Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014L0045R(04)

Rectificatie van Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014)

PB L 219 van 22.8.2019, p. 25–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 219 van 22.8.2019, p. 25–77 (NL)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2014/45/corrigendum/2019-08-22/oj

22.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/25


Rectificatie van Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG

( Publicatieblad van de Europese Unie L 127 van 29 april 2014 )

1.

Bladzijde 56, artikel 2, lid 1, zevende streepje:

in plaats van:

“—

trekkers op wielen van categorie T5 die vooral op de openbare weg worden gebruikt en die een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h hebben.”,

lezen:

“—

trekkers op wielen van categorie T5 die voornamelijk op de openbare weg worden gebruikt en die een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h hebben.”.

2.

Bladzijde 58, artikel 3, punt 9:

in plaats van:

“9.   “technische controle”: een inspectie overeenkomstig bijlage I die is ontworpen om na te gaan of een voertuig veilig kan worden gebruikt op de openbare weg en of het aan de voorgeschreven en verplichte veiligheids- en milieukenmerken voldoet;”,

lezen:

“9.   “technische controle”: een inspectie overeenkomstig bijlage I die is ontworpen om te garanderen dat een voertuig veilig kan worden gebruikt op de openbare weg en of het aan de voorgeschreven en verplichte veiligheids- en milieukenmerken voldoet;”.

3.

Bladzijde 60, artikel 6, lid 2, tweede alinea:

in plaats van:

“De controle wordt uitgevoerd met de beschikbare technieken en uitrusting en zonder gereedschap om voertuigonderdelen te ontmantelen of te verwijderen.”,

lezen:

“De controle wordt uitgevoerd met de huidige beschikbare technieken en apparatuur en zonder gebruik van gereedschap om voertuigonderdelen te ontmantelen of te verwijderen.”.

4.

Bladzijde 62, artikel 14, lid 2, eerste alinea:

in plaats van:

“2.   Een toezichthoudend orgaan vervult ten minste de taken waarin in bijlage IV, punt 1, wordt voorzien en voldoet aan de in punt 2 en 3 van dezelfde bijlage neergelegde vereisten.”,

lezen:

“2.   Een toezichthoudend orgaan vervult ten minste de taken waarin in bijlage V, punt 1, wordt voorzien en voldoet aan de in punten 2 en 3 van dezelfde bijlage neergelegde vereisten.”.

5.

Bladzijde 62, artikel 14, lid 4:

in plaats van:

“4.   De in de leden 2 en 3 van dit artikel genoemde vereisten worden geacht te zijn vervuld in door lidstaten die vereisen dat controlecentra worden geaccrediteerd op grond van Verordening (EG) nr. 765/2008.”,

lezen:

“4.   De in de leden 2 en 3 van dit artikel genoemde vereisten worden geacht te zijn vervuld door lidstaten die vereisen dat controlecentra worden geaccrediteerd op grond van Verordening (EG) nr. 765/2008.”.

6.

Op bladzijde 67, bijlage I, punt 3, wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

“Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

0.   IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG

0.1.

Kentekenplaten, indien dit in de eisen is voorgeschreven1

Visuele controle.

a)

Kentekenplaat (-platen) ontbreekt (ontbreken) of zit(ten) zo los dat de plaat (platen) ervan af zou(den) kunnen vallen.

 

X

 

b)

Opschrift ontbreekt of is onleesbaar.

 

X

 

c)

Is niet in overeenstemming met voertuigdocumenten of geregistreerde gegevens.

 

X

 

0.2.

Voertuigidentificatie-/chassis-/serienummer

Visuele controle.

a)

Ontbreekt of is onvindbaar.

 

X

 

b)

Onvolledig, onleesbaar, duidelijk vervalst, of komt niet overeen met de voertuigdocumenten.

 

X

 

c)

Onleesbare voertuigdocumenten of onnauwkeurige gegevens.

X

 

 

1.   REMUITRUSTING

1.1.   Mechanische toestand en werking

1.1.1.

Draaipunt van de bedrijfsrem/handrem

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend.

Noot: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigde reminstallatie moet de motor worden afgezet.

a)

Draaipunt zit te strak.

 

X

 

b)

Vertoont te veel slijtage/speling.

 

X

 

1.1.2.

Staat en slag van het bedieningspedaal/de handrem

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend.

Noot: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigde reminstallatie moet de motor worden afgezet.

a)

De vrije slag is te groot of te klein.

 

X

 

b)

Het rempedaal of de handrem komt niet goed vrij.

X

 

 

Functioneert niet goed

 

X

 

c)

Het antisliprubber op het rempedaal ontbreekt, zit los of is door slijtage glad geworden.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.1.3.

Vacuümpomp of compressor en reservoirs

Visuele controle van de onderdelen bij normale werkdruk. Controle hoe lang het duurt totdat het vacuüm of de luchtdruk een veilige waarde heeft bereikt; controle van de werking van de signaalinrichting, de veiligheidsklep voor het gescheiden remcircuit en de overdrukklep.

a)

Er is te weinig druk of vacuüm voor het ten minste viermaal bedienen van de rem nadat het waarschuwingssignaal in werking is getreden (of een meetinstrument gevaar signaleert);

 

X

 

ten minste tweemaal bedienen van de rem nadat het waarschuwingssignaal in werking is getreden (of een meetinstrument gevaar signaleert).

 

 

X

b)

Het tot stand komen van de benodigde druk of vacuüm voor het bereiken van veilige waarden duurt te lang volgens de vereisten1.

 

X

 

c)

De veiligheidsklep voor het gescheiden remcircuit of overdrukklep functioneert niet.

 

X

 

d)

Er is duidelijk drukverlies ten gevolge van luchtlekkage of er is waarneembare luchtlekkage.

 

X

 

e)

Er is uitwendige schade die het functioneren van de reminstallatie negatief kan beïnvloeden.

 

X

 

Prestaties van de hulprem onvoldoende.

 

 

X

1.1.4.

Lagedrukverklikker of manometer

Functionele controle.

Verklikker of manometer werkt slecht of is defect.

X

 

 

Lage druk kan niet worden vastgesteld.

 

X

 

1.1.5.

Handbediende remregelklep

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend.

a)

De regelklep vertoont barsten, beschadiging of te grote slijtage.

 

X

 

b)

De bediening is niet goed op de klep bevestigd of de klep zit los.

 

X

 

c)

De koppelingen zitten los of het systeem lekt.

 

X

 

d)

Functioneert niet behoorlijk.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.1.6.

Parkeerremregelaar, bedieningshendel, parkeerremvergrendeling, elektronische parkeerrem

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend.

a)

De vergrendeling blijft niet goed vastzitten.

 

X

 

b)

Slijtage aan de scharnierpin van de hefboom of de vergrendeling vertoont slijtage.

X

 

 

Buitensporige slijtage.

 

X

 

c)

Te grote beweeglijkheid van de hendel wijst op een verkeerde afstelling.

 

X

 

d)

Regelaar ontbreekt, is beschadigd of werkt niet.

 

X

 

e)

Slechte werking, verklikker defect.

 

X

 

1.1.7.

Remkleppen (voetkleppen, ontluchtingsventielen, regelkleppen)

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend.

a)

Klep is beschadigd of er is een te grote luchtlekkage.

 

X

 

Functioneert niet goed.

 

 

X

b)

Het olieverlies uit de compressor is te groot.

X

 

 

c)

Klep zit los of is slecht gemonteerd.

 

X

 

d)

Verlies of lekkage van hydraulische vloeistof.

 

X

 

Functioneert niet goed.

 

 

X

1.1.8.

Koppelingskoppen voor aanhangwagenremsystemen (elektrisch en pneumatisch)

Koppel en ontkoppel de koppelingskoppen van de reminstallatie tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen.

a)

Kraan of zelfsluitende klep defect.

X

 

 

Functioneert niet goed.

 

X

 

b)

Kraan of klep zit los of is slecht gemonteerd.

X

 

 

Functioneert niet goed.

 

X

 

c)

Ernstige lekkage.

 

X

 

Functioneert niet goed.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

d)

Functioneert niet correct.

 

X

 

Werking van de rem aangetast.

 

 

X

1.1.9.

Energie- en drukreservoir

Visuele controle.

a)

Reservoir is licht beschadigd of enigszins verroest.

X

 

 

Reservoir ernstig beschadigd, is verroest of lekt.

 

X

 

b)

Werking ontwateringsventiel is aangetast.

X

 

 

Geen werking ontwateringsventiel.

 

X

 

c)

Reservoir zit los of is slecht gemonteerd.

 

X

 

1.1.10.

Rembekrachtiging, hoofdcilinder (hydraulische systemen)

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

De rembekrachtiging is defect of werkt niet goed.

 

X

 

Inrichting werkt niet.

 

 

X

b)

De hoofdcilinder is defect, maar de rem werkt nog.

 

X

 

De hoofdcilinder is defect of lekt.

 

 

X

c)

De hoofdcilinder zit los, maar de rem werkt nog.

 

X

 

De hoofdcilinder zit los.

 

 

X

d)

Onvoldoende remvloeistof, onder MIN-teken.

X

 

 

Remvloeistof ver onder het MIN-teken.

 

X

 

Geen remvloeistof zichtbaar.

 

 

X

e)

De dop van het reservoir van de hoofdcilinder ontbreekt.

X

 

 

f)

Het controlelampje voor de remvloeistof licht op of is defect.

X

 

 

g)

Het waarschuwingssignaal met betrekking tot het remvloeistofniveau werkt slecht.

X

 

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.1.11.

Niet-flexibele remleidingen

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

Er is dreigend gevaar voor defecten en breuken.

 

 

X

b)

Leidingen of koppelingen lekken (pneumatische remsystemen).

 

X

 

Leidingen of koppeling lekken (hydraulische remsystemen).

 

 

X

c)

Leidingen vertonen beschadiging of te veel corrosie.

 

X

 

Tast de werking van de remmen aan door blokkering of een dreigend risico van lekkage.

 

 

X

d)

Leidingen zijn verkeerd gemonteerd.

X

 

 

Risico van schade.

 

X

 

1.1.12.

Flexibele remleidingen

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

Er is dreigend gevaar voor defecten en breuken.

 

 

X

b)

De slangen zijn beschadigd, gescheurd, gedraaid of te kort.

X

 

 

Slangen zijn beschadigd of gescheurd.

 

X

 

c)

Slangen of koppelingen lekken (pneumatische remsystemen).

 

X

 

Slangen of koppelingen lekken (hydraulische remsystemen).

 

 

X

d)

Slangen vertonen door de druk veroorzaakte verwijdingen.

 

X

 

Koord beschadigd.

 

 

X

e)

Slangen zijn poreus.

 

X

 

1.1.13.

Remvoeringen en blokken

Visuele controle.

a)

Remvoering of -blok vertoont te veel slijtage (minimumteken zichtbaar).

 

X

 

Remvoering of -blok vertoont te veel slijtage (minimumteken niet zichtbaar).

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

b)

Remvoering of -blok is vuil (olie, vet enz.).

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

c)

Remvoering of -blok is niet aanwezig of verkeerd gemonteerd.

 

 

X

1.1.14.

Remtrommels en -schijven

Visuele controle.

a)

Trommel of schijf vertoont slijtage

 

X

 

Trommel of schijf vertoont te veel slijtage, te veel kerven, gescheurd, zit los of is gebroken.

 

 

X

b)

Trommel of schijf is vuil (olie, vet enz.).

 

X

 

Remvermogen aangetast

 

 

X

c)

Trommel of schijf ontbreekt.

 

 

X

d)

Ankerplaat zit los.

 

X

 

1.1.15.

Remkabels, stangen, hefbomen, overbrenging

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

Kabel is beschadigd of geknikt.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

b)

Onderdeel vertoont te veel slijtage of corrosie.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

c)

Kabel, stang of verbinding onveilig

 

X

 

d)

Kabelgeleiding is defect.

 

X

 

e)

Bewegingsvrijheid van de reminstallatie wordt belemmerd.

 

X

 

f)

Abnormale beweeglijkheid van de hendels/overbrenging wijst op slechte afstelling of te veel slijtage.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.1.16.

Remcilinders (veerremcilinders of hydraulische remcilinders inbegrepen)

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

Cilinder gescheurd of beschadigd.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

b)

Cilinder lekt.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

c)

Cilinder zit los of is niet goed gemonteerd.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

d)

Cilinder vertoont te veel corrosie.

 

X

 

Kans op scheuren.

 

 

X

e)

De slag van de zuiger of van het diafragmamechanisme is te klein of te groot.

 

X

 

Remprestaties aangetast (gebrek aan bewegingsruimte).

 

 

X

f)

Stofkap beschadigd.

X

 

 

Stofkap ontbreekt of vertoont te veel beschadiging.

 

X

 

1.1.17.

Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar

Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie wordt bediend, indien mogelijk.

a)

Overbrenging is defect.

 

X

 

b)

Overbrenging is niet juist afgesteld.

 

X

 

c)

Remkrachtregelaar is geblokkeerd of werkt niet (werking van het ABS).

 

X

 

Remkrachtregelaar is geblokkeerd of werkt niet.

 

 

X

d)

Remkrachtregelaar ontbreekt (indien voorgeschreven).

 

 

X

e)

Missing data plate.

X

 

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

f)

Gegevens zijn niet leesbaar of niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

1.1.18.

Remhefbomen en indicatoren

Visuele controle.

a)

Remhefboom is beschadigd, geblokkeerd of vertoont abnormale beweeglijkheid, te veel slijtage of verkeerde afstelling.

 

X

 

b)

Remhefboom is defect.

 

X

 

c)

Niet correct geïnstalleerd of vervangen.

 

X

 

1.1.19.

Continureminstallatie (indien gemonteerd of voorgeschreven)

Visuele controle.

a)

Onveilige koppelingen of bevestigingen.

X

 

 

Functioneert niet goed.

 

X

 

b)

Installatie is duidelijk defect of ontbreekt.

 

X

 

1.1.20.

Automatische bediening van remmen voor aanhangwagen

Verbreek de remkoppeling tussen trekkend voertuig en aanhangwagen

De rem van de aanhangwagen komt niet automatisch in werking wanneer de koppeling losgekoppeld is.

 

 

X

1.1.21.

Volledige reminstallatie

Visuele controle.

a)

Andere apparatuur (bv. antivriespomp, luchtdroger enz.) vertoont uitwendige beschadiging of te veel corrosie waardoor de reminstallatie minder goed werkt.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X

b)

Luchtlekkage of antivrieslekkage.

X

 

 

Systeemfunctionaliteit aangetast.

 

X

 

c)

Onderdelen zitten los of zijn slecht gemonteerd.

 

X

 

d)

Onveilige wijziging van een onderdeel3.

 

X

 

Remvermogen aangetast.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.1.22.

Testkoppelingen (indien gemonteerd of voorgeschreven)

Visuele controle.

a)

Ontbreekt.

 

X

 

b)

Beschadigd.

X

 

 

Onbruikbaar of lekkend.

 

X

 

1.1.23.

Oplooprem

Visuele controle en controle door bediening.

Onvoldoende efficiënt.

 

X

 

1.2.   Remkracht en bedrijfszekerheid van de bedrijfsrem

1.2.1.

Remkracht

Trap de rem geleidelijk in tot de maximale opgevoerde kracht tijdens een test op een remtestmachine, of indien onmogelijk tijdens een test op de weg.

a)

Onvoldoende remkracht op een of meer wielen.

 

X

 

Geen remkracht op een of meer wielen.

 

 

X

b)

De remkracht van een wiel is minder dan 70 % van de maximale geregistreerde remkracht voor het andere wiel op dezelfde as. Of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg.

 

X

 

De remkracht van een wiel is minder dan 50 % van de maximaal geregistreerde remkracht van het andere wiel op dezelfde as in geval van gestuurde assen.

 

 

X

c)

De remkracht loopt niet geleidelijk op (blokkering).

 

X

 

d)

Abnormaal hoge reactietijd van een wiel.

 

X

 

e)

Remkracht vertoont te grote schommelingen tijdens een volledige wielwenteling.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.2.2.

Efficiëntie

Test met een remtestmachine of, indien door technische redenen een dergelijke machine niet kan worden gebruikt, een test op de weg met een registrerende vertragingsmeter om het rempercentage vast te stellen dat gerelateerd is aan de maximaal toegestane massa of, in het geval van opleggers, aan de som van de toegestane belasting op de assen.

Voertuigen of aanhangwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton moeten overeenkomstig de ISO 21069-normen of gelijkwaardige methoden worden gecontroleerd.

Testen op de weg moeten worden uitgevoerd onder droge weersomstandigheden op een vlakke, rechte weg.

Levert niet minstens de volgende waarden op (1):

1.

Voertuigen die voor het eerst zijn geregistreerd na 1.1.2012:

Categorie M1: 58 %

Categorieën M2 en M3: 50 %

Categorie N1: 50 %

Categorieën N2 en N3: 50 %

Categorieën O2, O3 en O4:

voor opleggers: 45 % (2)

voor aanhangwagens met trekstang: 50 %

 

X

 

2.

Voertuigen die voor het eerst zijn geregistreerd voor 1.1.2012:

Categorieën M1, M2 en M3: 50 % (3)

Categorie N1: 45 %

Categorieën N2 en N3: 43 % (4)

Categorieën O2, O3 en O4: 40 % (5)

 

X

 

3.

Andere categorieën:

Categorieën L (beide remmen samen):

Categorie L1e: 42 %

Categorie L2e, L6e: 40 %

Categorie L3e: 50 %

Categorie L4e: 46 %

Categorie L5e, L7e: 44 %

Categorieën L (achterwielrem):

25 % van totale voertuigmassa

 

X

 

Minder dan 50 % van bovenstaande waarden bereikt.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.3.   Remkracht en bedrijfszekerheid van de hulprem (indien afzonderlijk werkend systeem)

1.3.1.

Remkracht

Indien de hulprem afzonderlijk van de bedrijfsreminstallatie werkt, gebruik de methode in punt 1.2.1.

a)

Onvoldoende remkracht op een of meer wielen.

 

X

 

Geen remkracht op een of meer wielen.

 

 

X

b)

De remkracht van een wiel is minder dan 70 % van de maximale geregistreerde remkracht voor een ander wiel op dezelfde as. Of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg.

 

X

 

De remkracht van een wiel is minder dan 50 % van de maximaal geregistreerde remkracht van het andere wiel op dezelfde as in geval van gestuurde assen.

 

 

X

c)

De remkracht loopt niet geleidelijk op (blokkering).

 

X

 

1.3.2.

Efficiëntie

Indien de hulprem afzonderlijk van de bedrijfsreminstallatie werkt, gebruik de methode in punt 1.2.2.

Remkracht minder dan 50 % (6) van de remkracht gedefinieerd in punt 1.2.2 in vergelijking met toegelaten maximummassa.

 

X

 

Minder dan 50 % van bovenstaande remkrachtwaarden bereikt.

 

 

X

1.4.   Remkracht en bedrijfszekerheid van de parkeerrem

1.4.1.

Remkracht

Trek de rem aan op een remtestmachine.

Rem werkt niet aan één kant of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg.

 

X

 

Minder dan 50 % van de remkrachtwaarden als bedoeld in punt 1.4.2 bereikt in relatie tot de massa van het voertuig tijdens de controle.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.4.2.

Efficiëntie

Test op een remtestmachine. Als dat niet kan, dan met een test op de weg met een vertragingsmeter die slechts aanduidt of ook registreert, of met het voertuig op een helling met een bekende hellingsgraad.

Geeft voor alle categorieën voertuigen niet een rempercentage van minstens 16 % bij de maximaal toegestane massa, of, voor motorvoertuigen, van minstens12 % bij de maximummassa van de voertuigcombinatie, waarbij moet worden uitgegaan van de grootste waarde.

 

X

 

Minder dan 50 % van bovenstaande remkrachtwaarden bereikt.

 

 

X

1.5.

Continureminstallatie

Visuele controle en, indien mogelijk, testen of de installatie werkt.

a)

Niet regelbaar (niet van toepassing op motorremmen).

 

X

 

b)

Installatie werkt niet.

 

X

 

1.6.

Antiblokkeersysteem (ABS)

Visuele controle en controle van het waarschuwingssignaal en/of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Waarschuwingssignaal is defect.

 

X

 

b)

Waarschuwingssignaal vertoont systeemstoringen.

 

X

 

c)

Wielsnelheidssensoren ontbreken of zijn beschadigd.

 

X

 

d)

Bedrading is beschadigd.

 

X

 

e)

Andere onderdelen ontbreken of zijn beschadigd.

 

X

 

f)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

1.7.

Elektronisch remsysteem (EBS)

Visuele controle en controle van het waarschuwingssignaal en/of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Waarschuwingssignaal is defect.

 

X

 

b)

Waarschuwingssignaal vertoont systeemstoringen.

 

X

 

c)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

1.8.

Remvloeistof

Visuele controle.

Remvloeistof vervuild of bezonken.

 

X

 

Dreigend gevaar op falen.

 

 

X

2.   STUURINRICHTING

2.1.   Mechanische toestand

2.1.1.

Toestand van de stuurinrichting

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting en draai met de wielen van de grond of op draaischijven het stuurwiel tot de aanslag aan beide kanten. Visuele controle van werking van de stuurinrichting.

a)

De werking van de stuurinrichting verloopt ruw.

 

X

 

b)

Stuuras gedraaid of spieassen vertonen slijtage.

 

X

 

Aantasting van de functionaliteit.

 

 

X

c)

Stuuras vertoont te veel slijtage.

 

X

 

Aantasting van de functionaliteit.

 

 

X

d)

Stuuras heeft te veel speling.

 

X

 

Aantasting van de functionaliteit.

 

 

X

e)

Lekt.

X

 

 

Vorming van druppels.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

2.1.2.

Bevestiging van stuurhuis

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting met het gewicht van de wielen van het voertuig op de grond en draai aan het stuur met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in of gebruik een wiel spelingsdetector. Visuele controle van de bevestiging van het stuurhuis aan het chassis.

a)

Stuurhuis niet correct bevestigd.

 

X

 

Bevestigingen gevaarlijk los of beweging ten opzichte van het chassis/de carrosserie zichtbaar.

 

 

X

b)

Bevestigingsgaten in het chassis uitgeslagen.

 

X

 

Bevestigingen ernstig aangetast.

 

 

X

c)

Bevestigingsbouten ontbreken of zijn gebroken.

 

X

 

Bevestigingen ernstig aangetast.

 

 

X

d)

Stuurhuis is gebroken.

 

X

 

Stabiliteit van bevestiging of behuizing aangetast.

 

 

X

2.1.3.

Toestand stuuroverbrenging

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting en draai met de wielen op de grond het stuurwiel met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in of gebruik een wiel spelingsdetector. Visuele controle of de stuuronderdelen geen slijtage, breuken of veiligheidsproblemen vertonen.

a)

Relatieve beweging tussen onderdelen die vast zouden moeten zitten.

 

X

 

Buitensporige beweging of grote kans op losraken.

 

 

X

b)

Verbindingen vertonen te veel slijtage.

 

X

 

Groot gevaar op losraken.

 

 

X

c)

Onderdelen zijn gebroken of vervormd.

 

X

 

Negatieve gevolgen voor de aantasting van de functionaliteit.

 

 

X

d)

Borgmiddelen niet aanwezig.

 

X

 

e)

Foutieve uitlijning van de onderdelen (bv. spoorstang of stuurstang).

 

X

 

f)

Onveilige modificatie3

 

X

 

Negatieve gevolgen voor de aantasting van de functionaliteit.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

g)

Stofkap beschadigd of versleten.

X

 

 

Stofkap ontbreekt of is ernstig versleten.

 

X

 

2.1.4.

Werking stuuroverbrenging

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting met de wielen op de grond en draai het stuurwiel met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in of gebruik een wiel spelingsdetector. Visuele controle of de stuuronderdelen geen slijtage, breuken of veiligheidsproblemen vertonen.

a)

De bewegende stuuroverbrenging schuurt tegen een onderdeel dat aan het chassis vastzit.

 

X

 

b)

Stuuraanslag werkt niet of ontbreekt.

 

X

 

2.1.5.

Stuurbekrachtiging

Contoleer de stuurinrichting op lekkage en controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het reservoir (indien zichtbaar). Controleer met de wielen op de grond, en draaiende motor of de stuurbekrachtiging werkt.

a)

Vloeistof lekkage of werking aangetast.

 

X

 

b)

Onvoldoende vloeistof, onder MIN-teken.

X

 

 

Ontoereikend reservoir.

 

X

 

c)

Mechanisme werkt niet.

 

X

 

Besturing aangetast.

 

 

X

d)

Mechanisme is gebroken of zit los.

 

X

 

Besturing aangetast

 

 

X

e)

Foutieve uitlijning of schurende onderdelen.

 

X

 

Besturing aangetast.

 

 

X

f)

Onveilige modificatie3.

 

X

 

Besturing aangetast.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

g)

Leidingen/slangen vertonen beschadiging of te veel corrosie.

 

X

 

Besturing aangetast.

 

 

X

2.2.   Stuur, stuurkolom

2.2.1.

Toestand van het stuur

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting met het gewicht van het voertuig op de grond, duw en trek aan het stuur in een rechte lijn ten opzichte van de stuurkolom, duw het stuur in verschillende richtingen met rechte hoeken ten opzichte van de kolom/voorvork. Visuele controle van de speling en de toestand van flexibele koppelingen of kruiskoppelingen.

a)

Relatieve beweging tussen stuur en stuurkolom die wijst op losraken.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losschieten.

 

 

X

b)

Bevestiging op stuurwielnaaf ontbreekt.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losschieten.

 

 

X

c)

Stuurwielnaaf, -rand of -spaken vertonen breuken of zitten los.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losschieten.

 

 

X

2.2.2.

Stuurwiel/kruiskoppelingen en vorken en stuurdempers

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting met het gewicht van het voertuig op de grond, duw en trek aan het stuur in een rechte lijn ten opzichte van de stuurkolom, duw het stuur in verschillende richtingen met rechte hoeken ten opzichte van de kolom/voorvork. Visuele controle van de speling en de toestand van flexibele koppelingen of kruiskoppelingen.

a)

Midden van het stuur beweegt te veel op- of neerwaarts.

 

X

 

b)

Bovendeel van kolom beweegt te veel radiaal van de kolomas.

 

X

 

c)

Flexibele koppeling is stuk.

 

X

 

d)

Bevestiging is defect.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losschieten.

 

 

X

e)

Onveilige modificatie3

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

2.3.

Speling in de stuurinrichting

Plaats het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting met het gewicht van het voertuig op de wielen de motor, indien mogelijk, draaiend bij voertuigen met stuurbekrachtiging en met de wielen in rechte positie. Draai het stuurwiel licht en zo ver mogelijk met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in zonder de wielen te bewegen. Visuele controle van de vrije beweging.

Te veel speling bij het sturen, bijv. een bepaald punt op de rand overschrijdt bij beweging een vijfde van de diameter van het stuurwiel of beweegt niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

Besturing aangetast.

 

 

X

2.4.

Wieluitlijning (X)2

Controleer de uitlijning van de bestuurde wielen met de juiste apparatuur.

Uitlijning niet in overeenstemming met de informatie of de vereisten van de fabrikant1

X

 

 

Rechtdoor rijden aangetast; verminderde richtingstabiliteit.

 

X

 

2.5.

Draaikrans van de aanhangwagen

Visuele controle of met gebruik van een wiel spelingsdetector.

a)

Onderdeel enigszins beschadigd.

 

X

 

Onderdeel vertoont zware beschadiging of barsten.

 

 

X

b)

Te veel speling.

 

X

 

Rechtdoor rijden aangetast; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

c)

Bevestiging is defect.

 

X

 

Bevestiging ernstig aangetast.

 

 

X

2.6.

Elektronische stuurbekrachtiging (EPS)

Visuele controle en controle van de consistentie tussen de hoek van het stuurwiel en de hoek van de wielen bij het aan- en uitzetten van de motor en/of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Het waarschuwingslampje van de EPS-stuurbekrachtiging wijst op een defect in de installatie.

 

X

 

b)

Inconsistentie tussen de hoek van het stuurwiel en de hoek van de wielen.

 

X

 

Besturing aangetast

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Bekrachtiging werkt niet.

 

X

 

d)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

3.   ZICHT

3.1.

Gezichtsveld

Visuele controle vanaf de bestuurderszitplaats.

Obstakel in het gezichtsveld van de bestuurder dat het zicht naar voren of opzij aanzienlijk belemmert (buiten schoonmaakgebied van de ruitenwissers).

X

 

 

Binnen schoonmaakgebied van de ruitenwissers verminderd zicht en buitenspiegels niet zichtbaar.

 

X

 

3.2.

Toestand van de ruiten

Visuele controle.

a)

Ruiten of transparante panelen (indien toegestaan) zijn gebarsten of verkleurd (buiten schoonmaakgebied van de ruitenwissers).

X

 

 

Binnen schoonmaakgebied van de ruitenwissers verminderd zicht en buitenspiegels niet zichtbaar.

 

X

 

b)

Ruiten of transparante panelen (reflecterende of gekleurde folie inbegrepen) zijn niet in overeenstemming met de vereisten1, (buiten schoonmaakgebied van de ruitenwissers).

X

 

 

Binnen schoonmaakgebied van de ruitenwissers verminderd zicht en buitenspiegels niet zichtbaar.

 

X

 

c)

Ruiten of transparante panelen in onaanvaardbare toestand.

 

X

 

Zichtbaarheid binnen schoonmaakgebied van de ruitenwissers ernstig aangetast.

 

 

X

3.3.

Achteruitkijkspiegels of inrichtingen

Visuele controle.

a)

Spiegel of inrichting ontbreekt of is niet bevestigd volgens de vereisten1 (ten minste twee achteruitkijkmogelijkheden beschikbaar).

 

X

 

Minder dan twee achteruitkijkmogelijkheden beschikbaar.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

b)

Spiegel of inrichting licht beschadigd of los.

X

 

 

Spiegel of inrichting werkt niet, is zwaar beschadigd, zit los of onveilig.

 

X

 

c)

Noodzakelijk blikveld is er niet.

 

X

 

3.4.

Ruitenwissers

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Wissers werken niet, ontbreken of zijn niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Wisserblad is defect.

X

 

 

Wisserblad ontbreekt of is duidelijk defect.

 

X

 

3.5.

Ruitensproeiers

Visuele controle en controle door bediening.

Sproeiers werken niet adequaat (gebrek aan vloeistof maar de pomp werkt, of waterstraal verkeerd afgesteld).

X

 

 

Sproeiers werken niet.

 

X

 

3.6.

Ontwasemingssysteem (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

Systeem werkt niet of is duidelijk defect.

X

 

 

4.   LICHTEN, REFLECTERENDE INRICHTINGEN EN ELEKTRISCHE INSTALLATIES

4.1.   Koplampen

4.1.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Het licht/de lichtbron is defect of ontbreekt (meerdere lampen/lichtbronnen); in geval van led werkt minder dan 1/3 niet.

X

 

 

Eén enkel(e) licht/lichtbron; in geval van led ernstig aangetaste zichtbaarheid.

 

X

 

b)

Projectiesysteem (reflector en lens) is licht defect.

X

 

 

Projectiesysteem (reflector en lens) is ernstig defect of ontbreekt.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

 

X

 

4.1.2.

Afstelling

Bepaal het horizontale eindpunt van elke koplamp bij gedimd licht met behulp van een speciaal hiervoor bestemd toestel of een scherm of met gebruik van de elektronische voertuiginterface.

a)

Het eindpunt van de koplamp ligt niet binnen de grenzen die in de vereisten zijn bepaald1.

 

X

 

b)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

4.1.3.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten1 (aantal oplichtende koplampen op hetzelfde moment).

X

 

 

Overschrijding van de maximaal toegestane lichthelderheid aan de voorkant.

 

X

 

b)

Verminderde functie van schakelaar.

 

X

 

c)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

4.1.4.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Producten op lens of lichtbron die de lichthelderheid duidelijk verminderen of de kleur van het licht wijzigen.

 

X

 

c)

Lichtbron en lamp zijn niet compatibel.

 

X

 

4.1.5.

Verstelinrichting (indien verplicht)

Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening, of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Inrichting werkt niet.

 

X

 

b)

Manuele inrichting kan niet vanaf de bestuurderszitplaats worden bediend.

 

X

 

c)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

4.1.6.

Koplamp reinigingsinstallatie (indien verplicht)

Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening.

Inrichting werkt niet.

X

 

 

In het geval van gasontladingslampen:

 

X

 

4.2.   Voor- en achterlichten, breedtelichten en zijmarkeringslichten en markeringslichten

4.2.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lichtbron licht defect.

 

X

 

b)

Lens is defect.

 

X

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.2.2.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (1).

 

X

 

Achterlichten en zijmarkeringslichten kunnen worden uitgeschakeld wanneer de koplampen aan staan.

 

X

 

b)

Verminderde functie van schakelaar.

 

X

 

4.2.3.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Rood licht aan de voorzijde en wit licht aan de achterzijde; sterk verminderde lichthelderheid.

 

X

 

b)

Producten op lens of lichtbron die de lichthelderheid verminderen of de kleur van het licht wijzigen.

X

 

 

Rood licht aan de voorzijde en wit licht aan de achterzijde; sterk verminderde lichthelderheid.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

4.3.   Remlichten

4.3.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lichtbron defect (meerdere lichtbronnen; in geval van led werkt minder dan 1/3 niet)

X

 

 

Eén enkele lichtbron; in geval van led werkt minder dan 2/3.

 

X

 

Alle lichtbronnen defect.

 

 

X

b)

Licht defecte lens (geen invloed op uitgestraald licht)

X

 

 

Ernstig defecte lens (invloed op uitgestraald licht).

 

X

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.3.2.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening of met gebruikmaking van elektronische voertuiginterface.

a)

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Vertraagde werking.

 

X

 

Geen enkele werking.

 

 

X

b)

Verminderde functie van schakelaar.

 

X

 

c)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

d)

Het noodremlicht functioneert niet of niet correct.

 

X

 

4.3.3.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten (1).

X

 

 

Wit licht aan de achterzijde; sterk verminderde lichthelderheid.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

4.4.   Richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten

4.4.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lichtbron defect (meerdere lichtbronnen; in geval van led werkt tot 1/3 niet).

X

 

 

Eén enkele lichtbron; in geval van led werkt minder dan 2/3.

 

X

 

b)

Licht defecte lens (geen invloed op uitgestraald licht).

X

 

 

Ernstig defecte lens (invloed op uitgestraald licht).

 

X

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.4.2.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening.

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Geen enkele werking.

 

X

 

4.4.3.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

4.4.4.

Knippersnelheid

Visuele controle en controle door bediening.

Knippersnelheid is niet in overeenstemming met de vereisten1 (frequentie wijkt meer dan 25 % af).

X

 

 

4.5.   Mistlichten voor en achter

4.5.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lichtbron defect (meerdere bronnen; in geval van led werkt minder dan 1/3 niet).

X

 

 

Eén enkele lichtbron; in geval van led werkt minder dan 2/3.

 

X

 

b)

Licht defecte lens (geen invloed op uitgestraald licht).

X

 

 

Ernstig defecte lens (invloed op uitgestraald licht).

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt of tegemoetkomend verkeer verblindt.

 

X

 

4.5.2.

Afstelling (X)2

Door bediening en met het gebruik van een koplamptestapparaat.

Mistlicht vooraan schijnt niet meer horizontaal wanneer het lichtpatroon een scheidingslijn heeft (scheidingslijn te laag).

X

 

 

Scheidingslijn boven die van de koplampen.

 

X

 

4.5.3.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening.

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Werkt niet.

 

X

 

4.5.4.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

4.6.   Achteruitrijlichten

4.6.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lichtbron defect.

X

 

 

b)

Lens is defect.

X

 

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.6.2.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Licht, kleur van het licht, positie, helderheid of markering niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

4.6.3.

Schakelaars

Visuele controle en controle door bediening.

Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Achteruitrijlicht kan worden aangezet zonder dat de versnelling in zijn achteruit is gezet.

 

X

 

4.7.   Achterkentekenplaatverlichting

4.7.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Lamp werpt rechtstreeks, of wit licht naar achteren.

X

 

 

b)

Lichtbron defect. Meerdere lichtbronnen.

X

 

 

Lichtbron defect. Eén enkele lichtbron.

 

X

 

c)

Lamp is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.7.2.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

Inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

4.8.   Retroreflectoren, veiligheidsmarkeringen (retroreflecterend) en markeringsborden

4.8.1.

Toestand

Visuele controle.

a)

Reflecterende inrichting is defect of beschadigd.

X

 

 

Reflecterende werking aangetast.

 

X

 

b)

Reflector is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zou eraf kunnen vallen.

 

X

 

4.8.2.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle.

Toestel, gereflecteerde kleur of positie is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Ontbreekt of reflecterende rode kleur aan de voorzijde of witte kleur aan de achterzijde.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

4.9.   Verklikkersignalen voor lichtinrichting

4.9.1.

Toestand en werking

Visuele controle en controle door bediening.

Werkt niet.

X

 

 

Werkt niet voor niet-gedimd licht of een mistlamp aan de achterzijde.

 

X

 

4.9.2.

Overeenstemming met vereisten1

Visuele controle en controle door bediening.

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

4.10.

Elektrische verbindingen tussen trekkend voertuig en aanhangwagen of oplegger

Visuele controle: onderzoek indien mogelijk de elektrische continuïteit van de verbinding.

a)

Vaste onderdelen zijn niet stevig bevestigd.

X

 

 

Losse contactdoos.

 

X

 

b)

Isolatie is beschadigd of stuk.

X

 

 

Kan kortsluiting veroorzaken.

 

X

 

c)

De elektrische verbindingen van de aanhangwagen of het trekkend voertuig functioneren niet correct.

 

X

 

Remlichten van aanhangwagen werken in het geheel niet.

 

 

X

4.11.

Elektrische bedrading

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting, ook in het motorcompartiment (indien van toepassing).

a)

Bedrading zit los of is niet goed beveiligd.

X

 

 

Bevestigingen los, draden raken scherpe randen, grote kans dat connectoren losraken.

 

X

 

Grote kans dat bedrading hete delen, roterende onderdelen of de grond raakt, connectoren zijn ontkoppeld (relevante onderdelen voor remmen, sturen).

 

 

X

b)

Bedrading is licht versleten.

X

 

 

Bedrading is sterk versleten.

 

X

 

Bedrading is extreem versleten (relevante onderdelen voor remmen, sturen).

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Isolatie is beschadigd of stuk.

X

 

 

Kan kortsluiting veroorzaken.

 

X

 

Hoog brandrisico, ontstaan van vonken.

 

 

X

4.12.

Niet-verplichte lichten en retroreflectoren (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Een licht/retroreflector is niet in overeenstemming met de vereisten bevestigd1.

X

 

 

Uitstralend/reflecterend rood licht aan de voorzijde of wit licht aan de achterzijde.

 

X

 

b)

Bediening van het licht is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Aantal koplampen, dat tegelijk werkt, overschrijdt de toegestane lichthelderheid; uitstralend rood licht aan de voorzijde of wit licht aan de achterzijde.

 

X

 

c)

Licht/retroreflector is niet stevig bevestigd.

X

 

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

X

 

4.13.

Accu('s)

Visuele controle.

a)

Zit los.

X

 

 

Niet correct bevestigd; Kan kortsluiting veroorzaken.

 

X

 

b)

Lekt.

X

 

 

Verlies van gevaarlijke stoffen.

 

X

 

c)

Schakelaar (indien vereist) is defect.

 

X

 

d)

Zekeringen (indien vereist) zijn defect.

 

X

 

e)

Onvoldoende luchtcirculatie (indien vereist).

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

5.   ASSEN, WIELEN, BANDEN EN OPHANGING

5.1.   Assen

5.1.1.

Assen

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton.

a)

As is gebroken of vervormd.

 

 

X

b)

As is niet goed aan het voertuig bevestigd.

 

X

 

Verminderde stabiliteit, functionaliteit aangetast: Te veel beweging ten opzichte van bevestigingspunten.

 

 

X

c)

Onveilige modificatie3.

 

X

 

Verminderde stabiliteit, functionaliteit aangetast, onvoldoende afstand tot andere onderdelen of de grond.

 

 

X

5.1.2.

Asstomp

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton. Oefen verticale of zijdelingse kracht uit op elk wiel en noteer de mate van beweging tussen het aslichaam en de fusee.

a)

Asstomp is gebroken.

 

 

X

b)

Fuseepen en/of bussen vertonen te veel slijtage.

 

X

 

Grote kans op losraken; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

c)

Te veel beweging tussen asstomp en ashuis.

 

X

 

Grote kans op losraken; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

d)

De fusee zit los in as.

 

X

 

Grote kans op losraken; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

5.1.3.

Wiellagers

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton. Schud het wiel of oefen zijdelingse kracht uit op elk wiel en noteer de mate van opwaartse beweging van het wiel ten opzichte van de fusee.

a)

Te veel speling in een wiellager.

 

X

 

Verminderde richtingstabiliteit; gevaar van kapotgaan.

 

 

X

b)

Wiellager zit te strak of is geblokkeerd.

 

X

 

Gevaar van oververhitting; gevaar van kapotgaan.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

5.2.   Wielen en banden

5.2.1.

Wielnaaf

Visuele controle.

a)

Moeren of bouten van het wiel ontbreken of zitten los.

 

X

 

Ontbrekende bevestiging of deze zit zo los dat de verkeersveiligheid ernstig wordt aangetast.

 

 

X

b)

Naaf vertoont slijtage of beschadiging.

 

X

 

Naaf vertoont slijtage of beschadiging op een zodanige wijze dat de veilige bevestiging van wielen wordt aangetast.

 

 

X

5.2.2.

Wielen

Visuele controle van beide zijden van elk wiel met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting.

a)

Breuken of ondeugdelijk laswerk.

 

 

X

b)

Velgringen niet correct bevestigd.

 

X

 

Grote kans op losraken.

 

 

X

c)

Wiel is ernstig vervormd of versleten.

 

X

 

Veilige bevestiging aan de naaf aangetast; veilige bevestiging van band aangetast.

 

 

X

d)

Wielmaat, ontwerp, compatibiliteit of -soort niet in overeenstemming met de vereisten1 en is niet veilig.

 

X

 

5.2.3.

Banden

Visuele controle van de volledige band door ofwel het wiel te draaien met het voertuig van de grond boven een inspectieput of op een hefinrichting of door het voertuig achteruit en vooruit boven een inspectieput te rijden.

a)

Bandenmaat, laadvermogen, goedkeuringsmerk of snelheidscategorie is niet in overeenstemming met de vereisten1 en tast verkeersveiligheid aan.

 

X

 

Onvoldoende laadvermogen of snelheid voor feitelijk gebruik, band raakt andere vaste onderdelen van het voertuig, waardoor gebruik op de weg minder veilig wordt.

 

 

X

b)

Banden op dezelfde as of dubbel gemonteerde wielen hebben niet dezelfde maat.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Banden op dezelfde as hebben een verschillende structuur (radiaal/diagonaal).

 

X

 

d)

Band vertoont ernstige schade of insnijdingen.

 

X

 

Koord zichtbaar of beschadigd.

 

 

X

e)

Bandenslijtage-indicator wordt zichtbaar.

 

X

 

Diepte van het bandprofiel niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

 

X

f)

Band schuurt tegen andere onderdelen (flexibele opspatafschermingsmiddelen).

X

 

 

Band schuurt tegen andere onderdelen (veilig rijden niet belemmerd).

 

X

 

g)

Geherprofileerde banden die niet aan de voorwaarden voldoen1.

 

X

 

Beschermingslaag koord aangetast.

 

 

X

h)

Controlesysteem voor bandenspanning werkt niet goed of band is duidelijk te zacht.

X

 

 

Werkt duidelijk niet.

 

X

 

5.3.   Ophangingsysteem

5.3.1.

Veren en stabilisator

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton.

a)

Veren zijn niet goed aan het chassis of de as bevestigd.

 

X

 

Relatieve beweging zichtbaar. Bevestigingen veel te los.

 

 

X

b)

Een veeronderdeel is beschadigd of gebroken.

 

X

 

Voornaamste veer (-blad), of overige bladen zeer ernstig aangetast.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

c)

Een veer ontbreekt.

 

X

 

Voornaamste veer (-blad), of overige bladen zeer ernstig aangetast.

 

 

X

d)

Onveilige modificatie3.

 

X

 

Onvoldoende afstand tot andere voertuigonderdelen; veersysteem werkt niet.

 

 

X

5.3.2.

schokdempers

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting of, indien beschikbaar, met het gebruik van speciale apparatuur.

a)

Schokdempers zijn niet goed aan het chassis of de as bevestigd.

X

 

 

Schokdemper los.

 

X

 

b)

Beschadigde schokdemper met sporen van ernstige lekkage of defect.

 

X

 

5.3.2.1.

Controle van de bedrijfszekerheid van demping (X)2

Gebruik speciale apparatuur en vergelijk de verschillen tussen links/rechts.

a)

Er is een aanzienlijk verschil tussen links en rechts.

 

X

 

b)

De gegeven minimumwaarden worden niet bereikt.

 

X

 

5.3.3.

Torsiebuizen, reactiearmen, wieldraagarmen en ophangarmen

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton.

a)

Onderdeel is niet goed aan het chassis of de as bevestigd.

 

X

 

Grote kans op losraken; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

b)

Onderdeel vertoont schade of te veel corrosie.

 

X

 

Stabiliteit van onderdeel verminderd of onderdeel vertoont breuken.

 

 

X

c)

Onveilige modificatie3.

 

X

 

Onvoldoende afstand tot andere voertuigonderdelen; systeem werkt niet.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

5.3.4.

Draaipunten wielophanging

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting. Testbanken voor wielspeling kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton.

a)

Fuseepen en/of bussen of draaipunten wielophanging vertonen te veel slijtage.

 

X

 

Grote kans op losraken; verminderde richtingstabiliteit.

 

 

X

b)

De stofkap is ernstig versleten.

X

 

 

De stofkap ontbreekt of vertoont scheuren.

 

X

 

5.3.5.

Luchtvering

Visuele controle.

a)

Systeem werkt niet.

 

 

X

b)

Een onderdeel vertoont beschadiging, is gemodificeerd, of versleten zodat het systeem minder goed werkt.

 

X

 

Werking van het systeem ernstig verminderd.

 

 

X

c)

Het systeem lekt hoorbaar.

 

X

 

6.   CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN

6.1.   Chassis of frame en bevestigingen

6.1.1.

Algemene toestand

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting.

a)

Een van de langs- of dwarsliggers vertoont lichte breuken of is licht vervormd.

 

X

 

Een van de langs- of dwarsliggers vertoont ernstige breuken of is sterk vervormd.

 

 

X

b)

Verstevigingsplaten of bevestigingen zitten los.

 

X

 

Meeste bevestigingen los; onvoldoende sterke onderdelen.

 

 

X

c)

Te veel corrosie waardoor het geheel aan stijfheid verliest.

 

X

 

Onvoldoende sterke onderdelen.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.1.2.

Uitlaatpijpen en dempers

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting.

a)

Uitlaatsysteem zit los of lekt.

 

X

 

b)

Emissies komen in de cabine of in het passagiersgedeelte.

 

X

 

Gevaar voor de gezondheid van personen aan boord.

 

 

X

6.1.3.

Brandstoftanks en -leidingen (incl. tanks en brandstofleidingen voor verwarming)

Visuele controle met het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting, gebruik van apparatuur voor het vaststellen van lekkage in het geval van LPG/CNG/LNG-systemen.

a)

De tank of leidingen zitten los, wat brandgevaar oplevert.

 

 

X

b)

Brandstof lekkage, tankdop ontbreekt of sluit niet goed af.

 

X

 

Brandgevaar; buitensporig verlies van gevaarlijk materiaal.

 

 

X

c)

Gescheurde leidingen.

X

 

 

Beschadigde leidingen.

 

X

 

d)

Brandstofkraan (indien vereist) werkt niet correct.

 

X

 

e)

Brandgevaar door:

lekkende brandstof;

onvoldoende afscherming van brandstoftank of uitlaat;

toestand van het motorcompartiment.

 

 

X

f)

LPG-/CNG/LNG- of waterstofsysteem is niet in overeenstemming met de vereisten, deel van het systeem defect1.

 

 

X

6.1.4.

Bumpers, zijdelingse afscherming en onderrijbeveiliging aan de achterzijde

Visuele controle.

a)

Onderdelen zitten los of zijn beschadigd waardoor zij door (lichte) aanraking kunnen verwonden.

 

X

 

Onderdelen zouden eraf kunnen vallen; functionaliteit ernstig aangetast.

 

 

X

b)

Inrichting is duidelijk niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.1.5.

Bevestiging van het reservewiel (indien aanwezig)

Visuele controle.

a)

Bevestiging is in slechte toestand.

X

 

 

b)

Bevestiging is gebroken of zit los.

 

X

 

c)

Een reservewiel is niet stevig bevestigd.

 

X

 

Zeer groot gevaar dat het eraf valt.

 

 

X

6.1.6.

Mechanische koppeling en trekinrichting

Visuele controle op slijtage en correcte bediening met speciale aandacht voor aanwezige veiligheidsvoorzieningen/of het gebruik van meetapparatuur.

a)

Onderdeel vertoont beschadiging, defecten of gebroken (indien niet in gebruik).

 

X

 

Onderdeel vertoont beschadiging, defecten of gebroken (indien in gebruik).

 

 

X

b)

Onderdeel vertoont te veel slijtage.

 

X

 

Onder de slijtagelimiet.

 

 

X

c)

Bevestiging is defect.

 

X

 

Losse bevestigingen die er gemakkelijk af kunnen vallen.

 

 

X

d)

Veiligheidsvoorziening ontbreekt of werkt niet goed.

 

X

 

e)

Koppelingindicator werkt niet.

 

X

 

f)

Kentekenplaat of licht wordt bedekt (indien niet in gebruik).

X

 

 

Kentekenplaat niet leesbaar (indien niet in gebruik).

 

X

 

g)

Onveilige modificatie3 (secundaire onderdelen).

 

X

 

Onveilige modificatie3 (primaire onderdelen).

 

 

X

h)

Koppeling te zwak.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.1.7.

Overbrenging

Visuele controle.

a)

Borgschroeven zitten los of ontbreken.

 

X

 

Borgschroeven zitten los of ontbreken waardoor de verkeersveiligheid ernstig wordt aangetast.

 

 

X

b)

Aslagering voor overbrenging vertoont te veel slijtage.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losraken of breuken.

 

 

X

c)

Kruiskoppelingen of de overbrengingskettingen of -riemen vertonen te veel slijtage.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losraken of breuken.

 

 

X

d)

Flexibele koppelingskoppen beschadigd.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losraken of breuken.

 

 

X

e)

As is beschadigd of gebogen.

 

X

 

f)

Lagerbehuizing is gebroken of zit los.

 

X

 

Zeer groot gevaar op losraken of breuken.

 

 

X

g)

De stofkap is ernstig versleten.

X

 

 

De stofkap ontbreekt of vertoont scheuren.

 

X

 

h)

Illegale modificatie van de aandrijving.

 

X

 

6.1.8.

Bevestiging van de motor

Visuele controle hoeft niet boven een inspectieput of op een hefinrichting.

Defecte, duidelijk en ernstig beschadigde bevestigingen.

 

X

 

Loszittende of gebroken bevestigingen.

 

 

X

6.1.9

Motorprestaties (X)2

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Regelmodule gewijzigd wat de veiligheid en/of het milieu aantast.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

b)

Motor gewijzigd wat de veiligheid en/of het milieu aantast.

 

 

X

6.2.   Cabine en koetswerk

6.2.1.

Toestand

Visuele controle.

a)

Paneel of onderdeel zit los of is beschadigd en kan verwondingen veroorzaken.

 

X

 

Zou eraf kunnen vallen.

 

 

X

b)

Bovenbouwondersteuning zit los.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X

c)

Uitlaatemissies komen binnen.

 

X

 

Gevaar voor de gezondheid van personen aan boord.

 

 

X

d)

Onveilige modificatie3

 

X

 

Onvoldoende afstand tot roterende of bewegende onderdelen en de weg.

 

 

X

6.2.2.

Bevestiging

Visuele controle boven een inspectieput of op een hefinrichting.

a)

Bovenbouw of cabine zit los.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X

b)

Bovenbouw/cabine zit niet recht op het chassis.

 

X

 

c)

Bevestiging van bovenbouw/cabine op het chassis of de dwarsliggers zit los of ontbreekt en indien symmetrisch.

 

X

 

De bevestiging van het bovenbouw/de cabine op het chassis of de dwarsliggers zit los of ontbreekt wat de veiligheid zeer ernstig aantast.

 

 

X

d)

Bevestigingspunten aan integrale bovenbouwonderdelen vertonen te veel roest.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.2.3.

Portieren en portiervangers

Visuele controle.

a)

Een portier opent en sluit niet correct.

 

X

 

b)

Een portier kan plots opengaan of blijft niet gesloten (schuifdeuren).

 

X

 

Een portier kan plots opengaan of blijft niet gesloten (openslaande deuren).

 

 

X

c)

Portier, scharnieren, portiervangers of stijlen is/zijn stuk.

X

 

 

Portier, scharnieren, portiervangers of stijlen ontbreekt/ontbreken of zit/zitten los.

 

X

 

6.2.4.

Bodem

Visuele controle boven een inspectieput of op een hefinrichting.

Bodem zit los of is stuk.

 

X

 

Onvoldoende stabiliteit.

 

 

X

6.2.5.

Bestuurderszitplaats

Visuele controle.

a)

Zitplaats met defecte structuur.

 

X

 

Losse zitplaats.

 

 

X

b)

Afstelmechanisme functioneert niet correct.

 

X

 

Zitplaats beweegt of rugleuning niet vast te zetten.

 

 

X

6.2.6.

Overige zitplaatsen

Visuele controle.

a)

Zitplaatsen zijn defect of zitten los (secundaire onderdelen).

X

 

 

Zitplaatsen zijn defect of zitten los (hoofdonderdelen).

 

X

 

b)

Zitplaatsen zijn niet bevestigd in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Toegestaan aantal zitplaatsen overschreden; plaatsing niet in overeenstemming met goedkeuring.

 

X

 

6.2.7.

Bedieningsapparatuur voor de bestuurder

Visuele controle en controle door bediening.

Bedieningsapparatuur die nodig is voor de veilige besturing van het voertuig werkt niet correct.

 

X

 

Veilige bediening aangetast.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.2.8.

Cabinetreden

Visuele controle.

a)

Trede of bevestiging zit los.

X

 

 

Onvoldoende stabiliteit.

 

X

 

b)

Toestand van trede of opstapring zou gebruikers kunnen verwonden.

 

X

 

6.2.9.

Andere binnen- en buitenvoorzieningen en uitrusting

Visuele controle.

a)

Bevestiging of andere voorzieningen of inrichtingen zijn defect.

 

X

 

b)

Andere voorzieningen of inrichtingen zijn niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Gemonteerde onderdelen zouden letsel kunnen veroorzaken; veilige werking aangetast.

 

X

 

c)

Hydraulische inrichting lekt.

X

 

 

Buitensporig verlies van gevaarlijk materiaal.

 

X

 

6.2.10.

Spatborden, opspatafschermingsuitrusting

Visuele controle.

a)

Ontbreken, zitten los of zijn ernstig verroest.

X

 

 

Zou letsel kunnen veroorzaken; Zou eraf kunnen vallen.

 

X

 

b)

Onvoldoende afstand tot band/wiel (opspatafscherming).

X

 

 

Onvoldoende afstand tot band/wiel (spatborden).

 

X

 

c)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Onvoldoende afdekking van band.

 

X

 

6.2.11.

Standaard

Visuele controle.

a)

Ontbreekt, zit los of is ernstig verroest.

 

X

 

b)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

c)

Gevaar voor uitklappen als het voertuig in beweging is.

 

 

X


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

6.1.12.

Handgrepen en voetsteunen

Visuele controle.

a)

Ontbreken, zitten los of zijn ernstig verroest.

 

X

 

b)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

7.   DIVERSE UITRUSTINGEN

7.1.   Veiligheidsgordels/sluitingen en gordelspansystemen voor inzittenden

7.1.1.

Veiligheid van de bevestiging van veiligheidsgordels/sluitingen

Visuele controle.

a)

Verankeringspunt is stuk.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X

b)

Verankering zit los.

 

X

 

7.1.2.

Toestand van veiligheidsgordels/sluitingen

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Verplichte veiligheidsgordel ontbreekt of is niet bevestigd.

 

X

 

b)

Veiligheidsgordel is beschadigd.

X

 

 

Scheur of teken van uitrekking.

 

X

 

c)

Veiligheidsgordel is niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

d)

Sluiting van de veiligheidsgordel is beschadigd of werkt niet correct.

 

X

 

e)

Oprolmechanisme van de veiligheidsgordel is beschadigd of werkt niet correct.

 

X

 

7.1.3.

Krachtbegrenzer veiligheidsgordel

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Krachtbegrenzer ontbreekt of is niet aan het voertuig aangepast.

 

X

 

b)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

7.1.4.

Gordelspanners

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Spanner ontbreekt of is niet aan het voertuig aangepast.

 

X

 

b)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

7.1.5.

Airbag

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Airbags zijn duidelijk niet aanwezig of passen niet bij het voertuig.

 

X

 

b)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

c)

Airbag werkt duidelijk niet.

 

X

 

7.1.6.

SRS-systemen (Supplemental Restraint System)

Visuele controle van waarschuwingslampje en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Het waarschuwingslampje van het SRS wijst op een defect in het systeem.

 

X

 

b)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

7.2.

Brandblusser (X)2

Visuele controle.

a)

Ontbreekt.

 

X

 

b)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Indien vereist (bv. taxi's, bussen, touringcars enz.).

 

X

 

7.3.

Sloten en diefstalbeveiliging.

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Apparatuur om te verhinderen dat het voertuig wordt bestuurd, werkt niet.

X

 

 

b)

Defect.

 

X

 

Sluit of blokkeert onaangekondigd.

 

 

X

7.4.

Gevarendriehoek (indien vereist) (X)2

Visuele controle.

a)

Ontbreekt of is onvolledig.

X

 

 

b)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

7.5.

Verbandtrommel (indien vereist) (X)2

Visuele controle.

Ontbreekt, is onvolledig of is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

7.6.

Wielblokken (wiggen) (indien vereist) (X)2

Visuele controle.

Ontbreken of zijn niet in goede toestand, onvoldoende stabiliteit of te klein.

 

X

 

7.7.

Geluidssignaalinrichting

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Werkt niet goed.

X

 

 

Werkt helemaal niet.

 

X

 

b)

Bediening onbetrouwbaar.

X

 

 

c)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Kans dat geluid wordt verward met officiële sirenes.

 

X

 

7.8.

Snelheidsmeter

Visuele controle of door bediening tijdens een test op de weg of door middel van elektronica.

a)

Niet afgesteld in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Ontbreekt, indien vereist.

 

X

 

b)

Verminderde werking.

X

 

 

Werkt helemaal niet.

 

X

 

c)

Kan niet voldoende worden verlicht.

X

 

 

Kan in het geheel niet worden verlicht.

 

X

 

7.9.

Tachograaf (indien aanwezig/vereist)

Visuele controle.

a)

Niet afgesteld in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Werkt niet.

 

X

 

c)

Zegels zijn stuk of ontbreken.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

d)

Installatieplaat ontbreekt, is onleesbaar of verlopen.

 

X

 

e)

Duidelijke vervalsing of manipulatie.

 

X

 

f)

Maat van banden niet compatibel met ijkparameters.

 

X

 

7.10.

Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig/vereist)

Visuele controle en, indien uitrusting beschikbaar is, controle door bediening.

a)

Niet afgesteld in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Werkt duidelijk niet.

 

X

 

c)

Snelheid foutief ingesteld (indien gecontroleerd).

 

X

 

d)

Zegels zijn stuk of ontbreken.

 

X

 

e)

Installatieplaatje ontbreekt of is onleesbaar.

 

X

 

f)

Maat van banden niet compatibel met ijkparameters.

 

X

 

7.11.

Kilometerteller indien beschikbaar (X)2

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Duidelijk gemanipuleerd (fraude) om de geregistreerde afgelegde afstand van het voertuig te verminderen of verkeerd weer te geven.

 

X

 

b)

Werkt duidelijk niet.

 

X

 

7.12.

Elektronische stabiliteitscontrole (ESC) indien aanwezig/vereist

Visuele controle en/of met gebruikmaking van elektronische interface.

a)

Wielsnelheidssensoren ontbreken of zijn beschadigd.

 

X

 

b)

Bedrading is beschadigd.

 

X

 

c)

Andere onderdelen ontbreken of zijn beschadigd.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

 

d)

Schakelaar is beschadigd of werkt niet correct.

 

X

 

e)

Het waarschuwingslampje van de elektronische stabiliteitscontrole wijst op een defect in het systeem.

 

X

 

f)

Systeem geeft defect aan via elektronische voertuiginterface.

 

X

 

8.   OVERLASTFACTOREN

8.1.   Geluidshinder

8.1.1.

Geluiddemping

Subjectieve beoordeling, tenzij de controleur van mening is dat het geluidsniveau overschreden wordt. In dat geval mag een staande geluidstest met een geluidsmeter worden uitgevoerd.

a)

Geluidsniveaus overschrijden de niveaus in de vereisten1.

 

X

 

b)

Onderdeel van het geluidsonderdrukkingssysteem zit los, is beschadigd, niet juist aangebracht, afwezig of duidelijk aangepast met een nadelige invloed op de geluidsniveaus.

 

X

 

Zeer groot gevaar dat hij eraf valt.

 

 

X

8.2.   Uitlaatemissies

8.2.1.   Emissies van motoren met elektrische ontsteking

8.2.1.1

Uitlaatemissieregelsysteem

Visuele controle.

a)

Het door de fabrikant gemonteerde uitlaatemissieregelsysteem is afwezig, aangepast of duidelijk defect.

 

X

 

b)

Lekken die emissiemetingen kunnen beïnvloeden.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

8.2.1.2

Gasemissies

voor voertuigen tot emissieklasse Euro 6 en Euro V (7):

Meting met een uitlaatgasanalysator in overeenstemming met de vereisten1 of uitlezing van OBD De uitlaatpijptest is de standaardmethode voor de beoordeling van de uitlaatgassen. Op basis van een gelijkwaardigheidsbeoordeling en rekening houdend met de desbetreffende wetgeving inzake typegoedkeuring kunnen lidstaten het gebruik van OBD toestaan in overeenstemming met de aanbevelingen van de fabrikant en andere vereisten;

voor voertuigen van emissieklasse Euro 6 en Euro VI (8):

Meting met een uitlaatgasanalysator in overeenstemming met de vereisten1 of uitlezing OBD overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant en andere vereisten1.

Metingen niet toepasbaar voor tweetaktmotoren.

a)

Ofwel overschrijden de gasemissies de door de fabrikant vastgelegde niveaus,

 

X

 

b)

ofwel, indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, overschrijden de CO-emissies,

i)

voor voertuigen zonder geavanceerd uitlaatemissieregelsysteem,

4,5 %, of

3,5 %

afhankelijk van de datum van eerste inschrijving of gebruik zoals in de vereisten wordt bepaald1

ii)

voor voertuigen met een geavanceerd uitlaatemissieregelsysteem,

bij stationaire motor: 0,5 %;

bij verhoogd toerental: 0,3 %, of

bij stationaire motor: 0,3 % (7);

bij verhoogd toerental: 0,2 %

afhankelijk van de datum van eerste inschrijving of gebruik zoals in de vereisten wordt bepaald1.

 

X

 

c)

Lambdacoëfficiënt buiten de waarde 1 ± 0,03 of niet overeenkomstig de specificaties van fabrikant.

 

X

 

d)

Uitgelezen OBD wijst op ernstig defect.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

8.2.2.   Emissies van motoren met compressieontsteking

8.2.2.1.

Uitlaatemissieregelsysteem

Visuele controle.

a)

Een door de fabrikant gemonteerd uitlaatemissieregelsysteem is afwezig of duidelijk defect.

 

X

 

b)

Lekken die emissiemetingen kunnen beïnvloeden.

 

X

 

8.2.2.2.

Opaciteit

Voertuigen die vóór 1 januari 1980 zijn geregistreerd of in gebruik genomen, hoeven niet aan deze vereiste voldoen.

voor voertuigen tot emissieklasse Euro 5 en Euro V (7):

De opaciteit van de uitlaatgassen wordt gemeten tijdens een vrije acceleratie (bij niet-belaste motor wordt het toerental opgevoerd van het stationair toerental tot het toerental waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt) met de versnellingspook in de vrije stand en niet-ontkoppelde motor of uitlezing OBD. De uitlaatpijptest is de standaardmethode voor de beoordeling van de uitlaatgassen. Op basis van een gelijkwaardigheidsbeoordeling kunnen lidstaten het gebruik van OBD toestaan in overeenstemming met de aanbevelingen van de fabrikant en andere vereisten.

voor voertuigen van emissieklasse Euro 6 en Euro VI (8):

De opaciteit van de uitlaatgassen wordt gemeten tijdens een vrije acceleratie (bij niet-belaste motor wordt het toerental opgevoerd van het stationair toerental tot het toerental waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt) met de versnellingspook in de vrije stand en niet-ontkoppelde motor of uitlezing OBD overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant en andere vereisten1.

Voorbereiding van het voertuig:

1.

Voertuigen kunnen worden gecontroleerd zonder voorbereiding, maar om veiligheidsredenen moet eerst worden nagegaan of de motor warm is en in een bevredigende mechanische staat verkeert.

a)

Bij voertuigen die voor de eerste keer na de datum in de vereisten1 zijn geregistreerd of in gebruik genomen,

overschrijdt de opaciteit het niveau dat op de plaat van de fabrikant op het voertuig staat genoteerd;

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

2.

Voorbereidingsvoorschriften:

i)

de motor moet op temperatuur zijn, hetgeen bijvoorbeeld kan worden geconstateerd wanneer de temperatuur van de motorolie, gemeten door middel van een in de opening voor de oliepeilstok ingebrachte voeler, ten minste 80 °C bedraagt of de normale bedrijfstemperatuur wanneer deze lager is, dan wel wanneer de temperatuur van het motorblok, bepaald aan de hand van de hoeveelheid infraroodstraling, ten minste een vergelijkbare waarde bedraagt. Indien door de constructie van het voertuig deze meting in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is, kan op een andere wijze worden nagegaan of de motor zijn normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt, bijvoorbeeld door te wachten tot de ventilator aanslaat;

ii)

het uitlaatsysteem moet worden doorgeblazen door middel van ten minste drie vrije acceleratiecycli of een daarmee vergelijkbare methode.

 

 

 

 

 

 

b)

Wanneer deze gegevens niet beschikbaar zijn of de vereisten1 het gebruik van referentiewaarden niet toelaten,

voor motoren met natuurlijke aanzuiging: 2,5 m– 1;

voor motoren met drukvulling: 3,0 m– 1;

bij voertuigen die in de vereisten staan1 of voor de eerste keer na de datum in de vereisten zijn ingeschreven of in gebruik zijn genomen1:

1,5 m– 1 (9)

of 0,7 m– 1 (8)

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

Controleprocedure

1.

De motor en de eventueel gemonteerde turbolader moeten stationair draaien voor het begin van elke vrije acceleratiecyclus. Bij zware dieselmotoren moet ten minste tien seconden worden gewacht na het loslaten van het gaspedaal.

2.

Bij de aanvang van elke vrije acceleratiecyclus moet het gaspedaal snel en ononderbroken (d.w.z. in minder dan één seconde) maar wel rustig volledig worden ingedrukt, teneinde een maximum brandstoftoevoer door de injectiepomp te verkrijgen.

3.

Tijdens elke vrije acceleratiecyclus moet de motor het toerental bereiken waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt of, voor voertuigen met een automatische transmissie, het door de fabrikant voorgeschreven toerental dan wel, indien dit niet bekend is, een toerental dat twee derde bedraagt van het toerental waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt, alvorens het gaspedaal wordt losgelaten. Dit kan worden gecontroleerd door bijvoorbeeld het toerental te meten of door voldoende tijd te laten verlopen tussen het indrukken en het loslaten van het gaspedaal, namelijk, bij voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3, ten minste twee seconden.

4.

Voertuigen dienen alleen te worden afgekeurd, indien het rekenkundig gemiddelde van ten minste de laatste drie vrije acceleratiecycli meer bedraagt dan de grenswaarde. Dit kan worden berekend, wanneer sterk van het gemeten gemiddelde afwijkende metingen of het resultaat van een andere statistische berekening die rekening houdt met de verstrooiing van de metingen buiten beschouwing worden gelaten. De lidstaten kunnen het aantal testcycli aan een maximum verbinden.

 

 

 

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

 

5.

Om onnodige tests te vermijden, kunnen de lidstaten voertuigen afkeuren waarbij aanzienlijk hogere waarden dan de grenswaarden zijn gemeten na minder dan drie vrije acceleratiecycli of na het doorblazen. Om onnodige controles te vermijden, kunnen de lidstaten ook voertuigen goedkeuren waarbij na minder dan drie vrije acceleratiecycli of na het doorblazen aanzienlijke lagere waarden dan de grenswaarden zijn gemeten.

 

 

 

 

8.3.   Onderdrukking elektromagnetische storingen

Radiostoring (X)2

 

Niet in overeenstemming met alle vereisten1.

X

 

 

8.4.   Andere punten die betrekking hebben op het milieu

8.4.1.

Vloeistoflekken

 

Te veel vloeistoflekken, behalve water, die het milieu zouden kunnen schaden of een gevaar zouden kunnen vormen voor de veiligheid van andere weggebruikers.

 

X

 

Gestage vorming van druppels die een zeer ernstig gevaar oplevert.

 

 

X

9.   AANVULLENDE CONTROLES VOOR PASSAGIERSVOERTUIGEN CAEGORIEËN M2, M3

9.1.   Deuren

9.1.1.

In- en uitgang

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Bediening is defect.

 

X

 

b)

Toestand is slecht.

X

 

 

Zou letsel kunnen veroorzaken.

 

X

 

c)

Noodbediening is defect.

 

X

 

d)

Afstandsbediening van portieren of waarschuwingsinstallaties zijn defect.

 

X

 

e)

Niet in overeenstemming met de vereisten1

X

 

 

Te smalle deur.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

9.1.2.

Nooduitgangen

Visuele controle en controle door bediening (indien van toepassing).

a)

Bediening is defect.

 

X

 

b)

Borden met opschrift “nooduitgang” zijn onleesbaar.

X

 

 

Borden met opschrift “nooduitgang” ontbreken.

 

X

 

c)

Hamer om ruiten in te slaan ontbreekt.

X

 

 

d)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Te smalle of geblokkeerde toegang.

 

X

 

9.2.

Ontwasemings- en ontdooisysteem (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Functioneert niet correct.

X

 

 

Nadelige invloed op het veilige gebruik van het voertuig.

 

X

 

b)

Emissie van giftige gassen of uitlaatgassen in het bestuurders- of passagiersgedeelte.

 

X

 

Gevaar voor de gezondheid van personen aan boord.

 

 

X

c)

Ontdooisysteem (indien verplicht) is defect.

 

X

 

9.3.

Ventilatie- en verwarmingssysteem (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

a)

Bediening is defect.

X

 

 

Risico voor de gezondheid van personen aan boord.

 

X

 

b)

Emissie van giftige gassen of uitlaatgassen in het bestuurders- of passagiersgedeelte.

 

X

 

Gevaar voor de gezondheid van personen aan boord.

 

 

X

9.4.   Zitplaatsen

9.4.1.

Passagierszitplaatsen (zitplaatsen voor begeleidende personen inbegrepen)

Visuele controle.

Klapstoelen (indien toegestaan) werken niet automatisch.

X

 

 

Blokkeren een nooduitgang.

 

X

 

9.4.2.

Bestuurderszitplaats (aanvullende vereisten)

Visuele controle.

a)

Speciale voorzieningen zoals zonneschermen of zonnekleppen zijn defect.

X

 

 

Belemmerd gezichtsveld.

 

X

 

b)

Bescherming voor bestuurder zit los of is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Zou letsel kunnen veroorzaken.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

9.5.

Binnenverlichting en bestemmingsapparatuur (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

Apparatuur is defect of niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Werkt helemaal niet.

 

X

 

9.6.

Gangpaden, staanplaatsen

Visuele controle.

a)

Bodem zit los.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X

b)

Handrails of handvaten zijn defect.

X

 

 

Zitten los of zijn niet bruikbaar.

 

X

 

c)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Te smal of te weinig ruimte.

 

X

 

9.7.

Trappen en treden

Visuele controle en controle door bediening (indien van toepassing).

a)

In slechte toestand.

X

 

 

In beschadigde toestand.

 

X

 

Verminderde stabiliteit.

 

 

X

b)

Inklapbare treden functioneren niet correct.

 

X

 

c)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Te smal of te hoog.

 

X

 

9.8.

Communicatiesysteem met passagiers (X)2

Visuele controle en controle door bediening.

Systeem is defect.

X

 

 

Werkt helemaal niet.

 

X

 

9.9.

Bordjes met tekst (X)2

Visuele controle.

a)

Bordje ontbreekt, is foutief of onleesbaar.

X

 

 

b)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Verkeerde informatie.

 

X

 

9.10.   Vereisten voor het vervoer van kinderen (X)2

9.10.1.

Deuren

Visuele controle.

Bescherming van portieren niet in overeenstemming met de vereisten (1). voor deze vorm van vervoer.

 

X

 

9.10.2.

Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting

Visuele controle.

Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting is niet aanwezig of is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

9.11.   Vereisten voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit (X)2

9.11.1.

Portieren, laadplatforms en liften

Visuele controle en bediening.

a)

Werkt niet goed.

X

 

 

Werking minder veilig.

 

X

 

b)

Toestand is slecht.

X

 

 

Verminderde stabiliteit; zou letsel kunnen veroorzaken.

 

X

 

c)

Bediening is defect.

X

 

 

Bediening minder veilig.

 

X

 

d)

Waarschuwingstoestel(len) is (zijn) defect.

X

 

 

Werkt/werken helemaal niet.

 

X

 

e)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

9.11.2.

Bevestigingssysteem voor rolstoelen.

Visuele controle en, indien van toepassing, controle door bediening.

a)

Werkt niet goed.

X

 

 

Werking minder veilig.

 

X

 

b)

Toestand is slecht.

X

 

 

Verminderde stabiliteit; zou letsel kunnen veroorzaken.

 

X

 

c)

Bediening is defect.

X

 

 

Bediening minder veilig.

 

X

 

d)

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

9.11.3.

Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting

Visuele controle.

Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting is niet aanwezig of is niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

9.12.   Andere speciale uitrusting (X)2

9.12.1.

Installaties voor maaltijdbereiding

Visuele controle.

a)

Installatie is niet in overeenstemming met de vereisten1.

 

X

 

b)

Installatie is dermate beschadigd dat het gebruik ervan gevaarlijk is.

 

X

 


Punt

Methode

Redenen voor afkeuring

Beoordeling van gebreken

 

Klein

Groot

Gevaarlijk

9.12.2.

Sanitaire installatie

Visuele controle.

Installatie is niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Zou letsel kunnen veroorzaken.

 

X

 

9.12.3.

Andere toestellen (bv. audiovisuele systemen)

Visuele controle.

Niet in overeenstemming met de vereisten1.

X

 

 

Veilige bediening van het voertuig wordt belemmerd.

 

X

 

(1)

De voertuigcategorieën die buiten de richtlijn vallen worden vermeld als richtsnoer.

(2)

43 % voor opleggers, goedgekeurd vóór 1 januari 2012.

(3)

48 % voor voertuigen die niet zijn uitgerust met ABS of die vóór 1 oktober 1991 zijn goedgekeurd.

(4)

45 % voor voertuigen die zijn geregistreerd na 1988 of vanaf de datum in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.

(5)

43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn ingeschreven na 1988 of vanaf de datum bepaald in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.

(6)

Bijv. 2,5 m/s2 voor voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3 die voor de eerste keer zijn geregistreerd na 1 januari 2012.

(7)

Type goedgekeurd volgens Richtlijn 70/220/EEG, Verordening (EG) nr. 715/2007, bijlage I, tabel 5 (Euro 5), Richtlijn 88/77/EEG en Richtlijn 2005/55/EG.

(8)

Type goedgekeurd volgens Verordening (EG) nr. 715/2007, bijlage I, tabel 2 (Euro 6) en Verordening (EG) nr. 595/2009 (Euro VI).

(9)

Type goedgekeurd volgens de grenswaarden in rij B van hoofdstuk 5.3.1.4. van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later; rij B1, B2 of C van hoofdstuk 6.2.1 van bijlage I bij Richtlijn 88/77/EEG, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2008.

VOETNOTEN:

1

“Vereisten” zijn bepaald in de typegoedkeuring op de datum van goedkeuring, de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook in aanpassingsverplichtingen of in nationale wetgevingen in het land van inschrijving. Deze redenen voor afkeuring gelden alleen wanneer is gecontroleerd of de vereisten van toepassing zijn.

2

(X) wijst op punten die betrekking hebben op de toestand van het voertuig en zijn geschiktheid voor gebruik op de weg, maar die niet belangrijk zijn bij een technische controle.

3

Onveilige modificatie is een modificatie die de wegveiligheid van het voertuig vermindert of die een onevenredig nadelige invloed op het milieu heeft.”.


Top