Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013H0730(11)

Aanbeveling van de Raad van 9 juli 2013 over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma van Italië voor de periode 2012-2017

PB C 217 van 30.7.2013, p. 42–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

30.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/42


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 9 juli 2013

over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma van Italië voor de periode 2012-2017

2013/C 217/11

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor een betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de sleutelgebieden waarop Europa’s potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

(2)

De Raad heeft op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld (3), die samen de „geïntegreerde richtsnoeren” vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationale economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

(3)

Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

(4)

Op 10 juli 2012 heeft de Raad een aanbeveling (4) vastgesteld over het nationale hervormingsprogramma 2012 van Italië, en advies uitgebracht over het stabiliteitsprogramma van Italië voor de periode 2012-2015.

(5)

Op 28 november 2012 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2013 voor coördinatie van het economisch beleid. Eveneens op 28 november 2012 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen. Daarin werd Italië genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(6)

Het Europees Parlement is naar behoren bij het Europees semester betrokken, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1466/97, en heeft op 7 februari 2013 een resolutie over werkgelegenheid en sociale aspecten in de jaarlijkse groeianalyse 2013 en een resolutie over de bijdrage aan de jaarlijkse groeianalyse 2013 aangenomen.

(7)

Op 14 maart 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte de noodzaak om te streven naar gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

(8)

Op 10 april 2013 heeft de Commissie de uitkomsten gepubliceerd van de diepgaande evaluatie voor Italië die zij op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft uitgevoerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Italië wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden die een vastberaden beleidsoptreden verdienen. Met name het verlies aan concurrentievermogen en de hoge overheidsschuld in een door aanhoudend zwakke groei gekenmerkt klimaat blijven de belangrijkste macro-economische onevenwichtigheden van Italië vormen.

(9)

Op 11 april 2013 heeft Italië zijn nationale hervormingsprogramma 2013 en zijn stabiliteitsprogramma voor de periode 2012-2017 ingediend. Na de indiening van deze programma’s heeft de op 28 april 2013 nieuw benoemde regering het voornemen kenbaar gemaakt om de agenda van structurele hervormingen te versterken en tegelijk de in het stabiliteitsprogramma geformuleerde begrotingsdoelstellingen bevestigd. Op 17 mei 2013 werd een decreto-legge goedgekeurd dat nieuwe bepalingen bevat over de onroerendzaakbelasting en de uitbreiding van de loonsuppletieregeling voor gedeeltelijk werkloze werknemers. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden zijn beide programma’s en de nieuw door de regering genomen maatregelen terzelfder tijd geëvalueerd.

(10)

In het licht van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 verrichte evaluatie van het stabiliteitsprogramma is de Raad van oordeel dat het aan de begrotingsprognoses van het programma ten grondslag liggende macro-economische scenario optimistisch is voor 2014, vergeleken met de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie. Dit scenario is plausibel voor 2015. Dit is echter in de aanname dat de goedgekeurde structurele hervormingen volledig worden uitgevoerd, hetgeen een uitdaging belooft te zijn. De in het stabiliteitsprogramma uitgetekende begrotingsstrategie werd door de nieuwe regering bevestigd en door het Italiaanse Parlement bekrachtigd. Zij zet in op het handhaven van het tekort onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp gedurende de hele programmaperiode, op het bereiken van de middellangetermijndoelstelling (MTD) in 2013 en op een schuldquote die vanaf 2014 op een neerwaarts pad wordt gebracht. Het stabiliteitsprogramma bevestigt de MTD van een begrotingssituatie die structureel in evenwicht is, hetgeen in overeenstemming is met het stabiliteits- en groeipact. Het tekort werd in 2012 teruggebracht tot de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp en de verwachting is dat het, volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie, in 2013-2014 onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde zal blijven. De bepalingen die de Italiaanse regering op 17 mei 2013 heeft goedgekeurd, blijken bij een beoordeling geen significant effect te hebben op het tekort, mits zij consequent worden toegepast. Zoals wordt beschreven in het op 21 juni 2013 door de Raad vastgestelde besluit tot beëindiging van de buitensporigtekortprocedure, zijn er twee vrijwaringsclausules in de wetgeving opgenomen om de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen te waarborgen. Na een verbetering van 2,7 procentpunt van het bbp over de periode 2009-2012, zal het structurele saldo, uitgedrukt als percentage van het bbp, bij een voorts ongewijzigd beleid volgens de prognoses in 2013 verder verbeteren met 1 procentpunt (tot – 0,5 %) en in 2014 marginaal verslechteren.

Het structurele primaire saldo zou in 2014 uitkomen op bijna 5 % van het bbp. De voor 2013 verwachte structurele aanpassing is passend, mede op basis van een analyse van uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, terwijl de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie voor 2014 een afwijking laten zien van het aanpassingstraject richting de MTD. Volgens het stabiliteitsprogramma zal de overheidsschuld in 2013 een piek bereiken en nadien beginnen te dalen, mede dankzij de verwachte privatiseringsopbrengsten van 1 procentpunt van het bbp per jaar. In de prognoses blijft de schuldquote echter toenemen tot 132,2 % van het bbp in 2014 bij ongewijzigd beleid, mede door het voldoen van handelsschulden, hetgeen zorgt voor een toename met rond 2,5 procentpunt in de periode 2013-2014, terwijl geen privatiseringsopbrengsten zijn opgenomen, omdat de details daarvan nog niet nader zijn uitgewerkt. Vanaf 2013 zit Italië in een overgangsperiode van drie jaar met betrekking tot de vervulling van het schuldcriterium en het schuldtraject in het stabiliteitsprogramma zorgt ervoor dat voldoende vooruitgang wordt geboekt in de richting van het vervullen van dat criterium. De in het stabiliteitsprogramma vervatte prognoses voor het overheidstekort en de overheidsschuld berusten echter op de volledige uitvoering van de begrotingsmaatregelen en de goedkeuring van structurele hervormingen, die van cruciaal belang zijn om het vertrouwen van de markt vast te houden en groei en werkgelegenheid te stimuleren.

(11)

Ook al zijn belangrijke hervormingen goedgekeurd om de begroting beter houdbaar te maken en groei te stimuleren, toch blijft de volledige tenuitvoerlegging van die hervormingen een uitdaging vormen en is er ruimte voor verdere maatregelen. Enkele cruciale maatregelen die werden voorgesteld, zijn nog niet goedgekeurd of vergen nog verdere uitvoeringswetgeving en het risico bestaat dat de concrete invulling daarvan niet consequent wordt opgevolgd op de verschillende overheidsniveaus. Ondanks de ondernomen actie blijven de doelmatigheid van de overheidsdiensten wat betreft het regelgevings- en procedureraamwerk, de bestuurlijke kwaliteit en de administratieve capaciteit lijden onder zwakke punten die ten koste gaan van de uitvoering van hervormingen en het ondernemingsklimaat.

(12)

De voltooiing van de hervorming van de civiele rechtspraak door de snelle uitvoering van de herziening van de organisatie van de rechtbanken en het terugdringen van de buitensporige doorlooptijden van zaken, het wegwerken van de achterstand bij de rechtbanken en het terugbrengen van het grote aantal processen zijn nodig om het ondernemingsklimaat te verbeteren. Na een arrest van het Grondwettelijk Hof inzake bemiddeling van oktober 2012 zijn initiatieven nodig om het gebruik van mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting te bevorderen. Corruptie vormt een ernstig punt van zorg, omdat deze kosten meebrengt van naar raming 4 % van het bbp, hetgeen een ernstige belemmering is van het potentieel voor economisch herstel. De anticorruptiewet van november 2012 vergt vervolgmaatregelen en de strijd tegen de corruptie zou verder kunnen worden opgevoerd, met name op het punt van de verjaring die momenteel wordt gekenmerkt door korte verjaringstermijnen.

(13)

Naast de ambitieuze strategie voor begrotingsconsolidatie die tot dusver ten uitvoer is uitgelegd, werd in april 2012 in de Grondwet de regel van een begrotingsevenwicht opgenomen en werden verdere maatregelen genomen om de doelmatigheid en de kwaliteit van de overheidsuitgaven te verbeteren. Toch hebben de genomen maatregelen, door lacunes in de praktische uitvoering, nog niet hun volledige effect gesorteerd. De politieke impasse heeft de noodzakelijke vermindering van het aantal provincies tegengehouden. Dankzij het Actieplan voor de Cohesie kan de absorptie van structuurfondsen worden versneld, hetgeen goed is voor rond 11,9 miljard EUR in drie opeenvolgende fasen. Niettemin mist de verbetering van het algemene beheer van deze fondsen nog steeds ambitie, met name in de Mezzogiorno, hetgeen ernstige problemen doet ontstaan met betrekking tot de programmeringsperiode 2014-2020. Dit biedt nog veel ruimte om de doelmatigheid van de overheidsuitgaven te versterken.

(14)

Banken spelen traditioneel een beslissende rol bij het ondersteunen van de economische activiteit in Italië, met name via kredietverlening aan kleine bedrijven. Door de aanhoudende economische neergang zijn hun mogelijkheden om deze rol op te nemen, verminderd. Het toegenomen kredietrisico, met een groot en toenemend aantal oninbare leningen, heeft bijgedragen tot een krimp in de kredietverschaffing en heeft de lage winstgevendheid van banken verder aangetast. Als reactie daarop onderzoekt de Banca d’Italia via inspecties ter plaatse in hoeverre de voor probleemkredieten aangelegde voorzieningen adequaat zijn. Met betrekking tot de corporate governance van sommige Italiaanse banken zijn er specifieke aspecten waardoor banken kunnen worden afgeremd om voluit hun rol als financieel intermediair te spelen. Maatregelen werden goedgekeurd om het gebruik van niet-bancaire financieringskanalen aan te moedigen, met name via de financiering van aandelen en bedrijfsobligaties, en om de innovatiecapaciteit te versterken, maar die maatregelen blijven beperkt in omvang. De omzetting van Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (5) en de geplande betaling van achterstallige handelsschulden zal positief uitwerken op het versterken van de liquiditeit van bedrijven.

(15)

In 2012 werd een verregaande hervorming van de arbeidsmarkt goedgekeurd, die de starheid en de segmentering van de arbeidsmarkt moet aanpakken. Deze hervorming moet worden aangevuld door de in de behandeling zijnde uitvoeringswetgeving goed te keuren en er moet zorgvuldig worden toegezien op de concrete toepassing ervan in de praktijk. Voorts moeten de overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling nog worden geïntegreerd met de diensten voor werkloosheidsuitkeringen, om de uitvoering van doeltreffende activeringsstrategieën te ondersteunen. In de periode 2011-2013 hebben de sociale partners in een reeks opeenvolgende akkoorden een nieuw kader uitgewerkt voor de loonvorming. Dit wordt ondersteund door fiscale prikkels, om lonen beter af te stemmen op de productiviteit en op de situatie op de lokale arbeidsmarkt. Dit raamwerk dient daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd en dient geleidelijk te worden bijgesteld op basis van de monitoring van de uitkomsten ervan.

(16)

De jeugdwerkloosheid en het aantal jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, bleef toenemen en kwam eind 2012 uit op, respectievelijk, 37 % en 21,1 %. Zowel het aantal jongeren die een hoger onderwijsdiploma halen als het werkgelegenheidspercentage bij jongeren met een hoger onderwijsdiploma is het laagste van de Unie. Hieruit blijkt dat de vaardigheden van pas afgestudeerden niet goed aansluiten op de eisen van de arbeidsmarkt. Al valt er een lichte daling vast te stellen, toch blijft de schooluitval hoog. Deze vaststelling doet vragen rijzen over de prestaties van het onderwijsstelsel. Een van de sleutelelementen daarin is het lerarenberoep, dat momenteel door een gebrek aan groeimoeilijkheden wordt gekenmerkt en beperkte vooruitzichten biedt inzake professionele ontwikkeling. De arbeidsparticipatie van vrouwen op de arbeidsmarkt blijft gering en de genderkloof op de arbeidsmarkt behoort tot de grootste in de Unie. Het risico op armoede en sociale uitsluiting, en met name ernstige materiële deprivatie, neemt opvallend toe, terwijl het stelsel van sociale bescherming het steeds moeilijker heeft om aan sociale behoeften te voldoen, door het leeuwenaandeel dat pensioenuitgaven daarin innemen.

(17)

De structuur van het belastingstelsel blijft complex en drukt zwaar op arbeid en kapitaal. Na de inspanningen die in 2010-2011 werden geleverd, zijn verdere maatregelen die werden goedgekeurd om de belastingdruk te verschuiven van de productiefactoren naar consumptie, eigendom en milieu, eerder beperkt gebleven. Er zijn nog maatregelen nodig om het belastingstelsel te vereenvoudigen, de belastinguitgaven te stroomlijnen, de belastinggrondslag voor de onroerendzaakbelasting (IMU) af te stemmen op de marktwaarde, de regels beter te doen naleven, en belastingontduiking te ontmoedigen. In afwachting van een herziening van de kadastrale waarde, zal de beoogde hervorming van de onroerendzaakbelasting inzetten op grotere rechtvaardigheid, binnen de marges van de begrotingsstrategie die in het stabiliteitsprogramma is ontwikkeld. De omvang van de schaduweconomie en het zwartwerk terugbrengen, kan de overheidsfinanciën ten goede komen en kan het draagvlak helpen te verbeteren. Door de herziening van btw-vrijstellingen of verlaagde tarieven en van directe belastinguitgaven zijn misschien bepaalde aanpassingen van sociale transfers nodig, om negatieve herverdelingseffecten tot een minimum te beperken.

(18)

Aanzienlijke inspanningen zijn geleverd wat betreft de vrijmaking van de dienstensector. Niettemin dient de hervorming van gereguleerde beroepen te worden voortgezet om de overblijvende restricties aan te pakken, en de grondbeginselen ervan dienen te worden gevrijwaard tegen mogelijke tegenslagen, met name als gevolg van de hervorming van de juridische beroepen. Na het arrest van het Grondwettelijk Hof van juli 2012 is het ook belangrijk dat maatregelen worden genomen om lokale openbare diensten voor concurrentie open te stellen. De bij de Italiaanse wetgeving vastgestelde follow-up van de voorstellen van de Italiaanse mededingingsautoriteit zullen bijdragen tot het aanpakken van die problemen.

(19)

De hervorming van de netwerkindustrieën wordt voortgezet wat betreft het openstellen van markttoegang en het verbeteren van de infrastructuurcapaciteit, maar er blijven nog aanzienlijke uitdagingen. De ontvlechting in de gassector is bijna voltooid en de nationale energiestrategie van maart 2013 dient verder ten uitvoer te worden gelegd. De openstelling van de telecomsector voor concurrentie is een ander terrein waar maatregelen mogelijk zijn. De nieuwe Autorità di regolazione dei trasporti (toezichthouder voor de vervoerssector) die verantwoordelijk is voor snelwegen, luchthavens, havens en spoorwegen, is nog niet opgericht. Deze toezichthouder dient onafhankelijk te zijn, de middelen te krijgen die deze nodig heeft om te kunnen functioneren en de bevoegdheid te krijgen om sancties op te leggen. Ook is er een ernstig probleem van interne en grensoverschrijdende infrastructuurknelpunten, met noord-zuidverschillen, die mede de oorzaak zijn van hoge energieprijzen, lage breedbandpenetratie en vervoersknelpunten.

(20)

In het kader van het Europees Semester heeft de Commissie een omvattende analyse van het economische beleid van Italië verricht. Zij heeft zowel het nationale hervormingsprogramma als het stabiliteitsprogramma doorgelicht en een diepgaande evaluatie gepresenteerd. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Italië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 6 weergegeven.

(21)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn advies (6) daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

(22)

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma van Italië onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 6 weergegeven.

(23)

In de context van het Europees semester heeft de Commissie tevens een analyse van het economische beleid van de eurozone als geheel verricht. Op basis hiervan heeft de Raad specifieke aanbevelingen gericht tot de lidstaten die de euro als munt hebben (7). Als land dat de euro als munt heeft dient Italië er ook op toe te zien dat aan deze aanbevelingen volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven,

BEVEELT AAN dat Italië in de periode 2013-2014 actie onderneemt om:

1.

ervoor te zorgen dat het tekort in 2013 onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp blijft, door de goedgekeurde maatregelen volledig ten uitvoer te leggen. Door te gaan met de structurele aanpassing in een passend tempo en via een groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, om vanaf 2014 de MTD te bereiken en deze vast te houden. De geplande structurele primaire overschotten te bereiken om de zeer hoge schuldquote op een gestaag afnemend pad te krijgen. Door te gaan met een duurzame verbetering van de doelmatigheid en kwaliteit van overheidsuitgaven door de in 2012 goedgekeurde maatregelen volledig ten uitvoer te leggen en verdere inspanningen te leveren door diepgaande analyses van de uitgaven op alle overheidsniveaus te verrichten;

2.

een tijdige tenuitvoerlegging van de lopende hervormingen te verzekeren door spoedig de nodige uitvoeringswetgeving goed te keuren, door deze te laten volgen door concrete resultaten op alle overheidsniveaus en bij alle betrokken stakeholders, en door de impact ervan te monitoren. De doelmatigheid van overheidsdiensten te versterken en de coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus te verbeteren. Het bestuurlijke kader en het regelgevingskader voor burgers en bedrijven te vereenvoudigen en in de civiele rechtspraak de doorlooptijden van zaken en het hoge aantal zaken te verminderen, onder meer door het gebruik van buitengerechtelijke schikkingsprocedures te bevorderen. Het rechtskader voor de strijd tegen corruptie te versterken, onder meer door de regels inzake verjaringstermijnen te herzien. Structurele maatregelen te nemen om het beheer van de EU-fondsen in de zuidelijke regio’s te verbeteren met betrekking tot de programmeringsperiode 2014-2020;

3.

goede corporate governance-praktijken in de hele banksector ingang te doen vinden, hetgeen bevorderlijk is voor meer efficiëntie en winstgevendheid, om zo de kredietstroom naar productieactiviteiten te ondersteunen. De lopende werkzaamheden ten aanzien van het screenen van de kwaliteit van activa in de banksector voort te zetten en de afwikkeling te vergemakkelijken van oninbare leningen op de balansen van banken. De ontwikkeling van kapitaalmarkten verder te bevorderen om de toegang van bedrijven tot financiering te diversifiëren en te verbeteren, met name in de vorm van aandelenkapitaal, en zo weer de innovatiecapaciteit en de groei te stimuleren;

4.

de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de hervorming van de arbeidsmarkt en de loonvorming te verzekeren waardoor lonen beter op de productiviteit kunnen worden afgestemd. Verdere maatregelen te nemen om de arbeidsmarktparticipatie te stimuleren, met name bij vrouwen en jongeren, bijvoorbeeld via een jeugdgarantieregeling. De beroepsopleiding en het beroepsonderwijs te versterken, te zorgen voor doelmatigere overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling, en de begeleiding van hogeronderwijsstudenten bij hun loopbaan- en studiekeuze te verbeteren. De negatieve financiële prikkels voor tweede verdieners om uit werken te gaan, af te bouwen en het aanbod van zorg, met name kinderopvang en langdurige zorg, en buitenschoolse opvang te verbeteren. De inspanningen op te drijven om schooluitval te voorkomen. De kwaliteit van scholen en schoolresultaten te verbeteren, onder meer ook door de professionele ontwikkeling van leraren te stimuleren en hun loopbaanontwikkeling te diversifiëren. De doeltreffendheid van sociale transfers te verzekeren, met name door uitkeringen doelgerichter te maken, vooral voor huishoudens met een laag inkomen en kinderen;

5.

de belastingdruk op een begrotingsneutrale wijze te verschuiven van arbeid en kapitaal naar consumptie, eigendom en milieu. Met het oog daarop de omvang van de btw-vrijstellingen, verlaagde tarieven en directe belastinguitgaven te herzien en het kadastrale stelsel te hervormen door de belastinggrondslag van de recurrente onroerendzaakbelasting af te stemmen op de marktwaarde. De strijd tegen belastingontduiking voort te zetten, de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en beslissende stappen te zetten in de strijd tegen de schaduweconomie en het zwartwerk;

6.

voor de correcte tenuitvoerlegging te zorgen van de maatregelen om de markt in de dienstensector te liberaliseren. De bestaande beperkingen voor intellectuele dienstverlening op te heffen en de markttoegang te bevorderen voor bijvoorbeeld het aanbieden van lokale publieke diensten waar het gebruik van aanbestedingen, (in plaats van directe toewijzingen, dient te worden bevorderd. Door te gaan met de uitrol van maatregelen die zijn genomen om in de netwerkindustrieën de voorwaarden voor markttoegang te verbeteren, met name door prioriteit te geven aan de oprichting van de Autorità di regolazione dei trasporti. De infrastructuurcapaciteit te moderniseren, met de klemtoon op interconnectie in de energiesector, op multimodaal transport en ultrasnelle breedband in de telecomsector, alsmede met het oog op het aanpakken van de verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

R. ŠADŽIUS


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

(3)  Gehandhaafd voor 2013 bij Besluit 2013/208/EU van de Raad van 22 april 2013 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 21).

(4)  PB C 219 van 24.7.2012, blz. 46.

(5)  PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35.

(6)  Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.

(7)  Zie bladzijde 97 van dit Publicatieblad.


Top