Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0449

    Besluit (EU) 2016/449 van de Commissie van 28 juli 2015 betreffende steunmaatregel SA. 38544 2014/C (ex 2014/N) (die Frankrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Kem One) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 5169) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 86 van 1.4.2016, p. 1–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/449/oj

    1.4.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 86/1


    BESLUIT (EU) 2016/449 VAN DE COMMISSIE

    van 28 juli 2015

    betreffende steunmaatregel SA. 38544 2014/C (ex 2014/N) (die Frankrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Kem One)

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 5169)

    (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 2, eerste alinea,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 62, lid 1, onder a),

    Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen (1) te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken en gezien deze opmerkingen,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   PROCEDURE

    (1)

    Na voorafgaande contacten heeft Frankrijk op 30 juli 2014 drie financiële steunmaatregelen bij de Commissie aangemeld (een FDES-lening, subsidies en terugbetaalbare voorschotten en een eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden) in het kader van het herstructureringsplan met het oog op de voortzetting van de onderneming Kem One SAS (hierna „Kem One” of „de onderneming” genoemd).

    (2)

    Bij brief van 1 oktober 2014 heeft de Commissie Frankrijk in kennis gesteld van haar besluit om de procedure van artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „het VWEU” genoemd) in te leiden ten aanzien van voornoemde onrechtmatige steun (hierna „het inleidingsbesluit” genoemd). Bij brief van 3 november 2014 hebben de Franse autoriteiten hun opmerkingen ingediend.

    (3)

    Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregelen kenbaar te maken.

    (4)

    De Commissie heeft van zes belanghebbenden opmerkingen ontvangen. Zij heeft ze voor een reactie doorgezonden aan de Franse autoriteiten, die bij brief van 25 februari 2015 hebben gereageerd.

    (5)

    Op 20 maart 2015 hebben de Franse autoriteiten aanvullende gegevens ter ondersteuning van hun opmerkingen toegezonden. Diezelfde dag heeft de Commissie verzocht om aanvullende gegevens, die door de Franse autoriteiten op 8 mei 2015 zijn verstrekt. Vervolgens heeft de Commissie op 23 juni 2015 om bijkomende gegevens verzocht, die door de Franse autoriteiten op 2 juli 2015 zijn verstrekt.

    (6)

    Daarnaast hebben de Commissie en de Franse autoriteiten meerdere teleconferenties en vergaderingen gehouden.

    2.   ACHTERGROND

    2.1.   DE BEGUNSTIGDE: KEM ONE

    (7)

    Kem One was een 100 %-dochteronderneming van Kem One Holding, een onderneming die in 2012 is opgericht met het oog op de filialisering en de overname van de vinylactiviteiten van Arkema door de Klesch-groep, een in Zwitserland gevestigde financiële groep. In 2012 hebben Kem One en haar dochterondernemingen (Kem One Italia et Kem One Hernani) een totale omzet van […] (*) miljoen EUR gerealiseerd, waarvan […] miljoen EUR in Frankrijk, haar belangrijkste productie- en verkoopcentrum. In Frankrijk hebben deze ondernemingen 1 315 werknemers in dienst, en in Spanje en Italië ongeveer 80.

    Schema 1

    Structuur van de Kem One-groep vóór de overname

    Image

    Bron: Aanmelding

    (8)

    Kem One oefent meerdere activiteiten uit in een verticaal geïntegreerde keten, van de productie van zout tot de verwerking van polyvinylchloride (PVC). Zo combineert Kem One upstream activiteiten die bestaan in de productie en de afzet van chloorchemische producten en PVC voor gebruik in talrijke economische sectoren: de automobielsector, de bouwsector, de landbouwsector en de gezondheidssector.

    Schema 2

    Activiteiten van Kem One in de PVC-productieketen

    Image

    Bron: Commissie op basis van de door de Franse autoriteiten verstrekte gegevens en de opmerkingen van belanghebbenden

    (9)

    Het hoofddoel van de activiteiten van Kem One bestaat in de productie ([…] % van het omzetcijfer) en de afzet van PVC. Kem One produceert drie soorten PVC: i) PVC voor algemeen gebruik (M-PVC en S-PVC), die […] % van het productievolume voor PVC uitmaken, ii) emulsie-PVC (E-PVC), die […] % van het productievolume voor PVC uitmaken, doch […] % van de totale uit de PVC-activiteiten voortvloeiende marge, en iii) nagechloreerde PVC (PVC-C), die […] % van het productievolume voor PVC uitmaken. Uit de besluitvormingspraktijk van de Commissie (3) blijkt dat de PVC-markt twee afzonderlijke marktsegmenten omvat: S-PVC en E-PVC. Het segment S-PVC moet verder worden onderverdeeld naar type S-PVS: commodity S-PVC, specialty S-PVC en extender S-PVC. Hetzelfde geldt voor het segment E-PVC (E-PVC-pasta, specialty E-PVC).

    (10)

    Voorts heeft de Commissie geoordeeld dat deze markten een Europese dimensie hebben (op het niveau van de Europese Economische Ruimte, EER) en dat het geografische gebied voor het segment S-PVC kan worden beperkt tot een gebied dat overeenkomt met West-Europa, of zelfs Noord-West-Europa (België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden samengenomen).

    (11)

    Vandaag is Kem One voornamelijk aanwezig op de markt voor commodity S-PVC. Kem One geeft onderstaande ramingen op voor haar marktaandelen en die van haar concurrenten:

    Tabel 1

    Marktaandelen voor commodity S-PVC in Noord-West-Europa (2012-2014)

    S-PVC — Noord-West-Europa

     

    2012

    2013

    2014

    Marktaandeel

    (volume)

    (%)

    Marktaandeel

    (waarde)

    (%)

    Marktaandeel

    (volume)

    (%)

    Marktaandeel

    (waarde)

    (%)

    Marktaandeel

    (volume)

    (%)

    Marktaandeel

    (waarde)

    (%)

    Kem One

    [10-20]

    [5-20]

    [5-10]

    [5-20]

    [10-20]

    [5-20]

    Ineos

    [30-40]

    [30-40]

    [30-40]

    [30-40]

    [30-40]

    [30-40]

    SolVin

    [20-30]

    [20-30]

    [20-30]

    [20-30]

    [20-30]

    [20-30]

    Shin-Etsu

    [10-20]

    [10-20]

    [10-20]

    [10-20]

    [10-20]

    [10-20]

    Vinnolit

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    Vestolit

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    [0-10]

    Bron: Antwoord van Frankrijk van 7 juli 2015

    (12)

    Volgens de Franse autoriteiten heeft de joint venture tussen Ineos en Solvay op de markt voor E-PVC een marktaandeel in termen van capaciteit van ongeveer [20-30] %, terwijl het marktaandeel van Vinnolit ongeveer [30-40] % zou bedragen, dat van Vestolit [10-20] % en dat van Kem One [10-20] %. De drie belangrijkste concurrenten (Vinnolit, de joint venture tussen Ineos en Solvay en Vestolit) zouden samen dus ongeveer [80-90] % van de productiecapaciteit en de verkoop van E-PVC in West-Europa voor hun rekening nemen.

    (13)

    Naast PVC produceert en verkoopt Kem One ook soda, chloormethaan en chloor voor de productie van PVC (4).

    2.2.   DOOR KEM ONE ONDERVONDEN MOEILIJKHEDEN

    (14)

    De moeilijkheden van de onderneming vloeien zowel voort uit structurele handicaps als uit de wereldcrisis, die tussen het tweede halfjaar 2012 en begin 2013 tot aanzienlijke financiële verliezen heeft geleid.

    2.2.1.   Structurele handicaps van Kem One

    2.2.1.1.   Verticale desintegratie van de ethyleenketen

    (15)

    Volgens de Franse autoriteiten stoelt het concurrentievermogen van de spelers in de PVC-sector op diverse factoren, waaronder de prijs voor de toegang tot energie en grondstoffen, de integratie en de omvang van de eenheden van de hele vinylketen, de geografische ligging ervan en de eraan verbonden logistiek, de technologieën van de eenheden en de mogelijkheid voor bepaalde spelers om chloor tweemaal te gebruiken.

    (16)

    De huidige activiteiten van Kem One hebben zich ontwikkeld binnen het bedrijfsonderdeel voor vinyl van Arkema, dat in 2006 een onafhankelijke groep is geworden. In 2012 zijn deze activiteiten afgestoten naar de Klesch-groep. De huidige structuur van Kem One is het resultaat van een aantal splitsingen bij de diverse afstotingen van reeds bestaande activiteiten in de chemiesector in Frankrijk, die hebben geleid tot een verticale desintegratie van de ethyleenketen die nadelig was voor Kem One vanwege de hoge kosten voor de aankoop van ethyleen voor de productie van PVC. Kem One heeft bijvoorbeeld geen geïntegreerde toegang tot ethyleen, met name als gevolg van de weggevallen verbinding met de stoomkraker van Total, haar voorzieningsbron voor ethyleen. De belangrijkste concurrenten van Kem One zijn gedeeltelijk geïntegreerd dankzij een geïntegreerde ethyleenproductie voor een deel van hun behoeften (stoomkrakers van Ineos in Noorwegen en van Solvay in Frankrijk) of dankzij langetermijnovereenkomsten die neerkomen op een vorm van integratie (zoals bij Shin-Etsu in Nederland voor de toegang tot de stoomkraker van Shell).

    2.2.1.2.   Verouderende en slecht presterende kern van het productieapparaat (elektrolyse)

    (17)

    Van vier elektrolyse-eenheden kan slechts één als technologisch modern worden beschouwd, en zijn er drie zeer energie-intensief (de diafragmacelleninstallaties van Fos-sur-Mer en Lavéra en de kwikcelleninstallaties van Lavéra). De belangrijkste concurrenten van Kem One zijn in de periode 2003-2013 begonnen met de conversie van hun kwikcelleninstallaties en diafragmacelleninstallaties naar membraancelleninstallaties.

    (18)

    Kem One beschikt dan ook slechts over […] % van de modernste capaciteit (membraanelektrolyse) terwijl deze technologie goed is voor nagenoeg […] % van de bestaande capaciteit.

    2.2.1.3.   Hoge productiekosten

    (19)

    De overdracht van de vinylactiviteiten van Arkema aan Klesch is niet voorafgegaan door een filialisering en een interne herstructurering, die de structuurkosten hadden geoptimaliseerd. Deze laatste bedroegen […] miljoen EUR in 2013.

    (20)

    Bovendien moesten tal van diensten- en dienstverleningscontracten tussen Arkema en Kem One worden gesloten, wat tot een ondermijning van het concurrentievermogen heeft geleid.

    2.2.1.4.   Een commercieel beleid dat te sterk op het zuiden van Europa is gericht

    (21)

    De geografische ligging van Kem One, wier belangrijkste productie-eenheden een rechtstreekse toegang tot de Middellandse Zee hebben, heeft geleid tot een verkoopbeleid (PVC en soda) dat grotendeels op de landen van Zuid-Europa was gericht, met markten die rechtstreeks waren getroffen door de crisis van 2008-2009 en de invoer van goedkopere producten dan die op de markten in Noord-West-Europa (met name soda). Deze oriëntering van het commerciële beleid heeft bijgedragen tot de verslechtering van de marge van Kem One.

    2.2.2.   Financiële moeilijkheden van Kem One

    (22)

    De slechte economische conjunctuur van het tweede halfjaar 2012 en begin 2013 heeft al snel tot financiële moeilijkheden voor Kem One geleid.

    (23)

    De ongunstige gevolgen van de crisis zijn versterkt door een aantal gebeurtenissen die hebben geleid tot een aanzienlijke daling van de verkoop en de marge van de onderneming ongunstig hebben beïnvloed: vijfjarige stillegging van de site Fos-sur-Mer in 2012, wat langer was dan gepland, probleem met de kwaliteit van de door Total geleverde ethyleen, belangrijk incident met de stoomkraker van Total in Lavéra eind december 2012, die daardoor volledig is stilgelegd tot in maart 2013, waarna hij op halve capaciteit functioneerde.

    2.2.3.   Staking van betalingen en inleiding van de gerechtelijke saneringsprocedure

    (24)

    Door de terugkerende moeilijkheden heeft Kem One in januari 2013 verzocht een bemiddelingsprocedure bij de handelsrechtbank in te leiden. Aangezien geen overeenstemming werd bereikt, heeft genoemde rechtbank op 27 maart 2013 de staking van betalingen van Kem One vastgesteld en de gerechtelijke saneringsprocedure ingeleid.

    (25)

    Bij uitspraak van 20 december 2013 heeft de handelsrechtbank van Lyon het gezamenlijke bod van de heer Alain de Krassny en de investeringsmaatschappij OpenGate Capital (hierna „OpenGate” genoemd) aanvaard en het herstelplan goedgekeurd. Met het herstelplan wordt de voortzetting van de onderneming beoogd.

    (26)

    In het kader van het herstelplan is een nieuwe maatschappij, K1 Group SAS (hierna „K1” genoemd) opgericht die de aandelen van Kem One en Kem One Innovative Vinyls moet verwerven en in bezit houden. K1 is voor 50 % in handen van de maatschappij AK1, die wordt gecontroleerd door de heer de Krassny, en voor 50 % van de maatschappij K1 International, die door OpenGate wordt gecontroleerd.

    2.3.   BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGELEN VAN DE OVERHEID

    (27)

    […] (5):

    een lening van het Fonds de Développement Economique et Social (hierna „de FDES-lening” genoemd) voor een hoofdsom van maximaal 30 miljoen EUR;

    een subsidie ten bedrage van 15 miljoen EUR en terugbetaalbare voorschotten voor een bedrag van maximaal 80 miljoen EUR;

    een eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden op verzoek van de overnemer.

    2.3.1.   De FDES-lening (30 miljoen EUR)

    (28)

    Het FDES wordt door de Franse autoriteiten gebruikt als instrument ter begeleiding van de herstructurering van bepaalde ondernemingen in moeilijkheden. De richtsnoeren voor het gebruik van het FDES zijn momenteel gebaseerd op de circulaire van 26 november 2004 over de maatregelen van de Staat bij het voorkomen en oplossen van moeilijkheden van ondernemingen (6). Uit het FDES worden middelen beschikbaar gesteld in de vorm van leningen die worden beperkt tot ondernemingen die gegarandeerd levensvatbaar zijn na de herstructureringsperiode en wier sluiting aanzienlijke gevolgen voor een hele sector of regio zou hebben. De Staat intervenieert in ieder geval via cofinanciering met de particuliere sector. In november 2013 heeft de minister van Productieherstel een uitzonderlijke regeling ingevoerd waarmee, in het kader van het FDES, werd beoogd in het bijzonder middelgrote ondernemingen (7) te ondersteunen, waarvoor vaak collectieve procedures lopen.

    (29)

    De FDES-lening van 30 miljoen EUR is bedoeld als garantie voor de toekenning van leverancierskredieten aan Kem One en om bij te dragen in de financiering van haar werkkapitaalbehoeften en haar liquiditeitsbehoeften op korte termijn.

    (30)

    De lening zal aan Kem One worden toegekend na de ondertekening van het leningscontract en zal afhankelijk worden gesteld van de inschrijving op een nominale kapitaalverhoging door de overnemers voor een volgestort bedrag van ten minste 10 miljoen EUR.

    (31)

    De lening zal rente met een vaste jaarlijkse rentevoet van 3,5 % opbrengen. Kem One zal de FDES-lening in zeven jaarlijkse tranches terugbetalen.

    (32)

    Kem One heeft de Staat een preferent pandrecht op haar materiaal en haar uitrusting verleend. De nettoboekwaarde van het materiaal en de uitrusting, zoals opgenomen in de per 31 december 2013 afgesloten rekeningen, bedraagt 138,49 miljoen EUR. Gelet op de validering van de bijdragen door een accountant in juli 2012 en het feit dat er geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die de afschrijvingsperioden ter discussie kunnen stellen, zijn de Franse autoriteiten van mening dat de nettoboekwaarden de reële waarde van deze activa weergeven.

    2.3.2.   Subsidie (15 miljoen EUR) en terugbetaalbare voorschotten (80 miljoen EUR)

    (33)

    Deze financieringsmaatregelen zijn bestemd voor de tenuitvoerlegging van het project SAM voor de conversie van de industriële installatie (kwikcelleninstallatie op de site van Lavéra) in het kader van het investeringsprogramma voor de toekomst „steun voor herindustrialisering”.

    (34)

    In hun aanmelding geven de Franse autoriteiten toe dat de subsidie staatssteun vormde.

    (35)

    De voorschotten zullen over een periode van zeven jaar worden terugbetaald. Ze omvatten een aflossingsvrije periode van twee jaar en bestaan uit twee tranches: i) 65 miljoen EUR met een vaste rente van 3,5 % en ii) 15 miljoen EUR met een vaste rente van 10 %.

    (36)

    In het kader van de beschikbaarstelling van deze financieringen zal een toezichtcomité worden opgericht met vertegenwoordigers van de Staat, van Kem One en van de overnemers. Het zal worden belast met de validering van de uitgaven uit hoofde van het project SAM, de validering van de handhaving van de activiteiten en het behoud van banen op de site van Lavéra en het toezicht op de conformiteit van de eventuele door de heer de Krassny geïnde „management fees” (beheersvergoedingen).

    2.3.3.   Eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden

    (37)

    In hun aanmelding schatten de Franse autoriteiten de door Kem One verschuldigde belasting- en socialezekerheidsschulden op 42 miljoen EUR.

    (38)

    Op 20 februari 2014 heeft Kem One de commissie van de hoofden van financiële diensten (Commission des Chefs de Services Financiers, hierna „de CCSF” genoemd) om advies over de kwijtschelding van verschuldigde belasting- en socialezekerheidsschulden verzocht.

    (39)

    […], heeft Kem One bij de handelsrechtbank van Lyon een verzoek om substantiële wijziging van het herstelplan voor de onderneming ingediend overeenkomstig artikel L626-26 van het Franse handelswetboek (8), met een verzoek om een aanzienlijke kwijtschelding van de wettelijk kwijtscheldbare overheidsschulden. Overeenkomstig de uitspraak van de handelsrechtbank van Lyon heeft dit verzoek om kwijtschelding betrekking op 90 % van het kwijtscheldbare gedeelte van genoemde schulden. De Franse autoriteiten hebben ingestemd met een bedrag van […] EUR, dat overeenkomt met […] % van de belasting- en socialezekerheidsschulden. Het verzoek om kwijtschelding was op het tijdstip van de aanmelding van de steunmaatregelen bij de Commissie nog niet formeel behandeld door de CCSF.

    2.4.   HERSTRUCTURERINGSPLAN VAN KEM ONE

    2.4.1.   Geplande maatregelen

    (40)

    Het herstructureringsplan is gebaseerd op de voortzetting van de activiteiten van Kem One, die worden samengevoegd met die van de andere dochtermaatschappijen van Kem One Innovative Vinyls SASU, teneinde de reikwijdte van de upstream en downstream activiteiten aan te passen.

    (41)

    Het herstructureringsplan omvat drie soorten maatregelen: industriële, commerciële en financiële.

    2.4.1.1.   Industriële maatregelen: modernisering van het productieapparaat, met name de elektrolyse-installaties van Lavéra

    (42)

    Dit project omvat drie hoofddoelstellingen:

    zich houden aan de vrijwillige verbintenis van de chloorproducenten binnen Eurochlor om kwiktechnologie tegen 2020 te weren uit de chloorproductie;

    het concurrentievermogen van de site van Lavéra in de sector chloor-soda-chloormethaan-VCM herstellen tot het niveau van dat van haar Europese concurrenten dankzij de productie van chloor door middel van membraantechnologie;

    de verticale integratie upstream behouden, via toegang tot pekel van Vauvert, en downstream, via afzetmogelijkheden voor VCM en chloormethaan.

    (43)

    Kem One schat de productiekosten voor het inhalen van haar concurrentieachterstand om en bij de [20-40] miljoen EUR per jaar. De ingebruikneming is voor 2016 gepland. De kosten voor het project SAM bedragen in totaal [150-250] miljoen EUR.

    2.4.1.2.   Commerciële maatregelen: heroriëntering van het commerciële beleid naar afzetmarkten met een toegevoegde waarde

    (44)

    Kem One is voornemens haar productiecapaciteit maximaal te benutten voor de meest rendabele afzetmarkten, met name PVC-C of E-PVC en vloeibaar chloor, en zo een verhoging van haar marge mogelijk te maken bij een constante chloorcapaciteit.

    (45)

    Kem One wil ook de verkoop van soda en commodity-S-PVC in Frankrijk en Noord-West-Europa uitbreiden.

    (46)

    Het herstelplan voorziet in een verhoging met [10-30] miljoen EUR tegen 2016, d.i. een toename met ongeveer [0-10] % van de brutomarge op het omzetcijfer.

    2.4.1.3.   Financiële maatregelen: verlaging van de structuurkosten

    (47)

    Het plan voorziet in de schrapping van [90-110] banen. [1-15] werknemers zijn in kennis gesteld van substantiële wijzigingen in hun arbeidscontract in verband met de sluiting van de site van Aix-en-Provence. De reorganisatie treft [80-100] banen bij Kem One en de groep. Het sociaal plan voorziet in besparingen op loonkosten voor een bedrag van [0-10] miljoen EUR.

    (48)

    Het plan voorziet eveneens in besparingen op structuurkosten voor een bedrag van [10-20] miljoen EUR in verband met een vermindering van de verzekeringskosten, de sluiting van het hoofdkantoor in Aix-en-Provence en het uitstel van informaticaprojecten.

    (49)

    Tot slot wordt met het plan een bedrag van [15-25] miljoen EUR aan besparingen beoogd door een verbetering van de productiviteit: vermindering van de vaste en de variabele kosten, verbetering van het rendement. Deze maatregelen staan los van het project SAM en zouden in 2014 en 2015 worden uitgevoerd.

    2.4.2.   Schatting van de herstructureringskosten en financiering van het herstructureringsplan

    (50)

    De herstructureringskosten bedragen 222 miljoen EUR: het project voor de conversie van de elektrolyse-installaties van Lavéra ([150-210] miljoen EUR en de boringen in twee putten van de zoutmijnen in Vauvert ([15-30] miljoen EUR)

    (51)

    Voor de financiering van de herstructureringskosten voorziet het plan in de volgende financieringen:

    Tabel 2

    In het herstructureringsplan voorziene financieringsbronnen zoals aangegeven in de aanmelding

    Particuliere bijdragen (miljoen EUR)

    Overheidsbijdragen (miljoen EUR)

    Autofinanciering

    [30-40]

    Subsidies

    15

    Banklening

    [60-70] (9)

    Terugbetaalbare voorschotten

    80

    Financiering [particuliere investeerder 1]

    [35-45]

    FDES-lening

    30

    Financiering [particuliere investeerder 2] (financiering via factoring)

    [40-50]

     

    Kapitaalverhoging

    10

    Totaal

    187,5

    Totaal

    125

    Totale financiering

    312,5

    Bron: Aanmelding

    (52)

    De financiering van de herstructurering wordt aangevuld met maatregelen voor de kwijtschelding van schulden door particuliere schuldeisers (voor een bedrag van 158,8 miljoen EUR) en publieke schuldeisers (voor een bedrag van […] EUR).

    (53)

    Tot slot heeft Kem One Trésorerie in het kader van de overdracht van de aandelen van Kem One aan K1 een bedrag van [10-19] miljoen EUR aan Kem One terugbetaald, dat overeenkomt met de zogenoemde „Seveso-zekerheid” die was gesteld door de groep Kem One Holding via Kem One Trésorerie voor de sites van Kem One in Frankrijk bij hun overdracht door Arkema, overeenkomstig artikel L515-8 van het Franse milieuwetboek (10) betreffende voor milieubescherming aangewezen installaties. De Franse autoriteiten hebben gepreciseerd dat, hoewel de vrijgave en de overdracht aan Kem One van het bedrag van de initieel door de Klesch-groep gestelde Seveso-zekerheid een onmiddellijk positief effect hebben gehad op de kasmiddelen, het overeenkomstige bedrag niet is opgevoerd als particuliere inbreng omdat het geleidelijk zal moeten worden gebruikt om genoemde financiële zekerheden opnieuw te stellen.

    2.4.3.   Bedrijfsplan van Kem One

    (54)

    Het bedrijfsplan van Kem One bestrijkt de periode 2013-2017. Volgens de Franse autoriteiten wordt op basis van realistische hypothesen vanaf 2017 een herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming verwacht. In het basisscenario is voor Kem One opnieuw sprake van een bevredigende kaspositie vanaf 2014, een brutomarge van [25-35] % van het omzetcijfer vanaf 2017 en een EBITDA van om en bij de [4-12] % vanaf 2018, in overeenstemming met de benchmarks in de sector chemische faciliteiten.

    (55)

    De verbetering van de levensvatbaarheid zal met name resulteren in de vijf onderstaande maatregelen: een aanzienlijke particuliere inbreng voor een onmiddellijk herstel van de kaspositie; investeringen waarmee de elektrolyse- en boringsactiviteiten betrouwbaarder kunnen worden gemaakt teneinde het concurrentievermogen van de onderneming te verbeteren; het opnieuw onderhandelen over contracten voor de toegang tot grondstoffen en industriële platforms; een interne herstructurering die vergezeld gaat van een prestatie- en productiviteitsplan en een herziening van het commercieel beleid inzake de marktpositionering van Kem One.

    (56)

    De Franse autoriteiten achten de onderstaande hypothesen realistisch: de verwachte winsten zijn reeds in aanmerking genomen in nieuwe contracten; de grootte van de productie-eenheden voor VCM en S-PVC bevindt zich, met uitzondering van de elektrolyse-eenheden, op het niveau van de beste concurrerende eenheden van West-Europa; tot slot lopen de hypothesen betreffende de marktprijzen niet vooruit op een herstel van de vraag of een verbetering van het evenwicht tussen vraag en aanbod voor PVC, zoals wel was voorspeld door de belangrijkste consultants in de sector.

    (57)

    In het bedrijfsplan worden ook alternatieve scenario's in aanmerking genomen. In het pessimistische scenario brengen de Franse autoriteiten de hypothese naar voren dat de productie en de verkoop, evenals de variabele kosten en de winsten op de leveringscontracten, door herhaalde incidenten bij de productie [8-14] % lager liggen dan in het basisscenario. In de periode 2014-2016 blijft de EBITDA verzwakt ([1-5] % van het omzetcijfer). Vanaf eind 2014 is het niveau van de kaspositie weer bevredigend, maar niet toereikend voor Kem One om haar schuld te verminderen. Het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn wordt zelfs in dit scenario evenwel gegarandeerd dankzij het project voor de conversie van de elektrolyse-installaties.

    (58)

    Het optimistische scenario bevat de hypothese van een progressieve verhoging van de verkoopprijs voor S-PVC en soda voor de komende jaren. In dit scenario bereikt de kaspositie vanaf 2014 opnieuw een bevredigend niveau (+ [40-60] miljoen EUR). Dankzij het plan kan Kem One ook sommige van haar investeringen ([300-500] miljoen EUR in de periode 2014-2020) financieren, haar schuld verminderen in de periode 2017-2020 en een EBITDA van [10-15] % bereiken vanaf 2018.

    3.   IN HET INLEIDINGSBESLUIT GEUITE TWIJFELS

    (59)

    Bij besluit van 1 oktober 2014 heeft de Commissie de formele onderzoeksprocedure ingeleid. In dit inleidingsbesluit uit de Commissie twijfels over zowel de kwalificatie van de onderzochte maatregelen als staatssteun als hun eventuele verenigbaarheid met de interne markt krachtens de regels inzake staatssteun voor ondernemingen in moeilijkheden.

    3.1.   KWALIFICATIE ALS STAATSSTEUN

    (60)

    Met betrekking tot de drie aangemelde maatregelen, namelijk i) de FDES-lening, ii) de subsidie en de terugbetaalbare voorschotten en iii) de kwijtschelding van schulden plaatste de Commissie vraagtekens bij de aanwezigheid van een economisch voordeel en het eventuele bedrag daarvan.

    3.1.1.   FDES-lening

    3.1.1.1.   Waarde van de zekerheden

    (61)

    De Commissie had in de eerste plaats vragen bij de voorwaarden van de FDES-lening. Met betrekking tot de zekerheden had de Commissie een aantal bedenkingen bij de schatting van de waarde daarvan. In de eerste plaats hebben de Franse autoriteiten niet gepreciseerd welk materiaal en welke uitrusting is verpand. De Commissie nam ook nota van het feit dat bepaalde verouderende en slecht presterende of zelfs verouderde productiemiddelen door de Franse autoriteiten als een van de belangrijkste moeilijkheden van Kem One worden voorgesteld; dit is met name het geval voor de kwikcelleninstallaties en de diafragmacelleninstallaties. De Commissie had bijgevolg vragen bij de reële waarde van de verpande uitrusting en het verpande materiaal en betwijfelt dat de nettoboekwaarde die in aanmerking is genomen bij de schatting van de zekerheden de meest relevante waarde is, met name in vergelijking met de alternatieve oplossing die erin zou bestaan de waarde van de pandgevingen te schatten op basis van de netto-inkomsten uit de exploitatie ervan.

    3.1.1.2.   Hoogte van de vergoeding op de lening

    (62)

    In het licht van deze twijfels leek een verhoging van de referentievoet van Frankrijk op het ogenblik van de toekenning van de lening (0,53 %) met 400 basispunten voor de berekening van de vergoeding op de lening ontoereikend.

    (63)

    De Commissie had ook twijfels bij de voorwaarden voor de vergoeding op de lening. De Franse autoriteiten komen bij toepassing van de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (hierna „de mededeling over de referentiepercentages van 2008” genoemd) (11), namelijk tot een vergoeding van 4,53 %, maar hebben een percentage van 3,5 % toegepast.

    (64)

    De Commissie was daarentegen van oordeel dat de verhoging in verband met de kwaliteit van de zekerheden ontoereikend was en dat het percentage veeleer tussen 6,53 % en 10,53 % moest liggen (12).

    (65)

    De Commissie merkte ook op dat bij gebrek aan een door een particuliere bank aan Kem One onder dezelfde voorwaarden toegekende lening, in de context van de moeilijkheden en de herstructurering van de onderneming, de gehele lening als steunbedrag kan worden beschouwd.

    3.1.2.   Subsidie en terugbetaalbare voorschotten

    (66)

    De Commissie was van mening dat een subsidie een economisch voordeel inhoudt dat de begunstigde in marktomstandigheden niet zou krijgen. Een subsidie is namelijk een financieel instrument waarvan het kapitaal niet terugbetaalbaar is en dat geen door de begunstigde te betalen interest genereert. Het was dus uitgesloten dat een particuliere kredietverlener, die financieringskosten heeft en zijn kapitaal moet vergoeden, bereid zou zijn een onderneming te financieren met subsidies.

    (67)

    Met betrekking tot de terugbetaalbare voorschotten wees de Commissie op de aanwezigheid van bepaalde aan de toekenning ervan verbonden voorwaarden die een particuliere kredietverlener waarschijnlijk niet zou hebben verlangd. Het ging met name om de voorwaarde betreffende de handhaving van de activiteiten en het behoud van banen op de site van Lavéra gedurende een periode van vijf jaar na de uitvoering van het project, tenzij de duurzaamheid van Kem One dit rechtvaardigde, en na voorafgaande toestemming van de Staat. Aangezien de Franse autoriteiten niet hebben aangetoond dat particuliere kredietverleners bereid zouden zijn geweest onder dezelfde voorwaarden een dergelijk bedrag te lenen aan een onderneming in moeilijkheden, was de Commissie bovendien van oordeel dat het volledige bedrag van de terugbetaalbare voorschotten als steun kan worden beschouwd.

    3.1.3.   Eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden

    (68)

    De Commissie merkte in de eerste plaats op dat de kwijtscheldingspercentages niet dezelfde waren voor de particuliere schuldeisers (70 %) als voor de publieke schuldeisers ([…] %), terwijl het niet zeker was dat de Staat zich in dezelfde positie bevond als de particuliere schuldeisers, die reeds jarenlang betrekkingen onderhielden met Kem One.

    (69)

    Voorts vormt een kwijtschelding van schulden in het licht van het beginsel van de particuliere schuldeiser in een markteconomie a priori een steunmaatregel, aangezien een onderneming door de verlichting van haar lasten wordt bevoordeeld ten opzichte van haar concurrenten. Dit is met name het geval voor ondernemingen in moeilijkheden waartegen een collectieve procedure loopt. In dit geval had de Commissie vragen bij de redenen voor deze kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden, die zouden hebben bijgedragen tot een voorkeur voor het bod van een overnemer. De Commissie sloot de mogelijkheid niet uit dat het steunbedrag gelijk was aan het totale bedrag van de geplande kwijtschelding.

    3.2.   BEOORDELING VAN DE VERENIGBAARHEID

    (70)

    Met betrekking tot de verenigbaarheid van de maatregelen met de staatssteunregels was de Commissie van oordeel dat de geldende rechtsgrondslag werd gevormd door de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden van 2004 (hierna „de richtsnoeren van 2004” genoemd) (13). Tegen deze achtergrond heeft de Commissie twijfels geuit met betrekking tot i) het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One op lange termijn, ii) het voorkomen van concurrentievervalsing en iii) de beperking van de steun tot het strikte minimum.

    3.2.1.   Herstel van de levensvatbaarheid van Kem One op lange termijn

    (71)

    In de eerste plaats had de Commissie vragen bij de exacte looptijd van het herstructureringsplan, bij gebrek aan preciseringen hierover door de Franse autoriteiten.

    (72)

    De Commissie merkte vervolgens op dat de Franse autoriteiten in de herstructureringskosten alleen de kosten hebben opgenomen voor de modernisering van het productieapparaat [project voor de conversie van de elektrolyse-eenheden van Lavéra ([150-210] miljoen EUR) en voor boringen in twee putten van de zoutmijnen in Vauvert ([15-30] miljoen EUR)]. Volgens de Commissie zou de interne herstructurering van Kem One noodzakelijkerwijs extra kosten in verband met de beperking van de structuurkosten en de heroriëntering van het commerciële beleid met zich brengen.

    (73)

    Voorts had de Commissie vragen bij de geloofwaardigheid van bepaalde door de Franse autoriteiten gepresenteerde elementen in de scenario's voor het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn. Zo leek het herstel van de kaspositie onzeker, zowel in het basisscenario als in het pessimistische scenario.

    (74)

    In de drie door de Franse autoriteiten in de aanmelding voorgestelde scenario's wordt ervan uitgegaan dat in 2016 een banklening van [60-70] miljoen EUR wordt verkregen bij particuliere financiële instellingen. In dit stadium leken de Franse autoriteiten echter over geen enkele garantie te beschikken dat deze lening zou worden verkregen. Deze onzekerheid ondermijnde dan ook het realistische karakter van de drie scenario's.

    3.2.2.   Voorkomen van concurrentievervalsing

    (75)

    Aangezien de Franse autoriteiten geen compenserende maatregelen hebben voorgesteld, herinnerde de Commissie eraan dat de aanwezigheid van compenserende maatregelen een van de verenigbaarheidscriteria voor herstuctureringssteun is. Zij heeft de Franse autoriteiten dan ook verzocht haar compenserende maatregelen voor te stellen waarin rekening wordt gehouden met al hun argumenten.

    3.2.3.   Beperking van de steun tot het minimum

    (76)

    De Commissie uitte twijfels over de door de Franse autoriteiten bij de berekening van het bedrag van de eigen bijdrage van Kem One in aanmerking genomen gegevens en bijgevolg over de naleving van de regel volgens welke de eigen bijdrage van een grote onderneming in haar herstructureringskosten 50 % van het totaalbedrag moet uitmaken.

    4.   ANTWOORD VAN DE FRANSE AUTORITEITEN OP HET INLEIDINGSBESLUIT

    (77)

    Bij brief van 3 november 2014 hebben de Franse autoriteiten hun opmerkingen over het inleidingsbesluit ingediend.

    4.1.   KWALIFICATIE ALS STAATSSTEUN

    4.1.1.   FDES-lening

    4.1.1.1.   Waarde van de zekerheden

    (78)

    De Franse autoriteiten benadrukken dat de boekwaarde van de verpande goederen overeenkomt met de marktwaarde ervan. De nettoboekwaarde is namelijk gelijk aan de brutoboekwaarde minus de afschrijvingen. De brutoboekwaarde komt overeen met de aankoopwaarde van de goederen of de inbrengwaarde ervan. Zo is deze inbreng bij de gedeeltelijke inbreng van activa door Arkema in Kem One op 2 juli 2012 door onafhankelijke deskundigen op [110-120] miljoen EUR geschat. Bovendien herinneren de Franse autoriteiten eraan dat twee recente transacties in de PVC-sector waarbij kleinere ondernemingen dan Kem One waren betrokken, zijn afgesloten tegen beduidend hogere bedragen dan de boekwaarde van de activa van Kem One. Als de activiteiten van Kem One waren gewaardeerd met behulp van de methode voor het waarderen van gedisconteerde kasstromen, zouden zij [80-90] miljoen EUR bedragen in 2014, [110-130] miljoen EUR in 2015 en [330-340] miljoen EUR in 2016. Tot slot herinneren de Franse autoriteiten eraan dat het een zekerheidstelling van eerste rang betreft, waarbij wordt gegarandeerd dat de Staat wordt voldaan vóór alle andere schuldeisers.

    (79)

    De Franse autoriteiten concluderen dan ook dat de Staat over een zeer sterke garantie beschikt, die ook zeer hoog is ten opzichte van het bedrag van de FDES-lening.

    4.1.1.2.   Hoogte van de vergoeding

    (80)

    In de eerste plaats zijn de Franse autoriteiten van mening dat de methode voor de berekening van de rentevoet op basis van een steekproef van ondernemingen met een rating CCC waarvoor CDS-contracten (Credit Default Swap) voor vier jaar worden verhandeld, zoals uiteengezet in punt 92 van het inleidingsbesluit, die resulteert in een percentage van 20,95 %, de realiteit van de markttarieven niet kan weergeven. Het kan namelijk niet om leningstransacties gaan die vergelijkbaar zijn met die van Kem One ten aanzien van het FDES, aangezien geen enkele informatie beschikbaar is over de garanties en de hoogte van de aan de transacties verbonden zekerheden die als referentie zijn gehanteerd voor de vaststelling van het percentage op 20,95 %.

    (81)

    Bovendien zou, gelet op de financiële situatie van Kem One en de hoogte van de zekerheden, de toepassing van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 resulteren in een vergoeding van 4,53 % (referentiepercentage van Frankrijk van 0,53 % + 400 basispunten) en niet van 6,53 % zoals de Commissie in haar inleidingsbesluit stelt.

    (82)

    Hoe dan ook dient het op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 berekende percentage slechts als indicatie. In dit geval was, gezien het geringe insolvabiliteitsrisico van Kem One, met name gelet op de effectieve uitvoering van het herstelplan, waardoor vanaf 2017 de levensvatbaarheid van de onderneming kan worden hersteld, een gezond financieel beheer en het hoge zekerheidsniveau, een marktconform percentage van 3,5 % gerechtvaardigd.

    (83)

    Tot slot voorziet de financieringsovereenkomst met [particuliere investeerder 2] een Euribor-rentevoet op drie maanden + […] % met een minimum van […] %. Hoewel het geen banktarief betreft, zijn de voorwaarden voor de toekenning van de financiering van dien aard dat ze het marktconforme karakter van de FDES-lening bevestigen.

    4.1.1.3.   Bedrag van de steun

    (84)

    Zoals aangegeven in de aanmelding zijn de Franse autoriteiten van mening dat het steunbedrag, voor zover er sprake is van steun, gelijk moet zijn aan het verschil tussen het op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 berekende percentage en het toegepaste percentage, d.w.z. respectievelijk 4,53 % en 3,5 %, en niet aan het totaalbedrag van de lening.

    (85)

    De Franse autoriteiten benadrukken dat de Commissie deze benadering in het verleden meermaals heeft toegepast.

    4.1.2.   Subsidie en terugbetaalbare voorschotten

    (86)

    Zoals eerder aangegeven erkennen de Franse autoriteiten dat de subsidie in haar geheel staatssteun vormt.

    (87)

    Met betrekking tot de terugbetaalbare voorschotten zijn de Franse autoriteiten van mening dat deze niet in hun geheel als staatssteun dienen te worden beschouwd. De terugbetaling van voorschotten is namelijk zeker, aangezien deze automatisch wordt twee jaar na beëindiging van de moderniseringswerkzaamheden. De voorschotten dienen dus met leningen te worden gelijkgesteld, en bijgevolg komt het steunbedrag overeen met het subsidie-equivalent, d.w.z. 14,4 miljoen EUR.

    4.1.3.   Eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden

    (88)

    In de eerste plaats geven de Franse autoriteiten aan dat het bedrag van de belasting- en socialezekerheidsschulden, in tegenstelling tot wat in de aanmelding is vermeld, […] EUR en niet 42 miljoen EUR bedraagt. Dit bedrag van […] EUR wordt als volgt uitgesplitst: […] miljoen EUR aan schulden die zijn aangegaan vóór de inleiding van de gerechtelijke saneringsprocedure en […] EUR aan schulden die zijn aangegaan na de inleiding van die procedure. De bevoegde autoriteiten zijn voornemens een kwijtschelding te verlenen van […] % van de kwijtscheldbare schulden die zijn aangegaan vóór de inleiding van de procedure (14), d.w.z. een bedrag van […] EUR op totale overheidsschulden van […] EUR (d.w.z. […] % van de totale overheidsschulden).

    (89)

    In de tweede plaats wijzen de Franse autoriteiten erop dat de meeste schulden ten aanzien van particuliere schuldeisers zijn kwijtgescholden voor hetzij 100 %, hetzij 70 %.

    (90)

    Bovendien maakt de kwijtschelding door Frankrijk van een deel van zijn belasting- en socialezekerheidsvorderingen op Kem One een goede uitvoering van het herstelplan van de onderneming mogelijk. Als Kem One zou verdwijnen, zou Frankrijk namelijk een extra bedrag van […] miljoen EUR (15) kunnen verliezen als het geen kwijtschelding verleende voor een totaalbedrag van niet meer dan […] miljoen EUR.

    (91)

    Gelet op het voorafgaande kan dus worden gesteld dat Frankrijk zich als een voorzichtige schuldeiser heeft gedragen.

    (92)

    Hoe dan ook zou het steunbedrag, mocht de maatregel als staatssteun worden aangemerkt, overeenkomen met het verschil tussen het niveau van de uiteindelijk door Frankrijk verleende kwijtschelding en het niveau van de door alle particuliere schuldeisers aanvaarde minimale kwijtschelding.

    4.2.   VERENIGBAARHEID

    4.2.1.   Herstel van de levensvatbaarheid

    (93)

    In haar inleidingsbesluit verzoekt de Commissie de Franse autoriteiten om toelichtingen bij de verklaring dat zij in de herstructureringskosten alleen de kosten in verband met de modernisering van het productieapparaat zouden hebben opgenomen, terwijl de herstructurering van Kem One voor elke herstructureringsmaatregel (beperking van de structuurkosten en heroriëntering van het commerciële beleid) noodzakelijkerwijs extra kosten met zich zou brengen. De Franse autoriteiten benadrukken in hun opmerkingen dat de beperking van de structuurkosten slechts 13 ontslagen tot gevolg heeft gehad, waarmee een financiële last van […] miljoen EUR was gemoeid. Deze last is niet afzonderlijk vastgesteld in het bedrijfsplan en het bij het aanmeldingsplan gehechte liquiditeitsplan, maar is wel afgetrokken van de kasmiddelen. De overige interne inspanningen ter vermindering van de centrale kosten hebben overigens niet geleid tot specifieke financiële lasten. De heroriëntering van het commerciële beleid heeft geen rechtstreeks daaraan verbonden last met zich gebracht.

    (94)

    Bovendien wordt het realistische karakter van de door de onderneming naar voren gebrachte scenario's voor het herstel van de levensvatbaarheid bevestigd door meerdere positieve elementen. Zo is de kaspositie in het basisscenario eind 2017 verhoogd met [30-40] miljoen EUR als gevolg van een vermindering van de noodzakelijke investeringen en een eerdere hervatting van de activiteiten dan verwacht, terwijl de verwachte exploitatiewinst is gecorrigeerd op [35-45] miljoen EUR per jaar in plaats van [25-35] miljoen EUR. Bovendien kan uit de betrokkenheid van meerdere particuliere ondernemingen zoals [particuliere investeerder 1], [particuliere investeerder 3], [particuliere investeerder 4] en [particuliere investeerder 5], die hebben geaccepteerd al hun vorderingen op Kem One kwijt te schelden, alsook van [particuliere investeerder 2], die heeft geaccepteerd de factoringcapaciteit van Kem One te verhogen, worden opgemaakt dat deze ondernemingen geloofden in het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming op lange termijn.

    (95)

    De banklening van [60-70] miljoen EUR blijft hypothetisch en was nog niet aangevraagd op de datum waarop de Franse autoriteiten hun antwoord hebben ingediend. Gelet op het voorafgaande zijn de Franse autoriteiten van mening dat noch het feit dat er geen garantie is op de banklening, noch het bedrag van de eigen bijdrage van de onderneming, de drie scenario's voor het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming ondermijnen.

    4.2.2.   Eigen bijdrage van de onderneming

    (96)

    De beslissing om de banklening voor een bedrag van [60-70] miljoen EUR niet op te nemen in de eigen middelen van Kem One, aangezien het een hypothetisch element betreft bij gebrek aan een nadrukkelijke toezegging van een financiële instelling, wordt door de Franse autoriteiten in hun opmerkingen niet betwist.

    (97)

    Integendeel, de kwijtschelding van de door [particuliere investeerder 3] [particuliere investeerder 1] [particuliere investeerder 4] en [particuliere investeerder 5] verleende kwijtscheldingen van vorderingen moeten worden beschouwd als echte financiële stromen ten gunste van Kem One en moeten dus in aanmerking worden genomen in de eigen bijdrage. Deze ondernemingen waren namelijk reeds jarenlang handelspartners van Kem One en hun belangen hangen af van het succes van Kem One. De kwijtscheldingen voor een bedrag van 180,5 miljoen EUR komen derhalve overeen met beslissingen van voorzichtige industriëlen die rechtstreeks belang hebben bij het succes van het door Kem One en haar overnemers vastgestelde herstelplan. De overige kwijtscheldingen van vorderingen, waarmee lagere bedragen waren gemoeid, beantwoorden aan dezelfde logica.

    (98)

    De particuliere bijdragen bedragen in totaal dus 282,5 miljoen EUR, uitgesplitst als volgt:

    Tabel 3

    Bronnen van particuliere bijdragen waarin het herstructureringsplan volgens de Franse autoriteiten voorziet

    Bijdragebron

    Bedrag (in miljoen EUR)

    Autofinanciering van Kem One

    [30-40]

    Financiering [particuliere investeerder 1]

    [35-45]

    Financiering [particuliere investeerder 2]

    [55-65]

    Kapitaalverhoging door overnemers

    [5-15]

    Schadeloosstelling van schuldeisers [particuliere investeerder 6]

    [0-10]

    Kwijtschelding van schulden [particuliere investeerder 1]

    [90-100]

    Kwijtschelding van schulden [particuliere investeerder 3]

    [25-35]

    Kwijtschelding van schulden [particuliere investeerder 4]

    [0-10]

    Kwijtschelding van schulden [particuliere investeerder 5]

    [0-10]

    Totaal

    282,5

    Bron: Antwoord van de Franse autoriteiten op het inleidingsbesluit

    5.   OPMERKINGEN VAN DERDEN EN COMMENTAAR VAN FRANKRIJK

    5.1.   OPMERKINGEN VAN DERDEN

    5.1.1.   Opmerkingen van Ineos

    5.1.1.1.   Bedrag van de staatssteun en eigen bijdrage van Kem One

    (99)

    Volgens Ineos wordt het bedrag van de staatssteun zwaar onderschat in het verzoek van de Franse autoriteiten en is niet voorzien in een toereikende bijdrage van Kem One en haar aandeelhouders.

    (100)

    Bedrag van de staatssteun. In de eerste plaats verwerpt Ineos met betrekking tot de FDES-lening de analyse van Frankrijk volgens welke alleen het verschil tussen de effectieve rentevoet van deze lening (3,5 %) en een beweerdelijke marktrente van 4,53 % (d.w.z. 1,03 procentpunt) als steun kan worden beschouwd. Als de verklaringen van Frankrijk juist waren, dan zou Kem One bij een particuliere schuldeiser een lening tegen dezelfde voorwaarden moeten kunnen verkrijgen, wat hoe dan ook niet het geval was. Voorts is de waarde van de zekerheden zwaar overschat. De boekwaarde van de activa kan in geval van ernstige economische en financiële moeilijkheden niet worden gelijkgesteld met de marktwaarde, temeer daar deze zekerheden slechts een waarde hebben in een exploitatiecyclus die zwak is gebleken. Concluderend stelt Ineos dat de hele FDES-lening als een steunmaatregel dient te worden beschouwd.

    (101)

    Wat de rechtstreekse subsidie en de terugbetaalbare voorschotten betreft, is Ineos van oordeel dat zij in hun geheel staatssteun vormen. Met betrekking tot de terugbetaalbare voorschotten zou de voorwaarde om de activiteit op de site van Lavéra te handhaven, door geen enkele particuliere schuldeiser worden verlangd. De percentages liggen overigens te laag in vergelijking met die welke in dezelfde omstandigheden door een particuliere schuldeiser worden toegepast.

    (102)

    Met betrekking tot de schuldvermindering benadrukt Ineos dat, terwijl de commerciële schuldeisers een rechtmatig commercieel belang bij het herstel van Kem One hebben, de Franse Staat in een positie van zuivere financiële schuldeiser verkeert. De door de Franse Staat verleende schuldverminderingen kunnen dus niet worden gelijkgesteld met de door de particuliere schuldeisers toegekende verminderingen.

    (103)

    Ineos benadrukt dat Kem One profiteert van voordelige contracten voor de levering van elektriciteit en ethyleen. Volgens Ineos lijdt het geen twijfel dat de besluiten van EDF over deze kwestie toerekenbaar zijn aan de Franse Staat. Ineos verzoekt de Commissie na te gaan wat de onderliggende redenen voor de toekenning van deze verminderingen zijn. Deze preferentiële tarieven kunnen de concurrentiepositie van Kem One verbeteren.

    (104)

    Eigen bijdrage van Kem One. Volgens Ineos hebben de Franse autoriteiten het bedrag van de eigen bijdrage van Kem One in de herstructureringskosten overschat. De Franse autoriteiten hebben in deze eigen bijdrage namelijk drie leningen uit particuliere bronnen opgenomen: een lening tussen 60 en 80 miljoen EUR en twee andere leningen voor bedragen van respectievelijk 35 tot 45 miljoen EUR en 40 tot 50 miljoen EUR. Volgens Ineos is er geen bewijs dat een particuliere entiteit met een dergelijk risico zou instemmen, en het hypothetische en weinig waarschijnlijke karakter van deze leningen impliceert dat zij niet in aanmerking dienen te worden genomen bij de evaluatie van het bedrag van de eigen bijdrage van Kem One.

    (105)

    In de eerste plaats benadrukt Ineos dat OpenGate, een van de moederondernemingen van Kem One, financieel gezond is en dus zou kunnen deelnemen in de herstructureringskosten. Volgens Ineos moeten de Franse autoriteiten aantonen dat de moeilijkheden van Kem One te ernstig zijn om te worden aangepakt door de aandeelhouders van Kem One (met name OpenGate). Ten tweede moeten de aandeelhouders, en met name OpenGate, het bedrag van hun bijdrage fors verhogen als de staatssteun in het geval van Kem One toelaatbaar wordt geacht.

    5.1.1.2.   Herstructureringsplan

    (106)

    Ineos vindt dat de Franse autoriteiten geen realistisch herstructureringsplan voorstellen om de economische levensvatbaarheid van Kem One binnen een redelijke termijn te herstellen.

    (107)

    In de eerste plaats is het huidige herstructureringsplan gebaseerd op zware investeringen en liquiditeitssteun, maar voorziet het niet in een rationalisering van de activiteiten van Kem One. Ten tweede wordt er in het herstructureringsplan van uitgegaan dat Kem One haar marktaandeel en haar verkoop op productmarkten, die reeds worden geconfronteerd met ernstige overcapaciteitsproblemen en een intense concurrentie, en waarvoor de vraagprognoses zwak uitvallen, aanzienlijk zal kunnen verhogen.

    (108)

    Volgens Ineos voorziet het herstructureringsplan niet in een rationalisering van de verliesgevende activiteiten van Kem One. Kem One heeft te kampen met een structureel overcapaciteitsprobleem. In 2012 bedroeg haar productie ten opzichte van haar totale capaciteit voor S-PVC slechts 60-70 %, d.i. beduidend minder dan de gemiddelde benuttingsgraad van producenten van S-PVC op de markt in Noord-West-Europa.

    (109)

    Volgens de hypothese in het herstructureringsplan zou Kem One haar productie en haar verkoop op de markt in Noord-West-Europa aanzienlijk moeten verhogen. Los van het feit dat Kem One haar verkoop van S-PVC van oudsher heeft geconcentreerd in Zuid-Europa, is dit volgens Ineos een zeer weinig plausibel vooruitzicht. De markt voor PVC in Noord-West-Europa wordt reeds gekenmerkt door een enorm overaanbod en volgens de prognoses voor de PVC-markt in Noord-West-Europa zou de vraag de komende vijf jaar licht aantrekken. Bovendien zou de verwerving van Vestolit en Vinnolit door twee Amerikaanse PVC-producenten deze marktspelers een efficiëntere kostenstructuur moeten bezorgen, wat hen tot efficiëntere concurrenten zal maken. Tot slot heeft Kem One een slechte reputatie bij de afnemers op deze markt in Noord-West-Europa.

    (110)

    Het herstructureringsplan voorziet in de heroriëntering van het commerciële beleid naar winstgevender producten, met name E-PVC, PVC-C en vloeibaar chloor. Er wordt eveneens een toename van de verkoop van bijtende soda op de markt in Noord-West-Europa verwacht. Volgens Ineos heeft deze strategie weinig kans van slagen.

    (111)

    In de eerste plaats voorziet het plan in een toename van de productie en de verkoop van E-PVC met als doel de overcapaciteit van Kem One te benutten, en omdat dit product relatief gezien winstgevender is. Op de markt voor E-PVC in de EER is de concurrentie zeer groot, bestaat reeds overcapaciteit en wordt geen belangrijke toename van de vraag op middellange of lange termijn verwacht. Ineos benadrukt eveneens dat andere producenten van E-PVC, die geloofwaardiger zijn en binnen de EER in een betere positie verkeren, recente of toekomstige investeringen in hun productiecapaciteit hebben aangekondigd.

    (112)

    Met betrekking tot het plan om de productie van PVC-C te verhogen met het oog op een grotere winstgevendheid, benadrukt Ineos dat het om een nicheproduct gaat waarnaar in Europa zeer weinig vraag is. De Franse markt voor vloeibaar chloor wordt op haar beurt gekenmerkt door een beperkte omvang en een sterke concurrentie.

    (113)

    Met betrekking tot het plan om de verkoop van bijtende soda op de markt in Noord-West-Europa te verhogen, herinnert Ineos er ten slotte aan dat bijtende soda een onvermijdelijk bijproduct bij de productie van chloor is. Het productieniveau van bijtende soda (en dus het verkoopvolume) wordt bepaald door de vraag naar chloorderivaten (zoals PVC). Kem One kan slechts hopen op een verhoging van haar verkoopvolume van bijtende soda als zij een plausibel plan voorlegt om haar downstream verkoop van chloorderivaten te verhogen.

    5.1.1.3.   Compenserende maatregelen

    (114)

    Volgens Ineos stelt Frankrijk geen passende compenserende maatregelen voor. Ineos benadrukt dat de richtsnoeren van 2004 ondubbelzinnig voorzien in de verplichting om compenserende maatregelen vast te stellen.

    (115)

    Ineos wijst erop dat slechts de helft van de productiecapaciteit voor S-PVC op de markt van Noord-West-Europa wordt gebruikt voor wederverkoop op diezelfde markt. Gezien de vooruitzichten voor de bouwsector zal dit ernstige overcapaciteitsprobleem wellicht niet van de baan zijn op middellange termijn. De overcapaciteit en de zwakke vraag hebben een verlaging van de marges van de Europese PVC-producenten tot gevolg gehad. Tegen deze achtergrond zou de voorgenomen steun Kem One een aanzienlijk voordeel verschaffen.

    (116)

    Met name zou Kem One dankzij de steun haar kwiktechnologie kunnen converteren, waardoor haar concurrenten een hoger risico zouden lopen hun capaciteit deels te moeten sluiten. Voorts zal de steun, als Kem One er daadwerkelijk in slaagt haar verkoop op de markt in Noord-West-Europa te verhogen, ertoe bijdragen dat de concurrentiedruk nog wordt verhoogd.

    (117)

    Volgens Ineos moet de productiecapaciteit van Kem One voor PVC permanent worden verminderd, aangezien het structurele probleem van overcapaciteit van de markt op lange termijn zal aanhouden.

    (118)

    Tot slot merkt Ineos op dat, tegen de achtergrond van relevante markten die met een structureel probleem van overcapaciteit te kampen hebben, in de richtsnoeren van 2004 is bepaald dat de Commissie in principe slechts steun verleent die gericht is op sociale en ecologische kosten van herstructurering. Volgens Ineos zou de herstructureringssteun dus moeten zijn gericht op de sociale en ecologische kosten van herstructurering in verband met de sluiting van de site van Lavéra, en niet op haar conversie.

    (119)

    Volgens Ineos heeft Kem One een zeer goede positie op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa, wat een bijkomende reden is waarom belangrijke compenserende maatregelen daadwerkelijk moeten worden toegepast. In 2012 was Kem One met een capaciteit tussen 10 en 20 % van de totale capaciteit de derde speler op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa.

    (120)

    Voorts kan Frankrijk niet enerzijds beweren dat Kem One te lijden heeft onder een zwakke positie op de markt voor S-PVC en anderzijds stellen dat elke beperking van de productiecapaciteit zou leiden tot een verzwakking van de concurrentiestructuur op diezelfde markt.

    (121)

    Ineos benadrukt dat deze compenserende maatregelen niet zijn bedoeld om de onderneming volledig te doen verdwijnen, maar wel om haar capaciteit te beperken. Voorts is het volgens Ineos niet zo dat een capaciteitsvermindering — en zelfs de algehele verdwijning van Kem One op de markt — het de afnemers van laatstgenoemde onmogelijk zou maken een meervoudige leveringsstrategie toe te passen. Ineos wijst erop dat er vijf andere grote leveranciers en ook nog kleinere concurrenten zijn, of zullen zijn in een nabije toekomst. Ineos benadrukt eens te meer dat Kem One overigens niet als betrouwbaar wordt beschouwd op deze markt. Tot slot benadrukt Ineos dat de betrokken markt een concurrerende markt is.

    (122)

    Volgens Ineos zijn compenserende maatregelen ook nodig op andere markten, die allemaal te kampen hebben met overcapaciteit en een sterke positie van Kem One. Het betreft in de eerste plaats de markt voor E-PVC, waarop Kem One in 2012 over een capaciteit van 10 tot 20 % van de totale capaciteit beschikte. Op de markt voor chloormethaan zullen de betrokken maatregelen leiden tot een downstreamproductie op een voordeliger kostenbasis dan die van de concurrenten van Kem One. Met betrekking tot de markt voor bijtende soda wijst Ineos er ten slotte op dat het een onvermijdelijk bijproduct bij de chloorproductie betreft.

    (123)

    Volgens Ineos zijn compenserende maatregelen mogelijk en zouden ze bijdragen tot een levensvatbare productieketen.

    (124)

    In dit verband meent Ineos dat Kem One een herstructureringsplan met de volgende doelstellingen zou moeten vaststellen:

    sluiting van de elektrolysecellen van Lavéra;

    sluiting van de PVC-fabrieken die niet langer voldoende met VCM kunnen worden bevoorraad door de site van Fos-sur-Mer, namelijk Saint-Fons en Balan.

    (125)

    Volgens Ineos zou een dergelijke beperking van de capaciteit van Kem One het mogelijk maken de marktverstorende gevolgen van de steun te beperken, de activiteiten van Kem One op een concurrerender basis te rationaliseren en de afstoting van structureel verliesgevende activiteiten te concretiseren (met name op de site van Lavéra). Dit zou een oplossing kunnen bieden voor het overcapaciteitsprobleem van Kem One en ervoor kunnen zorgen dat de Franse staat niet zwaar hoeft te investeren in de conversie van de site van Lavéra.

    5.1.2.   Opmerkingen van anonieme onderneming 1

    5.1.2.1.   Rechtmatigheid van de staatssteun

    (126)

    Anonieme onderneming 1 benadrukt in de eerste plaats dat de PVC-sector zich in een crisis bevindt en dat de belangrijkste spelers in deze sector aan een sterke economische en financiële druk onderhevig zijn. De Europese marktspelers moeten bereid zijn tot zware investeringen ingevolge het regelgevende kader in een context die sinds 2007 wordt gekenmerkt door lagere marges, een lagere Europese vraag naar PVC, sterk dalende prijzen, hoge energiekosten, overcapaciteitsproblemen en ten slotte een slechte conjunctuur in de bouwsector.

    (127)

    In dit verband is het van belang om eerlijke concurrentievoorwaarden te handhaven. Een steunmaatregel ten behoeve van Kem One wordt beschouwd als een potentiële bron van ernstige marktverstoringen.

    (128)

    Volgens de Franse autoriteiten zou de markt, zonder steunmaatregelen ten gunste van Kem One, worden gekenmerkt door een hecht oligopolie. Anonieme onderneming 1 is het niet eens met dit standpunt. Ze wijst erop dat de Commissie in haar besluit Ineos/Solvay/JV niet heeft geconcludeerd dat de markt door een dergelijke situatie werd gekenmerkt. De Commissie verwees toen naar elf ondernemingen die S-PVC produceren of invoeren.

    (129)

    Voorts merkt anonieme onderneming 1 op dat de toekenning van steun aan de derde speler van de sector de nodige aanpassingen en verbeteringen op de markt slechts zou vertragen en de financiële moeilijkheden van de andere spelers zou verergeren. Volgens anonieme onderneming 1 kan zelfs worden aangevoerd dat overeenkomstig punt 8 van de richtsnoeren van 2004 geen steun mag worden verleend omdat de markt te kampen heeft met structurele overcapaciteit.

    (130)

    Anonieme onderneming 1 uit eveneens twijfels over het uitzicht op herstel van de winstgevendheid van Kem One. Zij merkt op dat de Commissie reeds naar aanleiding van haar besluit Ineos/Solvay/JV had vastgesteld dat Kem One zelfs na haar overname door Klesch niet in staat is haar economische levensvatbaarheid te herstellen.

    (131)

    De in het inleidingsbesluit aangekondigde maatregelen van het herstructureringsplan zijn niet voldoende duidelijk, met name wat betreft de nieuwe ondernemingsstrategie van Kem One, de conversie van de elektrolyse-eenheden en de geloofwaardigheid van de toekomstige contracten van de onderneming. Het lijkt er overigens op dat de herstructureringsperiode meer bedraagt dan vijf jaar (de door de Commissie in haar eerdere besluiten als acceptabel beschouwde duur).

    (132)

    Bovendien is de termijn voor de investeringen die nodig zijn voor de modernisering van de elektrolyseapparatuur onzeker (2016 of 2017). Op grond van de Europese regelgeving zijn Europese marktspelers verplicht de kwiktechnologie vóór eind 2017 te converteren. Als Frankrijk het Kem One mogelijk maakte te wachten met de nodige investeringen, zou dit een preferentiële behandeling zijn die een financieel voordeel kan inhouden en dus staatssteun kan vormen.

    (133)

    Tot slot hangt de invoering van herstructureringsmaatregelen af van externe factoren waarover de onderneming geen controle heeft. Dit is met name het geval voor de banklening voor een bedrag tussen 60 en 70 miljoen EUR in 2016.

    5.1.2.2.   Bedrag van de staatssteun

    (134)

    Met betrekking tot het steunbedrag benadrukt anonieme onderneming 1 dat dit beduidend hoger ligt dan het door Frankrijk toegewezen bedrag. Bepaalde maatregelen kunnen in hun geheel als staatssteun worden beschouwd, zoals de rechtstreekse subsidie van 15 miljoen EUR of de terugbetaalbare voorschotten van 80 miljoen EUR voor de modernisering van de productieapparatuur. Een particuliere investeerder zou zijn investeringsbesluit namelijk in geen geval afhankelijk stellen van voorwaarden zoals de handhaving van de activiteit en het behoud van personeel van de site van Lavéra. Bovendien is het louter hypothetische karakter van de particuliere banklening niet toereikend om de bereidheid van een particuliere investeerder aan te tonen om een lening tegen dezelfde voorwaarden toe te kennen.

    (135)

    Met betrekking tot de FDES-lening van 30 miljoen EUR kan bij gebrek aan een nauwkeurige lijst van de activa en apparatuur waarvoor een zekerheid was gesteld, en bij gebrek aan een waardering van de marktwaarde ervan, niet worden geconcludeerd dat de zekerheidstelling „hoog” is. Volgens anonieme onderneming 1 kan de zekerheidstelling hooguit als normaal worden beschouwd en moet het basispercentage van 0,53 % overeenkomstig de mededeling over de referentiepercentages van 2008 dan ook worden verhoogd met ten minste 6,00 %. Dit zou het in de FDES-lening als steun aangemerkte bedrag aanzienlijk verhogen.

    (136)

    Anonieme onderneming 1 noemt tot slot de kwijtschelding van fiscale schulden en sociale bijdragen voor een bedrag van […] EUR. Volgens anonieme onderneming 1 kunnen deze schuldkwijtscheldingen door de overheid slechts worden gelijkgesteld met de door particuliere schuldeisers verleende kwijtscheldingen voor zover ze het gemiddelde niveau niet overschrijden. Aangezien dit gemiddelde bedrag 70 % bedraagt, dient het bedrag van […] EUR dat boven dit gemiddelde uitkomt, als staatssteun te worden beschouwd.

    (137)

    Daarnaast benadrukt anonieme onderneming 1 het potentiële steunkarakter van de uitgestelde betaling van de Seveso-zekerheid. De Klesch-groep blijkt een overdracht binnen de groep voor een bedrag van 10-19 miljoen EUR ten gunste van Kem One te hebben verricht in verband met de Seveso-zekerheid. De Franse autoriteiten hebben verklaard dat het volgestorte en overgedragen bedrag van de Seveso-zekerheid geleidelijk moest worden bestemd voor het opnieuw stellen van de financiële Seveso-zekerheid door Kem One. Aangezien financiële zekerheden een persoonsgebonden karakter hebben, is in het Franse milieuwetboek bepaald dat, in geval van verandering van exploitant van een site, de nieuwe exploitant binnen een maand een verklaring ten overstaan van de bevoegde prefect moet afleggen. De Commissie zou een bevestiging van de Franse autoriteiten moeten verlangen dat dit overgedragen bedrag daadwerkelijk zal worden gebruikt om de Seveso-zekerheid opnieuw te stellen, en dat de uitgestelde betaling van de zekerheid geen preferentiële behandeling door de prefect ten gunste van Kem One vormt, waarmee staatssteun gemoeid kan zijn.

    (138)

    Bovendien is het bestaan van mogelijke door EDF aan Kem One verleende kortingen op haar nieuwe elektriciteitscontracten volgens anonieme onderneming 1 een bekend feit op de markt. Mocht dit zo zijn, dan zou er geen twijfel bestaan over het feit dat deze preferentiële behandeling toerekenbaar is aan de Franse Staat, aangezien deze laatste de raad van bestuur van EDF controleert en meer dan tweederde van haar kapitaal in handen heeft.

    (139)

    Anonieme onderneming 1 uit ook twijfels over de beperking van de steun tot het noodzakelijke minimum, met name voor het investeringsproject SAM. Het bedrag van 95 miljoen EUR dat is verleend in de vorm van een rechtstreekse subsidie en terugbetaalbare voorschotten, dient namelijk ter financiering van een investering waartoe de onderneming overeenkomstig de geldende wetgeving hoe dan ook verplicht is. Het kan zijn dat de steun voor dit conversieproject niet langer een stimulerend effect heeft voor Kem One, aangezien de onderneming slechts in overeenstemming met haar wettelijke verplichtingen zou handelen. Zo bestaan er ernstige twijfels over het feit dat het project SAM daadwerkelijk een essentiële investering is voor het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One.

    (140)

    De eigen middelen van Kem One worden grotendeels gevormd door de kwijtscheldingen van schulden door haar particuliere schuldeisers. Op deze basis zou de eigen bijdrage van Kem One niet eens de helft van het door Frankrijk berekende steunbedrag bereiken, een bedrag dat, zoals reeds uitgelegd, beduidend lager zou liggen dan het daadwerkelijke in aanmerking te nemen steunbedrag.

    (141)

    Bovendien kunnen de particuliere kwijtscheldingen niet worden beschouwd als een eigen bijdrage, aangezien zij Kem One geen extra middelen verschaffen om haar herstructureringskosten te dekken.

    (142)

    Het andere deel van de eigen bijdrage van Kem One wordt gevormd door de banklening voor een bedrag tussen 60 en 70 miljoen EUR Anonieme onderneming 1 heeft echter reeds gewezen op het hypothetische karakter van deze lening.

    5.1.2.3.   Compenserende maatregelen

    (143)

    Tot slot benadrukt anonieme onderneming 1 de noodzaak van compenserende maatregelen om de gevolgen van de steun te neutraliseren. Zij is het niet eens met het standpunt van de Franse autoriteiten dat de compenserende maatregelen de levensvatbaarheid van Kem One in gevaar zouden brengen en dat de gevolgen van de steun voor de concurrentiestructuur beperkt of zelfs gunstig zouden zijn voor de concurrentie op de markt.

    (144)

    Anonieme onderneming 1 wijst met name op punt 40 van de richtsnoeren van 2004 waarin is bepaald dat de compenserende maatregelen in het bijzonder nodig zijn op markten waarop de begunstigde onderneming na de herstructurering een significante marktpositie zal behalen. Anonieme onderneming 1 schat het marktaandeel van Kem One op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa op 20 %.

    (145)

    Anonieme onderneming 1 is het niet eens met het standpunt van de Franse autoriteiten dat de betrokken maatregelen ook noodzakelijk zijn om een competitieve structuur op de markt te handhaven. Als gevolg van de in het besluit Ineos/Solvay/JV vastgestelde corrigerende maatregelen zullen op de markt namelijk nieuwe spelers opduiken, ongeacht de situatie van Kem One. Bovendien is niet aangetoond dat de handhaving van de productiecapaciteit van Kem One een noodzakelijke voorwaarde voor haar economisch herstel is. De betrokken maatregelen dreigen het overcapaciteitsprobleem op de markt te verergeren.

    (146)

    Met betrekking tot de mogelijke compenserende maatregelen brengt anonieme onderneming 1 meerdere voorstellen naar voren:

    vermindering van de capaciteit van Kem One van 200 tot 300 kiloton. Als deze vermindering gevolgen zou hebben voor de site van Lavéra, dan zou dit een overeenkomstige vermindering van de VCM-capaciteit van de site vereisen.

    vermindering van de productie van Kem One (als de onderneming dankzij de staatssteun artificieel een zekere marginale productie kan handhaven).

    andere maatregelen: een minderheidsdeelneming verkopen, bepaalde samenwerkingsovereenkomsten opzeggen, zich ertoe verbinden de productie van Kem One gedurende een beperkte periode niet te diversifiëren, de betaling van de herstructureringssteun verdelen in meerdere tranches die afhankelijk worden gesteld van de daadwerkelijke uitvoering van de geplande maatregelen volgens een nauwkeurig tijdschema.

    5.1.3.   Opmerkingen van Arkema

    (147)

    Arkema merkt met betrekking tot punt 13 van het inleidingsbesluit op dat haar vinylactiviteiten naar aanleiding van de verkoop aan de Klesch-groep wel degelijk zijn overgedragen aan twee dochterondernemingen. Naar aanleiding van die overdracht is een eerste aanpassing van de structuurkosten van beide verkochte entiteiten verricht. Arkema geeft aan dat zij tussen 2005 en 2010 een plan voor de herstructurering van haar bedrijfsonderdeel voor vinyl heeft uitgevoerd. Arkema merkt op dat de financiële moeilijkheden van Kem One in 2013 kunnen worden verklaard door uitzonderlijke gebeurtenissen, zoals de ommekeer in de economische conjunctuur in het tweede halfjaar 2012 of de onderbreking van de levering van ethyleen als gevolg van een incident op de site van Lavéra.

    (148)

    Met betrekking tot punt 14 van het inleidingsbesluit preciseert Arkema dat de diensten- en dienstverleningscontracten tussen Arkema en Kem One tot stand zijn gekomen op verzoek van Kem One, om haar activiteiten normaal voort te kunnen zetten na de filialisering.

    (149)

    In punt 126 van het inleidingsbesluit geeft de Commissie aan dat de schuldkwijtscheldingen door de particuliere partners niet in aanmerking dienen te worden genomen in de particuliere bijdragen. In dit verband preciseert Arkema dat zij, parallel met haar schuldkwijtschelding, een geconsolideerde inbreng van 40,5 miljoen EUR heeft verricht, wat wel degelijk een daadwerkelijke financiële stroom is en blijk geeft van haar vertrouwen in de levensvatbaarheid van het herstelplan van Kem One. Volgens Arkema is er geen reden om de schuldkwijtschelding anders te bekijken. De door Arkema verleende schuldkwijtschelding van 95,6 miljoen EUR had tot doel bij te dragen tot een balansstructuur van Kem One die haar, te gelegener tijd, in staat zou stellen de nodige leningen tegen aanvaardbare voorwaarden aan te gaan.

    (150)

    Arkema herinnert eraan dat zij een deel van de aan de voortzetting van de activiteit van Kem One verbonden risico's draagt. Arkema heeft er bijvoorbeeld voor gekozen de leveringsstromen van producten en bijproducten door Kem One te behouden, terwijl die hadden kunnen worden herverdeeld over andere leveranciers.

    5.1.4.   Opmerkingen van Vestolit

    (151)

    Volgens Vestolit zullen de maatregelen van de Franse Staat ten gunste van Kem One de concurrentiepositie van de markt voor PVC in Europa negatief beïnvloeden. Vestolit vestigt de aandacht van de Commissie erop dat de markt te kampen heeft met overcapaciteit en dat volgens meerdere onafhankelijke studies een stagnering van de vraag te verwachten valt.

    (152)

    Deze maatregelen zullen met name ondernemingen die hun activa op eigen kracht hebben gemoderniseerd (met eigen middelen) in moeilijkheden brengen. Dankzij de steun zal Kem One namelijk economisch niet-levensvatbare en verouderde activa kunnen behouden.

    (153)

    Tot slot onderstreept Vestolit dat Kem One op de markt geen leningen tegen dezelfde voorwaarden had kunnen verkrijgen.

    (154)

    Vestolit verzoekt de Commissie dan ook de instelling van compenserende maatregelen in overweging te nemen.

    5.1.5.   Opmerkingen van de ECVM

    (155)

    De European Council of Vinyl Manufacturers (ECVM) vertegenwoordigt de belangen van de Europese producenten van PVC-hars. Zijn vijf leden nemen ongeveer 70 % van het in de Unie en Noorwegen geproduceerde PVC voor hun rekening. De ECVM is mede-oprichter van het programma VinylPlus, dat bestaat in een vrijwillige verbintenis met betrekking tot duurzame ontwikkeling, en in 2011 in het leven is geroepen voor een periode van tien jaar.

    (156)

    In 2012 heeft Kem One eenzijdig besloten uit de EVCM te stappen en niet langer bij te dragen aan het programma VinylPlus. Volgens de ECVM profiteert Kem One van de inspanningen en de financiële bijdragen van andere PVC-producenten aan het programma VinylPlus zonder er de financiële last van te dragen. Deze situatie ligt ten grondslag aan een oneerlijk concurrentievoordeel voor een onderneming die eveneens staatssteun ontvangt. De ECVM verzoekt dan ook een compenserende maatregel in te voeren die erin bestaat dat Kem One wordt verplicht bij te dragen aan VinylPlus.

    5.1.6.   Opmerkingen van anonieme onderneming 2

    (157)

    De Commissie merkt eerst en vooral op dat de opmerkingen van anonieme onderneming 2 zijn toegezonden na de uiterste datum voor de indiening van de opmerkingen van derden.

    (158)

    In de eerste plaats beweert anonieme onderneming 2 dat de betrokken maatregelen een aanzienlijk concurrentievoordeel aan Kem One verschaffen. Volgens haar is de conversie van de kwiktechnologie in de huidige marktsituatie niet rendabel voor haar concurrenten. Bijgevolg zullen alleen ondernemingen die staatssteun ontvangen, een dergelijke investering kunnen ondernemen. Dit wordt verklaard door het feit dat het verschil tussen de kosten voor de productie van ethyleendichloride (EDC) door chlorering en de kosten voor de aankoop ervan niet van dien aard is dat het een zware investering voor de productie van voor chlorering bestemd chloor rechtvaardigt. Rechtstreeks geproduceerd EDC is echter minder duur, zodat Kem One dankzij de staatssteun een aanzienlijk voordeel ten opzichte van haar concurrenten geniet.

    (159)

    Anonieme onderneming 2 onderstreept in de tweede plaats dat de markt wordt gekenmerkt door een groot overaanbod, dat zij op 1 miljoen ton per jaar schat. In deze context, die nog moeilijker wordt gemaakt door de prognoses die wijzen op een stagnerende of zelfs dalende vraag, is het rendement op investeringen zeer onzeker.

    (160)

    Anonieme onderneming 2 is het niet eens met de Franse autoriteiten wat betreft het contrafeitelijke scenario zonder steun. Ze preciseert dat, aangezien het commerciële beleid van Kem One grotendeels op het zuiden van Europa is gericht, er geen risico bestaat dat het verdwijnen van deze onderneming de beschikbare capaciteit aanzienlijk zou beïnvloeden in het nadeel van de consumenten van S-PVC in het noorden van Europa. Anonieme onderneming 2 is van mening dat, als Kem One haar kwiktechnologie niet zou converteren, ze haar afnemers nog steeds zou kunnen bevoorraden vanaf haar reeds geconverteerde industriële site.

    (161)

    Aangezien de markt wordt gekenmerkt door een overaanbod, zullen de concurrenten van Kem One bovendien geen moeilijkheden ondervinden om haar afnemers te bevoorraden ingeval zij haar commerciële aanwezigheid zou beperken.

    (162)

    Anonieme onderneming 2 suggereert een vermindering van de capaciteit of de commerciële aanwezigheid van Kem One als compenserende maatregelen op te leggen.

    (163)

    Tot slot meent anonieme onderneming 2 met betrekking tot de levensvatbaarheid van het herstructureringsplan dat de reeds eerder aangehaalde context van een overaanbod, in combinatie met een stagnerende vraag, een geleidelijke verhoging van de prijs voor PVC, zoals overwogen in punt 52 van het inleidingsbesluit, onmogelijk maakt.

    5.2.   OPMERKINGEN VAN DE FRANSE AUTORITEITEN

    (164)

    Bij brief van 25 februari 2015 hebben de Franse autoriteiten geantwoord op de opmerkingen van derden.

    (165)

    Om te beginnen formuleren de Franse autoriteiten een aantal algemene opmerkingen met betrekking tot de opmerkingen van Ineos en anonieme onderneming 1.

    De Franse autoriteiten benadrukken dat de citaten uit het inleidingsbesluit feitelijke fouten bevatten, evenals ongegronde beweringen over, bijvoorbeeld, vermeende door EDF toegekende verlagingen („discounts”) of verkapte staatssteun.

    De Franse autoriteiten zijn verbaasd dat de door beide ondernemingen in het kader van deze procedure geformuleerde opmerkingen aanzienlijk afwijken van de opmerkingen van Ineos en Solvay als antwoord op de mededeling van bezwaren in het kader van de zaak Ineos/Solvay/JV. Deze ondernemingen hielden vol dat „despite [its financial difficulties], Kem One was a strong competitor in the market” (Kem One ondanks [haar financiële moeilijkheden] een stevige concurrent op de markt was), en dat „Kem One's production problems have been resolved” („de productieproblemen van Kem One zijn opgelost”). In verband met het investeringsproject van Kem One voor de conversie van de kwiktechnologie schreven Ineos en Solvay het volgende: „this investment will give Kem One the ability to produce sufficient chlorine in its fully owned integrated membrane plant to operate its S-PVC plant at full capacity.” („dankzij deze investering zal Kem One voldoende chloor kunnen produceren in haar volledig geïntegreerde membraaneenheid om haar productie-eenheid van S-PVC op volle capaciteit te exploiteren”).

    Tot slot herinneren de Franse autoriteiten eraan dat Ineos en Solvay zijn gedwongen zich ertoe te verbinden verticaal geïntegreerde PVC-productie-eenheden, inclusief productieactiva in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, af te stoten (hierna „Newco” genoemd).

    Al deze activa worden geacht een autonoom en levensvatbaar geheel te vormen, dat een concurrentiedruk kan uitoefenen die vergelijkbaar is met die welke Solvay op Ineos uitoefende vóór de fusie. De positieve beoordelingselementen in het besluit Ineos/Solvay/JV betreffende al deze activa kunnen tegenstrijdig lijken met de twijfels van Ineos en anonieme onderneming 1 over het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One. Beide entiteiten (Newco en Kem One) zouden namelijk vergelijkbare omzetcijfers moeten hebben, hoewel de activiteit van Newco uitsluitend gericht is op S-PVC en soda, waarvoor de marges lager uitvallen dan die van andere derivaten in de portefeuille van Kem One.

    Deze elementen zijn in tegenspraak met de opmerkingen van Ineos volgens welke, in de huidige marktomstandigheden, die zouden worden gekenmerkt door een hoge overcapaciteit en een zwakke vraag van de afnemers, het herstructureringsplan van Kem One een herstel van de levensvatbaarheid niet mogelijk zou maken.

    (166)

    Samengevat zijn de Franse autoriteiten van oordeel dat de opmerkingen van Ineos en anonieme onderneming 1 vertekend zijn, feitelijke fouten bevatten en zijn ingegeven door opportunistische overwegingen.

    (167)

    De door Ineos en anonieme onderneming 1 verlangde compenserende maatregelen kunnen het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One in het gedrang brengen en ervoor zorgen dat ze van de markt verdwijnt, een situatie waar Ineos en anonieme onderneming 1 onbetwistbaar baat bij kunnen hebben doordat hun marktpositie wordt versterkt ten nadele van de concurrentie-intensiteit op de verschillende markten voor PVC.

    (168)

    Tot slot benadrukken de Franse autoriteiten dat er in de periode 2003-2007 veel gevallen van conversie van elektrolyse-installaties van kwiktechnologie op membraantechnologie zijn geweest waarvoor door de Commissie goedgekeurde staatssteun is verleend. Zo hebben Ineos en Solvay dergelijke steun ontvangen voor een bedrag van respectievelijk 57,2 miljoen EUR voor de modernisering van de sites van Runcorn en 36 miljoen EUR voor de modernisering van de sites van Rosignano en Bussi. Voor zover de Franse autoriteiten bekend is, is deze steun zonder enige compenserende maatregel verleend.

    (169)

    De Franse autoriteiten spreken vervolgens uit over de kwalificatie van de maatregelen en de verenigbaarheid van de maatregelen met de interne markt.

    5.2.1.1.   Kwalificatie van de maatregelen

    (170)

    FDES-lening De Franse autoriteiten onderstrepen in de eerste plaats dat zij reeds hebben aangetoond dat de Staat over een sterke garantie beschikt, en dat de effectieve rentevoet van 3,5 % dus overeenkomt met een markttarief. Mocht het bestaan van steun worden aangetoond, dan dient deze niet te worden berekend als het verschil tussen deze effectieve rentevoet en een referentierentevoet.

    (171)

    Met betrekking tot de waarde van de zekerheden, die door de derden ter discussie wordt gesteld, herbevestigen de Franse autoriteiten dat de nettoboekwaarde daarvan gelijk is aan de marktwaarde. Ter bevestiging daarvan hebben ze verslagen van onafhankelijke deskundigen verstrekt, die met name zijn opgesteld op het ogenblik van de gedeeltelijke inbreng van activa door Arkema in Kem One in juli 2012. Bovendien is de waarde van deze inbreng gevalideerd door een accountant. Zelfs als de waarde van deze activa zou zijn verminderd als gevolg van de financiële moeilijkheden van Kem One, benadrukken de Franse autoriteiten dat deze activa op [130-140] miljoen EUR zijn geschat, terwijl de waarde van de FDES-lening slechts 30 miljoen EUR bedraagt: de waarde van de zekerheden zal de waarde van de lening dus altijd ruim dekken.

    (172)

    Met betrekking tot de voorwaarden voor de terugbetaling van de lening preciseren de Franse autoriteiten dat het passende terugbetalingspercentage moet worden berekend op basis van het risico op insolvabiliteit van de begunstigde onderneming en de kwaliteit van de gestelde zekerheden. Overeenkomstig de mededeling over de referentiepercentages van 2008 kan voor de berekening van een referentiepercentage worden uitgegaan van een basispercentage van 0,53 %, vermeerderd met 400 basispunten, d.w.z. 4,53 % en niet 6,53 % zoals vermeld door anonieme onderneming 1. Het referentiepercentage is echter slechts een indicator en het geringe risico op insolvabiliteit van Kem One, evenals uiterst hoge zekerheidsniveau rechtvaardigen een percentage van 3,5 %.

    (173)

    Zoals de Commissie in het inleidingsbesluit aangeeft, wordt het herstructureringsplan van Kem One ten slotte ook gefinancierd door [particuliere investeerder 2] voor een bedrag van [55-65] miljoen EUR.

    (174)

    Terugbetaalbare voorschotten. De Franse autoriteiten wijzen erop dat ze nooit hebben beweerd dat deze voorschotten geen steunelement bevatten. Ze zijn evenwel van mening dat deze voorschotten moeten worden geanalyseerd als een door Kem One terug te betalen lening. Het is dus wel degelijk het verschil tussen de percentages dat het steunelement kan vormen, en niet het totaalbedrag van de voorschotten. Bijgevolg is het niet het totale bedrag van de terugbetaalbare voorschotten dat een steunelement kan vormen, in tegenstenstelling tot wat Ineos en anonieme onderneming 1 beweren, maar wel het subsidie-equivalent, dat in totaal op 29,4 miljoen EUR wordt geschat (inclusief het subsidiebedrag van 15 miljoen EUR).

    (175)

    Met betrekking tot de financiering van het project SAM geven de Franse autoriteiten aan dat dit een belangrijk onderdeel van het herstructureringsplan is en dat de financieringsmaatregelen derhalve deel uitmaken van het door de handelsrechtbank van Lyon goedgekeurde herstructureringsplan. Ze moeten worden geanalyseerd in het licht van de richtsnoeren van 2004, net als de andere maatregelen in het kader van het herstructureringsplan.

    (176)

    Kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden. De Franse autoriteiten herinneren eraan dat het besluit van de CCSF om af te zien van dergelijke kwijtscheldbare schulden ter hoogte van […] % geen steunelementen kan bevatten, aangezien het kwijtscheldingspercentage overeenkomt met het gemiddelde kwijtscheldingspercentage van de particuliere schuldeisers met het oog op het herstel van de onderneming (bepaalde schuldeisers hebben in het kader van het door de handelsrechtbank van Lyon goedgekeurde plan tot herstel door middel van voortzetting namelijk geaccepteerd al hun schulden kwijt te schelden, zodat het gemiddelde kwijtscheldingspercentage van de schuldeisers […] % bedraagt.

    (177)

    Elektriciteitstarieven van EDF. De Franse autoriteiten onderstrepen dat de argumentering van derden met betrekking tot het bestaan van „discounts” berust op een onjuist citaat uit het inleidingsbesluit — waarin geenszins sprake is van dergelijke kortingen — en op een door anonieme onderneming 1 gemeld marktgerucht. „It is indeed well known in the market that Kem One has been granted price reductions by EDF for its new electricity contracts.” („Het is op de markt namelijk algemeen bekend dat EDF aan Kem One prijsverlagingen voor haar nieuwe elektriciteitscontracten heeft toegekend”).

    (178)

    De Franse autoriteiten benadrukken dat Kem One geen enkele korting kreeg toegekend door EDF.

    5.2.1.2.   Verenigbaarheid van de maatregelen met de interne markt

    (179)

    Herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn. De Franse autoriteiten onderstrepen dat de maatregelen voor industriële herstructurering adequaat inspelen op de diverse factoren die ten grondslag liggen aan de financiële moeilijkheden van Kem One en zo het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming op lange termijn mogelijk zullen maken.

    (180)

    Terwijl Ineos argumenteert dat het probleem van structurele overcapaciteit van Kem One slechts een oplossing kan vinden in een concurrentieomgeving die eveneens gekenmerkt wordt door overcapaciteit en ongunstige prognoses wat de vraag betreft, wijzen de Franse autoriteiten er in de eerste plaats op dat de nominale overcapaciteit op de markt voor S-PVC in West-Europa moet worden gerelativeerd. Gezien de onvermijdelijke onregelmatigheid van de productie (seizoensgebondenheid van de verkoop, lange stilleggingen van de productie) moet de praktische capaciteit namelijk met 10 % worden verminderd. Volgens de Franse autoriteiten bedraagt de reële overcapaciteit van de totale markt slechts 14 %.

    (181)

    Het begrip overcapaciteit zoals gedefinieerd door Ineos komt niet overeen met dat van de vrije capaciteiten, maar wel met de som van de vrije capaciteiten (waarbij de noodzaak van een reserve van 8 % buiten beschouwing wordt gelaten) en de buiten Europa verkochte hoeveelheden.

    (182)

    Deze definitie veronderstelt zowel dat de installaties constant draaien op 100 % van hun technische capaciteit en dat de Europese markt de enige rendabele afzetmarkt is (wat wordt weerlegd door de toename van de uitvoer), en maakt abstractie van de geografische realiteit (die wordt gekenmerkt door zeer verspreide Europese sites).

    (183)

    Kem One schat de beschikbare capaciteit op de markt voor PVC in Noord-West-Europa op […] kt en de maximale productie op […] kt (-[5-15] % voor seizoensgebonden effecten en onderhoud) Het exploitatieniveau op de markt voor S-PVC bedraagt derhalve [85-95] % van het realistische maximum en [80-90] % van de operationele capaciteit. Voor PVC-pasta (of E-PVC) zijn de overeenkomstige cijfers ongeveer dezelfde, namelijk [85-95] % van het realistische maximum en [80-90] % van de operationele capaciteit.

    (184)

    Uit de reële cijfers blijkt dus dat de situatie van de markt voor PVC en die van Kem One beter is dan Ineos in haar opmerkingen beschrijft.

    (185)

    Ten tweede zijn de beweringen van Ineos en anonieme onderneming 1 volgens welke de productiesites van Kem One met een overcapaciteit van 40 % te kampen zouden hebben, volgens de Franse autoriteiten volledig ongegrond. Ineos licht haar berekeningsmethode namelijk niet toe. Ook al zijn de productievolumes van de activa van Kem One in de periode 2011-2013 gedaald als gevolg van technische incidenten, bedraagt de gemiddelde benuttingsgraad voor S-PVC volgens de Franse autoriteiten [70-80] % over een periode van vijf jaar.

    (186)

    In tegenstelling tot wat Ineos en anonieme onderneming 1 beweren, houden de moeilijkheden van Kem One dus geen verband met te zwakke productieniveaus. In werkelijkheid heeft de faillissementsaanvraag van Kem One eind maart 2013 hoofdzakelijk te maken met een opeenhoping van moeilijkheden van structurele aard (hoge kosten voor toegang tot grondstoffen, onvoldoende concurrerend productieapparaat voor chloor en soda in Lavéra) en van conjuncturele aard (langdurige reglementair voorgeschreven stillegging en technisch probleem met de levering van ethyleen).

    (187)

    Om efficiënt in te spelen op deze diverse belemmeringen voorziet het herstructureringsplan in het volgende:

    aanzienlijke investeringen met het oog op de conversie van de elektrolyse-installaties van de site van Lavéra en boringen in de zoutmijn van Vauvert;

    het opnieuw onderhandelen over de belangrijkste contracten van Kem One voor de levering van essentiële grondstoffen;

    een interne herstructurering die vergezeld gaat van een prestatie- en productiviteitsplan;

    en tot slot een herziening van het commerciële beleid.

    (188)

    Als het basisscenario een succes is, zal Kem One dankzij het herstructureringsplan vanaf 2017 een brutomarge van [25-35] % van het omzetcijfer en vanaf 2018 een EBITDA van [5-15] % kunnen bereiken, wat in overeenstemming is met de gemiddelde winstgevendheid in de sector chemische faciliteiten. Voorts berusten de hypothesen in het herstructureringsplan en het bedrijfsplan op een relatieve stabiliteit van het omzetcijfer (en niet noodzakelijk op een scenario van een aanzienlijke verhoging van de verkoop van S-PVC) en op productieprognoses die de in de buurt komen van de door de historisch genoteerde niveaus van de onderneming.

    (189)

    Hoe dan ook kan uit de gegevens van FIDES (statistieken voor de sector S-PVC) worden opgemaakt dat het marktaandeel van Kem One op de markt voor S-PVC in West-Europa in 2014 [10-20] % bedraagt, wat ongeveer overeenkomt met dat van 2011 en 2012, en een stijging ten opzichte van 2013 betekent ([10-20] %). Bovendien noteert Kem One sinds zes maanden een stijging van haar verkoop en haar marges bij de uitvoer naar de Turkse markt, waar Kem One, gelet op de aanzienlijke daling van de euro ten opzichte van de dollar en de daling van de olieprijs, op het juiste moment marktaandelen van Noord-Amerikaanse producenten denkt te hebben afgesnoept.

    (190)

    De Franse autoriteiten merken eveneens op dat de beweringen van Ineos dat Kem One een slechte reputatie zou hebben bij de consumenten op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa, in tegenspraak zijn met de elders verdedigde standpunten ter rechtvaardiging van de vaststelling van compenserende maatregelen, met name: „Kem One is a significant player in the S-PVC market” („Kem One is een belangrijke speler op de markt voor S-PVS”).

    (191)

    De Franse autoriteiten zijn overigens van mening dat het onderdeel van het herstructureringsplan betreffende de heroriëntering van het commerciële beleid van Kem One naar andere markten dan S-PVC op voorzichtige en realistische hypothesen berust en een minder belangrijk onderdeel is dan het industriële onderdeel van het plan.

    (192)

    Volgens de Franse autoriteiten is de onderneming zich ten volle bewust van het feit dat de belangrijkste margeverhogingen niet op basis van het commerciële beleid zullen worden gerealiseerd, maar wel door het opnieuw onderhandelen over de contracten voor de toegang tot grondstoffen en platformen, of nog door de modernisering van de infrastructuur.

    (193)

    Voorkoming van buitensporige vervalsing van de mededinging De Franse autoriteiten maakt haar opmerkingen over de volgende punten kenbaar:

    de structurele overcapaciteit van de markt voor S-PVC;

    de omvang van de marktaandelen van Kem One op de markt voor S-PVC;

    de geloofwaardigheid van het contrafeitelijke scenario;

    de disproportionele door de belanghebbenden voorgestelde compenserende maatregelen.

    (194)

    Hoewel het bestaan van een structurele overcapaciteit niet kan worden ontkend, moet de door Ineos aangevoerde overcapaciteit volgens de Franse autoriteiten in meerdere opzichten worden genuanceerd. In de eerste plaats variëren de onbenutte capaciteiten van de producenten doorgaans tussen 8 en 10 % om rekening te houden met de onregelmatige verdeling van vraag en aanbod. Voorts verschilt de marktsituatie, zoals de Commissie in haar besluit Ineos/Solvay/JV opmerkt, aanzienlijk naargelang van het geografische gebied. Op de markt voor S-PVC hebben de kosten voor transport en logistiek een aanzienlijke invloed op de regionale afbakening van de geografische markt. Zowel de prijzen als de marges verschillen naargelang van de regio.

    (195)

    Volgens de Franse autoriteiten is de positie van Kem One op de belangrijkste markten waarop zij aanwezig is, veel zwakker dan die van Ineos en Solvay. Zij herinneren er in dit verband aan dat de Commissie in haar besluit Ineos/Solvay/JV het volgende opmerkte: „Ineos is the largest supplier of commodity S-PVC in NWE with merchant market shares in 2012 of [30-40] %” (Ineos is de grootste leverancier van commodity-S-PVC in de regio Noord-West-Europa, met marktaandelen van [30-40] % in 2012) en „Solvay is the second largest player in the NWE market for commodity S-PVC” (Solvay is de op één na grootste speler op de markt voor commodity-S-PVC in Noord-West-Europa). Met betrekking tot Kem One merkte de Commissie het volgende op: „Kem One is currently the number five player by sales volume and number three by capacity in NWE ([5-10]* % and [10-20]* % market shares, respectively)” (Kem One is momenteel de vijfde speler in termen van verkoopvolume en de derde speler in termen van capaciteit in de regio Noord-West-Europa (respectievelijk [5-10]* % en [10-20]* % van de marktaandelen)). Bovendien zijn Ineos en Solvay in tegenstelling tot Kem One de enige twee ondernemingen die een activiteit uitoefenen die zo sterk op de Noord-West-Europese markt is gericht.

    (196)

    Ineos en autonome onderneming 1 stellen de geloofwaardigheid van het door de Franse autoriteiten voorgestelde contrafeitelijke scenario ter discussie, volgens hetwelk de vermindering van de productiecapaciteit van Kem One op de markt voor PVC zou leiden tot een vermindering van de concurrentiedruk op de andere marktspelers. De Franse autoriteiten benadrukken evenwel dat de markt voor S-PVC wel degelijk de kenmerken van een oligopolistische markt vertoont, zoals de Commissie in haar besluit Ineos/Solvay/JV opmerkt. De Franse autoriteiten onderstrepen dat, in tegenstelling tot wat de derden aanvoeren, Ineos, Solvay en Kem One momenteel de enige marktspelers met beschikbare productiecapaciteiten in de regio Noord-West-Europa zijn. De Franse autoriteiten zijn dan ook van mening dat het opleggen van compenserende maatregelen niet alleen het daadwerkelijke herstel van de levensvatbaarheid van Kem One in gevaar zou brengen, maar ook van invloed zou zijn op de concurrentiestructuur van de markt in het nadeel van de afnemers.

    (197)

    Volgens de Franse autoriteiten zijn de door de belanghebbenden voorgestelde compenserende maatregelen disproportioneel. In de eerste plaats lijken ze hen onverenigbaar met het betrokken herstructureringsplan. Om Kem One in bedrijf te houden en het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn mogelijk te maken moest volgens de Franse autoriteiten een verticaal geïntegreerde productieketen worden gehandhaafd die, zoals momenteel het geval is, een economisch evenwicht vertoont tussen de capaciteiten van beide upstream sites voor chloor en VCM enerzijds, en die van de vijf downstream sites voor de PVC-productie anderzijds. De sluiting van een site of een vermindering van de capaciteit van Kem One zou het industriële evenwicht van haar activiteiten in gevaar brengen. De Franse autoriteiten bevestigen daarentegen dat de uiteindelijk voorgestelde verbintenis om de nominale productiecapaciteit voor chloor en soda in Fos-sur-Mer en Lavéra gedurende een periode van […] niet te verhogen, een passende compenserende maatregel is. Deze verbintenis heeft enerzijds het voordeel dat de concurrentie-intensiteit op de markt voor PVC wordt gehandhaafd en dat er uitzicht is op een herstel van de levensvatbaarheid van Kem One, en anderzijds dat de banen die dankzij het herstructureringsplan konden worden behouden, veilig worden gesteld. Tot slot wijzen de Franse autoriteiten erop dat het besluit van Kem One om zich terug te trekken uit de ECVM, volkomen gerechtvaardigd was door redenen die te maken hebben met haar bestuur en haar operationele kosten, wat Kem One geenszins belet om een proactief milieubeleid te voeren.

    (198)

    Beperking van de steun tot het minimum door de eigen bijdrage. De Franse autoriteiten wijzen erop dat zij het bedrag van de particuliere bijdragen op 356,3 miljoen EUR hebben geschat, d.i. 68,6 % van alle bijdragen.

    (199)

    De Franse autoriteiten gaan in op de bezwaren van de belanghebbenden met betrekking tot de banklening [55-65] EUR, de kwijtschelding van de schulden door de particuliere partners en het noodzakelijke karakter van het project SAM.

    (200)

    Ze onderstrepen dat de opmerkingen van de derden over de banklening irrelevant zijn, aangezien ze het bedrag van die lening niet in de eigen bijdrage van de onderneming hebben opgenomen. De lening is geen element dat noodzakelijk wordt geacht om de financiering van de investeringen in verband met het project SAM mogelijk te maken. Zelfs als de banklening niet in aanmerking wordt genomen, is de eigen bijdrage van Kem One goed voor meer dan 50 % van de totale bijdragen voor de herstructurering van de onderneming.

    (201)

    De Franse autoriteiten herinneren eraan dat de Commissie in haar besluitvormingspraktijk reeds eerder de kwijtschelding van schulden in aanmerking heeft genomen bij de berekening van de bijdrage van de begunstigde. Bovendien is dit verplicht op grond van de nieuwe richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (16) (hierna „de nieuwe richtsnoeren” genoemd), die op 1 augustus 2014 in werking zijn getreden. Volgens de Franse autoriteiten heeft deze maatregel door de verbetering van de situatie van de eigen middelen — waardoor liquiditeiten kunnen worden vrijgemaakt die Kem One vervolgens aan haar herstructurering kan besteden — hetzelfde effect als een positieve financiële stroom. Evenals Arkema merken de Franse autoriteiten bovendien op dat de kwijtschelding van schulden een indicator is van het vertrouwen van de particuliere partners in de voortzetting van de activiteiten van de onderneming. Hoe dan ook, zelfs in de veronderstelling dat de kwijtschelding van de kredietvorderingen zou worden uitgesloten van de berekening van de eigen bijdrage, zou deze laatste nog steeds meer dan 50 % van de herstructureringskosten bedragen.

    (202)

    Volgens Vestolit zullen de betrokken steunmaatregelen het Kem One mogelijk maken niet-levensvatbare activa te handhaven, terwijl haar concurrenten waren gedwongen hun activa via hun eigen bijdrage te moderniseren. De Franse autoriteiten preciseren dat tal van concurrenten van Kem One reeds door de Commissie goedgekeurde staatssteun hebben ontvangen voor de tenuitvoerlegging van maatregelen voor technologische conversie zoals Kem One heeft ondernomen. Gelet op de zwakke investeringsopbrengsten van de betrokken conversieprojecten is deze situatie gerechtvaardigd. Ten aanzien van de bezwaren van anonieme onderneming 1, die preciseert dat Kem One krachtens Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (17) hoe dan ook verplicht zal zijn de werkzaamheden in het kader van het project SAM te ondernemen, antwoorden de Franse autoriteiten dat de investering reeds is vastgelegd en naar verwachting vóór eind 2016 zal worden gerealiseerd, d.w.z. een jaar vóór de bij genoemde richtlijn opgelegde datum. Het project SAM heeft overigens niet alleen betrekking op de kwikcelleninstallatie(s), maar ook op de modernisering van de diafragmacelleninstallatie van Lavéra, wat het belang ervan in het herstructureringsdossier bevestigt en de onderneming in staat stelt een evenwicht te behouden tussen haar productiecapaciteiten upstream (chloor) en downstream (vinyl), en tegelijk de kosten aanzienlijk te beperken.

    6.   BEOORDELING VAN DE STEUNMAATREGELEN

    (203)

    De Franse autoriteiten hebben de volgende drie maatregelen aangemeld: i) de FDES-lening (van 30 miljoen EUR), ii) een subsidie (van 15 miljoen EUR) en terugbetaalbare voorschotten (van 80 miljoen EUR) en iii) de eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden (voor een bedrag van 42 miljoen EUR, uiteindelijk teruggebracht tot […] EUR).

    6.1.   BEOORDELING VAN DE VRAAG OF ER SPRAKE IS VAN STAATSSTEUN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 107, LID 1, VWEU

    (204)

    De Commissie moet nagaan of de aangemelde maatregelen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU kunnen vormen.

    (205)

    Op grond van artikel 107, lid 1, VWEU zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

    (206)

    Op basis van deze bepaling moet, om een overheidsmaatregel als staatssteun te kunnen aanmerken, aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan: i) met de betrokken maatregel wordt een economisch voordeel aan de begunstigde ervan verleend, ii) dit voordeel wordt door de overheid verleend, iii) dit voordeel is selectief, en iv) de betrokken maatregel vervalst de mededinging of dreigt deze te vervalsen en kan het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.

    6.1.1.   Aanwezigheid van staatsmiddelen en criterium van de toerekenbaarheid

    (207)

    De FDES-lening wordt toegekend bij een besluit van de minister van Economie en Financiën en de uitvoering ervan wordt toevertrouwd aan de directeur-generaal van de schatkist. Bij de begrotingswet voor 2014 kreeg het FDES een budget van 300 miljoen EUR toegewezen. Gepreciseerd zij dat het FDES, dat een andere rechtspersoonlijkheid bezit dan de Staat, niet kan worden gelijkgesteld met een fonds dat wordt beheerd met een verplichting om de kapitaalaflossingen en het gebruik ervan voor nieuwe maatregelen financieel in evenwicht te houden. De FDES-leningen worden gerealiseerd via een speciale rekening van de schatkist en vormen de uitgaven van deze rekening. De renten op de leningen worden aan de algemene staatsbegroting overgemaakt. De richtsnoeren voor het gebruik van het FDES zijn nog steeds gebaseerd op de in overweging 28 bedoelde circulaire van 26 november 2004. Voor de toekenning van leningen door het FDES vindt steeds een individuele beoordeling plaats. Ze worden niet automatisch toegewezen op basis van vooraf vastgestelde criteria.

    (208)

    De subsidie en de terugbetaalbare voorschotten worden toegekend uit hoofde van de steunregeling voor herindustrialisering, in het kader van een overeenkomst die namens de Staat is gesloten met Bpifrance.

    (209)

    Over de kwijtscheldingen van belasting- en socialezekerheidsschulden beslist de CCSF. Deze commissie wordt voorgezeten door de directeur van de departementale dienst voor overheidsfinanciën.

    (210)

    De FDES-lening, de subsidie, de terugbetaalbare voorschotten en de kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden worden dus toegekend uit staatsmiddelen en bij door de Staat genomen besluiten.

    6.1.2.   Selectiviteit

    (211)

    De onderzochte maatregelen zijn op ad-hocbasis vastgesteld, en uitsluitend ten gunste van Kem One, met het oog op haar herstel.

    6.1.3.   Aanwezigheid van een economisch voordeel

    (212)

    Wanneer de financiële situatie van een onderneming als gevolg van overheidsmaatregelen verbetert, is er sprake van een economisch voordeel. Maatregelen van een overheidsinstantie verschaffen echter geen voordeel een de begunstigde ervan en vormen bijgevolg geen staatssteun indien ze onder normale marktomstandigheden plaatsvinden, d.w.z. indien de overheidsinstantie zich heeft gedragen zoals een investeerder in een markteconomie in een vergelijkbare situatie had gedaan.

    6.1.3.1.   De FDES-lening (30 miljoen EUR)

    (213)

    Waarde van de zekerheden. Na de inleiding van de procedure heeft Frankrijk de Commissie de lijst van activa doen toekomen die zijn gedekt door de zekerheidstelling van eerste rang van Frankrijk.

    (214)

    De Franse autoriteiten hebben een door onafhankelijke deskundigen opgesteld evaluatieverslag van deze activa ingediend. Bij dit verslag kunnen drie soorten opmerkingen worden gemaakt. In de eerste plaats merkt de Commissie op dat het verslag betrekking heeft op de evaluatie van onroerende goederen van Kem One en niet op het verpande materiaal en de verpande uitrusting. Bovendien zij opgemerkt dat de deskundigen de waarde van de goederen op [110-120] miljoen EUR hebben geraamd, d.w.z. [20-30] miljoen EUR minder dan de door Frankrijk opgegeven nettoboekwaarde, wat de twijfels van de Commissie volgens welke de nettoboekwaarde niet de reële waarde van de goederen weergeeft, bevestigt. Tot slot dateert het verslag van juli 2012, d.w.z. van vóór de inleiding van de gerechtelijke saneringsprocedure in maart 2013. De in aanmerking te nemen waarde van de activa is echter niet de boekwaarde, maar wel de waarde waartegen de goederen zouden worden uitgewisseld als de schuldeiser, in dit geval de Staat, zijn pandrecht zou uitoefenen. Wanneer de onderneming zich in moeilijkheden bevindt en genoopt is haar activa te verkopen, worden haar goederen vanwege haar zwakke positie en de urgentie van de situatie doorgaans tegen een lagere prijs dan de marktprijs verkocht.

    (215)

    De Franse autoriteiten verwijzen in hun antwoord overigens naar de bedragen van de transacties in de PVC-sector in 2014. Absoluut gesproken heeft een dergelijke vergelijking weliswaar enige waarde, maar noch Vestolit, noch Vinnolit waren, in tegenstelling tot Kem One, ondernemingen in moeilijkheden op het ogenblik van hun verwerving. Bovendien hadden deze transacties betrekking op de hele onderneming en niet op alleen de uitrusting en het materiaal. De vergelijking gaat in dit geval dus niet op.

    (216)

    Tot slot had de Commissie de Franse autoriteiten verzocht om een raming van de waarde van de verpande goederen op basis van de netto-inkomsten uit de exploitatie ervan. De Franse autoriteiten hebben echter een raming van de waarde van de hele onderneming verstrekt en niet van uitsluitend de verpande goederen. Bovendien nemen zij voor de bepaling van de toekomstige waarde van de onderneming voor de jaren 2014, 2015 en 2016 de investeringen voor de conversie van de elektrolyse-installaties van Lavéra in aanmerking, die uit de FDES-lening zouden worden gefinancierd. Voor de bepaling van het bedrag van de zekerheidstelling van de FDES-lening nemen de Franse autoriteiten dus de waarde van een dankzij diezelfde lening gemoderniseerd goed in aanmerking. Deze raming kan derhalve niet in overweging worden genomen.

    (217)

    Tot slot hebben de Franse autoriteiten in hun antwoord op het inleidingsbesluit geen elementen aangevoerd waardoor de twijfels van de Commissie met betrekking tot bepaalde verouderende en slecht presterende of zelfs verouderde productiemiddelen die door Frankrijk zijn verpand, kunnen worden weggenomen.

    (218)

    Ten aanzien van deze elementen is het dienstig een behoudende aanpak aan te nemen en de zekerheden te beschouwen als „zwak” in de zin van de mededeling over de referentiepercentages van 2008, teneinde een marktconforme rentevergoeding voor de FDES-lening vast te stellen.

    (219)

    Rentevergoeding. De Commissie geeft toe dat de rentevergoeding die is berekend volgens de op de gegevens van Bloomberg en Capital IQ gebaseerde methode (die resulteert in een percentage van 20,95 %) de realiteit van de markttarieven niet kan weergeven omdat de zekerheden en garanties niet in aanmerking zijn genomen. Bovendien heeft geen enkele bankinstelling een lening aan Kem One onder dezelfde voorwaarden als de Staat toegekend.

    (220)

    Bijgevolg, en zoals vermeld in punt 92 van het inleidingsbesluit, moet de Commissie bij gebrek aan bevredigende beschikbare reële marktgegevens het geldende percentage vaststellen op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008, waarin het volgende is gepreciseerd: „Deze referentie- en disconteringspercentages worden als indicatie van de marktrente gebruikt alsook om het subsidie-equivalent van steun te bepalen”.

    (221)

    Zoals is aangetoond kunnen de voor de FDES-lening gestelde zekerheden niet als sterk worden beschouwd en kunnen ze dus de toepassing van 400 basispunten niet rechtvaardigen, zoals Frankrijk stelt.

    (222)

    De Franse autoriteiten hebben overigens geen nieuwe elementen naar voren gebracht ter ondersteuning van het standpunt dat de daadwerkelijke uitvoering van het herstelplan en de verbintenis van Kem One tot een gezond financieel beheer geen gebruikelijke verplichtingen en tegenprestaties zijn bij een herstructureringsmaatregel, maar juist een vergoeding rechtvaardigen die lager ligt dan het markttarief.

    (223)

    Tot slot is de vergelijking met de factoringovereenkomst van [particuliere investeerder 2] niet relevant, aangezien de schuldenaar niet Kem One is, maar wel de schuldenaars van eerstgenoemde.

    (224)

    Gelet op haar financiële moeilijkheden moet Kem One worden beschouwd als een onderneming met een CCC-rating in de zin van de mededeling over de referentiepercentages van 2008. Daarnaast kunnen de zekerheden als „zwak” in de zin van die mededeling kunnen worden aangemerkt. Bij gebrek aan elementen op basis waarvan de rentevoeten in de mededeling over de referentiepercentages van 2008 ter discussie kunnen worden gesteld, is de Commissie van oordeel dat het markttarief kan worden berekend op basis van die mededeling en 10,53 % bedraagt (0,53 % voor het referentiepercentage van Frankrijk op het ogenblik van de toekenning van de lening + 1 000 basispunten).

    (225)

    Steunbedrag. In het licht van haar eerdere praktijk is de Commissie van oordeel dat het steunbedrag overeenkomt met het verschil tussen de rentevoet die is berekend op grond van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 (10,53 %) en de door Frankrijk toegepaste rentevoet (3,5 %). Voor elke (jaarlijkse) vervaldag wordt het verschil berekend tussen enerzijds de opbrengst van de effectieve rente (3,5 %) op het nog te betalen kapitaal en anderzijds de opbrengst van de door de Commissie vastgestelde rente (10,53 %) op het nog te betalen kapitaal. De verkregen bedragen (zeven in totaal, voor de zeven terugbetalingsjaren) worden vervolgens geactualiseerd en opgeteld, om tot het bedrag van […] EUR te komen.

    6.1.3.2.   De subsidie (15 miljoen EUR) en de terugbetaalbare voorschotten (80 miljoen EUR)

    (226)

    De subsidie. De Commissie is van mening dat een subsidie een economisch voordeel inhoudt dat de begunstigde in marktomstandigheden niet zou krijgen. Een subsidie is namelijk een financieel instrument waarvan het kapitaal niet terugbetaalbaar is en dat geen door de begunstigde te betalen interest genereert. Het is dus uitgesloten dat een particuliere kredietverlener, die financieringskosten heeft en zijn kapitaal moet vergoeden, bereid zou zijn een onderneming te financieren met subsidies. Het steunbedrag komt bijgevolg overeen met de totale verleende subsidie, d.w.z. 15 miljoen EUR.

    (227)

    De terugbetaalbare voorschotten. De Commissie wijst op de aanwezigheid van bepaalde aan de toekenning ervan verbonden voorwaarden die een particuliere kredietverlener waarschijnlijk niet had verlangd. Het gaat met name om de voorwaarde betreffende de handhaving van de activiteiten en het behoud van banen op de site van Lavéra gedurende een periode van vijf jaar na de uitvoering van het project, tenzij de duurzaamheid van Kem One dit rechtvaardigde en na voorafgaande toestemming van de Staat. De terugbetalingsverplichting bevestigt echter dat deze terugbetaalbare voorschotten voor de toepassing van dit besluit kunnen worden gelijkgesteld met een lening.

    (228)

    Met betrekking tot het steunbedrag moet de Commissie bij gebrek aan bevredigende beschikbare reële marktgegevens (bijvoorbeeld een daadwerkelijk aan Kem One toegekende banklening tegen dezelfde voorwaarden als de terugbetaalbare voorschotten) het geldende percentage vaststellen op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008. Aangezien Kem One een onderneming in moeilijkheden is, moet zij worden beschouwd als een onderneming met een CCC-rating in de zin van die mededeling. De voorschotten zijn overigens niet gedekt door zekerheden. Bijgevolg bedraagt het op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 berekende markttarief 10,53 % (0,53 % voor het referentiepercentage van Frankrijk op het ogenblik van de toekenning van de lening + 1 000 basispunten).

    (229)

    Voor tranche 1 (65 miljoen EUR) komt het steunbedrag dus overeen met het verschil tussen de rentevoet die is berekend op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 (10,53 %) en de door Frankrijk toegepaste rentevoet (3,5 %), d.w.z. 21,77 miljoen EUR. Deze terugbetaalbare voorschotten worden bij de berekening van het geactualiseerde steunbedrag namelijk gelijkgesteld met leningen, zodat de berekeningsmethode vergelijkbaar is met die voor de FDES-lening. Voor elke (jaarlijkse) vervaldag wordt het verschil berekend tussen enerzijds de opbrengst van de effectieve rente (3,5 %) op het nog te betalen kapitaal en anderzijds de opbrengst van de door de Commissie vastgestelde rente (10,53 %) op het nog te betalen kapitaal. De verkregen bedragen (zeven in totaal, voor de zeven terugbetalingsjaren) worden vervolgens geactualiseerd en opgeteld, om tot het bedrag van 21,77 miljoen EUR te komen. Op dezelfde wijze komt het steunbedrag voor tranche 2 (15 miljoen EUR) overeen met het verschil tussen de rentevoet die is berekend op basis van de mededeling over de referentiepercentages van 2008 (10,53 %) en de door Frankrijk toegepaste rentevoet (10 %), d.w.z. 1,64 miljoen EUR.

    (230)

    Het totaalbedrag van het economische voordeel uit hoofde van deze maatregel bedraagt derhalve […] EUR.

    6.1.3.3.   Eventuele kwijtschelding van belasting- en socialezekerheidsschulden

    (231)

    In de eerste plaats zij opgemerkt dat de Franse autoriteiten in hun antwoord op het inleidingsbesluit hebben verduidelijkt dat het bedrag van de belasting- en socialezekerheidsschulden niet 42 miljoen EUR bedroeg, zoals aangegeven in de aanmelding, maar wel […] EUR. Het bedrag van 42 miljoen EUR kwam namelijk overeen met een bedrag dat zeer ruim was ingeschat door de belasting- en sociale diensten, en was voorlopig aangegeven in het kader van de door de handelsrechtbank van Lyon ingeleide gerechtelijke saneringsprocedure, voordat een gedetailleerde inventaris van de daadwerkelijke schulden was opgesteld.

    (232)

    Het merendeel van de schulden ten aanzien van de particuliere schuldeisers is kwijtgescholden voor ten minste 70 %.

    (233)

    In dit verband moeten de door [particuliere investeerder 3] en [investeerder 1] verleende schuldkwijtscheldingen afzonderlijk worden geanalyseerd. Beide schuldeisers zijn namelijk allebei nauwe handelspartners van Kem One. […] en bepaalde producties van Lavéra (VCM, chloorresiduen, chloroform) zijn essentieel voor [particuliere investeerder 1] vanwege de verticale integratie van de productieketen voor gefluoreerde gassen waarbij de sites van Lavéra, Saint-Aubain en Pierre-Bénite zijn betrokken, die allemaal in het zuiden van Frankrijk gelegen zijn. Deze producties kunnen slechts zeer moeilijk worden vervangen door verder gelegen bronnen. De installaties van [particuliere investeerder 3] zijn via een leidingsysteem verbonden met die van Kem One. Voorts is er geen alternatieve afzetmogelijkheid voor de ethyleenproductie met de stoomkraker van [particuliere investeerder 3] in Lavéra met dezelfde benuttingsmogelijkheden.

    (234)

    Bovendien kennen de industriële partners hun afnemer en zijn ze onmisbaar voor het functioneren van de onderneming en haar voortzetting. Zij hebben er dus belang bij betrokken te blijven bij de onderneming en in te stemmen met een schuldkwijtschelding, in tegenstelling tot een louter financiële schuldeiser die alleen tot doel heeft zijn schuld te innen. Gelet op de bijzondere situatie van beide schuldeisers is een schatting van het gemiddelde kwijtscheldingsniveau van de schulden op […] % dan ook niet aanvaardbaar.

    (235)

    Alle overige schuldeisers die een kwijtschelding van schulden hebben geaccepteerd, deden dit echter voor 70 % (368 schuldeisers, voor een totaalbedrag van 33,4 miljoen EUR). Deze schuldeisers hadden geen enkel voorrecht of zekerheid en bevonden zich dus niet in een situatie die vergelijkbaar is met die van de fiscale en sociale schuldeisers. Door de kwijtschelding van […] % van de kwijtscheldbare schulden te accepteren, is Frankrijk verder gegaan dan wat de particuliere schuldeisers accepteerden.

    (236)

    De Franse autoriteiten leggen echter uit dat met het verlenen van een schuldkwijtschelding voor een bedrag van […] EUR een eventueel verlies van […] EUR kan worden vermeden. Het verschil van […] EUR is echter gering ten opzichte van de onherstelbaar verloren bedragen van ([…] EUR), met name gezien het onzekere karakter van het verlies van […] EUR. Deze oplossing lijkt dus geen oplossing te zijn die een particuliere schuldeiser in een markteconomie zou hebben gekozen.

    (237)

    Gelet op het bovenstaande komt het steunbedrag overeen met het verschil tussen het door Frankrijk toegepaste kwijtscheldingsniveau ([…] % of […] EUR) en het door de particuliere investeerders gehanteerde kwijtscheldingsniveau (70 % of […] EUR), d.w.z. […] EUR.

    6.1.4.   Ongunstige beïnvloeding van de mededinging en het handelsverkeer tussen de lidstaten

    (238)

    De steunmaatregelen van de overheid begunstigen Kem One doordat zij haar extra middelen verschaffen en voorkomen dat zij haar activiteiten moet stopzetten. Dankzij de steunmaatregelen kan de onderneming een sterkere concurrentiepositie behouden dan indien geen steun was verleend. Ze dreigen dus de mededinging tussen de spelers in de PVC-sector en op de markt voor de productie van chloor en soda te vervalsen.

    (239)

    Voorts worden deze sectoren gekenmerkt door een belangrijk handelsverkeer tussen de lidstaten op het Europese grondgebied. De markt voor PVC is relatief geconcentreerd: vijf spelers, waaronder Kem One, zijn goed voor 90 % van de markt, waarbij Kem One de derde Europese producent van S-PVC is. De Commissie kon reeds eerder vaststellen dat de geografische dimensie van deze markt ten minste Noord-West-Europa bestrijkt, wat impliceert dat de concurrentievoorwaarden in dit gebied relatief homogeen zijn (18). Bijgevolg kan het voordeel dat door de onderzochte maatregelen wordt verschaft aan een onderneming die actief is op een relatief geconcentreerde markt die openstaat voor concurrentie, de mededinging vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.

    6.1.5.   Conclusie ten aanzien van de vraag of er sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU

    (240)

    Gelet op het voorafgaande concludeert de Commissie dat alle onderzochte maatregelen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU vormen voor een totaalbedrag van 49,27 miljoen EUR.

    6.2.   BEOORDELING VAN DE VERENIGBAARHEID VAN DE MAATREGELEN MET DE GELDENDE STAATSSTEUNREGELS

    6.2.1.   Toepasselijke rechtsgrond

    (241)

    Het verbod op staatssteun als bedoeld in artikel 107, lid 1, VWEU, is absoluut noch onvoorwaardelijk. Met name vormen de leden 2 en 3 van artikel 107 VWEU rechtsgrondslagen om bepaalde steunmaatregelen verenigbaar met de interne markt te verklaren. In dit geval is de Commissie van mening dat de aangemelde steunmaatregelen ten gunste van uitsluitend Kem One het herstel van de levensvatbaarheid van een onderneming in moeilijkheden tot doel hebben.

    (242)

    Ondanks de inwerkingtreding van de nieuwe richtsnoeren op 1 augustus 2014 zullen de betrokken maatregelen worden beoordeeld in het licht van de richtsnoeren van 2004. In punt 136 van de nieuwe richtsnoeren is namelijk bepaald dat aanmeldingen die door de Commissie vóór 10 oktober 2004 zijn geregistreerd, zullen worden getoetst aan de criteria die gelden op het tijdstip van de aanmelding. Aangezien de betrokken maatregelen op 30 juli 2014 zijn aangemeld en vóór 1 augustus 2014 zijn geregistreerd, zullen zij worden getoetst aan de richtsnoeren van 2004.

    (243)

    Bijgevolg dient aan de hand van de criteria in de richtsnoeren van 2004 te worden nagegaan of de onderzochte maatregelen op grond van artikel 107, lid 3, VWEU als verenigbaar met de interne markt kunnen worden beschouwd.

    6.2.2.   Recht van Kem One op herstructureringssteun

    (244)

    Er is een nieuwe onderneming, K1, opgericht om de aandelen van Kem One te verwerven en te bezitten overeenkomstig het door de handelsrechtbank van Lyon goedgekeurde bedrijfscontinuïteits- en herstelplan. K1 zorgt dus voor de economische continuïteit van Kem One.

    (245)

    De Commissie betwist niet dat Kem One in aanmerking komt voor de toepassing van de door de Franse autoriteiten genoemde richtsnoeren van 2004. Kem One, die sinds 27 maart 2013 in surseance van betaling verkeert, voldoet aan de criteria van punt 10, onder c), van de richtsnoeren van 2004.

    6.2.3.   Herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn

    (246)

    In punt 17 van de richtsnoeren van 2004 is het volgende bepaald: „Een herstructurering daarentegen berust op een haalbaar, samenhangend en ingrijpend plan om de levensvatbaarheid van een onderneming op langere termijn te herstellen. Herstructurering behelst doorgaans een of meer van de volgende elementen: reorganisatie en rationalisering van de activiteiten van de onderneming op efficiëntere basis, waarbij verliesgevende activiteiten gewoonlijk worden afgestoten, herstructurering van bestaande activiteiten die opnieuw concurrerend kunnen worden gemaakt, en mogelijkerwijze diversificatie naar nieuwe en levensvatbare activiteiten. Naast een materiële herstructurering is meestal ook een financiële herstructurering (kapitaalinjecties, schuldvermindering) noodzakelijk. Daarentegen kan een herstructurering in de zin van de onderhavige richtsnoeren niet beperkt blijven tot financiële steun om verliezen uit het verleden aan te zuiveren, zonder de oorzaken van deze verliezen aan te pakken.

    (247)

    In punt 34 en verder van de richtsnoeren van 2004 zijn voorts de kenmerken gepreciseerd die een herstructureringsplan moet vertonen om de verenigbaarheid van de verleende steun met de staatssteunregels te garanderen.

    6.2.3.1.   Kosten van de herstructurering

    (248)

    Tijdens haar diepgaande onderzoek heeft de Commissie de gelegenheid gehad om de door de Franse autoriteiten in hun antwoord op het inleidingsbesluit aangevoerde argumenten te onderzoeken, met name de vraag van de ontbrekende kosten voor de herstructurering van het personeel. De Franse autoriteiten hebben verduidelijkt dat van de [90-110] werknemers die hun baan zouden verliezen, slechts [35-45] werknemers daadwerkelijk moesten vertrekken. Arkema heeft bevestigd [25-35] werknemers over te nemen zonder schadeloosstelling, en slechts [1-15] werknemers moesten door Kem One schadeloos worden gesteld, voor een totaalbedrag van […] EUR. Dit bedrag is opgenomen in de bedragen die in mindering moeten worden gebracht op de winst- en verliesrekening aan het begin van de herstructureringsperiode. De overige geschrapte banen betroffen posten die tot dan onbezet waren.

    (249)

    Voorts hebben de Franse autoriteiten en Kem One bevestigd dat de herstructurering geen extra kosten met zich zou brengen.

    6.2.3.2.   Looptijd van het herstructureringsplan

    (250)

    Als antwoord op de in het inleidingsbesluit geuite twijfels hebben de Franse autoriteiten uitgelegd dat de herstructureringsperiode is ingegaan op 5 februari 2014, d.w.z. de dag waarop de activiteiten van Kem One zijn overgenomen door de nieuwe aandeelhouder (overdracht van aandelen van Kem One Holding, de vorige moederonderneming van Kem One, aan K1, de holding die de aandelen van Kem One bezit. De herstructureringsperiode loopt af op 31 december 2016, de datum waarop het project SAM gerealiseerd zal zijn. Tegen die datum zullen alle maatregelen van het herstructureringsplan ten uitvoer zijn gelegd.

    (251)

    De looptijd van het herstructureringsplan bedraagt dus minder dan drie jaar, wat in overeenstemming is met de eis in punt 35 van de richtsnoeren van 2004, waarin is bepaald dat de looptijd van het herstructureringsplan „zo kort mogelijk moet zijn”. Dankzij het herstructureringsplan zou de winstgevendheid van Kem One dus binnen een redelijke termijn kunnen worden hersteld.

    6.2.3.3.   Realistisch karakter van de scenario's voor het herstel van de levensvatbaarheid

    (252)

    In haar inleidingsbesluit had de Commissie vragen bij de geloofwaardigheid van bepaalde elementen in de door de Franse autoriteiten voorgelegde scenario's voor het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn. Zij merkte met name op dat het basisscenario, wat het herstel van de kaspositie betreft, slechts een gering kasoverschot aan het eind van de periode in 2020 liet zien. In het pessimistische scenario waren de kasresultaten nog veel slechter, en was sprake van een negatief bedrag van [100-150] miljoen EUR in 2020.

    (253)

    De derden hebben de door de Commissie in het inleidingsbesluit geuite twijfels grotendeels overgenomen.

    (254)

    De Commissie stelt vast dat de Franse autoriteiten in hun antwoord op het inleidingsbesluit de nodige verduidelijkingen en aanpassingen hebben aangebracht met betrekking tot de oorspronkelijke hypothesen van het bedrijfsplan.

    (255)

    In de eerste plaats hebben de Franse autoriteiten bevestigd dat de behoefte aan en het verkrijgen van de banklening van [60-70] miljoen EUR hypothetisch waren en dat een dergelijke lening hoe dan ook niet vóór 2016 zou worden aangegaan. Gelet op de onzekerheden wat betreft zowel het verkrijgen van de lening als het ogenblik waarop ze zou worden verkregen, en de voorwaarden van de lening, is het volgens de Commissie weinig relevant om het door deze hypothetische lening ingebrachte bedrag van [60-70] miljoen EUR in aanmerking te nemen bij de analyse van het herstel van de levensvatbaarheid. Bijgevolg hebben de Franse autoriteiten op verzoek van de Commissie boekhoudkundige prognoses verstrekt die gebaseerd zijn op pessimistische, neutrale en optimistische scenario's waarin de banklening niet is opgenomen.

    (256)

    De Commissie merkt vervolgens op dat het investeringsproject in het kader van de herstructurering beter vordert dan in de oorspronkelijke prognoses werd verwacht. Het op [150-250] miljoen EUR vastgestelde bedrag is dan ook gecorrigeerd tot [15-25] miljoen EUR. De realisatie ervan is ook vervroegd en zou voor het vierde kwartaal 2016 zijn gepland, d.w.z. vier à vijf maanden eerder dan gepland. Dit maakt een besparing mogelijk die op [10-20] miljoen EUR wordt geschat. Bijgevolg wordt de kaspositie in het neutrale scenario verbeterd met [30-40] miljoen EUR. In het pessimistische scenario wordt de kaspositie proportioneel gewijzigd en komt zij voortaan op een negatief bedrag van [70-80] miljoen EUR uit.

    (257)

    Daarnaast stelt de Commissie vast dat Kem One in 2014 een algemene toename van de geproduceerde en verkochte hoeveelheden met […] % ten opzichte van 2013 noteerde, een toename die in de buurt komt van de historische productieniveaus van 2007/2008 en van het streefcijfer van het herstructureringsplan voor de boekjaren 2017/2018. Deze toename van de productiehoeveelheden voor PVC en soda vloeit voort uit de geleidelijke tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan en het feit dat er op de productiesites geen technische incidenten zijn geweest.

    (258)

    Voorts heeft Kem One als gevolg van de continue daling van de olieprijzen en bijgevolg van de prijs voor ethyleen in 2014, samen met de daling van de prijs voor soda, een grotere daling van het omzetcijfer genoteerd dan verwacht. De Commissie merkt evenwel op dat deze daling van het omzetcijfer niet leidt tot een verslechtering van de marges van de onderneming, aangezien de prijzen van de grondstoffen die nodig zijn voor de vervaardiging van PVC, navenant of zelfs sterker dalen.

    (259)

    De Commissie concludeert hieruit dat de door de Franse autoriteiten naar aanleiding van het inleidingsbesluit aangebrachte preciseringen de geloofwaardigheid van het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn van Kem One bevestigen. Met de geplande herstructureringsmaatregelen wordt, overeenkomstig de eisen van de richtsnoeren van 2004, de noodzakelijke overgang van Kem One naar een sterker verticaal geïntegreerde en structuur beoogd, die in termen van winstgevendheid dus doeltreffender is, dankzij het project SAM en de beheersing van de productiekosten in verband met de levering van grondstoffen.

    6.2.4.   Voorkomen van buitensporige verstoring van de mededinging

    (260)

    In punt 38 van de richtsnoeren van 2004 is het volgende bepaald: „Om te garanderen dat de ongunstige effecten op de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, zo beperkt mogelijk blijven — zodat de positieve effecten opwegen tegen de negatieve effecten — dienen compenserende maatregelen te worden genomen. Anders wordt de steun als „schadelijk voor het gemeenschappelijk belang” aangemerkt — en dus als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.” In punt 39 van de richtsnoeren van 2004 wordt gepreciseerd dat: „[b]ij deze maatregelen […] het onder meer [kan] gaan om de afstoting van activa, inkrimping van capaciteit of van de aanwezigheid op de markt, en verlaging van de toegangsdrempels op de betrokken markten.”

    (261)

    De compenserende maatregelen zijn dus bedoeld om de gevolgen van de steunmaatregelen voor de markten waarop de begunstigde aanwezig is, te beperken zonder de structuur van de mededinging op deze markten, noch de uiteindelijke levensvatbaarheid van de begunstigde te ondermijnen.

    6.2.4.1.   De afstoting van activa is in dit geval geen passende compenserende maatregel.

    (262)

    Volgens punt 40 van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren „zouden [de compenserende maatregelen] moeten plaatsvinden op de markt of markten waar de onderneming na de herstructurering een significante marktpositie zal behalen.” Zoals uitgelegd in punt 2.1 van dit besluit is Kem One voornamelijk actief op de markt voor PVC, met name commodity-S-PVC en E-PVC, en heeft zij een relatief belangrijke marktpositie in Frankrijk en Italië.

    (263)

    In punt 39 van de richtsnoeren van 2004 is echter het volgende gepreciseerd: „Wanneer de Commissie nagaat of de compenserende maatregelen passend zijn, houdt zij rekening met de marktstructuur en de mededingingsvoorwaarden om ervoor te zorgen dat een dergelijke maatregel niet resulteert in een aantasting van de marktstructuur, doordat zulks bijvoorbeeld indirect een monopolie of een eng oligopolie doet ontstaan. Kan een lidstaat aantonen dat een dergelijke situatie zich zal voordoen, dan zouden zodanige compenserende maatregelen moeten worden uitgewerkt dat een dergelijke situatie wordt vermeden.”

    (264)

    Wat de marktstructuur betreft, wordt de markt voor PVC over het algemeen gekenmerkt door de noodzaak voor de spelers om verticaal geïntegreerd te zijn teneinde de hele waardeketen te controleren en concurrerend te kunnen zijn. Zo heeft de Commissie in het kader van het besluit Ineos/Solvay/JV gewezen op de noodzaak voor een speler om te beschikken over een autonome en geïntegreerde productiestructuur.

    (265)

    Meer bepaald heeft de Commissie in het besluit Ineos/Solvay/JV een aantal ondernemingsmodellen met verschillende integratieniveaus in de sector PVC beoordeeld. Zij merkt in dit verband op dat de modellen die geen verticale integratie van PVC tot chloor bieden, in Europa een uitzondering zijn en dat „the current competitive landscape indicates that full vertical integration is the general trend in the industry” (het huidige concurrentielandschap aangeeft dat totale verticale integratie de algemene tendens is in de sector).

    (266)

    Met betrekking tot een „virtuele integratie” waarbij verschillende spelers met elkaar worden verbonden door geprivilegieerde leveringscontracten bevestigen meerdere voorbeelden uit het verleden, waarvan sommige overigens betrekking hadden op Kem One, de risico's die zijn verbonden aan een dergelijke structuur die is gebaseerd op de externe levering van essentiële grondstoffen.

    (267)

    Het belang van een verticale integratie voor de op de markt voor PVC actieve spelers is bevestigd door de toezeggingen die zijn voorgesteld door de aanmeldende partijen en door de Commissie zijn aanvaard in de zaak Ineos/Solvay/JV. Zij hebben namelijk toegezegd een verticaal geïntegreerd activum af te stoten om de levensvatbaarheid ervan op de markt te garanderen en de door de Commissie op de markt voor S-PVC vastgestelde concurrentieproblemen op te lossen.

    (268)

    Bovendien heeft een aantal onafhankelijke verticaal geïntegreerde producenten van PVC zonder succes geprobeerd door te breken op de markt voor PVC.

    (269)

    Ten slotte liggen de vervoerskosten voor VCM door de geografische scheiding tussen de eenheden van de verticale keten bijzonder hoog vanwege de aard van het product (zeer toxisch vloeibaar gas), ongeacht de vervoersvorm (spoor, weg of zee). Als gevolg van deze hoge vervoerskosten (ongeveer 10 % van de waarde van het product) wordt de situatie in het geval van zwakke marges aanzienlijk verslechterd, zoals de Commissie opmerkt in punt 1452 van het besluit Ineos/Solvay/JV: „As regards imports from other areas, VCM transport costs seem to constitute a major hurdle. IHS, a global information company that provides, among other things, monthly and annual indexes, reports and news related to the vinyl industry, talks about „prohibitive freight rates.” This is not surprising, as VCM is a chemical product that is hazardous and difficult to transport, as acknowledged by the Notifying Parties” (Wat de invoer uit andere gebieden betreft, lijken de vervoerskosten voor VCM een grote belemmering te vormen. IHS, een wereldwijd informatiebedrijf dat onder andere maandelijkse en jaarlijkse indicatoren, verslagen en gegevens betreffende de vinylsector verstrekt, heeft het over „buitensporig hoge vrachttarieven”. Dit is niet verrassend, aangezien VCM een gevaarlijk en moeilijk te transporteren chemisch product is, zoals de aanmeldende partijen hebben erkend).

    (270)

    Bovendien zij opgemerkt dat de belangrijkste door Ineos voorgestelde compenserende maatregel betrekking heeft op de stopzetting van de activiteiten van de hele productieketen van Lavéra, inclusief de downstream sites. Hieruit blijkt dat alle markspelers, inclusief de concurrenten van Kem One, erkennen dat de levensvatbaarheid op de markt afhangt van verticale integratie.

    (271)

    Bijgevolg lijkt een compenserende maatregel die bestaat in de afstoting van een van de sites van Kem One voor de PVC-productie (zoals de site van Balan of Berre) geen levensvatbare oplossing. Bij gebrek aan interne toegang tot upstream inputs (chloor, ethyleen) zou de overnemer verplicht zijn leveringscontracten met Kem One te sluiten, wat hem in een onhoudbare situatie zou brengen zowel uit het oogpunt van zijn commerciële onafhankelijkheid als van zijn vermogen om een echte concurrentiedruk uit te oefenen. Bovendien zou het wegnemen van een van de downstream sites van Kem One de hele productieketen van de onderneming destabiliseren omdat ze de interne afzetmogelijkheden van haar upstream productiesites voor chloor en ethyleen zou verliezen.

    (272)

    In het kader van de zaak Ineos/Solvay/JV heeft de Commissie gewezen op de onzekerheid in verband met de vraag of Kem One een agressieve concurrent kon vormen voor de joint venture tussen Ineos en Solvay, gelet op de moeilijkheden van Kem One en het gebrek aan zekerheid met betrekking tot het succes van de tenuitvoerlegging van het onderzochte herstructureringsplan. De Commissie merkte echter op dat een vermindering van de productiecapaciteit van Kem One zich zou vertalen in een verhoging van het marktaandeel van de joint venture tussen Ineos en Solvay, terwijl de tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan tot gevolg kon hebben dat de stimulansen voor Kem One om haar productie aanzienlijk te verhogen als reactie op een prijsverhoging door de joint venture werden beperkt. Bovendien heeft de Commissie bij haar beoordeling van de concurrentiesituatie op de markt na de concentratie een behoudende aanpak aangenomen en is zij ervan uitgegaan dat Kem One haar concurrentiekracht volledig zou behouden (19).

    (273)

    Gelet op het voorafgaande zou een wijziging van de structuur van Kem One door een vermindering van haar verkoop op de PVC-markt of een substantiële wijziging van haar activiteitenbereik afbreuk doen aan het evenwicht van de PVC-markt dat is ontstaan na de oprichting van de joint venture tussen Ineos en Solvay en de nakoming van de door de partijen in de loop van het onderzoek van de transactie gedane toezeggingen (20).

    (274)

    Ondanks de nakoming van de in het besluit Ineos/Solvay/JV gedane toezeggingen, die ertoe heeft geleid dat horizontale overlappingen tussen Ineos en Solvay op de Noord-West-Europese markt voor S-PVC zijn weggenomen, blijft de joint venture tussen Ineos en Solvay veruit de belangrijkste marktspeler met een marktaandeel van [30-40] % in 2012. Het opleggen van een afstoting van activa aan Kem One zou de onderneming dan ook aanzienlijk verzwakken en zou de concurrentiedruk beperken die zij kan uitoefenen op de joint venture tussen Ineos en Solvay.

    (275)

    Een compenserende maatregel die erin zou bestaan de activiteiten op het gebied van S-PVC van Kem One op te splitsen in twee verticaal geïntegreerde entiteiten door de verkoop van een productiesite voor S-PVC (Balan of Berre) samen met een productiesite voor inputs (de productiesite van Fos-sur-Mer) zou het voordeel hebben dat het verticaal geïntegreerde karakter van de productie van S-PVC wordt behouden. Een dergelijke oplossing zou echter een vermindering van de activiteiten van Kem One op het gebied van S-PVC met ongeveer […] tot gevolg hebben en haar vermogen om te concurreren met de joint venture tussen Ineos en Solvay verzwakken. Een dergelijke oplossing zou gezien de omvang ervan dan ook tot gevolg hebben dat de uit de oprichting van de joint venture tussen Ineos en Solvay voortvloeiende structuur van de markt voor S-PVC aan het wankelen wordt gebracht en dat de toezeggingen die zijn gedaan om het hoofd te bieden aan de door deze concentratie uitgelokte concurrentieproblemen en een daadwerkelijke mededinging op de markt voor S-PVC te garanderen, ontoereikend zijn.

    (276)

    Een compenserende maatregel zoals deze zou het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One overigens in het gedrang kunnen brengen. Tot slot kan een dergelijke maatregel als disproportioneel worden beschouwd ten opzichte van zowel het door de onderneming ontvangen steunbedrag (dat ongeveer 10 keer lager ligt) als de herstructureringskosten (die ongeveer 100 miljoen EUR lager liggen).

    6.2.4.2.   Geen structurele overcapaciteit op lange termijn op de betrokken markt

    (277)

    De belanghebbenden hebben gewezen op de overcapaciteit van de Europese markt voor PVC. Zij hebben zich dan ook beroepen op punt 42 van de richtsnoeren van 2004 waarin het volgende is gepreciseerd: „Is de begunstigde onderneming op een markt actief die met aanhoudende structurele overcapaciteit heeft te kampen, zoals gedefinieerd in het kader van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten, dan kan de vereiste inkrimping van de capaciteit of de aanwezigheid van de onderneming op de markt wel tot 100 % oplopen.

    (278)

    In het besluit Ineos/Solvay/JV heeft de Commissie inderdaad een overcapaciteit op de Europese PVC-markt vastgesteld. De Commissie benadrukt evenwel het volgende:

    Zij maakt geen gebruik van de door Ineos en anonieme onderneming 1 gehanteerde methode voor de berekening van de overcapaciteit. De definitie van overcapaciteit veronderstelt namelijk dat de industriële installaties constant op 100 % van hun technische capaciteit draaien.

    In het besluit Ineos/Solvay/JV wordt uitgegaan van gegevens van 2012.

    (279)

    De Commissie stelt echter vast dat meerdere factoren er duidelijk op wijzen dat de situatie van overcapaciteit op de PVC-markt veranderd is sinds 2012.

    (280)

    Berekening van de overcapaciteit. De Commissie benadrukt in de eerste plaats dat er in het verleden weliswaar sprake is geweest van overcapaciteit, maar dat de omvang ervan door de derden lijkt te zijn overschat. De daadwerkelijke productiecapaciteit van een speler op de markt hangt uiteindelijk af van de seizoensgebondenheid van de verkoop (de verkoop van S-PVC in Europa ligt lager in augustus en in december). Bovendien hebben de geplande stilleggingen voor onderhoud, de vertraging van de chloorproductie in de winterperiodes en de hoge elektriciteitskosten tot gevolg dat de productiecapaciteit uiterst zelden 100 % wordt benut. Voorts doen zich in de industriële productieactiviteiten voor PVC af en toe incidenten bij de productie en problemen bij de levering van grondstoffen voor. Tot slot kunnen de vrije capaciteiten niet zomaar worden opgeteld, gezien de geografische afstand en de transportkosten, die zelfs binnen Europa niet te verwaarlozen zijn.

    (281)

    In werkelijkheid bedraagt de daadwerkelijke PVC-productie jaarlijks zelden meer dan 90 % van de door alle producenten opgegeven capaciteiten.

    (282)

    Volgens de gegevens van FIDES (interne beroepsstatistieken) bedroeg de nominale productiecapaciteit voor PVC voor West- en Midden-Europa in 2014 [6 000-7 000] kt, en de daadwerkelijke productie [5 000-6 000] kt, wat neerkomt op een benutting van de nominale capaciteit van [80-90] %. De daadwerkelijke overcapaciteit op deze markt is in 2014 dus beperkt. De Commissie merkt voorts op dat de benutting van de productiecapaciteit voor S-PVC in de Verenigde Staten eveneens ongeveer 84,3 % bedraagt (volgens de gegevens van de IHS, een van de belangrijkste gespecialiseerde analisten van de markt samen met ICIS (Independent Chemical Information Services)).

    (283)

    De overcapaciteit op de markt voor S-PVC. Sinds 2014 zijn meerdere factoren van invloed geweest op het aanbod op de Europese markt. In de eerste plaats heeft de daling van de euro, die samenging met een sterke daling van de olieprijs, aanzienlijk bijgedragen tot de groei van de uitvoer (naar Turkije, India en Noord-Afrika). Deze uitvoermarkten zijn namelijk makkelijk toegankelijk voor Europese producenten: zo bedragen de kosten van Kem One voor het transport van S-PVC van haar fabriek in Berre naar Turkije ongeveer […] EUR/t, tegenover […] EUR/t naar Duitsland en Noord-Europa. De totale uitvoer van Kem One bedroeg in het eerste kwartaal 2015 dan ook […] kt, wat een toename is ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder ([…] kt). In een verslag van de IHS van maart 2015 wordt deze ontwikkeling van de situatie van de Europese PVC-producenten onderstreept en wordt aangegeven dat de uitvoer van de in West-Europa gevestigde S-PVC-producenten in 2009 19 % van de productie bedroeg, tegenover 30 % eind 2014. Deze ontwikkeling ligt ten grondslag aan een toenemende druk op de beschikbaarheden — het totale tegenovergestelde van overcapaciteit — zonder dat daardoor een concurrentiedruk op de joint venture tussen Ineos en Solvay wordt uitgeoefend. Deze druk heeft een verhoging van de verkoopprijs begin 2015 tot gevolg gehad. Voorts wordt de onderhandelingspositie van de PVC-producenten versterkt door de daling van het aanbod op de Europese markt. In een artikel van de ICIS van 10 april 2015 wordt op basis van contacten met afnemers op de markt de volgende analyse gegeven: „One buyer said that with European market seeing low imports, production difficulties and an increase in demand, April will be a month in which producers potentially can break long standing records for margin improvements” (Een koper verklaarde dat, gezien de zwakke uitvoer, de productiemoeilijkheden en de toenemende vraag op de Europese markt, april een maand zal zijn waarin producenten lang gevestigde records op het vlak van verbeteringen van de marges kunnen breken). Deze situatie heeft de producenten ertoe gebracht grote afnemers quota op te leggen en de verkoopprijzen te verhogen. In deze omstandigheden zouden een splitsing van Kem One en/of een duurzame vermindering van haar verkoop de concurrentiepositie van de joint venture tussen Ineos en Solvay versterken ten koste van de concurrentie op niet-Europese markten.

    (284)

    De Commissie concludeert hieruit dat de belanghebbenden in hun analyse van de overcapaciteit van de markt niet voldoende rekening hebben gehouden met de ontwikkeling van de PVC-markt sinds het besluit Ineos/Solvay/JV, terwijl deze ontwikkeling kan leiden tot een situatie waarin een strategisch op derde landen gerichte uitvoer en heroriënteringen van de productie bij een verzwakte concurrentie zich kunnen vertalen in prijsverhogingen die nadelig zijn voor de afnemers in West-Europa.

    6.2.4.3.   Door de Commissie passend geachte compenserende maatregelen

    (285)

    In de eerste plaats zij opgemerkt dat in punt 39 van de richtsnoeren van 2004 geen limitatieve lijst van mogelijke compenserende maatregelen wordt voorgesteld, maar slechts een aantal a priori aanvaardbare oplossingen wordt opgesomd, wat niet wegneemt dat de Commissie compenserende maatregelen kan voorstellen die niet in deze opsomming voorkomen.

    (286)

    Na haar onderzoek kwam de Commissie tot de conclusie dat de volgende maatregelen passende compenserende maatregelen zijn:

    vaststelling van een maximale nominale productiecapaciteit voor chloor ([600-700] kt/jaar) en soda ([600-700] kt/jaar exclusief eigen verbruik) op de sites van Fos-sur-Mer en Lavéra, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd;

    vaststelling van een maximaal marktaandeel van Kem One voor S-PVC in de regio Noord-West-Europa (Duitsland, België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden samengenomen) (21), ter hoogte van [10-20] % in termen van volume, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd;

    verbod op het verwerven van deelnemingen of activa van ondernemingen op de productmarkten in de EER waarop Kem One aanwezig is, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd. Dit verbod heeft betrekking op Kem One en iedere natuurlijke of rechtspersoon die momenteel een zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (22) over Kem One uitoefent, of in de komende […] zal uitoefenen.

    (287)

    Deze drie compenserende maatregelen neutraliseren de ongunstige effecten van de steunmaatregelen op de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, doordat zij Kem One beletten gebruik te maken van de ontvangen steun om haar aanwezigheid op zowel de PVC-markt als andere markten waarop zij actief is, te verhogen.

    (288)

    Vaststelling van een maximale nominale productiecapaciteit voor chloor ([600-700] kt/jaar) en soda ([600-700] kt/jaar exclusief eigen verbruik) op de sites van Fos-sur-Mer en Lavéra, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd. Deze maatregel komt reeds neer op een „vermindering” van de daadwerkelijke productie van chloor van […] kt ten opzichte van de daadwerkelijke productie van Kem One zoals gepland na de realisatie van het project SAM. De huidige benutting van de productiecapaciteit voor chloor en soda bedraagt [80-90] % (waarvan [85-95] % overeenkomt met een in de praktijk gebruikelijke benuttingsgraad, minus ongeveer [5-15] % als gevolg van een uitzonderlijk incident op de site van Fos-sur-Mer in juni 2014). Een benutting van de productiecapaciteit voor [90-100] % in 2015 en 2016 komt overeen met […] kt/jaar. Dankzij een intrinsiek hogere betrouwbaarheid kan deze benuttingsgraad na de conversie van de elektrolyse-installaties voor chloor/soda in Lavéra toenemen tot [85-95] % en de in het bedrijfsplan voorziene daadwerkelijke chloorproductie van […] kt/jaar bereiken. Opgemerkt zij evenwel dat de nieuwe membraancelleninstallatie in staat zou zijn [5-15] % meer dan de „nominale” productie van […] kt/jaar te produceren als de stroomsterkte werd verhoogd van […] tot […] kA/m2. Kem One heeft geopteerd voor deze technische oplossing en heeft met de leverancier onderhandeld over de aanschaf van het betrokken materiaal, om een productieverhoging in de toekomst te vergemakkelijken, in overeenstemming met de voor de jaren 2017 en verder verwachte groei van de chloormarkt.

    (289)

    Wanneer alle afzetmogelijkheden van Kem One voor chloor in aanmerking worden genomen (via haar downstream productie-eenheden voor S-PVC, PVC-pasta, nagechloreerde PVC en chloormethaan), beschikt Kem One over voldoende capaciteit om een chloorproductie van […] kt/jaar te absorberen. Voorts liggen de groeiprognoses voor Kem One wat betreft de vraag naar chloor en soda in West-Europa respectievelijk om en bij de […] % en […] % per jaar (23). De vaststelling van een maximale productiecapaciteit zal Kem One dus beletten haar chloorproductie op [600-700] kt/jaar te brengen, waardoor ze bijna een verzadiging van al haar potentiële afzetmogelijkheden had kunnen bereiken en de benuttingsgraad van haar downstream activa voor de chloorproductie had kunnen maximaliseren. Uiteindelijk ontneemt de vaststelling van een maximale nominale capaciteit op [600-700] kt chloor per jaar, d.w.z. een verwachte daadwerkelijke chloorproductie van […] kt/jaar, Kem One de mogelijkheid om de groei van de markt voor soda te flankeren, wat zich vertaalt in een gemiste kans van ongeveer […] % van de toename van de verkoop in […]. Het marktaandeel van Kem One voor soda in West-Europa, dat op [5-15] % wordt geschat, zou bijgevolg uitkomen op [5-15] %.

    (290)

    Bovendien zou deze maatregel het Kem One onmogelijk maken haar eigen afzetmogelijkheden en marktaandelen voor chloorderivaten in Europa (S-PVC, E-PVC of PVC-pasta, PVC-C of nagechloreerde PVC, chloormethaan en, in mindere mate, vloeibaar chloor), en/of haar uitvoer te verhogen. De gemiste kans is berekend op ongeveer […] kt chloor over een periode van […]. Bij wijze van voorbeeld: met […] kt chloor kan […] kt S-PVC worden geproduceerd, wat het marktaandeel van Kem One van [10-20] % op [10-20] % zou kunnen brengen, wanneer wordt gekeken naar de verkoop van PVC van Kem One ([…] kt/jaar) en de omvang van de voor de Europese producenten toegankelijke markt voor S-PVC ([…] Mt).

    (291)

    Vaststelling van een maximaal marktaandeel voor S-PVC van Kem One en haar huidige of toekomstige filialen in de regio Noord-West-Europa (Duitsland, België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden samengenomen), ter hoogte van [10-20] % in termen van volume, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd  (24). Voor S-PVC (inclusief M-PVC of „massa-PVC” van Saint-Fons, dat er op de markt mee wordt gelijkgesteld) beschikt Kem One over een nominale productiecapaciteit van […] kt/jaar, d.i. ongeveer […] % van de totale productiecapaciteit van West-Europa ([…] Mt/jaar).

    (292)

    […]

    (293)

    De combinatie van deze industriële en commerciële maatregelen zou moeten leiden tot een aanzienlijke verhoging van de in dit geografische gebied afgezette hoeveelheden (ongeveer […] Kt, zodat het marktaandeel van de onderneming voor S-PVC in dit gebied op [10-20] % wordt gebracht.

    (294)

    De Commissie meent dan ook dat de vaststelling van een maximaal marktaandeel van Kem One op [10-20] % (in termen van volume) op de markt voor S-PVC […] in Noord-West-Europa vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd ervoor kan zorgen dat Kem One geen gebruik maakt van de steunmaatregelen in het kader van haar commerciële activiteiten in dit gebied. Door de vaststelling van een maximum kunnen ook de effecten van de steun worden beperkt en kan het gevaar voor buitensporige concurrentievervalsing worden vermeden. Bovendien is het feit dat Frankrijk, waar Kem One haar belangrijkste industriële en commerciële vestiging op het gebied van S-PVC heeft, is opgenomen in dit geografische gebied, in overeenstemming met de eisen van de rechtspraak op het gebied van compenserende maatregelen (25). Deze oplossing biedt eveneens het voordeel dat de concurrentiedruk op de joint venture tussen Ineos en Solvay, de belangrijkste speler op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa (26), wordt gehandhaafd, zonder daarom de concurrentiesituatie buitensporig lang te bevriezen.

    (295)

    Gelet op het voorafgaande is de Commissie van oordeel dat deze tijdelijke maxima inderdaad passender maatregelen zijn dan de afstoting van activa om een buitensporige verstoring van de mededinging door de betrokken steun te voorkomen en tegelijk een concurrentiedruk op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa te behouden.

    (296)

    Overnameverbod. Dit verbod zal niet alleen betrekking hebben op Kem One, maar op iedere natuurlijke of rechtspersoon die momenteel een zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 2, van de EG-concentratieverordening over Kem One uitoefent of in de komende […] zal uitoefenen. Hierin is het volgende gepreciseerd: „Zeggenschap berust op rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of gezamenlijk, met inachtneming van alle feitelijke en juridische omstandigheden, het mogelijk maken een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming, met name a) eigendoms- of gebruiksrechten op alle vermogensbestanddelen van een onderneming of delen daarvan; b) rechten of overeenkomsten die een beslissende invloed verschaffen op de samenstelling, het stemgedrag of de besluiten van de ondernemingsorganen.” Zo zullen noch Kem One, noch de entiteiten die over haar zeggenschap zullen hebben, de door Frankrijk uitbetaalde steun kunnen gebruiken om hun marktpositie te versterken ten nadele van spelers die geen overheidssubsidies hebben ontvangen.

    (297)

    Het verbod zal geen betrekking hebben op overnames i) die noodzakelijk zijn voor het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One en ii) die geen omzeiling vormen van de verplichting om de effecten van de steun te beperken tot het strikte minimum dat nodig is om de doelstellingen van het herstructureringsplan van Kem One te verwezenlijken. Een overname mag niet plaatsvinden zolang de Commissie niet heeft geoordeeld dat de voorwaarden onder i) en ii) zijn vervuld. Elk voornemen tot overname, evenals de elementen op basis waarvan de Commissie kan beoordelen of deze voorwaarden zijn vervuld, dienen binnen een redelijke termijn aan de Commissie te worden meegedeeld.

    6.2.4.4.   Controle en halfjaarlijkse verslagen

    (298)

    In punt 49 van de richtsnoeren van 2004 is het volgende bepaald: „De Commissie moet in staat worden gesteld zich, aan de hand van regelmatige en gedetailleerde verslagen die de betrokken lidstaten meedelen, ervan te vergewissen dat het herstructureringsplan naar behoren wordt uitgevoerd.”

    (299)

    In dit geval is de Commissie, rekening houdend met het betrokken steunbedrag, de aard van de compenserende maatregelen die nodig zijn om de verenigbaarheid van de steun met de staatssteunregels te garanderen, de doelstelling om het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One te garanderen en de concurrentiesituatie op de betrokken markt, van oordeel dat de Franse autoriteiten haar halfjaarlijkse verslagen moeten overleggen met informatie over de volgende punten:

    de goede tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan, met een evaluatie van de verwezenlijking van de doelstelling om de levensvatbaarheid van Kem One te herstellen;

    de daadwerkelijke vaststelling van een maximale nominale productiecapaciteit voor chloor en soda in Fos-sur-Mer en Lavéra;

    de daadwerkelijke vaststelling van een maximaal marktaandeel van Kem One op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa (Duitsland, België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden samengenomen), ter hoogte van [10-20] %;

    het feit dat geen deelnemingen of activa van ondernemingen zijn verworven op de productmarkten in de EER waarop Kem One aanwezig is;

    een stand van zaken over de concurrentiesituatie op de markt voor PVC en de upstream en downstream markten in de EER, en met name over de marktaandelen en capaciteiten van de marktspelers, de veranderingen in de structuur van de markten, de prijsontwikkelingen en alle andere elementen die voor de Commissie noodzakelijk zijn om de situatie beter te begrijpen.

    (300)

    Deze verslagen moeten worden overgelegd gedurende een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd. Het eerste verslag moet zes maanden na de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd, aan de Commissie worden toegezonden.

    (301)

    Concluderend stelt de Commissie met betrekking tot het voorkomen van buitensporige verstoring van de mededinging als gevolg van de steunmaatregelen dat, gelet op de aanwezigheid van de joint venture tussen Ineos en Solvay (een beduidend sterkere speler op de markt voor S-PVC), op het feit dat drastischer compenserende maatregelen in de vorm van een afstoting van activa zoals vermeld in punt 39 van de richtsnoeren van 2004 de levensvatbaarheid van Kem One in gevaar dreigen te brengen en haar concurrentiekracht zouden verzwakken, wat schadelijk zou zijn voor de structuur en het concurrentievermogen van de markt, en aangezien de in dit punt 6.2.4 van dit besluit onderzochte compenserende maatregelen de effecten voldoende beperken en in de huidige omstandigheden een passende oplossing kunnen bieden voor de verstoring van de mededinging door de steun, en zij samen met de concurrentiesituatie van de markt zullen worden geëvalueerd in regelmatige verslagen, dat genoemde compenserende maatregelen passend kunnen worden geacht.

    6.2.5.   Beperking van de steun tot het minimum: reële bijdrage, vrij van steun

    (302)

    In punt 43 van de richtsnoeren van 2004 is bepaald dat: „[h]et steunbedrag en de steunintensiteit tot het voor de uitvoering van de herstructurering strikt noodzakelijke minimum aan herstructureringskosten [moeten] worden beperkt, in samenhang met de voorhanden zijnde financiële middelen van de onderneming, van haar aandeelhouders of van het concern waarvan zij deel uitmaakt.” In punt 44 van de richtsnoeren van 2004 is het volgende gepreciseerd: „In de regel beschouwt de Commissie de volgende bijdragen aan de herstructurering als passend: […] 50 % in het geval van grote ondernemingen.”

    (303)

    In de eerste plaats waren de in het kader van de inleiding van de procedure verzamelde gegevens ontoereikend om de opneming van de lening voor een bedrag van [60-70] miljoen EUR in de eigen bijdrage van Kem One te rechtvaardigen. De Franse autoriteiten hebben het hypothetische en onzekere karakter van de lening bevestigd, en onderstreept dat deze hoe dan ook niet zou worden aangegaan vóór 2016. Deze lening voldoet dus niet aan de in de richtsnoeren van 2004 gepreciseerde voorwaarde dat de eigen bijdrage van de begunstigde reëel moet zijn. Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat het niet gerechtvaardigd is de lening bij de berekening in aanmerking te nemen.

    (304)

    Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat bij de berekening van de eigen bijdrage van Kem One in de herstructureringskosten de volgende middelen in aanmerking moeten worden genomen:

    Tabel 4

    Bronnen van de particuliere bijdragen waarin het herstructureringsplan volgens de Commissie voorziet

    Bijdragebron

    Bedrag (in miljoen EUR)

    Autofinanciering van Kem One

    [10-20]

    Financiering [particuliere investeerder 1]

    [35-45]

    Financiering [particuliere investeerder 2]

    [55-65]

    Kapitaalverhoging door overnemers

    10

    Vereffening van schulden van [particuliere investeerder 6]

    [0-10]

    Totaal

    133,4

    Bron: Commissie

    (305)

    Tijdens het onderzoek is een aantal nieuwe elementen naar voren gekomen. In de eerste plaats heeft Kem One met betrekking tot haar autofinanciering tot dusver slechts 18 miljoen EUR in het moderniseringsproject ingebracht. Gezien het hypothetische karakter van de betaling van het saldo kunnen deze bedragen niet als eigen bijdrage worden aangemerkt. Daarnaast bedraagt de factoring van [particuliere investeerder 2] als gevolg van onderhandelingen tussen Kem One en [particuliere investeerder 2] uiteindelijk [55-65] miljoen EUR (tegenover [40-50] miljoen EUR zoals oorspronkelijk voorzien).

    (306)

    De herstructureringskosten zijn op 222 miljoen EUR geschat. De eigen bijdrage van Kem One in deze herstructurering bedraagt dus 60 % van de herstructureringskosten.

    (307)

    Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat de steun is beperkt tot het minimum, zonder dat uitspraak behoeft te worden gedaan over de aard van de door de particuliere schuldeisers verleende kwijtscheldingen van schulden.

    6.2.6.   Eenmaligheidsbeginsel

    (308)

    Krachtens punt 72 en verder van de richtsnoeren van 2004 mag herstructureringssteun slechts eenmaal in een periode van tien jaar aan een onderneming worden toegekend.

    (309)

    De Franse autoriteiten hebben in hun aanmelding gepreciseerd dat noch Kem One, noch de groep waartoe zij behoort, in het verleden reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen.

    (310)

    Bijgevolg is aan het eenmaligheidsbeginsel voldaan.

    7.   CONCLUSIE

    (311)

    De Commissie is van oordeel dat de betrokken steunmaatregelen op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU, als verenigbaar met de interne markt kunnen worden aangemerkt, mits de in punt 6.2.4.3 van dit besluit opgesomde compenserende maatregelen worden uitgevoerd en de in punt 6.2.4.4 van dit besluit bedoelde verslagen binnen de gestelde termijnen aan de Commissie worden overgelegd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De steunmaatregelen die Frankrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Kem One SAS (hierna „Kem One” genoemd) in de vorm van i) een lening van het Fonds de Développement Economique et Social, ii) een subsidie en terugbetaalbare voorschotten en iii) eventuele kwijtscheldingen van belasting- en socialezekerheidsschulden zijn verenigbaar met de interne markt onder de voorwaarden van artikel 2.

    Artikel 2

    1.   Frankrijk zorgt ervoor dat de nominale productiecapaciteit voor chloor ([600-700] kt/jaar) en soda ([600-700] kt/jaar exclusief eigen verbruik) van Kem One op de sites van Fos-sur-Mer en Lavéra, ongewijzigd blijft gedurende een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd.

    2.   Frankrijk zorgt ervoor dat het marktaandeel van Kem One op de markt voor S-PVC in Noord-West-Europa (Duitsland, België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden samengenomen) niet meer dan [10-20] % bedraagt gedurende een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd.

    3.   Frankrijk zorgt ervoor dat Kem One en iedere natuurlijke of rechtspersoon die momenteel een zeggenschap over Kem One uitoefent, of zal uitoefenen in de […] na de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd, geen deelnemingen of activa verwerven van ondernemingen op de productmarkten in de Europese Economische Ruimte (EER) waarop Kem One aanwezig is, voor een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd.

    Het in dit lid vastgestelde verbod is niet van toepassing op overnames:

    a)

    die noodzakelijk zijn voor het herstel van de levensvatbaarheid van Kem One, en

    b)

    die geen omzeiling vormen van de verplichting om de effecten van de steun te beperken tot het strikte minimum dat nodig is om de doelstellingen van het herstructureringsplan van Kem One te verwezenlijken.

    Elk voornemen tot overname als bedoeld in dit lid en de elementen op basis waarvan de Commissie kan beoordelen of de voorwaarden onder a) en b) zijn vervuld, worden binnen een redelijke termijn aan de Commissie meegedeeld. De overname mag niet plaatsvinden zolang de Commissie niet heeft geoordeeld dat genoemde voorwaarden zijn vervuld.

    Artikel 3

    Frankrijk legt aan de Commissie de halfjaarlijkse verslagen over met de volgende elementen:

    a)

    de goede tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan, met een evaluatie van de verwezenlijking van de doelstelling om de levensvatbaarheid van Kem One te herstellen;

    b)

    alle gegevens die nuttig zijn voor de naleving van de in artikel 2 genoemde voorwaarden, en met name de ontwikkeling van het marktaandeel van Kem One op de in lid 2 van genoemd artikel bedoelde markt.

    c)

    een stand van zaken over de concurrentiesituatie op de markt voor PVC en de upstream en downstream markten in de EER, en met name over de marktaandelen en capaciteiten van de marktspelers, de veranderingen in de structuur van de markten, de prijsontwikkelingen en alle andere elementen die voor de Commissie van nut zijn om de situatie beter te begrijpen.

    Deze verslagen worden overgelegd gedurende een periode van […] vanaf de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd. Het eerste verslag moet zes maanden na de datum waarop dit besluit wordt goedgekeurd, aan de Commissie worden toegezonden.

    Artikel 4

    Frankrijk deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

    Artikel 5

    Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

    Gedaan te Brussel, 28 juli 2015.

    Voor de Commissie

    Margrethe VESTAGER

    Lid van de Commissie


    (1)  PB C 460 van 19.12.2014, blz. 40.

    (2)  Zie voetnoot 1.

    (*)  Vertrouwelijke informatie

    (3)  Zie met name het besluit van de Commissie van 8 mei 2014 in zaak M.6905 — Ineos/Solvay/JV (hierna „het besluit Ineos/Solvay/JV” genoemd).

    (4)  Chloor wordt gebruikt voor de vervaardiging van vinylchloride-monomeer (VCM), dat op zijn beurt wordt gebruikt voor de productie van PVC.

    (5)  […]

    (6)  Journal officiel de la République française (Staatsblad van de Franse Republiek) nr. 279 van 1.12.2004, blz. 20468.

    (7)  Volgens de definitie van het Nationaal Instituut voor de statistiek en economische studies is een middelgrote onderneming een onderneming met 250 tot 4 999 werknemers, en hetzij een omzet van niet meer dan 1,5 miljard EUR, hetzij een balanstotaal van niet meer dan 2 miljard EUR. Een onderneming met minder dan 250 werknemers, maar met een omzet van meer dan 50 miljoen EUR en een balanstotaal van meer dan 43 miljoen EUR, wordt ook als middelgrote onderneming beschouwd.

    (8)  Tot een substantiële wijziging in de doelstellingen of de middelen van het plan kan slechts worden besloten door de rechtbank, op verzoek van de schuldenaar en op basis van het verslag van de commissaris voor de uitvoering van het plan. Als de situatie van de debiteur een substantiële wijziging van het plan ten gunste van de schuldenaars mogelijk maakt, kan de met de uitvoering van het plan belaste commissaris de zaak aanhangig maken bij de rechtbank.

    (9)  Het besluit om op deze lening in te schrijven zal afhangen van de door Kem One in 2014 en 2015 gegenereerde cashflow.

    (10)  Wanneer een vergunningsaanvraag betrekking heeft op een installatie die is aangewezen om op een nieuwe site te worden gevestigd en die, wegens ontploffingsgevaar of gevaar voor verspreiding van schadelijke stoffen, zeer aanzienlijke risico's voor de gezondheid of de veiligheid van omwonenden en voor het milieu kunnen inhouden, kunnen erfdienstbaarheden voor algemeen nut worden ingesteld met betrekking tot het bodemgebruik en de uitvoering van werkzaamheden waarop de bouwvergunning betrekking heeft.

    (11)  PB C 14 van 19.1.2008, blz. 2.

    (12)  Toepassing van de verhoging met 650 basispunten voor een als normaal aangemerkte zekerheidstelling en met 1 000 basispunten voor een als zwak aangemerkte zekerheidstelling.

    (13)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

    (14)  […] EUR aan werkgeversbijdragen + […] EUR aan belastingen en heffingen + […] EUR aan uit hoofde van de verplichte regeling aan de groep Malakoff Médéric verschuldigde bijdragen.

    (15)  Aandeel van […] % van de niet-kwijtgescholden schulden, d.w.z. […] EUR, plus de niet-kwijtscheldbare schulden die zijn aangegaan na de gerechtelijke sanering, d.w.z. 13 miljoen EUR.

    (16)  PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1.

    (17)  Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).

    (18)  Besluit van de Commissie van 26 juli 2011 in zaak M.6218 — Ineos/Tessenderlo Group S-PVC Assets. Zie ook het besluit Ineos/Solvay/JV.

    (19)  Zie de punten 805, 828 en 838 van het besluit Ineos/Solvay/JV.

    (20)  Zo heeft de Commissie op 9 juni 2015 groen licht gegeven voor de overname van bepaalde ondernemingen in de chloorvinylbranche van INEOS door ICIG, en ICIG goedgekeurd als overnemer van de in het kader van de oprichting van een joint venture afgestoten activa (IP/15/5147).

    (21)  Zie punt 403 van het besluit Ineos/Solvay/JV.

    (22)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

    (23)  De historiek van de afgelopen tien jaar wijst er namelijk op dat de vraag naar soda, een product met een extreem gevarieerd gebruik, toeneemt met een percentage dat zeer dicht bij het bbp ligt, terwijl de vraag naar chloor met een slechts iets lager percentage toeneemt.

    (24)  Aangezien de verkoopvolumes in het geografische gebied met enige vertraging worden bekendgemaakt in de beroepsstatistieken en niet alleen afhangen van Kem One, en de inachtneming van het maximum relatief snelle aanpassingen van het commerciële beleid kan vereisen met een herverdeling van de afzet binnen het bestreken geografische gebied, dient een kader te worden vastgesteld voor het maximale marktaandeel. Zo zal het maximum, wanneer het marktaandeel het bij dit besluit vastgestelde maximum met 10 % overschrijdt, worden geacht niet te zijn overschreden als de begunstigde het marktaandeel binnen een maximumtermijn van een jaar te rekenen vanaf het eerste halfjaarlijkse verslag waarin sprake is van deze overschrijding, opnieuw op 11 % brengt.

    (25)  Arrest van het Gerecht van 14 februari 2012, Electrolux en Whirlpool/Commissie, T-115/09 en T-116/09, ECLI:EU:T:2012:76, punten 50 tot en met 58.

    (26)  Zie punt 403 en verder van het besluit Ineos/Solvay/JV.


    Top