EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007A0424(02)

Advies van de Raad van 27 maart 2007 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Spanje voor de periode 2006-2009

PB C 89 van 24.4.2007, p. 7–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

24.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/7


ADVIES VAN DE RAAD

van 27 maart 2007

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Spanje voor de periode 2006-2009

(2007/C 89/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

(1)

Op 27 maart 2007 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Spanje voor de periode 2006-2009 behandeld (2).

(2)

In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei zal vertragen van 3,8 % in 2006 tot gemiddeld 3,3 % gedurende de rest van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario van plausibele groeihypothesen uit te gaan. De inflatieprognoses van het programma lijken eveneens realistisch. Het voorspelde inflatieverschil ten opzichte van het eurogebied neemt weliswaar af, maar is toch nog aanzienlijk. Hoewel er op korte termijn enige opwaartse risico's aan dit scenario kleven, kunnen er zich op middellange termijn ook neerwaartse risico's voordoen die verband houden met de onevenwichtigheden in de economie, en met name de stijgende schuldenlast van de huishoudens, het toenemende tekort op de lopende rekening en de mogelijkheid dat er sneller dan in het programma wordt verwacht een einde zou komen aan de reeds geruime tijd aanhoudende sterke expansie in de woningbouw.

(3)

Het overheidsoverschot voor 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie op 1,5 % van het BBP geschat, hetgeen volledig in overeenstemming is met de raming in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma maar gunstig afsteekt bij de doelstelling van 0,9 % van het BBP die in de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma was opgenomen. Dit positieve resultaat is toe te schrijven aan hoger dan verwachte ontvangsten als gevolg van een aanzienlijke schepping van arbeidsplaatsen en forse bedrijfswinsten, die ertoe zouden hebben geleid dat de ontvangsten uit hoofde van de directe belastingen veel sterker zijn gestegen dan het nominale BBP.

(4)

In de actualisering wordt ernaar gestreefd (i) de macro-economische en budgettaire stabiliteit te handhaven, en (ii) de productiviteit te bevorderen door de infrastructuur en het menselijk en technologisch kapitaal te verbeteren. Aangenomen wordt dat het overheidsoverschot zal teruglopen van 1,4 % van het BBP in 2006 tot ongeveer 1 % in 2009. Het primaire overschot vertoont een vergelijkbaar tijdsprofiel: het zou teruglopen van 3 % van het BBP in 2006 tot 2

Formula

% in 2009. De ontvangsten zouden tijdens de programmaperiode met 0,2 % van het BBP afnemen, terwijl de primaire uitgaven met circa 0,5 % zouden toenemen, een stijging die gedeeltelijk ongedaan zou worden gemaakt door een vermindering van de rentelasten. In de vorige actualisering werden geringere overschotten voorspeld bij algemeen genomen vergelijkbare macro-economische vooruitzichten. Het verschil tussen beide actualiseringen is terug te voeren op het feit dat het feitelijke overschot in 2006 veel beter uitviel dan een jaar eerder werd verwacht, hetgeen naar verwachting positieve overloopeffecten zal hebben tijdens de programmaperiode.

(5)

Volgens de plannen zou het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), berekend overeenkomstig de algemeen aanvaarde methode, iets teruglopen, namelijk van ongeveer 1

Formula

% van het BBP in 2006 tot 1

Formula

% aan het einde van de programmaperiode. Evenals in de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma wordt in het programma als middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel sluitende begrotingsituatie gehanteerd, die volgens het programma gedurende de gehele programmaperiode ruimschoots zou worden vastgehouden. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van circa 1

Formula

% van het BBP), mag worden aangenomen dat de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge biedt die ruim genoeg is om het ontstaan van een buitensporig tekort te voorkomen. De MTD van het programma ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, en is ambitieuzer dan in het licht van de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn noodzakelijk is.

(6)

De risico's voor de begrotingsprognoses van het programma lijken over het algemeen in evenwicht te zijn. Het macro-economische scenario dat aan de actualisering ten grondslag ligt, is aannemelijk en de prognoses voor de ontvangsten lijken op voorzichtige hypothesen te zijn gebaseerd. Aan de uitgavenzijde bestaat er enig risico op uitgavenoverschrijdingen (op het niveau van de regionale autoriteiten), mochten de zich in het verleden aftekenende tendensen in het onderwijs en de gezondheidszorg doorzetten.

(7)

In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de begrotingsstrategie toereikend om de MTD gedurende de gehele programmaperiode vast te houden, zoals ook in het programma wordt aangenomen. Bovendien verschaft deze strategie een veiligheidsmarge die ruim genoeg is om elk programmajaar te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het BBP overschrijdt. De budgettaire beleidskoers die uit het programma blijkt, strookt volledig met het stabiliteits- en groeipact.

(8)

Volgens de ramingen is de bruto overheidsschuld in 2006 gedaald tot onder de 40 % van het BBP, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het BBP. In de actualisering wordt ervan uitgegaan dat de schuldquote in de programmaperiode met nog eens 8 procentpunt zal dalen.

(9)

In Spanje gaat van de vergrijzing een veel groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt met name doordat de pensioenuitgaven als percentage van het BBP de komende decennia een vrij forse stijging zullen vertonen. Met een budgettaire uitgangspositie die ten opzichte van 2005 is verbeterd, kunnen de verwachte budgettaire gevolgen van de vergrijzing op lange termijn, en met name de forse stijging van de uitgaven, voor een deel, maar niet volledig worden opgevangen. Mede door de primaire overschotten op middellange termijn op een hoog niveau te houden en door verdere maatregelen te nemen om de forse stijging van de leeftijdsgerelateerde uitgaven te beteugelen, kunnen de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën worden ingedamd. Al met al lijkt Spanje een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft.

(10)

Het stabiliteitsprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het uitvoeringsverslag van oktober 2006 van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn. Het verschaft, zij het niet systematisch, enige informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, en in de begrotingsprognoses lijkt wel rekening te worden gehouden met de gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het stabiliteitsprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. In beide programma's wordt met name uitgegaan van een geleidelijke toename van de overheidsuitgaven voor O&O en van de investeringen in infrastructuur.

(11)

De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen.

(12)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, worden alle verplichte en de meeste facultatieve gegevens in het programma vermeld (3).

De Raad is van oordeel dat de begrotingssituatie op middellange termijn deugdelijk is en dat de begrotingsstrategie een goed voorbeeld vormt van een begrotingsbeleid dat strookt met het stabiliteits- en groeipact. Het handhaven van een solide begrotingssituatie, waarbij dus een expansieve budgettaire beleidskoers wordt vermeden, is belangrijk gezien de grote en toenemende externe onevenwichtigheden en het bestaande inflatieverschil ten opzichte van het eurogebied.

In het licht van de bovenstaande evaluatie, en met name de verwachte toename van de leeftijdsgerelateerde uitgaven, verzoekt de Raad Spanje de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn verder te verbeteren door aanvullende maatregelen te nemen om de toekomstige gevolgen van de vergrijzing voor de uitgavenprogramma's te beperken.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 

2005

2006

2007

2008

2009

Reëel BBP

(verandering in %)

SP dec. 2006

3,5

3,8

3,4

3,3

3,3

COM nov. 2006 (10)

3,5

3,8

3,4

3,3

n.b.

SP dec. 2005

3,4

3,3

3,2

3,2

n.b.

HICP-inflatie  (9)(%)

SP dec. 2006  (9)

3,4

3,5

2,7

2,6

2,5

COM nov. 2006

3,4

3,6

2,8

2,7

n.b.

SP dec. 2005  (9)

4,2

3,5

3,3

3,2

n.b.

Output gap

(% van het potentiële BBP)

SP dec. 2006  (4)

0,9

0,9

1,2

1,5

1,6

COM nov. 2006 (8)

0,8

0,9

1,1

1,3

n.b.

SP dec. 2005  (4)

0,5

0,8

1,1

0,7

n.b.

Overheidssaldo

(% van het BBP)

SP dec. 2006

1,1

1,4

1,0

0,9

0,9

COM nov. 2006

1,1

1,5

1,1

0,9

n.b.

SP dec. 2005

1,0

0,9

0,7

0,6

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

SP dec. 2006

2,9

3,0

2,5

2,3

2,2

COM nov. 2006

2,9

3,1

2,7

2,3

n.b.

SP dec. 2005

2,8

2,6

2,2

2,0

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo

(% van het BBP)

SP dec. 2006  (4)

1,5

1,8

1,5

1,6

1,6

COM nov. 2006

1,5

1,9

1,6

1,4

n.b.

SP dec. 2005  (4)

1,2

1,2

1,2

0,9

n.b.

Structureel saldo (5)

(% van het BBP)

SP dec. 2006  (6)

1,5

1,8

1,5

1,6

1,6

COM nov. 2006 (7)

1,5

1,9

1,6

1,4

n.b.

SP dec. 2005

1,2

1,2

1,2

0,9

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

SP dec. 2006

43,1

39,7

36,6

34,3

32,2

COM nov. 2006

43,1

39,7

37,0

34,7

n.b.

SP dec. 2005

43,1

40,3

38,0

36,0

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op:

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm.

(2)  De actualisering werd drie weken na de in de gedragscode vastgestelde uiterste datum van 1 december ingediend.

(3)  Er werden met name geen gegevens verstrekt over de HICP en de overheidsuitgaven naar functie.

(4)  Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.

(5)  Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend eenmalige operaties en andere tijdelijke maatregelen.

(6)  Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit het programma.

(7)  Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie.

(8)  Op basis van een geraamde potentiële groei van respectievelijk 3,9 %, 3,8 %, 3,6 % en 3,6 % in de periode 2005-2008.

(9)  Deflator van de particuliere consumptie in plaats van HICP.

(10)  Volgens de eerste ramingen zou de groei in 2006 op 3,9 % zijn uitgekomen. Volgens de tussentijdse prognoses van de diensten van de Commissie van 16 februari 2007 zou de groei in 2007 3,7 % bedragen.

Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


Top