EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1384

Verordening (EU) nr. 1384/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2014 betreffende de tariefbehandeling van goederen van oorsprong uit Ecuador

PB L 372 van 30.12.2014, p. 5–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2016

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/1384/oj

30.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 372/5


VERORDENING (EU) Nr. 1384/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 december 2014

betreffende de tariefbehandeling van goederen van oorsprong uit Ecuador

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 329 van de op 26 juni 2012 ondertekende handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (2) („de overeenkomst”), voorziet in de mogelijkheid dat andere lidstaten van de Andesgemeenschap tot de overeenkomst toetreden.

(2)

Naar aanleiding van het verzoek van Ecuador om hervatting van onderhandelingen met de Unie om partij te worden bij de overeenkomst, zijn in 2014 tussen de Unie en Ecuador onderhandelingen gevoerd. Ter afronding van deze onderhandelingen is op 12 december 2014 het Protocol betreffende de toetreding van Ecuador tot de overeenkomst („het toetredingsprotocol”) geparafeerd.

(3)

Naar aanleiding van de parafering van het toetredingsprotocol moet een tijdelijke wederkerigheidsregeling ter instelling van een vrijhandelsruimte met Ecuador worden getroffen om te voorkomen dat de handel onnodig wordt verstoord. Daarom mogen de op de datum van parafering van het toetredingsprotocol toegepaste douanerechten met ingang van 1 januari 2015 niet worden verhoogd en mogen op goederen van oorsprong uit Ecuador geen nieuwe douanerechten worden toegepast.

(4)

Deze verordening handhaaft derhalve met ingang van 1 januari 2015 de op 12 december 2014 op goederen van oorsprong uit Ecuador toegepaste rechtentarieven.

(5)

De tariefbehandeling uit hoofde van deze verordening laat maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 260/2009 (3), (EG) nr. 597/2009 (4) of (EG) nr. 1225/2009 (5) van de Raad onverlet.

(6)

Als voorwaarde voor de toepassing van de tariefbehandeling uit hoofde van deze verordening mag Ecuador ten aanzien van de invoer van goederen van oorsprong uit de Unie na 12 december 2014 geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking en nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking instellen, de bestaande douanerechten of heffingen niet verhogen en geen andere beperkingen invoeren.

(7)

Om te waarborgen dat Ecuador zijn verplichtingen ten aanzien van de belangrijkste internationale verdragen inzake mensen- en arbeidsrechten, milieubescherming en goed bestuur nakomt, moet de toepassing van deze verordening afhankelijk zijn van de verdere effectieve tenuitvoerlegging van die verdragen door Ecuador.

(8)

Om fraude te voorkomen, moet aan het recht om gebruik te maken van de tariefbehandeling uit hoofde van deze verordening de voorwaarde worden verbonden dat Ecuador voldoet aan de desbetreffende regels inzake de oorsprong van goederen en de daarmee samenhangende procedures.

(9)

Bepaald moet worden dat, wanneer na onderzoek van de Commissie blijkt dat goederen van oorsprong uit Ecuador ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie, de normale rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden toegepast.

(10)

Voor het geval dat één van de in deze verordening neergelegde voorwaarden niet wordt nageleefd, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de tariefbehandeling tijdelijk geheel of ten dele te schorsen. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(11)

Deze verordening moet van toepassing zijn tot en met zes maanden na de inwerkingtreding van het toetredingsprotocol of de datum van voorlopige toepassing ervan, en uiterlijk tot en met 31 december 2016,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „tariefbehandeling”: de douanerechten en behandeling die worden toegepast op goederen van oorsprong uit Ecuador als bedoeld in artikel 2;

b)   „rechten van het gemeenschappelijk douanetarief”: de rechten die zijn vermeld in deel II van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (7), met uitzondering van de rechten die als deel van tariefcontingenten zijn vastgesteld;

c)   „goederen van oorsprong uit Ecuador”: producten die voldoen aan de oorsprongsvereisten van titel II, hoofdstuk 2, van Verordening (EEG) nr 2913/92 van de Raad (8) en, afhankelijk van de krachtens artikel 2 van deze verordening gevraagde tariefbehandeling, die van titel IV, hoofdstuk 1 of titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (9).

Artikel 2

Tariefbehandeling

1.   De op 12 december 2014 op goederen van oorsprong uit Ecuador toegepaste douanerechten worden niet verhoogd en na die datum worden geen nieuwe douanerechten op die goederen toegepast.

2.   De in lid 1 voorziene tariefbehandeling laat eventuele maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 260/2009, (EG) nr. 597/2009 of (EG) nr. 1225/2009 onverlet.

Artikel 3

Voorwaarden voor recht op de tariefbehandeling

Het recht op de in artikel 2 vastgestelde tariefbehandeling is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

a)

naleving door Ecuador van de op 12 december 2014 toepasselijke regels inzake de oorsprong als bedoeld in artikel 1, onder c), en de daarmee samenhangende procedures, in voorkomend geval met inbegrip van bepalingen inzake doeltreffende administratieve samenwerking;

b)

Ecuador voert na 12 december 2014 geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking in voor de invoer van producten uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen in;

c)

Ecuador maakt de ratificatie van de in de bijlage genoemde verdragen, overeenkomsten en protocollen niet ongedaan en ziet toe op de effectieve uitvoering ervan, en aanvaardt zonder voorbehoud de rapportageverplichtingen, het regelmatige toezicht op en de evaluatie van zijn staat van dienst ter zake overeenkomstig de bepalingen van de verdragen, overeenkomsten en protocollen die het geratificeerd heeft;

d)

samenwerking van Ecuador met de Commissie en verstrekking van alle noodzakelijke informatie aan de hand waarvan de naleving van de onder c) genoemde vereisten door Ecuador kan worden beoordeeld;

e)

Ecuador blijft zich inspannen voor de ondertekening en ratificatie van het toetredingsprotocol.

Artikel 4

Tijdelijke schorsing

Indien de Commissie van oordeel is dat er voldoende bewijs is dat de in artikel 3 vastgelegde voorwaarden niet worden nageleefd, kan zij uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde de tariefbehandeling ten aanzien van alle of bepaalde goederen van oorsprong uit Ecuador tijdelijk op te schorten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 5

Vrijwaringsclausule

Wanneer een goederen van oorsprong uit Ecuador worden ingevoerd in hoeveelheden en/of tegen prijzen die ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie, kan de Commissie met overeenkomstige toepassing van de procedureregels van Verordening (EU) nr. 19/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10) op die goederen de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw instellen.

Artikel 6

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt voor de toepassing van artikel 4 van deze verordening bijgestaan door het Comité douanewetboek, ingesteld bij artikel 248 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 7

Inwerkingtreding, toepassing en vervaldatum

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.

Deze verordening vervalt zes maanden na de datum waarop het toetredingsprotocol in werking treedt of vanaf wanneer deze voorlopig wordt toegepast, of, indien dit eerder is, op 31 december 2016. Indien deze verordening vóór 31 december 2016 niet meer van toepassing is, maakt de Commissie dit middels een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 december 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 december 2014.

(2)  PB L 354 van 21.12.2012, blz. 3.

(3)  Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).

(5)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

(6)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(7)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(8)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).

(9)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) nr. 19/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (PB L 17 van 19.1.2013, blz. 1).


BIJLAGE

IN ARTIKEL 3, ONDER C), BEDOELDE VERDRAGEN, OVEREENKOMSTEN EN PROTOCOLLEN

VN/IAO-VERDRAGEN BETREFFENDE FUNDAMENTELE MENSEN- EN ARBEIDSRECHTEN

1.

Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (1948)

2.

Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (1965)

3.

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966)

4.

Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966)

5.

Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (1979)

6.

Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (1984)

7.

Verdrag inzake de rechten van het kind (1989)

8.

Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, nr. 29 (1930)

9.

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, nr. 87 (1948)

10.

Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, nr. 98 (1949)

11.

Verdrag betreffende gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde, nr. 100 (1951)

12.

Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, nr. 105 (1957)

13.

Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep, nr. 111 (1958)

14.

Verdrag betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces, nr. 138 (1973)

15.

Verdrag betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid, nr. 182 (1999)

VERDRAGEN BETREFFENDE BEGINSELEN OP HET GEBIED VAN MILIEU EN GOED BESTUUR

16.

Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten (1973)

17.

Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (1987)

18.

Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (1989)

19.

Verdrag inzake biologische diversiteit (1992)

20.

Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering (1992)

21.

Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (2000)

22.

Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (2001)

23.

Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering (1998)

24.

Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen (1961)

25.

Verdrag inzake psychotrope stoffen (1971)

26.

Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (1988)

27.

Verdrag van de VN ter bestrijding van corruptie (2004)


Top