Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0322

    Besluit (EU) 2021/322 van de Raad van 18 februari 2021 tot benoeming van een plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s

    PB L 64 van 24.2.2021, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/322/oj

    24.2.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 64/1


    BESLUIT (EU) 2021/322 VAN DE RAAD

    van 18 februari 2021

    tot benoeming van een plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 300, lid 3, en artikel 305,

    Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio’s (1),

    Gezien de voordracht van de Poolse regering,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 300, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat het Comité van de Regio’s bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die ofwel in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn, ofwel politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering.

    (2)

    In artikel 305 van het Verdrag is bepaald dat de leden van het Comité van de Regio’s, alsmede een gelijk aantal plaatsvervangers, voor vijf jaar door de Raad worden benoemd, overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten.

    (3)

    Aangezien de ambtstermijn van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s op 25 januari 2020 is verstreken, dienen er nieuwe leden en plaatsvervangers te worden benoemd.

    (4)

    Op 10 december 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/2157 (2) vastgesteld overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de leden en plaatsvervangers benoemd die zijn voorgedragen door de Tsjechische, de Deense, de Estse, de Cypriotische, de Letse, de Luxemburgse, de Nederlandse, de Oostenrijkse, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse en de Zweedse regering. Bij Besluit (EU) 2019/2157 zijn voor dezelfde periode eveneens benoemd de drie leden die door de Belgische regering zijn voorgedragen, de eenentwintig leden en twintig plaatsvervangers die door de Duitse regering zijn voorgedragen, de acht leden en acht plaatsvervangers die door de Ierse regering zijn voorgedragen, de zestien leden en zestien plaatsvervangers die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de tien leden en veertien plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, de vier leden en vier plaatsvervangers die door de Maltese regering zijn voorgedragen, en de acht leden en acht plaatsvervangers die door de Finse regering zijn voorgedragen.

    (5)

    Op 20 januari 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/102 (3) vastgesteld overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de leden en plaatsvervangers benoemd die zijn voorgedragen door de Griekse, de Franse, de Kroatische, de Litouwse, de Hongaarse en de Portugese regering, alsmede de vier leden en vier plaatsvervangers die door de Belgische regering zijn voorgedragen, één lid dat door de Bulgaarse regering is voorgedragen, één lid en één plaatsvervanger die door de Ierse regering zijn voorgedragen, één lid en één plaatsvervanger die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de veertien leden en tien plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, en de eenentwintig leden en twintig plaatsvervangers die door de Poolse regering zijn voorgedragen.

    (6)

    Op 3 februari 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/144 (4) vastgesteld overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de vier leden en vier plaatsvervangers benoemd die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, alsmede één lid en één plaatsvervanger die door de Finse regering zijn voorgedragen.

    (7)

    Op 26 maart 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/511 (5) vastgesteld overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de vijf leden en acht plaatsvervangers benoemd die door de Belgische regering zijn voorgedragen, alsmede één plaatsvervanger die door de Duitse regering is voorgedragen en één lid dat door de Maltese regering is voorgedragen.

    (8)

    Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, die op 1 februari 2020 rechtsgeldig is geworden, heeft de Raad op 8 juni 2020 Besluit (EU) 2020/766 (6) vastgesteld, overeenkomstig Besluit (EU) 2019/852 en de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 25 januari 2025 één extra lid en één extra plaatsvervanger benoemd die door de Estse regering zijn voorgedragen, één extra lid en één extra plaatsvervanger die door de Cypriotische regering zijn voorgedragen, alsmede één extra lid en één extra plaatsvervanger die door de Luxemburgse regering zijn voorgedragen.

    (9)

    Op 30 juli 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/1153 (7) vastgesteld overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de elf leden en twaalf plaatsvervangers benoemd die door de Bulgaarse regering zijn voorgedragen, alsmede de drie leden en drie plaatsvervangers die door de Duitse regering zijn voorgedragen en één plaatsvervanger die door de Maltese regering is voorgedragen. Bij dat besluit is voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 25 januari 2025 ook één plaatsvervanger benoemd die door de Cypriotische regering is voorgedragen, alsmede één plaatsvervanger die door de Luxemburgse regering is voorgedragen.

    (10)

    Op 17 december 2020 heeft de Poolse regering haar kandidaat voor haar resterende zetel van plaatsvervanger voorgedragen. Die plaatsvervanger moet worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In het Comité van de Regio’s wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, de volgende persoon tot plaatsvervanger benoemd:

     

    POLSKA

     

    De heer Adam BANASZAK

     

    Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Kujawsko — Pomorskiego.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 18 februari 2021.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    A.P. ZACARIAS


    (1)   PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.

    (2)  Besluit (EU) 2019/2157 van de Raad van 10 december 2019 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 78).

    (3)  Besluit (EU) 2020/102 van de Raad van 20 januari 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 20 van 24.1.2020, blz. 2).

    (4)  Besluit (EU) 2020/144 van de Raad van 3 februari 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 32 van 4.2.2020, blz. 16).

    (5)  Besluit (EU) 2020/511 van de Raad van 26 maart 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 113 van 8.4.2020, blz. 18).

    (6)  Besluit (EU) 2020/766 van de Raad van 8 juni 2020 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 187 van 12.6.2020, blz. 3).

    (7)  Besluit (EU) 2020/1153 van de Raad van 30 juli 2020 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s (PB L 256 van 5.8.2020, blz. 12).


    Top