EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0848

2008/848/EG: Beschikking van de commissie van 16 juli 2008 betreffende steunmaatregel C 14/07 (ex NN 15/07) die Italië ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van NGP/Simpe (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3528) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 301 van 12.11.2008, p. 14–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/848/oj

12.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/14


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 16 juli 2008

betreffende steunmaatregel C 14/07 (ex NN 15/07) die Italië ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van NGP/Simpe

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3528)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/848/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 14 juli 2006 heeft Italië zijn voornemen aangemeld om steun te verlenen ten behoeve van de herstructurering van NGP SpA (hierna „NGP” genoemd). De ontbrekende bijlagen werden bij schrijven van 28 juli 2006 gezonden. Voordien had de Commissie drie klachten ontvangen dat de steun die Italië voornemens was aan NGP toe te kennen, de markt voor synthetische vezels ongunstig zou beïnvloeden.

(2)

De Commissie verzocht bij schrijven van 22 augustus 2006 om aanvullende inlichtingen, die Italië bij schrijven van 14 december 2006 heeft verschaft. De Commissie verzocht op 12 februari 2007 om verdere gegevens, die Italië deed toekomen bij schrijven van 7 maart 2007, dat op 8 maart 2007 werd geregistreerd.

(3)

Bij brief van 10 mei 2007 heeft de Commissie Italië in kennis gesteld van haar besluit de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden ten aanzien van deze steun.

(4)

Bij schrijven van 16 juli 2007 heeft Italië zijn opmerkingen gemaakt in het kader van bovengenoemde procedure. De Commissie verzocht bij schrijven van 25 oktober 2007 om aanvullende inlichtingen, die Italië bij schrijven van 23 november 2007 heeft verschaft. Op 13 december 2007 vond een bijeenkomst plaats van de Italiaanse autoriteiten en de diensten van de Commissie. De Commissie verzocht bij schrijven van 8 februari 2008 om verdere toelichtingen, en Italië heeft bij schrijven van 25 februari 2008 geantwoord. Vervolgens heeft Italië verdere, definitieve opmerkingen gemaakt bij e-mail van 22 mei 2008.

(5)

Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken.

(6)

De Commissie heeft van de belanghebbenden opmerkingen ter zake ontvangen. De Commissie heeft deze voor een reactie aan Italië doorgezonden en heeft bij schrijven van 21 september 2007 diens opmerkingen ontvangen.

2.   BESCHRIJVING

2.1.   De begunstigde onderneming

(7)

Volgens de aanmelding is de begunstigde van de steun NGP, een in Acerra (Campanië) gevestigde onderneming. NGP is in februari 2003 ontstaan door de afsplitsing van de polyester polymeer productie (polymerisatieafdeling) van Montefibre, een eveneens in Acerra gevestigde producent van polyestervezel. Polyester polymeer is een tussenproduct dat onder meer bij de productie van polyestervezel wordt gebruikt.

(8)

De activa van NGP omvatten twee productie-installaties en een thermo-elektrische centrale, enkele secundaire locaties en een onderzoekcentrum. Op de eerste productielocatie werd het intermediaire dimethyltereftalaat (hierna „DMT” genoemd) geproduceerd. DMT diende als grondstof voor de tweede productie-installatie, de polymerisatie-installatie, die polymeren produceerde hetzij in vloeibare toestand (ten behoeve van de productie-installatie van Montefibre) hetzij in vaste toestand in de vorm van korrels (chips) (voor de buitenlandse markt).

(9)

De polymerisatie-installatie werkte met drie productielijnen, CP1, CP 2 en (de in 2003 gebouwde) CP 3. Italië had 13,7 miljoen EUR regionale steun verleend ten behoeve van de investeringen in de polymerisatie-installatie CP3. De steun werd verleend in het kader van een door de Commissie goedgekeurde regionalesteunregeling (3).

2.2.   De financiële problemen van NGP

(10)

Van bij haar oprichting werd NGP, om uiteenlopende redenen, met problemen geconfronteerd. Zo moest in 2003 de productie wordt opgeschort door een panne van het koelsysteem. Ondanks het feit dat de beschadigde installatie door een voorlopige installatie werd vervangen, kon de productie-installatie niet opnieuw volwaardig functioneren. De toestand bij NGP werd nog verergerd door sterke druk op de prijzen als gevolg van de koersdaling van de dollar, waardoor producenten van buiten de eurozone concurrerender werden.

(11)

Bovendien lagen de productiekosten van DMT in grote mate vast en waren zij onafhankelijk van de geproduceerde volumen. De dalende verkopen van chips en polymeer in vloeibare toestand resulteerden in een daling van de in de DMT-installatie geproduceerde volumen. Die productiedaling had — door het hoge aandeel vaste kosten — evenwel slechts een geringe daling van de totale productiekosten tot gevolg. De productiekosten per eenheid in de DMT-installatie zijn dan weer aanzienlijk gestegen.

(12)

NGP leed in 2003 (het laatste jaar van volledige productie) een verlies van 29,68 miljoen EUR, terwijl in 2004 het verlies 17,87 miljoen EUR bedroeg. In 2005 heeft de onderneming echter 5,27 miljoen EUR winst geboekt, grotendeels als gevolg van bijzondere inkomsten.

2.3.   Het herstructureringsplan

(13)

In 2004 besloot de raad van bestuur van de onderneming de productie op te schorten en voor de bestaande industriële installaties een conversieplan op te stellen. Doel daarvan was om voor de polymerisatie-installatie een andere grondstof te gaan gebruiken en het intern geproduceerde DMT te vervangen door een andere grondstof, gezuiverd tereftaalzuur (hierna „PTA” genoemd), om zodoende tot een flexibele kostenstructuur te komen. Volgens ramingen was voor de overschakeling naar een andere grondstof nog eens 22 miljoen EUR nodig. Door ontoereikende financiële capaciteit was het voor NGP onmogelijk om de investering uit te voeren.

(14)

In mei 2004 werd een Protocollo di intesa (Memorandum of Understanding) ondertekend door verschillende overheden, Montefibre, NGP en andere ondernemingen. Daarin kwamen alle partijen overeen dat de reeds gedane investeringen in de CP3-installatie moesten worden veilig gesteld en voltooid.

(15)

In juli 2005 ondertekenden nationale en regionale overheden, NGP, Montefibre en Edison (een andere in Acerra gevestigde onderneming) een Accordo di Programma (programmaovereenkomst) betreffende de NGP-locatie en andere activiteiten op de locatie Acerra. De voornaamste elementen van deze overeenkomsten betreffende NGP waren als volgt.

(16)

Ten eerste de oprichting van een nieuwe onderneming Simpe SpA in juli 2005, met een meerderheidsbelang voor NGP en een minderheidsbelang voor Montefibre (19,1 % van het maatschappelijke kapitaal) en de nationale ontwikkelingsmaatschappij Sviluppo Italia (9,8 % van het maatschappelijke kapitaal). Simpe zou de polymerisatieactiviteiten van NGP (nl. de immateriële activa en de desbetreffende verplichtingen) en een deel van de werknemers overnemen. NGP zou alleen nog als aanbieder van nutsdiensten (utilities) actief blijven (4).

(17)

Ten tweede zou de productie-installatie voor DMT worden gesloten en zou de nieuwe onderneming Simpe de investeringen uitvoeren die voor de productielijn CP3 gepland stonden om het oorspronkelijke, intern geproduceerde DMT te vervangen door een nieuwe grondstof, gezuiverd tereftaalzuur (PTA), dat extern zou worden ingekocht (5).

(18)

Ten derde zou Italië financiële steun verlenen voor in totaal 20,87 miljoen EUR, om de investeringen voor de overschakeling op de nieuwe grondstof te ondersteunen. Deze maatregelen worden hierna beschreven.

2.4.   De financiële steun

(19)

De eerste maatregel bestaat uit een subsidie van 10,75 miljoen EUR, waarvan 5 miljoen EUR ten laste van de regio Campanië en het resterende deel ten laste van het ministerie van Productieve Activiteiten. De maatregel werd verleend op 18 mei 2006.

(20)

De tweede maatregel bestaat uit een zachte lening van 6,523 miljoen EUR die door het ministerie van Productieve Activiteiten wordt toegekend tegen een verlaagd rentepercentage, dat 36 % bedraagt van het referentiepercentage. De lening werd op 18 mei 2006 toegekend.

(21)

De derde maatregel is een tijdelijke participatie door Sviluppo Italia in het risicodragend kapitaal van Simpe ten belope van 3,6 miljoen EUR (of 9,8 % van het maatschappelijke kapitaal van de onderneming). Deze participatie vond op 5 mei 2006 plaats. De twee overige aandeelhouders van Simpe, NGP en Montefibre, waren verplicht de aandelen van Sviluppo Italia te verwerven binnen een periode van drie tot vijf jaar tegen de nominale waarde, vermeerderd met een jaarlijkse rente die is gebaseerd op het officiële referentiepercentage voor transacties op middellange tot lange termijn, met een opslag van ten minste 2 procentpunt.

(22)

Deze drie maatregelen zijn alle aan Simpe verleend.

2.5   Nieuwe ontwikkelingen

(23)

In februari 2007 verwierf de Spaanse multinational uit de chemiesector, La Seda de Barcelona, de Simpeaandelen van Montefibre en investeerde zij voor 20,7 miljoen EUR additioneel kapitaal in de onderneming, waardoor zij (met 50,1 %) de meerderheidsaandeelhouder werd. De overige aandeelhouders van Simpe zijn NGP (43,6 %) en Sviluppo Italia (6,3 %).

(24)

De acquisitie van Simpe door La Seda de Barcelona bracht ook veranderingen met zich wat betreft het oorspronkelijke herstructureringsplan. Was het volgens het in juli 2005 overeengekomen plan (zie hoger) nog de bedoeling dat Simpe in dezelfde lijn als NGP bleef verderwerken (in hoofdzaak dus de productie van polymeren voor textieltoepassingen), dan was het voornemen nu om de productie vooral te concentreren in de sector van de polymeren bestemd voor de PET-markt (polyethyleentereftalaat), een kunststof waarvan La Seda de Barcelona een van de grootste producenten in de Europese Unie is.

3.   REDENEN VOOR DE INLEIDING VAN DE FORMELE ONDERZOEKPROCEDURE

3.1   Herstructureringssteun

(25)

Italië heeft de steun aangemeld op grond van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (hierna „richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun” genoemd) (6). In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag had de Commissie aangegeven te betwijfelen dat aan de voorwaarden van die richtsnoeren was voldaan.

(26)

De Commissie had twijfel ten aanzien van de daadwerkelijke begunstigde van de steun en de vraag of de onderneming wel voor steun in aanmerking kwam. Italië had NGP in de aanmelding als de begunstigde van de steun genoemd. Alle drie de maatregelen werden evenwel verleend aan Simpe, een recent opgerichte onderneming, die, als dusdanig, niet in aanmerking komt voor herstructureringssteun (punt 12 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun). Daarom had de Commissie twijfel of NGP en Simpe, als groep, wel voor steun in aanmerking konden komen. Simpe werd door NGP opgericht in het kader van de herstructurering van de polymerisatie-installaties, ten behoeve waarvan de betrokken steunmaatregelen werden verleend. Anderzijds was NGP geen recent opgerichte onderneming in de zin van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun. Bovendien bleek zij een onderneming in moeilijkheden te zijn — en dus voor herstructureringssteun in aanmerking te komen.

(27)

In ieder geval betwijfelde de Commissie of, zelfs indien NGP en Simpe als één concern kunnen gelden die voor steun aanmerking komt, aan de overige criteria van in de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun was voldaan. Met name heeft Italië noch voor Simpe noch voor NGP herstructureringsplannen ingediend die aan alle criteria van deel 3.2.2 van de richtsnoeren voldoen. Wat Simpe betreft, het door Italië gepresenteerde businessplan bevatte geen gedetailleerde marktstudie, noch een analyse van de specifieke sterke en zwakke punten van de onderneming. De Commissie stelde evenwel vast dat Simpe inmiddels aan een andere onderneming was overgedragen, en dat zij in dat stadium de gevolgen van een dergelijke transactie niet kon beoordelen. Wat NGP betreft, heeft Italië geen enkele aanwijzing verschaft ten aanzien van de kosten van de ten uitvoer te leggen herstructureringsmaatregelen en de precieze financiering daarvan. Op grond van de beschikbare gegevens betwijfelde de Commissie of was voldaan aan de voorwaarden betreffende het herstel van de levensvatbaarheid.

(28)

Italië heeft geen compenserende maatregelen vermeld — noch op het niveau van Simpe noch op het niveau van NGP — hetgeen de Commissie deed twijfelen of was voldaan aan de voorwaarde dat buitensporige mededingingsvervalsing moet worden vermeden. Evenmin beschikte de Commissie over enige informatie betreffende de totale kosten van de herstructurering en de bijdrage van de begunstigde, gegevens die nodig zijn om te kunnen nagaan of de steun tot het volgens de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun vereiste minimum beperkt blijft.

(29)

Ten slotte had Italië de kapitaalinbreng door Sviluppo Italia eerst als steun aangemeld, maar heeft het vervolgens verklaard dat deze transactie marktconform was en geen steun vormde. Niettemin had de Commissie twijfel op dit punt.

3.2   Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen

(30)

De Commissie heeft de steun ook getoetst op zijn verenigbaarheid met de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (7) (hierna „richtsnoeren regionale steun” genoemd). Simpe is gevestigd in een regio die uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag voor steun in aanmerking komt. Voor regionale steun bedraagt het plafond er 35 % nettosubsidie-equivalent (hierna „NSE” genoemd) van de in aanmerking komende investeringen. De betrokken maatregelen waren bedoeld om Simpe in staat te stellen de investeringsprojecten op de productielijn CP3 ten uitvoer te leggen. De Commissie beschikte echter niet over gegevens om te kunnen nagaan of de kosten voor de investeringen in productielijn CP3 voor regionale-investeringssteun als in aanmerking komend konden worden aangemerkt, en of het regionalesteunplafond van 35 % in acht was genomen.

4.   OPMERKINGEN VAN ITALIË

(31)

Wat de steunmaatregelen betreft, heeft Italië herhaald dat de tijdelijke participatie van Sviluppo Italia in het kapitaal van Simpe geen staatssteun vormt, omdat deze in lijn is met het beginsel van de particuliere investeerder. Italië verklaarde dat de twee overige aandeelhouders van Simpe (NGP en La Seda de Barcelona) verplicht waren de aandelen van Sviluppo Italia te verwerven binnen een periode van drie tot vijf jaar tegen de nominale waarde, vermeerderd met een jaarlijkse rente die is gebaseerd op het officiële referentiepercentage voor transacties op middellange tot lange termijn, met een opslag van ten minste 2 procentpunt. Bovendien is deze toezegging afgedekt door een door NGP verschafte garantie op haar eigen activa. Volgens Italië zou, met dergelijke garanties voor het rendement van investeringen, iedere particuliere investeerder hebben geïnvesteerd.

(32)

Voorts heeft Italië verklaard dat de twee overige maatregelen aan Simpe werden verleend op grond van de steunregeling van wet nr. 181/89, die door de Commissie was goedgekeurd (als steunmaatregel N 214/2003) (8), en dat zowel bij de in aanmerking komende kosten als bij de steunintensiteit de voorwaarden van die regeling in acht werden genomen, namelijk een maximale regionalesteunintensiteit van 35 % NSE. Italië betoogt dat het, zelfs indien de steun als herstructureringssteun ten behoeve van NGP was aangemeld, van oordeel was dat deze steun kon worden beschouwd als regionale steun aan Simpe in het kader van die regeling.

(33)

Italië verklaarde dat, mocht de Commissie niet kunnen accepteren dat de steun onder de toepassing van steunmaatregel N 214/2003 valt, zij in dat geval de steun als herstructureringssteun verenigbaar moest verklaren.

(34)

Italië betoogt dat de begunstigde van de steun NGP is, die als een onderneming in moeilijkheden kan worden aangemerkt.

(35)

Italië heeft een gewijzigd herstructureringsplan ingediend voor zowel NGP als Simpe, waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwe strategie van La Seda de Barcelona.

(36)

Zoals reeds werd uiteengezet, zal Simpe in dat plan in hoofdzaak polyester polymeer van de productielijn CP3 voor de PET-markt gaan produceren. Italië heeft een marktstudie gepresenteerd die laat zien hoe de markt voor kunststof verpakking in voortdurende expansie is, met een vraagstijging van 7 % per jaar (9). Daarnaast zou Simpe polyester polymeer blijven produceren op de productielijnen CP1 en CP2 voor levering aan Fidion, de onderneming waaraan Montefibre haar productie van polyestervezels heeft overgedragen.

(37)

NGP blijft actief als aanbieder van nuts- en andere diensten, zoals bijvoorbeeld onderzoek, laboratorium en afvalwaterzuivering voor de industriële ondernemingen te Acerra, maar zal alle industriële productieactiviteiten stopzetten. De onderneming behoudt 54 van haar 270 oorspronkelijke werknemers en 76 werknemers zullen aan Simpe worden overgedragen.

(38)

Het nieuwe herstructureringsplan voorziet in 8,5 miljoen EUR investeringen door NGP met het oog op de modernisering van de infrastructuur voor nutsdiensten. Wat Simpe betreft, de onderneming zal investeringen ten belope van 40,4 miljoen EUR gaan uitvoeren; daarvan is 22 miljoen EUR bestemd voor de overschakeling naar de nieuwe grondstof (PTA) van productielijn CP3, zoals in het oorspronkelijke plan was voorzien, terwijl het resterende bedrag is bestemd voor de ontwikkeling van een nieuw procedé van post-polymerisatie dat nodig is om de PET-productiecyclus te voltooien en ook de productielijnen CP1 en CP2 aan te passen voor het gebruik van PTA.

(39)

Italië heeft een tabel verschaft met nadere gegevens over de kosten van de herstructurering en de financieringsbronnen voor zowel NGP als Simpe. Volgens die tabel zouden de totale herstructureringskosten tot 103,5 miljoen EUR oplopen.

(40)

Het nieuwe plan bevat een aantal prognoses — best-case-, neutraal en worst-case-scenario — voor NGP en Simpe. NGP wordt — ook in een worst-casescenario — al in 2009 winstgevend. Wat Simpe betreft, zouden de resultaten in een worst-case-scenario pas in 2011 positief worden, in een neutraal scenario in 2010 en in een best-case-scenario reeds in 2009.

5.   OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(41)

NGP steunt de door Italië gemaakte opmerkingen. Het Comité international de la rayonne et des fibres synthétiques (CIRFS), een van de oorspronkelijke klagers, en vertegenwoordiger van de synthetischevezelindustrie, deed opmerken dat, ingeval de steun in hoofdzaak voor de PET-markt is bestemd, hij niet relevant is voor de sector van de productie van synthetische vezels.

6.   BEOORDELING

6.1   Steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag

(42)

Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. Volgens vaste rechtspraak van de communautaire rechtscolleges is aan het criterium „beïnvloeding van het handelsverkeer” voldaan indien de begunstigde onderneming een economische activiteit uitoefent waarbij er sprake is van interstatelijke handel.

(43)

De subsidie en de lening voor Simpe werden verleend door het ministerie van Productieve Activiteiten en de regio Campanië, twee overheden. Bijgevolg werden de maatregelen gefinancierd uit staatsmiddelen en zijn zij aan de staat toe te rekenen. De subsidie levert de onderneming een voordeel op, evenals de lening, die werd toegekend tegen een rentepercentage dat lager ligt dan het referentiepercentage voor gezonde ondernemingen en die geen enkele investeerder in een markteconomie op die voorwaarden had verstrekt.

(44)

Wat betreft het door Sviluppo Italia in Simpe ingebrachte kapitaal, Italië had de maatregel eerst als staatssteun aangemeld, maar verklaarde vervolgens dat het niet om steun ging omdat deze conform het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie was en de onderneming geen voordeel opleverde.

(45)

Anders dan de Italiaanse autoriteiten betogen, is de Commissie evenwel van oordeel dat de tijdelijke deelneming door Sviluppo Italia in het kapitaal van Simpe steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag vormt. Sviluppo Italia is een overheidsagentschap en bijgevolg valt een kapitaalinbreng door dit agentschap aan de staat toe te rekenen en vormt deze staatssteun, tenzij valt aan te tonen dat Sviluppo Italia heeft gehandeld als een particuliere investeerder in een markteconomie.

(46)

In dat verband tekent de Commissie aan dat de deelneming van Sviluppo Italia in het kapitaal van Simpe deel uitmaakt van het herstructureringsplan van NGP. Aangezien NGP een onderneming in moeilijkheden was en Simpe uitsluitend werd opgericht met het oog op de herstructurering van NGP, mag worden aangenomen dat Sviluppo Italia heeft besloten aandelen in een onderneming in moeilijkheden te verwerven. Bovendien ging de kapitaalinbreng door Sviluppo Italia, als onderdeel van dezelfde operatie, gepaard met twee andere maatregelen die als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag gelden, namelijk een rechtstreekse subsidie door de regio Campanië en het ministerie van Productieve Activiteiten, en een door datzelfde ministerie verstrekte zachte lening.

(47)

In eerdere besluiten (10) was de Commissie van oordeel dat het beginsel van de particuliere investeerder in acht werd genomen wanneer de inbreng van overheidskapitaal voor een gezonde onderneming was bestemd. Het beginsel van de particuliere investeerder kan ook in acht worden genomen wanneer de onderneming in moeilijkheden verkeert: in dat geval dient de kapitaalinbreng door de staat plaats te vinden op voorwaarden die gelijk zijn aan die welke een particuliere investeerder zou stellen aan een onderneming met dergelijk hoog risico — dus een rentepercentage dat veel hoger ligt dan het percentage dat geldt voor gezonde ondernemingen, en een duidelijk vooruitzicht op herstel van de levensvatbaarheid.

(48)

De Italiaanse autoriteiten hebben niet aangetoond dat een particuliere investeerder bereid was geweest op diezelfde voorwaarden aandelen te verwerven. Er is namelijk niet aangetoond dat de kapitaalvergoeding op de door Sviluppo Italia vastgestelde voorwaarden (dus ten minste 2 procentpunt bovenop het referentiepercentage) voldoende zou zijn om de belangstelling van een particuliere investeerder te wekken, gelet op het feit dat NGP haar activiteiten had stopgezet en er geen enkele zekerheid was (afgezien van het feit dat de investering werd vervangen door staatssteun) dat de levensvatbaarheid zou worden hersteld. In dat verband zij voorts aangetekend dat La Seda de Barcelona het belang in SIMP pas negen maanden na het optreden van Sviluppo Italia heeft verworven en dat daarna de andere vormen van steun werden verleend.

(49)

Bijgevolg concludeert de Commissie dat de kapitaalinbreng door Sviluppo Italia de onderneming een voordeel heeft opgeleverd.

(50)

NGP en haar opvolger Simpe produceren polyester polymeren. Aangezien er voor dit product in de hele Europese Unie een uitgebreid handelsverkeer bestaat, dreigt de maatregel de mededinging te verstoren en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig te beïnvloeden. Mitsdien concludeert de Commissie dat de subsidie, de lening en de kapitaalinbreng door Sviluppo Italia staatssteun vormen in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en dat deze maatregelen dan ook op hun verenigbaarheid moeten worden onderzocht.

6.2   Rechtsgrondslag

(51)

In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure formuleerde de Commissie twijfel ten aanzien van de verenigbaarheid van de steun met de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun en met de richtsnoeren regionale steun.

(52)

Op basis van de door Italië gemaakte opmerkingen tekent de Commissie echter aan dat alle elementen betreffende een herstructureringsplan in deze zaak aanwezig lijken te zijn. Ten tijde van de steunverlening was NGP een onderneming in moeilijkheden. De steun werd verleend om de levensvatbaarheid van de onderneming te herstellen, op grond van een herstructureringsplan, aan de tenuitvoerlegging waarvan de Italiaanse autoriteiten zich hadden gecommitteerd (zie de voorwaarden van het in overweging 15 bedoelde Accordo di programma). Bovendien werd Simpe, ook al werd de steun volgens de Italiaanse autoriteiten aan Simpe verleend (en niet aan NGP), opgericht uitsluitend met het oog op de herstructurering van NGP — en betreft het hier dus een onderdeel van het herstructureringsplan. Ten slotte zijn zowel NGP als Simpe begunstigden van de steun.

(53)

De Commissie tekent voorts aan dat, gezien het potentieel mededingingsverstorende effect dat herstructureringssteun voor ondernemingen in moeilijkheden met zich brengt, de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun bepaalde specifieke criteria bevatten die moeten garanderen dat de steunverlening beperkt blijft tot het minimum dat noodzakelijk is voor het herstel van de levensvatbaarheid van de ondernemingen, waarbij de concurrentieverstoringen tot een minimum beperkt worden dankzij de verplichting voor de begunstigde van de steun om compenserende maatregelen te treffen. Deze criteria zouden kunnen worden omzeild indien de maatregelen werden getoetst aan de richtsnoeren regionale steun, die in ieder geval niet op ondernemingen in moeilijkheden kunnen worden toegepast (11).

(54)

Om de hier uiteengezette redenen concludeert de Commissie dat de verenigbaarheid van de steun dient te worden getoetst aan de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun.

6.3   Komt de onderneming voor steun in aanmerking?

(55)

Volgens punt 2.1 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun gaat de Commissie er van uit dat een onderneming in moeilijkheden verkeert wanneer zij niet in staat is — noch met haar eigen middelen, noch met middelen die haar eigenaren/aandeelhouders of haar schuldeisers bereid zijn in te brengen — de verliezen te stelpen die, zonder externe steun van de overheid, op korte of middellange termijn vrijwel zeker tot het faillissement van de onderneming zouden leiden. De typische symptomen van een onderneming in moeilijkheden zijn toenemende verliezen, een dalende omzet, groeiende voorraden, overcapaciteit, een geringere kasstroom, een toenemende schuldenlast, toenemende rentelasten en een vermindering of een verdwijning van de waarde van de nettoactiva. In acute gevallen kan de onderneming reeds insolvent zijn geworden of aan een collectieve insolventieprocedure zijn onderworpen.

(56)

Een pas opgerichte onderneming komt niet voor reddings- of herstructureringssteun in aanmerking, zelfs niet indien haar financiële positie onzeker is. Een onderneming wordt in beginsel als een nieuw opgerichte onderneming beschouwd gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van haar activiteiten in de betrokken sector.

(57)

Daartegenover staat dat in punt 13 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun is bepaald dat „wanneer een onderneming in moeilijkheden een dochteronderneming opricht, de dochteronderneming samen met de onderneming in moeilijkheden onder wier zeggenschap zij staat, [wordt] beschouwd als een concern en dit steun [kan] ontvangen onder de in [dit punt] vastgestelde voorwaarden”.

(58)

In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure formuleerde de Commissie twijfel ten aanzien van het feit dat NGP de begunstigde van de steun kon zijn, aangezien de steun aan Simpe was verleend. Bovendien mocht Simpe, als recent opgerichte onderneming, volgens punt 2.1 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun geen herstructureringssteun krijgen. De Commissie heeft nagegaan of de beide ondernemingen, samen, als één concern konden worden beschouwd en zodoende voor steun in aanmerking kwamen.

(59)

Simpe werd door NGP opgericht in het kader van de herstructurering van de polymerisatie-installaties, ten behoeve waarvan de betrokken steunmaatregelen werden verleend — en is dus een emanatie van NGP. Daartegenover staat dat NGP in februari 2003 werd opgericht en haar activiteiten in maart 2003 is begonnen, dus meer dan drie jaar vóór de steunmaatregel in mei 2006 werd toegekend. Bijgevolg gaat het niet om een recent opgerichte onderneming in de zin van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun. Bovendien vertoont NGP de symptomen die kenmerkend zijn voor een onderneming in moeilijkheden: NGP leed in 2003 (het laatste jaar van volledige productie) een verlies van 29,68 miljoen EUR, terwijl in 2004 het verlies 17,87 miljoen EUR bedroeg. In 2005 heeft de onderneming echter 5,27 miljoen EUR winst geboekt, grotendeels als gevolg van bijzondere inkomsten.

(60)

Bovendien was NGP meerderheidsaandeelhouder van Simpe op het tijdstip van de steunverlening. De Commissie concludeert dan ook dat NGP en Simpe kunnen worden aangemerkt als een concern dat, volgens de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun, voor steun in aanmerking kwam.

6.4   Herstel van de levensvatbaarheid

(61)

De steunverlening is afhankelijk van de tenuitvoerlegging van een herstructureringsplan, waarvan de looptijd zo kort mogelijk moet zijn. Dit plan dient binnen een redelijk tijdsbestek de levensvatbaarheid op lange termijn van de onderneming te herstellen en te zijn gebaseerd op realistische veronderstellingen betreffende de toekomstige bedrijfsomstandigheden. Dit herstructureringsplan dient onder meer een marktstudie te bevatten en de verbetering van de levensvatbaarheid dient voornamelijk tot stand te komen door middel van interne saneringsmaatregelen waarin het herstructureringsplan voorziet (punt 35 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun).

(62)

De Commissie is van oordeel dat het aangepaste herstructureringsplan, dat de door La Seda de Barcelona opgelegde aanpassingen weerspiegelt, voldoet aan de vereisten van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun. Italië heeft een marktanalyse verschaft, waaruit blijkt dat de markt voor PET-polymeren in volle expansie is. De herstructurering omvat passende interne saneringsmaatregelen die de problemen uit het verleden (de overschakeling op een nieuwe grondstof) moeten helpen overwinnen; deze worden geflankeerd door nieuwe, aanzienlijke investeringen door de nieuwe eigenaar La Seda de Barcelona, waardoor Simpe op de markt voor PET-polymeren kan gaan opereren en tegelijk Fidion polymeren in vloeibare toestand voor textieltoepassingen kan blijven leveren. Voorts heeft Italië, naar gelang van de fluctuaties in het productievolume, optimistische, pessimistische en gematigde prognoses verstrekt; deze laten zien dat binnen een redelijke termijn voor NGP en Simpe een herstel van de levensvatbaarheid te voorzien valt. Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat is voldaan aan de voorwaarden betreffende het herstel van de levensvatbaarheid.

6.5   Steun beperkt tot het minimum: reële bijdrage, vrij van steun

(63)

Het steunbedrag dient beperkt te blijven tot het minimum dat noodzakelijk is om de levensvatbaarheid te herstellen, afhankelijk van de financiële middelen die de onderneming en haar aandeelhouders beschikbaar hebben. Voorts dienen de begunstigden van de steun een significante bijdrage te leveren in de kosten van de herstructurering, hetzij uit eigen vermogen of door externe financiering tegen marktvoorwaarden. In het geval van grote ondernemingen acht de Commissie in beginsel bijdragen van ten minste 50 % passend.

(64)

Op grond van de door Italië verschafte informatie wordt ongeveer 80 % van de herstructureringskosten gefinancierd uit het eigen vermogen van de groep. Zodoende is voldaan aan de voorwaarden van punt 44 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun.

6.6   Voorkoming van ongerechtvaardigde concurrentievervalsing

(65)

Om te garanderen dat de ongunstige effecten op de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, zo beperkt mogelijk blijven — zodat de positieve effecten opwegen tegen de negatieve effecten — dienen compenserende maatregelen te worden genomen. Anders wordt de steun als „schadelijk voor het gemeenschappelijk belang” aangemerkt — en dus als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt (punt 38 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun).

(66)

Italië stelt de volgende compenserende maatregelen voor:

Simpe beperkt de jaarproductie van polyester polymeer voor de PET-markt tot 110 000 t vanaf het tijdstip van de beschikking waarmee de Commissie de steun goedkeurt, tot 31 december 2012;

Italië verschaft de Commissie gegevens over de jaarlijks door Simpe geproduceerde en afgezette volumen polyester polymeer vóór eind februari van het volgende jaar, en dit tot 31 december 2012;

Italië zegt voorts toe om na de goedkeuringsbeschikking van de Commissie geen enkele vorm van staatssteun te verlenen aan Simpe, NGP of enige andere onderneming of going concern die onder de zeggenschap staat van of anderszins tot hetzelfde concern behoort — en dit tot 31 december 2012.

(67)

Italië verklaarde dat NGP (of haar opvolger Simpe) volgens het herstructureringsplan zich volledig terugtrekt uit de markt voor polymeer polyester in korrels (bestemd voor textieltoepassingen) en voor speciaal polymeer, waardoor 20 % van deze markt wordt opgegeven. Simpe denkt zelf een aandeel van 4 % van de EU-markt voor PET te behalen.

(68)

Volgens punt 40 van de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun „[moeten] de maatregelen in verhouding staan tot de mededingingsverstorende effecten van de steun en met name tot […] het relatieve belang van de onderneming op haar markt of markten. Zij zouden moeten plaatsvinden op de markt of markten waar de onderneming na de herstructurering een significante marktpositie zal behalen.”.

(69)

De Commissie tekent in dit verband aan dat de belangrijkste markt voor Simpe die is voor PET-polyester. Voorts is La Seda de Barcelona, de hoofdaandeelhouder van Simpe, een van de twee belangrijkste Europese producenten van polyester polymeer voor de PET-markt. De steun kan dus een significante verstoring van de mededinging op deze markt veroorzaken. Daarom is het productieplafond van 110 000 t een aanzienlijke beperking van de aanwezigheid op de markt, ten opzichte van de daadwerkelijke productiecapaciteit van PET-polyester van Simpe die bij 160 000 t per jaar ligt. De productiebeperking die tot 2012 geldt is, gezien de expansie van de PET-markt, eveneens significant. Volgens de door Italië verschafte marktanalyse bedroeg de vraagstijging voor dit product 6,9 % in 2004, en wordt verwacht dat deze tendens in de komende jaren aanhoudt.

(70)

Wat betreft de productie van polyester polymeer in vloeibare toestand (die op de productielijnen CP1 en CP2 wordt voortgezet), zij aangetekend dat de productievolumen voor dit product reeds substantieel zijn ingekrompen in het kader van de herstructurering (van 105 000 naar 60 000 t per jaar) en dat deze productie uitsluitend is bestemd om Fidion (het vroegere Montefibre) te beleveren. Een verdere capaciteitsinkrimping in deze sector zou niet realistisch zijn en zou de winstgevendheid van de onderneming kunnen aantasten.

(71)

Tot slot tekent de Commissie aan dat Italië toezegt om na de goedkeuringsbeschikking van de Commissie geen enkele vorm van staatssteun te verlenen aan Simpe, NGP of enige andere onderneming of going concern die onder de zeggenschap staat van of anderszins tot hetzelfde concern behoort — en dit tot 31 december 2012, om te vermijden dat eventuele, door de hier onderzochte steun veroorzaakte concurrentieverstoringen worden versterkt door toekomstige steun.

(72)

In het licht van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de door Italië voorgestelde compenserende maatregelen afdoende zijn om de negatieve effecten van de steun te verzachten.

(73)

Mitsdien concludeert de Commissie dat de aangemelde staatssteun ten faveure van NGP en Simpe ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het hier behandelde herstructureringsplan verenigbaar kan worden verklaard met de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun van Italië ten behoeve van het herstructureringsplan van NGP en Simpe, ten bedrage van 20,87 miljoen EUR, is overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar.

Artikel 2

Italië garandeert dat de volgende voorwaarden in acht worden genomen:

a)

Simpe beperkt de jaarproductie van polyester polymeer voor de PET-markt tot 110 000 t vanaf het tijdstip van de beschikking waarmee de Commissie de steun goedkeurt, tot 31 december 2012;

b)

Italië verschaft de Commissie gegevens over de jaarlijks door Simpe geproduceerde en afgezette volumen polyester polymeer vóór eind februari van het volgende jaar, en dit tot 31 december 2012;

c)

Italië zegt toe om na de goedkeuringsbeschikking van de Commissie geen enkele vorm van staatssteun te verlenen aan Simpe, NGP of enige andere onderneming of going concern die onder de zeggenschap staat van of anderszins tot hetzelfde concern behoort, en dit tot 31 december 2012.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2008.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 131 van 13.6.2007, blz. 22.

(2)  Zie voetnoot 1.

(3)  Steunmaatregel N 715/1999, PB C 278 van 30.9.2000, blz. 26.

(4)  NGP zou technologische, milieu- en energiediensten gaan aanbieden en zou ook het onderzoekscentrum blijven beheren.

(5)  De initieel door NGP geproduceerde en gebruikte grondstof (DMT) had hoge vaste kosten die in tijden van terugvallende vraag hoge kosten per eenheid genereerden. Volgens Italië zorgt de nieuwe grondstof (PTA) voor flexibelere productiekosten en biedt deze een ruimer scala aan industriële toepassingen.

(6)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

(7)  PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

(8)  PB C 284 van 27.11.2003, blz. 2.

(9)  Gegevens over 2004.

(10)  Steunmaatregelen N 132/1999 Parco Navi, N 191/1998 Pomella en N 652/1999 Granarolo.

(11)  Zie in die zin punt 4.4 van de richtsnoeren regionale steun (voetnoot 7).


Top