Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014A1115(01)

Advies van de Commissie van 14 november 2014 betreffende de ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank inzake statistieken over de geldmarkten

PB C 407 van 15.11.2014, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

15.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 407/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 14 november 2014

betreffende de ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank inzake statistieken over de geldmarkten

2014/C 407/01

Inleiding

Op 8 september 2014 ontving de Commissie een verzoek van de Europese Centrale Bank (ECB) om advies over een nieuwe ontwerpverordening inzake statistieken over de geldmarkten.

De Commissie is verheugd over dit verzoek en erkent dat de ECB hierbij handelt in overeenstemming met haar verplichting de Commissie te raadplegen over ontwerpverordeningen van de ECB zodra er verbanden zijn met de vereisten van de Commissie op het gebied van de statistiek, zoals bepaald in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de ECB (1), teneinde de onderlinge samenhang te garanderen die nodig is voor de productie van statistieken die voldoen aan de respectieve informatievereisten van de ECB en de Commissie. Een goede samenwerking tussen de ECB en de Commissie is zowel voor beide instellingen als voor de gebruikers en de respondenten van nut omdat daardoor op efficiëntere wijze Europese statistieken kunnen worden geproduceerd. De Commissie verheugt zich er ook over dat in die verordening uitdrukkelijk naar haar advies wordt verwezen.

De Commissie is verheugd over het initiatief van de ECB om gegevens over de financiële markten te verzamelen. De Commissie steunt alle inspanningen ter verhoging van de transparantie van deze markten en erkent de behoefte aan gegevens om betrouwbare en goed onderbouwde benchmarks te ontwikkelen in overeenstemming met de recente richtsnoeren van de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) en de Europese Bankautoriteit (EBA).

De verdiensten van het voorstel zijn duidelijk en significant en zijn belangrijk voor een groot aantal partijen en voor verschillende doeleinden: de monetaire beleidsanalyse, de vaststelling van benchmarks voor rentetarieven, taken op het gebied van bankentoezicht, beleidsanalyse en de transparantie van deze markten. Deze aspecten zijn van cruciaal belang voor de goede werking van het financiële stelsel.

De Commissie acht het van belang dat de gegevens over de financiële markten die door de ECB in het kader van deze verordening worden verzameld, ter beschikking worden gesteld aan andere bevoegde autoriteiten van de Unie voor de uitoefening van hun taken.

De voorgestelde gegevensverzameling is van monetaire financiële instellingen (MFI’s). De Commissie vreest dat de lijst van de MFI’s eenheden bevat die geen actieve depositoacceptanten zijn en benadrukt dat statistische beginselen moeten worden nageleefd.

Opmerkingen en voorstellen voor wijzigingen van het wetgevingsvoorstel

Dit initiatief vereist de rapportage van allerlei geldmarkttransacties zoals ongedekte schuldinstrumenten, bepaalde kortlopende effectenfinancieringstransacties (bv. repo’s, kooptransacties met wederverkoop) en derivaten daarvan. Op basis van deze rapportage kan de ECB haar taak om omvattende, gedetailleerde en geharmoniseerde statistische gegevens te produceren over de geldmarkten van de eurozone uitvoeren.

Dit initiatief houdt nauw verband met twee belangrijke ontwikkelingen op wetgevingsgebied in de EU:

Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rapportage en de transparantie van effectenfinancieringstransacties (SFT’s), COM(2014) 40 final van 29 januari 2014:

Als deze verordening is aangenomen, zal het in de hele EU verplicht zijn de gegevens van elke in de EU gesloten effectenfinancieringstransactie, inclusief kortlopende repo’s en verkooptransacties met wederinkoop te rapporteren aan een transactieregister. De centrale banken van de Unie en andere bevoegde autoriteiten zullen toegang hebben tot alle gegevens die noodzakelijk zijn om hun taken te vervullen. Aangezien de rapportage naar verwachting in werking zal treden na 2017, is het van cruciaal belang om overlappende rapportageverplichtingen voor marktdeelnemers te voorkomen.

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (2):

Het is ook van essentieel belang om overlappende rapportageverplichtingen voor marktdeelnemers voor derivatentransacties te voorkomen. Daartoe moet in het initiatief van de ECB rekening worden gehouden met de reeds beschikbare gegevens in transactieregisters en moeten alleen de nodige gegevens die ontbreken voor de behoeften van de statistiekproductie worden vereist.

Gezien de noodzaak om overlappende rapporteringsverplichtingen te voorkomen, en rekening houdend met de komende inwerkingtreding van een verordening betreffende rapportage en transparantie van SFT’s, wordt voorgesteld artikel 11 te wijzigen om te specificeren dat de regelmatige bijwerkingen na de eerste herziening vaker kunnen plaatsvinden dan in intervals van twee jaar, indien krachtens EU-wetgeving nieuwe vergelijkbare rapportageverplichtingen in werking treden. Ter ondersteuning van deze wijziging wordt tevens de introductie van een nieuwe overweging voorgesteld waarin wordt gespecificeerd dat, wanneer de gegevens over een effectenfinancieringstransactie of een derivatencontract reeds aan een transactieregister gerapporteerd zijn, en op voorwaarde dat de ECB effectief toegang heeft tot de gegevens van deze transacties, de rapportageverplichtingen van de verordening van de ECB inzake statistieken over de geldmarkten worden geacht te zijn nageleefd.

Conclusie

Over het algemeen staat de Commissie achter de ontwerpverordening, voor zover deze bijdraagt tot de verzameling van betrouwbare statistieken over de financiële markten op Europees niveau die van groot belang zijn voor de belanghebbenden, waaronder de Commissie zelf.

De Commissie is echter van mening dat aan de bovengenoemde punten gevolg moet worden gegeven.

Gedaan te Brussel, 14 november 2014.

Voor de Commissie

Marianne THYSSEN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.


Top