EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0072

2008/72/Euratom: Besluit van de Commissie van 22 november 2007 betreffende de sluiting van Overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Zwitserse Bondsstaat (Zwitserland) inzake de toepassing van de ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten voor ITER en de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op het grondgebied van Zwitserland en inzake het lidmaatschap van Zwitserland van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie

PB L 20 van 24.1.2008, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/72(1)/oj

Related international agreement
Related international agreement

24.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/11


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 22 november 2007

betreffende de sluiting van Overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Zwitserse Bondsstaat (Zwitserland) inzake de toepassing van de ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten voor ITER en de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op het grondgebied van Zwitserland en inzake het lidmaatschap van Zwitserland van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie

(2008/72/Euratom)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 101, derde alinea,

Gelet op Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (1),

Gelet op het besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, door de Commissie, van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project („de ITER-Overeenkomst”), van de Regeling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project („de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten voor ITER”),

Gelet op Besluit 2007/614/Euratom van de Raad van 30 januari 2007 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie (2) („de Overeenkomst inzake de bredere aanpak”),

Gelet op Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (3),

Gelet op de Overeenkomst tot samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat op het gebied van de beheerste thermonucleaire kernversmelting en de plasmafysica (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten voor ITER en de Overeenkomst inzake de bredere aanpak bepalen dat zij eveneens van toepassing zijn op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat die, overeenkomstig het Euratom-Verdrag of de relevante overeenkomst, als volledig geassocieerde derde staat aan het Euratom-fusieprogramma deelneemt.

(2)

Beschikking 2007/198/Euratom en de in de bijlage daarvan opgenomen statuten („de statuten”) voorzien in het lidmaatschap van de gezamenlijke onderneming van derde landen die met Euratom een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten op het gebied van beheerste kernfusie waarbij hun respectieve onderzoeksprogramma's geassocieerd worden met de Euratom-programma's, en de wens hebben uitgesproken om lid te worden van de gemeenschappelijke onderneming.

(3)

Bijlage I bij de statuten voorziet al in stemrechten van Zwitserland in de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming als lid daarvan.

(4)

Zwitserland, dat in belangrijke mate bijdraagt aan het Euratom-programma voor onderzoek op het gebied van fusie-energie, heeft formeel te kennen gegeven dat het voornemens is voor de oorspronkelijke duur van het zevende Euratom-kaderprogramma van de gemeenschappelijke onderneming lid te worden.

(5)

Het is in het belang van de Gemeenschap formeel met Zwitserland akkoord te gaan over de toepassing van de ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten voor ITER en de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op het grondgebied van Zwitserland en de uitvoeringsvoorschriften betreffende het lidmaatschap van Zwitserland van de gemeenschappelijke onderneming,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en de Overeenkomst tussen Euratom en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2.   De tekst van de overeenkomst is als bijlage I bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

1.   De sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende het lidmaatschap van Zwitserland van de gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2.   De tekst van de overeenkomst is als bijlage II bij dit besluit gevoegd.

Artikel 3

Het voor onderzoek verantwoordelijke Commissielid of een door hem aangewezen persoon wordt gemachtigd tot het ondertekenen namens de Gemeenschap van de respectieve brieven als bedoeld in de artikelen 1 en 2.

Gedaan te Brussel, 22 november 2007.

Voor de Commissie

Janez POTOČNIK

Lid van de Commissie


(1)  PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405; gerectificeerd in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 139.

(2)  PB L 246 van 21.9.2007, blz. 32.

(3)  PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58.

(4)  PB L 242 van 4.9.1978, blz. 2. Overeenkomst gewijzigd bij het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst (PB L 116 van 30.4.1982, blz. 21).


BIJLAGE I

 

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en de Overeenkomst tussen Euratom en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat

Geacht Commissielid,

Ik heb de eer u ervan op de hoogte te brengen dat de Zwitserse autoriteiten nota hebben genomen van de inhoud van het Besluit van de EU-Raad van 25 september 2006 (12731/06) betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en het Besluit van de Raad van 30 januari 2007 (5455/07) betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de regering van Japan en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie.

De Zwitserse Bondsstaat („Zwitserland”) gaat ermee akkoord de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (ITER-Overeenkomst, bijlage I) en de Overeenkomst tussen Euratom en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie (Overeenkomst inzake de bredere aanpak, bijlage II) op zijn soevereine grondgebied toe te passen, ingevolge respectievelijk artikel 21 van de ITER-Overeenkomst en artikel 26 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak. De toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland vormt een voortzetting van zijn bestaande verbintenis op het gebied van fusie-onderzoek in de geest van artikel 3.3 van de Samenwerkingsovereenkomst van 14 september 1978 tussen Zwitserland en Euratom op het gebied van beheerste kernfusie en plasmafysica. Bovendien vormt de toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland de uitvoering van een intensieve samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de deelname aan de zevende kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap en Euratom.

Betreffende de toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland hebben Euratom en Zwitserland met wederzijdse instemming overeenstemming bereikt over de volgende punten:

a)

Zwitserse onderdanen met volledige burgerrechten komen op dezelfde voorwaarden als onderdanen van EU-lidstaten in aanmerking om:

door Euratom te worden benoemd als vertegenwoordiger in de Raad van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (artikel 6.1 van de ITER-Overeenkomst);

door de Raad van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie te worden benoemd als leidinggevend personeelslid (artikel 6.7d van de ITER-Overeenkomst);

door Euratom als personeelslid te worden gedetacheerd naar de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (artikel 7.2 van de ITER-Overeenkomst);

rechtstreeks door de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie te worden in dienst genomen door middel van een aanstelling door de directeur-generaal van de ITER-Organisatie voor fusie-energie (artikelen 7.2 en 4b van de ITER-Overeenkomst);

door Euratom te worden benoemd als vertegenwoordiger in het Stuurcomité inzake de bredereaanpakactiviteiten en in de Projectcomités van de bredereaanpakactiviteiten (artikelen 3 en 5 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak);

door het Stuurcomité te worden benoemd als personeelslid van het secretariaat (artikel 4 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak);

door Euratom te worden gedetacheerd naar de bredereaanpakactiviteiten, d.w.z. als lid van de projectteams of als projectleider (artikel 6 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak).

b)

Overeenkomstig artikel 12 van de ITER-Overeenkomst gaat Zwitserland ermee akoord dat de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (ITER-API, bijlage III) van toepassing is op Zwitserland overeenkomstig artikel 24 van ITER-API. Zwitserland gaat er eveneens mee akkoord dat de voorrechten en immuniteiten van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op zijn grondgebied van toepassing zijn overeenkomstig artikel 13 en artikel 14.5 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak.

De bijlagen I tot III maken integrerend deel uit van deze brief.

De Zwitserse autoriteiten moeten door Euratom worden geraadpleegd indien de ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de bredere aanpak of ITER-API die vermeld worden in deze briefwisseling moeten worden gewijzigd. Iedere wijziging die van invloed zou zijn op de verplichtingen van Zwitserland vereist zijn formele instemming alvorens uitwerking te hebben voor Zwitserland.

Deze overeengekomen uitbreiding tot Zwitserland is voorlopig van toepassing op de datum van het antwoord van de Commissie op deze brief. De toepassing van deze briefwisseling blijft voorlopig totdat het Zwitsers Parlement beslist over de uitbreiding van de inhoud ervan tot Zwitserland. Zwitserland stelt Euratom in kennis van de beëindiging van de Zwitserse interne goedkeuringsprocedures. De datum van ontvangst van deze kennisgeving door Euratom geldt als datum van inwerkingtreding van de briefwisseling. De toepassing van de verschillende overeenkomsten op Zwitserland als vermeld in deze brief eindigt indien Zwitserland niet langer lid is van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie.

Euratom stelt de internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie en de regering van Japan in kennis van deze brief over de toepassing van de ITER-Overeenkomst en van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op Zwitserland.

Hoogachtend,

Bernhard MARFURT

Hoofd van de Zwitserse afvaardiging

BIJLAGE I

Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project

(De tekst van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (1) wordt hier niet weergegeven)

BIJLAGE II

Overeenkomst tussen de regering van Japan en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie

(De tekst van de Overeenkomst tussen de regering van Japan en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie (2) wordt hier niet weergegeven)

BIJLAGE III

Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project

(De tekst van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (3) wordt hier niet weergegeven)

Geachte heer,

Ik verwijs naar uw brief van 5 november 2007 die als volgt luidt:

„Geacht Commissielid,

Ik heb de eer u op de hoogte te brengen dat de Zwitserse autoriteiten nota hebben genomen van de inhoud van het Besluit van de EU-Raad van 25 september 2006 (12731/06) betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en het Besluit van de Raad van 30 januari 2007 (5455/07) betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de regering van Japan en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie.

De Zwitserse Bondsstaat („Zwitserland”) gaat ermee akkoord de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (ITER-Overeenkomst, bijlage I) en de Overeenkomst tussen Euratom en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie (Overeenkomst inzake de bredere aanpak, bijlage II) op zijn soevereine grondgebied toe te passen, overeenkomstig respectievelijk artikel 21 van de ITER-Overeenkomst en artikel 26 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak. De toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland vormt een voortzetting van zijn bestaande verbintenis op het gebied van fusie-onderzoek in de geest van artikel 3.3 van de Samenwerkingsovereenkomst van 14 september 1978 tussen Zwitserland en Euratom op het gebied van beheerste kernfusie en plasmafysica. Bovendien vormt de toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland de uitvoering van een intensieve samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de deelname aan de zevende kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap en Euratom.

Betreffende de toepassing van deze overeenkomsten op Zwitserland hebben Euratom en Zwitserland met wederzijdse instemming overeenstemming bereikt over de volgende punten:

a)

Zwitserse onderdanen met volledige burgerrechten komen op dezelfde voorwaarden als onderdanen van EU-lidstaten in aanmerking om:

door Euratom te worden benoemd tot vertegenwoordiger in de Raad van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (artikel 6.1 van de ITER-Overeenkomst);

door de Raad van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie te worden benoemd tot leidinggevend personeelslid (artikel 6.7d van de ITER-Overeenkomst);

door Euratom als personeelslid te worden gedetacheerd naar de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (artikel 7.2 van de ITER-Overeenkomst);

rechtstreeks door de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie te worden in dienst genomen via een aanstelling door de directeur-generaal van de ITER-Organisatie voor fusie-energie (art. 7.2 en 4b van de ITER-Overeenkomst);

door Euratom te worden benoemd tot vertegenwoordiger in het Stuurcomité inzake de bredereaanpakactiviteiten en in de Projectcomités van de bredereaanpakactiviteiten (artikelen 3 en 5 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak);

door het Stuurcomité te worden benoemd tot personeelslid van het secretariaat (artikel 4 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak);

door Euratom te worden gedetacheerd naar de bredereaanpakactiviteiten, d.w.z. als lid van de projectteams of als projectleider (artikel 6 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak).

b)

Overeenkomstig artikel 12 van de ITER-Overeenkomst gaat Zwitserland ermee akoord dat de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (ITER-API, bijlage III) van toepassing is op Zwitserland overeenkomstig artikel 24 van ITER-API. Zwitserland gaat er eveneens mee akkoord dat de voorrechten en immuniteiten van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op zijn grondgebied van toepassing zijn overeenkomstig artikel 13 en artikel 14.5 van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak.

De bijlagen I tot III maken integrerend deel uit van deze brief.

De Zwitserse autoriteiten moeten door Euratom worden geraadpleegd indien de ITER-Overeenkomst, de Overeenkomst inzake de bredere aanpak of ITER-API die vermeld worden in deze briefwisseling moeten worden gewijzigd. Iedere wijziging die van invloed zou zijn op de verplichtingen van Zwitserland vereist zijn formele instemming alvorens uitwerking te hebben voor Zwitserland.

Deze overeengekomen uitbreiding tot Zwitserland wordt voorlopig toegepast op de datum van het antwoord van de Commissie op deze brief. De toepassing van deze briefwisseling blijft voorlopig totdat het Zwitsers Parlement beslist over de uitbreiding van de inhoud ervan tot Zwitserland. Zwitserland stelt Euratom in kennis van de beëindiging van de Zwitserse interne goedkeuringsprocedures. De datum van ontvangst van deze kennisgeving door Euratom geldt als datum van inwerkingtreding van de briefwisseling. De toepassing van de verschillende overeenkomsten op Zwitserland als vermeld in deze brief eindigt indien Zwitserland niet langer lid is van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie.

Euratom stelt de internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie en de regering van Japan in kennis van deze brief over de toepassing van de ITER-Overeenkomst en van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak op Zwitserland.”

Ik heb hierbij de eer uitdrukking te geven aan de instemming van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met deze brief.

Hoogachtend,

namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Janez POTOČNIK


(1)  PB L 358 van 16.12.2006, blz. 62.

(2)  PB L 246 van 21.9.2007, blz. 34.

(3)  PB L 358 van 16.12.2006, blz. 82.


BIJLAGE II

 

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende het lidmaatschap van Zwitserland van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie

Geacht Commissielid,

Op 18 juli 2006 heeft de Zwitserse Bondsstaat („Zwitserland”) de Commissie in kennis gesteld van zijn belangstelling voor de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie.

Het verheugt mij u te kunnen mededelen dat de Zwitserse autoriteiten nota hebben genomen van de inhoud van Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie („gemeenschappelijke onderneming”). Met name is Zwitserland op de hoogte van de mogelijkheid dat derde landen lid worden van de gemeenschappelijke onderneming op voorwaarde dat zij met Euratom een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten op het gebied van beheerste kernfusie waarbij hun respectieve onderzoeksprogramma's geassocieerd worden met de Euratom-programma's.

Namens Zwitserland heb ik de eer te verklaren dat overeenkomstig artikel 2, onder c), van de voormelde beschikking van de Raad Zwitserland lid wil worden van de gemeenschappelijke onderneming. Dit lidmaatschap zal de basis vormen van een voortdurende samenwerking tussen Euratom en Zwitserland. Het zal vaste vorm geven aan de voortzetting van bestaande verbintenissen ten aanzien van het fusie-onderzoek overeenkomstig artikel 3.3 van de Samenwerkingsovereenkomst van 14 september 1978 tussen Euratom en Zwitserland op het gebied van beheerste kernfusie en plasmafysica. Bovendien zal dat lidmaatschap de uitvoering vormen van een intensieve samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de deelname aan de zevende kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap en Euratom.

Met het oog op de bereidheid van Zwitserland om lid te worden van de gemeenschappelijke onderneming zou ik u dankbaar zijn indien u zou bevestigen dat de volgende interpretatie wordt gedeeld door de Commissie die Euratom vertegenwoordigt.

Niettegenstaande artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen en overeenkomstig artikel 10 van de statuten van de gemeenschappelijke onderneming die gevoegd zijn bij de beschikking van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming en de uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van het Statuut van de ambtenaren door de gemeenschappelijke onderneming, kunnen Zwitserse onderdanen met volledige burgerrechten door de directeur van de gemeenschappelijke onderneming tot personeelslid van de gemeenschappelijke onderneming worden benoemd.

Bovendien zou ik willen bevestigen dat Zwitserland als lid van de gemeenschappelijke onderneming zal voldoen aan de voormelde beschikking van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming en tot toekenning van gunsten daaraan. Met name:

a)

past Zwitserland overeenkomstig artikel 7 van de voormelde beschikking van de Raad het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen op de gemeenschappelijke onderneming, haar directeur en personeel toe op grond van de uitvoeringsvoorschriften die bij deze briefwisseling zijn gevoegd (bijlage I).

b)

kent Zwitserland alle gunsten van bijlage III van het Euratom-Verdrag (bijlage II) aan de gemeenschappelijke onderneming toe binnen het bestek van haar officiële activiteiten.

c)

aanvaardt Zwitserland de verdeling van de stemrechten van de leden van de raad van bestuur en de betaling van de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming overeenkomstig bijlage I en bijlage II van de statuten die in de voormelde beschikking van de Raad zijn opgenomen.

d)

aanvaardt Zwitserland de financiële controle betreffende zijn deelname aan de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming zoals in de voormelde beschikking van de Raad vastgesteld en bij deze briefwisseling gevoegd (bijlage III).

De bijlagen I, II en III vormen een integrerend onderdeel van deze brief.

Overeenkomstig artikel 6, lid 5 en artikel 21 van de bij voornoemde beschikking van de Raad gevoegde statuten worden de Zwitserse autoriteiten geraadpleegd indien de bepalingen van de statuten moeten worden gewijzigd. Bovendien onderstreept Zwitserland dat iedere wijziging die van invloed is op de verplichtingen van Zwitserland zijn formele instemming vereist alvorens uitwerking te hebben voor Zwitserland.

Indien het bovenstaande voor de Commissie aanvaardbaar is, heb ik de eer voor te stellen dat deze brief samen met het antwoord van de Commissie daarop een overeenkomst vormt tussen Zwitserland en Euratom die op de datum van het antwoord van de Commissie op deze brief voorlopig van toepassing is. De toepassing van deze overeenkomst blijft voorlopig totdat het Zwitsers Parlement beslist over het Zwitserse lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming. Zwitserland stelt Euratom in kennis van de beëindiging van de Zwitserse interne goedkeuringsprocedures. De datum van ontvangst van deze kennisgeving door Euratom geldt als datum van inwerkingtreding van deze briefwisseling. Deze overeenkomst wordt gesloten voor de duur van het zevende Euratom-kaderprogramma, d.w.z. van 2007 tot 2011. De overeenkomst wordt voor de duur van de volgende Euratom-kaderprogramma's stilzwijgend verlengd zolang geen van de partijen de overeenkomst minstens één jaar voor het einde van het op dat moment vigerende Euratom-kaderprogramma opzegt.

Hoogachtend,

Bernhard MARFURT

Hoofd van de Zwitserse afvaardiging

BIJLAGE I

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen

(De tekst van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (1) wordt hier niet weergegeven)

Aanhangsel

Procedure voor de toepassing in Zwitserland van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen

1.   Uitbreiding van de toepassing van het Protocol tot Zwitserland

Iedere verwijzing naar de lidstaten in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (hierna „het Protocol” genoemd) moet worden opgevat als zijnde eveneens van toepassing op Zwitserland, tenzij in het onderstaande anders wordt bepaald.

2.   De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER vrijgesteld van indirecte belastingen (met inbegrip van btw)

Op vanuit Zwitserland geëxporteerde goederen en diensten wordt geen belasting over de toegevoegde waarde (btw) geheven. Wat goederen en diensten betreft die aan de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER in Zwitserland voor officieel gebruik worden geleverd, geschiedt de btw-vrijstelling, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het Protocol, door middel van teruggave van de betaalde bedragen. Vrijstelling van btw wordt verleend indien de effectieve aankoopprijs voor de in de factuur of een gelijkwaardig document vermelde goederen en dienstverstrekkingen (inclusief belastingen) ten minste 100 Zwitserse frank bedraagt.

Restitutie van de betaalde btw-bedragen volgt op vertoon van de speciaal hiertoe bestemde Zwitserse formulieren aan de afdeling btw van de federale belastingautoriteiten. De aanvragen worden in beginsel behandeld binnen drie maanden, te rekenen vanaf de indiening van het van de nodige bewijsstukken vergezelde verzoek om terugbetaling.

3.   Wijze van toepassing van de regelgeving betreffende het personeel van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER

Wat artikel 13, tweede alinea, van het Protocol betreft, stelt Zwitserland, volgens de beginselen van zijn intern recht, de ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER in de zin van artikel 2 van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 van de Raad van 25 maart 1969 (PB L 74 van 27.3.1969, blz. 1) vrij van federale, kantonnale en gemeentelijke belastingen op salarissen, lonen en emolumenten die door de Gemeenschap worden betaald en waarop, te harer gunste, een interne belasting van toepassing is.

Voor de toepassing van artikel 14 van dit Aanhangsel wordt Zwitserland niet als een lidstaat in de zin van bovenstaande punt 1 beschouwd.

De ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER, alsook hun gezinsleden die zijn aangesloten bij het op de ambtenaren en overige personeelsleden van de Gemeenschap van toepassing zijnde socialeverzekeringsstelsel, vallen niet verplicht onder het Zwitserse socialeverzekeringsstelsel.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft uitsluitende bevoegdheid voor alle kwesties betreffende de betrekkingen tussen de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER of de Commissie en haar personeel, wat betreft de toepassing van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1) en de andere bepalingen van communautair recht tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden.

BIJLAGE II

Bijlage III van het Euratom-Verdrag betreffende de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming „Fusie voor energie”

(De tekst van bijlage III van het Euratom-Verdrag wordt hier niet weergegeven)

BIJLAGE III

Financiële controle betreffende Zwitserse deelnemers aan activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie

Artikel 1

Rechtstreekse contacten

De gemeenschappelijke onderneming en de Commissie onderhouden rechtstreekse contacten met alle in Zwitserland gevestigde personen of entiteiten die als contractant, als deelnemer aan een programma van de gemeenschappelijke onderneming, als begunstigde van een betaling uit de begroting van de gemeenschappelijke onderneming of van de Gemeenschap, of als onderaannemer bij de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming betrokken zijn. Deze personen kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij gehouden zijn te verstrekken op grond van de in deze overeenkomst genoemde instrumenten en van de ter uitvoering daarvan gesloten contracten of overeenkomsten, alsmede van de in het kader daarvan genomen besluiten, rechtstreeks aan de Commissie en de gemeenschappelijke onderneming doen toekomen.

Artikel 2

Audits

1.   In overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1995/2006 van de Raad van 13 december 2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1) en het door de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming op 22 oktober 2007 aangenomen financieel reglement, met Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), als laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 van 23 april 2007 (PB L 111 van 28.4.2007, blz. 13) alsook met de andere instrumenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen, kan in de contracten of overeenkomsten die met in Zwitserland gevestigde begunstigden worden gesloten en in de besluiten die in dat kader worden genomen worden bepaald dat bij deze begunstigden of bij hun onderaannemers op ieder tijdstip wetenschappelijke, financiële of technologische audits of andere controles kunnen worden verricht door functionarissen van de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie of door andere door de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie hiertoe gemachtigde personen.

2.   De functionarissen van de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie alsook de andere door de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie hiertoe gemachtigde personen krijgen passende toegang tot locaties, werkzaamheden en documenten, alsmede tot alle nodige informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, om deze audits naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit recht van toegang wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten of overeenkomsten die worden gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen.

3.   De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Commissie.

4.   De audits kunnen plaatsvinden tot vijf jaar na het verstrijken van deze overeenkomst dan wel volgens het bepaalde in de contracten of overeenkomsten of in de ter zake genomen besluiten.

5.   De Zwitserse financiële controledienst wordt van tevoren over de op het Zwitserse grondgebied te verrichten audits geïnformeerd. Deze kennisgeving is evenwel geen wettelijke voorwaarde voor de uitvoering van deze audits.

Artikel 3

Controles ter plaatse

1.   In het kader van deze overeenkomst is de Commissie (OLAF) gemachtigd op het Zwitserse grondgebied controles en verificaties ter plaatse te verrichten, dit overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996.

2.   De controles en verificaties ter plaatse worden door de Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Zwitserse federale financiële controledienst of met de andere door deze controledienst aangewezen bevoegde Zwitserse autoriteiten, die tijdig over het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties worden ingelicht, teneinde aldus alle nodige hulp te kunnen verstrekken. De functionarissen van de bevoegde Zwitserse instanties kunnen daartoe deelnemen aan de controles en verificaties ter plaatse.

3.   Indien de betrokken Zwitserse autoriteiten dit wensen, worden de controles en verificaties ter plaatse door de Commissie en die autoriteiten gezamenlijk verricht.

4.   Voor zover deelnemers aan het programma zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Zwitserse autoriteiten de controleurs van de Commissie, overeenkomstig de nationale bepalingen ter zake, de nodige assistentie om laatstgenoemden in staat te stellen de hun opgedragen controles en verificaties ter plaatse tot een goed einde te brengen.

5.   De Commissie stelt de Zwitserse federale financiële controledienst onverwijld in kennis van elk feit of elke verdenking in verband met een onregelmatigheid waarvan zij in verband met de uitvoering van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen. De Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in kennis van het resultaat van deze controles en verificaties.

Artikel 4

Informatie en overleg

1.   Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde Zwitserse en communautaire autoriteiten op gezette tijden informatie uit en plegen zij, op verzoek van een hunner, overleg.

2.   De bevoegde Zwitserse autoriteiten stellen de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie onverwijld in kennis van ieder onder hun aandacht gebracht feit waaraan het vermoeden zou kunnen worden ontleend dat er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de sluiting en de uitvoering van de contracten of overeenkomsten die zijn gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in dit besluit wordt verwezen.

Artikel 5

Vertrouwelijkheid

Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Zwitserse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de instellingen van de Gemeenschappen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de instellingen van de Gemeenschappen, in de lidstaten of in Zwitserland op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de overeenkomst sluitende partijen.

Artikel 6

Administratieve maatregelen en sancties

Onverminderd de toepassing van het Zwitserse strafrecht kan de gemeenschappelijke onderneming of de Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 alsmede Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Invordering en tenuitvoerlegging

Besluiten die de gemeenschappelijke onderneming of de Commissie neemt binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst en die voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van staten, een geldelijke verplichting inhouden, vormen in Zwitserland executoriale titel.

De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de autoriteit die daartoe door de Zwitserse regering wordt aangewezen. Van deze aanwijzing geeft zij kennis aan de gemeenschappelijke onderneming of de Commissie. De uitvoering vindt plaats volgens de Zwitserse regels. De rechtsgeldigheid van het besluit dat executoriale titel vormt, wordt ter controle voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel.

Geachte heer,

Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief van 5 november 2007, die als volgt luidt:

„Op 18 juli 2006 heeft de Zwitserse Bondsstaat („Zwitserland”) de Commissie in kennis gesteld van zijn belangstelling voor de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie.

Het verheugt mij u te kunnen mededelen dat de betrokken Zwitserse autoriteiten nota hebben genomen van de inhoud van Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie („gemeenschappelijke onderneming”). Met name is Zwitserland op de hoogte van de mogelijkheid dat derde landen lid worden van de gemeenschappelijke onderneming op voorwaarde dat zij met Euratom een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten op het gebied van beheerste kernfusie waarbij hun respectieve onderzoeksprogramma's geassocieerd worden met de Euratom-programma's.

Namens Zwitserland heb ik de eer te verklaren dat overeenkomstig artikel 2, onder c), van de voormelde beschikking van de Raad Zwitserland lid wil worden van de gemeenschappelijke onderneming. Dit lidmaatschap zal de basis vormen van een voortdurende samenwerking tussen Euratom en Zwitserland. Het zal vaste vorm geven aan de voortzetting van bestaande verbintenissen ten aanzien van het fusie-onderzoek overeenkomstig artikel 3.3 van de Samenwerkingsovereenkomst van 14 september 1978 tussen Euratom en Zwitserland op het gebied van beheerste kernfusie en plasmafysica. Bovendien zal dat lidmaatschap de uitvoering vormen van een intensieve samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de deelname aan de zevende kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap en Euratom.

Met het oog op de bereidheid van Zwitserland om lid te worden van de gemeenschappelijke onderneming zou ik u dankbaar zijn indien u zou bevestigen dat de volgende interpretatie door de Commissie die Euratom vertegenwoordigt wordt gedeeld.

Niettegenstaande artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen en overeenkomstig artikel 10 van de statuten van de gemeenschappelijke onderneming die gevoegd zijn bij de beschikking van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming en de uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van het Statuut van de ambtenaren door de gemeenschappelijke onderneming, kunnen Zwitserse onderdanen met volledige burgerrechten door de directeur van de gemeenschappelijke onderneming tot personeelslid van de gemeenschappelijke onderneming worden benoemd.

Bovendien zou ik willen bevestigen dat Zwitserland als lid van de gemeenschappelijke onderneming zal voldoen aan de voormelde beschikking van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming en tot toekenning van gunsten daaraan. Met name:

a)

past Zwitserland overeenkomstig artikel 7 van de voormelde beschikking van de Raad het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen op de gemeenschappelijke onderneming, haar directeur en personeel toe op grond van de uitvoeringsvoorschriften die bij deze briefwisseling zijn gevoegd (bijlage I).

b)

kent Zwitserland alle gunsten van bijlage III bij het Euratom-Verdrag (bijlage II) aan de gemeenschappelijke onderneming toe binnen het bestek van haar officiële activiteiten.

c)

aanvaardt Zwitserland de verdeling van de stemrechten van de leden van de raad van bestuur en de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming te voldoen overeenkomstig bijlage I en bijlage II van de statuten die in de voormelde beschikking van de Raad zijn opgenomen.

d)

aanvaardt Zwitserland de financiële controle betreffende zijn deelname aan de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming zoals in de voormelde beschikking van de Raad vastgesteld en bij deze briefwisseling gevoegd (bijlage III).

De bijlagen I, II en III vormen een integrerend deel van deze brief.

Overeenkomstig artikel 6, lid 5, en artikel 21 van de bij de voornoemde beschikking van de Raad gevoegde statuten worden de Zwitserse autoriteiten geraadpleegd indien de bepalingen van de statuten moeten worden gewijzigd. Bovendien onderstreept Zwitserland dat iedere wijziging die van invloed is op de verplichtingen van Zwitserland zijn formele instemming vereist alvorens uitwerking te hebben voor Zwitserland.

Indien het bovenstaande aanvaardbaar is voor de Commissie, heb ik de eer voor te stellen dat deze brief samen met het antwoord van de Commissie erop een overeenkomst vormt tussen Zwitserland en Euratom die op de datum van het antwoord van de Commissie op deze brief voorlopig wordt toegepast. De toepassing van deze overeenkomst blijft voorlopig totdat het Zwitsers Parlement beslist over het Zwitserse lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming. Zwitserland stelt Euratom in kennis van de beëindiging van de Zwitserse interne goedkeuringsprocedures. De datum van ontvangst van deze kennisgeving door Euratom geldt als datum van inwerkingtreding van deze briefwisseling. Deze overeenkomst wordt gesloten voor de duur van het zevende Euratom-kaderprogramma, d.w.z. van 2007 tot 2011. De overeenkomst wordt voor de duur van de volgende Euratom-kaderprogramma's stilzwijgend verlengd zolang geen van de partijen de overeenkomst minstens één jaar voor het einde van het respectieve vigerende Euratom-kaderprogramma opzegt.”

Ik heb de eer u mede te delen dat Euratom akkoord gaat met de bovenvermelde interpretatie van de Statuten en de inhoud van deze brief, en te bevestigen dat Zwitserland op de datum van deze brief lid wordt van de gemeenschappelijke onderneming.

Hoogachtend,

namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Janez POTOČNIK


(1)  PB C 321 E van 29.12.2006, blz. 318.


Top