Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R1231

    Verordening (EG) nr. 1231/2007 van de Commissie van 19 oktober 2007 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

    PB L 279 van 23.10.2007, p. 3–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1231/oj

    23.10.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 279/3


    VERORDENING (EG) Nr. 1231/2007 VAN DE COMMISSIE

    van 19 oktober 2007

    tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen.

    (2)

    Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

    (3)

    Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3 van voornoemde tabel.

    (4)

    Het is wenselijk dat een beroep kan worden gedaan op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, door de rechthebbende, gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautaire douanewetboek (2).

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.

    Artikel 2

    Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 19 oktober 2007.

    Voor de Commissie

    László KOVÁCS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 733/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 1).

    (2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).


    BIJLAGE

    Omschrijving

    Indeling

    (GN-code)

    Motivering

    (1)

    (2)

    (3)

    1.

    Een infraroodsauna voor thuisgebruik, bedoeld om te worden ingebouwd in een gebouw en bestemd om plaats te bieden aan 2 personen, bestaande uit:

    zes geprefabriceerde houten panelen

    een bank

    ventilatieapparatuur

    een luchtioniseerapparaat.

    Sommige panelen zijn uitgerust met:

    een deur met een venster

    een keramisch langgolvig infraroodverwarmingstoestel

    digitale bedieningsinstrumenten of

    luidsprekers.

    De golflengte van de straal die door het keramisch langgolvig infraroodverwarmingstoestel wordt geproduceerd, bedraagt 5,6-15 μm.

    Het product combineert de functies van een sauna en een apparaat voor infraroodwarmtetherapie. Het biedt een recreatieve en ontspannende behandeling.

    8516 79 70

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 2, onder a, 3, onder b, en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 3 op afdeling XVI, en de tekst van de GN-codes 8516, 8516 79 en 8516 79 70.

    De mechanische toestellen en elektronische apparatuur verlenen het geheel zijn wezenlijke karakter. Indeling onder post 4421 als andere houtwaren is daarom uitgesloten. Het product voorziet niet in een medische behandeling en daarom is indeling onder post 9018 als medisch instrument of apparaat uitgesloten.

    Indeling onder post 9406 is uitgesloten omdat het product geen volledig of onvolledig geprefabriceerd „op zichzelf staand” bouwwerk is.

    Het keramisch langgolvig infraroodverwarmingstoestel vervult de belangrijkste functie van het product. Het is een elektrothermisch toestel met een functie die elders wordt genoemd in hoofdstuk 85 (post 8516). Daarom is indeling onder post 8543 uitgesloten.

    Aangezien het keramisch langgolvig infraroodverwarmingstoestel voornamelijk dient ter verwarming van het lichaam en niet enkel voor de verwarming van woonruimten, is indeling onder onderverdeling 8516 29 als een elektrisch toestel voor verwarming van woonruimten uitgesloten. Daarom moet het worden ingedeeld in onderverdeling 8516 79.

    2.

    Een op zichzelf staand apparaat voor het opnemen van videobeelden van een videocamera-opnametoestel in digitale vorm op een zogenoemde digital versatile disc (DVD).

    Het apparaat is uitgerust met een USB-connector voor aansluiting op een videocamera-opnametoestel of een automatische gegevensverwerkende machine.

    Wanneer het apparaat op het videocamera-opnametoestel wordt aangesloten, wordt de video-opname door laatstgenoemd apparaat beheerst en uitsluitend in videoformaat opgenomen.

    Het apparaat kan ook als opslageenheid voor gegevens op een DVD worden gebruikt wanneer het samen met een automatische gegevensverwerkende machine werkt.

    8521 90 00

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 5, onder e, op hoofdstuk 84, en de tekst van de GN-codes 8521 en 8521 90 00.

    Aangezien het apparaat een specifieke functie heeft, namelijk video-opname vanaf een videocamera-opnametoestel, is indeling als opslageenheid in onderverdeling 8471 70 uitgesloten (zie aantekening 5E op hoofdstuk 84).

    Omdat het apparaat (als video-opnametoestel) onder post 8521 valt, is indeling als apparaat voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens onder post 8471 (onderverdeling 8471 90) uitgesloten.

    Aangezien het apparaat een functie heeft die elders in hoofdstuk 85 (post 8521) wordt genoemd, is indeling onder post 8543 uitgesloten.

    3.

    Een digitaal fototoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een intern opslagmedium met een capaciteit van 22 MB of op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 1 GB.

    Het digitale fototoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 6 megapixels en een LCD-scherm met een diagonaal van 6,35 cm (2,5 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.

    De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.

    Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 290 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 7 550 stilstaande beelden worden opgeslagen.

    De maximale resolutie voor video-opnamen is 640 × 480 pixels.

    Als deze hoogste resolutie wordt gebruikt, kan het toestel op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 11 minuten video opnemen met 30 beelden per seconde (30 fps).

    Het digitale fototoestel heeft een optische zoomfunctie die niet gedurende de video-opname gebruikt kan worden.

    8525 80 30

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 30.

    Het digitale fototoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.

    Het toestel kan een groot aantal stilstaande beelden van hoge kwaliteit opnemen.

    Het toestel kan echter alleen video met een resolutie van minder dan 800 × 600 pixels opnemen en kan tijdens video-opnamen niet in- of uitzoomen. (Zie de GN-toelichting bij onderverdeling 8525 80 30).

    Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie van het toestel het opnemen en opslaan van stilstaande beelden en daarom moet het toestel worden ingedeeld als een digitaal fototoestel van onderverdeling 8525 80 30.

    4.

    Een digitaal fototoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 1 GB.

    Het digitale fototoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 6 megapixels en een uitklapbaar zoekscherm van een liquid crystal device (LCD) type met een diagonaal van 5,08 cm (2,0 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.

    De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.

    Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 300 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 7 750 stilstaande beelden worden opgeslagen.

    De maximale resolutie voor video-opnamen is 640 × 480 pixels.

    Als deze hoogste resolutie wordt gebruikt, kan het toestel op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 42 minuten video opnemen met 30 beelden per seconde (30 fps).

    Het digitale fototoestel heeft een optische zoomfunctie die gedurende de video-opname gebruikt kan worden.

    8525 80 30

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 30.

    Het digitale fototoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.

    Het toestel kan een groot aantal stilstaande beelden van hoge kwaliteit opnemen.

    Hoewel het toestel er als een videocamera-opnametoestel uitziet, een zoomfunctie heeft die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt en ongeveer tot 42 minuten video in een resolutie van 640 × 480 pixels kan opnemen, blijft het opnemen van videobeelden een bijkomstige functie aangezien het toestel slechts videobeelden met een resolutie van minder dan 800 × 600 pixels kan opnemen. (Zie de GN-toelichting bij onderverdeling 8525 80 30).

    Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie van het toestel het opnemen en opslaan van stilstaande beelden en daarom moet het toestel worden ingedeeld als een digitaal fototoestel van onderverdeling 8525 80 30.

    5.

    Een videocamera-opnametoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 2 GB.

    Het videocamera-opnametoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 5 megapixels en een uitklapbaar zoekscherm van een zogenoemd organic light-emitting diode (OLED) type met een diagonaal van 5,59 cm (2,2 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.

    Het beschikt over een microfooningang en een audio-video uitgang.

    De maximale resolutie voor video-opnamen is 1 280 × 720 pixels.

    Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB ongeveer 42 minuten videobeelden worden opgeslagen met 30 beelden per seconde (30 fps). Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB 2 uur videobeelden worden opgeslagen met 30 beelden per seconde (30 fps).

    De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.

    Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van GB ongeveer 600 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB ongeveer 15 500 stilstaande beelden worden opgeslagen.

    Het videocamera-opnametoestel heeft een optische zoomfunctie die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt.

    8525 80 91

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 91.

    Het videocamera-opnametoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.

    Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie het opnemen en opslaan van videobeelden, omdat het toestel video-opnamen kan maken met een hogere resolutie dan 800 × 600 gedurende ongeveer 42 minuten, gebruikmakend van een resolutie van 1 280 × 720 pixels met 30 beelden per seconden (30 fps). Verder heeft het videocamera-opnametoestel een optische zoomfunctie die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt. (Zie de GN-toelichtingen bij onderverdelingen 8525 80 91 en 8525 80 99).

    Aangezien het toestel alleen het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid kan opnemen, wordt het ingedeeld als videocamera-opnametoestel (videocamcorder) in onderverdeling 8525 80 91.

    6.

    Een draagbaar apparaat bestaande uit een GPS-ontvanger (plaatsbepalingssysteem), met geïntegreerde antenne en een PDA (Personal Digital Assistant) met besturingssysteem in één behuizing.

    De buitenafmetingen bedragen: 11,2 (lengte) × 6,9 (breedte) × 1,6 (dikte) cm.

    Het is uitgerust met:

    een aansluiting voor een geheugenkaart

    een LCD-kleuren-aanraakscherm met een diagonaal van 8,9 cm (3,5 inch)

    een LED achtergrondbelichting

    een 32 MB flashgeheugen

    een ingebouwde GPS-module met aparte antenne

    een mogelijkheid tot het opnemen van spraak

    een MP3-afspeelfunctie met ingebouwde luidspreker

    aansluitingen voor hoofdtelefoon, USB, oplaadcradle, enz., en

    bedieningsknoppen voor taken, agenda, nota’s, contactadressen.

    8526 91 20

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3c en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, en de tekst van de GN-codes 8526, 8526 91 en 8526 91 20.

    Het apparaat bestaat uit twee componenten: een automatische gegevensverwerkende machine van post 8471 en een GPS-ontvanger van post 8526.

    De gegevensverwerking noch de GPS-ontvangst kunnen als de hoofdfunctie worden beschouwd.

    Daarom moet het product, overeenkomstig algemene regel 3 c, voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld onder post 8526.

    7.

    Een vierwielig motorvoertuig met een dieselmotor met een motorvermogen van 132 kW en een maximumsnelheid van 40 km/u.

    Het voertuig heeft een volautomatische transmissie, vier vooruit- en één achteruitversnelling, en een gesloten cabine met enkel een stoel voor de bestuurder.

    Het chassis is voorzien van een hefschotel. Deze hefschotel heeft een hefhoogte van 60 cm met een maximum draagvermogen van 32 000 kg en dient voor het aankoppelen van een trailer.

    Het voertuig is specifiek ontworpen voor gebruik in distributiecentra om trailers te verplaatsen.

    8701 90 90

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8701, 8701 90 en 8701 90 90.

    Het voertuig is niet ingedeeld onder post 8709, omdat het ontworpen noch bedoeld is om goederen te vervoeren en ongeschikt is voor gebruik op perrons van spoorwegstations.

    Het Europese Hof van Justitie oordeelde in zaak C 495/03 (1) dat dit type voertuig moet worden ingedeeld onder post 8701.

    Het mag niet als wegtractor voor opleggers onder onderverdeling 8701 20 worden ingedeeld, omdat het ontworpen noch bedoeld is voor het vervoeren van vracht over langere afstand op de openbare weg.

    Daarom moet het voertuig worden ingedeeld als trekker onder GN-code 8701 90 90.


    (1)  [2005] ECR I-8151.


    Top