten moeten instellingen ze groeperen in drie secties (horizontaal in de tabel) om aan te geven of ze moeten voldoen aan i) alleen eigenvermogensvereisten (maar niet aan vereisten voor in aanmerking komende passiva); ii) zowel eigenvermogensvereisten als vereisten voor in aanmerking komende passiva; of iii) alleen vereisten voor in aanmerking komende passiva (maar niet aan eigenvermogensvereisten). |
13. |
Met betrekking tot in aanmerking komende passiva-instrumenten die niet achtergesteld zijn bij uitgesloten verplichtingen, moeten instellingen alleen effecten openbaar maken die fungibele, verhandelbare financiële instrumenten zijn, met uitsluiting van leningen en deposito’s.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) RICHTLIJN (EU) 2019/879 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 296).
BIJLAGE IX
Template EU CCyB1 – Geografische verdeling van kredietblootstellingen die van belang zijn voor de berekening van de contracyclische buffer
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
|
Algemene kredietblootstellingen |
Relevante kredietblootstellingen – marktrisico |
Securitisatieblootstellingen – blootstellingswaarde voor de niet-handelsportefeuille |
Totale blootstellingswaarde |
Eigenvermogensvereisten |
Risicogewogen blootstellingsbedragen |
Wegingen van eigenvermogensvereisten (%) |
Contracyclisch kapitaalbufferpercentage (%) |
|||||||
Blootstellingswaarde in het kader van de standaardbenadering |
Blootstellingswaarde in het kader van de interneratingbenadering |
Som van long- en shortposities van blootstellingen in de handelsportefeuille voor standaardbenadering |
Waarde van blootstellingen in de handelsportefeuille voor interne modellen |
Relevante kredietrisicoblootstellingen – kredietrisico |
Relevante kredietblootstellingen – marktrisico |
Relevante kredietblootstellingen – securitisatieposities in de niet-handelsportefeuille |
Totaal |
|||||||
010 |
Uitsplitsing naar land: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Land: 001 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Land: 002 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
… |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Land: NNN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CCyB2 - Bedrag van de instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer
|
a |
|
1 |
Totaal van de risicoposten |
|
2 |
Vereiste inzake het instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbufferpercentage |
|
3 |
Vereiste inzake instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer |
|
BIJLAGE X
Instructies voor de openbaarmaking van informatie over contracyclische kapitaalbuffers
Template EU CCyB1 – Geografische verdeling van kredietblootstellingen die van belang zijn voor de berekening van de contracyclische kapitaalbuffer. Vaste opmaak voor kolommen, flexibele opmaak voor rijen
1. |
Instellingen moeten de in artikel 440, punt a), van Verordening (EU) 575/2013 (1) (VKV) bedoelde informatie openbaar maken door template EU CCyB1 in bijlage IX bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage. |
2. |
Template EU CCyB1 heeft alleen betrekking op kredietblootstellingen die van belang zijn voor de berekening van de contracyclische kapitaalbuffer overeenkomstig artikel 140, lid 4, van Richtlijn (EU) 2013/36 (2) (RKV)
|
Template EU CCyB2 - Bedrag van de instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer
3. |
Instellingen moeten de in artikel 440, punt b), VKV bedoelde informatie openbaar maken door template EU CCyB2 in bijlage IX bij deze uitvoeringsverordening in te vullen aan de hand van de onderstaande instructies in deze bijlage.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) RICHTLIJN 2013/36/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(3) GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1152/2014 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de bepaling van de geografische locatie van de relevante kredietblootstellingen voor de berekening van instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbufferpercentages (PB L 309 van 30.10.2014, blz. 5).
BIJLAGE XI
Template EU LR1 - LRSum: Beknopt afstemmingsoverzicht tussen boekhoudkundige activa en blootstellingen voor de berekening van de hefboomratio
|
|
a |
|
|
Toepasselijk bedrag |
1 |
Totale activa volgens openbaar gemaakte financiële overzichten |
|
2 |
Aanpassing voor entiteiten die voor verslaggevingsdoeleinden worden geconsolideerd maar die buiten het prudentiële consolidatiebereik vallen |
|
3 |
(Aanpassing voor gesecuritiseerde blootstellingen die voldoen aan de operationele voorschriften voor de inaanmerkingneming van risico-overdracht) |
|
4 |
(Aanpassing voor tijdelijke vrijstelling van blootstellingen met betrekking tot centrale banken (indien van toepassing)) |
|
5 |
(Aanpassing voor fiduciaire activa die overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving op de balans worden opgenomen maar van de maatstaf van totale blootstelling zijn uitgesloten overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt i), VKV) |
|
6 |
Aanpassing voor aankopen of verkopen volgens standaardmarktconventies van financiële activa die onderworpen zijn aan administratieve verwerking op basis van de transactiedatum |
|
7 |
Aanpassing voor in aanmerking komende cashpoolingtransacties |
|
8 |
Aanpassing voor afgeleide financiële instrumenten |
|
9 |
Aanpassing voor effectenfinancieringstransacties (SFT's) |
|
10 |
Aanpassing voor posten buiten de balanstelling (d.w.z. omrekening in het equivalente kredietbedrag van blootstellingen buiten de balanstelling) |
|
11 |
(Aanpassing voor prudente waardering en specifieke en algemene voorzieningen die het tier 1-kapitaal hebben verminderd) |
|
EU-11a |
(Aanpassing voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt c), VKV van de maatstaf van totale blootstelling zijn uitgesloten) |
|
EU-11b |
(Aanpassing voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt j), VKV van de maatstaf van totale blootstelling zijn uitgesloten) |
|
12 |
Overige aanpassingen |
|
13 |
Maatstaf van totale blootstelling |
|
Template EU LR2 - LRCom: Gewone openbaarmaking van de hefboomratio
|
Blootstellingen voor de berekening van de VKV-hefboomratio |
||
|
a |
b |
|
T |
T-1 |
||
In de balans opgenomen blootstellingen (exclusief derivaten en SFT's) |
|||
1 |
Posten binnen de balanstelling (met uitsluiting van derivaten, SFT’s maar met inbegrip van zekerheden) |
|
|
2 |
Brutering voor de met betrekking tot derivaten verstrekte zekerheden die op grond van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving in mindering zijn gebracht |
|
|
3 |
(Aftrekkingen van te ontvangen activa voor de in het kader van derivatentransacties in contanten betaalde variatiemarge) |
|
|
4 |
(Aanpassing voor bij effectenfinancieringstransacties ontvangen effecten die op de balans worden geactiveerd |
|
|
5 |
(Algemene kredietrisicoaanpassingen in posten binnen de balanstelling) |
|
|
6 |
(Bij het bepalen van het tier 1-kapitaal afgetrokken activabedragen) |
|
|
7 |
Totale in de balans opgenomen blootstellingen (exclusief derivaten en SFT's) |
|
|
Derivatenblootstellingen |
|||
8 |
Met SA-CCR-derivatentransacties samenhangende vervangingswaarde (d.w.z. na aftrek van de toelaatbare in contanten ontvangen variatiemarge) |
|
|
EU-8a |
Afwijking voor derivaten: bijdrage vervangingswaarde volgens de vereenvoudigde standaardbenadering |
|
|
9 |
Opslagbedragen voor potentiële toekomstige blootstelling in verband met SA-CCR-derivatentransacties |
|
|
EU-9a |
Afwijking voor derivaten: bijdrage van potentiële toekomstige blootstelling volgens de vereenvoudigde standaardbenadering |
|
|
EU-9b |
Volgens de oorspronkelijkeblootstellingsmethode bepaalde blootstelling |
|
|
10 |
(Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen) (SA-CCR) |
|
|
EU-10a |
(Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen) (vereenvoudigde standaardbenadering) |
|
|
EU-10b |
(Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen) (oorspronkelijkeblootstellingsmethode) |
|
|
11 |
Aangepaste effectieve notionele bedragen van geboekte kredietderivaten |
|
|
12 |
(Aangepaste effectieve notionele compensaties en extra aftrekkingen voor geboekte kredietderivaten) |
|
|
13 |
Totale derivatenposities |
|
|
Blootstellingen uit hoofde van effectenfinancieringstransacties (SFT) |
|||
14 |
Bruto SFT-activa (zonder inaanmerkingneming van verrekening), na aanpassing voor als verkoop verantwoorde transacties |
|
|
15 |
(Verrekende bedragen aan vorderingen en schulden in contanten uit hoofde van bruto SFT-activa) |
|
|
16 |
Blootstelling aan tegenpartijkredietrisico voor SFT-activa |
|
|
EU-16a |
Afwijking voor SFT’s: Blootstelling aan tegenpartijkredietrisico overeenkomstig de artikelen 429 sexies, lid 5, en artikel 222 VKV |
|
|
17 |
Blootstellingen met betrekking tot transacties waarbij als agent wordt opgetreden |
|
|
EU-17a |
(Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde SFT-blootstellingen) |
|
|
18 |
Total securities financing transaction exposures |
|
|
Overige blootstellingen buiten de balanstelling |
|||
19 |
Bruto notioneel bedrag van blootstellingen buiten de balanstelling |
|
|
20 |
(Aanpassingen voor omrekening in equivalente kredietbedragen) |
|
|
21 |
(Algemene voorzieningen die bij het vaststellen van het tier 1-kapitaal in mindering worden gebracht, en specifieke voorzieningen in verband met blootstellingen buiten de balanstelling) |
|
|
22 |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
|
|
Uitgesloten blootstellingen |
|||
EU-22a |
(Blootstellingen die overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt c), VKV van de maatstaf van totale blootstelling zijn uitgesloten) |
|
|
EU-22b |
(Overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt j), VKV uitgesloten blootstellingen (binnen en buiten balanstelling)) |
|
|
EU-22c |
(Uitgesloten blootstellingen van publiekrechtelijke ontwikkelingskredietinstellingen (of -afdelingen) – Investeringen van de overheidssector) |
|
|
EU-22d |
(Uitgesloten blootstellingen van publiekrechtelijke ontwikkelingskredietinstellingen (of -afdelingen) – Stimuleringsleningen) |
|
|
EU-22e |
(Uitgesloten blootstellingen uit pass-throughstimuleringsleningen van niet-publiekrechtelijke ontwikkelingskredietinstellingen (of -afdelingen)) |
|
|
EU-22f |
(Uitgesloten gegarandeerde gedeelten van blootstellingen als gevolg van exportkredieten) |
|
|
EU-22g |
(Uitgesloten overtollige zekerheden die bij tripartiete agenten zijn gedeponeerd) |
|
|
EU-22h |
(Overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt o), VKV uitgesloten CSD-gerelateerde diensten van CSD’s/instellingen) |
|
|
EU-22i |
(Overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, punt p), VKV uitgesloten CSD-gerelateerde diensten van aangewezen instellingen) |
|
|
EU-22j |
(Vermindering van de blootstellingswaarde van voorfinanciering of tussentijdse kredieten) |
|
|
EU-22k |
(Totaal van uitgesloten blootstellingen) |
|
|
Capital and total exposure measure |
|||
23 |
Tier 1-kapitaal |
|
|
24 |
Maatstaf van totale blootstelling |
|
|
Hefboomratio |
|||
25 |
Hefboomratio (%) |
|
|
EU-25 |
Hefboomratio (exclusief het effect van de uitsluiting van overheidsinvesteringen en stimuleringsleningen) (%) |
|
|
25a |
Hefboomratio (exclusief het effect van een eventuele tijdelijke uitsluiting van reserves van centrale banken) (%) |
|
|
26 |
Wettelijk vereiste inzake minimale hefboomratio (%) |
|
|
EU-26a |
Vereisten inzake aanvullend eigen vermogen om het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken (%) |
|
|
EU-26b |
waarvan: op te bouwen uit tier 1-kernkapitaal |
|
|
27 |
Vereiste inzake hefboomratiobuffer (%) |
|
|
EU-27a |
Totaal hefboomratiovereiste (%) |
|
|
Keuze betreffende de overgangsregelingen en relevante blootstellingen |
|||
EU-27b |
Gemaakte keuze betreffende de overgangsregelingen voor de definitie van de kapitaalmaatstaf |
|
|
Openbaarmaking van gemiddelde waarden |
|||
28 |
Gemiddelde van de dagelijkse waarden van bruto SFT-activa, na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten |
|
|
29 |
Waarde aan het einde van het kwartaal van bruto SFT-activa, na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten |
|
|
30 |
Maatstaf van totale blootstelling (inclusief het effect van elke toepasselijke tijdelijke uitsluiting van reserves van centrale banken) met opname van de gemiddelde waarden van rij 28 van bruto SFT-activa (na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten) |
|
|
30a |
Maatstaf van totale blootstelling (exclusief het effect van elke toepasselijke tijdelijke uitsluiting van reserves van centrale banken), met opname van de gemiddelde waarden van rij 28 van bruto SFT-activa (na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten) |
|
|
31 |
Hefboomratio (inclusief het effect van elke toepasselijke tijdelijke uitsluiting van reserves van centrale banken), met opname van de gemiddelde waarden van rij 28 van bruto SFT-activa (na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten) |
|
|
31a |
Hefboomratio (exclusief het effect van elke toepasselijke tijdelijke uitsluiting van reserves van centrale banken), met opname van de gemiddelde waarden van rij 28 van bruto SFT-activa (na aanpassing voor boekhoudkundige verwerking van de verkoop en verrekening van bedragen van daarmee verbonden schulden en vorderingen in contanten) |
|
|
Template EU LR3 - LRSpl: Uitsplitsing van in de balans opgenomen blootstellingen (exclusief derivaten, SFT's en uitgesloten blootstellingen)
|
a |
|
|
|
Blootstellingen voor de berekening van de VKV-hefboomratio |
EU-1 |
Totale in de balans opgenomen blootstellingen (exclusief derivaten, SFT's en uitgesloten blootstellingen), waarvan: |
|
EU-2 |
Blootstellingen in de handelsportefeuille |
|
EU-3 |
Blootstellingen in de niet-handelsportefeuille, waarvan: |
|
EU-4 |
Gedekte obligaties |
|
EU-5 |
Als landen behandelde blootstellingen |
|
EU-6 |
Blootstellingen met betrekking tot regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen die niet als landen worden behandeld |
|
EU-7 |
Instellingen |
|
EU-8 |
Gedekt door hypotheken op onroerend goed |
|
EU-9 |
Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen |
|
EU-10 |
Ondernemingen |
|
EU-11 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
|
EU-12 |
Overige blootstellingen (bv. aandelen, securitisaties en andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen) |
|
Tabel EU LRA: Openbaarmaking van kwalitatieve informatie over de hefboomratio
|
|
a |
Rij |
Vrije tekst |
|
(a) |
Beschrijving van de processen die worden gebruikt om het risico van buitensporige hefboomwerking te beheren |
|
(b) |
Beschrijving van de factoren die een invloed hadden op de hefboomratio in de periode waarop de openbaar gemaakte hefboomratio betrekking heeft |
|
BIJLAGE XII
Instructies voor openbaarmakingen van de hefboomratio
Template EU LR1 - LRSum: Beknopt afstemmingsoverzicht tussen boekhoudkundige activa en blootstellingen voor de berekening van de hefboomratio Template met vaste opmaak.
1. |
Instellingen passen de instructies in deze afdeling toe om template EU LR1 — LRSum in te vullen overeenkomstig artikel 451, lid 1, punt b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV ”).
|
Template EU LR2 - LRCom: Gewone openbaarmaking van de hefboomratio. Template met vaste opmaak.
2. |
Instellingen passen de instructies in deze afdeling toe om template EU LR2 - LRCom in te vullen overeenkomstig artikel 451, lid 1, punten a) en b), en artikel 451, lid 3, VKV, rekening houdend, indien van toepassing, met artikel 451, lid 1, punt c), en artikel 451, lid 2, VKV. |
3. |
Instellingen vermelden in kolom ‘a’ de waarden van de verschillende rijen voor de openbaarmakingsperiode en in kolom ‘b’ de waarden van de rijen voor de voorgaande openbaarmakingsperiode. |
4. |
Instellingen verklaren in de toelichting bij de template de samenstelling van stimuleringsleningen die in de rijen EU-22d en EU-22e van deze template zijn vermeld, met inbegrip van informatie per soort tegenpartij.
|
Template EU LR3 - LRSpl: Uitsplitsing van in de balans opgenomen blootstellingen (exclusief derivaten, effectenfinancieringstransacties en uitgesloten blootstellingen) Vaste opmaak
5. |
Instellingen passen de instructies in deze afdeling toe om template LRSpl in te vullen overeenkomstig artikel 451, lid 1, punt b), VKV.
|
Tabel EU LRA - Openbaarmaking van kwalitatieve informatie over de hefboomratio Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
6. |
Instellingen vullen tabel EU LRA in door de volgende instructies toe te passen overeenkomstig artikel 451, lid 1, punten d) en e), VKV.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE XIII
Tabel EU-LIQA — Liquiditeitsrisicobeheer
overeenkomstig artikel 451 bis, lid 4, VKV
Rij-nummer |
Kwalitatieve informatie - Vrije tekst |
|
a) |
Strategieën en processen voor het beheer van het liquiditeitsrisico, met inbegrip van beleidsmaatregelen inzake diversificatie van bronnen en looptijd van geplande financiering |
|
b) |
Structuur en organisatie van de functie voor liquiditeitsrisicobeheer (autoriteit, statuut, andere regelingen) |
|
c) |
Een beschrijving van de mate van centralisatie van het liquiditeitsbeheer en interactie tussen de eenheden van de groep |
|
d) |
Reikwijdte en aard van de systemen voor rapportering en meting van het liquiditeitsrisico |
|
e) |
Beleidsmaatregelen inzake het afdekken en limiteren van het liquiditeitsrisico, en strategieën en processen om de voortdurende effectiviteit van afdekkingen en limiteringen te bewaken |
|
f) |
Overzicht van de noodfinancieringsplannen van de bank |
|
g) |
Toelichting bij de wijze van gebruik van stresstests |
|
h) |
Een door het leidinggevende orgaan goedgekeurde verklaring over de toereikendheid van de regelingen voor liquiditeitsrisicobeheer van de instelling, waarin de garantie wordt gegeven dat de door haar opgezette systemen voor liquiditeitsrisicobeheer passend zijn voor haar profiel en strategie |
|
i) |
Een bondige, door het leidinggevende orgaan goedgekeurde verklaring inzake liquiditeitsrisico, waarin het algemene liquiditeitsrisicoprofiel van de instelling in het licht van haar bedrijfsstrategie kort wordt uiteengezet. Deze verklaring moet belangrijke ratio's en kengetallen omvatten (andere dan die welke reeds in de EU LIQ1-template in het kader van deze ITS zijn opgenomen), die externe belanghebbenden een volledig overzicht geven van het liquiditeitsrisicobeheer van de instelling, met inbegrip van de wisselwerking tussen het liquiditeitsrisicoprofiel van de instelling en de door het leidinggevende orgaan vastgestelde risicotolerantie Deze ratio’s kunnen het volgende omvatten: |
|
|
||
|
||
|
||
|
Template EU LIQ1 - Kwantitatieve informatie over de liquiditeitsdekkingsratio
Reikwijdte van de consolidatie (individueel/geconsolideerd)
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
Totaal ongewogen waarde (gemiddelde) |
Totaal gewogen waarde (gemiddelde) |
||||||||
EU 1a |
Kwartaal eindigend op (dd mm jjj) |
T |
T-1 |
T-2 |
T-3 |
T |
T-1 |
T-2 |
T-3 |
EU 1b |
Aantal datapunten dat bij de berekening van gemiddelden is gebruikt |
|
|
|
|
|
|
|
|
LIQUIDE ACTIVA VAN HOGE KWALITEIT |
|||||||||
1 |
Totaal liquide activa van hoge kwaliteit (HQLA) |
|
|
|
|
|
|||
UITSTROMEN VAN KASMIDDELEN |
|||||||||
2 |
Retaildeposito's en deposito's van kleine zakelijke klanten, waarvan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Stabiele deposito’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Minder stabiele deposito’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Ongedekte wholesalefinanciering |
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Operationele deposito's (alle tegenpartijen) en deposito's in netwerken van coöperatieve banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Niet-operationele deposito’s (alle tegenpartijen) |
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Ongedekte schuld |
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Gedekte wholesalefinanciering |
|
|
|
|
|
|||
10 |
Aanvullende voorschriften |
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Uitstromen in verband met blootstellingen aan derivaten en andere onderpandvereisten |
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Uitstromen in verband met verlies van financiering van schuldproducten |
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
Krediet- en liquiditeitsfaciliteiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
14 |
Andere contractuele financieringsverplichtingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
15 |
Andere voorwaardelijke financieringsverplichtingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
16 |
TOTAAL UITSTROMEN VAN KASMIDDELEN |
|
|
|
|
|
|||
INSTROMEN VAN KASMIDDELEN |
|||||||||
17 |
Gedekte leningstransacties (bijv. omgekeerde repo's) |
|
|
|
|
|
|
|
|
18 |
Instromen uit volledig renderende blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
19 |
Andere instromen van kasmiddelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
EU-19a |
(Verschil tussen totale gewogen instromen en totale gewogen uitstromen voortvloeiende uit transacties in derde landen met overdrachtsbeperkingen of in niet-converteerbare valuta’s) |
|
|
|
|
|
|||
EU-19b |
(Extra instromen uit een verbonden gespecialiseerde kredietinstelling) |
|
|
|
|
|
|||
20 |
TOTAAL INSTROMEN VAN KASMIDDELEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
EU-20a |
Volledig vrijgestelde instromen |
|
|
|
|
|
|
|
|
EU-20b |
Instromen met begrenzing tot 90 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
EU-20c |
Instromen met begrenzing tot 75 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL AANGEPASTE WAARDE |
|||||||||
EU-21 |
LIQUIDITEITSBUFFER |
|
|
|
|
|
|||
22 |
TOTAAL NETTO-UITSTROMEN VAN KASMIDDELEN |
|
|
|
|
|
|||
23 |
LIQUIDITEITSDEKKINGSRATIO (%) |
|
|
|
|
|
Tabel EU LIQB inzake kwalitatieve informatie over de liquiditeitsdekkingsratio, die een aanvulling vormt op template EU LIQ1
overeenkomstig artikel 451 bis, lid 2, VKV
Rij-nummer |
Kwalitatieve informatie - Vrije tekst |
|
a) |
Toelichting over de voornaamste factoren in de resultaten van de liquiditeitsdekkingsratio en ontwikkelingen in de bijdrage die deze input in de loop van de tijd levert tot de berekening van de liquiditeitsdekkingsratio |
|
b) |
Toelichting over de veranderingen in de tijd van de liquiditeitsdekkingsratio |
|
c) |
Toelichting over de feitelijke concentratie van financieringsbronnen |
|
d) |
Beschrijving op hoog niveau van de samenstelling van de liquiditeitsbuffer van de instelling |
|
e) |
Blootstellingen aan derivaten en potentiële opvragingen van zekerheden |
|
f) |
Valutamismatch in de liquiditeitsdekkingsratio |
|
g) |
Andere posten in de berekening van de liquiditeitsdekkingsratio die niet in de template voor openbaarmaking van de liquiditeitsdekkingsratio worden vermeld maar die de instelling relevant acht voor haar liquiditeitsprofiel |
|
Template EU LIQ2: Nettostabielefinancieringsratio
overeenkomstig artikel 451 bis, lid 3, VKV
|
a |
b |
c |
d |
e |
|
(in bedrag van de valuta) |
Ongewogen waarde naar restlooptijd |
Gewogen waarde |
||||
Geen looptijd |
< 6 maanden |
6 maanden tot < 1 jaar |
≥ 1 jaar |
|||
Posten in beschikbare stabiele financiering |
||||||
1 |
Kapitaalbestanddelen en -instrumenten |
|
|
|
|
|
2 |
Eigen vermogen |
|
|
|
|
|
3 |
Overige kapitaalinstrumenten |
|
|
|
|
|
4 |
Retaildeposito’s |
|
|
|
|
|
5 |
Stabiele deposito’s |
|
|
|
|
|
6 |
Minder stabiele deposito’s |
|
|
|
|
|
7 |
Wholesalefinanciering: |
|
|
|
|
|
8 |
Operationele deposito’s |
|
|
|
|
|
9 |
Overige wholesalefinanciering |
|
|
|
|
|
10 |
Onderling afhankelijke passiva |
|
|
|
|
|
11 |
Overige verplichtingen: |
|
|
|
|
|
12 |
NSFR-derivatenverplichtingen |
|
|
|
|
|
13 |
Alle andere verplichtingen en kapitaalinstrumenten die niet in de bovenstaande categorieën zijn opgenomen |
|
|
|
|
|
14 |
Totale beschikbare stabiele financiering |
|
|
|
|
|
Posten in vereiste stabiele financiering |
||||||
15 |
Totaal liquide activa van hoge kwaliteit (HQLA) |
|
|
|
|
|
EU-15a |
Activa die zijn bezwaard voor een resterende looptijd van één jaar of meer in een dekkingspool |
|
|
|
|
|
16 |
Voor operationele doeleinden bij een andere financiële instelling aangehouden deposito's |
|
|
|
|
|
17 |
Renderende leningen en effecten: |
|
|
|
|
|
18 |
Renderende effectenfinancieringstransacties met financiële cliënten, gedekt door HQLA van niveau 1 waarop een reductiefactor van 0 % van toepassing is |
|
|
|
|
|
19 |
Renderende effectenfinancieringstransacties met financiële cliënten, gedekt door andere activa en leningen en voorschotten aan financiële instellingen |
|
|
|
|
|
20 |
Renderende leningen aan niet-financiële zakelijke cliënten, leningen aan particulieren en kleine ondernemingen, en leningen aan overheden en publiekrechtelijke lichamen, waarvan: |
|
|
|
|
|
21 |
Met een risicogewicht van 35 % of minder volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico van Bazel II |
|
|
|
|
|
22 |
Renderende hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed, waarvan: |
|
|
|
|
|
23 |
Met een risicogewicht van 35 % of minder volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico van Bazel II |
|
|
|
|
|
24 |
Overige leningen en effecten waarvoor geen sprake is van wanbetaling is en die niet als HQLA worden aangemerkt, met inbegrip van op de beurs verhandelde aandelen en producten voor handelsfinanciering binnen de balanstelling |
|
|
|
|
|
25 |
Onderling afhankelijke activa |
|
|
|
|
|
26 |
Overige activa: |
|
|
|
|
|
27 |
Fysiek verhandelde grondstoffen |
|
|
|
|
|
28 |
Als initiële marge voor derivatencontracten gestorte activa en bijdragen aan wanbetalingsfondsen van CTP’s |
|
|
|
||
29 |
NSFR-derivatenactiva |
|
|
|
||
30 |
NSFR-derivatenverplichtingen vóór aftrek van gestorte variatiemarge |
|
|
|
||
31 |
Alle andere activa die niet in de bovenstaande categorieën zijn opgenomen |
|
|
|
|
|
32 |
Posten buiten de balanstelling |
|
|
|
|
|
33 |
Totaal VSF |
|
|
|
|
|
34 |
Nettostabielefinancieringsratio (%) |
|
|
|
|
|
BIJLAGE XIV
Instructies voor de templates over liquiditeitsvereisten
Instructies over tabel EU LIQA betreffende het liquiditeitsrisicobeheer en over template EU LIQ1 betreffende de liquiditeitsdekkingsratio
1. |
Instellingen die onder deel zes van Verordening (EU) 575/2013 (1) (“VKV”) vallen, maken de in artikel 451 bis VKV bedoelde informatie openbaar door tabel EU LIQB, template EU LIQ1 en tabel EU LIQB in te vullen. |
Tabel EU LIQA — Liquiditeitsrisicobeheer
2. |
Instellingen die onder deel zes VKV vallen, maken de in artikel 451 bis, lid 4, VKV bedoelde informatie openbaar aan de hand van de instructies die in deze bijlage zijn verstrekt voor het invullen van tabel EU LIQA in bijlage XIII bij deze uitvoeringsverordening. |
3. |
Voor tabel EU LIQA beschouwen instellingen die onder deel zes VKV vallen, de tekstvakken in de tabel als vrijetekstvakken. Zij verstrekken de relevante kwalitatieve en kwantitatieve informatie over hun doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer voor het liquiditeitsrisico, naargelang van hun bedrijfsmodellen en liquiditeitsrisicoprofielen, de organisatie en de functies die betrokken zijn bij het beheer van het liquiditeitsrisico in overeenstemming met artikel 435, lid 1, VKV en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie (2) met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen. |
Template EU LIQ1 - Kwantitatieve informatie over de liquiditeitsdekkingsratio
4. |
Instellingen die onder deel zes VKV vallen, maken de in artikel 451 bis, lid 2, VKV bedoelde informatie openbaar aan de hand van de instructies die hieronder in deze bijlage zijn verstrekt voor het invullen van template EU LIQ1 in bijlage XIII bij deze uitvoeringsverordening. |
5. |
Bij de openbaarmaking van de informatie die in deze template vereist wordt, vermelden instellingen die onder deel zes VKV vallen, de waarden en cijfers die vereist zijn voor elk van de vier kalenderkwartalen (januari-maart, april-juni, juli-september, oktober-december) die aan de datum van openbaarmaking voorafgaan. Instellingen berekenen deze waarden en cijfers als de gewone gemiddelden van waarnemingen aan het einde van de maand over de twaalf maanden die voorafgaan aan het einde van elk kwartaal. |
6. |
De in template EU LIQ1 vereiste informatie bevat alle posten ongeacht de valuta waarin zij luiden en worden openbaar gemaakt in de rapportagevaluta als gedefinieerd in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. |
7. |
Voor de berekening van de ongewogen en gewogen instromen en uitstromen en de gewogen HQLA ten behoeve van template EU LIQ1 volgen instellingen de volgende instructies:
|
8. |
Voor de berekening van de gecorrigeerde waarde van de liquiditeitsbuffer in post 21 en de gecorrigeerde waarde van de totale netto-uitstromen van kasmiddelen in post 22 van template EU LIQ1, volgen instellingen elk van de onderstaande instructies:
|
Tabel EU LIQB inzake kwalitatieve informatie over de liquiditeitsdekkingsratio, die een aanvulling vormt op template EU LIQ1
9. |
Instellingen die onder deel zes VKV vallen, maken de in artikel 451 bis, lid 2, VKV bedoelde informatie openbaar aan de hand van de instructies die in deze bijlage zijn verstrekt voor het invullen van tabel EU LIQB in bijlage XIII bij deze uitvoeringsverordening. |
10. |
Tabel EU LIQB biedt kwalitatieve informatie over de posten die vervat zijn in template EU LIQ1 inzake kwalitatieve informatie over de liquiditeitsdekkingsratio. |
11. |
Instellingen die onder deel zes VKV vallen, beschouwen de tekstvakken in deze tabel als vrijetekstvakken en maken de daarin vervatte posten, waar mogelijk, openbaar aan de hand van de definitie van de liquiditeitsdekkingsratio in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en van de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit als uiteengezet in hoofdstuk 7 ter van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (6). |
Instructies voor template EU LIQ2 over de openbaarmaking van de nettostabielefinancieringsratio (NSFR)
12. |
Instellingen die onder deel zes VKV vallen, maken de in template EU LIQ2 vervatte informatie overeenkomstig artikel 451 bis, lid 3, VKV openbaar aan de hand van de instructies in deze bijlage. De eindkwartaalcijfers worden openbaar gemaakt voor elk kwartaal van de desbetreffende openbaarmakingsperiode. Voor jaarlijkse openbaarmakingen betekent dit bijvoorbeeld dat er vier datasets zijn die het laatste en de drie voorgaande kwartalen dekken. |
13. |
De in template EU LIQ2 vereiste informatie bevat alle activa, verplichtingen en posten buiten de balanstelling ongeacht de valuta waarin zij luiden: deze worden openbaar wordt gemaakt in de rapportagevaluta als gedefinieerd in artikel 411, punt 15, VKV. |
14. |
Om dubbeltelling te voorkomen, vermelden instellingen geen activa of verplichtingen die verband houden met zekerheden gestort of ontvangen als variatiemarge overeenkomstig artikel 428 duodecies, lid 4, VKV en artikel 428 quintricies, lid 2, VKV, of als initiële marge en bijdrage aan het wanbetalingsfonds van een CTP overeenkomstig artikel 428 quatertricies, punt a), en artikel 428 quatertricies, punt b), VKV. |
15. |
In een institutioneel protectiestelsel of een coöperatief netwerk aangehouden deposito’s die als liquide activa worden beschouwd, worden als zodanig openbaar gemaakt. Andere posten binnen een groep of institutioneel protectiestelsel worden in de desbetreffende algemene categorieën vermeld in de template voor vereiste of beschikbare stabiele financiering. |
16. |
Instellingen vermelden altijd als “ongewogen waarde naar resterende looptijd” in de kolommen a, b, c en d van de template de boekwaarden, behalve voor de gevallen van derivatencontracten, waarvoor instellingen de reële waarde als bedoeld in artikel 428 quinquies, lid 2, VKV vermelden. |
17. |
Instellingen vermelden de “gewogen waarde” in kolom e van deze template. Deze waarde geeft in overeenstemming met artikel 428 quater, lid 2, VKV de waarde weer die het resultaat is van de ongewogen waarde vermenigvuldigd met de stabielefinancieringsfactoren. |
18. |
Het bedrag van de activa en passiva die voortvloeien uit effectenfinancieringstransacties met één tegenpartij, wordt op nettobasis in aanmerking genomen indien artikel 428 sexies VKV van toepassing is. Ingeval de afzonderlijke verrekende transacties onderworpen waren aan verschillende factoren voor de vereiste stabiele financiering, indien afzonderlijk in aanmerking genomen, wordt het te vermelden verrekende bedrag, indien het gaat om een actief, onderworpen aan de hogere factor voor de vereiste stabiele financiering daarvan. |
19. |
Instellingen verstrekken in de toelichting bij deze template de uitleg die nodig is om het begrip van de resultaten en de bijbehorende gegevens te vergemakkelijken. Instellingen geven ten minste toelichting over:
|
Posten in beschikbare stabiele financiering (ASF)
20. |
Overeenkomstig artikel 428 decies VKV wordt, tenzij anders bepaald in deel zes, titel IV, hoofdstuk 3, VKV, het bedrag van de beschikbare stabiele financiering berekend door het bedrag van de passiva en het eigen vermogen, als ongewogen waarde, te vermenigvuldigen met de factoren voor de beschikbare stabiele financiering. De gewogen waarde in kolom “e” van deze template geeft het bedrag van de beschikbare stabiele financiering weer. |
21. |
Alle passiva en eigen vermogen worden, uitgesplitst naar hun resterende looptijd, vermeld in de kolommen a, b, c en d van deze template, berekend overeenkomstig de artikelen 428 undecies, 428 sexdecies en 428 octotricies VKV, met de volgende uitsplitsing naar looptijdsegmenten:
|
Posten van de vereiste stabiele financiering
22. |
Instellingen vermelden in de passende categorie alle activa waarvan zij de uiteindelijke begunstigde blijven, ook als die activa niet in hun balans zijn opgenomen. Activa waarvan instellingen niet de uiteindelijke begunstigde blijven, worden niet vermeld, zelfs als die activa in hun balans zijn opgenomen. |
23. |
Overeenkomstig artikel 428 septdecies VKV wordt, tenzij anders bepaald in deel zes, titel IV, hoofdstuk 4, VKV, het bedrag van de vereiste stabiele financiering berekend door de ongewogen waarde van activa en posten buiten de balanstelling te vermenigvuldigen met de factoren voor de vereiste stabiele financiering. |
24. |
Activa die in aanmerking komen als liquide activa van hoge kwaliteit (HQLA) overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie, worden als zodanig openbaar gemaakt in een aangewezen rij, ongeacht de resterende looptijd ervan. |
25. |
Alle niet-HQLA-activa en posten buiten de balanstelling worden vermeld met een uitsplitsing naar hun resterende looptijd overeenkomstig artikel 428 octodecies VKV. De looptijdsegmenten van de bedragen, standaardfactoren en toepasselijke factoren zijn de volgende:
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).
(3) Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5).
(4) Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/208 van de Commissie van 31 oktober 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake additionele uitstromen van liquiditeit die overeenstemmen met de behoeften aan zekerheid ingevolge de impact van een ongunstig marktscenario op de derivatentransacties van een instelling (PB L 33 van 8.2.2017, blz. 14).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(7) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
BIJLAGE XV
Tabel EU CRA: Algemene kwalitatieve informatie over kredietrisico
Instellingen beschrijven hun risicobeheerdoelstellingen en beleid inzake kredietrisico door de volgende informatie te verstrekken:
Kwalitatieve informatieverschaffing |
|
a) |
In de bondige risicoverklaring overeenkomstig artikel 435, lid 1, punt f), VKV hoe het bedrijfsmodel zich vertaalt in de componenten van het kredietrisicoprofiel van de instelling. |
b) |
Bij de bespreking van hun strategieën en processen om het kredietrisico te beheren en de beleidslijnen inzake het afdekken en limiteren van dat risico overeenkomstig artikel 435, lid 1, punten a) en d), VKV de criteria en aanpak die worden gebruikt voor het bepalen van het kredietrisicobeheerbeleid en voor het vaststellen van kredietrisicolimieten. |
c) |
Bij de informatieverstrekking over de structuur en organisatie van de risicobeheersfunctie overeenkomstig artikel 435, lid 1, punt b), VKV de structuur en organisatie van de kredietrisicobeheers- en controlefunctie. |
d) |
Bij de informatieverstrekking over de autoriteit, status en andere regelingen voor de risicobeheersfunctie overeenkomstig artikel 435, lid 1, punt b), VKV de betrekkingen tussen kredietrisicobeheer, risicocontrole, naleving en interne-auditfuncties. |
Tabel EU CRB: Aanvullende openbaarmaking met betrekking tot de kredietkwaliteit van activa
Kwalitatieve informatieverschaffing |
|
a) |
Het toepassingsgebied en de definities van “achterstallige” en “dubieuze” blootstellingen die voor boekhoudkundige doeleinden worden gebruikt en de eventuele verschillen tussen de definitie van achterstal en wanbetaling voor boekhoudkundige en regelgevingsdoeleinden als gespecificeerd in de EBA-richtsnoeren betreffende de toepassing van de definitie van wanbetaling overeenkomstig artikel 178 VKV. |
b) |
De mate waarin achterstallige blootstellingen (meer dan 90 dagen) niet als dubieus worden beschouwd en de redenen daarvoor. |
c) |
Beschrijving van de methoden die worden gebruikt voor het bepalen van algemene en specifieke kredietrisicoaanpassingen. |
d) |
De eigen definitie van de instelling van een geherstructureerde blootstelling die wordt gebruikt voor de tenuitvoerlegging van artikel 178, lid 3, punt d), VKV als gespecificeerd in de EBA-richtsnoeren inzake wanbetaling, overeenkomstig artikel 178 VKV als die verschilt van de definitie van respijtblootstelling in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 680/2014 van de Commissie. |
Template EU CR1: Renderende en niet-renderende blootstellingen en gerelateerde voorzieningen
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
o |
|
Bruto boekwaarde/nominale waarde |
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering, geaccumuleerde negatieve wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen |
Geaccumuleerde gedeeltelijke afschrijving |
Ontvangen zekerheden en financiële garanties |
|||||||||||||
Renderende blootstellingen |
Niet-renderende blootstellingen |
Renderende blootstellingen - geaccumuleerde bijzondere waardevermindering en voorzieningen |
Niet-renderende blootstellingen – geaccumuleerde bijzondere waardevermindering, geaccumuleerde negatieve wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen |
Op renderende blootstellingen |
Op niet-renderende blootstellingen |
|||||||||||
|
Waarvan fase 1 |
Waarvan fase 2 |
|
Waarvan fase 2 |
Waarvan fase 3 |
|
Waarvan fase 1 |
Waarvan fase 2 |
|
Waarvan fase 2 |
Waarvan fase 3 |
|||||
005 |
Tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
010 |
Leningen en voorschotten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Waarvan mkb/kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Huishoudens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
190 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
200 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
210 |
Huishoudens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
220 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CR1-A: Looptijd van de blootstellingen
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
|
Nettoblootstellingswaarde |
|||||||
Opvraagbaar |
≤ 1 jaar |
> 1 jaar ≤ 5 jaar |
> 5 jaar |
Geen opgegeven looptijd |
Totaal |
||
1 |
Leningen en voorschotten |
|
|
|
|
|
|
2 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
|
3 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR2: Wijzigingen in de uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten
|
a |
|
Bruto boekwaarde |
||
010 |
Oorspronkelijke uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten |
|
020 |
Instromen naar niet-renderende portefeuilles |
|
030 |
Uitstromen van niet-renderende portefeuilles |
|
040 |
Uitstromen als gevolg van afschrijvingen |
|
050 |
Uitstroom als gevolg van andere situaties |
|
060 |
Uiteindelijke uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten |
|
Template EU CR2a: Wijzigingen in de uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten en gerelateerde netto gecumuleerde teruggevorderde bedragen
|
a |
b |
|
Bruto boekwaarde |
Gerelateerde netto gecumuleerde teruggevorderde bedragen |
||
010 |
Oorspronkelijke uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten |
|
|
020 |
Instromen naar niet-renderende portefeuilles |
|
|
030 |
Uitstromen van niet-renderende portefeuilles |
|
|
040 |
Uitstroom naar renderende portefeuille |
|
|
050 |
Uitstroom als gevolg van terugbetaling van de lening, geheel of gedeeltelijk |
|
|
060 |
Uitstroom als gevolg van liquidaties van zekerheden |
|
|
070 |
Uitstroom als gevolg van bezitsverkrijging van zekerheden |
|
|
080 |
Uitstroom als gevolg van verkoop van instrumenten |
|
|
090 |
Uitstroom als gevolg van risico-overdrachten |
|
|
100 |
Uitstromen als gevolg van afschrijvingen |
|
|
110 |
Uitstroom als gevolg van andere situaties |
|
|
120 |
Uitstroom als gevolg van herindeling als voor verkoop aangehouden |
|
|
130 |
Uiteindelijke uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten |
|
|
Template EU CQ1: Kredietkwaliteit van respijtblootstellingen
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
Bruto boekwaarde/nominale waarde van blootstellingen met respijtmaatregelen |
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering, geaccumuleerde negatieve wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen |
Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties voor respijtblootstellingen |
|||||||
Renderend respijtrisico |
Niet-renderend respijtrisico |
Op renderende respijtblootstellingen |
Op niet-renderende respijtblootstellingen |
|
Waarvan ontvangen zekerheden en financiële garanties m.b.t. niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen |
||||
|
Waarvan in wanbetaling |
Waarvan met waardevermindering |
|
||||||
005 |
Tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
010 |
Leningen en voorschotten |
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Huishoudens |
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Verstrekte toegezegde leningen |
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CQ2: Kwaliteit van de respijtmaatregelen
|
a |
|
Bruto boekwaarde van respijtblootstellingen |
||
010 |
Leningen en voorschotten waarvoor meer dan tweemaal respijtmaatregelen zijn toegekend |
|
020 |
Niet-renderende leningen en voorschotten met respijtmaatregelen die niet aan de criteria voldeden om de categorie niet-renderend te verlaten |
|
Template EU CQ3: Kredietkwaliteit van renderende en niet-renderende blootstellingen naar achterstallige dagen
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
|
Bruto boekwaarde/nominale waarde |
|||||||||||||
Renderende blootstellingen |
Niet-renderende blootstellingen |
||||||||||||
|
Niet-achterstallig of achterstallig ≤ 30 dagen |
Achterstallig > 30 dagen ≤ 90 dagen |
|
Betaling onwaarschijnlijk die niet achterstallig zijn of achterstallig ≤ 90 dagen |
Achterstallig > 90 dagen ≤ 180 dagen |
Achterstallig > 180 dagen ≤ 1 jaar |
Achterstallig > 1 jaar ≤ 2 jaar |
Achterstallig > 2 jaar ≤ 5 jaar |
Achterstallig > 5 jaar ≤ 7 jaar |
Achterstallig > 7 jaar |
Waarvan in wanbetaling |
||
005 |
Tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
010 |
Leningen en voorschotten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Waarvan mkb/kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Huishoudens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
Centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
Overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
Kredietinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
190 |
Andere financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
200 |
Niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
210 |
Huishoudens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
220 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CQ4: Kwaliteit van niet-renderende blootstellingen naar geografie
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
|
Bruto boekwaarde/nominale waarde |
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering |
Voorzieningen m.b.t. toezeggingen en verleende financiële garanties buiten balanstelling |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico m.b.t. niet-renderende blootstellingen |
|||||
|
Waarvan niet-renderende |
Waarvan onderhevig aan bijzondere waardevermindering |
||||||
|
Waarvan in wanbetaling |
|||||||
010 |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Land 1 |
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Land 2 |
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Land 3 |
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Land 4 |
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Land N |
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Andere landen |
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Land 1 |
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Land 2 |
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Land 3 |
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Land 4 |
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Land N |
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Andere landen |
|
|
|
|
|
|
|
150 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CQ5: Kredietkwaliteit van leningen en voorschotten aan niet-financiële vennootschappen naar industrie
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
|
Bruto boekwaarde |
Geaccumuleerde bijzondere waardevermindering |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico m.b.t. niet-renderende blootstellingen |
|||||
|
Waarvan niet-renderende |
Waarvan aan bijzondere waardevermindering onderhevige leningen en voorschotten |
|||||
|
Waarvan in wanbetaling |
||||||
010 |
Landbouw, bosbouw en visserij |
|
|
|
|
|
|
020 |
Winning van delfstoffen |
|
|
|
|
|
|
030 |
Industrie |
|
|
|
|
|
|
040 |
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht |
|
|
|
|
|
|
050 |
Watervoorziening |
|
|
|
|
|
|
060 |
Bouwnijverheid |
|
|
|
|
|
|
070 |
Groot- en detailhandel |
|
|
|
|
|
|
080 |
Vervoer en opslag |
|
|
|
|
|
|
090 |
Verschaffen van accommodatie en maaltijden |
|
|
|
|
|
|
100 |
Informatie en communicatie |
|
|
|
|
|
|
110 |
Financiële en verzekeringsactiviteiten |
|
|
|
|
|
|
120 |
Exploitatie van en handel in onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
130 |
Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten |
|
|
|
|
|
|
140 |
Administratieve en ondersteunende diensten |
|
|
|
|
|
|
150 |
Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen |
|
|
|
|
|
|
160 |
Onderwijs |
|
|
|
|
|
|
170 |
Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening |
|
|
|
|
|
|
180 |
Kunst, amusement en recreatie |
|
|
|
|
|
|
190 |
Overige diensten |
|
|
|
|
|
|
200 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
Template EU CQ6: Waardering van zekerheden — leningen en voorschotten
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
|
Leningen en voorschotten |
|||||||||||||
|
Renderende |
Niet-renderende |
|||||||||||
|
|
Betaling onwaarschijnlijk die niet achterstallig zijn of achterstallig ≤ 90 dagen |
Achterstallig > 90 dagen |
||||||||||
|
Waarvan achterstallig > 30 dagen ≤ 90 dagen |
|
Waarvan achterstallig > 90 dagen ≤ 180 dagen |
Waarvan: achterstallig > 180 dagen ≤ 1 jaar |
Waarvan: achterstallig > 1 jaar ≤ 2 jaar |
Waarvan: achterstallig > 2 jaar ≤ 5 jaar |
Waarvan: achterstallig > 5 jaar ≤ 7 jaar |
Waarvan: achterstallig > 7 jaar |
|||||
010 |
Bruto boekwaarde |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Waarvan gedekt |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Waarvan gedekt door onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Waarvan instrumenten met een LTV-ratio hoger dan 60 % en lager dan of gelijk aan 80 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Waarvan instrumenten met een LTV-ratio hoger dan 80 % en lager dan of gelijk aan 100 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Waarvan instrumenten met een LTV-ratio hoger dan 100 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor gedekte activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Zekerheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Waarvan waarde gemaximeerd op de waarde van de blootstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Waarvan onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Waarvan waarde boven het maximum |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Waarvan onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Ontvangen financiële garanties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Geaccumuleerde gedeeltelijke afschrijving |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CQ7: Door bezitsverkrijging en via executieprocedures verkregen zekerheden
|
a |
b |
|
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden |
|||
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
||
010 |
Materiële vaste activa |
|
|
020 |
Andere dan materiële vaste activa |
|
|
030 |
Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
040 |
Zakelijk onroerend goed |
|
|
050 |
Roerende goederen (auto’s, scheepvaart, enz.) |
|
|
060 |
Eigenvermogens- en schuldinstrumenten |
|
|
070 |
Andere zekerheden |
|
|
080 |
Totaal |
|
|
Template EU CQ8: Door bezitsverkrijging en via executieprocedures verkregen zekerheden - uitsplitsing naar periode
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
|||||
Vermindering uitstaande schuld |
Totaal door bezitsverkrijging verkregen zekerheden |
||||||||||||||||
|
Geëxecuteerd ≤ 2 jaar |
Geëxecuteerd > 2 jaar ≤ 5 jaar |
Geëxecuteerd > 5 jaar |
Waarvan als vaste activa aangehouden voor verkoop |
|||||||||||||
Bruto boekwaarde |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
Waarde bij eerste opname |
Geaccumuleerde negatieve wijzigingen |
||||||
010 |
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden ingedeeld als materiële vaste activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
020 |
Door bezitsverkrijging verkregen zekerheden, andere dan ingedeeld als materiële vaste activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
030 |
Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
040 |
Zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
050 |
Roerende goederen (auto’s, scheepvaart, enz.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
060 |
Eigenvermogens- en schuldinstrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
070 |
Andere zekerheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
080 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE XVI
Instructies voor openbaarmaking van doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer, blootstellingen aan kredietrisico, verwateringsrisico en kredietkwaliteit
1. |
Bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening bevat een reeks templates die van toepassing zijn op alle instellingen waarop artikel 442 VKV van toepassing is. De bijlage bevat ook enkele aanvullende templates die vereist zijn voor grote instellingen waarvan de verhouding tussen de bruto boekwaarde van leningen en voorschotten die vallen onder artikel 47 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en de totale bruto boekwaarde van leningen en voorschotten die vallen onder de definitie van artikel 47 bis, lid 1, van die verordening, gelijk is aan of hoger is dan 5 %. Voor de toepassing van deze ratio en van de templates in bijlage XV, worden leningen en voorschotten die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s, uitgesloten van zowel de noemer als de teller van de ratio’s, en van de rijen voor leningen en voorschotten in de templates. De informatie over de tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito’s wordt in sommige daarvan afzonderlijk vermeld. |
2. |
De aanvullende templates zijn nodig om voldoende uitgebreide en vergelijkbare informatie te verstrekken zodat de gebruikers van die informatie de risicoprofielen van instellingen kunnen beoordelen. Bij het lezen van deze instructies moeten instellingen dan ook rekening houden met de evenredigheidscriteria van artikel 9 van deze uitvoeringsverordening. |
Tabel EU CRA: Algemene kwalitatieve informatie over kredietrisico
3. |
Instellingen maken de informatie over de in artikel 435, lid 1, punten a), b), d) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer voor kredietrisico openbaar door aan de hand van de instructies in deze bijlage tabel EU CRA in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Tabel EU CRB: Aanvullende openbaarmaking met betrekking tot de kredietkwaliteit van activa
4. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punten a) en b), van de VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies tabel EU CRB in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CR1: Renderende en niet-renderende blootstellingen en gerelateerde voorzieningen
5. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punten c) en e), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR1 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CR1-A: Looptijd van de blootstellingen
6. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt g), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies template EU CR1-A in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CR2: Wijzigingen in de uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten
1. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt f), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR2 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen. Instellingen verduidelijken in de toelichting bij deze templates elk wezenlijk verschil tussen de in elke rij vermelde niet-renderende waarden en de waarden alsof de definitie van wanbetaling overeenkomstig artikel 178 VKV zou zijn toegepast.
|
Template EU CR2a: Wijzigingen in de uitstaande niet-renderende leningen en voorschotten en gerelateerde netto gecumuleerde teruggevorderde bedragen
2. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punten c) en f), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR2a in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen. Instellingen verduidelijken in de toelichting bij deze templates elk wezenlijk verschil tussen de in elke rij vermelde niet-renderende waarden en de waarden alsof de definitie van wanbetaling overeenkomstig artikel 178 VKV zou zijn toegepast, met name voor de rijen 010, 030, 100 en 130.
|
Template EU CQ1: Kredietkwaliteit van respijtblootstellingen
3. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt c), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ1 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ2: Kwaliteit van de respijtmaatregelen
1. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt c), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ2 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ3: Kredietkwaliteit van renderende en niet-renderende blootstellingen naar achterstallige dagen
4. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt d), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ3 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ4: Kwaliteit van niet-renderende blootstellingen naar geografie
5. |
Als niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen in alle niet-binnenlandse landen in alle blootstellingscategorieën 10 % of meer van de totale (binnenlandse en niet-binnenlandse) oorspronkelijke blootstellingen bedragen, maken instellingen de in artikel 442, punten c) en e), VKV bedoelde informatie openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ4 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ5: Kredietkwaliteit van leningen en voorschotten aan niet-financiële vennootschappen naar industrie
6. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punten c) en e), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ5 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ6: Waardering van zekerheden – leningen en voorschotten
7. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt c), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ6 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ7: Door bezitsverkrijging en via executieprocedures verkregen zekerheden
8. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt c), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ7 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CQ8: Door bezitsverkrijging en via executieprocedures verkregen zekerheden - uitsplitsing naar periode
9. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 442, punt c), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CQ8 in bijlage XV bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).
(4) Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).
(5) Aanbeveling van het Europees Comité voor systeemrisico’s van 31 oktober 2016 betreffende het opvullen van lacunes in onroerendgoedgegevens (ESRB/2016/14) (PB C 31 van 31.1.2017, blz. 1).
BIJLAGE XVII
Tabel EU CRC - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot kredietrisicolimiteringstechnieken
Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrondslag |
Rij |
Vrije opmaak |
Artikel 453, punt a), VKV |
a) |
Een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de beleidslijnen en procedures voor verrekening binnen en buiten de balanstelling en een indicatie van de mate waarin instellingen gebruik maken van balansverrekening; |
Artikel 453, punt b, VKV |
b) |
De belangrijkste kenmerken van beleidslijnen en procedures voor de waardering en het beheer van toelaatbare zekerheden; |
Artikel 453, punt c), VKV |
c) |
Een beschrijving van de voornaamste soorten door de instelling aanvaarde zekerheden ter limitering van kredietrisico; |
Artikel 453, punt d), VKV |
d) |
Voor garanties en kredietderivaten ten behoeve van kredietprotectie, de voornaamste soorten garantiegevers en tegenpartijen bij kredietderivaten en hun kredietwaardigheid, gebruikt ter vermindering van de kapitaalvereisten, met uitzondering van die welke als onderdeel van synthetische-securitisatiestructuren worden ingezet; |
Artikel 453, punt e), VKV |
e) |
Informatie over concentraties van markt- of kredietrisico in het kader van de toegepaste kredietrisicolimitering; |
Template CR3 - Overzicht van technieken voor kredietrisicolimitering: Openbaarmaking van het gebruik van technieken voor kredietrisicolimitering
|
Ongedekte bruto boekwaarde |
Gedekte bruto boekwaarde |
||||
|
Waarvan gedekt door zekerheden |
Waarvan gedekt door financiële garanties |
|
|||
Waarvan gedekt door kredietderivaten |
||||||
a |
b |
c |
d |
e |
||
1 |
Leningen en voorschotten |
|
|
|
|
|
2 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
3 |
Totaal |
|
|
|
|
|
4 |
Waarvan niet-renderende blootstellingen |
|
|
|
|
|
EU-5 |
Waarvan in wanbetaling |
|
|
|
|
|
BIJLAGE XVIII
Openbaarmaking van het gebruik van technieken voor kredietrisicolimitering
Tabel EU CRC - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot kredietrisicolimiteringstechnieken Flexibele tabel
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 453, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 575/2013 (1) (VKV) openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CRC in bijlage XVII bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
Rij |
Verwijzing naar wetgeving en instructies |
|||||||||
Toelichting |
||||||||||
a) |
Artikel 453, punt a), VKV |
Bij de openbaarmaking van informatie over hun verrekeningsbeleid en gebruik van verrekening overeenkomstig artikel 453, punt a), VKV geven instellingen een duidelijke beschrijving van het beleid en de processen op het gebied van kredietrisicolimiteringstechnieken op de balans, verrekening van posten buiten de balanstelling en kaderverrekeningsovereenkomsten. Zij geven ook aan in hoeverre gebruik is gemaakt van overeenkomsten inzake verrekening van balansposten en posten buiten de balanstelling en kaderverrekeningsovereenkomsten, evenals het belang daarvan voor het beheer van kredietrisico. Instellingen kunnen met name details vermelden over de gebruikte technieken en over de posities die worden gedekt door de overeenkomsten inzake verrekening van balansposten en de financiële instrumenten die in de kaderverrekeningsovereenkomsten zijn opgenomen. Ook de voorwaarden die nodig zijn om de doeltreffendheid van deze technieken te waarborgen en de controles op juridisch risico kunnen worden beschreven. |
||||||||
b) |
Artikel 453, punt b) VKV |
Als onderdeel van hun openbaarmakingen over de kernkenmerken van hun beleidslijnen en processen voor de waardering en het beheer van in aanmerking komende zekerheden overeenkomstig artikel 453, punt b), VKV maken instellingen het volgende openbaar:
Daarnaast kunnen instellingen ook openbaar maken of er een systeem van kredietblootstellingslimieten is en welke gevolgen de geaccepteerde zekerheden hebben in de kwantificering van die limieten. |
||||||||
c) |
Artikel 453, punt c), VKV |
Bij de beschrijving van de overeenkomstig artikel 453, punt c), VKV genomen zekerheden verstrekken instellingen een gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste soorten aanvaarde zekerheden om het kredietrisico te limiteren, per soort blootstelling. |
||||||||
d) |
Artikel 453, punt d), VKV |
De beschrijving van de voornaamste soorten garantiegevers en tegenpartijen bij kredietderivaten en hun kredietwaardigheid die overeenkomstig artikel 453, punt d), VKV openbaar moeten worden gemaakt, hebben betrekking op kredietderivaten die worden gebruikt om de kapitaalvereisten te verminderen, met uitzondering van die welke als onderdeel van synthetische securitisatiestructuren worden gebruikt. Instellingen kunnen ook een beschrijving geven van de methoden die worden gebruikt om de effecten van de garanties of kredietderivaten die door de voornaamste soorten garantiegevers en tegenpartijen worden verstrekt, te erkennen. |
||||||||
e) |
Artikel 453, punt e), VKV |
Wanneer instellingen overeenkomstig artikel 453, punt e), VKV informatie openbaar maken over markt- of kredietrisicoconcentraties binnen kredietrisicolimitering, verstrekken zij een analyse van elke concentratie die ontstaat als gevolg van kredietrisicolimiteringsmaatregelen en kan voorkomen dat kredietrisicolimiteringsinstrumenten effectief zijn. Concentraties die binnen het toepassingsgebied van deze openbaarmaking vallen, kunnen concentraties omvatten per type instrument dat als zekerheid wordt gebruikt, entiteit (concentratie per type garantiegever en kredietderivaatverstrekkers), sector, geografisch gebied, valuta, rating of andere factoren die van invloed kunnen zijn op de waarde van de protectie en daardoor deze protectie verminderen. |
Template EU CR3 - Overzicht van technieken voor kredietrisicolimitering: openbaarmaking van het gebruik van technieken voor kredietrisicolimitering. Vaste template.
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 453, punt f), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR3 in bijlage XVII bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
Deze template bestrijkt alle kredietrisicolimiteringstechnieken die in het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving worden erkend, ongeacht of deze technieken zijn opgenomen in de VKV, met inbegrip van maar niet beperkt tot alle soorten zekerheden, financiële garanties en kredietderivaten die voor alle gedekte blootstellingen worden gebruikt, los van de vraag of de standaardbenadering dan wel de interneratingbenadering wordt gebruikt voor de berekening van de risicogewogen posten (RWEA). Instellingen vullen de template aan met een beschrijvende toelichting om significante wijzigingen tijdens de openbaarmakingsperiode en de belangrijkste oorzaken van dergelijke wijzigingen toe te lichten.
Kolom |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
Toelichting |
|
a |
Ongedekte bruto boekwaarde: De bruto boekwaarde van blootstellingen (na aftrek van voorzieningen/bijzondere waardeverminderingen) waarvoor geen kredietrisicolimiteringstechniek wordt gehanteerd, ongeacht of deze techniek is opgenomen in de VKV Dit verwijst met name naar blootstellingen waarvoor geen zekerheden in pand zijn gegeven noch financiële garanties zijn ontvangen. Het ongedekte deel van een gedeeltelijk gedekte of gedeeltelijk gegarandeerde blootstelling wordt niet opgenomen. |
b |
Gedekte bruto boekwaarde: De boekwaarde van blootstellingen waaraan ten minste één kredietrisicolimiteringstechniek (zekerheden, financiële garanties, kredietderivaten) verbonden is Als de waarde van zekerheden, financiële garanties en kredietderivaten ter dekking van een blootstelling de boekwaarde van die blootstelling overschrijdt, worden alleen de waarden tot en met de boekwaarde van de blootstelling opgenomen. Als de boekwaarde van een blootstelling de waarde van de zekerheden, financiële garanties en kredietderivaten ter dekking van die blootstelling overschrijdt, wordt de volledige boekwaarde van die blootstelling opgenomen. Ten behoeve van de volgende kolommen c, d, en e wordt de toerekening van de boekwaarde van multigedekte blootstellingen aan hun verschillende kredietrisicolimiteringstechnieken verricht in volgorde van prioriteit, te beginnen met de techniek van kredietrisicolimitering die het eerst zal worden afgeroepen in geval van wanbetaling, en binnen de grenzen van de boekwaarde van de gedekte blootstellingen. Elk deel van de blootstelling wordt in slechts één van de kolommen c, d of e van deze template opgenomen. |
c |
Waarvan gedekt door zekerheden: Dit is een subset van kolom b van deze template en bevat de boekwaarde van blootstellingen (exclusief voorzieningen/bijzondere waardeverminderingen) of delen van blootstellingen die door zekerheden zijn gedekt. Als een blootstelling is gedekt door zekerheden en andere kredietrisicolimiteringstechnieken die naar verwachting vooraf zullen worden opgevraagd in geval van wanbetaling, is de boekwaarde van de door zekerheden gedekte blootstelling het resterende deel van de blootstelling na inaanmerkingneming van de aandelen van de blootstelling die reeds door andere limiteringstechnieken zijn gedekt, tot ten hoogste de boekwaarde van die blootstelling. |
d |
Waarvan gedekt door financiële garanties: Dit is een subset van kolom b van deze template en bevat de boekwaarde van blootstellingen (exclusief voorzieningen/bijzondere waardeverminderingen) of delen van blootstellingen die door garanties zijn gedekt. Als een blootstelling is gedekt door garanties en andere kredietrisicolimiteringstechnieken die naar verwachting vooraf zullen worden opgevraagd in geval van wanbetaling, is de boekwaarde van de door garanties gedekte blootstelling het resterende deel van de blootstelling na inaanmerkingneming van de aandelen van de blootstelling die reeds door andere limiteringstechnieken zijn gedekt, tot ten hoogste de boekwaarde van die blootstelling. |
e |
Waarvan gedekt door kredietderivaten: Dit is een subset van kolom d (financiële garanties) van deze template en bevat de boekwaarde van blootstellingen (exclusief voorzieningen/bijzondere waardeverminderingen) of delen van blootstellingen die door kredietderivaten zijn gedekt. Als een blootstelling is gedekt door kredietderivaten en andere kredietrisicolimiteringstechnieken die naar verwachting vooraf zullen worden opgevraagd in geval van wanbetaling, is de boekwaarde van de door kredietderivaten gedekte blootstelling het resterende deel van de blootstelling na inaanmerkingneming van de aandelen van de blootstelling die reeds door andere limiteringstechnieken zijn gedekt, tot ten hoogste de boekwaarde van die blootstelling. |
Rij |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
Toelichting |
|
1 |
Leningen en voorschotten “Leningen en voorschotten” zijn door instellingen aangehouden schuldinstrumenten die geen effecten zijn; deze post omvat “leningen” overeenkomstig Verordening (EU) 1071/2013 (“ECB BSI-verordening”) (2) en voorschotten die niet als “leningen” kunnen worden geclassificeerd overeenkomstig de ECB BSI-verordening, als bepaald in bijlage V, deel 1, punt 32, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (3). |
2 |
Schuldbewijzen Schuldbewijzen zijn schuldinstrumenten die door de instelling worden aangehouden en die zijn uitgegeven als effecten die geen leningen in de zin van de ECB BSI-verordening zijn, als gedefinieerd in bijlage V, deel 1, punt 31, bij Uitvoeringsverordening (EU) 680/2014 van de Commissie. |
3 |
Totaal Som van de bedragen in de rijen 1 en 2 van deze template |
4 |
Waarvan niet-renderende blootstellingen Niet-renderende blootstellingen overeenkomstig artikel 47 bis VKV |
EU-5 |
Waarvan in wanbetaling Blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan overeenkomstig artikel 178 VKV |
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
BIJLAGE XIX
Tabel EU CRD – Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot standaardbenadering
Rechtsgrond |
Rij |
Kwalitatieve informatie - vrije opmaak |
Artikel 444, punt a), VKV |
a) |
De namen van de door de instelling aangewezen externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI’s) en exportkredietinstellingen (ECA’s), evenals de redenen voor eventuele wijzigingen in de openbaarmakingsperiode; |
Artikel 444, punt b), VKV |
b) |
De categorieën blootstellingen waarvoor elke EKBI of kredietbeoordelaar wordt gebruikt; |
Artikel 444, punt c), VKV |
c) |
Een beschrijving van de procedure waarbij de kredietbeoordelingen van uitgevende instellingen en uitgiften worden overgedragen op niet in de handelsportefeuille opgenomen posten van vergelijkbare activa; |
Artikel 444, punt d), VKV |
d) |
De samenhang van de externe rating van elke aangewezen EKBI/ECA (als bedoeld in rij a) van deze template) met de risicogewichten die overeenstemmen met de kredietkwaliteitscategorieën bepaald in deel drie, titel II, hoofdstuk 2, VKV, behalve waar de instelling voldoet aan de door de EBA gepubliceerde standaardindeling. |
Template EU CR4 – Standaardbenadering – Kredietrisicoblootstelling en kredietrisicolimiteringseffecten
|
Blootstellingscategorieën |
Blootstellingen vóór omrekeningsfactoren en vóór kredietrisicolimitering |
Blootstellingen na omrekeningsfactoren en na kredietrisicolimitering |
Risicogewogen actiefposten en densiteit risicogewogen actiefposten |
|||
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewogen actiefposten |
Densiteit risicogewogen actiefposten (%) |
||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
||
1 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
2 |
Regionale of lokale overheden |
|
|
|
|
|
|
3 |
Publiekrechtelijke lichamen |
|
|
|
|
|
|
4 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken |
|
|
|
|
|
|
5 |
Internationale organisaties |
|
|
|
|
|
|
6 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
7 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
8 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
9 |
Gedekt door hypotheken op onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
10 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
|
|
|
|
|
|
11 |
Blootstellingen met een bijzonder hoog risico |
|
|
|
|
|
|
12 |
Gedekte obligaties |
|
|
|
|
|
|
13 |
Instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn |
|
|
|
|
|
|
14 |
Instellingen voor collectieve belegging |
|
|
|
|
|
|
15 |
Aandelen |
|
|
|
|
|
|
16 |
Andere posten |
|
|
|
|
|
|
17 |
TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR5 – Standaardbenadering
|
Blootstellingscategorieën |
Risicogewicht |
Totaal |
Waarvan zonder rating |
||||||||||||||
0 % |
2 % |
4 % |
10 % |
20 % |
35 % |
50 % |
70 % |
75 % |
100 % |
150 % |
250 % |
370 % |
1 250 % |
Andere |
||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
o |
p |
q |
||
1 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Regionale of lokale overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Publiekrechtelijke lichamen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Internationale organisaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Blootstellingen met een bijzonder hoog risico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Gedekte obligaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
14 |
Rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15 |
Blootstellingen in aandelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
16 |
Andere posten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
17 |
TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE XX
Instructies voor de openbaarmaking van het gebruik van de standaardbenadering voor kredietrisico (met uitzondering van tegenpartijkredietrisico en securitisatieposities)
1.
Instrumenten waarop de vereisten van deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV (CCR-blootstellingen) van toepassing zijn, evenals instrumenten waarop de vereisten van deel drie, titel II, hoofdstuk 5, VKV (securitisatieblootstellingen) van toepassing zijn, vallen niet onder de templates waarvoor in deze bijlage instructies worden gegeven.
Tabel EU CRD - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot standaardbenadering Flexibele opmaak
2. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 444, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 575/2013 (1) (VKV) openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CRD in bijlage XIX bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
Template EU CR4: Kredietrisicoblootstelling en kredietrisicolimiteringseffecten Vaste opmaak
3. |
Instellingen die de risicogewogen posten voor kredietrisico berekenen overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 2, VKV, maken de in artikel 453, punten g), h) en i), VKV en artikel 444, punt e), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR4 in bijlage XIX bij deze uitvoeringsverordening in te vullen
|
Template EU CR5 – Standaardbenadering Vaste opmaak
4. |
Instellingen maken de informatie bedoeld in artikel 444, punt e), VKV openbaar door aan de hand van de volgende instructies in deze bijlage template EU CR5 in bijlage XIX bij deze uitvoeringsverordening in te vullen.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 183/2014 van de Commissie van 20 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het specificeren van de berekening van specifieke en algemene kredietrisicoaanpassingen (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 3).
BIJLAGE XXI
Tabel EU-CRE - Kwalitatieve vereisten met betrekking tot de IRB-benadering
Vrijetekstvelden voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrond |
Rij |
Vrije opmaak |
||||||||||
Artikel 452, punt a), VKV |
a) |
De toestemming van de bevoegde autoriteit voor het gebruik van de benadering of van overgangsbepalingen |
||||||||||
Artikel 452, punt c), VKV |
b) |
|
||||||||||
Artikel 452, punt d), VKV |
c) |
De rol van de functies die betrokken zijn bij de ontwikkeling, goedkeuring en daaropvolgende wijzigingen van de kredietrisicomodellen; |
||||||||||
Artikel 452, punt e), VKV |
d) |
De werkingssfeer en hoofdinhoud van de rapportage met betrekking tot kredietrisicomodellen; |
||||||||||
Artikel 452, punt f), VKV |
e) |
Een beschrijving van de interneratingprocedure per categorie blootstellingen, met inbegrip van het voor elke portefeuille gebruikte aantal kernmodellen en een korte uiteenzetting van de belangrijkste verschillen tussen de modellen binnen dezelfde portefeuille, waarin het volgende wordt behandeld:
|
Template EU CR6 — IRB-benadering — Blootstellingen aan het kredietrisico naar blootstellingscategorie en PD-bandbreedte
A-IRB |
PD-bandbreedte |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling vóór CCF |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde CCF |
Blootstellingswaarde na CCF en na CRM |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (%) |
Aantal debiteuren |
Naar blootstelling gewogen gemiddeld LGD (%) |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde looptijd (jaren) |
Risicogewogen posten na ondersteuningsfactoren |
Densiteit van risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
Waardeaanpassingen en voorzieningen |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
|
Blootstellings-categorie X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,15 tot < 0,25 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,25 tot < 0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,50 tot < 0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 2,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 1,75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1,75 tot < 2,5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,50 tot < 10,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,5 tot < 5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 tot < 10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 tot < 20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
20 tot < 30 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
30,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100,00 (Standaard) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal (blootstellingscategorie) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (alle blootstellingscategorieën) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F-IRB |
PD-bandbreedte |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling vóór CCF |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde CCF |
Blootstellingswaarde na CCF en na CRM |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (%) |
Aantal debiteuren |
Naar blootstelling gewogen gemiddeld LGD (%) |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde looptijd (jaren) |
Risicogewogen posten na ondersteuningsfactoren |
Densiteit van risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
Waardeaanpassingen en voorzieningen |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
|
Blootstellings-categorie X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,15 tot < 0,25 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,25 tot < 0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,50 tot < 0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 2,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 1,75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1,75 tot < 2,5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,50 tot < 10,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,5 tot < 5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 tot < 10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 tot < 20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
20 tot < 30 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
30,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100,00 (Standaard) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal (blootstellingscategorie) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal (alle blootstellingscategorieën) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CR6-A – Reikwijdte van het gebruik van de IRB- en de SA-benadering
|
Blootstellingswaarde zoals gedefinieerd in artikel 166 VKV voor blootstellingen waarop de IRB-benadering wordt toegepast |
Totale blootstellingswaarde voor blootstellingen waarop de standaardbenadering en de interneratingbenadering worden toegepast |
Percentage van de totale blootstellingswaarde met permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering (%) |
Percentage van de totale blootstellingswaarde met de interneratingbenadering (%) |
Percentage van de totale blootstellingswaarde waarvoor een invoeringsplan geldt (%) |
|
a |
b |
c |
d |
e |
||
1 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
1,1 |
Waarvan regionale of lokale overheden |
|
|
|
|
|
1,2 |
Waarvan publiekrechtelijke lichamen |
|
|
|
|
|
2 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
3 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
3,1 |
Waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening excl. onderbrengingsbenadering |
|
|
|
|
|
3,2 |
Waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening volgens onderbrengingsbenadering |
|
|
|
|
|
4 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
4,1 |
waarvan particulieren en kleine partijen – kmo’s gedekt door onroerend goed |
|
|
|
|
|
4,2 |
waarvan particulieren en kleine partijen - niet-kmo’s gedekt door onroerend goed |
|
|
|
|
|
4,3 |
waarvan particulieren en kleine partijen - gekwalificeerde revolverende blootstellingen |
|
|
|
|
|
4,4 |
waarvan particulieren en kleine partijen – overige kmo’s |
|
|
|
|
|
4,5 |
waarvan particulieren en kleine partijen - gedekt door onroerend goed van niet-kmo’s |
|
|
|
|
|
5 |
Aandelen |
|
|
|
|
|
6 |
Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen |
|
|
|
|
|
7 |
Totaal |
|
|
|
|
|
Template EU- CR7 – IRB-benadering — Effect van als CRM-technieken gebruikte kredietderivaten op de risicogewogen posten
|
Risicogewogen posten vóór kredietderivaten |
Werkelijke risicogewogen posten |
|
a |
b |
||
1 |
Blootstellingen volgens F-IRB |
|
|
2 |
Centrale overheden en centrale banken |
|
|
3 |
Instellingen |
|
|
4 |
Ondernemingen |
|
|
4,1 |
waarvan ondernemingen - kmo’s |
|
|
4,2 |
waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
5 |
Blootstellingen volgens A-IRB |
|
|
6 |
Centrale overheden en centrale banken |
|
|
7 |
Instellingen |
|
|
8 |
Ondernemingen |
|
|
8,1 |
waarvan ondernemingen - kmo’s |
|
|
8,2 |
waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
9 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
9,1 |
waarvan particulieren en kleine partijen — kmo’s - gedekt door onroerend goed |
|
|
9,2 |
waarvan particulieren en kleine partijen — niet-kmo’s - gedekt door onroerend goed |
|
|
9,3 |
waarvan particulieren en kleine partijen - gekwalificeerde revolverende blootstellingen |
|
|
9,4 |
waarvan particulieren en kleine partijen – kmo’s - overige |
|
|
9,5 |
waarvan particulieren en kleine partijen - niet-kmo’s - overige |
|
|
10 |
TOTAAL (incl. F-IRB- en A-IRB-blootstellingen) |
|
|
Template EU- CR7-A – IRB-benadering — Openbaarmaking van de omvang van het gebruik van CRM-technieken
A-IRB |
Totale blootstellingen |
Technieken voor kredietrisicolimitering |
Methoden voor kredietrisicolimitering bij de berekening van risicogewogen posten |
||||||||||||
Volgestorte krediet- protectie (FCP) |
Niet-volgestorte kredietprotectie (UFCP) |
Risicogewogen posten zonder substitutie-effecten (enkel verminderingseffecten) |
Risicogewogen posten met substitutie-effecten (zowel verminderings- als substitutie-effecten) |
||||||||||||
Deel van de blootstellingen gedekt door financiële zekerheden (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door andere in aanmerking komende zekerheden (%) |
|
Deel van de blootstellingen gedekt door overige volgestorte kredietprotectie (%) |
|
Deel van de blootstellingen gedekt door garanties (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door kredietderivaten (%) |
|||||||||
Deel van de blootstellingen gedekt door onroerend goed (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door vorderingen (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door andere fysieke zekerheden (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door gedeponeerde contanten (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door levensverzekeringsovereenkomsten (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door instrumenten die door een derde worden aangehouden (%) |
||||||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
||
1 |
Centrale overheden en centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,1 |
Waarvan ondernemingen - kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,2 |
Waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,3 |
Waarvan ondernemingen - overige |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4,1 |
Waarvan particulieren en kleine partijen - onroerend goed kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4,2 |
Waarvan particulieren en kleine partijen - onroerend goed niet-kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4,3 |
Waarvan particulieren en kleine partijen - gekwalificeerde revolverende blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4,4 |
Waarvan particulieren en kleine partijen – overige kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4,5 |
Waarvan particulieren en kleine partijen - overige niet-kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F-IRB |
Totale blootstellingen |
Technieken voor kredietrisicolimitering |
Methoden voor kredietrisicolimitering bij de berekening van risicogewogen posten |
||||||||||||
Volgestorte krediet- protectie (FCP) |
Niet-volgestorte kredietprotectie (UFCP) |
Risicogewogen posten zonder substitutie-effecten (enkel verminderingseffecten) |
Risicogewogen posten met substitutie-effecten (zowel verminderings- als substitutie-effecten) |
||||||||||||
Deel van de blootstellingen gedekt door financiële zekerheden (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door andere in aanmerking komende zekerheden (%) |
|
Deel van de blootstellingen gedekt door overige volgestorte kredietprotectie (%) |
|
Deel van de blootstellingen gedekt door garanties (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door kredietderivaten (%) |
|||||||||
Deel van de blootstellingen gedekt door onroerend goed (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door vorderingen (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door andere fysieke zekerheden (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door gedeponeerde contanten (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door levensverzekeringsovereenkomsten (%) |
Deel van de blootstellingen gedekt door instrumenten die door een derde worden aangehouden (%) |
||||||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
||
1 |
Centrale overheden en centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,1 |
Waarvan ondernemingen - kmo’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,2 |
Waarvan ondernemingen - gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3,3 |
Waarvan ondernemingen - overige |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CR8 — RWEA-stroomoverzichten van blootstellingen aan het kredietrisico in het kader van de IRB-benadering
|
Risicogewogen posten |
|
a |
||
1 |
Risicogewogen posten aan het einde van de vorige rapportageperiode |
|
2 |
Omvang van de activa (+/-) |
|
3 |
Activakwaliteit (+/-) |
|
4 |
Modelactualiseringen (+/-) |
|
5 |
Methodologie en beleid (+/-) |
|
6 |
Overnames en afstotingen (+/-) |
|
7 |
Wisselkoersbewegingen (+/-) |
|
8 |
Overige (+/-) |
|
9 |
Risicogewogen posten aan het einde van de rapportageperiode |
|
Template CR9 – IRB - benadering – back-testing van de PD per blootstellingscategorie (vaste PD-schaal)
A-IRB
Blootstellingscategorie |
PD-bandbreedte |
Aantal debiteuren aan het einde van het voorgaande jaar |
Waargenomen gemiddelde wanbetalingsgraad (%) |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde historische jaarlijkse wanbetalings- graad (%) |
|
|
Waarvan jaarlijks aantal debiteuren in gebreke |
||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,10 |
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
0,15 tot < 0,25 |
|
|
|
|
|
|
|
0,25 tot < 0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
0,50 tot < 0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 2,50 |
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 1,75 |
|
|
|
|
|
|
|
1,75 tot < 2,5 |
|
|
|
|
|
|
|
2,50 tot < 10,00 |
|
|
|
|
|
|
|
2,5 tot < 5 |
|
|
|
|
|
|
|
5 tot < 10 |
|
|
|
|
|
|
|
10,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
10 tot < 20 |
|
|
|
|
|
|
|
20 tot < 30 |
|
|
|
|
|
|
|
30,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
100,00 (Standaard) |
|
|
|
|
|
|
F-IRB
Blootstellingscategorie |
PD-bandbreedte |
Aantal debiteuren aan het einde van het voorgaande jaar |
Waargenomen gemiddelde wanbetalingsgraad (%) |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde historische jaarlijkse wanbetalings-graad (%) |
|
|
Waarvan jaarlijks aantal debiteuren in gebreke |
||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,10 |
|
|
|
|
|
|
|
0,00 tot < 0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
0,15 tot < 0,25 |
|
|
|
|
|
|
|
0,25 tot < 0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
0,50 tot < 0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 2,50 |
|
|
|
|
|
|
|
0,75 tot < 1,75 |
|
|
|
|
|
|
|
1,75 tot < 2,5 |
|
|
|
|
|
|
|
2,50 tot < 10,00 |
|
|
|
|
|
|
|
2,5 tot < 5 |
|
|
|
|
|
|
|
5 tot < 10 |
|
|
|
|
|
|
|
10,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
10 tot < 20 |
|
|
|
|
|
|
|
20 tot < 30 |
|
|
|
|
|
|
|
30,00 tot < 100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
100,00 (Standaard) |
|
|
|
|
|
|
Template EU-CR9.1 – IRB - benadering – back-testing van de PD per blootstellingscategorie (enkel voor PD-ramingen overeenkomstig artikel 180, lid 1, punt f), VKV)
A-IRB
Blootstellingscategorie |
PD-bandbreedte |
Externe rating equivalent |
Aantal debiteuren aan het einde van het voorgaande jaar |
Waargenomen gemiddelde wanbetalingsgraad (%) |
Gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde historische jaarlijkse wanbetalings-graad (%) |
|
|
Waarvan jaarlijks aantal debiteuren in gebreke |
||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F-IRB
Blootstellingscategorie |
PD-bandbreedte |
Externe rating equivalent |
Aantal debiteuren aan het einde van het voorgaande jaar |
Waargenomen gemiddelde wanbetalingsgraad (%) |
Gemiddelde PD (%) |
Gemiddelde historische jaarlijkse wanbetalings-graad (%) |
|
|
Waarvan jaarlijks aantal debiteuren in gebreke |
||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE XXII
Openbaarmaking van het gebruik van de IRB-benadering voor het kredietrisico (met uitsluiting van tegenpartijkredietrisico)
Tabel EU CRE - Kwalitatieve vereisten met betrekking tot de IRB-benadering Flexibele tabel
1. |
De instellingen maken de in artikel 452, punten a) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU CRE die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU CR6 — IRB-benadering — Blootstellingen aan het kredietrisico naar blootstellingscategorie en PD-bandbreedte. Vaste template.
2. |
De instellingen maken de in artikel 452, punt g), i) tot en met v) VKV bedoelde informatie over de belangrijkste parameters die zijn gebruikt voor de berekening van kapitaalvereisten voor de interneratingbenadering openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR6, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. De in deze template openbaar gemaakte informatie omvat geen gegevens over gespecialiseerde kredietverlening bedoeld in artikel 153, lid 4, VKV. Blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR) (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV), securitisatieblootstellingen en blootstellingen in aandelen worden in deze template uitgesloten.
|
Template EU CR6-A – IRB-benadering - Reikwijdte van het gebruik van de IRB- en de SA-benadering Vaste template
3. |
De instellingen die de risicogewogen posten volgens de interneratingbenadering van het kredietrisico berekenen, maken de in artikel 452, punt b), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR6-A, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
4. |
Voor de toepassing van deze template wijzen de instellingen de blootstellingen die vallen onder de standaardbenadering van deel drie, titel II, hoofdstuk 2, VKV of de interneratingbenadering van deel drie, titel II, hoofdstuk 3, VKV, toe aan de blootstellingscategorieën zoal gedefinieerd in het kader van de IRB-benadering. Blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR) (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV) worden in deze template uitgesloten. |
5. |
Wezenlijke verschillen tussen de blootstellingswaarde zoals gedefinieerd in artikel 166 voor ERB-blootstellingen, zoals in kolom a van de template, en de blootstellingswaarde voor diezelfde blootstellingen overeenkomstig artikel 429, lid 4, VKV, zoals in de kolommen b en d van deze template, worden door de instellingen in de begeleidende beschrijving bij de template toegelicht.
|
Template EU CR7 — IRB-benadering — Effect van als CRM-technieken gebruikte kredietderivaten op de risicogewogen posten Vaste template.
6. |
De instellingen maken de in artikel 453, punt j), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR7, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. De instellingen vullen de template aan met een beschrijving om het effect van kredietderivaten op risicogewogen posten toe te lichten. Blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR) (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV), securitisatieblootstellingen, andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen en blootstellingen in aandelen worden in deze template uitgesloten.
|
Template EU CR7-A – IRB-benadering — Openbaarmaking van de omvang van het gebruik van CRM-technieken
7. |
De instellingen maken de in artikel 453, punt g), VKV bedoelde informatie afzonderlijk openbaar voor blootstellingen die onder A-IRB en F-IRB vallen, overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR7-A, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. Ingeval een post met volgestorte kredietprotectie betrekking heeft op meer dan één blootstelling, mag de som van de blootstellingen die daardoor verzekerd worden geacht niet meer bedragen dan de waarde van de post van de kredietprotectie.
|
Template EU CR8 — RWEA-stroomoverzichten van blootstellingen aan het kredietrisico in het kader van de IRB-benadering. Vaste template.
8. |
De instellingen maken de in artikel 438, punt h), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR8, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. Blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR) (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV) zijn uitgesloten van de informatie in deze template. |
9. |
De instellingen maken de stromen van risicogewogen posten openbaar als de veranderingen van de risicogewogen posten aan het einde van de openbaarmakingsperiode (zoals hieronder in rij 9 van deze template wordt gespecificeerd) ten opzichte van de risicogewogen posten aan het einde van de voorgaande openbaarmakingsreferentieperiode (zoals hieronder in rij 1 van deze template wordt gespecificeerd; in het geval van kwartaalopenbaarmakingen, het einde van het kwartaal vóór het kwartaal van de openbaarmakingsreferentieperiode). De instellingen mogen hun openbaarmakingen in het kader van pijler 3 aanvullen met de openbaarmaking van dezelfde informatie voor de drie voorgaande kwartalen. |
10. |
De instellingen vullen de template aan met een beschrijvend commentaar om toelichting te verschaffen bij de cijfers in rij 8 van deze template, d.w.z. alle andere factoren die wezenlijk hebben bijgedragen aan de variaties van de risicogewogen posten.
|
Template EU CR9 – IRB-benadering – back-testing van de PD per blootstellingscategorie. Vaste template.
11. |
De instellingen maken de in artikel 452, punt h), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CR9, die in bijlage XXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. Wanneer een instelling zowel de F-IRB- als de A-IRB-benadering volgt, maakt zij twee afzonderlijke sets templates openbaar, een voor F-IRB en een voor A-IRB, met telkens in elke set een template per blootstellingscategorie. |
12. |
De instellingen houden rekening met de modellen die binnen elke blootstellingscategorie worden gebruikt en lichten toe welk percentage van de risicogewogen posten van de desbetreffende blootstellingscategorie onder de modellen valt waarvoor de resultaten van back-testing hier worden openbaar gemaakt. |
13. |
De instellingen geven in de begeleidende beschrijving toelichting bij het totale aantal debiteuren met kortlopende contracten op de datum van openbaarmaking en geven aan in welke blootstellingscategorieën een groot aantal debiteuren met kortlopende contracten voorkomt. Kortlopende contracten zijn contracten met een resterende looptijd van minder dan 12 maanden. De instellingen lichten tevens toe of er bij de berekening van de gemiddelde PD-percentages over lange termijn overlappende periodes zijn. |
14. |
Blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR) (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV), securitisatieposities, andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen en blootstellingen in aandelen worden in deze template uitgesloten.
|
Template EU CR9.1 – IRB-benadering – back-testing van de PD per blootstellingscategorie (enkel voor PD-ramingen overeenkomstig artikel 180, lid 1, punt f), VKV)
15. |
Naast template EU CR9 maken de instellingen de in template EU CR9.1 opgenomen informatie openbaar ingeval zij artikel 180, lid 1, punt f), VKV toepassen voor PD-raming en alleen voor PD-ramingen overeenkomstig hetzelfde artikel. De instructies zijn dezelfde als voor template EU CR9, met de volgende uitzonderingen:
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 183/2014 van de Commissie van 20 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het specificeren van de berekening van specifieke en algemene kredietrisicoaanpassingen (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 3).
BIJLAGE XXIII
BIJLAGE EU CR10 - Blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening en blootstellingen in aandelen in het kader van de eenvoudige risicogewichtbenadering
Template EU CR10.1
Gespecialiseerde kredietverlening: Projectfinanciering (Onderbrengingsbenadering) |
|||||||
In de regelgeving bepaalde categorieën |
Resterende looptijd |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewicht |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
||
Categorie 1 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
50 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
|
Categorie 2 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
90 % |
|
|
|
|
Categorie 3 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
|
Categorie 4 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
|
Categorie 5 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
|
Totaal |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR10.2
Gespecialiseerde kredietverlening: Inkomstengenererend onroerend goed (beleggingspanden) en zakelijk onroerend goed met grote volatiliteit (onderbrengingsbenadering) |
|||||||
In de regelgeving bepaalde categorieën |
Resterende looptijd |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewicht |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
||
Categorie 1 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
50 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
|
Categorie 2 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
90 % |
|
|
|
|
Categorie 3 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
|
Categorie 4 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
|
Categorie 5 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
|
Totaal |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR10.3
Gespecialiseerde kredietverlening: Objectfinanciering (Onderbrengingsbenadering) |
|||||||
In de regelgeving bepaalde categorieën |
Resterende looptijd |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewicht |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
||
Categorie 1 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
50 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
|
Categorie 2 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
90 % |
|
|
|
|
Categorie 3 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
|
Categorie 4 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
|
Categorie 5 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
|
Totaal |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR10.4
Gespecialiseerde kredietverlening: Grondstoffenfinanciering (Onderbrengingsbenadering) |
|||||||
In de regelgeving bepaalde categorieën |
Resterende looptijd |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewicht |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
||
Categorie 1 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
50 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
|
Categorie 2 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
70 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
90 % |
|
|
|
|
Categorie 3 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
115 % |
|
|
|
|
Categorie 4 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
250 % |
|
|
|
|
Categorie 5 |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
— |
|
|
|
|
Totaal |
Minder dan 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Ten minste 2,5 jaar |
|
|
|
|
|
|
Template EU CR10.5
Blootstellingen in aandelen bij eenvoudige risicogewichtbenadering |
||||||
Categorieën |
Blootstellingen binnen de balanstelling |
Blootstellingen buiten de balanstelling |
Risicogewicht |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten |
Verwachte verliespost |
a |
b |
c |
d |
e |
f |
|
Blootstellingen in aandelen |
|
|
190 % |
|
|
|
Blootstellingen in beurs verhandelde aandelen |
|
|
290 % |
|
|
|
Overige blootstellingen in aandelen |
|
|
370 % |
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE XXIV
Openbaarmaking van blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening en blootstellingen in aandelen in het kader van de eenvoudige risicogewichtbenadering;
Template EU CR10 – Blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening en blootstellingen in aandelen in het kader van de eenvoudige risicogewichtbenadering. Vaste template.
1. |
De instellingen maken de in artikel 438, punt e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU CR10 die in bijlage XXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. De instellingen maken volgende informatie openbaar:
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE XXV
Tabel EU-CCRA - Kwalitatieve openbaarmaking met betrekking tot CCR
|
Openbaarmaking in flexibele opmaak |
|
a) |
Artikel 439, punt a), VKV Beschrijving van de gehanteerde methode om intern kapitaal en kredietlimieten voor blootstellingen aan het tegenpartijkredietrisico toe te wijzen, met inbegrip van de methoden om die limieten aan blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen toe te wijzen |
|
b) |
Artikel 439, punt b), VKV Beschrijving van de beleidslijnen met betrekking tot garanties en andere kredietrisicolimiterende factoren, zoals de beleidslijnen voor het aantrekken van zekerheden en het vormen van kredietreserves |
|
c) |
Artikel 439, punt c), VKV Beschrijving van de beleidslijnen ten aanzien van wrongwayrisico als omschreven in artikel 291 VKV |
|
d) |
Artikel 431, leden 3 en 4, VKV Alle overige doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer met betrekking tot het tegenpartijkredietrisico |
|
e) |
Artikel 439, punt d), VKV Het bedrag aan zekerheden dat de instelling zou moeten verstrekken in geval van verlaging van haar kredietrating |
|
Template EU CCR1 - Analyse van de CCR-blootstelling per benadering
Vaste opmaak
|
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
|
Vervangingswaarde (RC) |
Potentiële toekomstige blootstelling (PFE) |
EEPE |
Alfa gebruikt voor de berekening van de wettelijk voorgeschreven blootstellingswaarde |
Blootstellingswaarde vóór kredietrisicolimitering |
Blootstellingswaarde na kredietrisicolimitering |
Blootstellingswaarde |
Risicogewogen posten (RWEA) |
EU-1 |
EU - Oorspronkelijkeblootstellingsmethode (voor derivaten) |
|
|
|
1,4 |
|
|
|
|
EU-2 |
EU - Vereenvoudigde SA-CCR (voor derivaten) |
|
|
|
1,4 |
|
|
|
|
1 |
SA-CCR (voor derivaten) |
|
|
|
1,4 |
|
|
|
|
2 |
IMM (voor derivaten en effectenfinancieringstransacties) |
|
|
|
|
|
|
|
|
2a |
Waarvan netting sets met effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
2b |
Waarvan netting sets met derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
2c |
Waarvan netting sets uit productoverschrijdende contractuele verrekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Eenvoudige benadering van financiële zekerheden (voor effectenfinancieringstransacties) |
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Uitgebreide benadering van financiële zekerheden (voor effectenfinancieringstransacties) |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
VaR voor effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CCR2 – Transacties waarvoor eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico gelden
Vaste opmaak
|
a |
b |
|||
Blootstellings-waarde |
Risicogewogen posten (RWEA) |
||||
1 |
Totaal van de transacties waarop de geavanceerde methode wordt toegepast |
|
|
||
2 |
|
|
|
||
3 |
|
|
|
||
4 |
Transacties waarop de standaardmethode wordt toegepast |
|
|
||
EU-4 |
Transacties waarop de alternatieve methode wordt toegepast (op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode) |
|
|
||
5 |
Totaal van de transacties waarvoor eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico gelden |
|
|
Template EU CCR3 — Standaardbenadering — CCR-blootstellingen naar blootstellingscategorie en risicogewichten
Vaste opmaak
|
Blootstellingscategorieën |
Risicogewicht |
|
||||||||||
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
||
0 % |
2 % |
4 % |
10 % |
20 % |
50 % |
70 % |
75 % |
100 % |
150 % |
Overige |
Totale blootstellingswaarde |
||
1 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Regionale of lokale overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Publiekrechtelijke lichamen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Internationale organisaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Andere posten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Totale blootstellingswaarde |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CCR4 — IRB-benadering — CCR-blootstellingen naar blootstellingscategorie en PD-schaal
Vaste opmaak
|
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
|
PD-schaal |
Blootstellingswaarde |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (%) |
Aantal debiteuren |
Naar blootstelling gewogen gemiddeld LGD (%) |
Naar blootstelling gewogen gemiddelde looptijd (jaren) |
Risicogewogen posten (RWEA) |
Densiteit van risicogewogen posten |
||
1 … x |
Blootstellingscategorie X |
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
0,00 tot <0,15 |
|
|
|
|
|
|
|
2 |
|
0,15 tot <0,25 |
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
0,25 tot <0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
0,50 tot <0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
5 |
|
0,75 tot <2,50 |
|
|
|
|
|
|
|
6 |
|
2,50 tot <10,00 |
|
|
|
|
|
|
|
7 |
|
10,00 tot <100,00 |
|
|
|
|
|
|
|
8 |
|
100,00 (Standaard) |
|
|
|
|
|
|
|
x |
|
Subtotaal (Blootstellingscategorie X) |
|
|
|
|
|
|
|
y |
Totaal (alle voor het CCR relevante blootstellingscategorieën) |
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CCR5 - Samenstelling van zekerheden voor CCR-blootstellingen
Vaste kolommen
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
|
In derivatentransacties gebruikte zekerheden |
In effectenfinancieringstransacties gebruikte zekerheden |
||||||||
|
Soort zekerheid |
Reële waarde van ontvangen zekerheden |
Reële waarde van gestorte zekerheden |
Reële waarde van ontvangen zekerheden |
Reële waarde van gestorte zekerheden |
||||
Afgescheiden |
Niet-afgescheiden |
Afgescheiden |
Niet-afgescheiden |
Afgescheiden |
Niet-afgescheiden |
Afgescheiden |
Niet-afgescheiden |
||
1 |
Contanten - binnenlandse valuta |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Contanten - overige valuta’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Binnenlandse overheidsschuld |
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Overige overheidsschuld |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Schuld overheidsinstantie |
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Bedrijfsobligaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Effecten met aandelenkarakter |
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Overige zekerheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU CCR6 — Blootstellingen in kredietderivaten
Vast
|
a |
b |
|
Gekochte protectie |
Verkochte protectie |
||
Notionele bedragen |
|
|
|
1 |
Single-name-kredietverzuimswaps |
|
|
2 |
Index-kredietverzuimswaps |
|
|
3 |
Total return swaps |
|
|
4 |
Kredietopties |
|
|
5 |
Overige kredietderivaten |
|
|
6 |
Totale notionele bedragen |
|
|
Reële waarden |
|
|
|
7 |
Positieve reële waarde (activa) |
|
|
8 |
Negatieve reële waarde (verplichting) |
|
|
Template EU CCR7 — RWEA-stroomoverzichten van CCR-blootstellingen in het kader van de IMM
Vaste opmaak
|
a |
|
Risicogewogen posten (RWEA) |
||
1 |
RWEA aan het einde van de vorige rapportageperiode |
|
2 |
Omvang van de activa |
|
3 |
Kredietkwaliteit van tegenpartijen |
|
4 |
Modelactualiseringen (alleen IMM) |
|
5 |
Methodologie en beleid (alleen IMM) |
|
6 |
Overnames en afstotingen |
|
7 |
Wisselkoersbewegingen |
|
8 |
Overige |
|
9 |
RWEA aan het einde van de huidige rapportageperiode |
|
Template EU CCR8 — Blootstellingen ten aanzien van CTP’s
Vaste opmaak
|
a |
b |
|||
Blootstellings-waarde |
Risicogewogen posten (RWEA) |
||||
1 |
Blootstellingen aan GCTP’s (totaal) |
|
|
||
2 |
Blootstellingen voor transacties bij GCTP’s (excl. initiële marge en bijdragen aan wanbetalingsfonds); waarvan |
|
|
||
3 |
|
|
|
||
4 |
|
|
|
||
5 |
|
|
|
||
6 |
|
|
|
||
7 |
Afgescheiden initiële marge |
|
|
||
8 |
Niet-afgescheiden initiële marge |
|
|
||
9 |
Voorgefinancierde bijdragen aan het wanbetalingsfonds |
|
|
||
10 |
Niet-volgestorte bijdragen aan het wanbetalingsfonds |
|
|
||
11 |
Blootstellingen aan niet-GCTP’s (totaal) |
|
|
||
12 |
Blootstellingen voor transacties bij niet-GCTP’s (excl. initiële marge en bijdragen aan wanbetalingsfonds); waarvan |
|
|
||
13 |
|
|
|
||
14 |
|
|
|
||
15 |
|
|
|
||
16 |
|
|
|
||
17 |
Afgescheiden initiële marge |
|
|
||
18 |
Niet-afgescheiden initiële marge |
|
|
||
19 |
Voorgefinancierde bijdragen aan het wanbetalingsfonds |
|
|
||
20 |
Niet-volgestorte bijdragen aan het wanbetalingsfonds |
|
|
BIJLAGE XXVI
Tabellen en templates voor de openbaarmaking van het tegenpartijkredietrisico: Instructies
1. |
De instellingen maken de in artikel 439 VKV bedoelde informatie met betrekking tot hun blootstelling aan het tegenpartijkredietrisico als bedoeld in deel drie, titel II, hoofdstuk 6 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) openbaar overeenkomstig de instructies in deze bijlage voor het invullen van de tabellen en templates die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening zijn opgenomen.
Tabel EU CCRA - Kwalitatieve openbaarmaking met betrekking tot het tegenpartijkredietrisico (CCR): Vrijetekstvelden |
2. |
De instellingen maken de in artikel 439, punten a) tot en met d), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU CCRA die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU CCR1 - Analyse van de CCR-blootstelling per benadering: Vaste opmaak
3. |
De instellingen maken de in artikel 439, punten f), g) en k), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR1, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
4. |
Deze template omvat geen eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico (deel drie, titel VI, VKV) en geen blootstellingen met betrekking tot een centrale tegenpartij (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, afdeling 9, VKV) zoals gedefinieerd voor de toepassing van template EU CCR8. Voor effectenfinancieringstransacties omvat deze de blootstellingswaarden vóór en na het effect van kredietrisicolimitering als bepaald volgens de methoden van deel drie, titel II, hoofdstukken 4 en 6, VKV, ongeacht de gebruikte methode, overeenkomstig artikel 439, punt g), VKV, en de gerelateerde risicoposten uitgesplitst naar de toepasselijke methode. |
5. |
Instellingen die gebruikmaken van de methoden in deel drie, titel II, hoofdstuk 6, afdelingen 4 en 5, vermelden overeenkomstig artikel 439, punt m), VKV in de beschrijving bij de template de omvang van hun derivatenactiviteiten binnen en buiten de balanstelling, berekend overeenkomstig artikel 273 bis, leden 1 en 2, VKV, naargelang het geval.
|
Template EU CCR2 – transacties waarvoor eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico gelden: Vaste opmaak
6. |
De instellingen maken de in artikel 439, punt h), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR2, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
7. |
Deze template bevat in de regelgeving bepaalde informatie inzake CVA voor alle transacties waarvoor eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico gelden (deel drie, titel VI, VKV).
|
Template EU CCR3 - Standaardbenadering — CCR-blootstellingen naar in de regelgeving bepaalde blootstellingscategorie en risicogewichten: Vaste opmaak
8. |
De instellingen maken de in artikel 444, punt e), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR3, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
9. |
Instellingen die de standaardbenadering van kredietrisico toepassen om de risicogewogen posten (met uitzondering van die welke voortvloeien uit de eigenvermogensvereisten voor CVA-risico en voor blootstellingen die via een CTP worden gecleard) voor al hun CCR-blootstellingen of een deel daarvan te berekenen overeenkomstig artikel 107 VKV, ongeacht de CCR-benadering die wordt gebruikt om de blootstellingswaarden overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstukken 4 en 6, VKV te bepalen, maken de volgende informatie openbaar. |
10. |
Indien een instelling van oordeel is dat de in deze template gevraagde informatie niet zinvol is omdat de blootstelling en de risicogewogen posten niet wezenlijk zijn, kan de instelling ervoor kiezen de template niet openbaar te maken. De instelling is echter verplicht in een beschrijvend commentaar toe te lichten waarom het de informatie niet als zinvol beschouwt en een beschrijving te geven van de blootstellingen in de desbetreffende portefeuilles en het geaggregeerde totaal van de risicogewogen posten uit hoofde van zulke blootstellingen.
|
Template EU CCR4 — Interneratingbenadering — CCR-blootstellingen naar blootstellingscategorie en PD-schaal: Vaste opmaak
11. |
De instellingen maken de in artikel 452, punt g), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR4, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
12. |
Instellingen die hetzij de geavanceerde, hetzij de elementaire interneratingbenadering gebruiken om de risicogewogen posten (met uitzondering van die welke voortvloeien uit de eigenvermogensvereisten voor CVA-risico en voor blootstellingen die via een CTP worden gecleard) voor al hun CCR-blootstellingen of een deel daarvan te berekenen overeenkomstig artikel 107 VKV, ongeacht de CCR-benadering die wordt gebruikt om de blootstellingswaarden overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstukken 4 en 6, VKV te bepalen, maken de volgende informatie openbaar.
|
Template EU CCR5 - Samenstelling van zekerheden voor blootstellingen aan tegenpartijkredietrisico (CCR): Vaste kolommen
13. |
De instellingen maken de in artikel 439, punt e), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR5, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
14. |
In deze template wordt de reële waarden ingevuld van zekerheden (gestort of ontvangen) die worden gebruikt in CCR-blootstellingen in verband met derivatentransacties of effectenfinancieringstransacties, ongeacht of de transacties via een CTP worden gecleard en ongeacht of zekerheden bij een CTP worden gestort. |
15. |
Indien de centrale bank van een lidstaat liquiditeitssteun in de vorm van zekerhedenswaptransacties verstrekt, kan de bevoegde autoriteit de instellingen van de informatieverstrekking in die template vrijstellen, indien zij van oordeel is dat de openbaarmaking van die informatie de verstrekking van noodliquiditeitssteun zou kunnen onthullen. De bevoegde autoriteit voorziet hiertoe in passende drempels en objectieve criteria.
|
Template EU CCR6 — Blootstellingen in kredietderivaten: Vaste opmaak
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
1-6 |
Notionele bedragen Som van de absolute notionele derivatenbedragen vóór enige verrekening, uitgesplitst naar productsoort |
7-8 |
Reële waarden Reële waarden uitgesplitst naar activa (positieve reële waarden) en verplichtingen (negatieve reële waarden) |
Kolom |
Toelichting |
a-b |
Kredietderivatenprotectie Kredietderivatenprotectie gekocht of verkocht overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV |
16. |
De instellingen maken de in artikel 439, punt j), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR6, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Template EU CCR7 — RWEA-stroomoverzichten van CCR-blootstellingen in het kader van de IMM: Vaste opmaak
17. |
De instellingen maken de in artikel 438, punt h), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR7, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
18. |
Instellingen die de IMM toepassen om de risicogewogen posten voor al hun CCR-blootstellingen of een deel daarvan te berekenen overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 6, VKV, ongeacht de kredietrisicobenadering die wordt gebruikt om de overeenkomstige risicogewichten te bepalen, maken een stroomoverzicht openbaar waarin veranderingen in risicogewogen posten van derivaten en effectenfinancieringstransacties in het IMM-toepassingsgebied worden toegelicht, gedifferentieerd naar belangrijke factoren en op basis van redelijke schattingen. |
19. |
Deze template omvat geen risicogewogen posten voor het CVA-risico (deel drie, titel VI, VKV) en blootstellingen met betrekking tot een centrale tegenpartij (deel drie, titel II, hoofdstuk 6, afdeling 9, VKV). |
20. |
De instellingen maken de stromen van risicogewogen posten openbaar als de veranderingen van de risicogewogen posten aan het einde van de openbaarmakingsreferentieperiode (zoals hieronder in rij 9 van deze template wordt gespecificeerd) ten opzichte van de risicogewogen posten aan het einde van de voorgaande openbaarmakingsreferentieperiode (zoals hieronder in rij 1 van deze template wordt gespecificeerd; in het geval van kwartaalopenbaarmakingen het einde van het kwartaal vóór het kwartaal van de openbaarmakingsreferentieperiode). De instellingen mogen hun openbaarmakingen in het kader van pijler 3 aanvullen met de openbaarmaking van dezelfde informatie voor de drie voorgaande kwartalen. |
21. |
De instellingen geven in een begeleidende beschrijving bij de template toelichting bij de cijfers in rij 8 van deze template, d.w.z. alle andere factoren die wezenlijk hebben bijgedragen aan de variaties van de risicogewogen posten.
|
Template EU CCR8 — Blootstellingen met betrekking tot CTP’s: Vaste opmaak
22. |
De instellingen maken de in artikel 439, punt i), VKV bedoelde informatie openbaar overeenkomstig onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU CCR8, die in bijlage XXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
23. |
Blootstellingen met betrekking tot CTP’s: de in artikel 301, lid 1, VKV genoemde contracten en transacties zolang deze bij een CTP uitstaan, met inbegrip van blootstellingen uit hoofde van CTP-gerelateerde transacties, in de zin van artikel 300, punt 2, VKV, waarvoor de eigenvermogensvereisten worden berekend overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 6, afdeling 9, VKV.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE XXVII
Tabel EU-SECA - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot securitisatieblootstellingen
Tekstvakken met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrond |
Rij |
Kwalitatieve informatie - Vrije opmaak |
||||||||
Artikel 449, punt a), VKV |
a) |
Beschrijving van securitisatie- en hersecuritisatieactiviteiten, met inbegrip van risicobeheers- en beleggingsdoelstellingen van instellingen in verband met deze activiteiten, hun rol in de securitisatie- en hersecuritisatietransacties, of zij gebruik maken van de eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie (STS) en de mate waarin zij gebruikmaken van securitisatietransacties om het kredietrisico van de gesecuritiseerde blootstellingen aan derden over te dragen, in voorkomend geval met een afzonderlijke beschrijving van hun beleid inzake de overdracht van risico bij synthetische securitisatie. |
||||||||
Artikel 449, punt b), VKV |
b) |
Het soort risico waaraan instellingen zijn blootgesteld bij hun securitisatie- en hersecuritisatieactiviteiten naar rangorde van de betrokken securitisatieposities, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen STS- en niet-STS-posities, en:
|
||||||||
Artikel 449, punt c), VKV |
c) |
Benaderingen van instellingen voor de berekening van de risicogewogen posten die zij op hun securitisatieactiviteiten toepassen, met inbegrip van de soorten securitisatieposities waarop elke benadering van toepassing is, met een onderscheid tussen STS- en niet-STS-posities. |
||||||||
Artikel 449, punt d), VKV |
d) |
Een lijst van SSPE’s die onder een van de volgende categorieën vallen, met een beschrijving van de soorten blootstellingen van de instelling aan die SSPE’s, met inbegrip van derivatencontracten:
|
||||||||
Artikel 449, punt e), VKV |
e) |
Een lijst van alle juridische entiteiten ten aanzien waarvan instellingen openbaar hebben gemaakt dat zij ondersteuning hebben verleend overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 5, VKV. |
||||||||
Artikel 449, punt f), VKV |
f) |
Een lijst van juridische entiteiten die verbonden zijn aan instellingen en die beleggen in door instellingen geïnitieerde securitisaties of in securitisatieposities uitgegeven door SSPE’s die door instellingen worden gesponsord. |
||||||||
Artikel 449, punt g), VKV |
g) |
Een samenvatting van hun grondslagen voor financiële verslaggeving inzake securitisatieactiviteiten, met inbegrip van, in voorkomend geval, een onderscheid tussen securitisatie- en hersecuritisatieposities. |
||||||||
Artikel 449, punt h), VKV |
h) |
De namen van de EKBI's die voor securitisaties worden gebruikt en de soorten blootstellingen waarvoor elk van deze instellingen wordt gebruikt. |
||||||||
Artikel 449, punt i), VKV |
i) |
In voorkomend geval, een beschrijving van de internebeoordelingsbenadering overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 5, VKV, waarbij onder meer melding wordt gemaakt van de structuur van de internebeoordelingsprocedure en de relatie tussen interne beoordeling en externe ratings van de betrokken EKBI, openbaar gemaakt overeenkomstig punt h), de controlemechanismen die van toepassing zijn op de internebeoordelingsprocedure, inclusief de bespreking van de onafhankelijkheid en de betrouwbaarheid daarvan, en de toetsing van de internebeoordelingsprocedure, de soorten blootstellingen waarop de internebeoordelingsprocedure wordt toegepast en de gehanteerde stressfactoren voor het bepalen van de kredietverbeteringsniveaus. |
Template EU-SEC1 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
o |
|
Instelling treedt op als initiator |
Instelling treedt op als sponsor |
Instelling treedt op als belegger |
||||||||||||||
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
||||||||
STS |
Niet-STS |
|
waarvan SRT |
|
STS |
Niet-STS |
|
STS |
Niet-STS |
|
||||||
|
waarvan SRT |
|
waarvan SRT |
|||||||||||||
1 |
Totaal blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Particulieren en kleine partijen (totaal) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
kredietkaarten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
andere blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Wholesale (totaal) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
leningen aan ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
leases en vorderingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
andere wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU-SEC2 - Securitisatieblootstellingen in de handelsportefeuille
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
|
Instelling treedt op als initiator |
Instelling treedt op als sponsor |
Instelling treedt op als belegger |
|||||||||||
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
Traditioneel |
Synthetisch |
Subtotaal |
|||||
STS |
Niet-STS |
|
STS |
Niet-STS |
|
STS |
Niet-STS |
|
|||||
1 |
Totaal blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Particulieren en kleine partijen (totaal) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
kredietkaarten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
andere blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Wholesale (totaal) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
leningen aan ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
leases en vorderingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
andere wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU-SEC3 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille en daaraan verbonden wettelijke kapitaalvereisten - als initiator of sponsor optredende instelling
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
o |
EU-p |
EU-q |
||
Blootstellingswaarden (per risicogewichtbandbreedte / aftrekkingen) |
Blootstellingswaarden (per in de regelgeving opgenomen benadering) |
Risicogewogen posten (per in de regelgeving opgenomen benadering) |
Kapitaaltoeslag na begrenzing |
||||||||||||||||
Risicogewicht van ≤ 20% |
Risicogewicht van > 20% tot 50% |
Risicogewicht van > 50% tot 100% |
Risicogewicht van > 100% tot 1 250 % |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Ricisogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Ricisogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
|||
1 |
Totaal blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Traditionele transacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Waarvan STS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Waarvan STS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Synthetische transacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Onderliggende particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU-SEC4 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille en daaraan verbonden wettelijke kapitaalvereisten - als belegger optredende instelling
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
k |
l |
m |
n |
o |
EU-p |
EU-q |
||
Blootstellingswaarden (per risicogewichtbandbreedte / aftrekkingen) |
Blootstellingswaarden (per in de regelgeving opgenomen benadering) |
Risicogewogen posten (per in de regelgeving opgenomen benadering) |
Kapitaaltoeslag na begrenzing |
||||||||||||||||
Risicogewicht van ≤ 20% |
Risicogewicht van > 20% tot 50% |
Risicogewicht van > 50% tot 100% |
Risicogewicht van > 100% tot 1 250 % |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
SEC-IRBA |
SEC-ERBA (met inbegrip van internebeoordelingsbenadering) |
SEC-SA |
Risicogewicht van 1 250 % / aftrekkingen |
|||
1 |
Totaal blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Traditionele securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Onderliggende particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Waarvan STS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Waarvan STS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Synthetische securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Securitisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Onderliggende particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Wholesale |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU-SEC5 - Door de instelling gesecuritiseerde blootstellingen - Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en specifieke kredietrisicoaanpassingen
|
a |
b |
c |
|
Door de instelling gesecuritiseerde blootstellingen - Instelling treedt op als initiator of sponsor |
||||
Totaal uitstaand nominaal bedrag |
Totaal bedrag van specifieke kredietrisicoaanpassingen verricht gedurende de periode |
|||
|
Waarvan blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
|||
1 |
Totaal blootstellingen |
|
|
|
2 |
Particulieren en kleine partijen (totaal) |
|
|
|
3 |
hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
4 |
kredietkaarten |
|
|
|
5 |
andere blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen |
|
|
|
6 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
7 |
Wholesale (totaal) |
|
|
|
8 |
leningen aan ondernemingen |
|
|
|
9 |
hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
10 |
leases en vorderingen |
|
|
|
11 |
andere wholesale |
|
|
|
12 |
Hersecuritisatie |
|
|
|
BIJLAGE XXVIII
Instructies voor openbaarmaking van blootstellingen met betrekking tot securitisatieposities
Tabel EU SECA - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot securitisatieblootstellingen. Tekstvakken met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie.
1. |
Instellingen maken de in artikel 449, punten a) tot en met i), van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU SECA, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU SEC1 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille. Vaste opmaak.
2. |
Instellingen maken de in artikel 449, punt j), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU SEC1, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. Instellingen leggen in de toelichting bij de template uit of zij ABCP-programma’s binnen hun traditionele securitisaties hebben en, indien dat het geval is, het volume van ABCP-transacties.
|
Template EU SEC2 - Securitisatieblootstellingen in de handelsportefeuille. Vaste opmaak.
3. |
Instellingen maken de in artikel 449, punt j), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU SEC2, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
4. |
Instellingen volgen de instructies voor het invullen van template EU SEC1 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille. |
Template EU SEC3 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille en daaraan verbonden wettelijke kapitaalvereisten - als initiator of sponsor optredende instelling. Vaste opmaak.
5. |
Instellingen maken de in artikel 449, punt k), i), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU SEC3, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU SEC4 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille en daaraan verbonden wettelijke kapitaalvereisten - als belegger optredende instelling. Vaste opmaak.
6. |
Instellingen maken de in artikel 449, punt k), ii), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU SEC4, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
7. |
Instellingen volgen de instructies voor het invullen van template EU SEC3 - Securitisatieblootstellingen in de niet-handelsportefeuille en daaraan verbonden wettelijke kapitaalvereisten - als initiator of sponsor optredende instelling. |
Template EU SEC5 - Door de instelling gesecuritiseerde blootstellingen - Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en specifieke kredietrisicoaanpassingen. Vaste opmaak.
8. |
Instellingen maken de in artikel 449, punt l), VKV bedoelde informatie openbaar per soort securitisatieblootstelling, volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU SEC5, die in bijlage XXVII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).
BIJLAGE XXIX
Tabel EU MRA: Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot marktrisico
|
Openbaarmaking in vrije opmaak |
|||||
a |
Artikel 435, lid 1, punten a) en d), VKV Een beschrijving van de strategieën en procedures van de instelling om marktrisico te beheren, met inbegrip van:
|
|
||||
b |
Artikel 435, lid 1, punt b), VKV Een beschrijving van de structuur en organisatie van de risicobeheerfunctie voor marktrisico, met inbegrip van een beschrijving van de structuur voor de governance van marktrisico die is opgezet om de in rij a) hierboven besproken strategieën en procedures van de instelling toe te passen, en een beschrijving van de betrekkingen en de communicatiemechanismen tussen de verschillende bij het beheer van marktrisico betrokken partijen. |
|
||||
c |
Artikel 435, lid 1, punt c), VKV Reikwijdte en aard van de risicorapporterings- en risicomeetsystemen |
|
Template EU MR1 — Marktrisico volgens de standaardbenadering
|
a |
|
|
|
Risicogewogen posten |
|
Rechtstreekse producten |
|
1 |
Renterisico (algemeen en specifiek) |
|
2 |
Aandelenrisico (algemeen en specifiek) |
|
3 |
Wisselkoersrisico |
|
4 |
Grondstoffenrisico |
|
|
Opties |
|
5 |
Vereenvoudigde benadering |
|
6 |
Delta plus-benadering |
|
7 |
Scenariobenadering |
|
8 |
Securitisatie (specifiek risico) |
|
9 |
Totaal |
|
Tabel EU MRB: Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten voor instellingen die interne modellen voor het marktrisico gebruiken
|
Openbaarmaking in vrije opmaak |
|||
EU (a) |
Artikel 455, punt c), VKV Beschrijving van de procedures en systemen die worden toegepast om de verhandelbaarheid van de in de handelsportefeuille opgenomen posities te waarborgen met het oog op de naleving van de vereisten van artikel 104 VKV. Beschrijving van de methode die wordt gehanteerd om ervoor te zorgen dat de beleidslijnen en procedures voor het algemene beheer van de handelsportefeuille passend zijn. |
|
||
EU (b) |
Artikel 455, punt c), VKV Voor blootstellingen in de handelsportefeuille en de niet-handelsportefeuille die overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving tegen reële waarde zijn gewaardeerd en waarvoor de blootstellingswaarde overeenkomstig deel twee, titel I, hoofdstuk 2, artikel 34, VKV en deel drie, titel I, hoofdstuk 3, artikel 105, VKV (alsook Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/101 van de Commissie) is aangepast, beschrijven instellingen de systemen en controles om waarborgen dat de waarderamingen prudent en betrouwbaar zijn. Deze openbaarmakingen worden verstrekt als onderdeel van de openbaarmakingen met betrekking tot marktrisico voor blootstellingen in de handelsportefeuille. |
|
||
Artikel 455, punt a), i), VKV
|
|
|||
a) |
Artikel 455, punt a), i), en artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van de activiteiten en risico’s die onder de VaR- en sVaR-modellen vallen, met specificatie van de wijze van verdeling in portefeuilles/subportefeuilles waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend. |
|
||
b) |
Artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van het toepassingsgebied van de Var- en sVaR-modellen waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend, met inbegrip van informatie over welke entiteiten in de groep deze modellen gebruiken en hoe de modellen alle op groepsniveau gebruikte modellen weergeven, alsook het percentage van eigenvermogensvereisten dat onder de modellen valt en of dezelfde modellen van VaR/sVaR worden gebruikt voor alle entiteiten met blootstelling aan marktrisico. |
|
||
|
Artikel 455, punt a), i), VKV Kenmerken van de gebruikte modellen, met inbegrip van: |
|
||
c) |
Algemene beschrijving van de wettelijk voorgeschreven VaR- en sVaR-modellen. |
|
||
d) |
Bespreking van de belangrijkste verschillen, als die er zijn, tussen het model dat voor beheersdoeleinden wordt gebruikt en het model dat voor regelgevingsdoeleinden wordt gebruikt (10 dagen 99 %) voor VaR- en sVaR-modellen. |
|
||
e) |
Voor VaR-modellen: |
|
||
i) |
frequentie van de bijwerking van de gegevens; |
|
||
ii) |
lengte van de gegevensperiode die wordt gebruikt om het model te kalibreren. Beschrijf de gebruikte weging (indien van toepassing); |
|
||
iii) |
hoe bepaalt de instelling de aanhoudingsperiode van 10 dagen (verhoogt zij bijvoorbeeld een VaR van 1 dag op basis van de vierkantswortel van 10, of modelleert zij rechtstreeks de VaR van 10 dagen?); |
|
||
iv) |
aggregatiebenadering, wat de methode is voor het aggregeren van het specifieke en het algemene risico (d.w.z. berekenen instellingen de opslag voor het specifieke risico als een afzonderlijke opslag met behulp van een andere methode dan die welke wordt gehanteerd om het algemene risico te berekenen, of gebruiken instellingen één enkel model dat het algemene en het specifieke risico diversifieert?); |
|
||
v) |
waarderingsbenadering (volledige herwaardering of gebruik van benaderingen); |
|
||
vi) |
of bij de simulatie van potentiële bewegingen van risicofactoren gebruik wordt gemaakt van absolute of relatieve rendementen (of een gemengde benadering) (d.w.z. proportionele prijs- of renteveranderingen of absolute prijs- of renteveranderingen). |
|
||
f) |
Voor sVaR-modellen: |
|
||
i) |
hoe wordt de aanhoudingsperiode van 10 dagen bepaald? Verhoogt de instelling bijvoorbeeld een VaR van 1 dag op basis van de vierkantswortel van 10, of modelleert zij rechtstreeks de VaR van 10 dagen? Indien de benadering dezelfde is als voor de VaR-modellen, kunnen instellingen dit bevestigen en verwijzen naar de openbaarmaking e) iii) hierboven; |
|
||
ii) |
de door de instelling gekozen stressperiode en de redenen voor deze keuze; |
|
||
iii) |
waarderingsbenadering (volledige herwaardering of gebruik van benaderingen). |
|
||
g) |
Artikel 455, punt a), iii), VKV Beschrijving van de op de modelleringsparameters toegepaste stresstests (belangrijkste scenario’s die zijn ontwikkeld om de kenmerken weer te geven van de portefeuilles waarop de VaR- en sVaR-modellen op groepsniveau van toepassing zijn). |
|
||
h) |
Artikel 455, punt a), iv), VKV Beschrijving van de gebruikte benadering voor back-testing/validatie van de nauwkeurigheid en interne consistentie van de voor de interne modellen en modelleringsprocessen gebruikte gegevens en parameters. |
|
||
Artikel 455, punt a), ii), VKV
|
|
|||
a) |
Artikel 455, punt a), ii), en artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van de risico’s die onder de IRC-modellen vallen, met specificatie van de wijze van verdeling in portefeuilles/subportefeuilles waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend. |
|
||
b) |
Artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van het toepassingsgebied van het IRC-model waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend, met inbegrip van informatie over welke entiteiten in de groep deze modellen gebruiken en hoe de modellen alle op groepsniveau gebruikte modellen weergeven, alsook het percentage van eigenvermogensvereisten dat onder de modellen valt en of dezelfde modellen van IRC worden gebruikt voor alle entiteiten met blootstelling aan marktrisico. |
|
||
c) |
Artikel 455, punt a), ii), VKV Algemene beschrijving van de methode die wordt gehanteerd voor interne modellen voor het additioneel wanbetalingsrisico en het migratierisico, met inbegrip van: |
|
||
i) |
informatie over de algemene modelleringsbenadering (met name het gebruik van modellen op basis van spread of modellen op basis van overgangsmatrix); |
|
||
ii) |
informatie over de kalibratie van de overgangsmatrix; |
|
||
iii) |
informatie over de aannamen inzake correlatie. |
|
||
d) |
Benadering die is gevolgd om liquiditeitshorizons te bepalen. |
|
||
e) |
Gehanteerde methode voor het verkrijgen van een beoordeling van het kapitaal die aan de vereiste deugdelijkheidsnorm beantwoordt. |
|
||
f) |
Benadering die bij de validatie van de modellen is gevolgd. |
|
||
g) |
Artikel 455, punt a), iii), VKV Beschrijving van de op de modelleringsparameters toegepaste stresstests (belangrijkste scenario’s die zijn ontwikkeld om de kenmerken weer te geven van de portefeuilles waarop de IRC-modellen op groepsniveau van toepassing zijn). |
|
||
h) |
Artikel 455, punt a), iv), VKV Beschrijving van de gebruikte benadering voor back-testing/validatie van de nauwkeurigheid en interne consistentie van de voor de interne modellen en modelleringsprocessen voor IRC gebruikte gegevens en parameters. |
|
||
Artikel 455, punt a), ii), VKV
|
|
|||
a) |
Artikel 455, punt a), ii), en artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van de risico’s die onder de modellen voor de maatstaf voor het algehele risico vallen, met specificatie van de wijze waarop deze worden verdeeld in portefeuilles/subportefeuilles waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend. |
|
||
b) |
Artikel 455, punt b), VKV Beschrijving van het toepassingsgebied van de modellen voor de maatstaf voor het algehele risico waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend, met inbegrip van informatie over welke entiteiten in de groep deze modellen gebruiken en hoe de modellen alle op groepsniveau gebruikte modellen weergeven, met inbegrip van het percentage van eigenvermogensvereisten dat onder de modellen valt en of dezelfde modellen van IRC worden gebruikt voor alle entiteiten met blootstelling aan marktrisico. |
|
||
c) |
Artikel 455, punt a), ii), VKV Algemene beschrijving van de voor correlatiehandel gehanteerde methode, met inbegrip van: |
|
||
i) |
informatie over de algemene modelleringsbenadering (keuze van modelcorrelatie tussen wanbetaling/migraties en spread): i) afzonderlijke maar gecorreleerde stochastische processen die ontwikkeling van migratie/wanbetaling en spread teweegbrengen; ii) spreadveranderingen die migratie/wanbetaling teweegbrengen; of iii) wanbetaling/migraties die spreadveranderingen teweegbrengen; |
|
||
ii) |
informatie die wordt gebruikt om de parameters van de basiscorrelatie te kalibreren: LGD-prijsstelling van de tranches (constant of stochastisch); |
|
||
iii) |
informatie over de keuze om de looptijd van elke positie te bepalen (winsten en verliezen op basis van de gesimuleerde marktontwikkeling in het model, berekend op basis van de looptijd van elke positie aan het einde van de kapitaalhorizon van 1 jaar of met gebruikmaking van hun looptijd op de berekeningsdatum). |
|
||
d) |
Benadering die is gevolgd om liquiditeitshorizons te bepalen. |
|
||
e) |
Gehanteerde methode voor het verkrijgen van een beoordeling van het kapitaal die aan de vereiste deugdelijkheidsnorm beantwoordt. |
|
||
f) |
Benadering die bij de validatie van de modellen is gevolgd. |
|
||
g) |
Artikel 455, punt a), iii), VKV Beschrijving van de op de modelleringsparameters toegepaste stresstests (belangrijkste scenario’s die zijn ontwikkeld om de kenmerken weer te geven van de portefeuilles waarop de modellen voor de maatstaf voor het algehele risico op groepsniveau van toepassing zijn). |
|
||
h) |
Artikel 455, punt a), iv), VKV Beschrijving van de gebruikte benadering voor back-testing/validatie van de nauwkeurigheid en interne consistentie van de gegevens en parameters die voor de interne modellen en modelleringsprocessen voor de maatstaf voor het algehele risico worden gebruikt. |
|
||
i) |
Artikel 455, punt f), VKV Informatie over de gewogen gemiddelde liquiditeitshorizon voor elke subportefeuille die onder de interne modellen voor het additioneel wanbetalingsrisico en het migratierisico en voor correlatiehandel valt. |
|
Template EU MR2-A - Marktrisico volgens de internemodellenbenadering
|
a |
b |
|
Risicogewogen posten |
Eigenvermogensvereisten |
||
1 |
VaR (de hoogste van de waarden a en b) |
|
|
a) |
VaR van de vorige dag (VaRt-1) |
|
|
b) |
Vermenigvuldigingsfactor (mc) x gemiddelde van de voorgaande 60 werkdagen (VaRavg) |
|
|
2 |
sVaR (de hoogste van de waarden a en b) |
|
|
a) |
Meest recente beschikbare sVaR (sVaRt-1) |
|
|
b) |
Vermenigvuldigingsfactor (ms) x gemiddelde van de voorgaande 60 werkdagen (sVaRavg) |
|
|
3 |
IRC (de hoogste van de waarden a en b) |
|
|
a) |
Meest recente IRC-maatstaf |
|
|
b) |
Gemiddelde IRC-maatstaf over de voorgaande twaalf weken |
|
|
4 |
Maatstaf voor het algehele risico (de hoogste van de waarden a, b en c) |
|
|
a) |
Meest recente risicomaatstaf van de maatstaf voor het algehele risico |
|
|
b) |
Gemiddelde over de voorgaande twaalf weken van de maatstaf voor het algehele risico |
|
|
c) |
Maatstaf voor het algehele risico - Ondergrens |
|
|
5 |
Overige |
|
|
6 |
Totaal |
|
|
Template EU MR2-B - Stroomoverzichten van risicogewogen posten van blootstellingen aan marktrisico in het kader van de internemodellenbenadering
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
|
VaR |
sVaR |
IRC |
Maatstaf voor het algehele risico |
Overige |
Totaal risicogewogen posten |
Totaal eigenvermogensvereisten |
||
1 |
Risicogewogen posten aan het einde van de vorige periode |
|
|
|
|
|
|
|
1a |
Regelgevingsaanpassing |
|
|
|
|
|
|
|
1b |
Risicogewogen posten aan het einde van het vorige kwartaal (einde van de dag) |
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Ontwikkeling in de risiconiveaus |
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Modelbijwerkingen/-wijzigingen |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Methodologie en beleid |
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Verwervingen en afstotingen |
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Wisselkoersbewegingen |
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Overige |
|
|
|
|
|
|
|
8a |
Risicogewogen posten aan het einde van de openbaarmakingsperiode (einde van de dag) |
|
|
|
|
|
|
|
8b |
Regelgevingsaanpassing |
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Risicogewogen posten aan het einde van de openbaarmakingsperiode |
|
|
|
|
|
|
|
Template EU MR3 - Waarden volgens de internemodellenbenadering voor handelsportefeuilles
|
a |
|
VaR (10 dagen 99 %) |
||
1 |
Maximumwaarde |
|
2 |
Gemiddelde waarde |
|
3 |
Minimumwaarde |
|
4 |
Einde periode |
|
sVaR (10 dagen 99 %) |
||
5 |
Maximumwaarde |
|
6 |
Gemiddelde waarde |
|
7 |
Minimumwaarde |
|
8 |
Einde periode |
|
IRC (99,9 %) |
||
9 |
Maximumwaarde |
|
10 |
Gemiddelde waarde |
|
11 |
Minimumwaarde |
|
12 |
Einde periode |
|
Maatstaf voor het algehele risico (99,9 %) |
||
13 |
Maximumwaarde |
|
14 |
Gemiddelde waarde |
|
15 |
Minimumwaarde |
|
16 |
Einde periode |
|
Template EU MR4 - Vergelijking van VaR-ramingen met winsten/verliezen
Instellingen presenteren een analyse van “uitschieters” (back-testinguitzonderingen overeenkomstig artikel 366 VKV) in de resultaten van back-tests, met vermelding van de datums en de overeenkomstige overschrijding (VaR-winst en verlies), met inbegrip van ten minste de belangrijkste factoren van de uitzonderingen, met soortgelijke vergelijkingen voor werkelijke winst en verlies en hypothetische winst en verlies (overeenkomstig artikel 366 VKV).
Informatie over werkelijke winsten/verliezen, en in het bijzonder een verduidelijking of zij reserves opnemen en, indien niet, hoe reserves in het back-testingproces worden geïntegreerd.
BIJLAGE XXX
Openbaarmakingstabellen en -templates betreffende marktrisico volgens de standaardbenadering en volgens interne modellen Instructies
1.
Deze bijlage bevat de instructies die instellingen bij de openbaarmaking van de in de artikelen 435, 445 en 455 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”) bedoelde informatie volgen voor het invullen van de openbaarmakingstabellen en -templates betreffende marktrisico, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening zijn opgenomen.
Tabel EU MRA - Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten met betrekking tot marktrisico. Tekstvakken met vrije opmaak.
2. |
Instellingen maken de in artikel 435, lid 1, punten a) tot en met d), VKV bedoelde informatie met betrekking tot marktrisico openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU MRA, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU MR1 — Marktrisico volgens de standaardbenadering. Vaste opmaak.
3. |
Instellingen maken de in artikel 445 VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU MR1, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Tabel EU MRB: Kwalitatieve openbaarmakingsvereisten voor instellingen die interne modellen voor het marktrisico gebruiken. Tekst met vrije opmaak.
4. |
Instellingen maken de in artikel 455, punten a), b), c) en f), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van tabel EU MRB, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU MR2-A - Marktrisico volgens de internemodellenbenadering. Vaste opmaak.
5. |
Instellingen maken de in artikel 455, punt e), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU MR2-A, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU MR2-B - Stroomoverzichten van risicogewogen posten van blootstellingen aan marktrisico in het kader van de internemodellenbenadering. Vaste opmaak.
6. |
Instellingen maken de in artikel 438, punt h), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU MR2-B, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
7. |
Instellingen maken de stromen van risicogewogen posten openbaar als de variaties tussen de risicogewogen posten aan het einde van de openbaarmakingsreferentieperiode (zoals hieronder gespecificeerd in rij 8) en de risicogewogen posten aan het einde van de vorige openbaarmakingsreferentieperiode (zoals hieronder gespecificeerd in rij 1; in het geval van kwartaalopenbaarmakingen het einde van het kwartaal vóór het kwartaal van de openbaarmakingsreferentieperiode). Instellingen mogen hun openbaarmakingen in het kader van pijler 3 aanvullen door dezelfde informatie openbaar te maken voor de drie voorgaande kwartalen. |
8. |
Instellingen leggen in de toelichting bij de template de cijfers uit die in rij 8 van deze template openbaar zijn gemaakt, d.w.z. alle andere factoren die aanzienlijk bijdragen aan variaties van de risicogewogen posten.
|
Template EU MR3 - Waarden volgens de internemodellenbenadering voor handelsportefeuilles. Vaste opmaak.
9. |
Instellingen maken de in artikel 455, punt d), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU MR3, die in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU MR4 - Vergelijking van VaR-ramingen met winsten/verliezen. Flexibele template.
10. |
Met betrekking tot de in artikel 455, punt g), VKV bedoelde informatie maken instellingen een grafiek openbaar die is opgenomen in bijlage XXIX bij deze uitvoeringsverordening, met inbegrip van de in deze tabel vermelde informatie.
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 528/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor niet-deltarisico van opties in het kader van de standaardbenadering voor marktrisico (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 29).
(3) Als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 528/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor niet-deltarisico van opties in het kader van de standaardbenadering voor marktrisico (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 29).
(4) Als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 528/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor niet-deltarisico van opties in het kader van de standaardbenadering voor marktrisico (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 29).
(5) Zie de illustratie in Basel Committee on Banking Supervision of the Bank for International Settlements, DIS Disclosure requirements DIS 99 Worked examples, december 2019.
BIJLAGE XXXI
Tabel EU ORA – Kwalitatieve informatie over het operationeel risico
Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie
Rechtsgrond |
Rij |
Kwalitatieve informatie – Vrije opmaak |
Artikel 435, lid 1, punten a), b), c) en d), VKV |
a) |
Openbaarmaking van de doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer |
Artikel 446 VKV |
b) |
Openbaarmaking van de benaderingen voor de beoordeling van de minimumeigenvermogensvereisten |
Artikel 446 VKV |
c) |
Beschrijving van de gebruikte methode voor de geavanceerde meetbenadering (indien van toepassing) |
Artikel 454 VKV |
d) |
Openbaarmaking van het gebruik van verzekering voor risicolimitering in de geavanceerde meetbenadering (indien van toepassing) |
Template EU OR1 – Eigenvermogensvereisten en risicogewogen posten voor het operationeel risico
BANKACTIVITEITEN |
a |
b |
c |
d |
e |
|
Relevante indicator |
Eigenvermogens-vereisten |
Risicoposten |
||||
Jaar-3 |
Jaar-2 |
Laatste jaar |
||||
1 |
Aan de basisindicatorbenadering onderworpen bankactiviteiten |
|
|
|
|
|
2 |
Aan de standaardbenadering / alternatieve standaardbenadering onderworpen bankactiviteiten |
|
|
|
|
|
3 |
Onderworpen aan de standaardbenadering: |
|
|
|
|
|
4 |
Onderworpen aan de alternatieve standaardbenadering: |
|
|
|
|
|
5 |
Aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen bankactiviteiten |
|
|
|
|
|
BIJLAGE XXXII
Instructies voor de openbaarmakingstemplates betreffende operationeel risico
Tabel EU ORA – Kwalitatieve informatie over het operationeel risico. Flexibele tabel
1. |
Instellingen maken de informatie in deze tabel openbaar overeenkomstig artikel 435, lid 1, en de artikelen 446 en 454 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (1) (“VKV”). |
2. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstabel betreffende operationeel risico EU ORA, die in bijlage XXXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen.
|
Template EU OR1 – Eigenvermogensvereisten en risicogewogen posten voor het operationeel risico Vaste template
3. |
Instellingen maken de in de artikelen 446 en 454 VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstemplate betreffende operationeel risico EU OR1, die in bijlage XXXI bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. Deze template bevat informatie over de berekening van eigenvermogensvereisten overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 (voor operationeel risico in het kader van de basisindicatorbenadering, de standaardbenadering, de alternatieve standaardbenadering en de geavanceerde meetbenaderingen (AMA) van titel III van deel drie VKV. |
4. |
Instellingen die de basisindicatorbenadering, de standaardbenadering en/of de alternatieve standaardbenadering gebruiken, vermelden in de beschrijving bij de template of de informatie aan het einde van het boekjaar die zij voor de berekening van eigenvermogensvereisten gebruiken: a) gebaseerd is op gecontroleerde cijfers, of b) ingeval deze niet beschikbaar zijn, gebaseerd is op bedrijfsramingen. In het laatste geval specificeren instellingen alle uitzonderlijke omstandigheden die tot wijzigingen in deze cijfers hebben geleid (bv. recente verwervingen of afstotingen van entiteiten of activiteiten). |
Instructies voor het invullen van de openbaarmakingstemplate EU OR1 |
|
Kolom |
Toelichting |
a, b, c |
Relevante indicator De term “relevante indicator” verwijst naar “de som van de bestanddelen” aan het einde van het boekjaar zoals omschreven in tabel 1 (voor instellingen die de basisindicatorbenadering gebruiken) in artikel 316, lid 1, VKV. Voor instellingen die de standaardbenadering of de alternatieve standaardbenadering gebruiken, gaat het om de “relevante indicator” aan het einde van het boekjaar zoals omschreven in de artikelen 317 tot en met 319 VKV. Instellingen die de eigenvermogensvereisten voor operationeel risico berekenen met de relevante indicator (basisindicatorbenadering, standaardbenadering en alternatieve standaardbenadering), maken de desbetreffende indicator voor de desbetreffende jaren openbaar in de kolommen a tot en met c van deze template. In het geval van een combinatie van verschillende benaderingen als bedoeld in artikel 314 VKV maken instellingen bovendien de relevante indicator voor de aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen activiteiten openbaar. AMA-banken maken ook de relevante indicator voor de aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen activiteiten openbaar. Als de gegevens over de “relevante indicator” waarover de instelling beschikt, minder dan drie jaar bestrijken, worden de beschikbare historische gegevens (gecontroleerde gegevens) bij voorrang toegewezen aan de desbetreffende kolommen in de template. Als bijvoorbeeld historische gegevens voor slechts één jaar beschikbaar zijn, worden deze openbaar gemaakt in kolom c van deze template. Indien dit redelijk lijkt, moeten de toekomstgerichte ramingen dan worden opgenomen in kolom b (raming voor het eerstvolgende jaar) en kolom a (raming van jaar +2) van deze template. Als er geen historische gegevens over de “relevante indicator” beschikbaar zijn, mag de instelling voorts toekomstgerichte bedrijfsramingen openbaar maken die voor de berekening van de eigenvermogensvereisten gebruikt zijn. |
d |
Eigenvermogensvereisten De eigenvermogensvereisten worden berekend volgens de gebruikte benadering, overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 VKV. Het resulterende bedrag wordt openbaar gemaakt in kolom d van deze template. |
e |
Risicoposten Artikel 92, lid 3, punt e), en artikel 92, lid 4, VKV. De eigenvermogensvereisten in kolom d van deze template vermenigvuldigd met 12,5. |
Rij |
Toelichting |
1 |
Aan de basisindicatorbenadering onderworpen bankactiviteiten Deze rij bevat de bedragen van aan de basisindicatorbenadering onderworpen activiteiten om de eigenvermogensvereisten voor operationeel risico te berekenen (artikelen 315 en 316 VKV). |
2 |
Aan de standaardbenadering / alternatieve standaardbenadering onderworpen bankactiviteiten Deze rij bevat de eigenvermogensvereisten berekend volgens de standaardbenadering en de alternatieve standaardbenadering (artikelen 317 tot en met 320 VKV). |
3 |
Onderworpen aan de standaardbenadering In geval van gebruik van de standaardbenadering omvat de relevante indicator voor elk betrokken jaar alle bedrijfsonderdelen zoals omschreven in tabel 2 in artikel 317 VKV. |
4 |
Onderworpen aan de ASA Instellingen die de ASA gebruiken (artikel 319 VKV) maken de relevante indicator voor de respectieve jaren openbaar. |
5 |
Aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen bankactiviteiten De desbetreffende gegevens voor AMA-instellingen (artikel 312, lid 2, en de artikelen 321, 322 en 323 van de VKV) worden openbaar gemaakt. Ingeval verschillende benaderingen in combinatie worden gebruikt overeenkomstig artikel 314 van de VKV, wordt ook de relevante indicator voor aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen activiteiten openbaar gemaakt. AMA-banken maken ook de relevante indicator voor de aan geavanceerde meetbenaderingen onderworpen activiteiten openbaar. |
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE XXXIII
Tabel EU REMA - Beloningsbeleid
Instellingen beschrijven de voornaamste elementen van hun beloningsbeleid en hoe zij dit beleid uitvoeren. Met name de volgende elementen worden in voorkomend geval beschreven:
Kwalitatieve openbaarmakingen |
|||||||||||
a) |
Informatie over de organen die toezicht houden op de beloning. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
b) |
Informatie over de opzet en structuur van het beloningssysteem voor aangewezen personeelsleden. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
c) |
Beschrijving van de wijzen waarop in de beloningsprocessen rekening wordt gehouden met actuele en toekomstige risico’s. Openbaarmakingen omvatten een overzicht van de belangrijkste risico’s, de meting ervan en de wijze waarop deze metingen van invloed zijn op de beloning. |
||||||||||
d) |
De overeenkomstig artikel 94, lid 1, punt g), RKV vastgestelde verhoudingen tussen de vaste en de variabele beloning. |
||||||||||
e) |
Beschrijving van de wijzen waarop de instelling de prestaties tijdens een prestatiebeoordelingsperiode wil koppelen aan beloningsniveaus. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
f) |
Beschrijving van de wijzen waarop de instelling de beloning wil aanpassen om rekening te houden met langetermijnprestaties. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
g) |
De beschrijving van de belangrijkste parameters en de motivering voor elk variabel beloningssysteem en voor eventuele andere niet-contante voordelen overeenkomstig artikel 450, lid 1, punt f), VKV. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
h) |
Op verzoek van de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit, de totale beloning van elk lid van het leidinggevend orgaan of de directie. |
||||||||||
i) |
Informatie over het feit of de instelling een afwijking geniet als bepaald in artikel 94, lid 3, RKV overeenkomstig artikel 450, lid 1, punt k), VKV.
|
||||||||||
j) |
Grote instellingen maken de kwantitatieve informatie over de beloning van hun gezamenlijk leidinggevend orgaan openbaar, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen uitvoerende en niet-uitvoerende leden overeenkomstig artikel 450, lid 2, VKV. |
Template EU REM1 - Voor het boekjaar toegekende beloning
|
a |
b |
c |
d |
||
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie |
Andere directieleden |
Andere aangewezen personeelsleden |
|||
1 |
Vaste beloning |
Aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
2 |
Totaal vaste beloning |
|
|
|
|
|
3 |
Waarvan: geldelijk |
|
|
|
|
|
4 |
(Niet toepasselijk in de EU) |
|
|
|
|
|
EU-4a |
Waarvan: aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
5 |
Waarvan: op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
EU-5x |
Waarvan: andere instrumenten |
|
|
|
|
|
6 |
(Niet toepasselijk in de EU) |
|
|
|
|
|
7 |
Waarvan: andere vormen |
|
|
|
|
|
8 |
(Niet toepasselijk in de EU) |
|
|
|
|
|
9 |
Variabele beloning |
Aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
10 |
Totaal variabele beloning |
|
|
|
|
|
11 |
Waarvan: geldelijk |
|
|
|
|
|
12 |
Waarvan: uitgesteld |
|
|
|
|
|
EU-13a |
Waarvan: aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
EU-14a |
Waarvan: uitgesteld |
|
|
|
|
|
EU-13b |
Waarvan: op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
EU-14b |
Waarvan: uitgesteld |
|
|
|
|
|
EU-14x |
Waarvan: andere instrumenten |
|
|
|
|
|
EU-14y |
Waarvan: uitgesteld |
|
|
|
|
|
15 |
Waarvan: andere vormen |
|
|
|
|
|
16 |
Waarvan: uitgesteld |
|
|
|
|
|
17 |
Totaal beloning (2 + 10) |
|
|
|
|
Template EU REM2 - Bijzondere betalingen aan personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden (aangewezen personeelsleden)
|
a |
b |
c |
d |
|
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie |
Andere directieleden |
Andere aangewezen personeelsleden |
||
|
Toekenningen van gegarandeerde variabele beloning |
||||
1 |
Toekenningen van gegarandeerde variabele beloning - Aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
2 |
Toekenningen van gegarandeerde variabele beloning – Totaal bedrag |
|
|
|
|
3 |
Waarvan tijdens het boekjaar betaalde toekenningen van gegarandeerde variabele beloning waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden |
|
|
|
|
|
In voorgaande perioden toegekende betalingen bij ontslag die tijdens het boekjaar zijn uitbetaald |
||||
4 |
In voorgaande perioden toegekende betalingen bij ontslag die tijdens het boekjaar zijn uitbetaald – Aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
5 |
In voorgaande perioden toegekende betalingen bij ontslag die tijdens het boekjaar zijn uitbetaald – Totaal bedrag |
|
|
|
|
|
Tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag |
||||
6 |
Tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
7 |
Tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Totaal bedrag |
|
|
|
|
8 |
Waarvan betaald tijdens het boekjaar |
|
|
|
|
9 |
Waarvan uitgesteld |
|
|
|
|
10 |
Waarvan tijdens het boekjaar betaalde betalingen bij ontslag waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden |
|
|
|
|
11 |
Waarvan de hoogste betaling die aan één persoon is toegekend |
|
|
|
|
Template EU REM3 - Uitgestelde beloning
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
EU - g |
EU - h |
|
|
Uitgestelde en ingehouden beloning |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend voor voorgaande prestatieperioden |
Waarvan verworven in het boekjaar |
Waarvan verworven in volgende boekjaren |
Bedrag van prestatiecorrectie die in het boekjaar is toegepast op uitgestelde beloning die in het boekjaar verworven was |
Bedrag van prestatiecorrectie die in het boekjaar is toegepast op uitgestelde beloning die in toekomstige prestatiejaren verworven zou zijn |
Totaal bedrag van correctie tijdens het boekjaar als gevolg van impliciete correcties achteraf (d.w.z. veranderingen in de waarde van uitgestelde beloning als gevolg van koerswijzigingen van instrumenten) |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend vóór het boekjaar die daadwerkelijk in het boekjaar is uitbetaald |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend voor voorgaande prestatieperioden die verworven is maar onderworpen is aan retentieperioden |
1 |
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Geldelijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Andere instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Andere vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie |
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
Geldelijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
Aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Andere instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Andere vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
Andere directieleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
14 |
Geldelijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
15 |
Aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
|
|
|
16 |
Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
17 |
Andere instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
18 |
Andere vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
19 |
Andere aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
20 |
Geldelijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
21 |
Aandelen of equivalente eigendomsbelangen |
|
|
|
|
|
|
|
|
22 |
Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
23 |
Andere instrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
24 |
Andere vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
25 |
Totaal bedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU REM4 - Beloning van 1 miljoen EUR of meer per jaar
|
a |
|
|
EUR |
Aangewezen personeelsleden die grootverdieners zijn als vastgesteld in artikel 450, punt i), VKV |
1 |
1 000 000 tot onder 1 500 000 |
|
2 |
1 500 000 tot onder 2 000 000 |
|
3 |
2 000 000 tot onder 2 500 000 |
|
4 |
2 500 000 tot onder 3 000 000 |
|
5 |
3 000 000 tot onder 3 500 000 |
|
6 |
3 500 000 tot onder 4 000 000 |
|
7 |
4 000 000 tot onder 4 500 000 |
|
8 |
4 500 000 tot onder 5 000 000 |
|
9 |
5 000 000 tot onder 6 000 000 |
|
10 |
6 000 000 tot onder 7 000 000 |
|
11 |
7 000 000 tot onder 8 000 000 |
|
x |
Kan eventueel worden uitgebreid, als er meer beloningsschalen nodig zijn. |
|
Template EU REM5 - Informatie over beloning van personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden (aangewezen personeelsleden)
|
a |
b |
c |
d |
e |
f |
g |
h |
i |
j |
|
Beloning leidinggevend orgaan |
Bedrijfsonderdelen |
|
|||||||||
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie |
Totaal leidinggevend orgaan |
Zakenbank-activiteiten |
Bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen |
Vermogensbeheer |
Bedrijfsfuncties |
Onafhankelijke internecontrole-functies |
Alle andere |
Totaal |
||
1 |
Totaal aantal aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Waarvan: leden van het leidinggevend orgaan |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Waarvan: andere directieleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Waarvan: andere aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Totale beloning van aangewezen personeelsleden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
Waarvan: variabele beloning |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
Waarvan: vaste beloning |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE XXXIV
Instructies voor de openbaarmakingstemplates betreffende het beloningsbeleid
Tabel EU REMA – Beloningsbeleid: Flexibele opmaak
1. |
Instellingen maken de in artikel 450, lid 1, punten a), b), c), d), e), f), j) en k), en artikel 450, lid 2, VKV (1) bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstabel EU REMA, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
2. |
Deze tabel heeft een flexibele opmaak. Ingeval instellingen een andere opmaak toepassen, verstrekken zij informatie die vergelijkbaar is met de in deze tabel vereiste informatie, met een vergelijkbaar niveau van granulariteit en met inbegrip van alle vereiste inhoudelijke informatie. |
3. |
Voor de toepassing van deze tabel en de in deze bijlage toegelichte templates betreft “toekenning” het verlenen van variabele beloning voor een specifieke toerekeningsperiode, ongeacht het feitelijke tijdstip waarop het toegekende bedrag wordt uitbetaald. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|||||||||||
Rij |
Toelichting |
||||||||||
a) |
Informatie over de organen die toezicht houden op de beloning. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
b) |
Informatie over de opzet en structuur van het beloningssysteem voor aangewezen personeelsleden. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
c) |
Beschrijving van de wijzen waarop in de beloningsprocessen rekening wordt gehouden met actuele en toekomstige risico’s. Openbaarmakingen omvatten een overzicht van de belangrijkste risico’s, de meting ervan en de wijze waarop deze metingen van invloed zijn op de beloning. |
||||||||||
d) |
De overeenkomstig artikel 94, lid 1, punt g), van Richtlijn 2013/36/EU (RKV) (2) vastgestelde verhoudingen tussen de vaste en de variabele beloning. |
||||||||||
e) |
Beschrijving van de wijzen waarop de instelling de prestaties tijdens een prestatiebeoordelingsperiode wil koppelen aan beloningsniveaus. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
f) |
Beschrijving van de wijzen waarop de instelling de beloning wil aanpassen om rekening te houden met langetermijnprestaties. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
g) |
De beschrijving van de belangrijkste parameters en de motivering voor elk variabel beloningssysteem en voor eventuele andere niet-contante voordelen, als bedoeld in artikel 450, lid 1, punt f), VKV. Openbaarmakingen omvatten het volgende:
|
||||||||||
h) |
Op verzoek van de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit, de totale beloning van elk lid van het leidinggevend orgaan of de directie, als bedoeld in artikel 450, lid 1, punt j), VKV. |
||||||||||
i) |
Informatie over het feit of de instelling een afwijking geniet als bepaald in artikel 94, lid 3, RKV, als bedoeld in artikel 450, lid 1, punt k), VKV. Voor de toepassing van dit punt geven instellingen die een dergelijke afwijking genieten, aan of dit op grond van punt a) en/of punt b) van artikel 94, lid 3, RKV is. Zij vermelden ook welke van de beloningsvereisten (d.w.z. punt l) en/of punt m) en/of punt o) van artikel 94, lid 1, RKV) zij toepassen op de afwijking(en), het aantal personeelsleden dat de afwijking(en) geniet en hun totale beloning, uitgesplitst in vaste en variabele beloning. |
||||||||||
j) |
Grote instellingen maken de kwantitatieve informatie over de beloning van hun gezamenlijk leidinggevend orgaan openbaar, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen uitvoerende en niet-uitvoerende leden, als bedoeld in artikel 450, lid 2, VKV. |
Template EU REM1 – Voor het boekjaar toegekende beloning Vaste opmaak
4. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van template EU REM1, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen, bij toepassing van artikel 450, lid 1, punt h), i) en ii), VKV. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
1 en 9 |
Aantal aangewezen personeelsleden Het aantal personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig artikel 92 RKV en de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld (3) (aangewezen personeelsleden) en die begunstigden zijn van de in deze template vermelde beloningscomponenten. Het wordt berekend volgens de VTE-benadering (voltijdequivalenten) voor aangewezen personeelsleden die geen lid van het leidinggevend orgaan zijn, waarbij aantallen worden bekendgemaakt op basis van de personeelsbezetting. |
2 |
Totaal vaste beloning Som van de bedragen in de rijen 3 tot en met 7 van deze template. |
3 |
Waarvan: geldelijk Het bedrag van de geldelijke beloning binnen de vaste beloning. |
EU-4a |
Waarvan: aandelen of equivalente eigendomsbelangen De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde aandelen of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente eigendomsbelangen binnen de vaste beloning. |
5 |
Waarvan: op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde op aandelen gebaseerde instrumenten of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente niet-liquide instrumenten binnen de vaste beloning. |
EU-5x |
Waarvan: andere instrumenten Het bedrag van de in artikel 94, lid 1, punt l), ii), RKV bedoelde andere instrumenten binnen de vaste beloning. |
7 |
Waarvan: andere vormen De bedragen van voor het boekjaar toegekende vaste beloning die niet in de andere rijen van de rubriek “totaal vaste beloning” openbaar zijn gemaakt. Het kan onder meer gaan om in overweging 64 van de RKV bedoelde evenredige reguliere pensioenbijdragen of voordelen (waarbij voor die voordelen geen prestatiecriteria in aanmerking worden genomen), of om andere vormen van beloning zoals kilometervergoeding. |
10 |
Totaal variabele beloning Som van de bedragen in de rijen 11, EU-13a, EU-13b, EU-14x en 15 van deze template. De som van alle beloningscomponenten die geen vaste beloning zijn die in rij 2 van deze template openbaar is gemaakt, met inbegrip van gegarandeerde variabele beloning en betalingen bij ontslag die tijdens dat jaar zijn toegekend. |
11 |
Waarvan: geldelijk Het bedrag van de geldelijke beloning binnen de variabele beloning. |
12, EU-14a, EU-14b, EU-14y en 16 |
Waarvan: uitgesteld De bedragen van de variabele beloning per type component die worden uitgesteld, bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV. |
EU-13a |
Waarvan: aandelen of equivalente eigendomsbelangen De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde aandelen of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente eigendomsbelangen binnen de variabele beloning. |
EU-13b |
Waarvan: op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde op aandelen gebaseerde instrumenten of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente niet-liquide instrumenten binnen de variabele beloning. |
EU-14x |
Waarvan: andere instrumenten Het bedrag van de in artikel 94, lid 1, punt l), ii), RKV bedoelde andere instrumenten binnen de variabele beloning. |
15 |
Waarvan: andere vormen De bedragen van voor het boekjaar toegekende variabele beloning die niet in de andere rijen van de rubriek “totaal variabele beloning” openbaar zijn gemaakt. |
17 |
Totaal beloning Som van de bedragen in de rijen 2 en 10 van deze template. |
Kolomletter |
Toelichting |
a |
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie Het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie, d.w.z. het leidinggevend orgaan handelend in zijn functie van het toezien op en controleren van de bestuurlijke besluitvorming in de zin van artikel 3, lid 1, punt 8, RKV. Instellingen maken informatie openbaar op basis van de personeelsbezetting. Overeenkomstig artikel 13 VKV maken EU-moederinstellingen deze informatie openbaar op basis van hun geconsolideerde situatie en grote dochterondernemingen van EU-moederinstellingen maken deze informatie openbaar op individuele basis of, wanneer van toepassing, overeenkomstig deze verordening en de RKV, op gesubconsolideerde basis. De entiteit die de informatie openbaar maakt, neemt in deze kolom informatie over haar leidinggevend orgaan op. Als de openbaarmaking overeenkomstig de artikelen 6 en 13 VKV op geconsolideerd of gesubconsolideerd niveau plaatsvindt, wordt informatie over de aangewezen personeelsleden van de leidinggevende organen van de dochterondernemingen openbaar gemaakt onder het desbetreffende bedrijfsonderdeel. |
b |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie De leden van het leidinggevend orgaan, die verantwoordelijk zijn voor zijn leidinggevende functies. Instellingen maken informatie openbaar op basis van de personeelsbezetting. Instellingen maken informatie openbaar op basis van de personeelsbezetting. Overeenkomstig artikel 13 VKV maken EU-moederinstellingen deze informatie openbaar op basis van hun geconsolideerde situatie en maken grote dochterondernemingen van EU-moederinstellingen deze informatie openbaar op individuele basis of, wanneer van toepassing, overeenkomstig deze verordening en de RKV, op gesubconsolideerde basis. De entiteit die de informatie openbaar maakt, neemt in deze kolom informatie over haar leidinggevend orgaan op. Als de openbaarmaking overeenkomstig de artikelen 6 en 13 VKV op geconsolideerd of gesubconsolideerd niveau plaatsvindt, wordt informatie over de aangewezen personeelsleden van de leidinggevende organen van de dochterondernemingen openbaar gemaakt onder het desbetreffende bedrijfsonderdeel. |
c |
Andere directieleden Directie in de zin van artikel 3, lid 1, punt 9, RKV. Instellingen maken het aantal directieleden openbaar dat niet openbaar is gemaakt onder “leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie” en onder “andere aangewezen personeelsleden”. Instellingen maken informatie openbaar op basis van voltijdequivalenten. |
d |
Andere aangewezen personeelsleden Andere personeelsleden dan het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie of in zijn leidinggevende functie, en andere personeelsleden dan directieleden, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig de criteria van de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld en daarnaast, in voorkomend geval, op basis van criteria van instellingen. Instellingen kunnen in deze template de uitsplitsing naar bedrijfsonderdeel opnemen die in template EU REM5 wordt voorgesteld. Instellingen maken informatie openbaar op basis van voltijdequivalenten. |
Template EU REM2 – Bijzondere betalingen aan personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden (aangewezen personeelsleden) Vaste opmaak
5. |
Instellingen maken de in artikel 450, lid 1, punt h), v) tot en met vii), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstemplate EU REM2, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
1, 4 en 6 |
Aantal aangewezen personeelsleden Het aantal aangewezen personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig artikel 92 RKV en de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld, voor elk van de specifieke beloningscomponenten. Voor de kolommen a en b (leidinggevend orgaan) van deze template wordt de waarde gebaseerd op de personeelsbezetting. Voor de kolommen c en d van deze template wordt de waarde berekend aan de hand van de VTE-methode (voltijdequivalenten). Rij 4 van deze template heeft betrekking op betalingen bij ontslag die in voorgaande perioden zijn toegekend en tijdens het boekjaar (dit jaar) zijn uitbetaald, terwijl rij 6 van deze template betrekking heeft op betalingen bij ontslag die tijdens het boekjaar (lopend jaar) zijn toegekend. |
2 |
Toekenningen van gegarandeerde variabele beloning – Totaal bedrag Het bedrag van de toekenningen van gegarandeerde variabele beloningen, als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt e), RKV. |
3 |
Waarvan tijdens het boekjaar betaalde toekenningen van gegarandeerde variabele beloning waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden De bedragen van de toekenningen van gegarandeerde variabele beloning als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt e), RKV, die tijdens het boekjaar (lopend jaar) zijn betaald en waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden. Met betrekking tot de in artikel 450, lid 1, punt g) en punt h), v) en vi), VKV bedoelde openbaar gemaakte informatie geven instellingen duidelijk aan of de geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning uitgesplitst naar bedrijfsonderdeel het bonusplafond weerspiegelt wanneer het gaat om nieuwe betalingen bij indiensttreding en ontslag. |
5 |
In voorgaande perioden toegekende betalingen bij ontslag die tijdens het boekjaar zijn uitbetaald – Totaal bedrag Het bedrag van de betalingen bij ontslag als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV die in voorgaande perioden zijn toegekend en tijdens het boekjaar (lopend jaar) zijn uitbetaald. |
7 |
Tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Totaal bedrag Het bedrag van de betalingen bij ontslag als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV die tijdens het boekjaar (lopend jaar) zijn toegekend. |
8 |
Waarvan tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Betaald tijdens het boekjaar Het bedrag van de betalingen bij ontslag als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV die tijdens het boekjaar zijn toegekend en betaald. |
9 |
Waarvan tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Uitgesteld Het bedrag van de betalingen bij ontslag als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV die tijdens het boekjaar zijn toegekend en die zijn uitgesteld, bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV. |
10 |
Waarvan tijdens het boekjaar betaalde betalingen bij ontslag waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden De bedragen van de betalingen bij ontslag als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV, die tijdens het boekjaar zijn betaald en waarmee in het bonusplafond geen rekening is gehouden. Met betrekking tot de in artikel 450, lid 1, punt g) en punt h), v) en vi), VKV bedoelde openbaar gemaakte informatie geven instellingen duidelijk aan of de geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning uitgesplitst naar bedrijfsonderdeel het bonusplafond weerspiegelt wanneer het gaat om nieuwe betalingen bij indiensttreding en ontslag. |
11 |
Waarvan tijdens het boekjaar toegekende betalingen bij ontslag – Hoogste betaling die aan één persoon is toegekend Het bedrag van de hoogste betaling bij ontslag, als bedoeld in artikel 94, lid 1, punt h), RKV die tijdens het boekjaar aan één persoon is toegekend. |
Kolomletter |
Toelichting |
a |
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie Het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie, d.w.z. het leidinggevend orgaan handelend in zijn functie van het toezien op en controleren van de bestuurlijke besluitvorming in de zin van artikel 3, lid 1, punt 8, RKV (personeelsbezetting). |
b |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie De leden van het leidinggevend orgaan, die verantwoordelijk zijn voor zijn leidinggevende functies (personeelsbezetting). |
c |
Andere directieleden Directie in de zin van artikel 3, lid 1, punt 9, RKV. Instellingen maken het aantal directieleden openbaar dat niet openbaar is gemaakt onder “leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie” en onder “andere aangewezen personeelsleden”(VTE). |
d |
Andere aangewezen personeelsleden Andere personeelsleden dan het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie of in zijn leidinggevende functie, en andere personeelsleden dan directieleden, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig de criteria van de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld en daarnaast, in voorkomend geval, op basis van criteria van instellingen. Instellingen kunnen in deze template de uitsplitsing naar bedrijfsonderdeel opnemen die in template EU REM5 (VTE) wordt voorgesteld. |
Template EU REM3 – Uitgestelde beloning Vaste opmaak
6. |
Instellingen maken de in artikel 450, lid 1, punt h), iii) en iv), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstemplate EU REM3, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
1 |
Leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie Het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie, d.w.z. het leidinggevend orgaan handelend in zijn functie van het toezien op en controleren van de bestuurlijke besluitvorming in de zin van artikel 3, lid 1, punt 8, RKV. Som van de bedragen in de rijen 2, 3, 4, 5 en 6 van deze template. |
2, 8, 14 en 20 |
Geldelijk Het bedrag van de geldelijke beloning binnen de variabele beloning. |
3, 9, 15 en 21 |
Aandelen of equivalente eigendomsbelangen De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde aandelen of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente eigendomsbelangen binnen de variabele beloning. |
4, 10, 16 en 22 |
Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten De som van de bedragen van de in artikel 94, lid 1, punt l), i), RKV bedoelde op aandelen gebaseerde instrumenten of, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, equivalente niet-liquide instrumenten binnen de variabele beloning. |
5, 11, 17 en 23 |
Andere instrumenten Het bedrag van de in artikel 94, lid 1, punt l), ii), RKV bedoelde andere instrumenten binnen de variabele beloning. |
6, 12, 18 en 24 |
Andere vormen De bedragen van variabele beloning die niet in de rijen “Geldelijk”, “Aandelen of equivalente eigendomsbelangen”, afhankelijk van de juridische structuur van de betrokken instelling, of “Op aandelen gebaseerde instrumenten of equivalente niet-liquide instrumenten” en “Andere instrumenten” openbaar zijn gemaakt. Het kan onder meer gaan om in overweging 64 van de RKV bedoelde evenredige reguliere pensioenbijdragen of voordelen (waarbij voor die voordelen geen prestatiecriteria in aanmerking worden genomen), of om andere vormen van beloning zoals kilometervergoeding. |
7 |
Leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie De leden van het leidinggevend orgaan, die verantwoordelijk zijn voor zijn leidinggevende functies; som van de bedragen in de rijen 8, 9, 10, 11 en 12 van deze template. |
13 |
Andere directieleden Directie in de zin van artikel 3, lid 1, punt 9, RKV; som van de bedragen in de rijen 14, 15, 16, 17 en 18 van deze template. Instellingen maken het aantal directieleden openbaar dat niet openbaar is gemaakt onder “leidinggevend orgaan in zijn leidinggevende functie” en onder “andere aangewezen personeelsleden”. |
19 |
Andere aangewezen personeelsleden Andere personeelsleden dan het leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie of in zijn leidinggevende functie, en andere personeelsleden dan directieleden, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig de criteria van de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld en daarnaast, in voorkomend geval, op basis van criteria van instellingen; som van de bedragen in de rijen 20, 21, 22, 23 en 24 van deze template. |
25 |
Totaal bedrag Som van de bedragen in de rijen 1, 7, 13 en 19 van deze template. |
Kolomletter |
Toelichting |
a |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend voor voorgaande prestatieperioden Het bedrag van uitgestelde beloning, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die voor voorgaande prestatieperioden is toegekend (som van de bedragen in de kolommen b en c van deze template). |
b |
Waarvan verworven in het boekjaar Het bedrag van uitgestelde beloning die voor voorgaande prestatieperioden is toegekend, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die in het boekjaar verworven is. |
c |
Waarvan verworven in volgende boekjaren Het bedrag van uitgestelde beloning die voor voorgaande prestatieperioden is toegekend, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die in de volgende boekjaren verworven zal zijn. |
d |
Bedrag van prestatiecorrectie die in het boekjaar is toegepast op uitgestelde beloning die in het boekjaar verworven was Het bedrag van de prestatiecorrectie op uitgestelde beloning, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die in het boekjaar verworven was. |
e |
Bedrag van prestatiecorrectie die in het boekjaar is toegepast op uitgestelde beloning die in toekomstige boekjaren verworven zou zijn Het bedrag van de prestatiecorrectie op uitgestelde beloning, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die in toekomstige boekjaren verworven zou zijn. |
f |
Totaal bedrag van correctie tijdens het boekjaar als gevolg van impliciete correcties achteraf tijdens het boekjaar (d.w.z. veranderingen in de waarde van uitgestelde beloning als gevolg van koerswijzigingen van instrumenten) Indien van toepassing, het bedrag van de verandering in de waarde tijdens het boekjaar als gevolg van impliciete correcties achteraf, zoals veranderingen in de waarde van uitgestelde beloning als gevolg van koerswijzigingen van instrumenten, geraamd naar beste vermogen. |
EU - g |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend vóór het boekjaar die daadwerkelijk in het boekjaar is uitbetaald Het bedrag van uitgestelde beloning, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV, die in het boekjaar is uitbetaald. Zodra de uitgestelde beloning verworven is, wordt deze als uitbetaald beschouwd. |
EU - h |
Totaal bedrag van uitgestelde beloning toegekend voor voorgaande prestatieperioden die verworven is maar onderworpen is aan retentieperioden Het bedrag van uitgestelde beloning toegekend voor voorgaande prestatieperioden, die verworven is maar onderworpen is aan retentieperioden, als bepaald overeenkomstig artikel 94 RKV. |
Template EU REM4 – Beloning van 1 miljoen EUR of meer per jaar Vaste opmaak
7. |
Instellingen maken de in artikel 450, lid 1, punt i), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstemplate EU REM4, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
8. |
De gegevens worden ingediend op basis van de cijfers aan het einde van het boekjaar in EUR. Alle bedragen worden openbaar gemaakt als volledige bedragen, d.w.z. niet-afgeronde bedragen, in euro's (bv. 1 234 567 EUR in plaats van 1,2 miljoen EUR). Wanneer de beloning in een andere valuta dan de euro luidt, worden de openbaar te maken geconsolideerde cijfers omgerekend aan de hand van de wisselkoers die de Commissie voor de financiële programmering en de begroting voor december van het verslagjaar heeft gebruikt. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
1 tot en met 8 |
Beloning tussen 1 en 5 miljoen EUR per boekjaar, uitgesplitst naar bandbreedten van 500 000 EUR. |
9 tot en met x |
Beloning van meer dan 5 miljoen EUR per boekjaar, uitgesplitst naar bandbreedten van 1 miljoen EUR. |
Kolomletter |
Toelichting |
a |
Aantal aangewezen personeelsleden met een beloning van 1 miljoen EUR of meer per boekjaar. Instellingen maken informatie openbaar op basis van de personeelsbezetting. |
Template EU REM5 – Informatie over personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden (aangewezen personeelsleden) Vaste opmaak
9. |
Instellingen maken de in artikel 450, lid 1, punt g), VKV bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de openbaarmakingstemplate EU REM5, die in bijlage XXXIII bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
10. |
Wat de kolommen met de uitsplitsing naar bedrijfsonderdeel betreft, wordt alle kredietverlening, met inbegrip van wholesalekredietverlening, opgenomen in retailkredietverlening. Voor zakenbankdiensten omvat dit ondernemingsfinanciering en handel en verkoop. Verdere richtsnoeren voor de activiteiten in die bedrijfsonderdelen zijn te vinden in de tabel in artikel 317 met de bedrijfsonderdelen binnen de standaardbenadering voor operationeel risico. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|||||||||||||||||
Rij |
Toelichting |
||||||||||||||||
1 |
Totaal aantal aangewezen personeelsleden Personeelsleden wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling en haar dochterondernemingen wezenlijk beïnvloeden (aangewezen personeelsleden), met inbegrip van dochterondernemingen die niet onder de RKV vallen, en alle leden van hun respectieve leidinggevende organen. De waarde wordt openbaar gemaakt op basis van VTE. |
||||||||||||||||
2 |
Waarvan: leden van het leidinggevend orgaan Het aantal leden in het respectieve leidinggevend orgaan in zijn toezichthoudende functie en in zijn leidinggevende functie, en in het volledige leidinggevend orgaan. |
||||||||||||||||
3 |
Waarvan: andere directieleden Andere personeelsleden dan de leden van het leidinggevend orgaan, die directie zijn in de zin van artikel 3, lid 1, punt 9, RKV. |
||||||||||||||||
4 |
Waarvan: andere aangewezen personeelsleden Andere personeelsleden dan leden van het leidinggevend orgaan, en andere personeelsleden dan directieleden, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de instelling wezenlijk beïnvloeden overeenkomstig de criteria van de gedelegeerde verordening die de Commissie in uitvoering van artikel 94, lid 2, RKV betreffende aangewezen personeelsleden heeft vastgesteld en daarnaast, in voorkomend geval, op basis van criteria van instellingen. |
||||||||||||||||
5 |
Totale beloning van aangewezen personeelsleden Onder het totale bedrag van de beloning wordt verstaan alle vormen van vaste en variabele beloning, met inbegrip van geldelijke of niet-geldelijke betalingen en voordelen, die door of namens instellingen rechtstreeks aan personeelsleden worden toegekend in ruil voor professionele diensten van personeelsleden, betalingen van “carried interest” in de zin van artikel 4, lid 1, punt d), van Richtlijn 2011/61/EU (4) en andere betalingen via methoden en vehikels die, indien ze niet als beloning zouden worden beschouwd, tot omzeiling van de beloningsvereisten van de RKV zouden leiden. |
||||||||||||||||
6 |
Waarvan: variabele beloning De som van alle beloningscomponenten die geen vaste beloning zijn waarnaar in rij 7 van deze template wordt verwezen. |
||||||||||||||||
7 |
Waarvan: vaste beloning Instellingen beschouwen beloning als vast indien de toekenningsvoorwaarden en het bedrag ervan:
|
||||||||||||||||
Kolomletter |
Toelichting |
||||||||||||||||
a, b en c |
Leidinggevend orgaan Het leidinggevend orgaan van de instelling, met de uitsplitsing naar toezichthoudende functie en leidinggevende functie. Instellingen maken informatie openbaar op basis van de personeelsbezetting. |
||||||||||||||||
d tot en met h |
Bedrijfsonderdelen De belangrijkste bedrijfsonderdelen van de instelling, zoals zakenbankactiviteiten, bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen, vermogensbeheer, bedrijfsfuncties, onafhankelijke internecontrolefuncties. Informatie wordt openbaar gemaakt op basis van VTE. |
||||||||||||||||
i |
Alle andere Alle andere bedrijfsonderdelen die niet afzonderlijk in de vorige kolommen werden vermeld. Informatie wordt openbaar gemaakt op basis van VTE. |
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 604/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen met betrekking tot kwalitatieve en passende kwantitatieve criteria tot vaststelling van de categorieën van medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van een instelling materieel beïnvloeden (PB L 167 van 6.6.2014, blz. 30).
(4) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
BIJLAGE XXXV
Template EU AE1 – Bezwaarde en niet-bezwaarde activa
|
Boekwaarde van bezwaarde activa |
Reële waarde van bezwaarde activa |
Boekwaarde van niet-bezwaarde activa |
Reële waarde van niet-bezwaarde activa |
|||||
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
||
010 |
030 |
040 |
050 |
060 |
080 |
090 |
100 |
||
010 |
Activa van de openbaar makende instelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Aandeleninstrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Schuldtitels |
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: gedekte obligaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: securitisaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
waarvan: uitgegeven door overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Overige activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template EU AE2 – Ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen schuldtitels
|
Reële waarde van bezwaarde ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldtitels |
Niet-bezwaard |
|||
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldtitels die beschikbaar zijn voor bezwaring |
|||||
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
||
010 |
030 |
040 |
060 |
||
130 |
Door de openbaar makende instelling ontvangen zekerheden |
|
|
|
|
140 |
Onmiddellijk opeisbare vorderingen |
|
|
|
|
150 |
Aandeleninstrumenten |
|
|
|
|
160 |
Schuldtitels |
|
|
|
|
170 |
waarvan: gedekte obligaties |
|
|
|
|
180 |
waarvan: securitisaties |
|
|
|
|
190 |
waarvan: uitgegeven door overheden |
|
|
|
|
200 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen |
|
|
|
|
210 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
220 |
Leningen en voorschotten m.u.v. onmiddellijk opeisbare vorderingen |
|
|
|
|
230 |
Overige ontvangen zekerheden |
|
|
|
|
240 |
Andere uitgegeven eigen schuldtitels dan eigen gedekte obligaties of securitisaties |
|
|
|
|
241 |
Uitgegeven en nog niet verpande eigen gedekte obligaties en securitisaties |
|
|
|
|
250 |
TOTAAL ONTVANGEN ZEKERHEDEN EN UITGEGEVEN EIGEN SCHULDTITELS |
|
|
|
|
Template EU AE3 – Bronnen van bezwaring
|
Corresponderende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen of uitgeleende effecten |
Bezwaarde activa, ontvangen zekerheden en andere uitgegeven eigen schuldtitels dan gedekte obligaties en securitisaties |
|
010 |
030 |
||
010 |
Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen |
|
|
Tabel EU AE4 – Begeleidende beschrijvende informatie
Tekstvakken met vrije opmaak voor openbaarmaking van kwalitatieve informatie, overeenkomstig artikel 443 VKV
Rij |
Kwalitatieve informatie - Vrije opmaak |
a) |
Algemene beschrijvende informatie over activabezwaring |
b) |
Beschrijvende informatie over het effect van het bedrijfsmodel op activabezwaring en het belang van bezwaring voor het bedrijfsmodel van de instelling, die gebruikers de context verschaft van de openbaarmakingen die in de templates EU AE1 en EU AE2 vereist zijn. |
BIJLAGE XXXVI
Instructies voor de openbaarmakingstemplates betreffende activabezwaring
1. |
Instellingen maken de in artikel 443 VKV (1) bedoelde informatie openbaar volgens de onderstaande instructies in deze bijlage voor het invullen van de templates EU AE1 tot en met EU AE4, die in bijlage XXXV bij deze uitvoeringsverordening zijn opgenomen. |
2. |
Voor het invullen van de openbaarmakingstemplates betreffende activabezwaring is de definitie van activabezwaring van punt 1.7 van bijlage XVII (instructies voor rapportage over bezwaring van activa) bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (2) van toepassing. |
3. |
Instellingen maken de in de templates EU AE1, EU AE2 en EU AE3 bedoelde posten op dezelfde wijze openbaar als deze worden gerapporteerd overeenkomstig bijlage XVI (rapportagetemplates betreffende activabezwaring) bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie, tenzij in die tabellen uitdrukkelijk anders is bepaald. |
4. |
De in punt 3 bedoelde posten worden met gebruikmaking van mediaanwaarden openbaar gemaakt. Mediaanwaarden zijn voortschrijdende driemaandelijkse medianen over de voorgaande twaalf maanden en worden door middel van interpolatie bepaald. |
5. |
Bij openbaarmakingen op geconsolideerde basis is het toepasselijke consolidatiebereik het prudentiële consolidatiebereik als omschreven in deel een, titel II, afdeling 2, hoofdstuk 2, VKV. |
6. |
Indicatoren voor de kwaliteit van activa per soort activum in de kolommen C030, C050, C080 en C100 van template EU AE1 en per soort ontvangen zekerheden en uitgegeven schuldtitels, met inbegrip van gedekte obligaties en securitisaties, in de kolommen C030 en C060 zoals opgenomen in template EU AE2, zijn alleen van toepassing op kredietinstellingen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
|
Template EU AE1 – Bezwaarde en niet-bezwaarde activa
7. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies voor het invullen van template EU AE1, die in bijlage XXXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
010 |
Activa van de openbaar makende instelling International Accounting Standard (IAS) 1.9 (a), Implementation Guidance (IG) 6, in het geval van IFRS-instellingen. Totale activa van de instelling die in haar balans zijn opgenomen, met uitzondering van eigen schuldtitels en eigenvermogensinstrumenten wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. De in deze rij openbaar gemaakte waarde is de mediaan van de sommen van vier driemaandelijkse waarden aan het einde van de periode over de voorgaande twaalf maanden voor de rijen 030, 040 en 120. |
030 |
Aandeleninstrumenten De mediaanwaarden van aandeleninstrumenten in de zin van de toepasselijke beginselen voor financiële verslaggeving (IAS 32.1 in het geval van IFRS-instellingen), met uitzondering van eigenvermogeninstrumenten wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. |
040 |
Schuldtitels De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden schuldinstrumenten die zijn uitgegeven als effecten die geen leningen zijn overeenkomstig Verordening (EU) 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (“ECB BSI-verordening”) (3), met uitzondering van eigen schuldtitels wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. |
050 |
waarvan: gedekte obligaties De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden schuldtitels die obligaties zijn als bedoeld in artikel 52, lid 4, eerste alinea, van Richtlijn (EG) 2009/65 (4), ongeacht of deze instrumenten al dan niet de rechtsvorm van een effect hebben. |
060 |
waarvan: securitisaties De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden schuldtitels die securitisatieposities zijn in de zin van artikel 4, lid 1, punt 62, VKV. |
070 |
waarvan: uitgegeven door overheden De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden door overheden uitgegeven schuldtitels. |
080 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden schuldtitels uitgegeven door kredietinstellingen in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1, VKV en door andere financiële vennootschappen. Andere financiële vennootschappen omvatten alle financiële vennootschappen en quasivennootschappen die geen kredietinstellingen zijn, zoals beleggingsondernemingen, beleggingsfondsen, verzekeringsondernemingen, pensioenfondsen, instellingen voor collectieve belegging en clearinginstituten, alsook alle overige financiële intermediairs, financiële hulpbedrijven en financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband. |
090 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen De mediaanwaarden van door de instelling aangehouden schuldtitels uitgegeven door vennootschappen en quasivennootschappen die zich niet bezighouden met financiële intermediatie maar hoofdzakelijk met de productie van marktgoederen en niet-financiële diensten, in de zin van de ECB BSI-verordening. |
120 |
Overige activa De mediaanwaarde van overige in de balans opgenomen activa van de instelling die niet in de bovenstaande rijen zijn openbaar zijn gemaakt en die verschillen van de eigen schuldtitels en eigenvermogensinstrumenten welke door een niet-IFRS-instelling niet uit de balans mogen worden verwijderd. In dit geval worden eigen schuldinstrumenten in rij 240 van template EU AE2 opgenomen en eigenvermogensinstrumenten van de openbaarmaking van activabezwaring uitgesloten. “Overige activa” omvat kasmiddelen (aangehouden nationale en buitenlandse bankbiljetten en munten in omloop die algemeen worden gebruikt voor het verrichten van betalingen), onmiddellijk opeisbare vorderingen (IAS 1.54 (i) voor IFRS-instellingen) met inbegrip van direct opvraagbare tegoeden bij centrale banken en andere instellingen. “Overige activa” omvat ook andere leningen en voorschotten dan onmiddellijk opeisbare vorderingen, d.w.z. door de instelling aangehouden schuldinstrumenten die geen effecten zijn, andere dan direct opvraagbare tegoeden, met inbegrip van door onroerend goed zekergestelde leningen in de zin van punt a) van punt 86 van deel 2 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie. “Overige activa” kan ook het volgende omvatten: immateriële activa, met inbegrip van goodwill, uitgestelde belastingvorderingen, materiële vaste activa, afgeleide activa, omgekeerde repo's en vorderingen uit hoofde van aandelenleningen. Wanneer onderliggende activa en dekkingspoolactiva van behouden securitisaties en behouden gedekte obligaties onmiddellijk opeisbare vorderingen of leningen en voorschotten met uitzondering van onmiddellijk opeisbare vorderingen zijn, worden zij ook in deze rij opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Kolom |
Toelichting |
010 |
Boekwaarde van bezwaarde activa De mediaanwaarde van de boekwaarde van de door de instelling aangehouden activa die bezwaard zijn. Boekwaarde betekent het bedrag aan de actiefzijde van de balans. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte boekwaarde de mediaanwaarde van de verschillende boekwaarden die openbaar zijn gemaakt aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
030 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de boekwaarde van bezwaarde activa die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als activa van uiterst hoge liquiditeit en kredietkwaliteit (EHQLA) en activa van hoge liquiditeit en kredietkwaliteit (HQLA). Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA de activa die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie (5) en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van die gedelegeerde verordening, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61. De boekwaarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de boekwaarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte boekwaarde de mediaanwaarde van de verschillende boekwaarden die openbaar zijn gemaakt aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
040 |
Reële waarde van bezwaarde activa De mediaanwaarde van de reële waarde van de door de openbaar makende instelling aangehouden schuldtitels die bezwaard zijn overeenkomstig de definitie van activabezwaring. De reële waarde van een financieel instrument is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum (zie IFRS 13 Waardering tegen reële waarde en IFRS 13 en artikel 8 van Richtlijn 2013/34/EU (6) voor niet-IFRS-instellingen). Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
050 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van bezwaarde activa die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA. Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA de activa die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. De reële waarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie gespecificeerde reductiefactoren. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
060 |
Boekwaarde van niet-bezwaarde activa De mediaanwaarde van de boekwaarde van de door de openbaar makende instelling aangehouden activa die niet bezwaard zijn overeenkomstig de definitie van activabezwaring. Boekwaarde betekent het bedrag dat aan de actiefzijde van de balans openbaar wordt gemaakt. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte boekwaarde de mediaanwaarde van de verschillende boekwaarden die openbaar zijn gemaakt aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
080 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de boekwaarde van de niet-bezwaarde EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. De boekwaarde van de EHQLA en HQLA is de boekwaarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie gespecificeerde reductiefactoren. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte boekwaarde de mediaanwaarde van de verschillende boekwaarden die openbaar zijn gemaakt aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
090 |
Reële waarde van niet-bezwaarde activa De mediaanwaarde van de reële waarde van de door de instelling aangehouden schuldtitels die niet bezwaard zijn. De reële waarde van een financieel instrument is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum. (Zie IFRS 13 Waardering tegen reële waarde en IFRS 13 en artikel 8 van Richtlijn 2013/34/EU). Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
100 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de niet-bezwaarde EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. De reële waarde van de EHQLA en HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. Voor elke activaklasse is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van de openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
Template EU AE2 – Ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen schuldtitels
8. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies voor het invullen van template EU AE2, die in bijlage XXXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|||||
Rij |
Toelichting |
||||
130 |
Door de openbaar makende instelling ontvangen zekerheden Alle klassen van door de instelling ontvangen zekerheden. In deze rij worden alle effecten openbaar gemaakt die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. De waarde van de in totaal door de instelling ontvangen zekerheden is de mediaan van de sommen van vier driemaandelijkse waarden aan het einde van de periode over de voorgaande twaalf maanden voor de rijen 140 tot en met 160, 220 en 230. |
||||
140 |
Onmiddellijk opeisbare vorderingen In deze rij wordt de mediaanwaarde openbaar gemaakt van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van onmiddellijk opeisbare vorderingen (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
150 |
Aandeleninstrumenten De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van aandeleninstrumenten (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 030 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
160 |
Schuldtitels De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van schuldtitels (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 040 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
170 |
waarvan: gedekte obligaties De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van gedekte obligaties (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 050 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
180 |
waarvan: securitisaties De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van door activa gedekte effecten (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 060 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
190 |
waarvan: uitgegeven door overheden De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van door overheden uitgegeven schuldtitels (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 070 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
200 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van door financiële vennootschappen uitgegeven schuldtitels (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 080 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
210 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van door niet-financiële vennootschappen uitgegeven schuldtitels (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 090 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
220 |
Andere leningen en voorschotten dan onmiddellijk opeisbare vorderingen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van andere leningen en voorschotten dan onmiddellijk opeisbare vorderingen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
230 |
Overige ontvangen zekerheden De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van overige activa (zie de verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template EU AE1). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
240 |
Andere uitgegeven eigen schuldtitels dan eigen gedekte obligaties of securitisaties De mediaanwaarde van andere uitgegeven eigen schuldtitels dan eigen gedekte obligaties of securitisaties. Aangezien de behouden of teruggekochte uitgegeven eigen schuldtitels, volgens IAS 39.42, voor IFRS-instellingen, de gerelateerde financiële verplichtingen verminderen, worden deze effecten niet opgenomen in de activacategorie van de openbaar makende instelling. Eigen schuldtitels die door een niet-IFRS-instelling niet uit de balans mogen worden verwijderd, worden in deze rij opgenomen. |
||||
241 |
Uitgegeven en nog niet verpande eigen gedekte obligaties en securitisaties De mediaanwaarde van de uitgegeven eigen gedekte obligaties en securitisaties die door de openbaar makende instelling worden behouden en niet zijn bezwaard. Om dubbeltellingen te vermijden, geldt de volgende regel voor door de openbaar makende instelling uitgegeven en behouden eigen gedekte obligaties en securitisaties:
|
||||
250 |
Totaal ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen schuldtitels Alle klassen van door de instelling ontvangen zekerheden en door de instelling behouden uitgegeven eigen schuldtitels die geen uitgegeven eigen gedekte obligaties of eigen uitgegeven securitisaties zijn. Deze rij is de som van de mediaanwaarden voor rij 010 in template EU AE1 en rijen 130 en 240 in template EU AE2. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Kolom |
Toelichting |
010 |
Reële waarde van bezwaarde ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldtitels De mediaan van de reële waarde van de ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, of van door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldtitels die zijn bezwaard overeenkomstig artikel 100 VKV. De reële waarde van een financieel instrument is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum (als in IFRS 13 Waardering tegen reële waarde voor IFRS-instellingen). Voor elke zekerheid is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
030 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de bezwaarde ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, of van door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldtitels die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA. Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA posten van ontvangen zekerheden of door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldtitels die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. De reële waarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie gespecificeerde reductiefactoren. Voor elke zekerheid is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
040 |
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldtitels die beschikbaar zijn voor bezwaring De mediaan van de reële waarde van de door de instelling ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, die niet zijn bezwaard maar beschikbaar zijn voor bezwaring omdat het de instelling is toegestaan de zekerheden te verkopen of te herbelenen als de eigenaar van de zekerheden niet in gebreke blijft. Hier wordt tevens de reële waarde openbaar gemaakt van uitgegeven eigen schuldtitels die geen eigen gedekte obligaties of securitisatieposities zijn en die niet zijn bezwaard maar beschikbaar zijn voor bezwaring. Voor elke zekerheid is de openbaar gemaakte reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
060 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de niet-bezwaarde ontvangen zekerheden of door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldtitels, met uitzondering van eigen gedekte obligaties of securitisatieposities die beschikbaar zijn voor bezwaring, die in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie, en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie. De reële waarde van de EHQLA en HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
Template EU AE3 – Bronnen van bezwaring
9. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies voor het invullen van template EU AE3, die in bijlage XXXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Rij |
Toelichting |
010 |
Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen De mediaanwaarde van de post “Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen” van de instelling, in zoverre deze verplichtingen voor die instelling activabezwaring met zich meebrengen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|
Kolom |
Toelichting |
010 |
Corresponderende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen of uitgeleende effecten De mediaanwaarden van de corresponderende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen (ontvangen toegezegde leningen en ontvangen financiële garanties) of tegen andere zekerheden dan contanten uitgeleende effecten, inzoverre deze transacties voor die instelling activabezwaring met zich meebrengen. Financiële verplichtingen worden openbaar gemaakt tegen hun boekwaarde; voorwaardelijke verplichtingen worden openbaar gemaakt tegen hun nominale waarde; en tegen andere zekerheden dan contanten uitgeleende effecten worden openbaar gemaakt tegen hun reële waarde. De openbaar gemaakte reële waarde is de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. Hier worden ook verplichtingen zonder enigerlei gerelateerde financiering, zoals derivaten, openbaar gemaakt. |
030 |
Bezwaarde activa, ontvangen zekerheden en andere uitgegeven eigen schuldtitels dan gedekte obligaties en securitisaties Het bedrag van de activa, ontvangen zekerheden en andere uitgegeven eigen schuldtitels dan gedekte obligaties en securitisaties die bezwaard zijn als gevolg van de hier openbaar gemaakte verschillende soorten transacties. Om de consistentie met de criteria in de templates EU AE1 en EU AE2 te verzekeren, worden de in de balans opgenomen activa van de instelling tegen de mediaanwaarde van de boekwaarde ervan openbaar gemaakt, terwijl hergebruikte ontvangen zekerheden en bezwaarde uitgegeven eigen schuldtitels die geen gedekte obligaties en securitisaties zijn, tegen de mediaanwaarde van de reële waarde ervan openbaar worden gemaakt. De openbaar gemaakte reële waarde is de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke openbaarmakingsperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. Hier wordt ook melding gemaakt van bezwaarde activa zonder matchende verplichtingen. |
Tabel EU AE4 – Begeleidende beschrijvende informatie
10. |
Instellingen volgen de onderstaande instructies voor het invullen van tabel EU AE4, die in bijlage XXXV bij deze uitvoeringsverordening is opgenomen. |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
|||||||||||||||||||||||||||
Rij |
Toelichting |
||||||||||||||||||||||||||
a |
Algemene beschrijvende informatie over activabezwaring, met inbegrip van:
|
||||||||||||||||||||||||||
b |
Beschrijvende informatie over de gevolgen die het bedrijfsmodel van de instelling heeft voor haar bezwaringsniveau, alsook over het belang dat bezwaring heeft voor het financieringsmodel van de instelling, met inbegrip van het volgende:
|
(1) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).
(4) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).
(6) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).