This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007D0837
2007/837/EC: Commission Decision of 30 November 2007 implementing Decision 575/2007/EC of the European Parliament and of the Council as regards the adoption of the strategic guidelines for 2008 to 2013 (notified under document number C(2007) 5822)
2007/837/EG: Beschikking van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5822)
2007/837/EG: Beschikking van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5822)
PB L 330 van 15.12.2007, p. 48–50
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
15.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 330/48 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 30 november 2007
tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5822)
(Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek
(2007/837/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (1), en met name op artikel 18,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor de meerjarenprogrammering met betrekking tot de periode 2008-2013 dient de Commissie strategische richtsnoeren vast te stellen die het kader vormen voor de bijstandsverlening uit het Fonds. |
(2) |
Die richtsnoeren dienen gestalte te geven aan de prioriteiten en aan de in artikel 15, lid 4, van Beschikking nr. 575/2007/EG bedoelde specifieke prioriteiten die het mogelijk maken dat de lidstaten die niet onder het Cohesiefonds vallen de medefinancieringsbijdrage van de Gemeenschap voor door het Fonds medegefinancierde projecten op 75 % brengen. |
(3) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken, is deze beschikking niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft Ierland bij brief van 6 september 2005 kennis gegeven van zijn wens aan de aanneming en toepassing van Beschikking nr. 575/2007/EG deel te nemen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft het Verenigd Koninkrijk bij brief van 27 oktober 2005 kennis gegeven van zijn wens aan de aanneming en toepassing van Beschikking nr. 575/2007/EG deel te nemen. |
(6) |
De maatregelen waarin deze beschikking voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het gemeenschappelijk comité „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” dat ingesteld is bij artikel 56 van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (2), |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De richtsnoeren die gestalte geven aan de prioriteiten en specifieke prioriteiten voor de meerjarenprogrammering voor de periode 2008-2013 zijn in de bijlage opgenomen.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 30 november 2007.
Voor de Commissie
Franco FRATTINI
Lid van de Commissie
(1) PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45.
(2) PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22.
BIJLAGE
De hieronder omschreven strategische richtsnoeren moeten worden gezien in de context van een doeltreffender beheer van de migratiestromen, waartoe door de Europese Raad van Tampere in 1999 de aanzet is gegeven. Een en ander behelst ook een gemeenschappelijk terugkeerbeleid en de bestrijding van illegale immigratie.
Bij het opstellen van het ontwerp voor hun meerjarenprogramma’s dienen de lidstaten de uit hoofde van dit Fonds beschikbare middelen toe te wijzen aan ten minste drie van de vier hierna genoemde prioriteiten, waarbij zij aan de hand van hun behoeften bepalen hoe de hun toegewezen financiële middelen het best kunnen worden verdeeld.
PRIORITEIT 1: Steun voor de ontwikkeling van een strategische aanpak van de organisatie van het terugkeerproces door de lidstaten
Dit omvat de ontwikkeling van de geïntegreerde organisatie van het terugkeerproces in al zijn aspecten. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking nr. 575/2007/EG moet de geïntegreerde organisatie van het terugkeerproces gebaseerd zijn op een uitgebreide beoordeling van de situatie van de potentiële terugkeerders in de lidstaat en in hun land van herkomst en de problemen inzake de voorgenomen acties, moeten doelen voor voorgenomen acties worden gesteld en brede maatregelen worden ingesteld met het oog op doeltreffende en duurzame terugkeer, met inbegrip van voorbereiding, handhaving en follow-up van verwijdering.
Binnen deze prioriteit mag de bijdrage van de Gemeenschap worden verhoogd tot 75 % voor geïntegreerde terugkeerplannen die op de volgende specifieke prioriteiten zijn gericht:
1. |
programma’s voor begeleide vrijwillige terugkeer; |
2. |
geldelijke stimulansen en maatregelen met betrekking tot de specifieke situatie van kwetsbare terugkeerders; |
3. |
geïntegreerde terugkeerplannen ter ondersteuning van de terugkeer van onderdanen van derde landen of staatloze personen die niet onder communautaire overnameovereenkomsten vallen of nationale bilaterale overeenkomsten inzake de overname door landen van herkomst, vorig verblijf of doorreis waarmee de samenwerking inzake terugkeer bijzonder moeizaam verloopt. |
PRIORITEIT 2: Steun voor samenwerking tussen lidstaten op het gebied van de organisatie van het terugkeerproces
Dit omvat het opzetten en uitvoeren van geïntegreerde terugkeerplannen en samenwerking op specifieke terreinen van de geïntegreerde organisatie van het terugkeerproces, zoals de voorbereiding, uitvoering van follow-up van gezamenlijke vluchten met het oog op verwijdering en gezamenlijke verwijderingen per land.
Binnen deze prioriteit mag de bijdrage van de Gemeenschap worden verhoogd tot 75 % voor projecten die op de volgende specifieke prioriteit zijn gericht:
— |
geïntegreerde terugkeerplannen die zijn opgezet en worden uitgevoerd in samenwerking met andere lidstaten en, waar van toepassing, van het Frontex-agentschap, niet-gouvernementele organisaties en/of internationale organisaties, met als doel de verschillende vaardigheden, ervaringen en middelen van de autoriteiten van de lidstaten en, waar van toepassing, de andere betrokken organisaties samen te brengen. |
PRIORITEIT 3: Steun voor specifieke innovatieve (inter)nationale instrumenten voor organisatie van het terugkeerproces
Dit omvat het opzetten of verbeteren van maatregelen voor advies en voorlichting over terugkeer, maatregelen voor de reïntegratie van teruggekeerden in het land waarnaar zij zijn teruggekeerd, methoden voor samenwerking met consulaire en/of immigratiediensten, met inbegrip van opleidingsmaatregelen, en maatregelen om informatie in te winnen over onderdanen van derde landen en staatlozen zonder papieren.
Binnen deze prioriteit mag de bijdrage van de Gemeenschap worden verhoogd tot 75 % voor projecten die op de volgende specifieke prioriteiten zijn gericht:
1. |
projecten die bijzonder innovatieve methoden bieden voor voorlichting en advies aan potentiële terugkeerders over de situatie in het land waarnaar zij voornemens zijn terug te keren, en/of andere innovatieve stimuleringsmaatregelen om het aantal vrijwillige terugkeerders te verhogen, op basis van eerbiediging van de waardigheid van de betrokken personen; |
2. |
projecten die nieuwe werkmethoden beproeven om het documenteren van terugkeerders te versnellen in samenwerking met de consulaire autoriteiten en immigratiediensten van derde landen. |
PRIORITEIT 4: Steun voor communautaire normen en goede praktijken op het gebied van de organisatie van het terugkeerproces
Dit omvat de toepassing van bestaande en toekomstige gemeenschappelijke normen, zoals bedoeld in de overwegingen 13 en 14 van Beschikking nr. 575/2007/EG en de bevordering van (inter)nationale goede praktijken en methoden voor samenwerking met de betrokken autoriteiten van andere lidstaten, bijvoorbeeld door gebruik van Iconet.
Binnen deze prioriteit mag de bijdrage van de Gemeenschap worden verhoogd tot 75 % voor projecten die op de volgende specifieke prioriteiten zijn gericht:
1. |
evaluaties en missies voor het meten van de voortgang van terugkeerprogramma’s, instrumenten en processen; |
2. |
maatregelen op nationaal niveau om een eerlijke en doeltreffende tenuitvoerlegging te waarborgen van de gemeenschappelijke terugkeernormen zoals die zijn vastgesteld in de communautaire wetgeving inzake terugkeer, met inbegrip van de opleiding van deskundigen. |