EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006E0049

Gemeenschappelijk Optreden 2006/49/GBVB van de Raad van 30 januari 2006 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

PB L 26 van 31.1.2006, p. 21–23 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2006/49/oj

31.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/21


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2006/49/GBVB VAN DE RAAD

van 30 januari 2006

houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina, zoals omschreven in Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB van 12 juli 2004 (1), verstrijkt op 28 februari 2006.

(2)

Op 24 november 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/824/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (2) vastgesteld, dat voorziet in voortzetting van de EUPM met een aangepast mandaat en een aangepaste omvang.

(3)

Op 14 december 2005 heeft de stuurgroep van de Vredesimplementatieraad de heer Christian Schwarz-Schilling benoemd tot hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina, als opvolger van Lord Ashdown, met ingang van 1 februari 2006.

(4)

De heer Schwarz-Schilling dient met ingang van die datum ook tot nieuwe SVEU in Bosnië en Herzegovina te worden benoemd. Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB dient per 1 februari 2006 te worden ingetrokken.

(5)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB blijkt dat het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 28 februari 2007.

(6)

Het mandaat van de SVEU moet in coördinatie met de Commissie worden uitgevoerd teneinde te zorgen voor consistentie met andere relevante activiteiten die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

(7)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het GBVB als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Christian SCHWARZ-SCHILLING wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina van 1 februari 2006 tot en met 28 februari 2007.

Artikel 2

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de EU in Bosnië en Herzegovina. Verdere vooruitgang bij de uitvoering van het algemeen kaderakkoord voor vrede in Bosnië en Herzegovina, overeenkomstig het missie-implementatieplan van het Bureau van de hoge vertegenwoordiger, en bij het stabilisatie- en associatieproces staat daarin centraal, met als doel te komen tot een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam en multi-etnisch Bosnië en Herzegovina, dat vreedzaam samenwerkt met zijn buurlanden en onherroepelijk op weg is naar lidmaatschap van de EU.

Artikel 3

Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de EU in Bosnië en Herzegovina omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

het aanbieden van advies en bevorderingsmaatregelen van de EU voor het politieke proces;

b)

het bevorderen van de algehele politieke coördinatie van de EU in Bosnië en Herzegovina;

c)

het bevorderen van de algehele coördinatie op EU-niveau en het geven van plaatselijke politieke sturing aan de EU-inspanningen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, zonder afbreuk te doen aan de leidinggevende rol van de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in de coördinatie van de politiële aspecten van deze inspanningen, en aan de commandostructuur van de ALTHEA (EUFOR);

d)

het verstrekken van plaatselijk politiek advies aan de commandant van de EU-strijdkrachten, ook ten aanzien van het vermogen van de geïntegreerde politie-eenheid waarop de SVEU, in overleg met de commandant van de EUFOR, een beroep kan doen, onverminderd de commandostructuur;

e)

het bijdragen tot versterking van de interne coördinatie en de samenhang van het EU-optreden in Bosnië en Herzegovina, mede door middel van voorlichtingsbijeenkomsten voor de EU-missiehoofden en door middel van deelname aan (of vertegenwoordiging in) hun regelmatige vergaderingen, door middel van het bekleden van het voorzitterschap van een coördinatiegroep bestaande uit alle op het terrein aanwezige EU-betrokkenen, teneinde de uitvoeringsaspecten van het EU optreden te coördineren, alsmede door middel van het verstrekken van richtsnoeren aan deze betrokkenen ten aanzien van de betrekkingen met de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina;

f)

het waarborgen van consistentie en samenhang van het optreden van de EU ten overstaan van het publiek. De woordvoerder van de SVEU vormt het belangrijkste EU aanspreekpunt voor de media van Bosnië en Herzegovina over aangelegenheden met betrekking tot het GBVB/EVDB;

g)

toezicht houden op het gehele scala van activiteiten op het gebied van de rechtsstaat en in die context, waar nodig, advies uitbrengen aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HR) en de Commissie;

h)

als onderdeel van zijn ruimere verantwoordelijkheden en zijn rol in de commandostructuur voor EUPM, het geven van politieke aansturing op lokaal niveau aan het missiehoofd van de EUPM;

i)

als onderdeel van de bredere aanpak van de internationale gemeenschap en de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina inzake de rechtsstaat, en met gebruikmaking van de door de EUPM verstrekte technische deskundigheid en bijstand op politieel gebied, het ondersteunen van de voorbereiding en de uitvoering van de herstructurering van de politie;

j)

het verstrekken van steun voor een versterkt en efficiënter raakvlak tussen strafrechtspleging en politie in Bosnië en Herzegovina, in nauwe samenwerking met de EUPM;

k)

wat betreft activiteiten in het kader van titel VI van het Verdrag, met inbegrip van Europol, en daarmee samenhangende communautaire activiteiten, indien nodig het uitbrengen van advies aan de SG/HR en aan de Commissie, en het deelnemen aan de vereiste lokale coördinatie;

l)

omwille van de coherentie en mogelijke synergieën, geraadpleegd blijven worden over de prioriteiten voor de communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie.

Artikel 4

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HR verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng te behoeve van de SVEU.

Artikel 5

De rol van de SVEU zal op generlei wijze afbreuk doen aan het mandaat van de hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina, waaronder diens coördinerende rol met betrekking tot alle activiteiten van alle civiele organisaties en instanties die uit het GFAP en de latere conclusies en verklaringen van de Vredesimplementatieraad zijn voortgekomen.

Artikel 6

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt 770 000 EUR.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat voorfinanciering niet het eigendom van de Gemeenschap blijft. Onderdanen van het gastland en zijn buurlanden mogen inschrijven bij aanbestedingen.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. Uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 februari 2006.

4.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naar gelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 7

1.   Er wordt een aan de EU toegewijde en als zodanig herkenbare staf benoemd om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat en om bij te dragen aan de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algemene optreden van de EU in Bosnië en Herzegovina, met name in politieke, politiek-militaire en veiligheidsaangelegenheden, en met het oog op communicatie en betrekkingen met de media. Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, dat wordt bijgestaan door de SG/HR, en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.

2.   De lidstaten en de instellingen van de EU kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de EU bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling.

3.   Alle niet door detachering vervulde A-ambten worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en tevens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de EU, teneinde de best gekwalificeerde kandidaten te kunnen aanwerven.

4.   De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de SG/HR en het PVC, alsook eventueel aan de bevoegde groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de SG/HR, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de SG/HR en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad.

Artikel 9

Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de EU worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de SG/HR, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse, onder meer met de OVSE.

Artikel 10

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2006 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2006 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de hoge vertegenwoordiger aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 11

Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB wordt met ingang van 1 februari 2006 ingetrokken.

Artikel 12

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 13

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 252 van 28.7.2004, blz. 7. Gemeenschappelijk optreden laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/825/GBVB (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 59 en rectificatie in PB L 349 van 31.12.2005, blz. 35).

(2)  PB L 307 van 25.11.2005, blz. 55.


Top