Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D1211

    Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/1211 van de Raad van 15 juli 2019 tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

    ST/10861/2019/INIT

    PB L 191 van 17.7.2019, p. 11–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1211/oj

    17.7.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 191/11


    UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2019/1211 VAN DE RAAD

    van 15 juli 2019

    tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

    Gezien Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (1), en met name artikel 9,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft op 7 mei 2015 Besluit (GBVB) 2015/740 vastgesteld.

    (2)

    Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 25 juni 2019 de gegevens met betrekking tot een persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, geactualiseerd.

    (3)

    Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 15 juli 2019.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)  PB L 117 van 8.5.2015, blz. 52.


    BIJLAGE

    De vermelding met betrekking tot de onderstaande persoon wordt vervangen door de volgende vermelding:

    “8.

    Paul MALONG AWAN ANEI (alias: a) Paul Malong Awan Anei, b) Paul Malong, c) Bol Malong)

    Titel: generaal

    Hoedanigheid: a) voormalige chef van de staf van het SPLA (Sudanese Volksbevrijdingsleger); b) voormalige gouverneur, deelstaat Noord-Bahr el-Ghazal

    Geboortedatum: a) 1962; b) 4 december 1960; c) 12 april 1960; d) 1 januari 1962

    Geboorteplaats: a) Malualkon, Zuid-Sudan; b) Kotido, Uganda

    Nationaliteit: a) Zuid-Sudan; b) Uganda

    Paspoortnr.: a) Zuid-Sudan nummer S00004370; b) Zuid-Sudan nummer D00001369; c) Sudan nummer 003606; d) Sudan nummer 00606; e) Sudan nummer B002606; f) Uganda nummer DA025963

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 13 juli 2018

    Overige informatie: Als chef van de generale staf van het SPLA heeft Malong het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Hij zou de leiding hebben gehad bij pogingen tot moord op oppositieleider Riek Machar. Hij heeft eenheden van het SPLA opgedragen het transport van humanitaire hulpgoederen te beletten. Onder leiding van Malong heeft het SPLA burgers, scholen en ziekenhuizen aangevallen; de ontheemding van burgers bewerkstelligd; gedwongen verdwijningen doen gebeuren; burgers willekeurig vastgezet, en zich ingelaten met marteling en verkrachting. Hij heeft de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die kindsoldaten inzetten, gemobiliseerd. Onder zijn leiding heeft het SPLA voor de UNMISS, de Gezamenlijke Monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM (Ceasefire and Transitional Security Arrangements Monitoring Mechanism) de toegang tot plaatsen voor het onderzoek naar en het documenteren van misbruik, beperkt.

    Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

    Paul Malong Awan is op 13 juli 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7 a), 7 b), 7 c), 7 d), 7 f) en 8 van Resolutie 2206 (2015), zoals bevestigd in Resolutie 2418 (2018), voor “acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden”; “acties of beleid die overgangsovereenkomsten bedreigen of het politieke proces in Zuid-Sudan ondermijnen”; “het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt”; “planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan”; “het gebruik of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan”; “de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand”, en als leider “van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7”.

    Malong was van 23 april 2014 tot mei 2017 chef van de generale staf van het SPLA. In zijn eerdere functie van chef van de generale staf heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Reeds begin augustus 2016 zou Malong leiding hebben gegeven bij pogingen de Zuid Sudanese oppositieleider Riek Machar te vermoorden. Bewust ingaand tegen de bevelen van president Salva Kiir gelastte Malong op 10 juli 2016 de aanvallen met tanks, helikopters en infanterie op het huis van Machar en op de basis “Jebel” van de Sudanese Volksbevrijdings-beweging in oppositie (SPLM-IO). Malong zag persoonlijk toe op inspanningen van het SPLA-hoofdkwartier om Machar te onderscheppen. Reeds begin augustus 2016 wilde Malong dat het SPLA onmiddellijk de vermoedelijke verblijfplaats van Machar aanviel en liet hij de SPLA-commandanten weten dat Machar niet levend moest worden opgepakt. Bovendien blijkt uit informatie van begin 2016 dat Malong SPLA-eenheden opdroeg het vervoer te beletten van humanitaire hulpgoederen naar de overkant van de Nijl, waar tienduizenden burgers werden geconfronteerd met honger, en hij gebruikte als argument dat voedselhulp zou worden afgeleid van burgers naar milities. Als gevolg van Malongs bevelen is gedurende minstens twee weken verhinderd dat voedselleveringen naar de overkant van de Nijl werden gebracht.

    Gedurende zijn periode als chef van de generale staf van het SPLA was Malong verantwoordelijk voor door het SPLA en de geallieerde strijdkrachten ervan gepleegde ernstige gevallen van misbruik, waaronder aanvallen op burgers, gedwongen verplaatsing, gedwongen verdwijningen, willekeurige opsluiting, marteling en verkrachting. Onder leiding van Malong viel het SPLA de burgerbevolking aan en vermoordde het ongewapende en vluchtende burgers. Alleen al in het Yei-gebied tekende de VN 114 moorden op van burgers door de SPLA en de geallieerde strijdkrachten tussen juli 2016 en januari 2017. Het SPLA heeft opzettelijk scholen en ziekenhuizen aangevallen. In april 2017 zou Malong het SPLA hebben opgedragen alle mensen, onder wie ook burgers uit het gebied rond Wau, te verwijderen. Malong zou niets hebben gedaan om het vermoorden van burgers door de SPLA-strijders te voorkomen, en personen die ervan werden verdacht rebellen te verbergen, werden gezien als legitieme doelen.

    Volgens een verslag van 15 oktober 2014 van de onderzoekscommissie van de Afrikaanse Unie over Zuid-Sudan was Malong verantwoordelijk voor de massale mobilisatie van de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die volgens het CTSAMM kindsoldaten inzet.

    Toen Malong het SPLA aanvoerde, hebben regeringstroepen regelmatig de toegang beperkt voor de VN-missies in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS), de Gezamenlijke Monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM, wanneer zij probeerden misbruik te onderzoeken en te documenteren. Op 5 april 2017 bijvoorbeeld probeerden patrouilles van de VN en het CTSAMM toegang te krijgen tot Pajok, maar zij werden teruggestuurd door SPLA-soldaten.”.


    Top