EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0913

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 913/2014 van de Commissie van 21 augustus 2014 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van perziken en nectarines

PB L 248 van 22.8.2014, p. 1–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 11/08/2014

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/913/oj

22.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 913/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 augustus 2014

tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van perziken en nectarines

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 228,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het seizoensgebonden hoge aanbod van perziken en nectarines en de daling van de consumptie wegens ongunstige weersomstandigheden op het hoogtepunt van de oogst hebben tot een moeilijke marktsituatie met aanzienlijke prijsdalingen voor deze vruchten geleid. Door de beperkte mogelijkheid tot opslag van deze bederfelijke vruchten is er in een dergelijke situatie geen snelle verbetering mogelijk. Voorts dreigt het door Rusland aangekondigde verbod op de invoer van groenten en fruit uit de Unie naar Rusland de situatie op de markt voor perziken en nectarines te verergeren. Zo is een situatie op de markt ontstaan waarvoor de normale in het kader van Verordening (EU) nr. 1308/2013 beschikbare maatregelen ontoereikend lijken te zijn.

(2)

Om te voorkomen dat de bestaande marktsituatie uitgroeit tot een ernstiger of langdurige marktverstoring, moet dringend actie worden ondernomen om buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de producenten van perziken en nectarines in deze fase van de oogst vast te stellen.

(3)

Het uit de markt nemen van producten is een doeltreffende crisisbeheersmaatregel in geval van overschotten van groenten en fruit als gevolg van tijdelijke en onvoorspelbare omstandigheden.

(4)

Om de gevolgen van plotse prijsdalingen deze zomer op te vangen, moet de bestaande financiële bijstand van de Unie voor de gratis verstrekking van uit de markt genomen producten aan bepaalde organisaties, zoals liefdadigheidsinstellingen en scholen, tijdelijk worden verhoogd. Daarom moet financiële bijstand van de Unie worden verleend tot een maximum van 10 % van het door elke producentenorganisatie in de handel gebrachte volume.

(5)

In het licht van de uitzonderlijke marktverstoringen en om ervoor te zorgen dat alle producenten van perziken en nectarines door de Unie worden ondersteund, moet de financiële bijstand van de Unie worden uitgebreid tot producenten van perziken en nectarines die geen lid van een erkende producentenorganisatie zijn.

(6)

Producenten die geen lid van een producentenorganisatie zijn, moeten 50 % van de bedragen ontvangen waarin is voorzien in het kader van de bestaande financiële bijstand van de Unie. Zij moeten echter aan dezelfde of vergelijkbare voorwaarden als producentenorganisaties voldoen. Daarom moeten zij in dit verband, net als erkende producentenorganisaties, aan de ter zake relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (2) voldoen.

(7)

Daarnaast moet een hogere consumptie van perziken en nectarines helpen de marktsituatie sneller te stabiliseren. Om de consumptie te bevorderen moeten afzetbevorderingscampagnes worden gevoerd. Daarom moet aan producentenorganisaties aanvullende steun van de Unie worden verleend voor afzetbevorderingscampagnes.

(8)

De aanvullende steun voor afzetbevorderingsactiviteiten moet over de lidstaten worden verdeeld op basis van hun productie van perziken en nectarines in 2012. De productie is vooral geconcentreerd in vier lidstaten. 24 lidstaten samen zijn slechts goed voor 3,7 % van de totale productie van perziken en nectarines van de Unie. Om een efficiënt gebruik van het beschikbare budget te waarborgen, mag geen toewijzing worden verleend aan de lidstaten waarvan het aandeel in de productie van de Unie minder dan 1 % bedraagt.

(9)

Het moet aan de betrokken lidstaten worden overgelaten hoe zij de in de onderhavige verordening bedoelde aanvullende steun zullen toewijzen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, behalve wanneer bij de onderhavige verordening in afwijkingen van die verordeningen is voorzien.

(10)

Om een onmiddellijk effect op de markt te hebben en bij te dragen aan de stabilisering van de prijzen moeten de in de onderhavige verordening bedoelde tijdelijke aanvullende steunmaatregelen van toepassing zijn met ingang van de datum van de aankondiging van die maatregelen door de Commissie op 11 augustus 2014,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij de onderhavige verordening worden regels vastgesteld voor tijdelijke buitengewone steunmaatregelen voor perziken en nectarines van GN-code 0809 30 die voor verse consumptie zijn bestemd.

2.   De in lid 1 bedoelde steunmaatregelen hebben betrekking op:

a)

acties voor het uit de markt nemen van producten, verricht van 11 augustus tot en met 30 september 2014 door overeenkomstig artikel 154 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 erkende producentenorganisaties in de sector groenten en fruit alsook door producenten die geen lid van zulke organisaties zijn, en

b)

afzetbevorderingsactiviteiten als bedoeld in artikel 33, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, verricht van 11 augustus tot en met 31 december 2014 door overeenkomstig artikel 154 van die verordening erkende producentenorganisaties in de sector groenten en fruit.

Artikel 2

Financiële bijstand aan producentenorganisaties voor het uit de markt nemen van producten

1.   Voor de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde acties voor het uit de markt nemen van producten, is financiële bijstand van de Unie voor het uit de markt nemen van producten voor gratis verstrekking uit hoofde van artikel 34, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 beschikbaar voor maximaal 10 % van het volume van de in de handel gebrachte productie van elke producentenorganisatie.

2.   De in lid 1 bedoelde financiële bijstand van de Unie wordt ook beschikbaar gesteld aan producentenorganisaties die in hun operationele programma's niet in dergelijke acties voor het uit de markt nemen van producten voorzien. Artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is niet van toepassing in het kader van financiële bijstand van de Unie uit hoofde van het onderhavige artikel.

3.   De in lid 1 bedoelde financiële bijstand van de Unie wordt niet meegeteld voor het berekenen van de in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maxima.

4.   Het in artikel 33, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maximum van één derde van de uitgaven en het in artikel 66, lid 3, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde maximum van 25 % voor de verhoging van het actiefonds zijn niet van toepassing op uitgaven met betrekking tot in artikel 1, lid 2, onder a), van de onderhavige verordening bedoelde acties voor het uit de markt nemen van producten.

5.   Uitgaven overeenkomstig dit artikel maken deel uit van het actiefonds van de producentenorganisaties.

Artikel 3

Financiële steun aan producenten die geen lid van een producentenorganisatie zijn

1.   Uit hoofde van het onderhavige artikel wordt aan producenten van groenten en fruit die geen lid van een erkende producentenorganisatie zijn financiële bijstand van de Unie verleend ten belope van 50 % van de in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 opgenomen bedragen.

2.   De in lid 1 bedoelde financiële bijstand van de Unie wordt beschikbaar gesteld voor de levering van producten, die vervolgens door een producentenorganisatie overeenkomstig artikel 34, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 uit de markt worden genomen, voor zover het laagste van de in lid 3, eerste alinea, van dat artikel vastgestelde maxima in acht wordt genomen.

3.   De producenten sluiten een contract met een erkende producentenorganisatie voor de volledige uit hoofde van dit artikel te leveren hoeveelheid producten. Producentenorganisaties aanvaarden alle redelijke verzoeken van producenten die geen lid van een erkende producentenorganisatie zijn. Alvorens het contract te ondertekenen, vergewist de producentenorganisatie zich ervan dat de contractueel te leveren hoeveelheid niet hoger is dan het laagste van de volgende maxima:

a)

10 % van de totale productie van de producent in 2012, op basis van door de producent te verstrekken schriftelijke bewijsstukken, en

b)

de gemiddelde opbrengst per hectare van de producentenorganisatie en haar leden voor respectievelijk perziken en nectarines in 2012, vermenigvuldigd met 10 % van het door de producent in 2014 voor de productie van respectievelijk perziken en nectarines gebruikte areaal, op basis van door de producenten te verstrekken schriftelijke bewijsstukken.

De lidstaten stellen een productieopbrengst voor respectievelijk perziken en nectarines vast die moet worden gebruikt door producentenorganisaties die in 2012 geen perziken en/of nectarines in de handel hebben gebracht. Indien de lidstaten regionale opbrengsten vaststellen, zijn de regio's die welke zijn gedefinieerd overeenkomstig artikel 91, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, indien van toepassing.

4.   De financiële bijstand van de Unie aan producenten die geen lid van een producentenorganisatie zijn, wordt betaald door de producentenorganisatie waarmee de niet-aangesloten producent overeenkomstig lid 3 een contract heeft ondertekend.

5.   De bedragen die overeenstemmen met de reële kosten van de producentenorganisatie voor het uit de markt nemen van de respectieve producten worden door de producentenorganisatie ingehouden. De kosten worden bewezen door middel van facturen.

6.   Wanneer de erkenning van een producentenorganisatie is geschorst overeenkomstig artikel 114, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 worden haar leden voor de toepassing van het onderhavige artikel beschouwd als producenten die geen lid van een erkende producentenorganisatie zijn.

7.   De in Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 alsook in artikel 2, leden 2 tot en met 5, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden voor het uit de markt nemen van producten en de bijbehorende sancties voor niet-naleving van die voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van het onderhavige artikel.

Artikel 4

Controles met betrekking tot het uit de markt nemen van producten

De in de artikelen 2 en 3 bedoelde acties voor het uit de markt nemen van producten worden onderworpen aan controles van het eerste niveau overeenkomstig artikel 108 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011. De controles dekken respectievelijk ten minste 10 % van de hoeveelheid uit de markt genomen producten en 10 % van de uit hoofde van de maatregelen ondersteunde producentenorganisaties en producenten die geen lid van een productenorganisatie zijn.

Artikel 5

Aanvullende steun aan producentenorganisaties voor afzetbevorderingsactiviteiten

1.   De uitgaven van de Unie voor de aanvullende steun voor de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde afzetbevorderingsactiviteiten bedragen niet meer dan 3 000 000 EUR.

Dit bedrag wordt aan de lidstaten toegewezen overeenkomstig de bijlage.

2.   De producentenorganisaties dienen uiterlijk op 15 oktober 2014 bij de lidstaten initiële aanvragen voor de in lid 1 bedoelde aanvullende steun in. De lidstaten beslissen als volgt over de aanvragen en over de verdeling van de aanvullende steun over de producentenorganisaties:

a)

indien de goedgekeurde verzoeken het overeenkomstig de bijlage aan een lidstaat toegewezen maximumbedrag overschrijden, stelt de lidstaat een toewijzingscoëfficiënt vast op basis van de ontvangen verzoeken;

b)

indien de goedgekeurde verzoeken het maximumbedrag van de steun niet overschrijden wordt de toewijzingscoëfficiënt vastgesteld op 100 %.

3.   De in lid 1 bedoelde aanvullende steun wordt ook beschikbaar gesteld aan producentenorganisaties die in hun operationele programma's niet in dergelijke afzetbevorderingsactiviteiten voorzien. Artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is niet van toepassing op aanvullende steun uit hoofde van het onderhavige artikel.

4.   De in lid 1 bedoelde aanvullende steun wordt niet meegeteld voor het berekenen van de in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maxima.

5.   Het in artikel 33, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maximum van één derde van de uitgaven en het in artikel 66, lid 3, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde maximum van 25 % voor de verhoging van het actiefonds zijn niet van toepassing op uitgaven met betrekking tot in artikel 1, lid 2, onder b), van de onderhavige verordening bedoelde afzetbevorderingsactiviteiten.

6.   Uitgaven overeenkomstig dit artikel maken deel uit van het actiefonds van de producentenorganisaties.

Artikel 6

Aanvraag voor en betaling van steun van de Unie

1.   Producentenorganisaties vragen de betaling van de financiële bijstand van de Unie die aan hen en/of aan producenten die geen lid van een producentenorganisatie zijn, moet worden betaald, en de betaling van de aanvullende steun die aan hen moet worden betaald, als volgt aan:

a)

uiterlijk op 31 oktober 2014 voor de financiële bijstand van de Unie voor de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde acties voor het uit de markt nemen van producten, en

b)

uiterlijk op 30 januari 2015 voor de aanvullende steun van de Unie voor in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde afzetbevorderingsactiviteiten.

2.   In afwijking van artikel 72, leden 1 en 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 vragen producentenorganisaties de betaling van de totale bedragen van de financiële bijstand van de Unie en de aanvullende steun als bedoeld in lid 1 van het onderhavige artikel uiterlijk aan op de respectieve data die in dat lid worden genoemd.

3.   Het in artikel 72, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 vastgestelde maximum van 80 % van het oorspronkelijk goedgekeurde bedrag van de steun voor een operationeel programma is niet van toepassing.

Artikel 7

Kennisgevingen en uitgavendeclaraties

1.   De lidstaten delen de Commissie het volgende mee:

a)

uiterlijk op 28 november 2014, de totale uit de markt genomen hoeveelheden en de totale financiële bijstand van de Unie die is aangevraagd voor het uit de markt nemen van de producten, en

b)

uiterlijk op 27 februari 2015, de afzetbevorderingsactiviteiten en de totale aanvullende steun die voor de desbetreffende afzetbevorderingsactiviteiten is aangevraagd.

2.   De lidstaten declareren uiterlijk op 27 februari 2015 aan de Commissie de uitgaven voor de in artikel 1 bedoelde acties voor het uit de markt nemen van producten en/of afzetbevorderingsactiviteiten.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 11 augustus 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 augustus 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1).


BIJLAGE

De aan de lidstaten toegewezen maximumbedragen voor de aanvullende steun voor afzetbevorderingsactiviteiten als bedoeld in artikel 5, lid 1:

Lidstaat

Maximaal steunbedrag (EUR)

Griekenland

317 215

Spanje

1 132 495

Frankrijk

262 089

Italië

1 288 201

Totaal

3 000 000


Top