b)
|
Deel 2 wordt als volgt gewijzigd:
i)
|
het model van veterinair certificaat BOV-X wordt vervangen door:
“Model BOV-X
Tekst van het beeld
LAND:
Veterinair certificaat voor invoer in de EU
Deel I: Gegevens betreffende de zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Tel.
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a.
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
Tel.
I.6.
I.7. Land van oorsprong
ISO-code
I.8. Regio van oorsprong
Code
I.9. Land van bestemming
ISO-code
I.10. Regio van bestemming
Code
I.11. Plaats van oorsprong
Naam Erkenningsnummer
Adres
I.12.
I.13. Plaats van lading
Adres Erkenningsnummer
I.14. Datum van vertrek
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig Schip Treinwagon
Wegvoertuig Ander
Identificatie
Referentiedocumenten
I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU
I.17.
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GS-code)
01.02
I.20. Aantal/Hoeveelheid
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
Tekst van het beeld
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Fokken Mesten
I.26.
I.27. Voor invoer of toelating in de EU
I.28. Identificatie van de goederen
Soort(wetenschappelijke benaming)
Ras
Identificatiesysteem
Identificatienummer
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
LAND
Model BOV-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
Deel II: Certificering
II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.1.1. zij komen van bedrijven waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot miltvuur en zes maanden met betrekking tot rabiës, geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.1.2. aan de dieren zijn geen van de volgende stoffen toegediend:
— stilbeen of thyreostatica,
— oestrogenen, androgenen, gestagenen of β-agonisten voor andere doeleinden dan een therapeutische of een zoötechnische behandeling (als omschreven in Richtlijn 96/22/EG);
II.1.3. met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):
a) de dieren zijn geïdentificeerd met een permanent identificatiesysteem waarmee het moederdier en het beslag van oorsprong kunnen worden opgespoord en zij zijn niet blootgesteld aan de volgende dieren:
i) BSE-gevallen;
ii) runderen die in hun eerste levensjaar samen met de BSE-gevallen in hun eerste levensjaar zijn gehouden en die blijkens onderzoek in die periode hetzelfde potentieel besmette voeder gekregen hebben; of
iii) als het in punt ii) bedoelde onderzoek geen uitsluitsel biedt, runderen die in hetzelfde beslag als de BSE-gevallen en binnen twaalf maanden vóór of na de geboorte daarvan zijn geboren;
(1) (2) hetzij [b) als er in het betrokken land inheemse gevallen van BSE zijn geweest, zijn de dieren geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, daadwerkelijk wordt toegepast of na de datum waarop het laatste inheemse geval van BSE is geboren indien dat later is.]
(1) (3) hetzij [b) de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, daadwerkelijk wordt toegepast of na de datum waarop het laatste inheemse geval van BSE is geboren indien dat later is.]
(1) (4) hetzij [b) de dieren zijn geboren ten minste 2 jaar na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, daadwerkelijk wordt toegepast of na de datum waarop het laatste inheemse geval van BSE is geboren indien dat later is.]
II.2. Verklaring inzake de diergezondheid:
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.2.1. zij komen uit het gebied met code: (5), dat op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven:
(1) hetzij [a) sedert 24 maanden vrij is van mond-en-klauwzeer,]
(1) hetzij [a) sedert (dd/mm/jjjj) als vrij van mond-en-klauwzeer wordt beschouwd, zonder dat daarna nog gevallen of uitbrakenvan die ziekte zijn geconstateerd, en bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. ----/---- van de Commissie van (dd/mm/jjjj) is gemachtigd deze dieren uit te voeren,]
Tekst van het beeld
LAND
Model BOV-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
b) sedert twaalf maanden vrij is van runderpest, riftdalkoorts, besmettelijke boviene pleuropneumonie en nodulaire dermatose, en sedert zes maanden vrij van vesiculaire stomatitis;
c) waar in de laatste twaalf maanden tegen geen van de onder a) en b) vermelde ziekten en epizoötische hemorragische ziekte is ingeënt en geen als landbouwhuisdier gehouden evenhoevige dieren mogen worden ingevoerd die tegen deze ziekten zijn ingeënt;
(1) hetzij [d) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue en sedert twaalf maanden vrij is van epizoötische hemorragische ziekte;]
(1) (9) hetzij [d) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue, en zij hebben tweemaal negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichaam tegen bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, uitgevoerd met bloedmonsters waarvan het eerste is genomen bij het begin van de isolatie-/quarantaineperiode, namelijk op (dd/mm/jjjj), en het tweede ten minste 28 dagen later, namelijk op (dd/mm/jjjj), dit is in de laatste tien dagen voor de uitvoer;]
(1) hetzij [d) gedurende de laatste twaalf maanden vrij was van epizoötische hemorragische ziekte, en de laatste 24 maanden niet vrij was van bluetongue, en de dieren zijn ingeënt met een geïnactiveerd vaccin, ten minste 60 dagen vóór de datum van verzending naar de Unie, tegen het/de bluetongueserotype(n) (serotype(n) invullen) dat/die aanwezig is/zijn in de bronpopulatie, zoals aangetoond door middel van een programma voor surveillance (12) in een gebied met een straal van 150 km rond het bedrijf/de bedrijven van oorsprong zoals omschreven in vak I.11, en de dieren bevinden zich nog in de immuniteitsperiode die wordt gegarandeerd in de specificaties van het vaccin;]
(1) (13) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn sinds de geboorte of gedurende ten minste 60 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden;]
(1) (13) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 28 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 28 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
(1) (13) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 14 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een PCR-test voor het bluetonguevirus en epizoötische hemorragische ziekte volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 14 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
II.2.2. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste zes maanden vóór verzending naar de EU verbleven in het onder II.2.1 bedoelde gebied, en hebben in de laatste 30 dagen geen contact gehad met ingevoerde evenhoevige dieren;
II.2.3. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste 40 dagen vóór verzending verbleven op het/de in vak I.11 genoemde bedrijf/bedrijven van oorsprong en:
a) in de laatste 60 dagen heeft zich op dat bedrijf/die bedrijven en in een gebied met een straal van 150 km daaromheen geen geval of uitbraak van epizoötische hemorragische ziekte voorgedaan;
b) waarin en waarrond in een gebied met een straal van 10 km zich in de laatste 40 dagen geen geval of uitbraak van mond-en-klauwzeer, runderpest, Riftdalkoorts, bluetongue, besmettelijke boviene pleuropneumonie, nodulaire dermatose of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan;
II.2.4. het gaat niet om dieren die moeten worden gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een ziekte of om dieren die zijn ingeënt tegen één of meer van de onder II.2.1, a) en b), genoemde ziekten;
II.2.5. zij komen uit beslagen waarvoor geen beperkende maatregelen gelden krachtens de nationale wetgeving met betrekking tot de uitroeiing van tuberculose, brucellose en enzoötische boviene leukose;
II.2.6. zij komen uit beslagen die als officieel tuberculosevrij zijn erkend (6) (6b);
Tekst van het beeld
LAND
Model BOV-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
en (1) (7) hetzij [komen uit een gebied dat als officieel tuberculosevrij is erkend (6);]
(1) hetzij [hebben negatief gereageerd op een intradermale tuberculinatie (8) die in de laatste 30 dagen voor verzending naar de EU is verricht;]
(1) hetzij [zijn jonger dan zes weken;]
II.2.7. zij zijn niet tegen brucellose ingeënt en komen uit beslagen die als officieel brucellosevrij zijn erkend (6);
en (1) (7) hetzij [komen uit een gebied dat als officieel brucellosevrij is erkend (6);]
(1) hetzij [hebben ten minste één test op runderbrucellose ondergaan (8), uitgevoerd op monsters die in de laatste 30 dagen voor verzending naar de EU zijn genomen;]
(1) hetzij [zijn jonger dan twaalf maanden;]
(1) hetzij [het gaat om gecastreerde mannelijke dieren van alle leeftijden;]
(1) hetzij [II.2.8. zij komen uit beslagen waarvoor een officiële regeling voor de bestrijding van enzoötische boviene leukose geldt en waar de laatste twee jaar geen enkele aanwijzing van enzoötische boviene leukose is gevonden, noch op grond van klinisch onderzoek, noch op grond van een laboratoriumtest;]
(1) hetzij [II.2.8. zij komen uit beslagen die als officieel vrij van enzoötische boviene leukose zijn erkend (6) (6a);]
en (1) (7) hetzij [komen uit een gebied dat als officieel vrij van enzoötische boviene leukose is erkend (6);]
(1) hetzij [hebben negatief gereageerd op een individuele test op enzoötische boviene leukose (8), die is uitgevoerd op monsters die in de laatste 30 dagen voor verzending naar de EU zijn genomen;]
(1) hetzij [zijn jonger dan twaalf maanden;]
II.2.9. zij worden/zijn (1), zonder via een markt te gaan, van het bedrijf van oorsprong verzonden:
(1) hetzij [rechtstreeks naar de EU,]
(1) hetzij [naar het onder I.13 genoemde officieel erkende verzamelcentrum, gelegen in het onder II.2.1 bedoelde gebied,]
en, totdat zij naar de EU zijn verzonden,
a) zijn zij niet in contact geweest met evenhoevige dieren die niet voldoen aan de in dit certificaat beschreven gezondheidseisen;
b) zijn zij op geen enkele plaats geweest waar of waarrond zich in de afgelopen 30 dagen binnen een straal van 10 km een geval of uitbraak van een van de onder II.2.1 genoemde ziekten heeft voorgedaan;
II.2.10. de transportvoertuigen of de containers waarin zij worden geladen, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel;
II.2.11. de dieren zijn in de laatste 24 uur vóór het laden door een officiële dierenarts onderzocht en daarbij zijn geen klinische ziektesymptomen gevonden;
II.2.12. zij zijn op (dd/mm/jjjj) (10) geladen voor verzending naar de Unie in het onder I.15 omschreven vervoermiddel, dat vóór het laden is gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en dat zo is vervaardigd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig of de container kunnen stromen of vallen.
II.3. Verklaring inzake het vervoer van de dieren
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven dieren voor en tijdens het laden zijn behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005, met name de bepalingen inzake het drenken en het voederen, en dat zij geschikt zijn voor het geplande vervoer.
Tekst van het beeld
LAND
Model BOV-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(1) (11) II.4. Specifieke voorschriften
II.4.1. Volgens officiële informatie zijn ten minste in de laatste twaalf maanden op het/de in vak I.11 genoemde bedrijf/bedrijven van oorsprong geen klinische of pathologische tekenen van infectieuze boviene rinotracheïtis (IBR) gevonden.
II.4.2. De in vak I.28 genoemde dieren:
a) zijn de laatste 30 dagen vóór verzending met het oog op uitvoer geïsoleerd gehouden in een daartoe door de bevoegde autoriteit erkende inrichting;
b) hebben negatief gereageerd op een serologische test op IBR met gebruikmaking van een bloedmonster dat ten minste 21 dagen na binnenkomst in de isolatie-inrichting is genomen, en alle dieren in de isolatie-inrichting hebben eveneens negatief op een dergelijke test gereageerd;
c) zijn niet ingeënt tegen IBR.]
Opmerkingen
Dit certificaat is bedoeld voor als landbouwhuisdier gehouden fok- en gebruiksrunderen (inclusief Bubalus, Bison en kruisingen daarvan).
Na invoer moeten de dieren onverwijld naar het bedrijf van bestemming worden gebracht, waar zij ten minste 30 dagen moeten blijven voordat zij het bedrijf mogen verlaten, behalve als zij naar een slachthuis worden verzonden.
Deel I:
— Vak I.8: Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
— Vak I.13: Het verzamelcentrum moet voldoen aan de in bijlage I, deel 5, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vastgestelde voorwaarden voor erkenning.
— Vak I.15: Registratienummer (treinwagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grensinspectiepost van binnenkomst in de EU hiervan op de hoogte stellen.
— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.28: Identificatiesysteem: de dieren moeten voorzien zijn van:
Een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van oorsprong kan worden getraceerd. Het identificatiesysteem (oormerk, tatoeage, brandmerk, chip, transponder) vermelden.
Een oormerk waarop o.a. de ISO-code van het land van uitvoer is vermeld. Het bedrijf van oorsprong moet aan de hand van het individuele nummer getraceerd kunnen worden.
Soort: „Bos”, „Bison” of „Bubalus” aangeven, al naar het geval.
Leeftijd: Geboortedatum (dd/mm/jjjj).
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Ras: zuiver ras of kruising.
Deel II:
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(2) Enkel indien de dieren zijn geboren en ononderbroken zijn gehouden in landen of gebieden die overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG zijn ingedeeld als landen respectievelijk gebieden met een verwaarloosbaar BSE-risico.
Tekst van het beeld
LAND
Model BOV-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(3) Enkel indien het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico.
(4) Enkel indien het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico.
(5) Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(6) Officieel tuberculosevrije/brucellosevrije gebieden en beslagen overeenkomstig bijlage A bij Richtlijn 64/432/EEG; en gebieden en beslagen die vrij zijn van enzoötische boviene leukose overeenkomstig bijlage D, hoofdstuk I, bij Richtlijn 64/432/EEG.
(6a) Alleen voor beslagen die officieel vrij zijn van enzoötische boviene leukose, erkend als gelijkwaardig aan de voorschriften van bijlage D, hoofdstuk I, bij Richtlijn 64/432/EEG met het oog op de uitvoer naar de EU van levende dieren overeenkomstig een veterinair certificaat volgens model BOV-X uit het gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „IVb” staat met betrekking tot enzoötische boviene leukose.
(6b) Alleen voor een gebied met de vermelding „XII” in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010, waaruit blijkt dat de rundveebeslagen officieel als tuberculosevrij zijn erkend op basis van voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld in bijlage A, sub I, 1 en 2, bij Richtlijn 64/432/EEG met het oog op de uitvoer naar de EU van levende dieren waarvoor een veterinair certificaat is afgegeven volgens model BOV-X.
(7) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „II” betreffende tuberculose, „III” betreffende brucellose en/of „IVa” betreffende enzoötische boviene leukose staat.
(8) Tests die zijn uitgevoerd volgens het protocol dat voor de desbetreffende ziekte is beschreven in bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(9) Aanvullende garanties moeten worden gegeven als in bijlage I, deel 1, kolom 5 „SG”, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 een „A” staat.
Tests op bluetongue en op epizoötische hemorragische ziekte overeenkomstig bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(10) Indien vereist door de EU-lidstaat van bestemming of Zwitserland, overeenkomstig Beschikking 2004/558/EG respectievelijk de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).
(11) Indien vereist door de EU-lidstaat van bestemming of Zwitserland, overeenkomstig Beschikking 2004/558/EG respectievelijk de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).
(12) Programma voor epidemietoezicht zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 37).
(13) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „XIII” staat, die aangeeft dat het gebied officieel als seizoensgebonden vrij van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte is erkend. Overeenkomstig de Gezondheidscode voor landdieren van de OIE wordt de seizoensgebonden vrije periode geacht onmiddellijk te zijn beëindigd zodra uit de recentste klimaatgegevens of de gegevens van het toezichtsprogramma een vroegtijdige heropleving van volwassen culicoïden blijkt.
Officiële dierenarts
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Datum: Handtekening:
Stempel:
” |
ii)
|
het model van veterinair certificaat OVI-X wordt vervangen door:
“Model OVI-X
Tekst van het beeld
LAND:
Veterinair certificaat voor invoer in de EU
Deel I: Gegevens betreffende de zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Tel.
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a.
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
Tel.
I.6.
I.7. Land van oorsprong
ISO-code
I.8. Regio van oorsprong
Code
I.9. Land van bestemming
ISO-code
I.10. Regio van bestemming
Code
I.11. Plaats van oorsprong
Naam Erkenningsnummer
Adres
I.12.
I.13. Plaats van lading
Adres Erkenningsnummer
I.14. Datum van vertrek
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig Schip Treinwagon
Wegvoertuig Ander
Identificatie
Referentiedocumenten
I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU
I.17.
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GS-code)
I.20. Aantal/Hoeveelheid
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
Tekst van het beeld
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Fokken Mesten
I.26.
I.27. Voor invoer of toelating in de EU
I.28. Identificatie van de goederen
Soort(wetenschappelijke benaming)
Ras
Identificatiesysteem
Identificatienummer
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
Deel II: Certificering
II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.1.1. zij komen van bedrijven waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot miltvuur en zes maanden met betrekking tot rabiës, geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waar niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.1.2. aan de dieren zijn geen van de volgende stoffen toegediend:
— stilbeen of thyreostatica,
— oestrogenen, androgenen, gestagenen of β-agonisten voor andere doeleinden dan een therapeutische of een zoötechnische behandeling (als omschreven in Richtlijn 96/22/EG);
II.2. Verklaring inzake de diergezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.2.1. zij komen uit het gebied met code: (1), dat op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven:
(2) hetzij [a) sedert 24 maanden vrij is van mond-en-klauwzeer,]
(2) hetzij [a) sedert (dd/mm/jjjj) als vrij van mond-en-klauwzeer wordt beschouwd, zonder dat daarna nog gevallen of uitbraken van die ziekte zijn geconstateerd, en bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. ----/---- van de Commissie van (dd/mm/jjjj) is gemachtigd deze dieren uit te voeren,]
b) sedert twaalf maanden vrij is van runderpest, riftdalkoorts, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken en besmettelijke capriene pleuropneumonie, en sedert zes maanden vrij van vesiculaire stomatitis,
c) waar in de laatste twaalf maanden tegen geen van de onder a) en b) vermelde ziekten en epizoötische hemorragische ziekte is ingeënt en geen als landbouwhuisdier gehouden evenhoevige dieren mogen worden ingevoerd die tegen deze ziekten zijn ingeënt;]
(2) hetzij [d) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue en sedert twaalf maanden vrij is van epizoötische hemorragische ziekte;]
(2) (7) hetzij [d) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue, en zij hebben tweemaal negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichaam tegen bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, uitgevoerd met bloedmonsters waarvan het eerste is genomen bij het begin van de isolatie-/quarantaineperiode, namelijk op (dd/mm/jjjj), en het tweede ten minste 28 dagen later, namelijk op (dd/mm/jjjj), dit is in de laatste tien dagen voor de uitvoer;]
(2) hetzij [d) gedurende de laatste twaalf maanden vrij was van epizoötische hemorragische ziekte, en de laatste 24 maanden niet vrij was van bluetongue, en de dieren zijn ingeënt met een geïnactiveerd vaccin, ten minste 60 dagen vóór de datum van verzending naar de Unie, tegen het/de bluetongueserotype(n) (serotype(n) invullen) dat/die aanwezig is/zijn in de bronpopulatie, zoals aangetoond door middel van een programma voor surveillance (9) in een gebied met een straal van 150 km rond het bedrijf/de bedrijven van oorsprong zoals omschreven in vak I.11, en de dieren bevinden zich nog in de immuniteitsperiode die wordt gegarandeerd in de specificaties van het vaccin;]
(2) (10) hetzi [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn sinds de geboorte of gedurende ten minste 60 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden;]
(2) (10) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 28 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 28 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(2) (10) hetzi [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 14 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een PCR-test voor het bluetonguevirus en epizoötische hemorragische ziekte volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 14 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
II.2.2. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste zes maanden vóór verzending naar de EU verbleven in het onder II.2.1 bedoelde gebied, en hebben in de laatste 30 dagen geen contact gehad met ingevoerde evenhoevige dieren;
II.2.3. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste 40 dagen vóór verzending verbleven in het/de in punt I.11 genoemde bedrijf/bedrijven:
a) in de laatste 60 dagen heeft zich op dat bedrijf/die bedrijven en in een gebied met een straal van 150 km daaromheen geen geval of uitbraak van epizoötische hemorragische ziekte voorgedaan; en
b) in de laatste 40 dagen heeft zich op dat bedrijf/die bedrijven in een gebied met een straal van 10 km daaromheen geen geval of uitbraak van mond-en-klauwzeer, runderpest, Riftdalkoorts, bluetongue, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken, besmettelijke capriene pleuropneumonie of vesiculaire stomatiti voorgedaan;
II.2.4. voor zover ondergetekende daarvan kennis heeft en blijkens een schriftelijke verklaring van de eigenaar van de dieren:
a) komen zij niet van een bedrijf, en hebben zij geen contact gehad met dieren van een bedrijf, waar een van de volgende ziekten klinisch is geconstateerd:
i) besmettelijke agalactie van het schaap of van de geit (Mycoplasma agalactiae, Mycoplasma capricolum, Mycoplasma mycoides var. mycoides „large colony”), in de laatste zes maanden,
ii) paratuberculose en kaasachtige lymfadenitis, in de laatste twaalf maanden;
iii) longadenomatose, in de laatste drie jaar; en
iv) zwoegerziekte en capriene virale artritis/encefalitis:
(2) hetzij [in de laatste drie jaar,]
(2) hetzij [in de laatste twaalf maanden, indien de met een van deze ziekten besmette dieren zijn geslacht en de overblijvende dieren negatief hebben gereageerd op twee tests die met een tussenpoos van ten minste zes maanden zijn verricht;]
b) geldt voor de dieren een officiële aangifteplicht voor deze ziekten; en
c) zijn de dieren sinds drie jaar voorafgaande aan de uitvoer vrij van klinische of andere symptomen van tuberculose en brucellose;
II.2.5. het gaat niet om dieren die moeten worden gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een ziekte of om dieren die zijn ingeënt tegen één of meer van de onder II.2.1, a) en b), genoemde ziekten;
II.2.6. zij komen uit:
(2) (3) hetzij [het onder I.8 omschreven gebied, dat als officieel brucellosevrij is erkend;]
(2) hetzij [het/de onder I.11 genoemde bedrijf/bedrijven, waar wat brucellose (Brucella melitensis) betreft:
a) alle gevoelige dieren sedert twaalf maanden vrij zijn van klinische of andere symptomen van de ziekte;
b) een representatief aantal van de als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten ouder dan zes maanden jaarlijks serologisch wordt getest (4)]
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(2) (5) hetzij [c) geen van de als landbouwhuisdier gehouden schapen of geiten tegen deze ziekte is ingeënt, behalve dieren die meer dan twee jaar geleden zijn ingeënt met Rev. 1-vaccin;
d) de laatste twee tests (6), die met een tussenpoos van ten minste zes maanden zijn verricht op (dd/mm/jjjj) en op (dd/mm/jjjj) bij alle als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten ouder dan zes maanden een negatieve uitslag gaven, en]
(2) hetzij [c) als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten jonger dan zeven maanden tegen de ziekte worden ingeënt met Rev. 1-vaccin;
d) de laatste twee tests (6), die met een tussenpoos van ten minste zes maanden zijn verricht:
op (dd/mm/jjjj) en op (dd/mm/jjjj) bij alle niet-gevaccineerde als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten ouder dan zes maanden, en op (dd/mm/jjjj) en op (dd/mm/jjjj) bij alle gevaccineerde als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten ouder dan 18 maanden een negatieve uitslag gaven, en]
e) alleen als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten worden gehouden die aan de bovenstaande eisen voldoen;
(1) (2) II.2.7. de niet-gecastreerde rammen hebben de laatste 60 dagen voortdurend verbleven op een bedrijf waar sedert twaalf maanden geen enkel geval van besmettelijke epididymitis (Brucella ovis) is geconstateerd en bij deze rammen is in de laatste 30 dagen een complementbindingsreactie voor de opsporing van besmettelijke epididymitis verricht, met een resultaat van minder dan 50 IE per ml;]
II.2.8. sinds de geboorte ononderbroken gehouden zijn in een land dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) er geldt een aangifteplicht voor klassieke scrapie;
b) er is een systeem van bewustmaking, bewaking en toezicht voor klassieke scrapie;
c) schapen en geiten met klassieke scrapie worden gedood en volledig vernietigd;
d) in het hele land is het vervoederen van vleesbeendermeel en kanen afkomstig van herkauwers aan schapen en geiten al ten minste de afgelopen zeven jaar verboden en dat verbod wordt ook daadwerkelijk toegepast, en
(2) hetzij [II.2.8.1 bedoeld zijn voor gebruik en bestemd voor een lidstaat die niet de status „verwaarloosbaar risico” voor klassieke scrapie heeft, goedgekeurd overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 2.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001, of die niet vermeld wordt in bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A,punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 als lidstaat met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma;]
(2) hetzij [II.2.8.1 bedoeld zijn voor fokdoeleinden en bestemd voor een lidstaat die niet de status „verwaarloosbaar risico” voor klassieke scrapie heeft, goedgekeurd overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 2.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001, of die vermeld wordt in bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A,punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 als lidstaat met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma en:
(2) hetzij [afkomstig zijn van een bedrijf of bedrijven dat of die voldoet/voldoen aan de voorschriften in bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 1.3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;]
(2) hetzij [schapen zijn van het prioneiwitgenotype ARR/ARR en komen van een bedrijf waarvoor de afgelopen twee jaar geen officiële verplaatsingsbeperking in verband met BSE of klassieke scrapie heeft gegolden;]]
(2) hetzij [II.2.8.1 bestemd zijn voor een lidstaat die de status „verwaarloosbaar risico” voor klassieke scrapie heeft, goedgekeurd overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 2.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001, of die vermeld wordt in bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 als lidstaat met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma, en:
(2) hetzij [afkomstig zijn van een bedrijf of bedrijven dat of die voldoet/voldoen aan de voorschriften in bijlage VIII, hoofdstuk A, sectie A, punt 1.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;]
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(2) hetzij [schapen zijn van het prioneiwitgenotype ARR/ARR en komen van een bedrijf waarvoor de afgelopen twee jaar geen officiële verplaatsingsbeperking in verband met BSE of klassieke scrapie heeft gegolden;]]
II.2.9. zij worden/zijn (2), zonder via een markt te passeren, van het bedrijf van herkomst verzonden,
(2) hetzij [rechtstreeks naar de EU,]
(2) hetzij [naar het onder I.13 genoemde officieel erkende verzamelcentrum, gelegen in het onder II.2.1 bedoelde gebied,]
en, totdat zij naar de EU zijn verzonden,
a) zijn zij niet in contact geweest met evenhoevige dieren die niet voldoen aan de in dit certificaat beschreven gezondheidseisen, en
b) zijn zij op geen enkele plaats geweest waar of waarrond zich in de afgelopen 30 dagen binnen een straal van 10 km een geval of uitbraak van een van de onder II.2.1 genoemde ziekten heeft voorgedaan;
II.2.10. de transportvoertuigen of de containers waarin zij worden geladen, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel;
II.2.11. de dieren zijn in de laatste 24 uur vóór het laden door een officiële dierenarts onderzocht en daarbij zijn geen klinische ziektesymptomen gevonden;
II.2.12. zij zijn op (dd/mm/jjjj) (8) geladen voor verzending naar de EU in het onder I.15 omschreven vervoermiddel, dat vóór het laden is gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en dat zo is vervaardigd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig of de container kunnen stromen of vallen. II.3.
II.3. Verklaring inzake het vervoer van de dieren
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven dieren voor en tijdens het laden zijn behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005, met name de bepalingen inzake het drenken en het voederen, en dat zij geschikt zijn voor het geplande vervoer.
Opmerkingen
Dit certificaat is bedoeld voor levende als landbouwhuisdier gehouden fok- en gebruiksschapen (Ovis aries) en fok- en gebruiksgeiten (Capra hircus).
Na invoer moeten de dieren onverwijld naar het bedrijf van bestemming worden gebracht, waar zij ten minste 30 dagen moeten blijven voordat zij het bedrijf mogen verlaten, behalve als zij naar een slachthuis worden verzonden.
Deel I:
— Vak I.8.: Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
— Vak I.13.: Het verzamelcentrum moet voldoen aan de in bijlage I, deel 5, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vastgestelde voorwaarden voor erkenning.
— Vak I.15.: Registratienummer (treinwagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grensinspectiepost van binnenkomst in de EU hiervan op de hoogte stellen.
— Vak I.19.: De juiste GS-code gebruiken: 01.04.10 of 01.04.20.
— Vak I.23.: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-X
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
— Vak I.28.: Identificatiesysteem: de dieren moeten voorzien zijn van:
Een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van oorsprong kan worden getraceerd. Het identificatiesysteem (oormerk, tatoeage, brandmerk, chip, transponder) vermelden, alsmede de plaats waar het identificatiemiddel bij het dier is aangebracht.
Een oormerk waarop o.a. de ISO-code van het land van uitvoer is vermeld. Het bedrijf van oorsprong moet aan de hand van het individuele nummer getraceerd kunnen worden.
Soort: „Ovis aries” of „Capra hircus” aangeven, al naar het geval.
Leeftijd: (maanden).
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Deel II:
(1) Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(2) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(3) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „V” staat.
(4) Het representatieve aantal op brucellose te testen dieren omvat voor elk bedrijf:
alle niet-gecastreerde mannelijke dieren ouder dan zes maanden die niet tegen brucellose zijn ingeënt,
alle niet-gecastreerde mannelijke dieren ouder dan 18 maanden die tegen brucellose zijn ingeënt,
alle dieren die sedert de laatste tests op het bedrijf zijn binnengebracht, en
25 % van de geslachtsrijpe vrouwelijke dieren, met een minimum van 50 dieren.
(5) Deze vermelding is vereist wanneer de dieren bestemd zijn voor een lidstaat die of een deel van een lidstaat dat is vermeld in een van de bijlagen bij Beschikking 93/52/EEG.
(6) Overeenkomstig bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
Wanneer het gaat om meer dan één bedrijf van oorsprong moet de datum van de laatste test op elk bedrijf duidelijk worden vermeld.
(7) Aanvullende garanties moeten worden gegeven als in bijlage I, deel 1, kolom 5 „SG”, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 een „A” staat. Tests op bluetongue en op epizoötische hemorragische ziekte overeenkomstig bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(8) Datum van lading. Invoer van deze dieren is niet toegestaan indien de dieren zijn geladen hetzij vóór de datum waarop toestemming is gegeven voor uitvoer naar de EU uit het in de vakken I.7 en I.8 aangegeven derde land, gebied of deel daarvan, hetzij in een periode waarin door de EU beperkende maatregelen werden toegepast op de invoer van die dieren uit dat derde land, gebied of deel daarvan.
(9) Programma voor epidemietoezicht zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 37).
(10) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „XIII” staat, die aangeeft dat het gebied officieel als seizoensgebonden vrij van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte is erkend. Overeenkomstig de Gezondheidscode voor landdieren van de OIE wordt de seizoensgebonden vrije periode geacht onmiddellijk te zijn beëindigd zodra uit de recentste klimaatgegevens of de gegevens van het toezichtsprogramma een vroegtijdige heropleving van volwassen culicoïden blijkt.
Officiële dierenarts
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Datum: Handtekening:
Stempel:
” |
iii)
|
het model van veterinair certificaat OVI-Y wordt vervangen door:
“Model OVI-Y
Tekst van het beeld
LAND:
Veterinair certificaat voor invoer in de EU
Deel I: Gegevens betreffende de zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Tel.
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a.
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
Tel.
I.6.
I.7. Land van oorsprong
ISO-code
I.8. Regio van oorsprong
Code
I.9. Land van bestemming
ISO-code
I.10. Regio van bestemming
Code
I.11. Plaats van oorsprong
Naam Erkenningsnummer
Adres
I.12.
I.13. Plaats van lading
Adres Erkenningsnummer
I.14. Datum van vertrek
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig Schip Treinwagon
Wegvoertuig Ander
Identificatie
Referentiedocumenten
I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU
I.17.
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GS-code)
I.20. Aantal/Hoeveelheid
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
Tekst van het beeld
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Slacht
I.26.
I.27. Voor invoer of toelating in de EU
I.28. Identificatie van de goederen
Soort(wetenschappelijke benaming)
Ras
Identificatiesysteem
Identificatienummer
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-Y
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
Deel II: Certificering
II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.1.1. zij komen van bedrijven waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot miltvuur en zes maanden met betrekking tot rabiës, geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.1.2. aan de dieren zijn geen van de volgende stoffen toegediend:
— stilbeen of thyreostatica,
— oestrogenen, androgenen, gestagenen of β-agonisten voor andere doeleinden dan een therapeutische of een zoötechnische behandeling (als omschreven in Richtlijn 96/22/EG);
II.2. Verklaring inzake de diergezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.2.1. zij komen uit het gebied met code: (1), dat op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven:
(2) hetzij [a) sedert 24 maanden vrij is van mond-en-klauwzeer,]
(2) hetzij [a) sedert (dd/mm/jjjj) als vrij van mond-en-klauwzeer wordt beschouwd, zonder dat daarna nog gevallen of uitbraken van die ziekte zijn geconstateerd, en bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. ----/---- van de Commissie van (dd/mm/jjjj) is gemachtigd deze dieren uit te voeren,]
b) sedert twaalf maanden vrij is van runderpest, riftdalkoorts, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken en besmettelijke capriene pleuropneumonie, en sedert zes maanden vrij van vesiculaire stomatitis,
c) waar in de laatste twaalf maanden tegen geen van de onder a) en b) vermelde ziekten en epizoötische hemorragische ziekte is ingeënt en geen als landbouwhuisdier gehouden evenhoevige dieren mogen worden ingevoerd die tegen deze ziekten zijn ingeënt;
(2) hetzij [d) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue en sedert twaalf maanden vrij is van epizoötische hemorragische ziekte;]
(2) hetzij [d) gedurende de laatste twaalf maanden vrij was van epizoötische hemorragische ziekte, en de laatste 24 maanden niet vrij was van bluetongue, en de dieren zijn ingeënt met een geïnactiveerd vaccin, ten minste 60 dagen vóór de datum van verzending naar de Unie, tegen het/de bluetongueserotype(n) (serotype(n) invullen) dat/die aanwezig is/zijn in de bronpopulatie, zoals aangetoond door middel van een programma voor surveillance (5) in een gebied met een straal van 150 km rond het bedrijf/de bedrijven van oorsprong zoals omschreven in vak I.11, en de dieren bevinden zich nog in de immuniteitsperiode die wordt gegarandeerd in de specificaties van het vaccin;]
(2) (3) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn sinds de geboorte of gedurende ten minste 60 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden;]
(2) (3) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 28 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen bluetongue volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 28 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
(2) (3) hetzij [d) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 14 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een PCR-test voor het bluetonguevirus volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 14 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
II.2.2. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór verzending naar de EU verbleven in het onder II.2.1 bedoelde gebied, en hebben in de laatste 30 dagen geen contact gehad met ingevoerde evenhoevige dieren;
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-Y
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
II.2.3. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste 40 dagen vóór verzending verbleven op het/de in vak I.11 genoemde bedrijf/bedrijven:
a) in de laatste 60 dagen heeft zich op dat bedrijf/die bedrijven en in een gebied met een straal van 150 km daaromheen geen geval of uitbraak van epizoötische hemorragische ziekte voorgedaan; en
b) in de laatste 40 dagen heeft zich in en rond dat bedrijf/die bedrijven en in een gebied met een straal van 10 km daaromheen geen geval of uitbraak van mond-en-klauwzeer, runderpest, Riftdalkoorts, bluetongue, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken, besmettelijke capriene pleuropneumonie en vesiculaire stomatitis voorgedaan;
II.2.4. het gaat niet om dieren die moeten worden gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een ziekte of om dieren die zijn ingeënt tegen één of meer van de onder II.2.1, a) en b), genoemde ziekten;
II.2.5. zij worden/zijn (2), zonder via een markt te passeren, van het bedrijf van herkomst verzonden,
(2) hetzij [rechtstreeks naar de EU,]
(2) hetzij [naar het onder I.13 genoemde officieel erkende verzamelcentrum, gelegen in het onder II.2.1 bedoelde gebied,]
en, totdat zij naar de EU zijn verzonden,
a) zijn zij niet in contact geweest met evenhoevige dieren die niet voldoen aan de in dit certificaat beschreven gezondheidseisen, en
b) zijn zij op geen enkele plaats geweest waar of waarrond zich in de afgelopen 30 dagen binnen een straal van 10 km een geval of uitbraak van een van de onder II.2.1 genoemde ziekten heeft voorgedaan;
II.2.6. sinds de geboorte ononderbroken gehouden zijn in een land dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) er geldt een aangifteplicht voor klassieke scrapie;
b) er is een systeem van bewustmaking, bewaking en toezicht voor klassieke scrapie;
c) schapen en geiten met klassieke scrapie worden gedood en volledig vernietigd;
d) in het hele land is het vervoederen van vleesbeendermeel en kanen afkomstig van herkauwers aan schapen en geiten al ten minste zeven jaar verboden en dat verbod wordt ook daadwerkelijk toegepast;
II.2.7. de transportvoertuigen of de containers waarin zij worden geladen, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel;
II.2.8. de dieren zijn in de laatste 24 uur vóór het laden door een officiële dierenarts onderzocht en daarbij zijn geen klinische ziektesymptomen gevonden;
II.2.9. zij zijn op (dd/mm/jjjj) (4) geladen voor verzending naar de EU in het onder I.15 omschreven vervoermiddel, dat vóór het laden is gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en dat zo is vervaardigd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig of de container kunnen stromen of vallen. II.3.
II.3. Verklaring inzake het vervoer van de dieren
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven dieren voor en tijdens het laden zijn behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005, met name de bepalingen inzake het drenken en het voederen, en dat zij geschikt zijn voor het geplande vervoer.
Opmerkingen
Dit certificaat is bedoeld voor levende als landbouwhuisdier gehouden schapen (Ovis aries) en geiten (Capra hircus), bestemd om na invoer onmiddellijk te worden geslacht.
Na invoer moeten de dieren onverwijld naar het slachthuis van bestemming worden overgebracht, waar zij binnen vijf werkdagen moeten worden geslacht.
Tekst van het beeld
LAND
Model OVI-Y
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
Deel I:
— Vak I.8: Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
— Vak I.13: Het verzamelcentrum moet voldoen aan de in bijlage I, deel 5, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vastgestelde voorwaarden voor erkenning.
— Vak I.15: Registratienummer (treinwagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grensinspectiepost van binnenkomst in de EU hiervan op de hoogte stellen.
— Vak I.19: De juiste GS-code gebruiken: 01.04.10 of 01.04.20.
— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.28: Identificatiesysteem: de dieren moeten voorzien zijn van:
Een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van oorsprong kan worden getraceerd. Het identificatiesysteem (oormerk, tatoeage, brandmerk, chip, transponder) vermelden, alsmede de plaats waar het identificatiemiddel bij het dier is aangebracht.
Een oormerk waarop o.a. de ISO-code van het land van uitvoer is vermeld. Het bedrijf van oorsprong moet aan de hand van het individuele nummer getraceerd kunnen worden.
Soort: „Ovis aries” of „Capra hircus” aangeven, al naar het geval.
Leeftijd: maanden.
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Deel II:
(1) Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(2) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(3) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „XIII” staat, die aangeeft dat het gebied officieel als seizoensgebonden vrij van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte is erkend. Overeenkomstig de Gezondheidscode voor landdieren van de OIE wordt de seizoensgebonden vrije periode geacht onmiddellijk te zijn beëindigd zodra uit de recentste klimaatgegevens of de gegevens van het toezichtsprogramma een vroegtijdige heropleving van volwassen culicoïden blijkt.
(4) Datum van lading. Invoer van deze dieren is niet toegestaan indien de dieren zijn geladen hetzij vóór de datum waarop toestemming is gegeven voor uitvoer naar de EU uit het in de vakken I.7 en I.8 aangegeven derde land, gebied of deel daarvan, hetzij in een periode waarin door de EU beperkende maatregelen werden toegepast op de invoer van die dieren uit dat derde land, gebied of deel daarvan.
(5) Programma voor epidemietoezicht zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 37).
Officiële dierenarts
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Datum: Handtekening:
Stempel:
” |
iv)
|
het model van veterinair certificaat RUM wordt vervangen door:
“Model RUM
Tekst van het beeld
LAND:
Veterinair certificaat voor invoer in de EU
Deel I: Gegevens betreffende de zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Tel.
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a.
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
Tel.
I.6.
I.7. Land van oorsprong
ISO-code
I.8. Regio van oorsprong
Code
I.9. Land van bestemming
ISO-code
I.10. Regio van bestemming
Code
I.11. Plaats van oorsprong
Naam Erkenningsnummer
Adres
I.12.
I.13. Plaats van lading
Adres Erkenningsnummer
I.14. Datum van vertrek
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig Schip Treinwagon
Wegvoertuig Ander
Identificatie
Referentiedocumenten
I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU
I.17. Cites-nr(s).
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GS-code)
I.20. Aantal/Hoeveelheid
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
Tekst van het beeld
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Fokken Mesten Slacht
I.26.
I.27. Voor invoer of toelating in de EU
I.28. Identificatie van de goederen
Soort(wetenschappelijke benaming)
Identificatiesysteem
Identificatienummer
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
LAND
Model RUM
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
Deel II: Certificering
II.1 Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.1.1. zij komen van een bedrijf waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose en tuberculose, 30 dagen met betrekking tot miltvuur en zes maanden met betrekking tot rabiës, geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.1.2. aan de dieren zijn geen van de volgende stoffen toegediend:
— stilbeen of thyreostatica,
— oestrogenen, androgenen, gestagenen of β-agonisten voor andere doeleinden dan een therapeutische of een zoötechnische behandeling (als omschreven in Richtlijn 96/22/EG);
II.2. Verklaring inzake de diergezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
II.2.1. zij komen uit het gebied met code: (1), dat op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven:
a) sedert 24 maanden vrij is van mond-en-klauwzeer, sedert twaalf maanden vrij van runderpest, riftdalkoorts, besmettelijke boviene pleuropneumonie, nodulaire dermatose, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken en besmettelijke capriene pleuropneumonie, en sedert zes maanden vrij van vesiculaire stomatitis;
b) waar in de laatste twaalf maanden niet is ingeënt tegen mond-en-klauwzeer, runderpest, Riftdalkoorts, besmettelijke boviene pleuropneumonie, nodulaire dermatose, „peste des petits ruminants”, schapen- en geitenpokken, besmettelijke capriene pleuropneumonie en epizoötische hemorragische ziekte, in de laatste 24 maanden niet tegen bluetongue is ingeënt en geen als landbouwhuisdier gehouden evenhoevige dieren mogen worden ingevoerd die tegen een van deze ziekten zijn ingeënt;
(2) hetzij [(c) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue en sedert twaalf maanden vrij is van epizoötische hemorragische ziekte;]
(2) (6) hetzij [(c) sedert 24 maanden vrij is van bluetongue, en zij hebben tweemaal negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichaam tegen bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, uitgevoerd met bloedmonsters waarvan het eerste is genomen bij het begin van de isolatie-/quarantaineperiode, namelijk op (dd/mm/jjjj), en het tweede ten minste 28 dagen later, namelijk op (dd/mm/jjjj), dit is in de laatste tien dagen voor de uitvoer;]
(2) (9) hetzij [(c) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn sinds de geboorte of gedurende ten minste 60 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden;]
(2) (9) hetzij [(c) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 28 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen bluetongue volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 28 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
(2) (9) hetzij [(c) seizoensgebonden vrij is van bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte, en de dieren zijn gedurende ten minste 14 dagen vóór verzending tijdens de seizoensgebonden vrije periode op het seizoensgebonden vrije grondgebied gehouden, en zij hebben negatief gereageerd op een PCR-test voor het bluetonguevirus volgens het OIE-testhandboek, die ten minste 14 dagen na het begin van de verblijfsperiode is verricht;]
II.2.2. de dieren hebben
(2) hetzij [sedert hun geboorte of ten minste de laatste zes maanden vóór verzending naar de EU in het onder II.2.1 bedoelde gebied verbleven, en hebben geen contact gehad met evenhoevige dieren die in de laatste zes maanden zijn ingevoerd;]
Tekst van het beeld
LAND
Model RUM
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(2) hetzij [gedurende ten minste 60 dagen na de aankomst in het land van verzending verbleven, indien het dieren van de in bijlage I, deel 7, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vermelde soorten betreft die rechtstreeks overeenkomstig de voor elke soort in bijlage I, deel 7, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vermelde voorwaarden minder dan zes maanden vóór verzending naar de EU uit een derde land ingevoerd zijn en in ieder geval na hun vrijgave in het land van uitvoer vóór hun verzending naar de EU afgezonderd zijn geweest van dieren met een andere gezondheidsstatus (3);]
II.2.3. zij hebben sedert hun geboorte of ten minste de laatste 40 dagen vóór verzending verbleven op het/de onder I.11 en I.13 genoemde bedrijf/inrichting (2) en:
a) in de laatste 60 dagen heeft zich op dat bedrijf/die inrichting en in een gebied met een straal van 150 km daaromheen geen geval of uitbraak van bluetongue of epizoötische hemorragische ziekte voorgedaan, en
b) in de laatste 40 dagen heeft zich op dat bedrijf/die inrichting en in een gebied met een straal van 10 km daaromheen geen geval of uitbraak van een van de andere onder II.2.1 genoemde ziekten voorgedaan;
II.2.4. het gaat niet om dieren die moeten worden gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een ziekte of om dieren die zijn ingeënt tegen een of meer van de onder II.2.1. genoemde ziekten, en
(2) (4) hetzij [zij komen uit een beslag dat als officieel tuberculosevrij is erkend, en]
(2) (5) hetzij [zij hebben negatief gereageerd op een intradermale tuberculinatie die in de laatste 30 dagen is verricht, en]
zij zijn niet ingeënt tegen brucellose, en
(2) (4) hetzij [zij komen uit een beslag dat als officieel brucellosevrij is erkend;]
(2) (5) hetzij [zij hebben in de laatste 30 dagen een serumagglutinatietest ondergaan waarbij een brucellatiter is geconstateerd van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per ml;]
(2) hetzij [het gaat om gecastreerde mannelijke dieren van alle leeftijden;]
II.2.5. voor zover ondergetekende daarvan kennis heeft en blijkens een schriftelijke verklaring van de eigenaar van de dieren:
a) komen zij niet van bedrijven/inrichtingen (2), en hebben zij geen contact gehad met dieren van een bedrijf/inrichting, waar een van de volgende ziekten klinisch is geconstateerd:
i) besmettelijke agalactie van het schaap of van de geit (Mycoplasma agalactiae, Mycoplasma capricolum, Mycoplasma mycoides var. mycoides „large colony”), in de laatste zes maanden,
ii) paratuberculose en kaasachtige lymfadenitis, in de laatste twaalf maanden;
iii) longadenomatose, in de laatste drie jaar; en
iv) zwoegerziekte en capriene virale artritis/encefalitis,
(2) hetzij [in de laatste drie jaar,]
(2) hetzij [in de laatste twaalf maanden, indien de met een van deze ziekten besmette dieren zijn geslacht en de overblijvende dieren negatief hebben gereageerd op twee tests die met een tussenpoos van ten minste zes maanden zijn verricht;]
b) geldt voor de dieren een officiële aangifteplicht voor deze ziekten; en
c) zijn de dieren sinds drie jaar voorafgaande aan de uitvoer vrij van klinische of andere symptomen van tuberculose en brucellose;
II.2.6. zij zijn van het/de onder I.11 en I.13 genoemde bedrijf/inrichting rechtstreeks naar de EU verzonden en, totdat zij naar de EU zijn verzonden:
a) zijn zij niet in contact geweest met evenhoevige dieren die niet voldoen aan de in dit certificaat beschreven gezondheidseisen, en
Tekst van het beeld
LAND
Model RUM
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
b) zijn zij op geen enkele plaats geweest waar of waarrond zich in de afgelopen 30 dagen binnen een straal van 10 km een geval of uitbraak van een van de onder II.2.1 genoemde ziekten heeft voorgedaan;
II.2.7. de transportvoertuigen of de containers waarin zij worden geladen, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel;
II.2.8. de dieren zijn in de laatste 24 uur vóór het laden door een officiële dierenarts onderzocht en daarbij zijn geen klinische ziektesymptomen gevonden;
II.2.9. zij zijn op (dd/mm/jjjj) (7) geladen voor verzending naar de EU in het onder I.15 omschreven vervoermiddel, dat vóór het laden is gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en dat zo is vervaardigd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig of de container kunnen stromen of vallen. II.3.
II.3. Verklaring inzake het vervoer van de dieren
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven dieren voor en tijdens het laden zijn behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005, met name de bepalingen inzake het drenken en het voederen, en dat zij geschikt zijn voor het geplande vervoer.
(2) (8) II.4. Specifieke voorschriften
II.4.1. Volgens officiële informatie zijn ten minste in de laatste twaalf maanden op het/de onder I.11 en I.13 genoemde bedrijf/inrichting (2) van oorsprong geen klinische of pathologische tekenen van infectieuze boviene rinotracheïtis (IBR) gevonden;
II.4.2. De in vak I.28 genoemde dieren:
a) zijn de laatste 30 dagen vóór verzending met het oog op uitvoer geïsoleerd gehouden in een daartoe door de bevoegde autoriteit erkende inrichting en
b) hebben negatief gereageerd op een serologische test op IBR met gebruikmaking van een bloedmonster dat ten minste 21 dagen na binnenkomst in de isolatie-inrichting is genomen, en alle dieren in de isolatie-inrichting hebben eveneens negatief op een dergelijke test gereageerd, en
c) zijn niet ingeënt tegen IBR;
(1) (2) II.4.3. (aanvullende eisen en/of tests) ]]
Opmerkingen
Dit certificaat is bedoeld voor levende dieren van de orde Artiodactyla (met uitzondering van runderen (inclusief Bubalus, Bison en kruisingen daarvan), Ovis aries, Capra hircus, Suidae en Tayassuidae) en van de families Rhinocerotidae en Elephantidae. Één certificaat per diersoort gebruiken.
Na invoer moeten de dieren onverwijld naar het bedrijf van bestemming worden gebracht, waar zij ten minste 30 dagen moeten blijven voordat zij het bedrijf mogen verlaten, behalve als zij naar een slachthuis worden verzonden.
Deel I:
— Vak I.8.: Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
— Vak I.13.: Het verzamelcentrum moet voldoen aan de in bijlage I, deel 5, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vastgestelde voorwaarden voor erkenning.
— Vak I.15.: Registratienummer (treinwagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grensinspectiepost van binnenkomst in de EU hiervan op de hoogte stellen.
— Vak I.19.: De juiste GS-code gebruiken: 01.02, 01.04.10, 01.04.20 of 01.06.19.
Tekst van het beeld
LAND
Model RUM
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
— Vak I.23.: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.28.: Identificatiesysteem: het identificatiesysteem (oormerk, tatoeage, brandmerk, chip, transponder) vermelden. Op het oormerk is de ISO-code van het land van uitvoer vermeld. Het bedrijf van oorsprong moet aan de hand van het individuele nummer getraceerd kunnen worden.
Leeftijd: maanden.
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Soort: kies uit de hierna bij de verschillende families vermelde diersoorten:
Antilocapridae: Antilocapra spp.;
Bovidae: Addax spp., Aepyceros spp., Alcelaphus spp., Ammodorcas spp., Ammotragus spp., Antidorcas spp., Antilope spp., Boselaphus spp., Budorcas spp., Capra spp. (exclusief Capra hircus), Cephalophus spp., Connochaetes spp., Damaliscus spp. (inclusief Beatragus), Dorcatragus spp., Gazella spp., Hemitragus spp., Hippotragus spp., Kobus spp., Litocranius spp., Madoqua spp., Naemorhedus spp. (inclusief Nemorhaedus en Capricornis), Neotragus spp., Oreamnos spp., Oreotragus spp., Oryx spp., Ourebia spp., Ovibos spp., Ovis spp. (exclusief Ovis aries), Pantholops spp., Pelea spp., Procapra spp., Pseudois spp., Pseudoryx spp., Raphicerus spp., Redunca spp., Rupicapra spp., Saiga spp., Sigmoceros-Alecelaphus spp., Sylvicapra spp., Syncerus spp., Taurotragus spp., Tetracerus spp., Tragelaphus spp. (inclusief Boocerus).
Camelidae: Camelus spp., Lama spp., Vicugna spp.
Cervidae: Alces spp., Axis-Hyelaphus spp., Blastocerus spp., Capreolus spp., Cervus-Rucervus spp., Dama spp., Elaphurus spp., Hippocamelus spp., Hydropotes spp., Mazama spp., Megamuntiacus spp., Muntiacus spp., Odocoileus spp., Ozotoceros spp., Pudu spp., Rangifer spp.
Giraffidae: Giraffa spp., Okapia spp.
Hippopotamidae: Hexaprotodon-Choeropsis spp., Hippopotamus spp.,
Moschidae: Moschus spp.
Tragulidae: Hyemoschus spp., Tragulus-Moschiola spp.,
Rhinocerotidae: Ceratotherium spp., Dicerorhinus spp., Diceros spp., Rhinoceros spp.
Elephantidae: Elephas spp., Loxodonta spp., al naar het geval.
Deel II:
(1) Gebiedscode als vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(2) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(3) In dit geval moet het gezondheidscertificaat vergezeld gaan van het officiële document betreffende de quarantaine- en testvoorwaarden in bijlage I, deel 2, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 (model „CAM”).
(4) Officieel tuberculosevrije/brucellosevrije gebieden en beslagen overeenkomstig bijlage A bij Richtlijn 64/432/EEG waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „VII” staat met betrekking tot tuberculose, en de code „VIII” met betrekking tot brucellose.
Tekst van het beeld
LAND
Model RUM
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b.
(5) Tests die zijn uitgevoerd volgens het protocol dat voor de desbetreffende ziekte is beschreven in bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010. Met betrekking tot de tuberculinatie evenwel worden een toename van de huidplooidikte met 2 mm of meer, of klinische symptomen zoals oedeem, exsudatie, necrose, pijn en/of ontsteking, als positief aangemerkt.
(6) Aanvullende garanties moeten worden gegeven als in bijlage I, deel 1, kolom 5 „SG”, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 een „A” staat. Tests op bluetongue en op epizoötische hemorragische ziekte overeenkomstig bijlage I, deel 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
(7) Datum van lading. Invoer van deze dieren is niet toegestaan indien de dieren zijn geladen hetzij vóór de datum waarop toestemming is gegeven voor uitvoer naar de EU uit het in de vakken I.7 en I.8 aangegeven derde land, gebied of deel daarvan, hetzij in een periode waarin door de EU beperkende maatregelen werden toegepast op de invoer van die dieren uit dat derde land, gebied of deel daarvan.
(8) Indien vereist door de EU-lidstaat van bestemming.
(9) Alleen voor een gebied waarvoor in bijlage I, deel 1, kolom 6, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 de code „XIII” staat, die aangeeft dat het gebied officieel als seizoensgebonden vrij van bluetongue is erkend. Overeenkomstig de Gezondheidscode voor landdieren van de OIE wordt de seizoensgebonden vrije periode geacht onmiddellijk te zijn beëindigd zodra uit de recentste klimaatgegevens of de gegevens van het toezichtsprogramma een vroegtijdige heropleving van volwassen culicoïden blijkt.
Officiële dierenarts
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Datum: Handtekening:
Stempel:
” |
|