EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0899

Besluit (EU) 2015/899 van de Raad van 8 juni 2015 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Copernicus)

PB L 147 van 12.6.2015, p. 16–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/899/oj

12.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 147/16


BESLUIT (EU) 2015/899 VAN DE RAAD

van 8 juni 2015

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Copernicus)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 189, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan onder meer protocol 31 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

(4)

De samenwerking van de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst werd bij Besluit nr. 249/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 13 november 2014 uitgebreid tot Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(5)

Deze samenwerking moet worden uitgebreid tot Noorwegen op de voorwaarden die zijn vastgesteld in protocol 31 bij de EER-overeenkomst; de deelname van Noorwegen moet derhalve ingaan op 1 januari 2014.

(6)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitbreiding van de samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken.

(7)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER Nr. …/2015

van

tot wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de „EER-overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst werd uitgebreid tot Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (1) bij Besluit nr. 249/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 13 november 2014 (2).

(2)

Deze samenwerking moet worden uitgebreid tot Noorwegen, overeenkomstig de in protocol 31 bij de EER-overeenkomst vastgestelde voorwaarden. De deelname van Noorwegen moet derhalve ingaan op 1 januari 2014.

(3)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om die uitbreiding van de samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1, lid 8 quinquies, onder e), van protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden „Noorwegen en” geschrapt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44.

(2)  PB L [nog niet gepubliceerd].

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


Top