Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013Q0801(01)

Reglement van orde van de Parlementaire Vergadering Euronest aangenomen op 3 mei 2011 in Brussel en gewijzigd op 3 april 2012 in Bakoe en op 29 mei 2013 in Brussel

PB C 221 van 1.8.2013, p. 1–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 221/1


REGLEMENT VAN ORDE

van de Parlementaire Vergadering Euronest aangenomen op 3 mei 2011 in Brussel en gewijzigd op 3 april 2012 in Bakoe en op 29 mei 2013 in Brussel

2013/C 221/01

Artikel 1

Aard en doelstellingen

1.   De Parlementaire Vergadering EURONEST is de parlementaire instelling van het Oostelijk Partnerschap tussen de Europese Unie en haar Oost-Europese partners, waarop in beginsel artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is. De instelling gaat uit van wederzijds belang en wederzijdse verbintenissen, alsmede van de beginselen van differentiatie, gedeeld eigenaarschap en verantwoordelijkheid.

2.   De Parlementaire Vergadering EuroNest is een parlementair forum tot bevordering van de nodige voorwaarden om de politieke banden tussen de Europese Unie en de Oost-Europese partners, alsmede de verdere economische integratie daarvan, te versnellen. De vergadering draagt bij aan de versterking, ontwikkeling en zichtbaarheid van het Oostelijk Partnerschap als verantwoordelijke instelling voor parlementaire raadpleging, controle en follow-up van het partnerschap.

3.   De deelname aan de Parlementaire Vergadering EuroNest is vrijwillig, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de criteria voor lidmaatschap die zijn ingesteld op grond van de oprichtingsakte en de Parlementaire Vergadering EuroNest zal worden gekenmerkt door een geest van integratie en openheid.

4.   De Parlementaire Vergadering EuroNest draagt in praktische zin bij aan de ondersteuning, bevordering en consolidatie van het Oostelijk Partnerschap door middel van de volgende vier thematische platforms:

(a)

kwesties met betrekking tot fundamentele waarden, met inbegrip van democratie, de rechtstaat, respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede kwesties met betrekking tot markteconomie, duurzame ontwikkeling en goed bestuur;

(b)

verdere economische integratie tussen de EU en haar Oost-Europese partners, ter ondersteuning van de sociaaleconomische hervormingen van de Oost-Europese partners, alsmede liberalisatie van de handel en de investeringen, hetgeen moet leiden tot convergentie met de EU-wetgeving en -normen met als doel de vestiging van een netwerk van diepgaande en uitgebreide vrijhandelszones;

(c)

wederzijdse ondersteuning en zekerheid op energievoorzieningsgebied en de harmonisatie van het energiebeleid en de energiewetgeving van de Oost-Europese partners;

(d)

bevordering van intermenselijke contacten en bevordering van de interactie tussen de burgers van de Europese Unie en die van de Oost-Europese partners, met name jongeren; bevordering van de culturele samenwerking en interculturele dialoog, alsmede ondersteuning van onderwijs, onderzoek en ontwikkeling van de informatie- en mediasamenleving.

Artikel 2

Samenstelling

1.   De Parlementaire Vergadering EuroNest is paritair samengesteld en bestaat uit:

a)

zestig leden van het Europees Parlement;

b)

tien leden van elk van de deelnemende parlementen van de Oost-Europese partners.

2.   De leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest die worden gedelegeerd door het Europees Parlement en door de parlementen van de Oost-Europese partners, moeten worden aangewezen overeenkomstig procedures die respectievelijk door het Europees Parlement en door de parlementen van de Oost-Europese partners zijn ingesteld, op basis waarvan de verdeling van de diverse vertegenwoordigde fracties en delegaties zo goed mogelijk wordt weergegeven. Op basis van dezelfde procedures kan elk van de deelnemende parlementen besluiten een vervangend lid van de Parlementaire Vergadering EuroNest aan te wijzen.

3.   De Parlementaire Vergadering EuroNest wordt opgedeeld op basis van de parlementaire delegaties die door de twee componenten zijn vastgesteld. De leden kunnen zich tevens organiseren binnen het kader van de eigen politieke groeperingen in de Parlementaire Vergadering EuroNest.

4.   De deelnemende parlementen bevorderen bij het aanstellen van leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest en haar organen, het genderevenwicht.

5.   De Parlementaire Vergadering EuroNest zorgt ervoor dat de samenstelling van al haar organen evenwichtig is in de zin van de verdeling van politieke groeperingen en de nationaliteit van de leden.

6.   Niet-bezette zetels blijven hoe dan ook ter beschikking staan van het parlement waaraan zij zijn toegewezen.

Artikel 3

Verantwoordelijkheden

De Parlementaire Vergadering EuroNest is het forum voor parlementaire discussie, raadpleging, controle en follow-up in verband met alle kwesties die betrekking hebben op het Oostelijk Partnerschap. De Parlementaire Vergadering EuroNest neemt onder andere resoluties, aanbevelingen en adviezen aan, die gericht zijn tot de Top Oostelijk Partnerschap, de instellingen en de ministeriële conferenties gewijd aan de ontwikkeling van het Oostelijk Partnerschap, alsmede tot de instellingen van de Europese Unie en de Oost-Europese partners. De Vergadering heeft tevens de bevoegdheid adviezen uit te brengen en voorstellen te doen aan de Top of de ministeriële conferenties, ter aanneming van concrete maatregelen die verband houden met de verschillende terreinen waarop het partnerschap werkzaam is.

Artikel 4

Voorzitterschap en Bureau

1.   De twee componenten van de Parlementaire Vergadering EuroNest kiezen uit hun leden een Bureau dat is samengesteld uit twee covoorzitters van gelijke rang (elk behorend tot een van de twee componenten van de Parlementaire Vergadering EuroNest) en een aantal ondervoorzitters (één van elk van de andere deelnemende Oost-Europese partners dan het land van de desbetreffende covoorzitter, en een gelijk aantal afkomstig uit het Europees Parlement). De verkiezingsprocedures en de duur van de mandaten worden afzonderlijk bepaald door elk van de componenten.

2.   Een lid van het Bureau dat niet in staat is de komende vergadering van het Bureau bij te wonen, kan worden vervangen door een lid van de Parlementaire Vergadering EuroNest dat behoort tot dezelfde fractie in het Europees Parlement of tot dezelfde delegatie van Oost-Europese partners. De covoorzitters dienen schriftelijk te worden ingelicht over de vervanging voorafgaand aan de vergadering. Als de covoorzitter wordt vervangen, zal de vervanger zijn/haar functies als Bureaulid overnemen, maar niet die van de covoorzitter.

3.   Het Bureau is belast met de coördinatie van de werkzaamheden van de Parlementaire Vergadering EuroNest, de follow-up van haar werkzaamheden, resoluties en aanbevelingen, en het aangaan van betrekkingen met de Top Oostelijk Partnerschap, de ministeriële conferenties en de groepen van hoge ambtenaren en ambassadeurs, alsmede de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en overige organen. Het Bureau vertegenwoordigt de Vergadering in de betrekkingen met overige instellingen.

4.   Op verzoek van de twee covoorzitters komt het Bureau ten minste twee keer per jaar bijeen. Een van deze vergaderingen valt samen met de plenaire zitting van de Parlementaire Vergadering EuroNest. Het Bureau heeft een quorum bereikt indien ten minste de helft van de leden van de Oost-Europese partners en de helft van de leden van het Europees Parlement aanwezig zijn.

5.   Het Bureau stelt de ontwerpagenda voor de Parlementaire Vergadering EuroNest op en stelt de algemene procedures voor het verloop van de zitting vast.

6.   Het Bureau is verantwoordelijk voor aangelegenheden met betrekking tot de samenstelling en de bevoegdheden van commissies en werkgroepen. Het Bureau is tevens bevoegd toestemming te verlenen voor de opstelling van de verslagen, ontwerpresoluties en aanbevelingen van de commissies. Het Bureau kan ook diverse kwesties ter behandeling doorverwijzen aan de commissies, die vervolgens een verslag over een specifiek onderwerp kunnen opstellen.

7.   Het Bureau neemt beslissingen aan met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden. Indien een lid of plaatsvervangend lid van het Bureau dat een delegatie van Oost-Europese partners vertegenwoordigd, namens zijn/haar delegatie verklaart dat de inhoud van het door het Bureau te nemen besluit gevolgen zou hebben voor de vitale belangen van zijn/haar land, en ter ondersteuning een schriftelijke verklaring verschaft met een beschrijving van de gevolgen, is consensus onder de leden van het Bureau vereist voor aanneming. Deze mogelijkheid kan alleen worden benut in uitzonderlijke gevallen en indien het voortbestaan, de veiligheid en de gezondheid van het land specifiek getroffen worden door het voorgestelde besluit, en mag alleen betrekking hebben op dat deel van een besluit dat gevolgen zou hebben voor de vitale belangen van de betreffende Oost-Europese partnerland. Deze mogelijkheid mag niet worden benut om te bewerkstelligen dat het Bureau geen algeheel besluit neemt, of voor beslissingen van technische of procedurele aard.

Artikel 5

Betrekkingen met de Top Oostelijk Partnerschap, de Raad van ministers, de Europese Commissie en de ministeriële conferenties

1.   Het Bureau versterkt de betrekkingen van allerlei aard met de instellingen en organen van het Oostelijk Partnerschap, alsmede met de organisaties daarvan. In voorkomend geval wordt de concrete vorm van een dergelijke samenwerking neergelegd in de betreffende convenanten en protocollen van overeenstemming.

2.   De vertegenwoordigers van de Top Oostelijk Partnerschap, de Raad van ministers, de Europese Commissie en de ministeriële conferenties die zich wijden aan de ontwikkeling en consolidatie van het Oostelijk Partnerschap, worden door het Bureau uitgenodigd deel te nemen aan de zittingen en bijeenkomsten van de Parlementaire Vergadering EuroNest en haar organen.

Artikel 6

Waarnemers

1.   Op voorstel van het Bureau kan de Parlementaire Vergadering EuroNest vertegenwoordigers van de parlementen van de EU-trojka toestemming geven de bijeenkomsten van de Parlementaire Vergadering EuroNest bij te wonen als waarnemer.

2.   Bovendien kan het Bureau vertegenwoordigers van overige instellingen en organen, alsmede overige personen, uitnodigen de zittingen en bijeenkomsten van de Parlementaire Vergadering EuroNest en haar commissies en werkgroepen bij te wonen.

Artikel 7

Plenaire zittingen van de Parlementaire Vergadering EURONEST

1.   De door de covoorzitters bijeengeroepen Parlementaire Vergadering EuroNest komt in beginsel eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in een Oost-Europees partnerland en op het terrein van het Europees Parlement in een van zijn werkplekken, op uitnodiging van het Europees Parlement of van het parlement van de Oost-Europese partner die onderdak verleent aan de zitting.

2.   Op verzoek van het Bureau kunnen de covoorzitters een uitzonderlijke plenaire bijeenkomst van de Parlementaire Vergadering EuroNest bijeenroepen.

3.   De eerste zitting van elke vergadering van de Parlementaire Vergadering EuroNest wordt geopend door de Voorzitter van het Europees Parlement of door de voorzitter van het parlement van de Oost-Europese partner die onderdak verleent aan de zitting.

Artikel 8

Voorzitterschap van de zittingen

1.   De covoorzitters nemen in onderlinge overeenstemming een besluit over wie van hen het voorzitterschap van de vergadering van de Parlementaire Vergadering EuroNest bekleedt. De voorzitter kan ervoor kiezen zich tijdens de vergadering als voorzitter te laten vervangen door een andere covoorzitter of door een ondervoorzitter.

2.   De voorzitter van de bijeenkomst opent, schorst en sluit de bijeenkomsten. Hij/zij waakt erover dat het Reglement van orde wordt nagekomen, de agenda wordt gevolgd, verleent het woord, beperkt de spreektijd, brengt onderwerpen in stemming en maakt de stemmingsuitslagen bekend.

3.   De voorzitter spreekt zich uit over kwesties die zich voordoen in de zittingen, met inbegrip van die waarin in dit Reglement van orde niet is voorzien. Indien nodig, kan hij/zij daarover eerst het Bureau raadplegen.

4.   De voorzitter van de bijeenkomst mag het woord voeren in een debat om het onderwerp uiteen te zetten en ervoor te zorgen dat weer naar het onderwerp wordt teruggekeerd. Indien hij/zij zelf aan de beraadslagingen wil deelnemen, verlaat hij/zij de voorzitterszetel ten gunste van een andere covoorzitter of ondervoorzitter.

Artikel 9

Agenda

1.   De covoorzitters leggen de door het Bureau opgestelde ontwerpagenda van de plenaire zitting ter goedkeuring voor aan de Parlementaire Vergadering EuroNest.

2.   In de ontwerpagenda van elke plenaire zitting worden twee categorieën onderwerpen opgenomen:

(a)

verslagen die door vaste commissies worden ingediend; deze blijven in beginsel beperkt tot één verslag per commissie per seizoen. Ontwerpresoluties, die ook kunnen zijn opgenomen in een verslag, moeten worden ingediend vier weken voor aanvang van de zitting. De lengte van de ontwerpresoluties is vastgelegd in Bijlage II van het Reglement van orde. Het Bureau kan op verzoek van de covoorzitters van de commissies beslissen hoeveel verslagen per zitting ter stemming worden gebracht, afhankelijk van de voortgang van de werkzaamheden voor het opstellen ervan.

(b)

dringende onderwerpen, op voorstel van een vaste commissie of het Bureau zelf; dergelijke dringende onderwerpen worden alleen bij uitzondering opgenomen en mogen niet vaker dan drie maal per seizoen worden ingediend.

3.   Voor het indienen van een ontwerpresolutie over een dringende kwestie zijn ten minste tien leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest, afkomstig van ten minste twee delegaties of een fractie in het Europees Parlement, vereist. De ontwerpresoluties over dringende onderwerpen mogen alleen betrekking hebben op het op de agenda van de vergadering opgenomen punt “Dringende onderwerpen”, en mogen niet langer zijn dan 1 000 woorden. De ontwerpresoluties over dringende onderwerpen moeten 48 uur vóór aanvang van de plenaire zitting waarop zij behandeld en in stemming gebracht zullen worden, worden ingediend.

4.   De ontwerpresoluties over dringende onderwerpen worden ingediend bij het Bureau, dat van elke ontwerpresolutie nagaat of deze voldoet aan de in lid 3 vastgestelde voorwaarden, op de agenda is opgenomen en beschikbaar is in de werktalen van de Parlementaire Vergadering EuroNest. De voorstellen van het Bureau worden ter goedkeuring aan de Parlementaire Vergadering EuroNest voorgelegd.

Artikel 10

Quorum

1.   De Parlementaire Vergadering EuroNest heeft een quorum bereikt indien ten minste één derde van de leden van de Oost-Europese partners en één derde van de leden van het Europees Parlement aanwezig zijn.

2.   Elke stemming is geldig, ongeacht het aantal stemmers, tenzij de voorzitter op een van te voren door ten minste vijftien aanwezige leden ingediend verzoek bij de stemming vaststelt dat het quorum niet aanwezig is. Wijst de stemming uit dat het quorum niet is bereikt, dan wordt de stemming op de agenda van de volgende vergadering geplaatst.

Artikel 11

Verdeling van de zitplaatsen

1.   De plaatsen van de leden worden op naam naar alfabetische volgorde verdeeld, ongeacht nationaliteit. Het Bureau neemt vooraan plaats.

2.   De vertegenwoordigers van de Top Oostelijk Partnerschap, de Raad van ministers, de Europese Commissie, de ministeriële conferenties en de waarnemers hebben zitplaatsen die gescheiden zijn van de leden.

Artikel 12

Officiële talen en werktalen

1.   De officiële talen van de Parlementaire Vergadering EuroNest zijn de officiële talen van de Europese Unie en de officiële talen van de Oost-Europese partners. De werktalen zijn Engels, Duits, Frans en Russisch. Op elke werkplek kan de taalkundige ondersteuning die kan worden aangevraagd om te zorgen dat elk lid van de Parlementaire Vergadering EuroNest volledig kan deelnemen aan de procedures, worden geleverd door de relevante diensten van het Europees Parlement, op voorwaarde dat het parlement van het land dat onderdak geeft aan de vergadering, daarmee akkoord gaat.

2.   Het parlement dat de bijeenkomst organiseert, stelt de werkdocumenten ter beschikking van de leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest in de werktalen en, voor zover mogelijk, in alle officiële talen.

3.   In principe en voor zover mogelijk mogen alle leden in de debatten het woord voeren in een van de officiële talen van de Parlementaire Vergadering EuroNest. Interventies worden vertolkt in de werktalen van de Parlementaire Vergadering EuroNest en, alleen indien dit mogelijk is op grond van de gedragscode meertaligheid van het Europees Parlement, in de relevante officiële talen van de Europese Unie wanneer de vergadering van de Parlementaire Vergadering EuroNest wordt gehouden in een van de werkplaatsen van het Europees Parlement.

4.   De bijeenkomsten van de commissies en, in voorkomend geval, van de werkgroepen en hoorzittingen, worden gehouden in de werktalen, onverminderd de mogelijkheden als voorzien in dit Reglement van orde.

5.   Teksten die zijn aangenomen door de Parlementaire Vergadering EuroNest worden gepubliceerd in alle officiële talen van de Europese Unie in het Publicatieblad van de Europese Unie en door de parlementen van de Oost-Europese partners in hun officiële talen in een door elk daarvan passend geachte vorm.

Artikel 13

Openbaarheid van de debatten

De plenaire zittingen van de Parlementaire Vergadering EuroNest zijn openbaar, tenzij deze anders beslist.

Artikel 14

Spreekrecht

1.   De leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest mogen het woord voeren wanneer de voorzitter van de bijeenkomst hun het woord verleent.

2.   Vertegenwoordigers van de Top Oostelijk Partnerschap, de Raad van ministers, de Europese Commissie en de ministeriële conferenties, alsmede de waarnemers kunnen eveneens spreken indien zij daartoe toestemming hebben ontvangen van de voorzitter.

3.   Indien een spreker van het onderwerp dat in behandeling is, afdwaalt, zorgt de voorzitter ervoor dat hij tot het onderwerp terugkeert. Indien de spreker volhardt, kan de voorzitter van de bijeenkomst hem het woord ontnemen zolang hij/zij zulks gegrond acht.

Artikel 15

Beroep op het Reglement

1.   Elk lid kan het woord voeren over naleving van het Reglement van orde of een motie van orde indienen, en heeft het recht om maximaal twee minuten het woord te voeren.

2.   Indien een lid vraagt het woord te mogen voeren om de aangevoerde procedurele argumenten te weerleggen, verleent de voorzitter van de bijeenkomst hem het woord voor maximaal twee minuten.

3.   Aan geen enkele spreker wordt verder het woord verleend.

4.   De voorzitter van de bijeenkomst deelt zijn/haar besluit over de met betrekking tot de naleving van het Reglement van orde gemaakte opmerkingen mee. Indien nodig, kan hij/zij daarover eerst het Bureau raadplegen.

Artikel 16

Stemrecht en wijze van stemmen

1.   Elk lid heeft één persoonlijke stem die niet overdraagbaar is.

2.   De Parlementaire Vergadering EuroNest stemt elektronisch. Wanneer elektronisch stemmen niet mogelijk is wordt in de Parlementaire Vergadering EuroNest gestemd bij handopsteken. Indien de uitslag van de stemming bij handopsteken twijfelachtig is, wordt de Vergadering verzocht opnieuw te stemmen met gekleurde kaarten.

3.   Het tellen van de stemmen wordt gedaan door de Telcommissie, die bestaat uit twee gelijke delen van vertegenwoordigers van de secretariaten van de twee componenten van de Parlementaire Vergadering EuroNest. De Telcommissie wordt benoemd door het Bureau voor aanvang van elke zitting en zij zal de uitkomst van het tellen van de stemmen rechtstreeks rapporteren aan de covoorzitters.

4.   Indien vóór 18.00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van de stemming door ten minste vijftien leden van de Vergadering schriftelijk een verzoek daartoe is ingediend, kan de Parlementaire Vergadering EuroNest besluiten over te gaan tot een geheime stemming.

5.   De Parlementaire Vergadering EuroNest neemt beslissingen aan met een gewone meerderheid van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen. Indien vóór het begin van de stemming door ten minste één tiende van de leden die behoren tot ten minste twee fracties van het Europees Parlement of tot ten minste twee delegaties van de Oost-Europese component van de Parlementaire Vergadering EuroNest, een verzoek is ingediend om een gescheiden stemming, vindt een stemming plaats waarbij de vertegenwoordigers van de Oost-Europese component en de vertegenwoordigers van het Europees Parlement gescheiden doch gelijktijdig stemmen. De desbetreffende tekst wordt slechts geacht te zijn aangenomen indien het een twee derde meerderheid van de afzonderlijk in beide componenten uitgebrachte stemmen heeft behaald.

Artikel 17

Resoluties en aanbevelingen van de Parlementaire Vergadering EURONEST

1.   De Parlementaire Vergadering EuroNest kan resoluties aannemen en aanbevelingen opstellen die gericht zijn aan de Top Oostelijk Partnerschap en de instellingen, organen, groepen en ministeriële conferenties die zich bezighouden met de versterking van het Oostelijk Partnerschap, of die gericht zijn aan de instellingen van de Europese Unie en de Oost-Europese partners, op gebieden die verband houden met de verschillende terreinen waarop het partnerschap zich beweegt.

2.   De Parlementaire Vergadering EuroNest brengt de ontwerpresoluties in de verslagen van de vaste commissies in stemming.

3.   In voorkomend geval spreekt de Parlementaire Vergadering EuroNest zich ook uit over ontwerpresoluties over dringende onderwerpen.

4.   In voorkomend geval verzoekt de voorzitter van de bijeenkomst de opstellers van gelijksoortige ontwerpresoluties over dringende onderwerpen een gezamenlijke ontwerpresolutie op te stellen. Na het debat stemt de Parlementaire Vergadering EuroNest eerst over elk van de ontwerpresoluties en de desbetreffende amendementen. Zodra een gezamenlijke resolutie is ingediend, komen alle andere ontwerpresoluties die door dezelfde auteurs over hetzelfde onderwerp zijn ingediend, te vervallen. Evenzo komen alle andere teksten over hetzelfde onderwerp te vervallen zodra een gezamenlijke resolutie is aangenomen. Indien geen enkele gezamenlijke resolutie wordt aangenomen, worden de overblijvende ontwerpresoluties naar volgorde van indiening in stemming gebracht.

Artikel 18

Mededelingen aan vergaderingen van de Top Oostelijk Partnerschap

Het Bureau van de Parlementaire Vergadering EuroNest dient een mededeling aan de Top, en in voorkomend geval aan de ministersbijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap, in die is opgesteld op basis van de door de Parlementaire Vergadering EuroNest aangenomen resoluties en aanbevelingen. De mededeling wordt door de covoorzitters gezamenlijk naar alle relevante instellingen doorgestuurd.

Artikel 19

Verklaringen

Het Bureau kan in geval van urgentie verklaringen uitbrengen over elke kwestie die van belang is voor het Oostelijk partnerschap, alsook bij natuurrampen, in plotselinge crisissituaties en bij het uitbreken van conflicten, wanneer het nuttig of nodig wordt geacht vanuit de instellingen om een urgent beroep te doen op de partijen om geen geweld te gebruiken en/of politieke onderhandelingen aan te gaan, of om op te roepen tot solidariteit met de getroffen personen en landen. Dergelijke verklaringen dienen uit te gaan van de bestaande resoluties en aanbevelingen van de Parlementaire Vergadering EuroNest en dienen zo snel mogelijk ter informatie te worden gestuurd aan alle leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest. De verklaringen worden openbaar gemaakt door de covoorzitters.

Artikel 20

Wijzigingen

1.   Amendementen op de teksten die in de plenaire vergadering worden behandeld, moeten worden ingediend door ten minste vijf leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest of door een fractie zoals genoemd in artikel 2, lid 3. De amendementen moeten betrekking hebben op de te wijzigen tekst en moeten schriftelijk worden ingediend. Het Bureau kan op basis van deze criteria besluiten dat de amendementen niet ontvankelijk zijn.

2.   De termijn voor de indiening van amendementen wordt bij aanvang van de plenaire zitting bekendgemaakt.

3.   Bij de stemming hebben de amendementen voorrang op de tekst waarop zij betrekking hebben.

4.   Indien ten minste twee amendementen betrekking hebben op hetzelfde gedeelte van de tekst, wordt het amendement dat qua inhoud het meest van de oorspronkelijke tekst afwijkt, het eerst in stemming gebracht. Alleen mondelinge amendementen die technische of taalkundige verbeteringen behelzen, kunnen in aanmerking worden genomen. Er worden geen mondelinge amendementen in aanmerking genomen.

5.   De Vergadering beoordeelt geen amendementen (inclusief mondelinge amendementen) ten aanzien waarvan bezwaar is gemaakt vanwege de gevolgen voor een vitaal belang.

Artikel 21

Vragen met verzoek om schriftelijk antwoord

1.   Ieder lid van de Parlementaire Vergadering EuroNest kan de ministeriële organen van het Oostelijk Partnerschap, het fungerend voorzitterschap van de Top, de Raad van ministers van de Europese Unie, of de Europese Commissie vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord.

2.   Deze vragen moeten betrekking hebben op het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder op de vier thematische platforms. De vragen worden schriftelijk ingediend bij het Bureau. Indien het Bureau de vragen ontvankelijk verklaart, doet het deze toekomen aan de bevoegde instanties, met het uitdrukkelijke verzoek om binnen twee maanden na de datum van kennisgeving van de vraag schriftelijk te antwoorden.

Artikel 22

Vragen met verzoek om mondeling antwoord

1.   Tijdens elke bijeenkomst vindt een vragenuur plaats waarin vragen kunnen worden gesteld aan de ministeriële instanties van het Oostelijk Partnerschap, het fungerend voorzitterschap van de Top, de Raad van ministers van de Europese Unie, en de Europese Commissie op de tijdstippen waartoe het Bureau besluit, teneinde de aanwezigheid van voornoemde instanties op het hoogste niveau te garanderen.

2.   Elk lid van de Parlementaire Vergadering EURONEST kan één enkele vraag stellen met verzoek om mondeling antwoord. Deze vragen moeten betrekking hebben op het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder op de vier thematische platformen. Indien een vraag is ondertekend door meerdere leden, wordt slechts aan één van hen het woord verleend om de vraag mondeling te stellen. De vragen, die niet langer dan 100 woorden mogen zijn, worden schriftelijk binnen een door het Bureau vastgestelde termijn ingediend bij het Bureau. Het Bureau beslist over de ontvankelijkheid van vragen. In het bijzonder geldt dat het Bureau alle vragen die betrekking hebben op onderwerpen die al ter behandeling op de agenda van de vergadering zijn opgenomen, niet ontvankelijk verklaart. De ontvankelijk verklaarde vragen worden naar de bevoegde instanties doorgezonden. De covoorzitters stellen de volgorde van behandeling van de mondelinge vragen vast, en stellen de vragenstellers daarvan op de hoogte.

3.   De Parlementaire Vergadering EuroNest trekt gedurende iedere zitting ten hoogste twee uur uit voor de behandeling van vragen met verzoek om mondeling antwoord. Vragen die wegens tijdgebrek onbeantwoord blijven, worden schriftelijk beantwoord, tenzij de vraagsteller zijn vraag intrekt. Een mondelinge vraag kan slechts worden beantwoord indien de vraagsteller aanwezig is.

4.   De ministeriële instanties van het Oostelijk Partnerschap, het fungerend voorzitterschap van de Top, de Raad van ministers van de Europese Unie en de Europese Commissie worden verzocht de antwoorden op de vragen kort te houden. Wanneer ten minste twintig leden van de Parlementaire Vergadering EuroNest daar om verzoeken, kan de vraag worden gevolgd door een debat. De duur van het debat wordt bepaald door de voorzitter.

Artikel 23

Verzoeken om advies van de Parlementaire Vergadering EURONEST

Op verzoek van de Top Oostelijk Partnerschap, de ministeriële conferenties, de Europese Commissie of andere relevante instellingen van de EU of het Oostelijk Partnerschap, kan de Parlementaire Vergadering EuroNest op aanbeveling van het Bureau adviezen uitbrengen over en voorstellen doen voor de aanneming van specifieke maatregelen die verband houden met de diverse gebieden waarop het Oostelijk Partnerschap zich beweegt. Een dergelijk verzoek wordt ingediend bij het Bureau dat het, tezamen met een aanbeveling, aan de Parlementaire Vergadering EuroNest voorlegt.

Artikel 24

Notulen

De ontwerpnotulen van de plenaire zittingen en die van de vergaderingen van het Bureau, de vaste commissies en de werkgroepen, tezamen met de presentielijsten en de teksten van de genomen besluiten, wordt opgesteld en bijgehouden door het secretariaat van de delegatie die de zittingen en vergaderingen organiseert. Na voltooiing, ontvangen de andere delegaties een kopie van deze ontwerpnotulen.

Artikel 25

Vaste commissies

1.   Teneinde specifieke onderwerpen die het Oostelijk Partnerschap betreffen, te verdiepen, stelt de Parlementaire Vergadering EuroNest de volgende vier vaste parlementaire commissies in:

de Commissie politieke zaken, mensenrechten en democratie;

de Commissie economische integratie, wettelijke aanpassing en convergentie met EU-beleid;

de Commissie energiezekerheid;

de Commissie sociale zaken, onderwijs, cultuur en maatschappelijk middenveld.

2.   Conform de algemene werking van de Parlementaire Vergadering EuroNest, zijn de vaste parlementaire commissies samengesteld uit leden van de Vergadering, overeenkomstig artikel 2, en functioneren zij op strikt paritaire wijze. De bevoegdheden, verantwoordelijkheden, samenstelling en procedures van de vaste commissies zijn vastgelegd in bijlage I.

3.   De vaste commissies beschikken over een reglement van orde dat, op voorstel van het Bureau, door de Parlementaire Vergadering EuroNest wordt aangenomen.

Artikel 26

Tijdelijke commissies en follow-upcommissies

Op voorstel van het Bureau of van een groep leden van de Vergadering die uit ten minste één derde van de leden van de Oost-Europese partners en één derde van de leden van het Europees Parlement bestaat, kan de Parlementaire Vergadering EuroNest op elk moment tijdelijke commissies en follow-upcommissies instellen, waarvan de bevoegdheden, de samenstelling en het mandaat worden vastgesteld op het moment dat besloten wordt ze in te stellen. Er kunnen tegelijkertijd niet meer dan twee van dergelijke commissies operationeel zijn. Follow-upcommissies moeten hun werkzaamheden binnen één jaar afronden. Deze termijn kan in bijzondere gevallen worden verlengd met nog eens zes maanden.

Artikel 27

Werkgroepen en hoorzittingen

1.   Het Bureau kan besluiten werkgroepen op te richten voor een specifiek aspect van het Oostelijk Partnerschap, of deze binnen de begrotingsmogelijkheden met een informatie- of studieopdracht te zenden naar de Oost-Europese partners of landen van de Europese Unie, of naar internationale organisaties. In beide gevallen beslist het Bureau over de organisatie, bevoegdheden en samenstelling van de werkgroepen. Deze kunnen worden belast met de opstelling van verslagen en aan de Parlementaire Vergadering EuroNest gerichte ontwerpresoluties of -aanbevelingen. De ingestelde werkgroepen blijven in functie totdat de Parlementaire Vergadering EuroNest anders beslist. Het aantal leden van een werkgroep bedraagt tien (van elke component vijf).

2.   Teneinde meer begrip te kweken tussen de volkeren van de Europese Unie en die van de Oost-Europese partners, en de openbare opinie gevoelig te maken voor kwesties die verband houden met de Oost-Europese partners, kan de Parlementaire Vergadering EuroNest regelmatig hoorzittingen organiseren. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van het Bureau. Er kunnen voor deze hoorzittingen personen worden uitgenodigd die de Parlementaire Vergadering EuroNest kunnen informeren over de feitelijke politieke, economische, sociale en culturele situatie die haar zorgen baart.

Artikel 28

Betrekkingen met de parlementaire samenwerkingscommissies en delegaties

1.   De Parlementaire Vergadering EuroNest nodigt de parlementaire samenwerkingscommissies (PSC’s) en delegaties die in het kader van de lopende overeenkomsten zijn opgericht of eventueel later nog zullen worden opgericht, ertoe uit deel te nemen aan haar werkzaamheden.

2.   Deze uitnodiging kan met name omvatten dat de bestaande PSC’s en delegaties bijeenkomen ter gelegenheid van de plenaire zitting van de Parlementaire Vergadering EuroNest.

Artikel 29

Financiering van de organisatorische uitgaven en de uitgaven voor deelneming, vertolking en vertaling

1.   Onverminderd artikel 12, lid 1, staat het parlement dat een zittingsperiode van de Parlementaire Vergadering EuroNest, een vergadering van het Bureau of een vergadering van een commissie of werkgroep organiseert, garant voor de materiële omstandigheden van de organisatie van de zittingsperiode of de vergadering.

2.   Op voorstel van het Bureau kan de Parlementaire Vergadering EuroNest aanbevelen dat de andere parlementen een financiële bijdrage leveren om de kosten van de organisatie van een vergaderperiode van de Parlementaire Vergadering EuroNest of een bijeenkomst van een commissie of werkgroep te dekken.

3.   De reis- en verblijfkosten en kosten van vervoer ter plekke van elke deelnemer komen ten laste van de instelling van herkomst.

4.   De organisatiekosten worden gedragen door het parlement dat een zittingsperiode van de Parlementaire Vergadering EURONEST, een vergadering van het Bureau of een vergadering van een commissie of werkgroep organiseert, met inachtneming van de in onderstaande leden opgenomen voorbehouden.

5.   Wanneer een vergaderperiode van de Parlementaire Vergadering EuroNest, een bijeenkomst van het Bureau of een bijeenkomst van een commissie of een werkgroep wordt georganiseerd in de gebruikelijke werkplaatsen van het Europees Parlement, zorgt dit laatste, onverminderd de bepalingen van artikel 12, lid 1, en gelet op zijn specifieke taalkundige verscheidenheid, tevens voor vertolking in de officiële talen van de Europese Unie, naargelang de vereisten van elke bijeenkomst en overeenkomstig de gedragscode meertaligheid van het Europees Parlement.

6.   Wanneer een vergaderperiode van de Parlementaire Vergadering EuroNest, een bijeenkomst van het Bureau of een bijeenkomst van een commissie of een werkgroep wordt georganiseerd buiten de gebruikelijke werkplaatsen van het Europees Parlement, zorgt dit laatste, onverminderd de bepalingen van artikel 12, lid 1, en gelet op zijn specifieke taalkundige verscheidenheid, uitsluitend voor vertolking in de werktalen van de Parlementaire Vergadering EuroNest en in de officiële talen van de Europese Unie die worden gebruikt door de leden van het Europees Parlement, overeenkomstig de gedragscode meertaligheid van het Europees Parlement.

7.   Het Europees Parlement zorgt voor vertaling van de officiële door de Parlementaire Vergadering EuroNest aangenomen documenten in de officiële talen van de Europese Unie. Op voorwaarde dat de parlementen van de Oost-Europese partner hiermee instemmen en gelet op de specifieke taalkundige verscheidenheid van de Europese Unie, zorgt het Europees Parlement tevens voor vertaling in de werktalen van de Parlementaire Vergadering EuroNest van de documenten die ter voorbereiding van of gedurende de bijeenkomsten van de Parlementaire Vergadering EuroNest en haar organen worden opgesteld. De parlementen van de Oost-Europese partners zorgen voor vertaling van de officiële door de Parlementaire Vergadering EuroNest aangenomen documenten in de desbetreffende officiële talen van hun landen.

Artikel 30

Secretariaat-generaal

1.   Voor de voorbereiding en het goede verloop van de werkzaamheden van de Vergadering, wordt de Parlementaire Vergadering EuroNest bijgestaan door een secretariaat, dat bestaat uit ambtenaren afkomstig uit elk van de componenten van de Parlementaire Vergadering EuroNest.

Het secretariaat verleent ondersteuning aan de plenaire zittingen, aan het Bureau, aan de commissies en aan de werkgroepen. Teneinde professionele en onpartijdige ondersteuning aan de Vergadering te waarborgen, zullen de twee componenten bijdragen tot nauwe samenwerking en capaciteitsopbouw, en tot wederzijdse uitwisseling van beroepservaringen tussen de verschillende componenten van het secretariaat.

2.   De salarissen en andere kosten van de leden van het secretariaat komen ten laste van de respectieve parlementen van herkomst.

3.   Het parlement dat onderdak verleent aan een zittingsperiode van de Parlementaire Vergadering EuroNest of een vergadering van een van de commissies, verleent steun aan de organisatie van de desbetreffende zitting of vergadering.

Artikel 31

Interpretatie van het reglement van orde

De covoorzitters of, op hun verzoek, het Bureau beslist over kwesties met betrekking tot de interpretatie van het Reglement van orde.

Artikel 32

Wijziging van het Reglement

1.   Besluiten tot wijziging van het Reglement van orde worden genomen door de Parlementaire Vergadering EuroNest, op grond van de voorstellen van het Bureau.

2.   De voorgestelde wijzigingen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden. Indien vóór het begin van de stemming door ten minste één tiende van de leden die behoren tot ten minste twee fracties van het Europees Parlement of tot ten minste twee delegaties van de Oost-Europese component van de Parlementaire Vergadering EuroNest, een verzoek is ingediend om een gescheiden stemming, vindt een stemming plaats waarbij de vertegenwoordigers van de Oost-Europese component en de vertegenwoordigers van het Europees Parlement gescheiden stemmen. De desbetreffende tekst wordt slechts geacht te zijn aangenomen indien het een twee derde meerderheid van de afzonderlijk in beide componenten uitgebrachte stemmen heeft behaald.

3.   Behoudens uitzonderingen waarin op het ogenblik van de stemming wordt voorzien, treden wijzigingen in het Reglement van orde in werking op de eerste dag van de zitting die volgt op de aanneming ervan.


BIJLAGE I

Bevoegdheden, verantwoordelijkheden, samenstelling en procedures van de vaste commissies

Artikel 1

Er worden vier vaste parlementaire commissies ingesteld met de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden:

de Commissie politieke zaken, mensenrechten en democratie;

de Commissie economische integratie, wettelijke aanpassing en convergentie met EU-beleid;

de Commissie energiezekerheid;

Commissie sociale zaken, onderwijs, cultuur en maatschappelijk middenveld.

Deze commissie is bevoegd voor de volgende onderwerpen:

1.

ontwikkeling van stabiele democratische instellingen, bestuurskwesties en de rol van politieke partijen;

2.

bevordering van de politieke dialoog, multilateraal vertrouwen scheppende maatregelen en ondersteuning aan vredige oplossingen van conflicten;

3.

betrekkingen met andere nationale en internationale organisaties en parlementaire vergaderingen voor onderwerpen die onder haar bevoegdheden vallen;

4.

vrede, veiligheid en stabiliteit;

5.

verkiezingsnormen, regelgeving voor de media en bestrijding van corruptie.

Deze commissie is bevoegd voor de volgende onderwerpen:

1.

follow-up van de economische, financiële en handelsbetrekkingen tussen de EU en de Oost-Europese partners onderling, en met derde landen en regionale organisaties;

2.

betrekkingen met relevante internationale organisaties (in het bijzonder de Wereldhandelsorganisatie) en organisaties die op regionaal niveau de economische en handelsintegratie bevorderen;

3.

maatregelen voor technische harmonisatie en normalisatie in de sectoren die vallen onder de instrumenten van het internationale recht;

4.

onderwerpen die verband houden met de financiering van het partnerschap, met inbegrip van de follow-up van de uitvoering van de faciliteiten van de Europese Investeringsbank en andere instrumenten en mechanismen van dezelfde aard;

5.

sociale en menselijke ontwikkeling, alsmede infrastructuur en sociale diensten, met inbegrip van gezondheidskwesties;

6.

migratie en menselijke uitwisselingen;

7.

duurzame ontwikkeling, natuurlijke hulpbronnen, opwarming van de aarde en energiebeleid;

8.

milieubestuur, investeringen in de regionale context en de klimaatverandering;

9.

bevordering van de onderlinge koppeling van vervoer- en telecommunicatienetwerken;

10.

harmonisatie van de regelgeving.

11.

grensoverschrijdende samenwerking

Deze commissie is bevoegd voor de volgende onderwerpen:

1.

follow-up van de ontwikkeling en uitvoering van een mechanisme voor wederzijdse ondersteuning en zekerheid op energievoorzieningsgebied;

2.

bijdragen aan versterking van het contact over de energiezekerheid en de paraatheid in geval van een energiecrisis;

3.

ondersteuning van de werkzaamheden van het energiezekerheidspanel;

4.

follow-up van de harmonisatie van het energiebeleid en de energiewetgeving van de partners en de diversificatie van de voorzienings- en doorvoerroutes;

5.

ondersteuning van de ontwikkeling van een onderling gekoppelde en gediversifieerde energiemarkt.

Deze commissie is bevoegd voor de volgende onderwerpen:

1.

bevordering van de samenwerking op het gebied van cultuur en onderwijs en betrekkingen met de internationale bevoegde organisaties en instellingen;

2.

jongeren- en gendergelijkheidskwesties;

3.

follow-up van de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en de rol van de media;

4.

ondersteuning van de samenwerking op het gebied van onderwijs, het leren van talen, jongeren en onderzoek;

5.

betrekkingen met het Adviesforum voor het maatschappelijk middenveld (Civil Society Forum) en met ngo’s uit de EU en de Oost-Europese partners;

6.

bevordering van de culturele samenwerking en de interculturele dialoog.

Artikel 2

1.   Elk van de vaste commissies bestaat uit ten hoogste dertig leden en is zo veel mogelijk samengesteld uit een gelijk aantal leden van beide componenten. De samenstelling weerspiegelt de samenstelling van de Parlementaire Vergadering EuroNest. De omvang en de samenstelling van de commissies wordt, op voorstel van het Bureau, door de Parlementaire Vergadering EuroNest aangenomen.

2.   Elk lid van de Parlementaire Vergadering EuroNest heeft het recht lid te worden van een van de vaste commissies. In uitzonderlijke gevallen kan een lid deel uitmaken van twee vaste commissies.

3.   De leden worden aangesteld op grond van de door elk van de parlementen ingestelde procedures. Dit geschiedt op zodanige wijze dat het zo veel mogelijk een weerspiegeling vormt van de verdeling van de diverse vertegenwoordigde fracties en delegaties in respectievelijk het Europees Parlement en de Oost-Europese partner.

Artikel 3

1.   Elke commissie kiest uit zijn leden een Bureau dat bestaat uit twee covoorzitters van gelijke rang (een voor elke component van de Parlementaire Vergadering EuroNest) en vier ondercovoorzitters (twee van elke component van Parlementaire Vergadering EuroNest). De desbetreffende verkiezingsprocedure en duur van het mandaat worden vastgesteld door elke component.

2.   De covoorzitters nemen in onderlinge overeenstemming een besluit over de volgorde van voorzitterschap van de vergaderingen van de commissie.

3.   De commissies kunnen rapporteurs benoemen voor de behandeling van specifieke onderwerpen die onder hun bevoegdheden vallen, alsmede om verslagen op te stellen ter voorlegging aan de Parlementaire Vergadering EuroNest, na goedkeuring door het Bureau, conform het Reglement van orde.

4.   De vaste commissies kunnen de punten van hun agenda behandelen zonder verslag en kunnen het Bureau schriftelijk in kennis stellen van het feit dat de desbetreffende onderwerpen in behandeling zijn genomen.

5.   De commissies doen verslag van hun werkzaamheden aan de Parlementaire Vergadering EuroNest.

Artikel 4

1.   De commissies komen ten hoogste tweemaal per jaar bijeen, wanneer zij daartoe worden bijeengeroepen door hun covoorzitters. Eenmaal valt de bijeenkomst samen met de plenaire vergadering van de Parlementaire Vergadering EuroNest.

2.   Ieder lid kan amendementen voor behandeling in een commissie indienen.

3.   Met betrekking tot de procedure is het Reglement van orde van de Parlementaire Vergadering EuroNest mutatis mutandis van toepassing op de vergaderingen van de commissies. In het bijzonder geldt dat een quorum van een commissie wordt bereikt wanneer ten minste één derde van de leden van elk van de componenten aanwezig is.

4.   Alle vergaderingen zijn openbaar, tenzij een commissie anders beslist.


BIJLAGE II

LENGTE VAN DE TEKSTEN

Op ter vertaling en distributie aangeboden teksten zijn de volgende maxima van toepassing:

toelichtingen, voorbereidende werkdocumenten en verslagen van werkgroepen en informatie- en studiemissies: 6 bladzijden;

ontwerpresoluties opgenomen in verslagen en urgente kwesties: 4 bladzijden, inclusief overwegingen, maar exclusief visa.

Onder een bladzijde wordt een tekst verstaan van 1 500 gedrukte tekens, spaties niet meegerekend.

Deze bijlage kan worden gewijzigd door het Bureau.


Top