EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R2461

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2461 van de Commissie van 30 oktober 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 tot vaststelling van de financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad

PB L 342 van 29.12.2015, p. 1–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2019; stilzwijgende opheffing door 32019R0887

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2015/2461/oj

29.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 342/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2461 VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2015

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 tot vaststelling van de financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), en met name artikel 209,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU, Euratom) nr. 547/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) ging vergezeld van een gemeenschappelijke verklaring over de afzonderlijke kwijtingsprocedure voor gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. Overeenkomstig die verklaring voorzag Verordening (EU, Euratom) 2015/1929 van het Europees Parlement en de Raad (3) in een harmonisering van de op publiek-private partnerschapsorganen als bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (hierna: „PPP-organen”) toepasselijke regels inzake de kwijting en externe controles met de regels voor organen als bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. Bovendien werden bij die verordening ook PPP-organen vrijgesteld van de toepassing van de leden 5 en 6 van artikel 60 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

(2)

Aangezien het Europees Parlement de directeur van elk PPP-orgaan op aanbeveling van de Raad kwijting dient te verlenen voor de tenuitvoerlegging van de begroting van het betrokken PPP-orgaan, moeten de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 (4) in verband met de verslagleggingsverplichtingen van PPP-organen en de kwijtingsprocedure in overeenstemming worden gebracht met de overeenkomstige bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 (5) van de Commissie. Voor alle PPP-organen moet met name een verplichting worden ingevoerd om een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag over te leggen, met uitvoerige informatie over de uitvoering van het werkprogramma, de begroting, de personeelsformatie, het beheer en de internecontrolesystemen. Voorts moet de procedure voor de opstelling van de voorlopige rekeningen en de goedkeuring van de definitieve rekening van de PPP-organen in overeenstemming worden gebracht met de procedure van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.

(3)

Overeenkomstig de bij artikel 209, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 ingevoerde verplichting dat de jaarrekening van een PPP-orgaan door een onafhankelijke externe controleur moet worden geverifieerd, moet de tekst van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 in overeenstemming worden gebracht met de overeenkomstige bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.

(4)

Bij de gunning van contracten dienen de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (6) van toepassing te zijn, behoudens specifieke bepalingen in het oprichtingsbesluit van het PPP-orgaan of het basisbesluit van het programma waarvan de uitvoering aan het PPP-orgaan is toevertrouwd, teneinde ervoor te zorgen dat de uitvoering coherent is met de acties die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd.

(5)

Deze verordening dient in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, zodat de herziene financiële regelingen voor de PPP-organen tijdig kunnen worden vastgesteld met het oog op de inwerkingtreding daarvan op 1 januari 2016 en om ervoor te zorgen dat de nieuwe eisen inzake externe controle van de jaarrekeningen van de PPP-organen voor het jaar 2016 daadwerkelijk worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

„In deze verordening zijn de grondbeginselen vastgelegd op basis waarvan publiek-private partnerschapsorganen (hierna „PPP-organen” genoemd) hun eigen financiële regels dienen vast te stellen. De financiële regels van een PPP-orgaan wijken slechts af van deze verordening voor zover de specifieke behoeften van dat orgaan zulks vereisen en met de voorafgaande instemming van de Commissie overeenkomstig artikel 209, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.”.

2)

In artikel 17 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   De ordonnateur bewaart de bewijsstukken van de uitgevoerde verrichtingen gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het besluit waarbij kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting van het PPP-orgaan voor het betrokken jaar. Persoonsgegevens in de bewijsstukken worden waar mogelijk verwijderd wanneer die gegevens niet noodzakelijk zijn voor beheer of controle. In ieder geval is, wat de bewaring van verkeersgegevens betreft, artikel 37, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing.”.

3)

Artikel 20 wordt vervangen door:

„Artikel 20

Jaarlijkse verslaglegging

1.   De ordonnateur brengt jaarlijks over de uitvoering van zijn taken verslag uit aan de raad van bestuur door middel van een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag bevattende:

a)

informatie over:

i)

de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma van het PPP-orgaan, de begroting en de personele middelen;

ii)

het beheer en de internecontrolesystemen, met inbegrip van een samenvatting over het aantal en de aard van de interne controles die door de interne controleur zijn verricht, de internecontrolecapaciteiten, de gedane aanbevelingen en het gevolg dat aan de aanbevelingen van vorige jaren is gegeven, als bedoeld in de artikelen 26 en 28;

iii)

eventuele opmerkingen van de Rekenkamer en het daaraan gegeven gevolg;

iv)

de rekeningen en het verslag over het begrotings- en financieel beheer, onverminderd de artikelen 39, 41 en 42;

b)

een verklaring van de ordonnateur dat hij of zij, tenzij anders vermeld in specifieke punten van voorbehoud ten aanzien van welbepaalde ontvangsten- en uitgavengebieden, redelijke zekerheid heeft dat:

i)

de in het verslag opgenomen gegevens een juist en getrouw beeld geven;

ii)

de middelen die zijn bestemd voor de activiteiten waarover verslag wordt uitgebracht, zijn gebruikt voor het opgegeven doel en in overeenstemming zijn met het begrip van goed financieel beheer;

iii)

de ingevoerde controleprocedures de nodige garanties bieden in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

Het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag bevat een overzicht van de resultaten van de verrichtingen ten opzichte van de opgedragen doelstellingen, de aan die verrichtingen verbonden risico's, het gebruik van de middelen die ter beschikking zijn gesteld en de efficiëntie en de doeltreffendheid van de internecontrolesystemen, met inbegrip van een globale kosten-batenanalyse van de controles.

Het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag wordt ter beoordeling voorgelegd aan de raad van bestuur.

2.   Jaarlijks zendt de raad van bestuur uiterlijk op 1 juli het jaarlijks activiteitenverslag, samen met zijn beoordeling daarvan, toe aan de Rekenkamer, de Commissie, het Europees Parlement en de Raad.

3.   In gerechtvaardigde gevallen, in het bijzonder wanneer de aard van het gebied waarop het orgaan actief is zulks vereist, kunnen in het oprichtingsbesluit aanvullende verslagleggingsvereisten worden gesteld.”.

4)

In artikel 33 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Met betrekking tot overheidsopdrachten zijn titel V van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van toepassing behoudens de leden 3 tot en met 6 van dit artikel en de eventuele specifieke bepalingen in het oprichtingsbesluit of het basisbesluit van het programma waarvan de uitvoering aan het PPP-orgaan is toevertrouwd.”.

5)

Artikel 35 wordt vervangen door:

„Artikel 35

Subsidies

Met betrekking tot subsidies zijn titel VI van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van toepassing, behoudens specifieke bepalingen in het oprichtingsbesluit of het basisbesluit van het programma waarvan de uitvoering aan het PPP-orgaan is toevertrouwd.”.

6)

In artikel 39 wordt de derde alinea vervangen door:

„Wanneer de rekeningen van het PPP-orgaan moeten worden geconsolideerd volgens de in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde boekhoudregels, zendt het PPP-orgaan het verslag over het begrotings- en financiële beheer uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.”.

7)

Artikel 43 wordt vervangen door:

„Artikel 43

Voorlopige rekeningen en goedkeuring van de definitieve rekeningen

1.   Wanneer de rekeningen van het PPP-orgaan dienen te worden geconsolideerd volgens de in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde boekhoudregels, zendt de rekenplichtige van het PPP-orgaan de voorlopige rekeningen uiterlijk op 1 maart van het daaropvolgende jaar toe aan rekenplichtige van de Commissie en de Rekenkamer.

In het in de eerste alinea bedoelde geval zendt de rekenplichtige van het PPP-orgaan uiterlijk op 1 maart van het volgende jaar ook een financieel informatiepakket toe aan de rekenplichtige van de Commissie, in een standaardformaat dat met het oog op consolidatie door de rekenplichtige van de Commissie wordt vastgesteld.

2.   De Rekenkamer maakt uiterlijk op 1 juni van het volgende begrotingsjaar haar opmerkingen over de voorlopige rekeningen van het PPP-orgaan bekend.

Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen stelt de rekenplichtige de definitieve rekeningen van het PPP-orgaan op. De directeur zendt de definitieve rekeningen voor advies toe aan de raad van bestuur.

Wanneer de rekeningen van het PPP-orgaan moeten worden geconsolideerd overeenkomstig de in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde boekhoudregels, zendt de rekenplichtige de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, uiterlijk op 1 juli van het volgende begrotingsjaar toe aan de rekenplichtige van de Commissie, de Rekenkamer, het Europees Parlement en de Raad. In dat geval zendt de rekenplichtige van het PPP-orgaan uiterlijk op 1 juli ook een financieel informatiepakket toe aan de rekenplichtige van de Commissie, in een standaardformaat dat met het oog op consolidatie door de rekenplichtige van de Commissie wordt vastgesteld.

Wanneer de rekeningen van het PPP-orgaan moeten worden geconsolideerd volgens de in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde boekhoudregels, zendt de rekenplichtige van het PPP-orgaan op dezelfde dag als die waarop hij de definitieve rekeningen verzendt, ook een begeleidende brief betreffende die definitieve rekeningen aan de Rekenkamer toe, met kopie aan de rekenplichtige van de Commissie.

De definitieve rekeningen gaan vergezeld van een nota van de rekenplichtige waarin deze verklaart dat de definitieve rekeningen zijn opgesteld overeenkomstig dit hoofdstuk en de toepasselijke boekhoudbeginselen, -regels en -methoden.

De definitieve rekeningen van het PPP-orgaan worden uiterlijk 15 november van het volgende begrotingsjaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De directeur van het PPP-orgaan zendt de Rekenkamer uiterlijk 30 september van het volgende jaar een antwoord op de opmerkingen die zij in haar jaarverslag heeft geformuleerd. De antwoorden van het PPP-orgaan worden tegelijkertijd naar de Commissie gezonden.”.

8)

De titel van hoofdstuk 9 wordt vervangen door:

„HOOFDSTUK 9

EXTERNE CONTROLE, KWIJTING EN FRAUDEBESTRIJDING”.

9)

De artikelen 46 en 47 worden vervangen door:

„Artikel 46

Externe controle

1.   Een onafhankelijke extern controleur verifieert dat de jaarrekeningen van het PPP-orgaan de inkomsten, uitgaven en financiële positie van dat orgaan correct weergeven, alvorens deze in de definitieve rekeningen van het PPP-orgaan worden geconsolideerd.

Tenzij in het oprichtingsbesluit anders is bepaald, stelt de Rekenkamer overeenkomstig artikel 287, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een specifiek jaarverslag betreffende het PPP-orgaan op. Bij het opstellen van dit verslag houdt de Rekenkamer rekening met de controlewerkzaamheden van de in de eerste alinea bedoelde onafhankelijke extern controleur en de maatregelen die naar aanleiding van zijn of haar bevindingen zijn genomen.

2.   Het PPP-orgaan zendt de definitief goedgekeurde begroting van het orgaan toe aan de Rekenkamer. Het stelt de Rekenkamer zo spoedig mogelijk in kennis van al zijn besluiten en al zijn handelingen in het kader van de artikelen 6, 7 en 10.

3.   De door de Rekenkamer uitgevoerde controle is gebaseerd op de artikelen 158 tot en met 163 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

Artikel 47

Tijdschema voor de kwijtingsprocedure

1.   Vóór 15 mei van het jaar n + 2, tenzij anders bepaald in het oprichtingsbesluit, verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n. De directeur stelt de raad van bestuur in kennis van de opmerkingen van het Europees Parlement die zijn opgenomen in de resolutie die het kwijtingsbesluit vergezelt.

2.   Indien de in lid 1 bedoelde termijn niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de directeur de redenen voor dit uitstel mede.

3.   Indien het Europees Parlement het besluit waarbij kwijting wordt verleend uitstelt, tracht de directeur in overleg met de raad van bestuur zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de factoren die dat besluit in de weg staan, op te heffen.”.

10)

De volgende artikelen 47 bis en 47 ter worden ingevoegd:

„Artikel 47 bis

De kwijtingsprocedure

1.   Het kwijtingsbesluit betreft de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van het PPP-orgaan, alsmede het begrotingsoverschot en de in de financiële balans beschreven activa en passiva van het PPP-orgaan.

2.   Met het oog op het verlenen van de kwijting onderzoekt het Europees Parlement, na de Raad, de rekeningen, de staten en de financiële balansen van het PPP-orgaan. Tevens onderzoekt het het jaarverslag van de Rekenkamer met de antwoorden van de directeur van het PPP-orgaan, alle speciale verslagen met betrekking tot het betrokken begrotingsjaar, alsook de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd.

3.   De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, op dezelfde wijze als bepaald in artikel 165, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

Artikel 47 ter

Follow-upmaatregelen

1.   De directeur stelt alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat.

2.   Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengt de directeur verslag uit over de maatregelen die naar aanleiding van de in lid 1 bedoelde opmerkingen zijn genomen. Hij zendt de Commissie en de Rekenkamer een exemplaar van dit verslag toe.”.

11)

In artikel 48 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Het PPP-orgaan verleent het personeel van de Commissie en andere door haar of de Rekenkamer gemachtigde personen toegang tot zijn terreinen en gebouwen en tot alle informatie, ook in elektronische vorm, die nodig is voor het uitvoeren van hun audits.”.

12)

Artikel 50 wordt vervangen door:

„Artikel 50

Vaststelling van de financiële regels van het PPP-orgaan

1.   Onverminderd lid 2, stelt elk in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoeld PPP-orgaan binnen negen maanden na de datum waarop het betrokken PPP-orgaan onder het toepassingsgebied van artikel 209 van die verordening komt te vallen nieuwe financiële regels vast.

2.   Elk PPP-orgaan als bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 dat reeds financiële regels overeenkomstig deze verordening heeft vastgesteld, herziet die regels teneinde deze op 1 januari 2016 in werking te doen treden.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 547/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 163 van 29.5.2014, blz. 18).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2015/1929 van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 286 van 30.10.2015, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie van 30 september 2013 tot vaststelling van de financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 38 van 7.2.2014, blz. 2).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).


Top