Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011A0716(02)

    Advies van de Commissie van 15 juli 2011 over een ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank tot wijziging van Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2008/32)

    PB C 210 van 16.7.2011, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.7.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 210/18


    ADVIES VAN DE COMMISSIE

    van 15 juli 2011

    over een ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank tot wijziging van Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2008/32)

    2011/C 210/06

    1.   Inleiding

    1.1.

    Op 19 mei 2011 ontving de Commissie van de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek om advies over een ontwerpverordening van de Europese Centrale Bank tot wijziging van Verordening (EG) nr. 25/2009 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (Herschikking) (ECB/2008/32) (hierna „de ontwerpverordening” genoemd).

    1.2.

    De Commissie verheugt zich over dit verzoek en erkent dat de ECB daarmee aan haar verplichting voldoet om de Commissie over ontwerpverordeningen van de ECB te raadplegen zodra er verbanden zijn met de vereisten van de Commissie op het gebied van de statistiek, zoals bepaald in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de ECB. Aangezien het doel van die verplichting tot raadplegen erin bestaat de onderlinge samenhang te garanderen die nodig is voor de productie van statistieken die voldoen aan de respectieve informatievereisten van de ECB en de Commissie, wijst de Commissie erop dat een goede samenwerking tussen ECB en Commissie de beide instellingen maar ook de gebruikers en respondenten alleen maar ten goede kan komen doordat zo op efficiëntere wijze Europese statistieken kunnen worden opgesteld.

    2.   Specifieke opmerkingen

    2.1.

    De Commissie is met name verheugd over het feit dat in de ontwerpverordening verwezen wordt naar Richtlijn 2009/110/EG betreffende instellingen voor elektronisch geld.

    2.2.

    In artikel 1, lid 1, onder a), maakt de ECB een onderscheid tussen vier subsectoren van monetaire financiële instellingen (MFI's), namelijk: a) centrale banken, b) kredietinstellingen, c) overige MFI's en d) geldmarktfondsen. Naar de mening van de Commissie is deze verdeling in vier subsectoren te gedetailleerd, aangezien als algemene regel bij macro-economische analyse — bijvoorbeeld in het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 95) en zoals voorgesteld in het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (ESR 2010) — slechts twee grote subsectoren van MFI's worden onderscheiden, namelijk centrale banken en overige MFI's. De afwijkende betekenis van „overige MFI's” in de ontwerpverordening leidt dus tot verwarring. Indien de ECB het onderscheid tussen de vier subsectoren om bepaalde redenen van essentieel belang vindt, wordt best naar een andere naam gezocht voor subsector c) overige MFI's in de ontwerpverordening.

    2.3.

    De Commissie stelt ook voor om artikel 1, lid 1, onder a), nog op een ander punt te herformuleren: „1) andere financiële instellingen die zich toeleggen i) op het aantrekken van deposito’s en/of nauwe substituten van deposito’s van institutionele eenheden, dus niet alleen van MFI’s, en ii) op het voor eigen rekening (althans in economische zin) verstrekken van kredieten en/of beleggen in effecten; (…)”. Deze herformulering wordt voorgesteld om aan te geven dat de deposito's voornamelijk van andere bronnen dan MFI's komen, maar ook van MFI's kunnen komen.

    2.4.

    In artikel 1a, lid 4, merkt de Commissie op dat e), f), g) en h) echte definities zijn, terwijl a), b), c) en d) een toelichting zijn over hoe die definities moeten worden geïnterpreteerd of gebruikt. De Commissie stelt voor om die twee categorieën te scheiden en de definities vóór de toelichtingen te plaatsen.

    2.5.

    Verder zou het ook nuttig kunnen zijn indien in artikel 2 („Overgangsbepaling”) duidelijk werd gemaakt of het ook op de nieuwe definitie van MFI's van toepassing is.

    2.6.

    Aangezien de Commissie over de ontwerpverordening moet worden geraadpleegd, zou een vermelding daarvan in de ontwerpverordening moeten worden opgenomen.

    3.   Conclusies

    3.1.

    Over het algemeen staat de Commissie achter de ontwerpverordening, voor zover deze bijdraagt tot efficiënte samenwerking tussen het Europees statistisch systeem (ESS) en het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) bij de definiëring van informatieplichtigen en tot bevordering van kwalitatief hoogstaande, consistente statistieken op Europees niveau. De Commissie is echter van mening dat de ontwerpverordening op voornoemde punten verder kan worden verfijnd.

    3.2.

    Voorts zou de Commissie het belang willen benadrukken van een goed onderbouwde methode voor de classificatie van eenheden op dit gebied in de praktijk, die volledig aan de statistische beginselen voldoet, met name met betrekking tot organen die in het kader van de financiële crisis zijn opgericht.

    3.3.

    De Commissie zal ook in de toekomst graag worden geraadpleegd over relevante ontwerpverordeningen van de ECB.

    Gedaan te Brussel, 15 juli 2011.

    Voor de Commissie

    Olli REHN

    Lid van de Commissie


    Top