EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0147

2012/147/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 9 maart 2012 tot goedkeuring van bepaalde gewijzigde programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en zoönosen voor het jaar 2012 en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU wat betreft de maatregelen die in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie aan programma’s voor de uitroeiing van scrapie en de voorfinanciering door de Unie van programma’s voor de uitroeiing van rabiës voor het jaar 2012 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 1406) Voor de EER relevante tekst

PB L 73 van 13.3.2012, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/147/oj

13.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 73/6


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 maart 2012

tot goedkeuring van bepaalde gewijzigde programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en zoönosen voor het jaar 2012 en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU wat betreft de maatregelen die in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie aan programma’s voor de uitroeiing van scrapie en de voorfinanciering door de Unie van programma’s voor de uitroeiing van rabiës voor het jaar 2012

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 1406)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/147/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name artikel 27, leden 5 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2009/470/EG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Unie aan programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen.

(2)

Beschikking 2008/341/EG van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van communautaire criteria voor nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2) bepaalt dat de door de lidstaten bij de Commissie ingediende programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen alleen kunnen worden goedgekeurd in het kader van de financiële maatregelen van de Unie indien zij ten minste voldoen aan de in de bijlage bij die beschikking vastgestelde criteria.

(3)

Portugal heeft een gewijzigd programma voor de bewaking en uitroeiing van bluetongue ingediend, Griekenland heeft een gewijzigd programma voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) en een gewijzigd programma voor de uitroeiing van boviene spongiforme encefalopathie en scrapie ingediend, en Bulgarije heeft een gewijzigd programma voor de uitroeiing van rabiës ingediend.

(4)

De Commissie heeft deze gewijzigde programma’s zowel vanuit veterinair als vanuit financieel oogpunt beoordeeld. Deze programma’s zijn in overeenstemming bevonden met de desbetreffende veterinaire wetgeving van de Unie en met name met de criteria in de bijlage bij Beschikking 2008/341/EG. De door die lidstaten ingediende gewijzigde programma’s moeten dan ook worden goedgekeurd.

(5)

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (3) stelt regels vast voor de preventie, bestrijding en uitroeiing van TSE’s bij dieren. In bijlage VII bij die verordening zijn uitroeiingsmaatregelen vastgesteld die moeten worden getroffen na bevestiging van de uitbraak van een TSE bij runderen, schapen en geiten.

(6)

In hoofdstuk A, punt 2.3, onder d), van die bijlage, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 727/2007 van de Commissie (4), is bepaald dat de lidstaten zelf mogen beslissen om het doden en volledig vernietigen van bepaalde soorten schapen en geiten te vervangen door slacht voor menselijke consumptie op het bedrijf waar bij het dier een TSE werd vastgesteld, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

(7)

Op 17 juli 2007 heeft Frankrijk in zaak T-257/07 bij het Gerecht beroep tegen de Europese Commissie ingesteld tot gedeeltelijke nietigverklaring van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 999/2001, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 727/2007, met name tegen hoofdstuk A, punt 2.3, onder d), van bijlage VII bij die verordening.

(8)

Bij beschikking van 28 september 2007 (5) heeft het Gerecht de toepassing van hoofdstuk A, punt 2.3, onder b), iii), punt 2.3, onder d), en punt 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 727/2007, opgeschort totdat uitspraak was gedaan in de hoofdzaak. In die beschikking werd de evaluatie van de Commissie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens over de mogelijke risico’s in twijfel getrokken door het Gerecht.

(9)

De Commissie heeft vervolgens de hulp van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) ingeroepen om de belangrijkste uitgangspunten voor Verordening (EG) nr. 727/2007 te verduidelijken. Naar aanleiding van de toelichtingen van de EFSA werd Verordening (EG) nr. 999/2001 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/2008 van de Commissie (6), waarbij de bepalingen die het Gerecht had opgeschort opnieuw werden ingevoerd.

(10)

Bij beschikking van 30 oktober 2008 (7) heeft het Gerecht de toepassing van hoofdstuk A, punt 2.3, onder b), iii), punt 2.3, onder d), en punt 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/2008, opgeschort totdat uitspraak was gedaan in de hoofdzaak van zaak T-257/07.

(11)

In het arrest van 9 september 2011 (8) werd het beroep van Frankrijk door het Gerecht verworpen. Ingevolge dat arrest is de toepassing van hoofdstuk A, punt 2.3, onder b), iii), punt 2.3, onder d), en punt 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/2008, niet langer opgeschort.

(12)

Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU van de Commissie van 30 november 2011 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2012 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (9) keurt bepaalde nationale programma’s goed en legt het percentage en maximumbedrag van de financiële bijdrage van de Unie voor de door de lidstaten ingevoerde programma’s vast alsook de regels voor de betaling van subsidiabele bedragen.

(13)

Bepaalde lidstaten hebben verklaard dat zij in hun bij Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU goedgekeurde programma’s gebruik zouden maken van de mogelijkheid om het doden en volledig vernietigen van schapen en geiten te vervangen door slacht voor menselijke consumptie overeenkomstig hoofdstuk A, punt 2.3, onder d), van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.

(14)

De financiële bijdrage van de Unie aan programma’s voor de uitroeiing van scrapie zoals vastgesteld in Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU dekt momenteel niet de vergoeding die aan de eigenaars wordt betaald voor verplicht geslachte schapen en geiten overeenkomstig hoofdstuk A, punt 2.3, onder d), van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.

(15)

Daarom moet de mogelijkheid worden geschapen om programma’s voor het verplicht slachten van schapen en geiten te financieren als alternatief voor de selectieve doding en vernietiging in het kader van de programma’s voor de uitroeiing van scrapie. Dit vereist geen verhoging van de in Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU aan de programma’s van de lidstaten voor de bewaking en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën toegekende bedragen.

(16)

Bovendien bepaalt Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU dat alleen de kosten die gemaakt zijn bij de uitvoering van de jaarlijkse of meerjarenprogramma’s, en die betaald zijn vóór de indiening van het eindverslag door de lidstaten, in aanmerking komen voor medefinanciering door middel van een financiële bijdrage van de Unie. De Commissie moet echter voor bepaalde uitgaven, op verzoek van de betrokken lidstaat, een voorschot van maximaal 60 % van het aangegeven maximumbedrag betalen binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek. De kosten voor oralevaccinatiecampagnes tegen rabiës worden niet volledig gedekt door deze mogelijkheid tot voorfinanciering.

(17)

De programma’s in de lidstaten voor de uitroeiing van rabiës door middel van oralevaccinatiecampagnes waren de afgelopen jaren een succes, waardoor de ziekte in een aanzienlijk deel van de Unie is uitgeroeid. Die programma’s moeten daarom worden voortgezet in de delen van de Unie waar rabiës endemisch is.

(18)

Sommige lidstaten hebben de Commissie medegedeeld dat zij problemen ondervinden bij het vinden van voorfinanciering voor hun oralevaccinatiecampagnes tegen rabiës. Soms moesten geplande campagnes in met rabiës besmette gebieden worden geannuleerd wegens het ontbreken van voorfinanciering.

(19)

Onderbrekingen in de regelmatige uitvoering van oralevaccinatiecampagnes tegen rabiës doen sterk afbreuk aan de doeltreffendheid van de programma’s, waardoor het langer duurt voordat de ziekte definitief uitgeroeid is.

(20)

Uitbreiding van de mogelijke voorfinanciering tot alle uitgaven van de lidstaten in het kader van de programma’s voor de uitroeiing van rabiës die bij Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU goedgekeurd zijn, is derhalve wenselijk.

(21)

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU moet gewijzigd worden wat betreft de definitie van voor vergoeding aan de eigenaars van geslachte dieren in aanmerking komende kosten, zodat ook verplichte slachting in het kader van de uitroeiingprogramma’s van scrapie hieronder valt.

(22)

Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(23)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van het door Portugal ingediende gewijzigde programma voor de bewaking en uitroeiing van bluetongue

Het op 31 januari 2012 door Portugal ingediende gewijzigde programma voor de bewaking en uitroeiing van bluetongue wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Artikel 2

Goedkeuring van de door Griekenland ingediende gewijzigde programma’s voor de bewaking en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën

De op 21 december 2011 door Griekenland ingediende gewijzigde programma’s voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en voor de uitroeiing van boviene spongiforme encefalopathie en scrapie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Artikel 3

Goedkeuring van het door Bulgarije ingediende gewijzigde programma voor de uitroeiing van rabiës

Het op 23 december 2011 door Bulgarije ingediende gewijzigde programma voor de uitroeiing van rabiës wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Artikel 4

Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU

Uitvoeringsbesluit 2011/807/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 9, lid 2, onder b) wordt vervangen door:

„b)

bedraagt 50 % van de kosten die door elke lidstaat zijn gemaakt voor de aan de eigenaars te betalen vergoeding voor de waarde van hun dieren:

i)

die overeenkomstig hun BSE- en scrapie-uitroeiingsprogramma’s zijn gedood en vernietigd;

ii)

die verplicht zijn geslacht overeenkomstig hoofdstuk A, punt 2.3, onder d), van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001;”.

2)

Artikel 9, lid 3, onder b), wordt vervangen door:

„b)

voor gedode en vernietigde schapen of geiten:

70 EUR per dier;

c)

voor geslachte schapen of geiten:

50 EUR per dier.”.

3)

Artikel 13, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Niettegenstaande de bepalingen van lid 2 betaalt de Commissie voor de in de artikelen 10 en 11 bedoelde kosten op verzoek van de betrokken lidstaat binnen drie maanden na ontvangst van dat verzoek een voorschot van maximaal 60 % van het aangegeven maximumbedrag.”.

4)

Punt 2 van de bijlage wordt vervangen door:

„2.

Vergoeding aan de eigenaars voor de waarde van hun geslachte of gedode dieren

 

De vergoeding mag niet meer bedragen dan de marktwaarde van het dier, onmiddellijk voordat het werd geslacht of gedood.

 

Voor geslachte dieren wordt de eventuele restwaarde van de vergoeding afgetrokken.”.

Artikel 5

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 maart 2012.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(2)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 44.

(3)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.

(4)  PB L 165 van 27.6.2007, blz. 8.

(5)  PB C 283 van 24.11.2007, blz. 28.

(6)  PB L 202 van 31.7.2008, blz. 11.

(7)  PB C 327 van 20.12.2008, blz. 26.

(8)  PB C 311 van 22.10.2011, blz. 33.

(9)  PB L 322 van 6.12.2011, blz. 11.


Top