Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R0716

    Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de communautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 171 van 29.6.2007, p. 17–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32019R2152

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/716/oj

    29.6.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 171/17


    VERORDENING (EG) Nr. 716/2007 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 20 juni 2007

    betreffende de communautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Regelmatig verschijnende communautaire statistieken van goede kwaliteit over de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen in de gehele economie zijn van wezenlijk belang voor een goede beoordeling van het effect dat ondernemingen in buitenlandse handen op de economie van de Europese Unie hebben. Dit vergemakkelijkt ook het toezicht op de doeltreffendheid van de interne markt en op de geleidelijke integratie van de economieën in het kader van de mondialisering. In dit kader speelt dit vooral bij multinationale ondernemingen, maar ook kleine en middelgrote ondernemingen kunnen in buitenlandse handen zijn.

    (2)

    Voor de tenuitvoerlegging en de herziening van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) en de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) en ter ondersteuning van de lopende en toekomstige onderhandelingen over andere overeenkomsten moet relevante statistische informatie beschikbaar worden gesteld.

    (3)

    Voor de voorbereiding van het economisch, mededingings-, ondernemings-, onderzoeks-, technologie- en werkgelegenheidsbeleid in het kader van het liberaliseringsproces zijn statistieken over buitenlandse filialen nodig om de directe en indirecte effecten van buitenlandse zeggenschap op de werkgelegenheid, de lonen en de productiviteit in specifieke landen en sectoren te kunnen meten.

    (4)

    De in het kader van de bestaande Gemeenschapswetgeving verstrekte of in de lidstaten beschikbare informatie is ontoereikend, niet geschikt of onvoldoende vergelijkbaar om dienst te kunnen doen als betrouwbare basis voor de werkzaamheden van de Commissie.

    (5)

    Bij Verordening (EG) nr. 184/2005 (3) wordt een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen vastgesteld. Omdat de betalingsbalansstatistieken slechts een deel van de gegevens omvatten waarop de GATS betrekking heeft, is het van wezenlijk belang dat er regelmatig gedetailleerde statistieken over buitenlandse filialen worden geproduceerd.

    (6)

    Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (4) en Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap (5) werd een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor het verzamelen, opstellen, indienen en evalueren van communautaire statistieken over de structuur en de activiteiten van het bedrijfsleven in de Gemeenschap.

    (7)

    Voor de opstelling van nationale rekeningen volgens Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (6) zijn vergelijkbare, volledige en betrouwbare bedrijfsstatistieken over buitenlandse filialen nodig.

    (8)

    Samen stellen het Manual on statistics of international trade in services van de Verenigde Naties, het Balance of Payments Manual (5e editie) van het Internationaal Monetair Fonds, de Benchmark Definition of Foreign Direct Investment en het Handbook on Economic Globalisation Indicators van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling de algemene regels vast voor het opstellen van internationaal vergelijkbare statistieken over buitenlandse filialen.

    (9)

    Voor de productie van specifieke communautaire statistieken gelden de regels die zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (7).

    (10)

    Aangezien het doel van deze verordening, namelijk de totstandbrenging van gemeenschappelijke statistische normen voor de productie van vergelijkbare statistieken over buitenlandse filialen, niet op voldoende wijze door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter op Gemeenschapsniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, dat is neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, maatregelen nemen. Overeenkomstig het ook in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om dat doel te bereiken.

    (11)

    De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8).

    (12)

    In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de definities in de bijlagen I en II alsook het detailleringsniveau in bijlage III aan te passen, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende wijzigingen aan de bijlagen I en II, de resultaten van de proefstudies ten uitvoer te leggen en de juiste gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsverslagen vast te stellen. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening of ter aanvulling van deze verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten deze maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG neergelegde regelgevingsprocedure met toetsing.

    (13)

    Het Comité statistisch programma, opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (9), en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, opgericht bij Besluit 2006/856/EG van de Raad (10), zijn geraadpleegd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp

    In deze verordening wordt een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen vastgesteld.

    Artikel 2

    Definities

    In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

    a)

    „buitenlands filiaal”, een in het registrerende land gevestigde onderneming waarover een niet in dat land gevestigde institutionele eenheid zeggenschap heeft, of een niet in het registrerende land gevestigde onderneming waarover een wel in dat land gevestigde institutionele eenheid zeggenschap heeft;

    b)

    „zeggenschap” of „in handen zijn van”, het vermogen het algemene beleid van een onderneming vast te stellen, zo nodig door hiervoor geschikte bestuurders te kiezen. Onderneming A wordt in dit kader geacht in handen te zijn van institutionele eenheid B wanneer B direct of indirect zeggenschap heeft over meer dan de helft van de stemrechten van de aandeelhouders of over meer dan de helft van de aandelen;

    c)

    „in buitenlandse handen”, dat de institutionele eenheid die de zeggenschap heeft, in een ander land gevestigd is dan dat waar de institutionele eenheid waarover het zeggenschap heeft, gevestigd is;

    d)

    „vestigingen”, lokale eenheden zonder eigen rechtspersoonlijkheid die afhankelijk zijn van ondernemingen in buitenlandse handen. Zij worden behandeld als quasivennootschappen in de zin van punt 3, onder f), van de toelichting bij deel III, onder B, van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 696/93;

    e)

    „statistieken van buitenlandse filialen”, statistieken die een beschrijving geven van alle activiteiten van buitenlandse filialen;

    f)

    „statistieken van buitenlandse filialen in het binnenland”, statistieken die de activiteit van in het registrerende land gevestigde buitenlandse filialen beschrijven;

    g)

    „statistieken van buitenlandse filialen in het buitenland”, statistieken die de activiteit in het buitenland beschrijven van buitenlandse filialen die in handen zijn van een in het registrerende land gevestigde institutionele eenheid;

    h)

    „institutionele eenheid die de uiteindelijke zeggenschap heeft over een buitenlands filiaal”, de institutionele eenheid die hogerop in de zeggenschapsketen waarvan het buitenlandse filiaal deel uitmaakt, niet in handen is van een andere institutionele eenheid;

    i)

    „onderneming”, „lokale eenheid” en „institutionele eenheid”, de overeenkomstige eenheden in de betekenis die zij hebben volgens Verordening (EEG) nr. 696/93.

    Artikel 3

    Indiening van gegevens

    De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) gegevens over de kenmerken, de economische activiteit en de geografische indeling van de buitenlandse filialen, zoals genoemd in de bijlagen I, II en III.

    Artikel 4

    Gegevensbronnen

    1.   De lidstaten verzamelen de krachtens deze verordening verlangde informatie onder gebruikmaking van alle bronnen die zij relevant en geëigend achten, mits zij hierbij voldoen aan de in artikel 6 genoemde kwaliteitseisen.

    2.   Natuurlijke en rechtspersonen die informatie moeten verstrekken, nemen bij de beantwoording de termijnen en definities in acht die de voor de verzameling van de gegevens in de lidstaten verantwoordelijke nationale bureaus in overeenstemming met deze verordening hebben vastgesteld.

    3.   Wanneer de vereiste gegevens niet tegen redelijke kosten kunnen worden verzameld, mogen zo goed mogelijke schattingen, met inbegrip van nulwaarden, worden ingediend.

    Artikel 5

    Proefstudies

    1.   De Commissie stelt een programma van proefstudies vast, die de nationale instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 op vrijwillige basis kunnen uitvoeren naar aanvullende variabelen en indelingen voor statistieken van buitenlandse filialen in het binnenland en in het buitenland.

    2.   De proefstudies worden uitgevoerd om de wenselijkheid en de haalbaarheid van het verzamelen van gegevens te beoordelen, waarbij de voordelen van de beschikbaarheid van gegevens worden afgewogen tegen de kosten van het statistisch stelsel en de lasten voor ondernemingen.

    3.   Het programma van proefstudies van de Commissie is in overeenstemming met de bijlagen I en II.

    4.   Op basis van de conclusies van de proefstudies keurt de Commissie volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 10, lid 3, de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen voor statistieken van buitenlandse filialen in het binnenland en in het buitenland goed.

    5.   De proefstudies worden uiterlijk op 19 juli 2010 voltooid.

    Artikel 6

    Kwaliteitsnormen en -verslagen

    1.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de ingediende gegevens in overeenstemming is met de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen.

    2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een verslag over de kwaliteit van de ingediende gegevens (hierna „kwaliteitsverslagen” genoemd).

    3.   De gemeenschappelijke kwaliteitsnormen en de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsverslagen worden door de Commissie vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toezicht bedoeld in artikel 10, lid 3.

    4.   De Commissie beoordeelt de kwaliteit van de ingediende gegevens.

    Artikel 7

    Handboek met aanbevelingen

    De Commissie publiceert, in nauwe samenwerking met de lidstaten, een handboek met aanbevelingen, dat de van toepassing zijnde definities alsmede aanvullende richtsnoeren voor de ingevolge deze verordening geproduceerde communautaire statistieken bevat.

    Artikel 8

    Tijdschema en afwijkingen

    1.   Bij de opstelling van de gegevens houden de lidstaten de hand aan het tijdschema voor de uitvoering dat is opgenomen in de bijlagen I en II.

    2.   Gedurende een overgangsperiode van maximaal vier jaar na het eerste referentiejaar als bedoeld in de bijlagen I en II, kan de Commissie de lidstaten volgens de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 10, lid 2, gedurende een beperkte periode een afwijking van de bepalingen van deze verordening toestaan wanneer hun nationale stelsels grondig moeten worden aangepast.

    Artikel 9

    Uitvoeringsmaatregelen

    1.   De volgende uitvoeringsmaatregelen voor deze verordening worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 10, lid 2:

    a)

    het vaststellen van de passende opmaak en procedure voor de indiening van de resultaten door de lidstaten,

    en

    b)

    het toestaan van afwijkingen aan lidstaten wanneer hun nationale stelsels grondig moeten worden aangepast, met inbegrip van het toestaan van afwijkingen van eventuele nieuwe vereisten na de proefstudies, in overeenstemming met artikel 8, lid 2.

    2.   De volgende maatregelen die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing:

    a)

    aanpassing van de definities in de bijlagen I en II alsook van het detailleringsniveau in bijlage III, met inbegrip van het aanbrengen van de daaruit voor de bijlagen I en II voortvloeiende wijzigingen;

    b)

    tenuitvoerlegging van de resultaten van de proefstudies volgens artikel 5, lid 4,

    en

    c)

    vaststelling van de juiste gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsverslagen, in overeenstemming met artikel 6, lid 3.

    3.   Bijzondere aandacht wordt gegeven aan het beginsel dat de baten van dergelijke maatregelen groter moeten zijn dan de kosten, alsook aan het beginsel dat eventuele extra financiële lasten voor lidstaten of ondernemingen binnen redelijke grenzen moeten blijven.

    Artikel 10

    Comité

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma, hierna „het Comité” genoemd.

    2.   Wanneer naar dit lid verwezen wordt, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

    3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    4.   De Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken kunnen de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen.

    Artikel 11

    Samenwerking met het comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek

    Bij de uitvoering van deze verordening vraagt de Commissie het comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek om advies over alle aangelegenheden die binnen de bevoegdheid van dat comité vallen, en met name over alle maatregelen om de verzameling en statistische verwerking van de gegevens en de verwerking en indiening van de resultaten aan de economische en technische ontwikkelingen aan te passen.

    Artikel 12

    Uitvoeringsverslag

    De Commissie dient uiterlijk op 19 juli 2012 een verslag over de uitvoering van deze verordening in bij het Europees Parlement en de Raad. Met name gaat het in dit verslag om:

    a)

    een beoordeling van de kwaliteit van de geproduceerde statistieken;

    b)

    een beoordeling van de voordelen die de Gemeenschap, de lidstaten en de verstrekkers en gebruikers van de statistische informatie van de geproduceerde statistieken hebben, in verhouding tot de kosten;

    c)

    een beoordeling van de voortgang en de uitvoering van de proefstudies,

    en

    d)

    de aanwijzing van gebieden waarop gezien de verkregen resultaten en de gemaakte kosten verbeteringen en wijzigingen nodig worden geacht.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Straatsburg, 20 juni 2007.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    H.-G. PÖTTERING

    Voor de Raad

    De voorzitter

    G. GLOSER


    (1)  PB C 144 van 14.6.2005, blz. 14.

    (2)  Advies van het Europees Parlement van 12 december 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 25 mei 2007.

    (3)  PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 602/2006 van de Commissie (PB L 106 van 19.4.2006, blz. 10).

    (4)  PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

    (5)  PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    (6)  PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

    (7)  PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

    (8)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

    (9)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

    (10)  PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21.


    BIJLAGE I

    GEMEENSCHAPPELIJKE MODULE VOOR STATISTIEKEN VAN BUITENLANDSE FILIALEN IN HET BINNENLAND

    SECTIE 1

    Statistische eenheid

    De statistische eenheden zijn alle ondernemingen en vestigingen die in buitenlandse handen zijn, volgens de definities in artikel 2.

    SECTIE 2

    Kenmerken

    Voor de volgende kenmerken, als gedefinieerd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2700/98 van de Commissie van 17 december 1998 betreffende de definities van kenmerken voor de structurele bedrijfsstatistieken (1), worden statistieken opgesteld:

    Code

    Titel

    11 11 0

    Aantal ondernemingen

    12 11 0

    Omzet

    12 12 0

    Productiewaarde

    12 15 0

    Toegevoegde waarde tegen factorkosten

    13 11 0

    Totale aankoop van goederen en diensten

    13 12 0

    Aankoop van goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop in de oorspronkelijke staat

    13 31 0

    Personeelskosten

    15 11 0

    Bruto-investeringen in materiële goederen

    16 11 0

    Aantal werkzame personen

    22 11 0

    Totale O&O-uitgaven binnenshuis (2)

    22 12 0

    Totaal aantal O&O-werknemers (2)

    Indien het aantal werkzame personen niet bekend is, zullen in plaats daarvan statistieken voor het aantal werknemers (code 16 13 0) worden opgesteld.

    Voor de variabelen 22 11 0 (Totale O&O-uitgaven binnenshuis) en 22 12 0 (Totaal aantal O&O-werknemers) zijn alleen statistieken nodig voor activiteiten in de NACE-secties C, D, E en F.

    Voor NACE-sectie J zijn alleen statistieken voor het aantal ondernemingen, de omzet (3) en het aantal werkzame personen (of in plaats daarvan het aantal werknemers) nodig.

    SECTIE 3

    Mate van gedetailleerdheid

    Uitgangspunt bij de te verstrekken gegevens is het begrip „institutionele eenheid die de zeggenschap uiteindelijke heeft”, met een geografische indeling op niveau 2-IN in combinatie met indeling naar economische activiteit op niveau 3, zoals gespecificeerd in bijlage III, en een geografische indeling op niveau 3 in combinatie met de economische activiteit van de bedrijven.

    SECTIE 4

    Eerste referentiejaar en frequentie

    1.

    Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken zullen worden opgesteld, is het kalenderjaar van de inwerkingtreding van deze verordening.

    2.

    De lidstaten verstrekken gegevens voor ieder daaropvolgend kalenderjaar.

    3.

    Het eerste referentiejaar waarvoor statistieken worden opgesteld voor de variabelen Totale O&O-uitgaven binnenshuis (22 11 0) en Totaal aantal O&O-werknemers (22 12 0) is 2007.

    SECTIE 5

    Indiening van resultaten

    De resultaten worden binnen 20 maanden na het einde van het referentiejaar ingediend.

    SECTIE 6

    Verslagen en proefstudies

    1.

    De lidstaten verstrekken de Commissie een verslag over de definitie, de structuur en de beschikbaarheid van de statistische gegevens die ten behoeve van deze gemeenschappelijke module worden opgesteld.

    2.

    Wat de voor deze bijlage voorziene mate van gedetailleerdheid betreft, bepaalt de Commissie welke proefstudies de nationale instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 volgens artikel 5 van deze verordening kunnen uitvoeren.

    3.

    In de proefstudies wordt nagegaan of het haalbaar is gegevens te verzamelen, waarbij de voordelen van de beschikbaarheid van zulke gegevens worden gerelateerd aan de kosten van het verzamelen en de last voor het bedrijfsleven.

    4.

    Er worden proefstudies uitgevoerd voor de volgende kenmerken:

    Code

    Titel

     

    Uitvoer van goederen en diensten

     

    Invoer van goederen en diensten

     

    Uitvoer van goederen en diensten binnen de groep

     

    Invoer van goederen en diensten binnen de groep

    Uitvoer, invoer, uitvoer binnen de groep en invoer binnen de groep worden onderverdeeld in goederen en diensten.

    5.

    Ook zullen er proefstudies worden uitgevoerd ter bestudering van de haalbaarheid van de opstelling van statistieken voor activiteiten in de NACE-secties M, N en O en, voor de activiteiten in de NACE-secties G, H, I, K, M, N en O, voor de variabelen 22 11 0 (Totale O&O-uitgaven binnenshuis) en 22 12 0 (Totaal aantal O&O-werknemers). Verder zullen er proefstudies worden uitgevoerd naar de relevantie, haalbaarheid en kosten van een indeling van de in sectie 2 bedoelde gegevens in grootteklassen op basis van het aantal werkzame personen.


    (1)  PB L 344 van 18.12.1998, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1670/2003 (PB L 244 van 29.9.2003, blz. 74).

    (2)  Voor de variabelen 22 11 0 en 22 12 0 moeten om de twee jaar gegevens worden verstrekt. Indien het totale bedrag van de omzet of het aantal werkzame personen in een afdeling van de secties C tot en met F van de NACE Rev. 1.1 in een lidstaat minder dan 1 % van het totaal voor de Gemeenschap uitmaakt, hoeft de voor de opstelling van statistieken betreffende de kenmerken 22 11 0 en 22 12 0 benodigde informatie voor deze verordening niet te worden verzameld.

    (3)  Voor afdeling 65 van de NACE Rev. 1.1 wordt de omzet vervangen door de productiewaarde.


    BIJLAGE II

    GEMEENSCHAPPELIJKE MODULE VOOR STATISTIEKEN VAN BUITENLANDSE FILIALEN IN HET BUITENLAND

    SECTIE 1

    Statistische eenheid

    De statistische eenheden zijn de ondernemingen en alle vestigingen in het buitenland die in handen zijn van een in het registrerende land gevestigde institutionele eenheid, volgens de definities in artikel 2.

    SECTIE 2

    Kenmerken

    Voor de volgende kenmerken, als gedefinieerd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2700/98 worden statistieken opgesteld:

    Code

    Titel

    12 11 0

    Omzet

    16 11 0

    Aantal werkzame personen

    11 11 0

    Aantal ondernemingen

    Indien gegevens over het aantal werkzame personen niet beschikbaar zijn, moet het aantal werknemers (code 16 13 0) worden geregistreerd.

    SECTIE 3

    Mate van gedetailleerdheid

    De gegevens worden verstrekt met de in bijlage III gespecificeerde mate van gedetailleerdheid naar land van vestiging en activiteit van het buitenlandse filiaal. De gedetailleerdheid naar land van vestiging en activiteit wordt als volgt gecombineerd:

    niveau 1 van de geografische indeling in combinatie met niveau 2 van de indeling naar economische activiteit;

    niveau 2-UIT van de geografische indeling in combinatie met niveau 1 van de indeling naar economische activiteit;

    niveau 3 van de geografische indeling alleen in combinatie met gegevens over de totale economische activiteit.

    SECTIE 4

    Eerste referentiejaar en frequentie

    1.

    Het eerste referentiejaar waarover jaarlijkse statistieken worden opgesteld, is het kalenderjaar waarin deze verordening in werking treedt.

    2.

    De lidstaten verstrekken over elk daaropvolgend kalenderjaar gegevens.

    SECTIE 5

    Indiening van resultaten

    De resultaten worden binnen twintig maanden na het einde van het referentiejaar ingediend.

    SECTIE 6

    Verslagen en proefstudies

    1.

    De lidstaten verstrekken de Commissie een verslag over de definitie, de structuur en de beschikbaarheid van de statistische gegevens die ten behoeve van deze gemeenschappelijke module worden opgesteld.

    2.

    Wat de voor deze bijlage voorziene mate van gedetailleerdheid betreft, bepaalt de Commissie welke proefstudies de nationale instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 volgens artikel 5 van deze verordening kunnen uitvoeren.

    3.

    In de proefstudies wordt nagegaan of het dienstig en haalbaar is gegevens te verzamelen, waarbij de voordelen van de beschikbaarheid van zulke gegevens worden gerelateerd aan de kosten van het verzamelen en de last voor het bedrijfsleven.

    4.

    Er worden proefstudies uitgevoerd voor de volgende kenmerken:

    Code

    Titel

    13 31 0

    Personeelskosten

     

    Uitvoer van goederen en diensten

     

    Invoer van goederen en diensten

     

    Uitvoer van goederen en diensten binnen de groep

     

    Invoer van goederen en diensten binnen de groep

    12 15 0

    Toegevoegde waarde tegen factorkosten

    15 11 0

    Bruto-investeringen in materiële goederen


    BIJLAGE III

    NIVEAUS VOOR GEDETAILLEERDE INFORMATIE, GEOGRAFISCH EN NAAR ECONOMISCHE ACTIVITEIT

    Niveaus geografische indeling

    Niveau 1

     

    Niveau 2-UIT

    (Niveau 1 + 24 landen)

    V2

    Extra-EU27

    V2

    Extra-EU27

     

     

    IS

    IJsland

     

     

    LI

    Liechtenstein

     

     

    NO

    Noorwegen

    CH

    Zwitserland

    CH

    Zwitserland

     

     

    HR

    Kroatië

    RU

    Russische Federatie

    RU

    Rusland

     

     

    TR

    Turkije

     

     

    EG

    Egypte

     

     

    MA

    Marokko

     

     

    NG

    Nigeria

     

     

    ZA

    Zuid-Afrika

    CA

    Canada

    CA

    Canada

    US

    Verenigde Staten van Amerika

    US

    Verenigde Staten

     

     

    MX

    Mexico

     

     

    AR

    Argentinië

    BR

    Brazilië

    BR

    Brazilië

     

     

    CL

    Chili

     

     

    UY

    Uruguay

     

     

    VE

    Venezuela

     

     

    IL

    Israël

    CN

    China

    CN

    China

    HK

    Hongkong

    HK

    Hongkong

    IN

    India

    IN

    India

     

     

    ID

    Indonesië

    JP

    Japan

    JP

    Japan

     

     

    KR

    Zuid-Korea

     

     

    MY

    Maleisië

     

     

    PH

    Filipijnen

     

     

    SG

    Singapore

     

     

    TW

    Taiwan

     

     

    TH

    Thailand

     

     

    AU

    Australië

     

     

    NZ

    Nieuw-Zeeland

    Z8

    Extra-EU27, niet ingedeeld

    Z8

    Extra-EU27, niet ingedeeld

    C4

    Offshore financiële centra

    C4

    Offshore financiële centra

    Z7

    Gelijkelijk gedeelde zeggenschap van UCI’s (1) van meer dan een lidstaat

    Z7

    Gelijkelijk gedeelde zeggenschap van UCI’s (1) van meer dan een lidstaat


    Niveau 2-IN

    A1

    Totaal wereld (alle eenheden, inclusief registrerend land)

    Z9

    Buitenland (exclusief registrerend land)

    A2

    Zeggenschap door registrerend land

    V1

    EU27 (Intra-EU27) zonder registrerend land

    BE

    België

    BG

    Bulgarije

    CZ

    Tsjechië

    DK

    Denemarken

    DE

    Duitsland

    EE

    Estland

    IE

    Ierland

    GR

    Griekenland

    ES

    Spanje

    FR

    Frankrijk

    IT

    Italië

    CY

    Cyprus

    LV

    Letland

    LT

    Litouwen

    LU

    Luxemburg

    HU

    Hongarije

    MT

    Malta

    NL

    Nederland

    AT

    Oostenrijk

    PL

    Polen

    PT

    Portugal

    RO

    Roemenië

    SI

    Slovenië

    SK

    Slowakije

    FI

    Finland

    SE

    Zweden

    UK

    Verenigd Koninkrijk

    Z7

    Gelijkelijk gedeelde zeggenschap van UCI’s (2) van meer dan een lidstaat

    V2

    Extra-EU27

    AU

    Australië

    CA

    Canada

    CH

    Zwitserland

    CN

    China

    HK

    Hongkong

    IL

    Israël

    IS

    IJsland

    JP

    Japan

    LI

    Liechtenstein

    NO

    Noorwegen

    NZ

    Nieuw-Zeeland

    RU

    Rusland

    TR

    Turkije

    US

    Verenigde Staten

    C4

    Offshore financiële centra

    Z8

    Extra-EU27, niet ingedeeld


    Niveau 3

    AD

    Andorra

    EE

    Estland (3)

    KZ

    Kazachstan

    QA

    Qatar

    AE

    Verenigde Arabische Emiraten

    EG

    Egypte

    LA

    Laos

    RO

    Roemenië (3)

    AF

    Afghanistan

    ER

    Eritrea

    LB

    Libanon

    RS

    Servië

    AG

    Antigua en Barbuda

    ES

    Spanje (3)

    LC

    Saint Lucia

    RU

    Rusland

    AI

    Anguilla

    ET

    Ethiopië

    LI

    Liechtenstein

    RW

    Rwanda

    AL

    Albanië

    FI

    Finland (3)

    LK

    Sri Lanka

    SA

    Saoedi-Arabië

    AM

    Armenië

    FJ

    Fiji

    LR

    Liberia

    SB

    Salomonseilanden

    AN

    Nederlandse Antillen

    FK

    Falklandeilanden (Malvinas)

    LS

    Lesotho

    SC

    Seychellen

    AO

    Angola

    FM

    Micronesië

    LT

    Litouwen (3)

    SD

    Soedan

    AQ

    Antarctica

    FO

    Faeröer

    LU

    Luxemburg (3)

    SE

    Zweden (3)

    AR

    Argentinië

    FR

    Frankrijk (3)

    LV

    Letland (3)

    SG

    Singapore

    AS

    Amerikaans-Samoa

    GA

    Gabon

    LY

    Libië

    SH

    Sint-Helena

    AT

    Oostenrijk (3)

    GD

    Grenada

    MA

    Marokko

    SI

    Slovenië (3)

    AU

    Australië

    GE

    Georgië

    MD

    Moldavië

    SK

    Slowakije (3)

    AW

    Aruba

    GG

    Guernsey

    ME

    Montenegro

    SL

    Sierra Leone

    AZ

    Azerbeidzjan

    GH

    Ghana

    MG

    Madagaskar

    SM

    San Marino

    BA

    Bosnië en Herzegovina

    GI

    Gibraltar

    MH

    Marshalleilanden

    SN

    Senegal

    BB

    Barbados

    GL

    Groenland

    MK (5)

    voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    SO

    Somalië

    BD

    Bangladesh

    GM

    Gambia

    ML

    Mali

    SR

    Suriname

    BE

    België (3)

    GN

    Guinee

    MM

    Myanmar

    ST

    Sao Tomé en Principe

    BF

    Burkina Faso

    GQ

    Equatoriaal-Guinea

    MN

    Mongolië

    SV

    El Salvador

    BG

    Bulgarije (3)

    GR

    Griekenland (3)

    MO

    Macau

    SY

    Syrië

    BH

    Bahrein

    GS

    Zuid-Georgië en Zuidelijke Sandwicheilanden

    MP

    Noordelijke Marianen

    SZ

    Swaziland

    BI

    Burundi

    GT

    Guatemala

    MR

    Mauritanië

    TC

    Turks- en Caicoseilanden

    BJ

    Benin

    GU

    Guam

    MS

    Montserrat

    TD

    Tsjaad

    BM

    Bermuda

    GW

    Guinee-Bissau

    MT

    Malta (3)

    TF

    Franse Zuidelijke Gebieden

    BN

    Brunei

    GY

    Guyana

    MU

    Mauritius

    TG

    Togo

    BO

    Bolivia

    HK

    Hongkong

    MV

    Maldiven

    TH

    Thailand

    BR

    Brazilië

    HM

    Heard- en McDonaldeilanden

    MW

    Malawi

    TJ

    Tadzjikistan

    BS

    Bahama’s

    HN

    Honduras

    MX

    Mexico

    TK

    Tokelau-eilanden

    BT

    Bhutan

    HR

    Kroatië

    MY

    Maleisië

    TM

    Turkmenistan

    BV

    Bouveteiland

    HT

    Haïti

    MZ

    Mozambique

    TN

    Tunesië

    BW

    Botswana

    HU

    Hongarije (3)

    NA

    Namibië

    TO

    Tonga

    BY

    Belarus

    ID

    Indonesië

    NC

    Nieuw-Caledonië

    TP

    Oost-Timor

    BZ

    Belize

    IE

    Ierland (3)

    NE

    Niger

    TR

    Turkije

    CA

    Canada

    IL

    Israël

    NF

    Norfolkeiland

    TT

    Trinidad en Tobago

    CC

    Cocoseilanden

    IM

    Man

    NG

    Nigeria

    TV

    Tuvalu

    CD

    Congo, Democratische Republiek

    IN

    India

    NI

    Nicaragua

    TW

    Taiwan (provincie van China)

    CF

    Centraal-Afrikaanse Republiek

    IO

    Brits Territorium in de Indische Oceaan

    NL

    Nederland (3)

    TZ

    Tanzania

    CG

    Congo

    IQ

    Irak

    NO

    Noorwegen

    UA

    Oekraïne

    CH

    Zwitserland

    IR

    Iran

    NP

    Nepal

    UG

    Oeganda

    CI

    Ivoorkust

    IS

    IJsland

    NR

    Nauru

    UK

    Verenigd Koninkrijk (3)

    CK

    Cookeilanden

    IT

    Italië (3)

    NU

    Niue

    UM

    Amerikaanse ondergeschikte afgelegen eilanden

    CL

    Chili

    JE

    Jersey

    NZ

    Nieuw-Zeeland

    US

    Verenigde Staten

    CM

    Kameroen

    JM

    Jamaica

    OM

    Oman

    UY

    Uruguay

    CN

    China

    JO

    Jordanië

    PA

    Panama

    UZ

    Oezbekistan

    CO

    Colombia

    JP

    Japan

    PE

    Peru

    VA

    Heilige Stoel (Vaticaanstad)

    CR

    Costa Rica

    KE

    Kenia

    PF

    Frans-Polynesië

    VC

    Saint Vincent en de Grenadines

    CU

    Cuba

    KG

    Kirgizië

    PG

    Papoea-Nieuw-Guinea

    VE

    Venezuela

    CV

    Kaapverdië

    KH

    Cambodja

    PH

    Filipijnen

    VG

    Britse Maagdeneilanden

    CX

    Christmaseiland

    KI

    Kiribati

    PK

    Pakistan

    VI

    Amerikaanse Maagdeneilanden

    CY

    Cyprus (3)

    KM

    Comoren

    PL

    Polen (3)

    VN

    Vietnam

    CZ

    Tsjechië (3)

    KN

    Saint Kitts en Nevis

    PN

    Pitcairneilanden

    VU

    Vanuatu

    DE

    Duitsland (3)

    KP

    Noord-Korea

    PS

    Bezet Palestijns gebied

    WF

    Wallis en Futuna

    DJ

    Djibouti

    KR

    Zuid-Korea

    PT

    Portugal (3)

    WS

    Samoa

    DK

    Denemarken (3)

    KW

    Koeweit

    PW

    Palau

    YE

    Jemen

    DM

    Dominica

    KY

    Caymaneilanden

    PY

    Paraguay

     

     

    DO

    Dominicaanse Republiek

     

     

     

     

    ZA

    Zuid-Afrika

    DZ

    Algerije

     

     

     

     

    ZM

    Zambia

    EC

    Ecuador

    Z8

    Extra-EU27, niet ingedeeld

     

     

    ZW

    Zimbabwe

    A2

    Zeggenschap door registrerend land

    Z7

    Gelijkelijk gedeelde zeggenschap van UCI’s (4) van meer dan een lidstaat

     

     

     

     


    Niveaus indeling naar economische activiteit

    Niveau 1

    Niveau 2

     

     

    NACE Rev. 1.1 (6)

    TOTALE ACTIVITEIT

    TOTALE ACTIVITEIT

    Sec. C t/m O (excl. L)

    WINNING VAN DELFSTOFFEN

    WINNING VAN DELFSTOFFEN

    Sec. C

    waarvan:

     

    Winning van aardolie en aardgas

    Afd. 11

    INDUSTRIE

    INDUSTRIE

    Sec. D

    Voedingsmiddelen

    Subsectie DA

    Textiel en textielproducten

    Subsectie DB

    Hout, uitgeverijen en drukkerijen

    Subsecties DD & DE

    TOTAAL textiel + hout

     

    Geraffineerde aardolieproducten en andere behandelingen

    Afd. 23

    Chemische producten

    Afd. 24

    Rubber en kunststof

    Afd. 25

    Olie, chemie, rubber, kunststof

    TOTAAL aardolie, chemische stoffen, rubber, kunststof

     

    Producten van metaal

    Subsectie DJ

    Machines, apparaten en werktuigen

    Afd. 29

    TOTAAL producten van metaal en machines

     

    Kantoormachines en computers

    Afd. 30

    Audio-, video en telecommunicatieapparatuur

    Afd. 32

    Kantoormachines, computers, RTV, telecom

    TOTAAL kantoormachines, computers, audio-, video en telecommunicatieapparatuur

     

    Auto’s

    Afd. 34

    Overige transportmiddelen

    Afd. 35

    Auto’s, overige transportmiddelen.

    TOTAAL auto’s + overige transportmiddelen

     

    Industrie n.e.g.

     

    ELEKTRICITEIT, GAS EN WATER

    ELEKTRICITEIT, GAS EN WATER

    Sec. E

    BOUWNIJVERHEID

    BOUWNIJVERHEID

    Sec. F

    TOTAAL DIENSTEN

    TOTAAL DIENSTEN

     

    HANDEL EN REPARATIE

    HANDEL EN REPARATIE

    Sec. G

    Verkoop, onderhoud en reparatie van auto’s en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstoffen

    Afd. 50

    Groothandel en handelsbemiddeling, m.u.v. handel in auto’s en motorrijwielen

    Afd. 51

    Kleinhandel, behalve in auto’s en motorrijwielen; reparatie van consumentenartikelen

    Afd. 52

    HOTELS EN RESTAURANTS

    HOTELS EN RESTAURANTS

    Sec. H

    VERVOER, OPSLAG EN COMMUNICATIE

    VERVOER, OPSLAG EN COMMUNICATIE

    Sec. I

    Vervoer en opslag

    Afd. 60, 61, 62, 63

    Vervoer te land; vervoer via pijpleidingen

    Afd. 60

    Vervoer over water

    Afd. 61

    Luchtvaart

    Afd. 62

    Vervoerondersteunende activiteiten; reisbureaus

    Afd. 63

    Post en telecommunicatie

    Afd. 64

    Posterijen en koeriersdiensten

    Groep 64.1

    Telecommunicatie

    Groep 64.2

    FINANCIËLE INSTELLINGEN

    FINANCIËLE INSTELLINGEN

    Sec. J

    Financiële instellingen, excl. verzekeringswezen en pensioenfondsen

    Afd. 65

    Verzekeringswezen en pensioenfondsen, excl. verplichte sociale verzekeringen

    Afd. 66

    Ondersteunende activiteiten in verband met financiële instellingen

    Afd. 67

    EXPLOITATIE VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED

    Sec. K, Afd. 70

    VERHUUR VAN MACHINES ZONDER BEDIENINGSPERSONEEL EN VAN OVERIGE ROERENDE GOEDEREN

    Sec. K, Afd. 71

    ACTIVITEITEN I.V.M. COMPUTERS

    ACTIVITEITEN IN VERBAND MET COMPUTERS

    Sec. K, Afd. 72

    O&O

    ONDERZOEK EN ONTWIKKELINGSWERK

    Sec. K, Afd. 73

    OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

    OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

    Sec. K, Afd. 74

    Rechtskundige dienstverlening, accountants, marktonderzoek, adviesbureaus

    Groep 74.1

    Rechtskundige dienstverlening

    Klasse 74.11

    Accountants, boekhouders en belastingconsulenten

    Klasse 74.12

    Markt- en opinieonderzoekbureaus

    Klasse 74.13

    Adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering en beheer

    Klasse 74.14

    Beheersactiviteiten van holdings

    Klasse 74.15

    Architecten, ingenieurs en aanverwante technische adviesbureaus

    Groep 74.2

    Reclamewezen

    Groep 74.4

    Overige zakelijke dienstverlening

    Groep 74.3, 74.5, 74.6, 747, 74.8

    ONDERWIJS

    Sec. M

    GEZONDHEIDSZORG EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

    Sec. N

    INZAMELING EN VERWERKING VAN AFVALWATER EN AFVAL

    Sec. O, Afd. 90

    VERENIGINGEN N.E.G.

    Sec. O, Afd. 91

    CULTUUR, SPORT, RECREATIE

    CULTUUR, SPORT EN RECREATIE

    Sec. O, Afd. 92

    Film, radio, tv, amusement

    Groep 92.1, 92.2, 92.3

    Persagentschappen

    Groep 92.4

    Bibliotheken, archieven, musea en overige culturelen activiteiten

    Groep 92.5

    Sport en overige recreatie

    Groep 92.6, 92.7

    OVERIGE DIENSTEN

    Sec. O, Afd. 93

    Niet ingedeeld

     


    Niveau 3 (NACE Rev. 1.1)

    Rubriek

    Vereiste mate van gedetailleerdheid

    Economische activiteit van de bedrijven

    Secties C t/m K

    Winning van delfstoffen

    Sectie C

    Industrie

    Sectie D

    Alle subsecties DA t/m DN

    Alle afdelingen 15 t/m 37

    Aggregaten:

    Hightech (HIT)

    24.4, 30, 32, 33, 35.3

    Medium-hightech (MHT)

    24 m.u.v. 24.4, 29, 31, 34, 35.2, 35.4, 35.5

    Medium-lowtech (MLT)

    23, 25-28, 35.1

    Lowtech (LOT)

    15-22, 36, 37

    Elektriciteit, gas en water

    Sectie E

    Alle afdelingen (40 en 41)

    Bouwnijverheid

    Sectie F (Afdeling 45)

    Alle groepen (45.1 t/m 45.5)

    Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto’s, motorrijwielen en consumentenartikelen

    Sectie G

    Alle afdelingen (50 t/m 52)

    Groepen 50.1 + 50.2 + 50.3, 50.4, 50.5, 51.1 t/m 51.9

    Groepen 52.1 t/m 52.7

    Hotels en restaurants

    Sectie H (Afdeling 55)

    Groepen 55.1 t/m 55.5

    Vervoer, opslag en communicatie

    Sectie I

    Alle afdelingen

    Groepen 60.1, 60.2, 60.3, 63.1 + 63.2, 63.3, 63.4, 64.1, 64.2

    Financiële instellingen

    Sectie J

    Alle afdelingen

    Onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening

    Sectie K

    Afdeling 70

    Afdeling 71, groepen 71.1 + 71.2, 71.3 en 71.4

    Afdeling 72, groepen 72.1 t/m 72.6

    Afdeling 73

    Afdeling 74, aggregaten 74.1 t/m 74.4 en 74.5 t/m 74.8


    (1)  Institutionele eenheid die de uiteindelijke zeggenschap heeft over een buitenlands filiaal.

    (2)  Institutionele eenheid die de uiteindelijke zeggenschap heeft over een buitenlands filiaal.

    (3)  Alleen voor binnenland.

    (4)  Institutionele eenheid die de uiteindelijke zeggenschap heeft over een buitenlands filiaal.

    (5)  Voorlopige code die geen invloed heeft op de definitieve benaming die aan het land moet worden toegekend aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

    (6)  Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1893/2006.


    Top