This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015Q0618(02)
Legal aid form — General Court
Formulier voor rechtsbijstand — Gerecht
Formulier voor rechtsbijstand — Gerecht
PB L 152 van 18.6.2015, p. 31–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.6.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 152/31 |
FORMULIER VOOR RECHTSBIJSTAND
GERECHT
1) Toepasselijke bepalingen
De bepalingen over rechtsbijstand zijn opgenomen in het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (artikelen 146-150) en in de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (punten 16-18, 31, 48, 54, 133, 134 en 238-248).
Het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht en de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht zijn beschikbaar op de website van het Hof van Justitie van de Europese Unie (http://curia.europa.eu), onder Gerecht/Procedure.
2) Regels inzake de vertegenwoordiging voor het Gerecht
Om bij het Gerecht een beroep te kunnen instellen, moeten natuurlijke en rechtspersonen worden vertegenwoordigd door een advocaat die is toegelaten tot de uitoefening van zijn beroep bij een rechterlijke instantie van een lidstaat of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (artikel 51 van het Reglement voor de procesvoering). Deze regel legt het beginsel van de verplichte vertegenwoordiging van de verzoekende partij door een advocaat vast.
Indien deze persoon, gezien zijn financiële situatie, geheel of ten dele niet in staat is om de proceskosten te dragen, voorziet het Reglement voor de procesvoering erin dat hij voor rechtsbijstand in aanmerking moet kunnen komen (artikel 146, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering). Anders dan bij het beroep, dat moet worden neergelegd door een advocaat die de verzoekende partij vertegenwoordigt, kan de aanvraag voor rechtsbijstand worden ingediend met of zonder bijstand van een advocaat.
3) Bevoegdheden van het Gerecht en voorwaarden voor ontvankelijkheid
Het Gerecht kan geen rechtsbijstand toekennen wanneer het kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van de rechtsvordering waarvoor hij wordt aangevraagd (artikel 146, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering).
Krachtens de Verdragen en het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie is het Gerecht bevoegd om uitspraak te doen op:
— |
de rechtstreekse beroepen die worden ingesteld door particulieren of door de lidstaten (1) die ertoe strekken om de nietigverklaring van handelingen van de instellingen, organen en instanties van de Unie te verkrijgen, een onrechtmatig verzuim van laatstgenoemden om te handelen te doen vaststellen of om vergoeding van de geleden schade te verkrijgen en de beroepen gebaseerd op een arbitragebeding; |
— |
de beroepen die strekken tot nietigverklaring van de beslissingen van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) en van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO); |
— |
de hogere voorzieningen tegen de beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie. |
Daaruit volgt dat een aanvraag voor rechtsbijstand zal worden geweigerd wegens onbevoegdheid van het Gerecht om op het beroep uitspraak te doen, wanneer het wordt ingesteld om:
— |
de wettigheid te bestrijden van een handeling die door nationale autoriteiten is vastgesteld (ongeacht of dit administratieve of gerechtelijke autoriteiten zijn); |
— |
een beslissing te bestrijden van een internationale instantie die niet onder het institutionele stelsel van de Europese Unie valt (bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens). |
Rechtsbijstand kan evenmin worden toegekend indien de rechtsvordering waarvoor hij wordt aangevraagd, kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk rechtens ongegrond voorkomt (artikel 146, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering).
Daaruit volgt onder meer dat een aanvraag die wordt ingediend vóór het beroep waarop hij betrekking heeft, maar na het verstrijken van de beroepstermijn voor dat beroep, zal worden afgewezen, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk zou worden verklaard omdat het te laat is ingesteld.
4) Verplicht formulier voor rechtsbijstand
Het formulier voor rechtsbijstand, dat in het Publicatieblad van de Europese Unie is gepubliceerd, is beschikbaar op de website van het Hof van Justitie van de Europese Unie, onder Gerecht/Procedure.
Van dit formulier moet verplicht gebruik worden gemaakt om rechtsbijstand aan te vragen, zowel voorafgaand aan de instelling van een beroep als in het kader van een aanhangige zaak. Een aanvraag voor rechtsbijstand die niet per formulier wordt gedaan, wordt niet in aanmerking genomen (artikel 147 van het Reglement voor de procesvoering en punt 238 van de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht).
Een aanvraag voor rechtsbijstand die bij het Gerecht wordt ingediend nadat het Gerecht de beslissing heeft gegeven waarbij het uitspraak doet op het beroep waarop deze aanvraag betrekking heeft, wordt niet in aanmerking genomen.
5) Inhoud van de aanvraag voor rechtsbijstand en bewijsstukken
Het formulier voor rechtsbijstand strekt ertoe het Gerecht overeenkomstig artikel 147, leden 3 en 4, van het Reglement voor de procesvoering de nodige informatie te verschaffen om naar behoren op de aanvraag voor rechtsbijstand te kunnen beslissen. Het gaat om:
— |
gegevens betreffende de financiële situatie van de aanvrager en, |
— |
ingeval het beroep nog niet is ingesteld, gegevens over het voorwerp van dit beroep, de feiten van de zaak en de aangevoerde argumenten (punt 241 van de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht). |
a) Financiële situatie van de aanvrager
De aanvraag voor rechtsbijstand moet vergezeld gaan van de nodige gegevens en bewijzen op grond waarvan de financiële situatie van de aanvrager kan worden beoordeeld, zoals een van de bevoegde nationale autoriteiten afkomstige verklaring die deze financiële situatie bevestigt (artikel 147, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering).
De financiële draagkracht van de aanvrager wordt beoordeeld aan de hand van elementen die zijn behoeftigheid aantonen:
— |
een natuurlijk persoon kan er dus niet mee volstaan om het Gerecht te voorzien van gegevens over zijn inkomsten, maar moet bijvoorbeeld ook belastingaangiften, salarisstroken, verklaringen van socialebijstandsinstanties of de werkloosheidsverzekering, verklaringen van de bank of rekeninguittreksels en gegevens op basis waarvan zijn kapitaal kan worden beoordeeld (waarde van roerende of onroerende goederen) overleggen; |
— |
een rechtspersoon kan er niet mee volstaan om zijn onvermogen om te betalen aan te voeren, maar moet inlichtingen over zijn rechtsvorm, zijn eventuele winstoogmerk en de financiële draagkracht van zijn venno(o)t(en) of aandeelhouders verschaffen en bijvoorbeeld boekhoudkundige balansen of enig ander bewijs van zijn boekhoudkundige situatie overleggen, alsook alle bewijs ter ondersteuning van een gestelde staat van faillissement, gerechtelijke bewindvoering, staking van betaling of gerechtelijke afwikkeling. |
Plechtige verklaringen die door de aanvrager zelf zijn opgesteld en ondertekend, volstaan niet voor het bewijs van zijn behoeftigheid.
De in het formulier vermelde gegevens betreffende de financiële situatie van de aanvrager en de tot staving van deze gegevens overgelegde bewijsstukken strekken ertoe een volledig beeld te geven van zijn financiële situatie.
Een aanvraag die niet rechtens genoegzaam aantoont dat de aanvrager niet tot betaling van de proceskosten in staat is, zal worden afgewezen.
b) Voorwerp van het voorgenomen beroep
Indien de aanvraag voor rechtsbijstand wordt ingediend voordat het beroep waarop hij betrekking heeft, is ingesteld, moet de aanvrager een summiere uiteenzetting geven van het voorwerp van dit beroep, de feiten van de zaak en de argumenten die hij ter ondersteuning van dit beroep wil aanvoeren. Daarvoor is een rubriek voorzien in het formulier voor rechtsbijstand.
Als bijlage moeten afschriften van alle bewijsstukken die relevant zijn voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het in te stellen beroep, worden gevoegd. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om correspondentie met de toekomstige verwerende partij of, in geval van een beroep om nietigverklaring, het besluit waarvan de wettigheid wordt bestreden.
Het formulier voor rechtsbijstand moet naar behoren worden ingevuld en de bewijsstukken moeten begrijpelijk zijn op zich.
c) Aanvulling
De aanvraag voor rechtsbijstand kan niet achteraf worden aangevuld door de neerlegging van addenda. Indien dergelijke addenda worden ingediend zonder dat het Gerecht daarom heeft verzocht, worden zij geweigerd. Het is dus van wezenlijk belang om alle nodige informatie in het formulier op te nemen en om een afschrift bij te voegen van elk document dat deze informatie kan staven.
In buitengewone gevallen kunnen evenwel bewijsstukken betreffende de behoeftigheid van de aanvrager achteraf nog worden aanvaard, mits een passende uitleg wordt gegeven voor de te late indiening ervan (punt 246 van de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht).
6) Neerlegging van de aanvraag
a) Door de aanvrager zelf
De indiener van een aanvraag voor rechtsbijstand die niet door een advocaat wordt vertegenwoordigd, moet de papieren versie van het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier, vergezeld van de daarin vermelde bewijsstukken, toezenden aan of neerleggen bij de griffie van het Gerecht, die zich op het volgende adres bevindt:
Griffie van het Gerecht van de Europese Unie |
Rue du Fort Niedergrünewald |
L-2925 Luxemburg |
De toezending of neerlegging ter plaatse van de papieren versie van het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier kan worden voorafgegaan door toezending van dit document per telefax op het volgende nummer: + 352 43032100.
Wanneer het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier per telefax wordt toegezonden:
— |
wordt dit pas in behandeling genomen nadat het origineel door de griffie in ontvangst is genomen; |
— |
wordt de datum van neerlegging per telefax beschouwd als de datum van neerlegging van het formulier, mits het met de hand ondertekende origineel dat per telefax is toegezonden, de griffie uiterlijk 10 dagen na deze toezending bereikt; indien dit origineel niet binnen deze termijn van 10 dagen wordt neergelegd, is de datum van neerlegging die waarop de griffie het origineel daadwerkelijk in ontvangst heeft genomen; |
— |
dient dit onverwijld te worden verstuurd, onmiddellijk na de toezending per telefax, zonder daarin, zelfs maar minieme, correcties of wijzigingen aan te brengen; |
— |
en er een verschil is tussen het originele formulier dat met de hand is ondertekend, en het afschrift dat de griffie eerder per telefax heeft bereikt, is de datum van neerlegging die van de neerlegging van het ondertekende originele formulier. |
b) Door de advocaat van de aanvrager
Wanneer de indiener van de aanvraag voor rechtsbijstand wordt vertegenwoordigd door een advocaat ten tijde van de neerlegging van het formulier voor rechtsbijstand, kan laatstgenoemde het formulier ter griffie van het Gerecht neerleggen in papieren vorm, in voorkomend geval na toezending van dit formulier per telefax, of via de applicatie e-Curia, met inachtneming van de vereisten in de „Gebruiksvoorwaarden voor de applicatie e-Curia” (punt 240 van de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht).
Wanneer het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier per telefax wordt toegezonden, is de informatie onder a) van overeenkomstige toepassing.
c) Ondertekening van het formulier
Onverminderd de neerlegging van het formulier door een advocaat via de applicatie e-Curia, moet het formulier met de hand worden ondertekend door de aanvrager indien dit door hemzelf wordt neergelegd of, wanneer hij wordt vertegenwoordigd, door zijn advocaat. Indien het formulier niet met de hand is ondertekend, wordt het niet in behandeling genomen.
7) Schorsing en hervatting van de beroepstermijn
De indiening van een aanvraag voor rechtsbijstand schorst voor de aanvrager de voor de instelling van het beroep voorziene termijn tot en met de datum van betekening van de beschikking waarbij op die aanvraag wordt beslist, of, wanneer in deze beschikking geen advocaat wordt aangewezen om de betrokkene te vertegenwoordigen, tot en met de datum van betekening van de beschikking waarbij een advocaat wordt aangewezen die met de vertegenwoordiging van de indiener van de aanvraag wordt belast (artikel 147, lid 7, van het Reglement voor de procesvoering).
De beroepstermijn loopt dus niet gedurende de periode waarin de aanvraag voor rechtsbijstand door het Gerecht wordt onderzocht.
Na de betekening van de beschikking waarbij op die aanvraag wordt beslist, of, wanneer in deze beschikking geen advocaat wordt aangewezen om de betrokkene te vertegenwoordigen, de beschikking waarbij een advocaat wordt aangewezen die met de vertegenwoordiging van de indiener van de aanvraag wordt belast, kan de resterende beroepstermijn voor neerlegging van het verzoekschrift zeer kort zijn. De begunstigde van de rechtsbijstand, die naar behoren door een advocaat wordt vertegenwoordigd, wordt aanbevolen er bijzonder nauwlettend op toe te zien dat de wettelijke termijn in acht wordt genomen (punt 248 van de Praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht).
8) Aanvullende precisering
De originelen van de overgelegde bewijsstukken worden niet teruggezonden. Aangeraden wordt dus om fotokopieën van de bewijsstukken over te leggen.
AANVRAAG VOOR RECHTSBIJSTAND
GERECHT
INDIENER VAN DE AANVRAAG VOOR RECHTSBIJSTAND
NATUURLIJKE PERSOON
Mevrouw
Mijnheer
Uw naam: …
Uw voornamen: …
Uw adres: …
Postcode: … Gemeente: …
Land: …
Telefoon (facultatief): …
Telefax (facultatief): …
E-mail (facultatief): …
Uw huidige beroep of uw huidige situatie: …
RECHTSPERSOON (2)
Naam van de onderneming: …
Rechtsvorm: …
Entiteit met winstoogmerk: |
☐ Ja |
☐ Neen |
Adres: …
Postcode: … Gemeente: …
Land: …
Telefoon (facultatief): …
Telefax (facultatief): …
E-mail (facultatief): …
PARTIJ TEGEN WIE U BEROEP WILT INSTELLEN (3)
De aandacht wordt er opnieuw op gevestigd dat het Gerecht bevoegd is om kennis te nemen van beroepen van natuurlijke personen of rechtspersonen tegen een instelling, orgaan of instantie van de Unie. Het kan niet de wettigheid toetsen van besluiten van:
— |
internationale instanties die niet onder het institutionele stelsel van de Europese Unie vallen, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, |
— |
de nationale autoriteiten van een lidstaat, |
— |
de nationale rechterlijke instanties. |
Partij(en) tegen wie het voorgenomen beroep zal worden ingesteld:
VERWERENDE PARTIJ(EN) |
ADRES |
… |
|
… |
|
Indien u te weinig plaats heeft, kunt u deze lijst aanvullen op een blanco pagina die u bij uw aanvraag voegt. |
VOORWERP VAN HET BEROEP (4)
Indien de aanvraag voor rechtsbijstand voorafgaand aan de instelling van het beroep wordt ingediend, moet de aanvrager een summiere uiteenzetting geven van het voorwerp van het in te stellen beroep, de feiten van de zaak en de argumenten ter ondersteuning van het beroep. De aanvraag dient vergezeld te gaan van de desbetreffende bewijsstukken (artikel 147, lid 4, van het Reglement voor de procesvoering).
Gelieve het voorwerp van het beroep dat u wilt instellen, de feiten van de zaak en de argumenten ter ondersteuning van het beroep te omschrijven:
Alle relevante bewijsstukken voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het in te stellen beroep dienen bij dit formulier te worden gevoegd en in de lijst van bewijsstukken te worden vermeld.
De originelen van de overgelegde bewijsstukken worden niet teruggezonden.
FINANCIËLE SITUATIE VAN DE AANVRAGER
NATUURLIJK PERSOON
INKOMSTEN
De aanvraag voor rechtsbijstand moet vergezeld gaan van de nodige gegevens en bewijzen op grond waarvan de financiële situatie van de aanvrager kan worden beoordeeld, zoals een van de bevoegde nationale autoriteiten afkomstige verklaring die deze financiële situatie bevestigt (artikel 147, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering).
— |
Indien uw inkomsten op het ogenblik van de aanvraag niet gewijzigd zijn ten opzichte van het voorgaande jaar, worden de inkomsten in aanmerking genomen die u voor de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorgaande jaar bij de nationale autoriteiten heeft aangegeven. |
— |
Indien uw financiële situatie is gewijzigd, worden uw huidige inkomsten, ontvangen in de periode van 1 januari van het lopende jaar tot de datum van uw aanvraag, in aanmerking genomen. |
|
Uw inkomsten |
Inkomsten van uw echtgeno(o)t(e), levenspartner of de persoon met wie u samenwoont |
Inkomsten van een andere persoon die gewoonlijk bij het gezin inwoont (kind of persoon ten laste). Specificeer: … |
|
a. |
Geen inkomen |
|
|
|
b. |
Belastbaar nettoloon (vermeld op uw loonstroken) |
|
|
|
c. |
Inkomsten anders dan uit loondienst (landbouw-, industriële, commerciële of niet-commerciële inkomsten) |
|
|
|
d. |
Kinderbijslag |
|
|
|
e. |
Werkloosheidsuitkeringen |
|
|
|
f. |
Dagvergoedingen (ziekte, moederschap, beroepsziekte, arbeidsongeval) |
|
|
|
g. |
Pensioenen, renten en vervroegde pensioenen |
|
|
|
h. |
Alimentatie-uitkeringen (daadwerkelijk aan u gestort bedrag) |
|
|
|
i. |
Andere inkomsten (bijv. huurontvangsten, inkomsten uit kapitaal, inkomsten uit effecten, …) |
|
|
|
Indien u te weinig plaats heeft, kunt u deze lijst aanvullen op een blanco pagina die u bij uw aanvraag voegt. |
Gelieve de aard en de waarde van uw roerende goederen (aandelen, obligaties, vermogen, …) en het adres en de waarde van uw onroerende goederen (woning, grond, …) op te geven, ook al leveren zij geen inkomsten op:
LASTEN
Gelieve de kinderen en personen die te uwen laste komen of die gewoonlijk bij u inwonen, op te geven:
Na(a)m(en) en voornamen |
Familieband (bijv.: zoon, neef, moeder) |
Geboortedatum (dd/mm/jjjj) |
… |
… |
…/…/… |
… |
… |
…/…/… |
… |
… |
…/…/… |
… |
… |
…/…/… |
Indien u te weinig plaats heeft, kunt u deze lijst aanvullen op een blanco pagina die u bij uw aanvraag voegt. |
Gelieve de alimentatie-uitkeringen die u aan derden betaalt, op te geven:
Indien u dat wenst, kunt u aanvullende informatie over uw situatie (voor de inkomsten of voor de lasten) verstrekken:
De hierboven verstrekte inlichtingen moeten worden gestaafd met bewijsstukken op basis waarvan uw financiële situatie kan worden beoordeeld (artikel 147, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering).
De lijst van bewijsstukken, in voorkomend geval met inbegrip van een verklaring van een bevoegde nationale instantie die deze financiële situatie bevestigt, dient bij het onderhavige formulier te worden gevoegd.
De originelen van de overgelegde bewijsstukken worden niet teruggezonden.
RECHTSPERSOON
Wanneer de rechtsbijstand wordt aangevraagd voor een rechtspersoon, dient u bij deze aanvraag een recent bewijs van het bestaan rechtens ervan (een uittreksel uit het handelsregister, een uittreksel uit het verenigingsregister of enig ander officieel stuk) over te leggen (artikel 147, lid 5, gelezen in samenhang met artikel 78, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering).
Gelieve de financiële situatie van de aanvrager en, in voorkomend geval, die van de vennoten of aandeelhouders te omschrijven:
De hierboven verstrekte inlichtingen moeten worden gestaafd met bewijsstukken op basis waarvan de financiële situatie van de aanvrager en, in voorkomend geval, die van zijn venno(o)t(en) of aandeelhouders kan worden beoordeeld (artikel 147, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering).
De lijst van bewijsstukken, in voorkomend geval met inbegrip van een verklaring van een bevoegde nationale instantie die deze financiële situatie bevestigt, dient bij het onderhavige formulier te worden gevoegd.
De originelen van de overgelegde bewijsstukken zullen niet worden teruggezonden.
EVENTUEEL VOORSTEL VOOR EEN ADVOCAAT
Mocht u een advocaat hebben gekozen die tot de uitoefening van zijn beroep is toegelaten bij een rechterlijke instantie van een lidstaat of een andere staat die partij is bij de EER-overeenkomst, dan dient u de volgende inlichtingen te verstrekken:
|
De heer/mevrouw: … |
|
Adres: … |
|
Postcode: … Gemeente: … |
|
Land: … |
|
Telefoon: … |
|
Telefax (facultatief): … |
VERKLARING OP EREWOORD
Ondergetekende verklaart op erewoord dat de inlichtingen in deze aanvraag voor rechtsbijstand juist zijn:
Datum: …/…/…
Handtekening van de aanvrager of uw advocaat:
LIJST VAN BEWIJSSTUKKEN
Bewijsstukken op basis waarvan uw financiële situatie kan worden beoordeeld:
|
Indien het beroep nog niet is ingesteld, relevant(e) bewijsstuk(ken) voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het in te stellen beroep:
|
(1) Met uitzondering van die welke het Statuut voorbehoudt aan het Hof van Justitie en die welke onder de bevoegdheid van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie vallen.
(2) Gelieve bij deze aanvraag een recent bewijs van uw bestaan rechtens (uittreksel uit het handelsregister, uittreksel uit het verenigingsregister of enig ander officieel stuk) te voegen.
(3) Wanneer het beroep en de aanvraag voor rechtsbijstand tegelijkertijd worden ingediend of wanneer de aanvraag voor rechtsbijstand wordt ingediend nadat het beroep is ingesteld, hoeft de rubriek „Partij(en) tegen wie u beroep wilt instellen” niet te worden ingevuld.
(4) Wanneer het beroep en de aanvraag voor rechtsbijstand tegelijkertijd worden ingediend of wanneer de anvraag voor rechtsbijstand wordt ingediend nadat het beroep is ingesteld, hoeft de rubriek „Voorwerp van het beroep” niet te worden ingevuld.
(5) Indien dit vak wordt aangekruist, dient de aanvrager uit te leggen hoe hij in zijn behoeften voorziet.