EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0368

Besluit (GBVB) 2016/368 van de Raad van 14 maart 2016 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de Al Qaida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten

PB L 68 van 15.3.2016, p. 17–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 21/09/2016; stilzwijgende opheffing door 32016D1693

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/368/oj

15.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/17


BESLUIT (GBVB) 2016/368 VAN DE RAAD

van 14 maart 2016

tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de Al Qaida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 mei 2002 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op 17 december 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2253 (2015) aangenomen (hierna „UNSCR 2253 (2015)”) waarin hij opnieuw de Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIS, ook bekend als Da'esh), Al Qaida en daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten ondubbelzinnig veroordeelde wegens voortdurende en veelvuldige misdadige terroristische handelingen die gericht zijn op het doden van onschuldige burgers en andere slachtoffers, op vernietiging van eigendom en op verregaande ondermijning van de stabiliteit.

(3)

In dat verband werd in UNSCR 2253 (2015) eraan herinnerd dat ISIS (Da'esh) een splintergroepering van Al Qaida is en dat elke persoon, groep, onderneming of entiteit die Al Qaida of ISIS (Da'esh) steunt, in aanmerking komt voor opname op de lijst van de Verenigde Naties.

(4)

De lidstaten worden in UNSCR 2253 (2015) opgeroepen om de stromen kapitaal, andere financiële activa en economische middelen naar personen en entiteiten op de sanctielijst van ISIS (Da'esh) en Al Qaida af te snijden, overeenkomstig lid 2, onder a), van de resolutie en met inachtneming van de relevante aanbevelingen van de Financial Action Task Force en internationale normen.

(5)

De uitvoeringsmaatregelen van de Unie zijn vervat in Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad (2).

(6)

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

„Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/CFSP van de Raad van 27 mei 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten”.

2)

De volgende overweging wordt toegevoegd:

„(9)

De lidstaten worden in UNSCR 2253 (2015) opgeroepen om de stromen kapitaal, andere financiële activa en economische middelen naar personen en entiteiten op de sanctielijst van ISIS (Da'esh) en Al Qaida af te snijden overeenkomstig lid 2, onder a), van de resolutie en met inachtneming van de relevante aanbevelingen van de Financial Action Task Force en internationale normen.”.

3)

Overweging 9 wordt hernummerd tot overweging 10.

4)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Dit gemeenschappelijk standpunt is van toepassing op de leden van de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida, alsmede op personen, groepen, ondernemingen en entiteiten:

a)

die verbonden zijn met leden van de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida, onder meer die welke:

i)

deelnemen aan de financiering, planning, facilitering, voorbereiding of uitvoering van handelingen of activiteiten door, in samenhang met, onder de naam van, namens, of ter ondersteuning van een van die organisaties of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan;

ii)

daaraan wapens en daarmee verband houdend materieel leveren, verkopen of overdragen;

iii)

daarvoor werven of op andere wijze handelingen of activiteiten daarvan steunen;

b)

over wie/waarover de zeggenschap direct of indirect berust bij, of die op andere wijze steun verlenen aan personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die met Al Qaida of ISIS (Da'esh) verbonden zijn,

die opgenomen zijn op de overeenkomstig UNSCR 1267 (1999), 1333 (2000) en 2253 (2015) opgestelde lijst die regelmatig door het overeenkomstig UNSCR 1267 (1999) ingestelde comité zal worden bijgewerkt.”.

5)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

1.   Er wordt een verbod ingesteld op het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, aan personen, groepen, ondernemingen en entiteiten als bedoeld in artikel 1, onder a) en b), door onderdanen van de lidstaten, vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruik van schepen of vliegtuigen die hun vlag voeren, ongeacht of de goederen uit het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

2.   Er wordt een verbod ingesteld op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, diensten als tussenpersoon en andere diensten, gerelateerd aan militaire activiteiten of aan levering, fabricage, onderhoud of gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor aan personen, groepen, ondernemingen of entiteiten als bedoeld in artikel 1, onder a) en b);

b)

het direct of indirect verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand gerelateerd aan militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsook verzekeringen en herverzekeringen, voor de verkoop, de levering, het overbrengen of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of voor het verlenen van daaraan gerelateerde technische bijstand, diensten als tussenpersoon en andere diensten, aan personen, groepen, ondernemingen of entiteiten als bedoeld in artikel 1, onder a) en b);

c)

het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder punt a) of b) van deze alinea bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.”.

6)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

1.   Alle tegoeden en economische middelen die direct of indirect toebehoren aan, eigendom zijn van, in bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de in artikel 1 bedoelde natuurlijke personen, entiteiten, lichamen of groepen, of derde partijen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die op de uit hoofde van UNSCR 1267 (1999), UNSCR 1333 (2000) en UNSCR 2253 (2015) opgestelde lijst zijn opgenomen.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 14 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB van de Raad van 27 mei 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de Al Qaida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten (PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4).

(2)  Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen het Al Qaida-netwerk (PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9).


Top