This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020D0507(01)
Council Decision of 6 May 2020 adopting the Council’s position on draft amending budget No 3 of the European Union for the financial year 2020 2020/C 152 I/01
Besluit van de Raad van 6 mei 2020 tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 2020/C 152 I/01
Besluit van de Raad van 6 mei 2020 tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 2020/C 152 I/01
ST/7526/2020/INIT
PB C 152I van 7.5.2020, p. 1–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
|
7.5.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CI 152/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 6 mei 2020
tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020
(2020/C 152 I/01)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 44,
Overwegende hetgeen volgt:
|
— |
De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld op 27 november 2019 (2). |
|
— |
De Commissie heeft op 15 april 2020 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2020. |
|
— |
De situatie rond Covid‐19, waaronder de recente maatregelen die een aanvullende financiering van de begroting vereisen, zet de begroting van de lidstaten onder toenemende druk. Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2020, waarmee het overschot van het begrotingsjaar 2019 in de begroting voor 2020 wordt opgenomen, moet daarom snel worden aangenomen, zodat deze ontvangsten zo spoedig mogelijk in de boekhouding van de eigen middelen terechtkomen. Daarom is het gerechtvaardigd om, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het reglement van orde van de Raad, de periode van acht weken voor het op de hoogte stellen van de nationale parlementen, zoals bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1, in te korten, |
BESLUIT:
Enig artikel
Het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is vastgesteld op 6 mei 2020.
De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu
Gedaan te Brussel, 6 mei 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
G. GRLIĆ RADMAN