EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0633

Besluit (EU) 2015/633 van de Raad van 20 april 2015 betreffende de indiening, namens de Europese Unie, van een voorstel om nieuwe chemische stoffen op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

PB L 104 van 23.4.2015, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/633/oj

23.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/14


BESLUIT (EU) 2015/633 VAN DE RAAD

van 20 april 2015

betreffende de indiening, namens de Europese Unie, van een voorstel om nieuwe chemische stoffen op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 oktober 2004 heeft de Europese Gemenschap het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (het „verdrag”) goedgekeurd bij Besluit 2006/507/EG van de Raad (1).

(2)

Als partij bij het verdrag kan de Unie voorstellen indienen tot wijziging van de bijlagen bij het verdrag. Bijlage A bij het verdrag bevat een lijst van persistente organische verontreinigende stoffen die moeten worden uitgebannen.

(3)

Volgens de beschikbare wetenschappelijke informatie en onderzoeksverslagen en rekening houdend met de in bijlage D bij het verdrag opgenomen selectiecriteria, vertonen perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante stoffen die onder milieuomstandigheden kunnen ontbinden tot PFOA („PFOA en verbindingen daarvan”) kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen.

(4)

Overeenkomstig artikel 59, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) en een in overeenstemming met bijlage XV bij die verordening opgesteld dossier, zijn PFOA en het ammoniumzout daarvan (APFO) opgenomen in de kandidaatlijst van zeer zorgwekkende stoffen, omdat is vastgesteld dat zij voldoen aan de criteria van artikel 57, onder c), van die verordening als giftig voor de voortplanting (categorie 1B), en met name omdat zij tevens voldoen aan de criteria van artikel 57, onder d), van deze verordening voor stoffen die persistent, bioaccumulerend en toxisch zijn.

(5)

Krachtens artikel 69, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn PFOA en verbindingen daarvan momenteel het voorwerp van een ander in overeenstemming met bijlage XV bij die verordening opgesteld dossier dat aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen is voorgelegd en gericht is op het beperken van de vervaardiging, het in de handel brengen of het gebruik van PFOA en verbindingen daarvan op zichzelf, of als bestanddelen van andere stoffen, mengsels of voorwerpen.

(6)

PFOA en verbindingen daarvan zijn stoffen die over de hele wereld dispersief gebruikt worden en overal in het milieu kunnen worden gedetecteerd. Omdat PFOA zich over grote afstand in het milieu kan verspreiden, volstaan de op het niveau van de Unie getroffen maatregelen niet om een hoge mate van milieu- en gezondheidsbescherming te waarborgen en is grootschaliger internationale actie noodzakelijk.

(7)

De Unie moet daarom bij het Secretariaat van het verdrag een voorstel indienen voor de opname van PFOA en verbindingen daarvan in bijlage A bij het verdrag. Dat voorstel en het standpunt van de Unie inzake de voorwaarden voor het opnemen van PFOA en verbindingen daarvan in bijlage A bij het verdrag moeten rekening houden met alle informatie die in de lopende beperkingsprocedure op grond van de artikelen 68 tot en met 73 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 is verzameld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De Unie dient een voorstel in voor de opname van perfluoroctaanzuur en verbindingen daarvan in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen.

2.   De Commissie deelt het voorstel, samen met alle overeenkomstig bijlage D bij het verdrag vereiste informatie, namens de Unie mee aan het Secretariaat van het verdrag.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 20 april 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

J. DŪKLAVS


(1)  Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).


Top