Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0487

2010/487/Euratom: Besluit van de Raad van 9 oktober 2009 betreffende de sluiting door de Commmissie van een Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Republiek India bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

PB L 242 van 15.9.2010, p. 25–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/487/oj

Related international agreement

15.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/25


BESLUIT VAN DE RAAD

van 9 oktober 2009

betreffende de sluiting door de Commmissie van een Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Republiek India bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

(2010/487/Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In overeenstemming met de richtsnoeren van de Raad van 22 juli 2008 heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd over een Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Republiek India bij onderzoek op het gebied van fusie-energie.

(2)

De sluiting van de Overeenkomst door de Commissie dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

De sluiting, door de Commissie, voor en namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Republiek India bij onderzoek op het gebied van fusie-energie, wordt goedgekeurd.

De tekst van deze overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

Å. TORSTENSSON


Top

15.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/26


OVEREENKOMST

inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Republiek India bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE (Euratom),

en

DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA,

(hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd);

OVERWEGEND dat in de op 20 december 1993 gesloten Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India de partijen overeenkomen de onderlinge samenwerking te bevorderen op het gebied van energie en milieubescherming;

VERLANGEND de ontwikkeling van fusie-energie als potentieel milieuvriendelijke, economisch concurrerende en vrijwel onbeperkte energiebron te blijven bevorderen,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel I

Doelstelling

Doel van deze overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen op de door hun respectieve kernfusieprogramma’s bestreken gebieden te intensiveren op basis van wederzijds voordeel en algemene wederkerigheid, teneinde het wetenschappelijk inzicht en de technologische bekwaamheid die aan een systeem voor het opwekken van fusie-energie ten grondslag liggen, te ontwikkelen.

Artikel II

Gebieden waarop wordt samengewerkt

De gebieden waarop in het kader van deze overeenkomst wordt samengewerkt, zijn onder meer:

a)

tokamaks, met inbegrip van de grote projecten van de huidige generatie en van activiteiten in verband met die van de volgende generatie;

b)

alternatieven voor tokamaks;

c)

de technologie van fusie-energie met magnetische opsluiting;

d)

plasmatheorie en toegepaste plasmafysica;

e)

programmabeleid en planning, en

f)

andere gebieden, zoals onderling schriftelijk overeengekomen door de partijen, voor zover zij onder hun respectieve programma’s vallen.

Artikel III

Vormen van samenwerking

1.   De samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan, zonder zich daartoe te beperken, de volgende vormen aannemen:

a)

de uitwisseling en verstrekking van informatie en gegevens over wetenschappelijke en technische activiteiten, ontwikkelingen, praktijken en resultaten, alsmede over programmabeleid en planning, met inbegrip van de uitwisseling van vertrouwelijke informatie onder de in de artikelen VI en VII bedoelde voorwaarden;

b)

de uitwisseling van wetenschappers, technici en andere specialisten voor overeengekomen periodes om deel te nemen aan experimenten, analyses, het maken van ontwerpen en andere onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten overeenkomstig artikel VIII;

c)

de organisatie van seminars en andere bijeenkomsten om informatie over overeengekomen onderwerpen op de in artikel II genoemde gebieden te bespreken en uit te wisselen en om te bepalen welke activiteiten nuttig gezamenlijk kunnen worden ondernomen overeenkomstig artikel V;

d)

de uitwisseling en verstrekking van monsters, materialen en uitrusting (instrumenten en onderdelen) voor experimenten, tests en evaluaties overeenkomstig de artikelen IX en X;

e)

de uitvoering van gezamenlijke studies, projecten of experimenten, inclusief het gezamenlijk ontwerpen, bouwen en beheren ervan;

f)

het opzetten van datacommunicatieverbindingen zoals, maar niet beperkt tot, tools voor de analyse van gegevens op afstand, en

g)

andere specifieke vormen van samenwerking zoals onderling schriftelijk door de partijen overeengekomen.

2.   De partijen coördineren de activiteiten in het kader van deze overeenkomst in voorkomend geval met andere internationale activiteiten in verband met onderzoek en ontwikkeling van kernfusie, teneinde doublures zoveel mogelijk te vermijden. Niets in deze overeenkomst wordt zo opgevat dat het afbreuk doet aan bestaande of toekomstige samenwerkingsregelingen tussen partijen.

Artikel IV

Coördinatiecommissie en uitvoerende secretarissen

1.   De partijen richten een coördinatiecommissie op om de uitvoering van activiteiten in het kader van deze overeenkomst te coördineren en te controleren. Elk van de partijen benoemt een gelijk aantal leden in de coördinatiecommissie en stelt één van de benoemde leden aan als hoofd van de delegatie. De coördinatiecommissie komt jaarlijks bijeen, beurtelings in de Republiek India en in de Europese Unie, of op een andere overeengekomen tijd en plaats. Het hoofd van de delegatie van de ontvangende partij zit de bijeenkomst voor.

2.   Door de coördinatiecommissie worden de in het kader van deze overeenkomst bereikte vooruitgang en geplande activiteiten bestudeerd en worden in de toekomst binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst gezamenlijk te ondernemen activiteiten voorgesteld, gecoördineerd en goedgekeurd, waarbij rekening wordt gehouden met de technische merite en vereiste inspanning, zodat de overeenkomst tot wederzijds voordeel strekt en over het geheel genomen op wederkerigheid berust.

3.   Alle besluiten van de coördinatiecommissie worden met eenparigheid van stemmen genomen.

4.   Voor de periodes tussen de bijeenkomsten van de coördinatiecommissie wijst elke partij een uitvoerend secretaris aan die in alle aangelegenheden welke verband houden met de samenwerking in het kader van deze overeenkomst, namens haar optreedt. De uitvoerende secretarissen zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van de samenwerking.

Artikel V

Uitvoering

1.   Elke partij wijst passende organen aan voor de tenuitvoerlegging van de onder deze overeenkomst vallende activiteiten.

2.   Als de coördinatiecommissie overeenkomt gezamenlijk een activiteit uit te voeren, keurt zij een projectplan bij de onderhavige overeenkomst goed, die door de onderhavige overeenkomst wordt beheerst.

3.   Elk projectplan vermeldt de organen die zijn aangewezen om het project ten uitvoer te leggen en bevat gedetailleerde bepalingen inzake de tenuitvoerlegging van de gezamenlijke activiteit die, zonder zich daartoe te beperken, in voorkomend geval betrekking hebben op het technische werkterrein, het beheer, de verantwoordelijkheid voor de contaminatie, de uitwisseling van geheime informatie, de uitwisseling van uitrusting, de behandeling van intellectuele eigendom, de totale kosten, de verdeling van de kosten en het tijdschema.

Artikel VI

Beschikbaarheid en verspreiding van kennis

1.   Onverminderd de toepasselijke wetten en voorschriften en de bepalingen van deze overeenkomst geven elke partij en haar vertegenwoordigers de andere partij en haar vertegenwoordigers vrije toegang tot alle kennis waarover zij beschikken die voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst vereist is.

2.   De partijen en hun vertegenwoordigers bevorderen een zo ruim mogelijke verspreiding van de kennis die zij openbaar mogen maken en die ofwel gezamenlijk is ontwikkeld, ofwel bestemd is om in het kader van deze overeenkomst te worden verstrekt of uitgewisseld, met dien verstande dat vertrouwelijke kennis en uit deze overeenkomst voortvloeiende intellectuele eigendom moeten worden beschermd.

3.   Kennis die op grond van deze overeenkomst door een partij aan de andere partij wordt overgedragen, dient naar beste weten van de overdragende partij nauwkeurig te zijn, maar de overdragende partij garandeert niet dat de overgedragen kennis geschikt is voor een bepaalde aanwending of toepassing door de ontvangende partij of door derden. Kennis die door beide partijen gezamenlijk is ontwikkeld, dient naar beste weten van beide partijen nauwkeurig te zijn. Geen van beide partijen garandeert dat de gezamenlijk ontwikkelde kennis nauwkeurig is of geschikt is voor een bepaalde aanwending of toepassing door één van beide partijen of door derden.

Artikel VII

Intellectuele eigendom

Intellectuele eigendom die in de loop van gezamenlijke activiteiten in het kader van deze overeenkomst is ontstaan of beschikbaar gesteld, wordt beschermd en toegewezen overeenkomstig het bepaalde in bijlage A, die een integrerend deel van deze overeenkomst vormt en van toepassing is op alle activiteiten welke in het kader van deze overeenkomst worden uitgevoerd.

Artikel VIII

Uitwisseling van personeel

De volgende bepalingen zijn van toepassing op de uitwisseling van personeel in het kader van deze overeenkomst:

a)

elke partij zorgt ervoor dat voor de uitvoering van de in het kader van deze overeenkomst voorgenomen activiteiten gekwalificeerd personeel wordt geselecteerd met de vereiste bekwaamheden en deskundigheid. Elke uitwisseling van personeel wordt van tevoren schriftelijk overeengekomen in een briefwisseling tussen de partijen, waarin naar deze overeenkomst, de toepasselijke bepalingen inzake intellectuele eigendom en de relevante samenwerkingsactiviteit wordt verwezen;

b)

elke partij is verantwoordelijk voor de aan haar uitgewisselde personeel te betalen bezoldigingen, verzekeringen en vergoedingen;

c)

de detacherende partij betaalt de reis- en verblijfkosten van haar bij de gastinstelling verblijvende uitgewisselde personeel, tenzij anderszins wordt overeengekomen;

d)

de ontvangende partij zorgt op basis van wederkerigheid en op een voor alle betrokkenen bevredigende wijze voor geschikte woningen ten behoeve van het uitgewisselde personeel (en de gezinnen daarvan) van de andere partij;

e)

wat de administratieve formaliteiten (bv. het verkrijgen van visa) betreft, verleent de ontvangende partij alle nodige bijstand overeenkomstig haar relevante wet- en regelgeving aan het uitgewisselde personeel van de andere partij;

f)

elke partij zorgt ervoor dat het uitgewisselde personeel de algemene arbeids- en veiligheidsvoorschriften die voor de gastinstelling gelden, nakomt;

g)

elke partij kan voor eigen rekening als waarnemer optreden bij testactiviteiten en analytische werkzaamheden van de andere partij op de in artikel II genoemde gebieden waarop wordt samengewerkt. Onder voorbehoud van de bij elke gelegenheid verleende voorafgaande instemming van de ontvangende partij kan dit waarnemerschap plaatsvinden in de vorm van bezoeken.

Artikel IX

Uitwisseling van uitrusting, monsters enz.

Wanneer uitrusting, instrumenten, monsters, materialen of noodzakelijke reserveonderdelen (hierna „uitrusting enz.” genoemd) moeten worden uitgewisseld, uitgeleend of geleverd door een partij of haar vertegenwoordigers aan de andere partij of haar vertegenwoordigers, gelden de volgende bepalingen voor de verzending en het gebruik van de uitrusting enz.:

a)

de verzendende partij verstrekt zo spoedig mogelijk een gedetailleerde opgave van de uitrusting enz. die beschikbaar zal worden gesteld, tezamen met de relevante specificaties en technische documentatie en informatie;

b)

de door de verzendende partij verschafte uitrusting enz. blijft haar eigendom en wordt op een door de coördinatiecommissie te bepalen datum aan de verzendende partij teruggezonden, tenzij anderszins overeengekomen in het in artikel V bedoelde projectplan;

c)

de uitrusting enz. wordt in de ontvangende vestiging slechts in onderlinge overeenstemming tussen de partijen in gebruik gesteld, en

d)

de ontvangende partij voorziet in de nodige ruimten voor de uitrusting enz. en zorgt voor voorzieningen zoals elektriciteit, water en gas in overeenstemming met de onderling overeengekomen technische vereisten.

Artikel X

Algemene bepalingen

1.   Elke partij voert de activiteiten waarin deze overeenkomst voorziet uit met inachtneming van haar toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en stelt middelen beschikbaar afhankelijk van de beschikbaarheid van toegewezen geldmiddelen.

2.   Tenzij de partijen uitdrukkelijk schriftelijk anderszins overeenkomen, worden alle uit de samenwerking in het kader van deze overeenkomst voortvloeiende kosten gedragen door de partij die deze maakt.

3.   Alle vraagstukken in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van de overeenkomst die zich tijdens de looptijd voordoen, worden door partijen in onderling overleg geregeld.

4.   Deze overeenkomst is wat Euratom betreft van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van Euratom van toepassing is en op het grondgebied van de landen die als volledig geassocieerde derde staten aan het kernfusieprogramma van Euratom deelnemen.

Artikel XI

Looptijd, wijziging en opzegging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat hun onderscheiden interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn voltooid, en blijft van kracht gedurende vijf (5) jaar. Tenzij één van beide partijen de andere partij ten minste zes maanden voor het aflopen van de overeenkomst in kennis stelt van haar voornemen de overeenkomst op te zeggen, wordt deze overeenkomst automatisch met een volgende periode van vijf (5) jaar verlengd.

2.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd.

3.   Alle gezamenlijke activiteiten en experimenten die op het tijdstip waarop deze overeenkomst wordt beëindigd of afloopt, nog niet zijn voltooid, kunnen volgens de voorwaarden van deze overeenkomst worden voortgezet totdat zij zijn voltooid.

4.   Deze overeenkomst en al haar eventuele projectplannen kunnen steeds worden beëindigd indien één van beide partijen zulks wenst; de partij die de overeenkomst of het projectplan wenst te beëindigen, deelt zulks schriftelijk mee met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes (6) maanden. Een dergelijke beëindiging doet geen afbreuk aan de rechten die beide partijen uit hoofde van de overeenkomst of het projectplan tot de datum waarop zij wordt beëindigd, hebben verworven.

5.   Deze overeenkomst is opgesteld in afschriften in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te New Delhi, de zesde dag van november tweeduizend negen.

Voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

BENITA FERRERO-WALDNER

Voor de regering van de Republiek India

ANIL KADOKKAR


BIJLAGE A

INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN

Rechten met betrekking tot intellectuele eigendom die in het kader van deze overeenkomst is voortgekomen of geleverd, worden als volgt toegekend:

I.   Toepassingsgebied

Deze bijlage is van toepassing op alle gezamenlijke activiteiten die in het kader van deze overeenkomst worden ondernomen, tenzij uitdrukkelijk anderszins is overeengekomen.

II.   Houderschap, toekenning en uitoefening van rechten

A.   In de zin van deze overeenkomst heeft „intellectuele eigendom” de betekenis als vermeld in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, Stockholm, 14 juli 1967.

B.   In deze bijlage wordt de toekenning van rechten, belangen en royalty’s aan de partijen behandeld. Elke partij zorgt ervoor dat de andere partij de rechten op intellectuele eigendom ontvangt overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage. Deze bijlage laat de onderlinge verdeling van dergelijke rechten, belangen en royalty’s tussen een partij en de staatsburgers daarvan, welke door de bij die partij gangbare wetten en praktijken bepaald wordt, ongewijzigd en onverlet.

C.   De beëindiging of het aflopen van deze overeenkomst zijn van generlei invloed op de uit deze bijlage voortvloeiende rechten of verplichtingen.

(1)

In het geval van gezamenlijke activiteiten van de partijen wordt intellectuele eigendom die voortkomt uit gemeenschappelijk onderzoek, d.w.z. onderzoek dat door beide partijen wordt gesteund, volgens onderstaande beginselen in een technologiebeheersplan behandeld:

a)

De partijen stellen elkaar binnen een redelijke termijn in kennis van eventuele intellectuele-eigendomsrechten welke uit deze overeenkomst (of toepasselijke uitvoeringsovereenkomsten) voortkomen.

b)

Tenzij dit anderszins wordt overeengekomen, kunnen de rechten en belangen met betrekking tot intellectuele eigendom die uit gemeenschappelijk onderzoek is voortgekomen, zonder territoriale belemmering door elk van beide partijen worden benut.

c)

Elke partij neemt tijdig de nodige stappen om de intellectuele eigendom waarop zij overeenkomstig het technologiebeheersplan rechten en belangen verwerft, te beschermen.

d)

Elke partij heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty’s, om elke intellectuele eigendom die uit deze overeenkomst voortkomt, te gebruiken voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op onderzoek, en

e)

Bezoekende wetenschappers die hebben deelgenomen aan de totstandbrenging van intellectuele eigendom, verkrijgen intellectuele-eigendomsrechten en aandelen in de royalty’s die door de gastinstellingen worden verworven uit de terbeschikkingstelling van dat soort intellectuele-eigendomsrechten in het kader van het door de gastinstellingen gevoerde beleid. Wat bovengenoemde intellectuele-eigendomsrechten en aandelen in de royalty’s betreft, verleent een partij bezoekende wetenschappers geen minder gunstige behandeling dan zij aan haar eigen staatsburgers verleent. Bovendien heeft elke bezoekende, tot uitvinder benoemde wetenschapper het recht op een behandeling als een staatsburger van de gastheerpartij wat prijzen, bonussen, voordelen of andere beloningen betreft, in overeenstemming met het beleid van de gastinstelling en de respectieve relevante wetgevingen van de partijen.

(2)

In het geval van gezamenlijke activiteiten die geen gemeenschappelijk onderzoek zijn als bedoeld in punt II, onder D. (1), verlangt elke partij, voor zover zulks volgens haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vereist is, van al haar deelnemers dat zij specifieke overeenkomsten aangaan met betrekking tot de uitvoering van gemeenschappelijk onderzoek en de onderscheiden rechten en plichten van de deelnemers. Wat intellectuele eigendom betreft, hebben de overeenkomsten doorgaans onder meer betrekking op eigendom, bescherming, gebruiksrechten ten behoeve van onderzoek, exploitatie en verspreiding, met inbegrip van regelingen voor gezamenlijke publicatie, rechten en plichten van bezoekende wetenschappers en procedures voor de regeling van geschillen. De overeenkomsten kunnen ook betrekking hebben op andere kwesties, zoals toegang tot nieuwe en bestaande kennis, vergunningen en te leveren prestaties.

E.   Zonder afbreuk te doen aan de concurrentievoorwaarden op de gebieden die onder deze overeenkomst vallen, stelt elke partij alles in het werk om ervoor te zorgen dat de rechten die in het kader van deze overeenkomst en de daaronder getroffen regelingen zijn verworven, op zodanige wijze worden uitgeoefend dat met name worden aangemoedigd: i) het gebruik en de verspreiding van informatie die in het kader van deze overeenkomst is ontstaan of op andere wijze beschikbaar is gekomen, voor zover dit in overeenstemming is met de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden, de bepalingen van afdeling IV van deze bijlage en eventuele regels die in het kader van de wetgeving van de partijen inzake de behandeling van gevoelige of geheime informatie op nucleair gebied van toepassing zijn, en ii) de vaststelling en tenuitvoerlegging van internationale normen.

III.   Werken die onder het auteursrecht vallen

Overeenkomstig de voorwaarden van deze overeenkomst wordt auteursrecht dat aan de partijen toebehoort, behandeld in overeenstemming met de door de Wereldhandelsorganisatie beheerde Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom.

IV.   Wetenschappelijke publicaties

Onverminderd de voor vertrouwelijke informatie geldende bepalingen van afdeling V, zijn de volgende procedures van toepassing:

A.

Elke partij heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty’s, om in alle landen informatie uit wetenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken of andere media, die rechtstreeks het resultaat is van uit hoofde van deze overeenkomst door of namens partijen verricht gemeenschappelijk onderzoek, te vertalen, te reproduceren en openbaar te verspreiden.

B.

Op alle openbaar te verspreiden exemplaren van een werk waarop auteursrechten rusten en dat volgens deze bepaling tot stand is gekomen, wordt de naam van de auteurs van het werk vermeld, tenzij naamsvermelding door een auteur uitdrukkelijk wordt geweigerd. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats een vermelding worden opgenomen met betrekking tot de medewerking en de steun van de partijen.

V.   Niet openbaar te maken informatie

A.   Schriftelijke geheime informatie

(1)

Elke partij stelt in een zo vroeg mogelijk stadium vast welke informatie zij geheim wenst te houden met betrekking tot deze overeenkomst. Daarbij moeten onder meer de volgende criteria worden gehanteerd:

a)

de informatie is geheim, in die zin dat de gegevens, als geheel of in de exacte samenstelling van hun bestanddelen, niet algemeen bekend of met wettelijke middelen gemakkelijk toegankelijk zijn;

b)

de informatie heeft werkelijke of potentiële handelswaarde ingevolge de geheimhouding, en

c)

er zijn door de persoon die met de leiding belast is, maatregelen getroffen die onder de omstandigheden redelijk leken om de geheimhouding van de gegevens te waarborgen. In bepaalde gevallen kunnen de partijen overeenkomen dat, behoudens andersluidende bepalingen, informatie die tijdens het gemeenschappelijk onderzoek op basis van deze overeenkomst is verstrekt, uitgewisseld of tot stand gekomen, noch in haar geheel noch gedeeltelijk mag worden bekendgemaakt.

(2)

Elke partij ziet erop toe dat volgens de onderhavige overeenkomst als geheim en dus als vertrouwelijk beschouwde informatie, op eenvoudige wijze door de andere partij als zodanig kan worden herkend, bijvoorbeeld door een kenteken of een opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproductie van de desbetreffende gegevens. Een partij die op grond van een dergelijke overeenkomst vertrouwelijke informatie ontvangt, neemt de vertrouwelijkheid daarvan in acht. Die beperking wordt automatisch opgeheven wanneer de gegevens door de eigenaar ongelimiteerd worden bekendgemaakt.

(3)

Vertrouwelijke gegevens die ingevolge deze overeenkomst zijn meegedeeld, mogen wanneer dat nodig is door de ontvangende partij worden verspreid onder personen die in dienst zijn bij de ontvangende partij, met inbegrip van haar contractanten en andere betrokken departementen van de ontvangende partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopende gemeenschappelijk onderzoek gemachtigd zijn, mits de geheime gegevens worden beschermd overeenkomstig deze bijlage en de wetten en voorschriften van elke partij en, zoals boven vermeld, als zodanig gemakkelijk kunnen worden herkend.

B.   Niet-schriftelijke vertrouwelijke informatie

Niet op schrift gestelde vertrouwelijke gegevens of andere beperkt toegankelijke informatie die worden verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten welke in het kader van de overeenkomst gehouden worden, of gegevens verkregen door de indiensttreding van personeel, het gebruik van voorzieningen of gemeenschappelijke projecten, worden door partijen of hun vertegenwoordigers behandeld overeenkomstig de beginselen in verband met schriftelijke informatie welke in deze overeenkomst zijn vastgelegd, mits de ontvanger van dergelijke vertrouwelijke of anderszins beperkt toegankelijke gegevens uiterlijk op het moment dat die informatie wordt verstrekt op schriftelijke wijze geattendeerd is op het vertrouwelijke karakter ervan.

C.   Beheer

Elke partij probeert ervoor te zorgen dat niet openbaar te maken informatie die zij uit hoofde van deze overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de overeenkomst is bepaald. Indien een van de partijen zich er rekenschap van geeft dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte niet-verspreidingsbepalingen na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis. De partijen plegen vervolgens overleg om een passende gedragslijn vast te stellen.

VI.   Regeling van geschillen, nieuwe vormen van intellectuele eigendom en niet-voorziene intellectuele eigendom

A.   Geschillen tussen de partijen onderling betreffende intellectuele eigendom worden geregeld overeenkomstig artikel X, lid 3, van deze overeenkomst. Mits wederzijdse overeenstemming van de partijen kan een dergelijk geschil echter ook worden voorgelegd aan een internationaal arbitragehof met het oog op een bindende arbitrage overeenkomstig de geldende regels van het internationaal recht. Tenzij anderszins overeengekomen, gelden de arbitrageregels van de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL).

B.   Indien één van beide partijen vaststelt dat een gezamenlijke activiteit die in het kader van deze overeenkomst is ondernomen, een nieuwe vorm van intellectuele eigendom kan voortbrengen waarin niet is voorzien in een technologiebeheersplan of een overeenkomst tussen aangewezen organen, of indien andere onvoorziene problemen optreden, knopen de partijen onverwijld overleg aan om te waarborgen dat de bescherming, exploitatie en verspreiding van de betrokken intellectuele eigendom op hun onderscheiden grondgebieden naar behoren worden geregeld.

Top