EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021H0801

Aanbeveling (EU) 2021/801 van de Commissie van 18 mei 2021 over de fiscale behandeling van verliezen tijdens de COVID-19-crisis

C/2021/3484

PB L 179 van 20.5.2021, p. 10–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2021/801/oj

20.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 179/10


AANBEVELING (EU) 2021/801 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2021

over de fiscale behandeling van verliezen tijdens de COVID-19-crisis

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Door de uitbraak van COVID-19 hebben de lidstaten en de Unie ongeziene maatregelen moeten nemen om de EU-economie te ondersteunen en het herstel ervan te faciliteren. De meeste crisisresponsmaatregelen op de korte termijn moeten ervoor zorgen dat bedrijven over voldoende liquide middelen kunnen beschikken.

(2)

Met name midden- en kleinbedrijven (1) zijn zwaar getroffen door de sanitaire maatregelen, omdat zij verliezen vaak minder goed kunnen opvangen of financieren dan grote bedrijven. Midden- en kleinbedrijven zijn meestal ook actief in bedrijfssectoren die moesten sluiten als gevolg van de sanitaire maatregelen, zoals hotels, restaurants, cafés en bars.

(3)

Vele jurisdicties hebben snel passende steunmaatregelen genomen om de acute belastingdruk op bedrijven te verlichten; vele van die maatregelen waren onderworpen aan de EU-staatssteunregels, met name de nieuwe tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun (2). Om de liquidemiddelenpositie van bedrijven te versterken, is in het fiscale beleid veelal teruggegrepen naar uitstelverlening van belastingbetaling, maar was ook de aanpassing van verliescompensatiebepalingen een vaak gebruikt instrument.

(4)

In de lidstaten zijn er doorgaans drie grote benaderingen van de fiscale behandeling van verliezen. Verliezen kunnen veelal a) worden gebruikt in het lopende boekjaar waarin zij ontstaan, zodat er in dat tijdvak geen belasting over wordt verschuldigd. Eventuele resterende verliezen kunnen vervolgens: b) voorwaarts worden verrekend met de volgende beschikbare toekomstige winsten om de verschuldigde belastingen te verlagen; of, in sommige lidstaten, c) achterwaarts worden verrekend met de totale winst in het voorgaande belastingjaar of een maximaal aantal voorgaande jaren om een teruggaaf van eerder betaalde belasting te verkrijgen.

(5)

Als beleidsmaatregel is voorwaartse verliesverrekening minder zinvol als onmiddellijke steun aan noodlijdende bedrijven, omdat de belastingplichtige het liquiditeitsvoordeel pas verwerft wanneer hij opnieuw winstgevend is en belasting moet betalen. Verliezen uit voorgaande jaren kunnen in het lopende boekjaar worden gebruikt maar dit maakt geen liquiditeiten vrij tenzij een belastingplichtige winst maakt. Achterwaartse verliesverrekening is veel nuttiger voor bedrijven die door de crisis getroffen zijn, omdat dit resulteert in een teruggaaf van de belastingen die in voorgaande belastingjaren zijn betaald, en hen van extra liquiditeiten voorziet. Met name midden- en kleinbedrijven zouden hier baat bij hebben.

(6)

Achterwaartse verliesverrekening heeft het voordeel dat het alleen ten goede komt van bedrijven die in de jaren vóór de pandemie winstgevend waren, waardoor dit instrument in principe gezonde bedrijven ondersteunt. Alleen bedrijven die in de jaren vóór 2020 winst hebben gemaakt en belastingen hebben betaald, zullen in de praktijk immers hun verliezen van 2020 en 2021 met die belastingen kunnen verrekenen. Dit garandeert dat de maatregel gericht is op bedrijven die rechtstreeks als gevolg van de pandemie met moeilijkheden te kampen hebben, en dat geen overheidsmiddelen worden besteed aan steun voor bedrijven die omvallen als gevolg van factoren die niet met de crisis te maken hebben.

(7)

Om te garanderen dat de maatregel zijn doel dient, moeten de lidstaten die achterwaartse verrekening met meer dan één jaar willen toestaan, deze beperken tot bedrijven die geen verlies maakten in de voorgaande jaren. Als er dus achterwaartse verliesverrekening met twee of drie jaar wordt toegestaan, moet dit worden beperkt tot bedrijven die geen verlies maakten in 2019, 2018 of 2017.

(8)

De kosten van dergelijke maatregelen zijn hoofdzakelijk een kwestie van timing: de bedrijven krijgen het geld nu wanneer ze dat het hardst nodig hebben, en zij hoeven niet te wachten totdat zij hun verliezen kunnen gebruiken voor belastingen die zij in de toekomst moeten betalen. De lidstaten doen nu afstand van belastinginkomsten, maar zullen in de toekomst belastinginkomsten ontvangen van bedrijven die het hoofd boven water hebben kunnen houden en opnieuw winstgevend worden. Voorts zal het gebruik van achterwaartse verliesverrekening de voorwaartse verrekening van huidige verliezen in toekomstige tijdvakken beperken, hetgeen het effect op de belastinginkomsten nog verder zal beperken.

(9)

Een aantal lidstaten heeft al maatregelen ingevoerd of aangekondigd die het mogelijk maken om voor het belastingjaar 2020 verliezen achterwaarts te verrekenen, op grond waarvan belastingplichtigen hun belastingverliezen van 2020 achterwaarts zullen kunnen verrekenen met winsten uit voorgaande boekjaren.

(10)

Doorgaans hanteren de lidstaten evenwel uiteenlopende regels voor de behandeling van verliezen, hetgeen vaak tot ongelijke concurrentievoorwaarden leidt.

(11)

Deze aanbeveling aan de lidstaten over de binnenlandse behandeling van verliezen, die voortbouwt op beste praktijken, kan ertoe bijdragen om de voorwaarden voor alle bedrijven in de Unie gelijk te trekken.

(12)

Deze aanbeveling moet van toepassing zijn op de boekjaren 2020 en 2021 om bedrijven tijdens de COVID-19-crisis te ondersteunen.

(13)

De lidstaten moeten bedrijven toestaan om verliezen achterwaarts te verrekenen met ten minste het voorgaande boekjaar, dat wil zeggen 2019. Om belastingplichtigen evenwel de mogelijkheid te geven om hun verliezen integraal te verrekenen met eerder betaalde belastingen, kunnen de lidstaten de achterwaartse verrekening verlengen tot de drie voorgaande jaren, dat wil zeggen tot 2017. Kleinere bedrijven met lagere winsten kunnen bij uitstek baat hebben bij deze verlengde termijn van maximaal drie jaar om verliezen achterwaarts te verrekenen.

(14)

De maatregel moet worden beperkt om een buitensporig effect op de nationale begrotingen te voorkomen. Een plafond van drie miljoen EUR per verliesgevend boekjaar biedt met name een belangrijke steun aan kleinere bedrijven, terwijl ook alle belastingplichtigen er tot op zekere hoogte van kunnen profiteren.

(15)

De Commissie herinnert eraan dat wanneer lidstaten maatregelen invoeren die voldoen aan de voorwaarden van staatssteun die niet van de aanmeldingsverplichting is vrijgesteld, zij deze maatregelen bij de Commissie moeten aanmelden overeenkomstig de algemeen geldende procedures voor staatssteun,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

1.   ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED

Deze aanbeveling voorziet in een gecoördineerde aanpak van de behandeling van verliezen die bedrijven in de boekjaren 2020 en 2021 hebben geleden, om hen op die manier te ondersteunen bij de economische situatie die door de COVID-19-pandemie is veroorzaakt.

2.   FISCALE BEHANDELING VAN VERLIEZEN

Gelet op de uitzonderlijke economische omstandigheden in 2020 en 2021 als gevolg van de COVID-19-pandemie staan de lidstaten toe dat bedrijven verliezen achterwaarts verrekenen met ten minste het voorgaande boekjaar, dat wil zeggen ten minste 2019.

De lidstaten kunnen de achterwaartse verliesverrekeningstermijn verlengen tot maximaal de drie voorgaande jaren, zodat bedrijven hun verliezen uit de boekjaren 2020 en 2021 kunnen verrekenen met al belaste winsten uit de boekjaren 2019, 2018 en 2017.

De lidstaten staan toe dat bedrijven de onmiddellijke achterwaartse verrekening vragen van verliezen die zij in het boekjaar 2021 verwachten te lijden, zonder te moeten wachten tot het einde van het jaar.

3.   PLAFONDS

Om het effect op de nationale begrotingen te beperken, leggen de lidstaten een plafond vast voor het bedrag aan verliezen dat achterwaarts kan worden verrekend. Drie miljoen EUR per verliesgevend boekjaar is het maximale bedrag aan verliezen dat achterwaarts kan worden verrekend.

Als de lidstaten achterwaartse verliesverrekening tot 2017 toestaan, mogen de in aanmerking komende bedrijven geen verlies hebben geleden in de boekjaren 2019, 2018 en 2017.

4.   FOLLOW-UP

De lidstaten wordt verzocht de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zij naar aanleiding van deze aanbeveling hebben genomen, alsook van eventuele wijzigingen van dergelijke maatregelen.

De lidstaten wordt gevraagd hun plannen voor achterwaartse verliesverrekening voor bedrijven met de Commissie te bespreken.

5.   ADRESSATEN

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2021.

Voor de Commissie

Paolo GENTILONI

Lid van de Commissie


(1)  Voor de definitie van een midden- en kleinbedrijf wordt verwezen naar Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(2)  Mededeling van de Commissie — Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1), zoals gewijzigd bij de mededelingen van de Commissie C(2020) 2215 (PB C 112 I van 4.4.2020, blz. 1), C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3), C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3), C(2020) 7127 (PB C 340 van 13.10.2020, blz. 1) en C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6).


Top