Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0349

    Verordening (EU) nr. 349/2010 van de Commissie van 23 april 2010 tot verlening van een vergunning voor koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 104 van 24.4.2010, p. 31–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/07/2023; opgeheven door 32023R1334

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/349/oj

    24.4.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 104/31


    VERORDENING (EU) Nr. 349/2010 VAN DE COMMISSIE

    van 23 april 2010

    tot verlening van een vergunning voor koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name op artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage bij deze verordening opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij die aanvraag verstrekt.

    (3)

    De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel in de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” voor alle diersoorten.

    (4)

    Uit het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), goedgekeurd op 12 november 2009 (2) en gelezen in combinatie met het advies van 16 april 2008 (3), blijkt dat koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu. Overeenkomstig het advies van 16 april 2008 kan het gebruik van dat preparaat als bron van biobeschikbaar koper worden beschouwd en voldoet het aan de criteria van een nutritioneel toevoegingsmiddel voor alle diersoorten. De EFSA beveelt aan passende maatregelen te nemen met het oog op de veiligheid van de gebruikers. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het rapport over de methode voor de analyse van het toevoegingsmiddel voor diervoeding in diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend.

    (5)

    Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

    (6)

    Bij Verordening (EG) nr. 1253/2008 van de Commissie van 15 december 2008 tot verlening van een vergunning voor koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel in diervoeding (4) is reeds een vergunning verleend voor dat preparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen. Die verordening moet worden ingetrokken.

    (7)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verbindingen van sporenelementen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Verordening (EG) nr. 1253/2008 wordt ingetrokken.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 23 april 2010.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  The EFSA Journal (2009) 7(11): 1382.

    (3)  The EFSA Journal (2008) 693, 1.

    (4)  PB L 337 van 16.12.2008, blz. 78.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam van de vergunninghouder

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimum

    Maximum

    Andere bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    Gehalte van het element (Cu) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verbindingen van sporenelementen

    3b4.10

    Koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine

     

    Karakterisering van het toevoegingsmiddel:

     

    Koperchelaat van het hydroxy-analoog van methionine met 18 % koper en 79,5 % - 81 % (2-hydroxy-4-methylthio)butaanzuur Minerale olie: ≤ 1 %

     

    CAS: 292140-30-8

     

    Analysemethode (1):

    atomaire-absorptiespectrometrie (AAS)

    Alle soorten

     

     

    Runderen

    Runderen voordat zij beginnen te herkauwen, inclusief aanvullende melkvervangers: 15 (totaal)

    Andere runderen: 35 (totaal).

     

    Schapen: 15 (totaal)

     

    Biggen tot 12 weken: 170 (totaal)

     

    Schaaldieren: 50 (totaal)

     

    Andere dieren: 25 (totaal)

    1.

    Het toevoegingsmiddel moet in de vorm van een voormengsel in diervoeder worden verwerkt.

    2.

    Voor de veiligheid van de gebruiker: ademhalingsbescherming, veiligheidsbril en -handschoenen bij hantering.

    3.

    De volgende informatie moet op het etiket worden vermeld:

    Voor diervoeder voor schapen als het kopergehalte in het diervoeder meer bedraagt dan 10 mg/kg:

    „Het kopergehalte in dit diervoeder kan bij bepaalde schapenrassen tot vergiftiging leiden”.

    Voor diervoeder voor runderen nadat zij zijn begonnen te herkauwen, als het kopergehalte in het diervoeder minder bedraagt dan 20 mg/kg:

    „Het kopergehalte in dit diervoeder kan bij runderen die grazen op weiden met een hoog molybdeen- of zwavelgehalte tot een kopertekort leiden”.

    14 mei 2020


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het communautaire referentielaboratorium: http://www.irmm.jrc.be/crl_feed_additives


    Top