EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R1135

Verordening (EU) nr. 1135/2011 van de Commissie van 9 november 2011 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EU) nr. 791/2011 van de Raad ingestelde antidumpingmaatregelen op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China door de invoer van bepaalde uit Maleisië verzonden open weefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en tot registratie van deze invoer

PB L 292 van 10.11.2011, p. 4–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/1135/oj

10.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/4


VERORDENING (EU) Nr. 1135/2011 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 2011

tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EU) nr. 791/2011 van de Raad ingestelde antidumpingmaatregelen op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China door de invoer van bepaalde uit Maleisië verzonden open weefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en tot registratie van deze invoer

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name artikel 13, lid 3, en artikel 14, leden 3 en 5,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VERZOEK

(1)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China en om de invoer van bepaalde uit Maleisië verzonden open weefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, te registreren.

(2)

Het verzoek werd op 27 september 2011 ingediend door Saint-Gobain Adfors CZ s.r.o., Tolnatext Fonalfeldolgozó és Műszakiszövet-gyártó Bt., Valmieras „Stikla Skiedra” AS en Vitrulan Technical Textiles GmbH, vier producenten in de Unie van bepaalde open weefsels van glasvezels.

B.   PRODUCT

(3)

Bij de mogelijke ontwijking gaat het om open weefsels van glasvezels — met uitzondering van glasvezelschijven — met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel de lengte als de breedte en met een gewicht van meer dan 35g/m2, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 51 00 en ex 7019 59 00 („het betrokken product”).

(4)

Het onderzochte product is identiek aan het in de vorige overweging gedefinieerde product, maar het is verzonden uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en valt momenteel onder dezelfde GN-codes als het betrokken product.

C.   BESTAANDE MAATREGELEN

(5)

De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontweken, zijn antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 van de Raad (2).

D.   MOTIVERING

(6)

Het verzoek bevat voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China worden ontweken door overlading via Maleisië.

Het onderstaande bewijsmateriaal is overgelegd:

(7)

In het verzoek wordt aangetoond dat na de instelling van maatregelen voor het betrokken product een aanzienlijke verandering in de structuur van het handelsverkeer heeft plaatsgevonden wat betreft de uitvoer uit de Volksrepubliek China en Maleisië naar de Unie en dat hiervoor afgezien van de instelling van het antidumpingrecht onvoldoende reden of rechtvaardiging bestaat.

(8)

Deze verandering in het handelspatroon lijkt te zijn veroorzaakt door overlading van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China via Maleisië.

(9)

Verder bevat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de corrigerende werking van de thans voor het betrokken product geldende antidumpingmaatregelen wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat de prijzen betreft. In plaats van het betrokken product blijken aanzienlijke hoeveelheden van het onderzochte product te worden ingevoerd. Bovendien is er voldoende bewijs dat het onderzochte product wordt ingevoerd tegen prijzen die aanzienlijk lager zijn dan de geen schade veroorzakende prijs die werd vastgesteld in het kader van het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid.

(10)

Ten slotte bevat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzen zijn ten opzichte van de normale waarde die eerder voor het betrokken product is vastgesteld.

(11)

Mocht bij het onderzoek blijken dat er, naast overlading, ook andere ontwijkingspraktijken via Maleisië worden toegepast in de zin van artikel 13 van de basisverordening, dan kan het onderzoek ook op die praktijken betrekking hebben.

E.   PROCEDURE

(12)

Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om een onderzoek te openen overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening en de invoer van het onderzochte product, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, te registreren overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening.

a)   Vragenlijsten

(13)

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de bekende producenten-exporteurs en de bekende verenigingen van producenten-exporteurs in Maleisië, aan de bekende producenten-exporteurs en de bekende verenigingen van producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China, aan de bekende importeurs en de bekende verenigingen van importeurs in de Unie en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China en Maleisië. Zo nodig kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen bij de bedrijfstak van de Unie.

(14)

In ieder geval moeten alle belanghebbenden zo spoedig mogelijk, maar binnen de in artikel 3 van deze verordening vermelde termijn, contact opnemen met de Commissie en binnen de in artikel 3, lid 1, van deze verordening vermelde termijn een vragenlijst aanvragen, aangezien de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn voor alle belanghebbenden geldt.

(15)

De autoriteiten van de Volksrepubliek China en Maleisië zullen van de opening van het onderzoek op de hoogte worden gebracht.

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

(16)

Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

c)   Vrijstelling van registratie van de invoer of van maatregelen

(17)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kan de invoer van het onderzochte product van registratie of maatregelen worden vrijgesteld als deze invoer niet plaatsvindt met ontwijking.

(18)

Aangezien de mogelijke ontwijking buiten de Unie plaatsvindt, kan overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening vrijstelling worden verleend aan producenten van bepaalde open weefsels van glasvezels in Maleisië die kunnen aantonen dat zij niet verbonden (3) zijn met de producenten waarop de maatregelen (4) van toepassing zijn, en dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking als omschreven in artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening. Producenten die een vrijstelling wensen te krijgen, moeten binnen de in artikel 3, lid 3, van deze verordening vermelde termijn een voldoende met bewijsmateriaal gestaafd verzoek daartoe indienen.

F.   REGISTRATIE

(19)

Ingevolge artikel 14, lid 5, van de basisverordening dient de invoer van het onderzochte product te worden geregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprake is, met terugwerkende kracht passende antidumpingrechten kunnen worden geheven vanaf de dag waarop met de registratie van deze uit Maleisië verzonden invoer is begonnen.

G.   TERMIJNEN

(20)

Met het oog op een behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:

belanghebbenden zich bij de Commissie kenbaar kunnen maken, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en alle andere gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten, kunnen indienen;

de producenten in Maleisië om vrijstelling van registratie van de invoer of van de maatregelen kunnen verzoeken;

belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

(21)

De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de in artikel 3 van deze verordening vermelde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

H.   NIET-MEDEWERKING

(22)

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

(23)

Blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, dan worden deze buiten beschouwing gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

I.   TIJDSCHEMA VAN HET ONDERZOEK

(24)

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening binnen negen maanden na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

J.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(25)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).

K.   HEARING

(26)

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de voor hearings bevoegde ambtenaar van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van hun belangen tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina’s van de voor hearings bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel: (http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Krachtens artikel 13, lid 3, van de basisverordening wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of bij de invoer in de Unie van open weefsels van glasvezels — met uitzondering van glasvezelschijven — met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel de lengte als de breedte en met een gewicht van meer dan 35g/m2, verzonden uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 51 00 en ex 7019 59 00 (Taric-codes 701951 en 7019590011), de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 ingestelde maatregelen worden ontweken.

Artikel 2

De douaneautoriteiten wordt overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer in de Unie van de in artikel 1 van deze verordening omschreven goederen te registreren.

De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

De Commissie kan de douaneautoriteiten bij verordening opdragen de registratie van de invoer in de Unie te beëindigen indien de betrokken producten zijn vervaardigd door producenten die om vrijstelling van registratie hebben verzocht en van wie is vastgesteld dat zij aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoen.

Artikel 3

1.   Vragenlijsten moeten bij de Commissie worden aangevraagd binnen 15 dagen na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken.

3.   Producenten in Maleisië die vrijstelling wensen te verkrijgen van registratie van de invoer of van de maatregelen dienen binnen dezelfde termijn van 37 dagen een met bewijsmateriaal gestaafd verzoek in te dienen.

4.   Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

5.   Belanghebbenden dienen alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) toe te zenden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon en fax. Volmachten en ondertekende certificaten, die bij de antwoorden op de vragenlijst worden gevoegd, alsmede bijwerkingen daarvan moeten echter op papier, per post of in persoon, op onderstaand adres worden ingediend. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de basisverordening moet een belanghebbende de Commissie onmiddellijk op de hoogte brengen als hij niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited (6) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer N105 4/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax + 32 22993704

E-mail: TRADE-AC-MESH@ec.europa.eu

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 november 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 204 van 9.8.2011, blz. 1.

(3)  Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in elkaars ondernemingen; b) zij door wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) de één de werkgever is van de ander; d) enig persoon direct of indirect 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap heeft over beiden; g) zij samen, direct of indirect, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zuster (of halfbroer en halfzuster), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht, vi) schoonouder en schoonzoon of -dochter, vii) zwager en schoonzuster (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(4)  Indien producenten evenwel in bovenbedoelde zin verbonden zijn met ondernemingen die onderworpen zijn aan de maatregelen die van kracht zijn ten aanzien van de invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China (de oorspronkelijke antidumpingmaatregelen), kan hun toch vrijstelling worden verleend als er geen bewijs is dat die verbondenheid tot stand is gekomen of gebruikt werd om de oorspronkelijke maatregelen te ontwijken.

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(6)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) 1225/2009 (in de tekst de basisverordening genoemd) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (de antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


Top