Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0895

    2009/895/EG: Beschikking van de Raad van 26 november 2009 met betrekking tot het standpunt dat de Europese Gemeenschap zal innemen bij de heronderhandeling van de monetaire overeenkomst met Vaticaanstad

    PB L 321 van 8.12.2009, p. 36–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/895/oj

    Related international agreement

    8.12.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 321/36


    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 26 november 2009

    met betrekking tot het standpunt dat de Europese Gemeenschap zal innemen bij de heronderhandeling van de monetaire overeenkomst met Vaticaanstad

    (2009/895/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 111, lid 3,

    Gezien de aanbeveling van de Commissie,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Met ingang van de datum van de invoering van de euro is de Gemeenschap bevoegd voor monetaire en wisselkoersaangelegenheden.

    (2)

    Het is aan de Raad om besluiten te nemen over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime.

    (3)

    Op 29 december 2000 heeft de Italiaanse Republiek, namens de Gemeenschap, een monetaire overeenkomst met Vaticaanstad gesloten.

    (4)

    In zijn conclusies van 10 februari 2009 heeft de Raad de Commissie verzocht de werking van de bestaande monetaire overeenkomsten te evalueren en te bezien of de maxima voor de uitgifte van munten kunnen worden verhoogd.

    (5)

    In de mededeling over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad heeft de Commissie geconcludeerd dat de monetaire overeenkomst met Vaticaanstad in zijn huidige vorm dient te worden gewijzigd om tot een consequentere benadering te komen van de betrekkingen tussen de Gemeenschap en de landen die een monetaire overeenkomst hebben ondertekend.

    (6)

    Er dient bijgevolg zo spoedig mogelijk opnieuw over de monetaire overeenkomst met Vaticaanstad te worden onderhandeld, zodat de nieuwe regeling op 1 januari 2010 in werking treedt, samen met de nieuwe regels voor het in omloop brengen van euromunten welke zijn neergelegd in de op 10 februari 2009 door de Raad in zijn conclusies onderschreven aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (1),

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Italiaanse Republiek stelt Vaticaanstad ervan in kennis dat het noodzakelijk is de bestaande monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en Vaticaanstad (hierna „de overeenkomst” genoemd genoemd) zo spoedig mogelijk te wijzigen en biedt aan te heronderhandelen over de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst.

    Artikel 2

    Bij de heronderhandeling van de overeenkomst met Vaticaanstad streeft de Gemeenschap de volgende wijzigingen na:

    a)

    De overeenkomst wordt gesloten tussen de Gemeenschap en Vaticaanstad. De tekst van de overeenkomst is een gecodificeerde tekst van de huidige overeenkomst en de wijzigingen.

    b)

    Vaticaanstad verbindt zich ertoe door middel van directe omzettingen of eventuele gelijkwaardige instrumenten alle passende maatregelen te nemen voor de toepassing van alle relevante Gemeenschapswetgeving betreffende de voorkoming van witwassen van geld en de preventie van fraude en vervalsing van contante en girale betaalmiddelen. Zij verbindt zich er ook toe alle relevante Gemeenschapswetgeving betreffende het bankwezen en de financien aan te nemen, wanneer er in Vaticaanstad een banksector wordt gecreeerd.

    c)

    De methode voor de berekening van de plafonds voor de uitgifte van euromunten door Vaticaanstad wordt herzien. Voor de berekening van het nieuwe uitgifteplafond wordt een methode gehanteerd waarbij een vast en een variabel deel worden gecombineerd: met het vaste deel wordt beoogd buitensporige speculatie door muntverzamelaars met muntstukken van Vaticaanstad te vermijden door aan de vraag van de verzamelaarsmarkt te voldoen, terwijl het variabele deel wordt berekend op basis van de gemiddelde muntuitgifte per hoofd van de bevolking van de Republiek Italië in het jaar n-1, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van Vaticaanstad. Zonder afbreuk te doen aan de uitgifte van munten voor verzamelaars, wordt het minimumaandeel van de euromunten van Vaticaanstad dat tegen nominale waarde in omloop zal worden gebracht, in de overeenkomst op 51 % vastgesteld.

    d)

    Er wordt een gemengd comité ingesteld om de bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst gemaakte vorderingen te monitoren. Het comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van Vaticaanstad, de Italiaanse Republiek, de Commissie en de Europese Centrale Bank. Het beschikt over de mogelijkheid jaarlijks het vaste deel te herzien om met de inflatie en de ontwikkeling van de verzamelaarsmarkt rekening te houden. Het onderzoekt om de vijf jaar of het minimumaandeel van de munten dat tegen nominale waarde in omloop zal worden gebracht, voldoende is en het kan eventueel besluiten deze te verhogen. Het neemt zijn besluiten met eenparigheid van stemmen. Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

    e)

    De euromunten van Vaticaanstad worden geslagen door het Instituto Poligrafico e Zecca dello Stato. Vaticaanstad beschikt echter over de mogelijkheid een andere contractant aan te wijzen onder de Munten van de Europese Unie die euromunten slaan, mits het gemengd comité daarmee instemt. Met het oog op de goedkeuring door de Europese Centrale Bank van de totale omvang van de uitgifte wordt de hoeveelheid munten die Vaticaanstad uitgeeft, opgeteld bij de hoeveelheid munten die wordt uitgegeven door de Republiek Italië.

    f)

    Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt aangewezen als de instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen.

    Indien de Gemeenschap of Vaticaanstad van mening is dat de andere partij een uit de monetaire overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof van Justitie is bindend voor de partijen, die gehouden zijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest binnen de termijn die het Hof van Justitie in zijn arrest heeft vastgesteld. Ingeval de Gemeenschap of Vaticaanstad nalaat om binnen de gestelde termijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest, kan de andere partij de overeenkomst onmiddellijk opzeggen.

    Artikel 3

    De onderhandelingen met Vaticaanstad worden namens de Gemeenschap gevoerd door de Italiaanse Republiek en de Commissie. De Italiaanse Republiek en de Commissie zijn bevoegd, de overeenkomst in naam van de Gemeenschap te paraferen. De ECB wordt volledig betrokken bij de onderhandelingen en haar instemming is vereist voor onderwerpen die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen. De Italiaanse Republiek en de Commissie leggen de ontwerpovereenkomst ter advies voor aan het Economisch en Financieel Comité (hierna: „EFC” genoemd).

    Artikel 4

    Bij de parafering van de overeenkomst verwerft de Commissie de bevoegdheid om namens de Gemeenschap de overeenkomst te sluiten, tenzij het EFC of de ECB van mening is dat de overeenkomst aan de Raad moet worden voorgelegd.

    Artikel 5

    Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek, de Commissie en de ECB.

    Gedaan te Brussel, 26 november 2009.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. BJÖRKLUND


    (1)  PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52.


    Top