Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R0678

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/678 van de Commissie van 10 april 2017 tot onderwerping van de invoer van rijwielen verzonden uit Sri Lanka, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Sri Lanka, aan registratie, voor zover die invoer betrekking heeft op de onderneming City Cycle Industries in Sri Lanka

    C/2017/2265

    PB L 98 van 11.4.2017, p. 7–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/678/oj

    11.4.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 98/7


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/678 VAN DE COMMISSIE

    van 10 april 2017

    tot onderwerping van de invoer van rijwielen verzonden uit Sri Lanka, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Sri Lanka, aan registratie, voor zover die invoer betrekking heeft op de onderneming City Cycle Industries in Sri Lanka

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 10, lid 4, en artikel 14, lid 5,

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   BETROKKEN PRODUCT

    (1)

    Deze registratieplicht betreft de invoer van tweewielige en andere rijwielen (inclusief bakfietsen, maar exclusief eenwielers), zonder motor, ingedeeld onder de GN-codes 8712 00 30 en ex 8712 00 70, verzonden uit Sri Lanka, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Sri Lanka, voor zover die invoer betrekking heeft op de onderneming City Cycle Industries in Sri Lanka.

    B.   HET ARREST VAN HET HOF

    (2)

    In zijn arrest van 19 maart 2015 in zaak T-413/13, City Cycle Industries/Raad (2), heeft het Gerecht van de Europese Unie („het Gerecht”) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië (3) („de betwiste verordening”), nietig verklaard voor zover het de Sri Lankaanse onderneming City Cycle Industries betreft.

    (3)

    In zijn arrest van 26 januari 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) de door de bedrijfstak van de Unie (C-248/15 P), de Europese Commissie (C-254/15 P) en de Raad van de Europese Unie (C-260/15 P) tegen dat arrest ingestelde hogere voorzieningen afgewezen.

    (4)

    Met name stelde het Hof van Justitie in punt 73 van zijn arrest dat overweging 78 van de betwiste verordening geen individuele analyse bevatte van ontwijkingspraktijken waaraan City Cycle Industries zich schuldig zou hebben gemaakt. Het Hof van Justitie stelde in de punten 75 en 76 eveneens dat de conclusie inzake het bestaan van overlading in Sri Lanka wettelijk gezien niet alleen kon worden gebaseerd op de uitdrukkelijke dubbele vaststelling van de Raad, te weten, enerzijds, het bestaan van een verandering in de structuur van het handelsverkeer, en anderzijds, het gebrek aan medewerking van een aantal producenten-exporteurs.

    (5)

    Als gevolg van dat arrest is de invoer in de Europese Unie van rijwielen niet langer onderworpen aan de bij de betwiste verordening ingestelde antidumpingmaatregelen, voor zover die invoer betrekking heeft op City Cycle Industries.

    (6)

    Naar aanleiding van het arrest van het Hof heeft de Commissie besloten tot gedeeltelijke heropening van het antiontwijkingsonderzoek betreffende de invoer van rijwielen verzonden uit Sri Lanka, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Sri Lanka, dat heeft geleid tot de vaststelling van de betwiste verordening, waarbij dit onderzoek wordt hervat op het punt waarop de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden. De heropening is beperkt tot de uitvoering van het arrest van het Hof met betrekking tot City Cycle Industries.

    C.   VERZOEK

    (7)

    Naar aanleiding van het arrest van het Hof verzochten de European Bicycle Manufacturers Association en Maxcom Ltd („de indieners van het verzoek”) de invoer van het betrokken product, voor zover deze betrekking heeft op City Cycle Industries, te registreren overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, zodat vervolgens, met ingang van de datum van registratie, op de betrokken producten maatregelen kunnen worden toegepast.

    D.   MOTIVERING VAN DE REGISTRATIE

    (8)

    De indieners van het verzoek voerden aan dat er een reëel en onmiddellijk gevaar bestaat dat de uitvoer naar de Unie door City Cycle Industries in aanzienlijke hoeveelheden zal worden hervat, aangezien City Cycle Industries in het verleden snel en op grote schaal in Sri Lanka ontwijkende assemblagepraktijken kon opzetten en een belangrijke afnemer in de Unie had voor de rijwielen waarmee de maatregelen werden ontweken. Bovendien voerden de indieners van het verzoek aan dat City Cycle Industries, gezien de geringe investeringen die nodig zijn voor assemblage en het feit dat deze onderneming uit Sri Lanka reeds over de nodige knowhow en ervaring in verband met dit soort activiteiten beschikt, waarschijnlijk zeer snel weer een vergelijkbaar hoog niveau zal bereiken van uitvoer uit Sri Lanka waarmee de maatregelen worden ontweken.

    (9)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening kan de Commissie de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat vervolgens, met ingang van de datum van registratie, op de betrokken producten maatregelen kunnen worden toegepast. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.

    (10)

    Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal om registratie te rechtvaardigen.

    (11)

    Het arrest van het Hof is beperkt tot de individuele analyse van ontwijkingspraktijken waaraan City Cycle zich schuldig zou hebben gemaakt. Er wordt aan herinnerd dat de bevindingen in de betwiste verordening die niet binnen de hiervoor vastgestelde termijnen werden betwist, of waartegen een beroep is ingesteld dat door het arrest van het Gerecht is afgewezen of niet is onderzocht en dat derhalve niet tot de nietigverklaring van de betwiste verordening heeft geleid, van kracht blijven.

    (12)

    Gezien bovenstaande overwegingen wordt ervan uitgegaan dat de corrigerende werking van de antiontwijkingsmaatregel waarschijnlijk ernstig wordt uitgehold als die maatregel niet met terugwerkende kracht wordt toegepast. Daarom is in dit geval aan de voorwaarden voor registratie voldaan.

    E.   DE PROCEDURE

    (13)

    Gezien bovenstaande overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd dat het ingediende verzoek voldoende bewijsmateriaal bevat om de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening te registreren.

    (14)

    Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en bewijsmateriaal in te dienen. Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

    F.   REGISTRATIE

    (15)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het betrokken product worden geregistreerd zodat, indien het heropende onderzoek opnieuw tot instelling van een antidumpingrecht zou leiden, in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen met terugwerkende kracht antidumpingrechten kunnen worden geheven indien aan de voorwaarden daartoe is voldaan. Eventuele toekomstige rechten zullen voortvloeien uit de bevindingen van het heropende antidumpingonderzoek.

    G.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (16)

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt de douaneautoriteiten opgedragen passende maatregelen te nemen voor de registratie van de invoer in de Europese Unie van tweewielige en andere rijwielen (inclusief bakfietsen, maar exclusief eenwielers), zonder motor, ingedeeld onder de GN-codes 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712003010, 8712007091), verzonden uit Sri Lanka, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Sri Lanka, voor zover die invoer betrekking heeft op City Cycle Industries (aanvullende Taric-code B131). De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

    2.   Alle belanghebbenden wordt verzocht uiterlijk twintig dagen na de bekendmaking van deze verordening hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken, bewijsmateriaal in te dienen of te verzoeken te worden gehoord.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 10 april 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  PB C 274 van 21.9.2013, blz. 28.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië (PB L 153 van 5.6.2013, blz. 1).

    (4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


    Top