This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006D0947
2006/947/EC: Commission Decision of 7 December 2005 on the State aid implemented by Belgium for ABX Logistics (No C 53/2003 (ex NN 62/2003)) (notified under document number C(2005) 4447) Text with EEA relevance
2006/947/EG: Beschikking van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de staatssteun die door België ten uitvoer is gelegd ten gunste van ABX Logistics (nr. o C 53/2003 (ex NN 62/2003)) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4447) Voor de EER relevante tekst.
2006/947/EG: Beschikking van de Commissie van 7 december 2005 betreffende de staatssteun die door België ten uitvoer is gelegd ten gunste van ABX Logistics (nr. o C 53/2003 (ex NN 62/2003)) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4447) Voor de EER relevante tekst.
PB L 383 van 28.12.2006, p. 21–52
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
In force
28.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 383/21 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 7 december 2005
betreffende de staatssteun die door België ten uitvoer is gelegd ten gunste van ABX Logistics (nr.o C 53/2003 (ex NN 62/2003))
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4447)
(Slechts de tekst in de Nederlandse en de Franse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/947/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),
Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1) en gezien deze opmerkingen,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
(1) |
Bij brief van 28.11.2002, die bij de Commissie is geregistreerd op 29.11.2002 (nr. DG Tren/A 71122), hebben de Belgische autoriteiten kennis gegeven van de reddingssteun ten gunste van ABX Logistics (dochterondernemingen F, D, NL en de groep als geheel). Deze steun (dossier N 769/2002) is goedgekeurd bij beschikking van de Commissie van 21.01.2003. |
(2) |
Bij brief van 17.2.2003 heeft België kennis gegeven van een herstructureringsplan ten behoeve van ABX Logistics, dat door de Commissie op 17.2.2003 is geregistreerd onder nummer Tren A/13396. Door middel van deze kennisgeving, alsook via andere tot haar beschikking staande informatie, heeft de Commissie er kennis van gekregen dat België bepaalde bedragen overheidsgeld aan ABX Logistics ter beschikking had gesteld bovenop die waarin het aangemelde herstructureringsplan voorzag. Met name bij verschillende brieven van 7.5.2003 heeft België de Commissie aanvullende informatie doen toekomen. |
(3) |
Bij brief van 24.7.2003 (nr. SG (2003) D/231003) heeft de Commissie België op de hoogte gesteld van haar besluit ten aanzien van deze maatregelen de procedure (nr. C 53/03) van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden. |
(4) |
Na het bereiken van overeenstemming over het weglaten van vertrouwelijke gegevens is het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). Daarin heeft de Commissie de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken maatregelen te maken. |
(5) |
Bij brief van 29.8.2003 (nr. GAB. Loyola de Palacio entrada no 2805) hebben de Belgische autoriteiten hun commentaar op de inleiding van de procedure kenbaar gemaakt. |
(6) |
De Commissie heeft opmerkingen van belanghebbende derden ontvangen. Zij heeft deze aan België doorgegeven bij brief van 18.2.2004 (nr. D (2004) 2823) met het verzoek daarop eventueel commentaar te leveren; dit commentaar is bij brief van 18.3.2004 (nr. A/15992) toegezonden. |
(7) |
Inmiddels hebben de Belgische autoriteiten aanvullende gegevens ingediend bij brief van 12.12.2003 (nr. A/37839), 19.12.2003 (nr. A/38582) en 12.11.2004 (nr. A/35928) en hebben zij de Commissie een bijgewerkte versie van het herstructureringsplan voor ABX doen toekomen, met name bij brief van 14.1.2005 (nr. A/2010), 24.2.2005 (nr. A/4889) en 14.3.2005 (nr. A/6690). Tevens is aanvullende informatie verstrekt bij brief van 18.8.2005, 31.8.2005, 2.9.2005 en 26.9.2005. |
(8) |
Bij brief van 4.5.2005 heeft de Commissie België in kennis gesteld van haar besluit om procedure nr. C 53/03 uit te breiden in die zin dat de meegedeelde nieuwe informatie daarbij in aanmerking zou worden genomen. Na het bereiken van overeenstemming over het weglaten van vertrouwelijke gegevens is het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). Daarin heeft de Commissie de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken maatregelen te maken. |
(9) |
De Commissie heeft daarover opmerkingen ontvangen van de Belgische autoriteiten en belanghebbende derden. Zij heeft het commentaar van de derden aan België doorgegeven bij brief van 18.7.2005 met het verzoek daarop eventueel commentaar te leveren; dit commentaar is bij brief van 2.9.2005 en van 29.9.2005 ontvangen. |
(10) |
Bij brief van 3.8.2005, dus na de termijn voor de indiening van commentaar op bovenvermelde uitbreiding van de procedure, hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie een brief toegezonden waarin zij zich beklagen over de verkoop van ABX Logistics Worldwide. Bij brief van 19.8.2005 heeft de Commissie de Belgische autoriteiten verzocht haar hun standpunt over de in de brief van de Italiaanse autoriteiten aangehaalde feiten kenbaar te maken. De Belgische autoriteiten hebben gereageerd bij brief van 15.9.2005. |
(11) |
Tenslotte hebben de Belgische autoriteiten in de loop van de maand november 2005 diverse aanvullende gegevens verstrekt, met name bij brief van 1 december 2005 (nr. A/30862). |
2. ALGEMENE CONTEXT VAN DE HERSTRUCTURERING VAN ABX
2.1. De voornaamste stadia van de procedure
(12) |
Als aanvulling op de meer gedetailleerde gegevens die bij de inleiding van de procedure zijn verstrekt, zij in het kort vermeld dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) tussen 1998 en 2001 een aantal individuele ondernemingen heeft verworven. Deze ondernemingen waren destijds nog niet juridisch in een holding ondergebracht, maar vormden samen toch al het economische netwerk ABX LOGISTICS, dat wereldwijd ongeveer 107 geconsolideerde dochterondernemingen telde en dat 89 % van zijn omzet in Europa, 6 % in Azië en 5 % in Amerika realiseerde. |
(13) |
Dit dossier heeft betrekking op de op 17.2.2003 door de Belgische autoriteiten aangemelde herstructurering van dit netwerk. |
(14) |
Hieronder worden de belangrijkste aangemelde gegevens alsook de door de Commissie geuite twijfel nog eens uiteengezet. |
2.1.1. De kennisgeving van 17.2.2003
(15) |
Het oorspronkelijke herstructureringsplan voorzag enerzijds in de hergroepering van de 107 ABX-dochterondernemingen van de NMBS, die in handen waren van verschillende ABX-holdings, in één algemene holding. Anderzijds moesten de in moeilijkheden verkerende dochterondernemingen ABX LOGISTICS (Deutschland) GmbH (hierna „ABX-D”), ABX LOGISTICS Holding (Nederland) BV (hierna „ABX-NL”) en ABX LOGISTICS (France) (hierna „ABX-F”) worden geherstructureerd om deze weer economisch levensvatbaar te maken. |
(16) |
De operationele herstructureringsmaatregelen bestonden hoofdzakelijk in een reorganisatie van de juridische structuren via integratie van alle juridische entiteiten van de groep in één en dezelfde hoofdmaatschappij (i.) (4), het afstoten en sluiten van activa (ii.) (5) alsook in andere operationele maatregelen in Duitsland, Nederland en Frankrijk, teneinde een extra verbetering van het bedrijfsresultaat te realiseren (iii.) (6). |
(17) |
Daartoe hadden de Belgische autoriteiten ter kennis van de Commissie gebracht dat de NMBS het leeuwendeel van de voor deze herstructurering benodigde financiering zou verschaffen. Oorspronkelijk werd melding gemaakt van een bedrag van 91,6 miljoen euro voor de omzetting door de NMBS van schulden van ABX-D, -NL en -F in kapitaal (langlopende financiering), en van een door de NMBS aan dezelfde entiteiten verleend bedrag van 140 miljoen euro aan terug te betalen krediet (kortlopende financiering). |
2.1.2. Op 23.7.2003 door de Commissie geuite twijfel
(18) |
Bij de inleiding van de onderzoeksprocedure had de Commissie voorlopig haar twijfel geuit over een aantal aspecten. |
(19) |
Aanwezigheid van steun: in de eerste plaats had zij verklaard te twijfelen aan de bewering van de Belgische autoriteiten dat de beschikbaarstelling door de NMBS van middelen (hetzij in de vorm van terug te betalen kredieten, hetzij in de vorm van de omzetting van vorderingen in eigen vermogen) in het kader van de herstructurering van ABX, een normale transactie binnen de groep was en geen staatssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag. |
(20) |
Herstructurering — subsidiabiliteit: de Commissie twijfelde er ook aan of ABX-D, -NL et -F in aanmerking kwamen voor herstructureringssteun, aangezien niet duidelijk was in welke mate de rest van de groep ABX in de financiële behoeften van de te herstructureren entiteiten kon voorzien. |
(21) |
Herstructurering — levensvatbaarheid, marktverstoring en steunbeperking: de Commissie uitte tevens haar twijfels ten aanzien van het financiële gedeelte van het herstructureringsplan, aangezien de bedoeling daarvan was in de langlopende financiële behoeften (behoefte aan eigen vermogen) van de betrokken ABX-entiteiten te voorzien door middel van een hoofdzakelijk kortlopende financiering (terug te betalen krediet van 140 miljoen euro). De Commissie twijfelde er bovendien aan of een dergelijke financiering de levensvatbaarheid van de betrokken entiteiten duurzaam kon herstellen, of de voorgestelde tegenprestaties (met name inkrimping van de capaciteit) volstonden om een met het belang van de Gemeenschap strijdige verstoring van de markt te voorkomen, en of de vermeende steun er niet toe kon leiden dat ABX mogelijk over een te ruime liquiditeit zou beschikken. |
(22) |
Voorts heeft de Commissie verklaard eraan te twijfelen dat er geen sprake zou zijn van staatssteun en dat de (her)investeringen van de NMBS in ABX alsook de voor de financiering daarvan gebruikte middelen (eventuele garanties, kruissubsidies, rechtstreekse financieringen, ook uit het oogpunt van de inachtneming van de geldende richtlijnen) verenigbaar zouden zijn met de gemeenschappelijke markt. Dit geldt met name voor de volgende maatregelen:
|
2.1.3. Aanvullende kennisgevingen
(23) |
Bij brief van met name 14.1.2005 en 24.2.2005 hebben de Belgische autoriteiten hun oorspronkelijke kennisgeving aangevuld met informatie over een substantiële wijziging van het herstructureringsplan voor ABX. Deze wijziging betrof hoofdzakelijk een verhoging van de financiering van de herstructurering door de NMBS en de groep ABX, de verkoop van ABX-Frankrijk in de vorm van een bedrijfsovername door het personeel („RES” — Rachat de l’Entreprise par les Salariés; „MOB” — management buy-out) tegen een negatieve marktprijs, extra capaciteitsinkrimping, substantiële interne herstructureringsmaatregelen alsook de voorgenomen verkoop tegen de marktprijs van de groep ABX in zijn geheel. |
2.1.4. Uitbreiding van de procedure van 3.5.2005
(24) |
De Commissie heeft, niet ter vervanging van maar als aanvulling op de oorspronkelijk ingeleide procedure, de onderzoeksprocedure uitgebreid tot twee hoofdpunten van deze aanvullende informatie: de wijziging van het voor herstructurering van ABX bestemde budget en de voorwaarden waarop de verkoop heeft plaatsgevonden van ABX-Frankrijk in de eerste plaats, maar ook van ABX-WW (ABX Worldwide), de nieuwe in de loop van de herstructurering opgezette ABX-holding. |
(25) |
In de nieuwe situatie zou het dus gaan om de volgende inbreng:
|
(26) |
Wat betreft de negatieve verkoopprijs voor ABX-F (MBO), heeft de Commissie haar twijfel over de afwezigheid van staatssteun bij de door de NMBS aan de koper verstrekte middelen. Met betrekking tot de voorgenomen verkoop van ABX-WW heeft de Commissie nogmaals gewezen op de noodzaak alle informatie te verstrekken die nodig is om na te kunnen gaan of die verkoop werkelijk tegen de marktprijs plaatsvindt. |
2.1.5. Andere aanvullende informatie
(27) |
Met name bij brief van 9.6.2005 heeft België de Commissie een informatiepakket doen toekomen dat betrekking heeft op de uitbreiding van de procedure, maar ook teruggrijpt op en elementen toevoegt aan de informatie over het hele dossier. |
(28) |
Bij brief van 1 december 2005 heeft België bepaalde aanvullende gegevens verstrekt, die in hoofdzaak verduidelijkingen waren van de eerder meegedeelde gegevens, en waarbij met name kennisgeving werd gedaan van een nieuwe verbintenis met betrekking tot de aanwezigheid van ABX in Duitsland. |
2.2. Activiteiten van ABX
(29) |
Naast de hierboven samengevatte en bij de inleiding van de procedure beschreven activiteiten van ABX, vervult ABX LOGISTICS Worldwide volgens de Belgische autoriteiten qua strategische en commerciële positionering duidelijk de functie van „organisator” of „lastgever van vervoer”. |
(30) |
Als zodanig opereert ABX in de sfeer van de vervoerslogistiek. Volgens de door de Commissie bestelde deskundigenstudie (hierna „Jacobs”) (10), bestaat logistiek in het algemeen in het beheer van de wijze en het tijdstip waarop hulpbronnen worden vervoerd naar de plaats waar zij nodig zijn. Volgens deze studie gaat het in het geval van ABX met name om de optimalisatie van een continue goederenstroom via een onderling gekoppeld vervoersnetwerk en opslagknooppunten. |
(31) |
De Belgische autoriteiten voegen daar aan toe dat de vervoerders doorgaans de vervoersactiva (vrachtwagens, schepen, vliegtuigen en andere) niet zelf in bezit hebben, maar vervoersbedrijven inschakelen, hetgeen wordt bevestigd door Jacobs. |
(32) |
In casu wordt, op enkele uitzonderingen na, met name in Nederland, de vervoerscapaciteit van de groep ABX bijna integraal door onderaannemers geleverd. Het aantal eigen vrachtwagens in Nederland loopt overigens constant terug sinds 2001, en het is de bedoeling dit tot nul terug te brengen. In 2001 had ABX LOGISTICS in Nederland nog 240 vrachtwagens in bezit; dit aantal is in 2002 tot 166, in 2003 tot 138 en in 2004 tot 110 stuks teruggelopen. |
(33) |
Wat binnenlands of internationaal vervoer over de weg betreft, besteedt ABX LOGISTICS het eigenlijke transport uit aan zelfstandige vervoerders. Voor lucht- en zeevervoer treedt ABX LOGISTICS op als „makelaar” door bij zeevervoersbedrijven („shipping lines”) of luchtvaartmaatschappijen („airlines”) voor rekening van zijn klanten de nodige vervoerscapaciteit in te kopen. |
(34) |
Deze strategische positionering wordt duidelijk geïllustreerd door onderstaande tabel: slechts 3 % van de door ABX LOGISTICS gebruikte vrachtwagens is eigendom van of wordt geleasd door de maatschappijen van de groep (11). |
(35) |
„Vervoerscapaciteit” van ABX LOGISTICS
|
(36) |
Plaats van ABX in de verschillende marktsegmenten: volgens de Belgische autoriteiten speelde in 2003 49 % van de activiteiten van ABX zich af op de vervoersmarkt, 42 % op de markten Air& Sea en 8 % op de contractlogistiekmarkt, die betrekking heeft op goederenopslag. |
(37) |
Gezien de omvang van zijn activiteiten in Duitsland, Nederland en Frankrijk, behoort ABX nationaal niet tot de vijf belangrijkste bedrijven op de afzonderlijke markten (weg-, lucht-, zeevervoer, contractlogistiek), hetgeen bevestigd lijkt te worden door Jacobs. |
(38) |
Groeipotentieel van de betrokken markten — algemene situatie: volgens zowel de Belgische autoriteiten als Jacobs blijft de vraag naar logistieke diensten toenemen, ondanks de recente problemen, die met name verband houden met de gebeurtenissen op 11 september 2001. Volgens Jacobs is dit toe te schrijven aan de groei van de Europese bevolking, de toenemende voorkeur van de consumenten voor een breed productassortiment, de stijging van de koopkracht van de consumenten en het feit dat de producenten in toenemende mate de verlening van logistieke diensten uitbesteden aan gespecialiseerde bedrijven. |
(39) |
Groeipotentieel in Duitsland: volgens Jacobs beschikt de Duitse logistiekmarkt over een aanzienlijk groeipotentieel. De mate waarin in de afgelopen acht jaar op de Duitse markt logistieke diensten zijn uitbesteed geeft aan dat zowel het aanbod als de vraag de komende jaren met 15 à 20 % per jaar kunnen toenemen. |
(40) |
Groeipotentieel in het luchtvervoer: zowel Airbus als Boeing verwachten een verdubbeling van het aantal vrachtvliegtuigen in de komende 15 à 20 jaar, aangezien het luchtvervoer van goederen sneller toeneemt dan dat van passagiers. Voor de periode tot 2021 verwacht Airbus een verdrievoudiging van het vrachtvervoer, bij een gemiddelde groei van 5,7 % per jaar; Boeing verwacht een groei van 6,4 % per jaar. Deze aanzienlijke groeipercentages zouden ook een aanzienlijke groei moeten opleveren voor de vervoerders en logistiekexploitanten. |
(41) |
Groeipotentieel in het wegvervoer: de deskundige wijst erop dat voor Europa als geheel het wegvervoer een sector met weinig toegangsbelemmeringen is die bijgevolg permanent met een structurele overcapaciteit worstelt (12); dit is bevestigd in de afgelopen vijf à zeven jaar, een periode waarin de prijzen zijn gekelderd. Het zijn echter de ondernemingen die het betrokken vervoer verzorgen die met deze overcapaciteit te maken hebben, en niet ABX, dat het transport alleen maar organiseert maar het niet zelf uitvoert. Volgens Jacobs vertoont de markt voor het goederenvervoer over de weg een sterke groeitendens. Een dergelijke marktontwikkeling zou bijgevolg ook bij de vervoerders en logistiekexploitanten voor meer groei moeten zorgen. |
(42) |
Groeipotentieel in het zeevervoer: volgens Jacobs kende het goederenvervoer over zee tussen 1998 en 2002 een groei van gemiddeld 7 %. De toekomstige ontwikkeling in de groei van het goederenvervoer over zee zal afhangen van de meer algemene ontwikkelingen op wereldniveau. |
2.3. De vorming van het ABX-netwerk
2.3.1. De acquisitie van de ondernemingen van het ABX-netwerk door de NMBS
(43) |
Ofschoon de acquisitie van het ABX-netwerk door de NMBS, die uiteraard alleen maar voordelen voor ABX kan inhouden, niet het voorwerp van deze beschikking uitmaakt, brengt de Commissie hieronder ten behoeve van de algemene context de voornaamste stadia ervan in herinnering, zoals deze door de Belgische autoriteiten zijn meegedeeld. |
(44) |
De Belgische autoriteiten hebben aangegeven dat het besluit van de NMBS om de verschillende bedrijven van de groep ABX LOGISTICS te kopen, is genomen op basis van bedrijfsplannen waaruit blijkt dat deze bedrijven op het moment van de investering vooruitzichten hadden om op korte termijn weer rendabel te kunnen functioneren. Voor Thyssen Haniel Logistik („THL”)/Bahntrans, Dubois en Saima Avandero (later: ABX in Duitsland, Frankrijk en Italië) worden de acquisitievoorwaarden hieronder kort samengevat. |
(45) |
Acquisitie van THL/Bahntrans (later: ABX in Duitsland) Volgens de gegevens die de Belgische autoriteiten met name in oktober 2000 hebben verstrekt, bedraagt de prijs voor de overname van de hele groep THL […] (13) miljoen DM (Thyssen-groep) + […] DM (Deutsche Bahn AG). De waarde van de activiteiten van die groep is door Coopers & Lybrand geraamd op [hogere waarde dan de bovengenoemde overnameprijs (14)] miljoen DM (waarvan […] miljoen DM voor de groupage-activiteiten) en op […] miljoen DM met inbegrip van de kosten van deze holding. Bij deze acquisitie heeft de NMBS de verbintenissen van de vroegere aandeelhouders overgenomen, met name met betrekking tot een reeds bestaande garantie op een gebouw in München. De negatieve prijs van […] miljoen euro ([…] miljoen DM) voor de acquisitie van Bahntrans is op 1 oktober 1998 betaald door de vroegere aandeelhouders van Bahntrans, Thyssen Handelsunion AG en Deutsche Bahn AG. |
(46) |
ABX-D heeft van bij de overname verlies geleden. Dit verlies heeft ernstige schade toegebracht aan de financiële structuur van de onderneming, waarvan de eigen middelen vanaf het boekjaar 1999 negatief zijn geworden. Door deze situatie, die heeft voortgeduurd tot in 2005, heeft de NMBS als moedermaatschappij een patronaatsverklaring moeten verstrekken in verband met het risico als gevolg van de negatieve situatie van de eigen middelen. |
(47) |
De acquisitie van Dubois (later een belangrijk onderdeel van ABX in Frankrijk): De Belgische autoriteiten geven aan dat voor de periode 1998-2002 de berekeningen waarover de NMBS beschikte, een interne rendementsgraad (Internal Rate of Return, IRR) van 12,7 % opleverden voor een WACC van 9,5 % en een NPV van 9,7 miljoen euro, waarbij a priori kon worden gerekend op een redelijk rendement. |
(48) |
De acquisitie van Gruppo Saima Avandero (later: ABX in Italië). De Belgische autoriteiten geven aan dat voor de periode 1998-2008 de berekeningen waarover de NMBS beschikte, een IRR van 13,0 % opleverden voor een WACC van 9,0 % en een NPV van 51,8 miljoen euro, waarbij a priori kon worden gerekend op een redelijk rendement. |
(49) |
Voorts hebben de Belgische autoriteiten, nadat de Commissie de kwestie van de eventuele aanwezigheid van kruissubsidies die door de NMBS gebruikt zouden zijn om haar investeringen in ABX te financieren, aan de orde had gesteld, de volgende toelichting verstrekt.
|
(50) |
Tenslotte vermelden de Belgische autoriteiten dat de NMBS als gevolg van deze acquisities een aantal patronaatsverklaringen heeft verstrekt aan de schuldeisers van verschillende ABX-dochterondernemingen, met name aan de schuldeisers van ABX-D en ABX Spanje. De Belgische autoriteiten zijn van mening dat deze letters of comfort deel uitmaken van de gebruikelijke relaties in de particuliere economie tussen een moedermaatschappij en haar dochterondernemingen. |
2.3.2. De door de NMBS in 2001 gedane herinvesteringen
(51) |
Kapitaalsverhoging in Duitsland. Eind 2000 en in 2001 heeft de NMBS het kapitaal van haar Duitse dochteronderneming (ex-Bahntrans) verhoogd door een kasinbreng van 17,5 miljoen euro en door de omzetting in kapitaal van kortetermijnvoorschotten van de NMBS ten bedrage van 55 miljoen euro. Deze beslissing is genomen op basis van de aanbevelingen en analyses die tot stand zijn gekomen met de hulp van Boston Consulting Group (BCG). |
(52) |
BCG formuleert in zijn documenten de onderstaande argumenten en aanbevelingen.
|
(53) |
Volgens de Belgische autoriteiten ligt de IRR van de totale investering van 72,5 miljoen euro die op het moment van de investering kon worden verwacht, in de orde van 8 tot 10 %, afhankelijk van de gekozen resultaatverwachtingen. Deze IRR is vergelijkbaar met de kapitaalkosten van de NMBS op dit ogenblik. Berekening van de interne rendementsgraad (IRR) voor de herinvesteringen van de NMBS in ABX Duitsland in 2001 voor […] M
|
(54) |
Kapitaalsverhoging van 12,2 miljoen euro in Nederland: Het strategisch plan inzake de Nederlandse pijler (de vroegere groep Kersten Hunik, die in 1999 is aangekocht en waarin tevens de participaties in Ierland zijn samengebracht) bestaat in:
|
(55) |
De Belgische autoriteiten zijn van mening dat de IRR van deze investering op basis van de op dat ogenblik beschikbare resultaatverwachtingen ongeveer 11 % bedroeg voor deze investering van 12,2 miljoen euro. Berekening van de interne rendementsgraad (IRR) voor de herinvestertngen van de NMBS in ABX Nederland in 2001 voor 12,2 miljoen euro (cijfers in miljoen €)
|
(56) |
Kapitaalsverhoging van 30 miljoen euro in Frankrijk: In december 2001 besloot de NMBS het kapitaal van de in 1999-2000 aangekochte Franse onderneming te verhogen om een programma voor de effectisering van de schulden te kunnen invoeren op basis waarvan het bedrijf toegang zou krijgen tot een bankkredietlijn van 70 miljoen euro. Deze kapitaalsverhoging was door de Société Générale (kredietverlener van ABX LOGISTICS (France) SA) opgelegd als bindende voorwaarde voor de effectisering van de handelsschulden van ABX LOGISTICS (France) SA. |
(57) |
Volgens de Belgische autoriteiten bleek uit de toenmalige financiële prognoses voor ABX LOGISTICS (France) SA dat een herstelplan ervoor zou zorgen dat het bedrijf weer rendabel kon werken. Het plan ging uit van een stijging van het bedrijfsresultaat (EBIT) van -19,6 miljoen euro in 2001 tot 4,6 miljoen euro in 2003, op voorwaarde dat de bedrijfsvoering op een aantal punten werd verbeterd (informaticavoorzieningen, herziening van de distributieprocessen, sluiting en overdracht van activiteiten, harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden, integratie van activiteiten). Prognose van de evolutie van de resultaten van ABX LOGISTICS Frankrijk (in september 2001)
|
(58) |
Volgens de NMBS zou dankzij de effectisering de door haar verstrekte kortetermijnfinanciering worden vervangen door externe financiering. Op korte termijn vloeide een groot deel van de door de effectisering vrijgekomen kasmiddelen daadwerkelijk naar de cash pool van ABX en konden de lidbedrijven hun eigen uitstaande leningen aan de NMBS terugbetalen. |
(59) |
De Belgische autoriteiten zijn van mening dat de IRR van deze investering op basis van de op dat ogenblik beschikbare resultaatverwachtingen ongeveer 14 % bedroeg voor deze investering van 30 miljoen euro. Berekening van de interne rendementsgraad (IRR) voor de herinvestertngen van de NMBS in ABX Frankrijk in 2001 voor 30 M€ (cijfers in miljoen €)
|
2.3.3. De „parallelle bijdragen” van de NMBS aan ABX
(60) |
De Belgische autoriteiten wijzen erop dat de NMBS, toen zij de ondernemingen in Ierland en Portugal en de Air&Sea-activiteiten in België kocht, de schulden van die ondernemingen geheel of gedeeltelijk heeft overgenomen en later heeft omgezet in kapitaal. Volgens hen werd met deze omzettingen in kapitaal, die zij „parallelle bijdragen” noemt, het volgende beoogd:
|
(61) |
Volgens België stond het herstel van de omvang van het eigen kapitaal en van de rentabiliteit buiten kijf, gezien: (1) de verhouding verlies-omzet, (2) het totale bedrag van de omzettingen en (3) de door het management opgestelde financiële prognoses van eind 2002 (begroting 2003) waarin het herstel van het evenwicht wordt voorzien voor eind 2003. Deze dochterondernemingen konden niet worden gelijkgeschakeld met „ondernemingen in moeilijkheden” en konden qua toestand niet worden vergeleken met de drie onderdelen in moeilijkheden uit het eerste herstuctureringsplan. Volgens de Belgische autoriteiten vormen de eenmalige en gerichte maatregelen die de NMBS met betrekking tot deze dochterondernemingen heeft getroffen, een normale financieringstransactie die een moederonderneming in het kader van de bedrijfsvoering ten aanzien van bepaalde dochterondernemingen verricht en stemmen zij bijgevolg overeen met het principe van de investeerder in de markteconomie (PIM). |
(62) |
De eind 2002 opgestelde begroting 2003 voor de drie betrokken ondernemingen voorspelt trouwens een volledig of nagenoeg volledig herstel van het evenwicht (verlies van minder dan 1 miljoen euro) in de twaalf maanden na de invoering van het plan.
Essentiële financiële gegevens (2002) over de bedrijven in Ierland, Portugal en België (Air&Sea) (miljoen euro)
|
(63) |
De Belgische autoriteiten hebben berekeningen verstrekt van de IRR voor elk van deze operaties. Voor deze berekeningen, die hier niet in extenso worden weergegeven, wordt een methode gebruikt die vergelijkbaar is met die van de berekening van de herinvesteringen in 2001. De berekeningen leveren telkens een IRR op tussen 9,6 en 12,7 %. |
(64) |
De NMBS heeft ook een investering van 3,8 miljoen euro gedaan in ABX Singapore. Volgens de Belgische autoriteiten vallen de maatregelen met betrekking tot ABX LOGISTICS Singapore in geen geval onder artikel 87 van het Verdrag. Op verzoek van de Commissie hebben zij echter toch een raming gemaakt van het interne rendement, waaruit een IRR van 10,9 % voor deze investering zou blijken. |
(65) |
De NMBS heeft in 2000 ook een garantie van 3 miljoen euro verleend voor het optrekken van een gebouw in Singapore. De Belgische autoriteiten zijn van mening dat ook deze operatie buiten de werkingssfeer van artikel 87 van het Verdrag valt. Zij hebben naderhand verklaard dat de gegarandeerde schuld in de eerste plaats wordt gedekt door het gebouw zelf, dat als goed gelegen wordt beschouwd, op een dynamische markt in volle expansie. Dit gebouw is in 2005 verkocht. |
2.4. De rol van de staat in de besluitvorming van de NMBS over ABX
(66) |
In aanvulling op de desbetreffende gegevens die bij de inleiding van de procedure zijn verstrekt, geeft de Commissie hieronder een samenvatting van een aantal aspecten die de NMBS en de mogelijke invloed van de staat op de besluitvorming van de NMBS betreffen. |
2.4.1. De raad van bestuur en de activiteiten van de NMBS
(67) |
De NMBS is een autonoom overheidsbedrijf. Autonome overheidsbedrijven vallen krachtens de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (26) niet onder de faillissementswet. Het maatschappelijk doel van de NMBS is het vervoeren van passagiers en goederen per spoor, maar het bedrijf mag bovendien alle commerciële activiteiten verrichten die direct of indirect betrekking hebben op dat maatschappelijk doel. De beheersorganen van de NMBS zijn de raad van bestuur (RvB), het directiecomité (DC) en de gedelegeerd bestuurder (GB). De RvB bestaat uit tien leden, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder. De bestuurders (27) worden benoemd door de koning en worden gekozen op basis van de complementariteit van hun kwalificaties (28). |
(68) |
Hoewel de NMBS alle activiteiten mag uitoefenen die overeenstemmen met haar maatschappelijk doel, heeft de Belgische wetgever voorzien in een aantal mechanismen van beperkte opzet om na te gaan of een autonoom overheidsbedrijf geen inbreuk maakt op de wet, zijn organiek statuut of het beheerscontract. Het belangrijkste van deze mechanismen is het aanstellen van een regeringscommissaris die zitting neemt in de beheersorganen, met name de raad van bestuur en het directiecomité, en die erop moet toezien dat de wet, het organiek statuut van de NMBS en het beheerscontract worden nageleefd. |
2.4.2. De conclusies van het Rekenhof
(69) |
Het Belgische Rekenhof heeft een verslag (29) over de NMBS opgesteld met verhelderende en veelbetekenende informatie over de invloed van de staat op de besluitvorming van de NMBS met betrekking tot de commerciële activiteiten. In dit verslag staat enerzijds: „Het maatschappelijk doel van de NMBS is als volgt gedefinieerd177 : „De Maatschappij heeft het vervoer per spoorweg van reizigers en goederen tot doel. De Maatschappij kan op eigen gezag of door middel van deelneming in bestaande of op te richten Belgische, buitenlandse of internationale instellingen, alle commerciële, industriële of financiële handelingen verrichten die, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele, in verband staan met haar doel, dan wel die de verwezenlijking of de uitbreiding van dat doel kunnen vergemakkelijken of bevorderen. De fabricage en de verkoop van de goederen of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de spoorwegactiviteit worden met name geacht het doel te kunnen verwezenlijken of te bevorderen (…)”. De oorspronkelijke tekst van de wet van 23 juli 1926 houdende de oprichting van de NMBS preciseerde haar maatschappelijk doel niet. De wet van 1 augustus 1960 (tot wijziging van voornoemde wet) integreerde het maatschappelijk doel in de wettekst op basis van de volgende beschouwingen : „het U voorgelegd ontwerp van wet preciseert dan ook het maatschappelijk doel van de NMBS door te bepalen dat deze laatste rechtens alle met de exploitatie van het net verband houdende activiteit mag uitoefenen, namelijk de uitbating van restauratiezalen, van buffetten, enz. ; de bouw van materieel bestemd om door haar te worden gebruikt, de organisatie van alle wegtransport met het doel het vervoer der goederen te vergemakkelijken. (…)”. Het maatschappelijk doel van de NMBS is dus bewust zeer ruim gedefinieerd. Die definiëring behelst bovendien geen enkele beperking van geografische aard (…). Dat maatschappelijk doel kan zodanig worden geïnterpreteerd dat iedere commerciële of zelfs financiële activiteit gerechtvaardigd kan worden.” |
(70) |
Anderzijds geeft het Rekenhof, ten aanzien van de uitgaven van de NMBS ten gunste van ABX, aan uit welk het oogpunt bepaalde gedeelten van dit verslag zijn opgesteld: „Gezien de autonomie waarover de NMBS inzake beslissingbevoegdheid beschikt, de risicograad en de belangrijkheid, werd er bijzondere aandacht besteed aan de investeringsbeslissingen in het raam van de ontwikkeling van het ABX-netwerk. Dat onderzoek moet vooral duidelijkheid scheppen over de voorwaarden waarin die beslissingen tot stand zijn gekomen en zijn opgevolgd. Meer bepaald worden de moeilijkheden geïllustreerd die rijzen bij de tenuitvoerlegging van de wettelijke bepalingen die de Staat toelaat te voorkomen dat het vermogen van de maatschappij wordt ondermijnd om haar verplichtingen van openbare dienst te vervullen.” (30). |
(71) |
In dit verband komt het Rekenhof tot de volgende conclusies:
|
(72) |
In dit verband — namelijk de bewustwording van het risico dat de openbare-dienstactiviteiten van de NMBS bedreigt en de ontoereikende controlemiddelen waarover de staat beschikt om dit risico te beperken — moet het door het Rekenhof gemelde optreden van de regeringscommissaris en van de voogdijminister worden gezien. Zo wilde de regeringscommissaris met zijn optreden van 2 maart 2000 (36) nagaan of de investering in de Italiaanse tak van ABX „geen hinderpaal vormt voor de uitvoering van de taken van openbare dienst [van de NMBS].” Op 28 april 2000 (37) drukt de Minister van mobiliteit en vervoer de wens uit dat „de strategische opties van de onderneming in een langetermijnperspectief zouden worden geplaatst en zouden toelaten het voortbestaan en de leefbaarheid van de onderneming te waarborgen”. Op 31 mei 2000 (38) gaf de Minister van mobiliteit en vervoer toelichting over „de voorwaarden … waaronder de Staat zijn voogdij uitoefent bij het nemen van een deelneming”, een interventie die volgde op die van de regeringscommissaris van 26 mei 2000 (39) waarin hij erop wees „dat er compatibiliteit moet bestaan tussen de handelsactiviteiten en het maatschappelijk doel van de NMBS [alsmede] op de opdracht die hij krachtens de wet moet vervullen…”. |
2.4.3. Betrokkenheid van de ministerraad bij de herstructurering van ABX
(73) |
Bij de inleiding tot de onderzoekprocedure heeft de Commissie gerefereerd aan het verslag van de Belgische ministerraad van 22 februari 2002 en aan het desbetreffende persbericht (40), waaruit duidelijk de toenmalige betrokkenheid van de regering bij de besluitvorming over de herstructurering van ABX blijkt: „Op voorstel van de Eerste Minister heeft de Ministerraad een aantal maatregelen goedgekeurd met betrekking tot de activiteiten van ABX. De volgende beslissingen werden getroffen op basis van de gegevens en de strategische overwegingen overgemaakt door de NMBS: de NMBS zal overgaan tot de oprichting van een holdingmaatschappij waarin het geheel van de activiteiten van ABX ondergebracht zijn (…)”. |
2.4.4. De financieringscapaciteit van de NMBS van 1998 tot 2001
(74) |
De Commissie heeft geconstateerd dat de NMBS in de periode 1998-2001 financieel solide genoeg was om op de markt leningen af te sluiten. Dit blijkt met name uit:
|
(75) |
Vanaf 2002 gaat de financiële situatie van de NMBS er echter op achteruit. De financiële schulden in de geconsolideerde rekeningen zijn, uitgedrukt in euro, gestegen van 3,9 miljard in 2001 tot 5 miljard in 2002 en 6,2 miljard in 2003, terwijl de geconsolideerde schulden in 2001 8,6 miljard bedroegen, in 2002 9,6 miljard en in 2003 10,7 miljard, en het eigen kapitaal van de NMBS is afgenomen van 4,9 miljard in 2001 tot 4,4 miljard in 2002 en 4,2 miljard in 2003. Als alleen de financiële schulden met een looptijd van minder en meer dan één jaar in aanmerking worden genomen (44), ziet men een stijging in die verhouding van 80 % in 2001 tot 114 % in 2002 en 150 % in 2003, terwijl de NMBS beweerde dat de schuld over die jaren geconsolideerd was. |
3. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE HERSTRUCTURERINGS- EN PRIVATISERINGSMAATREGELEN
(76) |
De activiteiten van de groep ABX zijn verzameld binnen een holding met de naam ABX LOGISTICS Worldwide NV/SA (hierna ABX-WW of de groep ABX) (45). Bovendien zijn de activiteiten Air&Sea, die tot dusver bij de verschillende nationale entiteiten van ABX waren ondergebracht, reeds grotendeels gehergroepeerd binnen ABX LOGISTICS Air&Sea Worldwide SA/NV, een pas opgerichte subgroep van ABX-WW, hierna ABX-Air&Sea (46). Deze hergroepering past in een diepgaande herstructurering van alle activiteiten van de groep, die in 2002 is begonnen en haar beslag krijgt op operationeel gebied (integratie van de verschillende entiteiten, oprichting van een centrale dienst, organisatie in winstcentra, capaciteitsvermindering en productiviteitsinspanningen, enz.) en of financieel vlak (maatregelen voor het herstel van de financiële structuur en de levensvatbaarheid van de groep). Rekening houdend met die herstructureringsmaatregelen heeft de NMBS met een investeerder een voorlopige verkoopovereenkomst voor de groep ABX-Worldwide getekend, met dien verstand dat het standpunt van de Commissie over de herstructureringssteun nog moet worden ingewacht. Wat deze herstructurering vooral inhoudt, wordt hieronder uiteengezet. |
(77) |
De Belgische autoriteiten wijzen erop dat ABX-WW dankzij deze herstructurering sinds 2004 weer operationeel rendabel is (EBIT van 11,6 miljoen euro) en met ingang van 2006 weer nettorendabel zou moeten zijn (nettoresultaat van 10,7 miljoen euro) (47). |
3.1. Integratie en reorganisatie van de groep ABX
(78) |
Verschillende maatregelen voor de integratie van de ondernemingen van de groep ABX zijn ten uitvoer gelegd: integratie van de beheersstructuur van de groep (Phoenix-programma), van de informaticasystemen, het financieel beheer en het beheer van de personele middelen. |
(79) |
Phoenix: het Phoenix-programma is er volgens de Belgische autoriteiten op gericht het internationale beheer van de verschillende activiteiten van de groep te integreren, operationele synergieën te genereren, de inkoop te concentreren bij een beperkter aantal leveranciers, het „Corporate Centre” te versterken door het de nodige processen, competenties en informatica-instrumenten voor de uitoefening van zijn taken te verschaffen, via de „Product”-cellen de commerciële en operationele activiteiten tussen landen en het niveau van de dienstverlening aan de klanten te coördineren, en het plaatselijke management aan te zetten om zijn verantwoordelijkheid nemen en te motiveren voor samenwerking met de overige entiteiten van de groep. |
(80) |
Informatica: met de integratie van de informaticasystemen wordt beoogd de bestaande systemen te integreren, toepassingen te rationaliseren en integrale oplossingen voor de hele groep te ontwikkelen. |
(81) |
Financiële centralisatie: het team financieel beheer van de zetel van de groep is versterkt om deze functie bij de groep te centraliseren. Daarbij zijn de teams voor financiële en liquiditeitscontrole versterkt en zijn nieuwe controleteams opgezet voor de consolidatie van de resultaten en het beheer van de klantenvorderingen. De kwaliteit van de financiële informatie is verbeterd door middel van de bovenvermelde projecten voor integratie van de informatica en door standaardisering van de financiële informatie die door de verschillende landen bij de zetel van de groep wordt ingediend. |
(82) |
In het kader van deze financiële centralisatie heeft ABX een mechanisme opgericht in het kader waarvan alle ondernemingen van de groep onderling samen verantwoordelijk zijn voor de liquiditeit van de hele groep. Dankzij deze „cash pooling” is de groep ABX in januari 2001, met een door de NMBS verstrekte garantie, een liquiditeitslening van […] miljoen euro aangegaan bij een financiële instelling. De Belgische autoriteiten wijzen erop dat de betrokken bank voor deze lening […] een commercieel tarief heeft aangerekend en dat op de zekerheid die de NMBS in januari 2001 voor de kredietlijn heeft gesteld, een tarief van […] basispunten is toegepast. |
(83) |
Personele middelen: in november 2003 is een directeur personele middelen voor de groep aangesteld met als opdracht coördinatiestructuren en -processen op te zetten voor het beheer van de personele middelen van de dochterondernemingen, alsook gemeenschappelijke procedures in te voeren voor de aanwerving, beoordeling en salariëring van het hogere kader en de „high potentials” van de groep. In 2005 zal een Europese ondernemingsraad worden opgericht. |
(84) |
De Belgische autoriteiten geven aan dat de centrale diensten dankzij de centralisatie van de coördinatietaken efficiënter werken. De kosten van de centrale dienst, die de kosten van „Global Accounts”, internationale en/of meerdere producten afnemende klanten, de centrale informaticakosten en de structuurkosten (financieel, juridisch, personele middelen, communicatie) omvatten, worden doorberekend aan de dochterondernemingen van ABX-WW via „license en service fees”. De doorberekende bedragen vertegenwoordigen ongeveer […] % van de omzet van de dochterondernemingen van ABX-WW en dekken ook de kosten in verband met de bescherming en het gebruik van de merknaam, alsook de kosten voor alle diensten die de zetel aan de dochterondernemingen verleent. |
(85) |
Bovendien signaleren de Belgische autoriteiten, met name op basis van een recente studie (48), dat de structuurkosten van ABX-WW geringer zijn dan het gemiddelde voor groepen van vergelijkbare omvang, berekend voor alle sectoren samen. Wat betreft de relatieve omvang van het hoofdkwartier vergeleken met de omvang van de groep, blijk namelijk uit de verstrekte gegevens dat het geometrische gemiddelde voor alle beschouwde groepen 186 personeelsleden bij het hoofdkwartier bedraagt ten opzichte van een totale personeelsomvang van 10 000 mensen. Dit gemiddelde is hoger dan dat bij ABX, waar 60 mensen bij de centrale dienst werken op een totaal personeelsbestand van 10 000. |
(86) |
De activiteiten van ABX worden gegroepeerd rond een bepaald aantal „winstcentra” die een groep activiteiten omvatten die elk op zich levensvatbaar zijn tegen 2006 (met inbegrip van de activiteiten van Road Domestic in Duitsland, die de meeste problemen hebben opgeleverd). |
3.2. Specifieke maatregelen voor ABX Duitsland.
(87) |
Operationele maatregelen: Naast de bij de inleiding van de procedure beschreven operationele herstructureringsmaatregelen, zullen de extra maatregelen met betrekking tot het afstoten van dochterondernemingen en activiteiten, de stopzetting van kantoren en activiteiten, alsook de behaalde productiviteitswinsten, bij de afronding van het herstructureringsplan (in principe eind 2005) resulteren in een daling van het aantal vestigingen met 64 (daling van 69 %), van de omzet met 184 miljoen euro (daling van 30 %), van het personeel, uitgedrukt in voltijdequivalenten, met 1 589 (daling van 43 %) en van de operationele oppervlakte met 405 062 m2 (daling van 56 %) (49). In 2006-2007 zou de groep weer levensvatbaar moeten zijn. |
(88) |
Bij brief van 1 december 2005 wijzen de Belgische autoriteiten er bovendien op dat „gezien de ongunstige ontwikkeling van de Duitse markt en rekening houdend met de eisen van de richtsnoeren van de Europese Commissie, ABX werkt aan een plan waarmee het bedrijf het bereik van zijn nationale-wegtransportactiviteiten in Duitsland […] kan beperken (…). Dat plan moet nog verder worden uitgewerkt. ABX-LOGISTICS kan de Europese Commissie in de tussentijd beloven dat het vóór […] zijn nationale wegkoeriersnetwerk in Duitsland zal verkleinen middels sluitingen, overdrachten of partnerschappen. Doel van dergelijke maatregelen is het aantal door ABX gecontroleerde kantoren (momenteel 30) met […] te verlagen. Bovendien zou ABX […]aandeelhouder van […] vestigingsplaatsen kunnen blijven.” |
(89) |
Productiviteitswinsten: volgens de door de Belgische autoriteiten verstrekte gegevens zullen de operationele herstructureringsmaatregelen in Duitsland leiden tot een (bij een constante omzet theoretische) verbetering van de operationele marge met circa 14,6 miljoen euro voor ABX Duitsland. |
(90) |
Financiële herstructurering: De NMBS is van plan schulden ten belope van 50 miljoen euro om te zetten in kapitaal, extra eigen vermogen ten belope van 100 miljoen euro ter beschikking te stellen en een rentebedrag van 7,4 miljoen euro in kapitaal om te zetten. Deze maatregelen, die meteen na goedkeuring door de Commissie worden uitgevoerd, moeten ABX-D in staat stellen het op 31.12.2004 geconstateerde niveau van de eigen middelen (-143 miljoen euro; inmiddels aangepast tot - 141,2 miljoen euro) te verhogen tot 14,4 miljoen euro. Volgens de Belgische autoriteiten is voor ABX-D een dergelijk totaalbedrag vereist om de geplande privatisering van ABX-WW te kunnen uitvoeren (50). |
(91) |
Verwachte resultaten: de toepassing van dit maatregelenpakket zou volgens het business plan moeten leiden tot het herstel van de operationele levensvatbaarheid van ABX-D vanaf 2006 (EBIT van […] miljoen euro) en van de levensvatbaarheid op nettobasis vanaf 2007 (nettoresultaat van […] miljoen euro). |
3.3. Specifieke maatregelen voor ABX-Nederland
(92) |
Operationele maatregelen: Naast de bij de inleiding van de procedure beschreven operationele herstructureringsmaatregelen, zullen de overdracht van dochterondernemingen en activiteiten, de sluiting van kantoren en dochterondernemingen, alsook de behaalde productiviteitswinsten resulteren in een daling van het aantal vestigingen met in totaal 44 % (4 locaties), van de omzet met 21 % (14 miljoen euro), van het personeel, uitgedrukt in voltijdequivalenten, met 22 % (93 voltijdequivalenten) en van de operationele oppervlakte met 28 % (18 400 m2). |
(93) |
Productiviteitswinsten: volgens de door de Belgische autoriteiten verstrekte gegevens zullen de operationele herstructureringsmaatregelen in Nederland leiden tot een (bij een constante omzet theoretische) verbetering van de operationele marge met circa 5,7 miljoen euro voor ABX Nederland, en dit in de periode tot het bedrijf naar verwachting eind 2006-2007 weer levensvatbaar zal zijn. |
(94) |
Financiële herstructurering: De NMBS is van plan om meteen na de goedkeuring van de Commissie, schulden ten belope van 10 miljoen euro en rente ten bedrage van 0,6 miljoen euro om te zetten in kapitaal. Deze kapitaalinbreng moet ABX-NL in staat stellen het op 31.12.2004 geconstateerde niveau van de eigen middelen (-1,3 miljoen euro; inmiddels aangepast tot -1,5 miljoen euro) te verhogen tot 9,3 miljoen euro. Volgens de Belgische autoriteiten is voor ABX D een dergelijk totaalbedrag vereist om de geplande privatisering van ABX WW te kunnen uitvoeren (51). |
(95) |
Verwachte resultaten: de toepassing van dit maatregelenpakket zou volgens het business plan moeten leiden tot het herstel van de operationele levensvatbaarheid van ABX-NL vanaf 2005 (EBIT van […] miljoen euro) en van de levensvatbaarheid op nettobasis vanaf 2006 (nettoresultaat van […] miljoen euro). |
3.4. Afstoting van de „road domestic”-activiteiten in Frankrijk
(96) |
Naar aanleiding van de door ABX-F ondervonden problemen, die voor de overlevingskansen van de gehele groep ABX kritiek worden geacht, hebben de Belgische autoriteiten aangegeven dat de NMBS de binnenlandse wegvervoersactiviteiten van ABX-Frankrijk heeft afgestoten via een MBO (management buy-out). Aangezien de MBO reeds uitvoerig is beschreven in de uitbreiding van de procedure, wordt hier maar kort in herinnering gebracht dat de binnenlandse activiteiten van ABX-F via een MBO zijn verkocht tegen een negatieve marktprijs van […] miljoen euro. Deze verkoop is van kracht geworden op 31.3.2005 om middernacht. De andere activiteiten van ABX-F zijn overgedragen naar ABX-WW. |
(97) |
Twee expertbureaus, Deloitte en Ernst & Young Transaction Advisory Services komen tot de conclusie dat de negatieve verkoopprijs van […] miljoen euro voor de „road domestic”-poot van ABX-F correct is en conform de marktwaarde. |
(98) |
De Belgische autoriteiten stellen dat de NMBS haar investeringen in ABX Frankrijk heeft stopgezet: de in februari 2003 aangemelde herkapitalisatiemaatregelen worden niet ten uitvoer gelegd. De maatregelen met betrekking tot Frankrijk — MBO inbegrepen — passen in een breuktraject, weliswaar beheerst en sociaal verantwoord, waardoor meer dan 2 300 arbeidsplaatsen kunnen worden gered. De NMBS trekt zich uit Frankrijk terug: na de uitvoering van de MBO blijven als enige activiteiten van ABX Frankrijk nog over de uitvoering van drie rendabele logistiekcontracten die doorlopen tot eind […] en een omzet van slechts 29 miljoen euro opleveren. Op dat moment zal ABX Frankrijk geen enkele operationele activiteit meer verrichten en zal de onderneming hoogstwaarschijnlijk worden geliquideerd (52). Als de terugtrekking uit Frankrijk beschouwd mag worden als een onderdeel — in brede zin — van de herstructurering van de groep ABX LOGISTICS, gaat het hier dus niet om een herstructurering van de activiteiten van ABX LOGISTICS in Frankrijk in de zin van de voor Duitsland en Nederland aangekondigde maatregelen (53). |
3.4.1. De keuze van de MBO
(99) |
Ter herinnering: de Belgische autoriteiten hebben het MBO-scenario (management buy-out) met betrekking tot het binnenlandse gedeelte van de ABX-activiteiten afgewogen tegen een minnelijke vereffening en kwamen tot de slotsom dat een MBO de minst dure oplossing zou zijn. Bij de uitbreiding van de procedure trok de Commissie deze redenering in twijfel en wees zij erop dat alleen een afweging tussen een MBO en een gedwongen vereffening adequaat zou zijn, met als argument dat een particulier investeerder in een vergelijkbare situatie de voor hem minst dure oplossing zou kiezen, zonder de hypothese van een (gerechtelijke) vereffening uit te sluiten mocht dit de uit economisch oogpunt meest interessante oplossing blijken. |
(100) |
De Belgische autorititeiten beweren dat een gerechtelijk) vereffening in ieder geval duurder zou zijn dan een MBO en stellen ook dat, ondanks de twijfels van de Commissie, de vergelijking met een minnelijke vereffening niet alleen sociaal meer verantwoord is maar vooral, om de hierna genoemde redenen, ook de meest correcte is. |
3.4.2. Kosten van de verschillende scenario’s
(101) |
De Belgische autoriteiten hebben de kosten van de drie opties — MBO, minnelijke vereffening en gerechtelijke vereffening — vergeleken in de onderstaande tabel (54).
|
(102) |
Het verschil in kosten tussen een MBO en een minnelijke vereffening (hoofdzakelijk de kosten van een sociaal plan voor het resterende personeel en de dekking van de verliezen in de onderhandelingsperiode over dit sociaal plan) is volgens de Belgische autoriteiten gecontroleerd en bevestigd door Ernst & Young. Deze deskundigen kwamen tot het volgende besluit: wij concluderen dat globaal gezien het prijsverschil tussen het scenario van de MBO en dat van de liquidatie van de „domestic road”-activiteiten (45,5 miljoen euro) billijk en redelijk is. |
(103) |
Volgens de Belgische autoriteiten zouden de kosten van een gerechtelijke vereffening veel hoger zijn dan het nettovermogen van ABX Frankrijk op het ogenblik dat de operatie zou worden uitgevoerd (nl. -[…] miljoen euro) vanwege:
|
(104) |
Risico van […] ([…] miljoen euro): Volgens de Belgische autoriteiten (55) zou de NMBS, gezien haar aansprakelijkheid, bij een gerechtelijke vereffening een […] risico van een aansprakelijkheidsvordering lopen. […] (56), […] (57), […] (58) (59). |
(105) |
De Belgische autoriteiten halen ter illustratie tevens een recent vonnis […] (60). |
(106) |
De Belgische autoriteiten zijn van mening dat de Commissie zich moet beperken tot de constatering dat het risico bestaat en aannemelijk is en de vaststelling dat een particuliere onderneming bij een dergelijk risico in eenzelfde situatie waarschijnlijk zou proberen een gerechtelijke vereffening te vermijden en voor een minnelijke vereffening zou kiezen. […] (61). |
(107) |
Het Franse advocatenkantoor Grand, Auzas et Associés had eind 2004 de aandacht van de NMBS op dit risico gevestigd en heeft zijn analyse daarvan schriftelijk bevestigd. |
(108) |
Het bureau Linklaters heeft er de Belgische autoriteiten eveneens op gewezen dat […] (62) […] (63). |
(109) |
Mocht de NMBS […], dan zou zij volgens de Belgische autoriteiten op z'n minst een sociaal plan moeten financieren voor de 1 300 resterende werknemers, voor een bedrag van […] miljoen euro, en de schuldeisers van ABX Frankrijk schadeloos moeten stellen (8 miljoen euro voor schuldeisers i.v.m. vastgoed en 6 miljoen euro voor de andere schuldeisers). |
(110) |
Waardeverlies van de groep ABX voor de NMBS wegens verlies aan cliënteel (112 miljoen euro): De Belgische autoriteiten zijn van mening dat een gerechtelijke vereffening van de „road domestic”-activiteiten in Frankrijk het imago en de reputatie van de groep ernstige en duurzame schade zou toebrengen en een voor de hele groep nadelig klantenverlies met zich zou hebben gebracht. De door de Belgische autoriteiten opgestelde raming van het waardeverlies van de groep ABX is weergegeven in de onderstaande tabel. De Belgische autoriteiten menen dat het omzetverlies gedeeltelijk zou worden gecompenseerd doordat de directe vervoerskosten onmiddellijk zouden wegvallen. Maar de indirecte kosten (structuurkosten) zouden slechts geleidelijk dalen (door afvloeiing van personeel naar rato van het verloren activiteitenvolume) over een periode van drie jaar alvorens tot de toestand van vóór de gerechtelijke vereffening terug te keren. Het effect van het verlies aan cliënteel op het bedrijfsresultaat (EBIT) zou dus in het eerste jaar het grootst zijn en zou in de daaropvolgende twee jaar afnemen tot de terugkeer naar de toestand van vóór de gerechtelijke vereffening. Waardevermindering van de groep wegens volumeverlies bij gerechtelijke vereffening van ABX LOGISTICS France SA
|
(111) |
De Belgische autoriteiten wijzen erop dat het, volgens het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, „dus evenzeer denkbaar [is] dat een moedermaatschappij gedurende een bepaalde tijd de verliezen van een van haar dochterondernemingen draagt om de beëindiging van haar bedrijf onder de beste voorwaarden mogelijk te maken. Dergelijke beslissingen kunnen niet slechts worden ingegeven door de waarschijnlijkheid dat hierdoor indirecte materiële winst wordt behaald, maar ook door andere overwegingen, zoals het behoud van het aanzien van de groep of de heroriëntatie van haar bedrijvigheid” (64). |
(112) |
Kosten van het ontslag van personeel dat overtollig is geworden wegens de volumevermindering ([…] miljoen euro): Zoals hierboven is uiteengezet, zijn de Belgische autoriteiten uitgegaan van de hypothese dat de indirecte kosten geleidelijk konden worden verminderd door ontslagen over een periode van 3 jaar, om uiteindelijk tot een evenwicht te komen. Zij gaan uit van ongeveer 1 000 ontslagen (550 in Duitsland, 2000 in Frankrijk, 100 in België en 200 in de rest van de wereld). |
(113) |
Effect op de behoefte aan bedrijfskapitaal voor de groep ABX (45 miljoen euro): De Belgische autoriteiten verwachten dat een scenario van een gerechtelijke vereffening van de groep aanleiding zou geven tot sterke druk van de leveranciers van de rest van de groep om opnieuw te onderhandelen over de betalingstermijn voor hun facturen (bij voorbeeld eis tot contante betaling in plaats van betaling op 30 dagen na het einde van de maand). Volgens hun berekeningen zou een inkorting van de betalingstermijn met 7 dagen onmiddellijk leiden tot een behoefte aan liquide middelen ter waarde van 45 miljoen euro. |
(114) |
Effect op de gemiddelde financieringskosten van de NMBS en van ABX LOGISTICS Worldwide (14 + 7 miljoen euro): De gemiddelde financieringskosten van de NMBS en ABX LOGISTICS bij hun respectieve banken zouden volgens de Belgische autoriteiten kunnen toenemen door de instelling van een surseance van betalingen van een van hun dochterondernemingen. De eventuele extra financieringskosten worden geraamd op 100 basispunten (1 %) voor de bankschuld van ABX LOGISTICS (ongeveer 240 miljoen euro) en op 50 basispunten voor de bankschuld van de NMBS (ongeveer 900 miljoen euro) die niet is overgenomen door de Belgische staat. Uitgaande van de hypothese dat de extra kosten over drie jaar geneutraliseerd zullen zijn, schatten de Belgische autoriteiten de extra kosten die verbonden zijn met de financiering van de NMBS-schuld op ongeveer 14 miljoen euro; voor de ABX LOGISTICS-schuld wordt het bedrag geraamd op 7 miljoen euro. |
3.4.3. Andere overwegingen van de Belgische autoriteiten
(115) |
Naast de vergelijkingen van de geraamde kosten van de verschillende scenario’s zijn er volgens de Belgische autoriteiten nog andere factoren in het spel waarmee investeerders rekening houden wanneer sprake is van overdracht of sluiting van een activiteit |
(116) |
Een faillissement had volgens de Belgische autoriteiten aanleiding kunnen geven tot sociale onrust en een eventuele blokkering van de activiteiten van ABX LOGISTICS op vestigingsplaatsen die niet door de vereffening zouden worden getroffen (internationale activiteiten), hetgeen een weerslag zou hebben gehad op het vervoer naar de andere landen, of zelfs op het vervoer van de NMBS. Een particuliere onderneming zou volgens hen in dezelfde omstandigheden ook rekening hebben gehouden met soortgelijke zeer grote risico's en hebben gekozen voor een scenario van minnelijke vereffening. |
(117) |
Volgens de Belgische autoriteiten is het, in het algemeen gesproken, onjuist dat een particuliere investeerder, en zeker een Europese investeerder van het formaat van de NMBS, vanzelfsprekend het scenario van een gedwongen vereffening zou hebben gekozen als dit minder duur was dan een vrijwillige vereffening. Ook andere bedrijven hebben in dezelfde omstandigheden gekozen voor een scenario van vrijwillige vereffening met financiering van een sociaal plan voor de werknemers die door de stopzetting van de activiteiten werden getroffen (65). Volgens het deskundig advies dat door de Belgische autoriteiten aan een in sociaal recht gespecialiseerd advocatenkantoor (Claeys & Engels) is gevraagd, zijn er verschillende recente voorbeelden van particuliere bedrijven die een dergelijke houding hebben aangenomen. |
(118) |
Voorts vermelden de Belgische autoriteiten dat de particuliere onderneming „TNT” dezelfde stappen als de NMBS heeft gezet door zich terug te trekken uit verlieslatende activiteiten op het gebied van nationaal vervoer en een deel van haar „contract logistics”-activiteiten in Frankrijk, veeleer dan over te gaan tot een vrijwillige of gerechtelijke vereffening (66). |
(119) |
De Belgische autoriteiten wijzen erop dat de Commissie in haar mededeling van maart 2005 met betrekking tot bedrijfsherstructureringen het volgende heeft gezegd: „Het behoud van de sociale samenhang, dat een kenmerk van het Europees sociaal model is, vereist het opzetten van een begeleidingsbeleid om de sociale kosten te minimaliseren en het zoeken naar alternatieve werkgelegenheids- en inkomstenbronnen te bevorderen. (…) Herstructureringen van bedrijven worden vaak waargenomen als een in hoofdzaak negatief verschijnsel, waarbij de onmiddellijke effecten op de werkgelegenheid of op de arbeidsvoorwaarden het vaakst op de voorgrond worden geplaatst. (…). Het is bijgevolg nodig dat deze ontwikkelingen zodanig worden begeleid dat de effecten daarvan op de werkgelegenheid en de arbeidsvoorwaarden zo transitorisch en beperkt mogelijk zijn” (67). |
(120) |
Kortom, de NMBS heeft volgens de Belgische autoriteiten om de volgende redenen gekozen voor het MBO-scenario:
|
3.5. Inkrimping van het ABX-netwerk
(121) |
De herstructurering van de groep ABX heeft tot een belangrijke inkrimping van de capaciteit voor het vrachtvervoer geleid. Deze wordt gemeten aan de hand van indicatoren, zoals de gefactureerde omzet, het aantal vestigingsplaatsen, de opslagoppervlakte of het aantal werknemers. |
(122) |
Volgens de Belgische autoriteiten gaan de totale operationele herstructureringsmaatregelen die in de gehele groep ABX-WW zijn getroffen, veel verder dan de oorspronkelijk geplande maatregelen. Het oorspronkelijke plan voorzag in de verkoop van drie dochterondernemingen met een omzet van 98,5 miljoen euro, de sluiting van 7 kantoren en 3 opslagplaatsen in Duitsland, 4 kantoren in Frankrijk en 2 kantoren in Nederland Dit komt neer op een verlaging van het aantal voltijdequivalenten met 690 — de impact van de sluiting van kantoren in aanmerking genomen. De in 2005 gemelde maatregelen voor de inkrimping van de capaciteit zullen er tegen het einde van de herstructurering toe leiden dat het aantal vestigingsplaatsen met 31 % (176 locaties) wordt verminderd, de omzet met 21 % (624 miljoen euro), het personeel (voltijdsequivalenten „ETP”) met 40 % (5 827) en de bedrijfsoppervlakte met 54 % (917 377 m2 (68). De extra verbintenissen die België in november 2005 ten aanzien van Duitsland is aangegaan, dragen nog bij tot deze inkrimping. |
(123) |
De Belgische autoriteiten zijn van mening dat de inkrimping van het activiteitenbereik en de stopzetting van activiteiten die sedert 2002 zijn uitgevoerd, het maximaal haalbare zijn en dat een verdere inkrimping de volledige ontmanteling van het ABX LOGISTICS-netwerk zou betekenen. Het bestaan van een internationaal netwerk ligt immers ten grondslag aan de strategische en commerciële positie van ABX en zijn concurrenten; een ontmanteling van het netwerk zou ernstige negatieve gevolgen hebben waardoor de structurele concurrentiepositie van de groep op de markt, de verwezenlijking van het herstructureringsplan en de aantrekkingskracht van de groep voor potentiële partners in het kader van een privatisering in gevaar zouden komen. Het scenario van de afstoting van de binnenlandse wegkoeriersdienst in Frankrijk kan volgens de Belgische autoriteiten in Duitsland niet worden overgedaan. De binnenlandse en buitenlandse wegkoeriersdiensten die de groepsondernemingen in Duitsland en Nederland aanbieden, zijn vanwege het belangrijke aandeel gemeenschappelijke klanten en de op elkaar afgestemde transacties en informaticasystemen namelijk veel verder geïntegreerd dan in Frankrijk. Deze grotere mate van integratie heeft niet alleen te maken met de structuur van de Duitse markt, maar ook met de voorgeschiedenis van ABX LOGISTICS (de afdelingen voor „buitenlandse” en „binnenlandse” diensten zijn in Frankrijk pas in 2003 gedeeltelijk samengevoegd, terwijl in Duitsland de binnenlandse wegkoeriersdiensten en de internationale vrachtvervoersdiensten over de weg al in één afdeling waren ondergebracht sinds 1996, toen THL en Bahntrans werden gefuseerd (later: ABX Duitsland). Indien het Road netwerk nog minder fijnmazig wordt, aldus de Belgische autoriteiten, zal ABX LOGISTICS zowel in Duitsland als in Nederland uit de markt worden gedrongen, zoals blijkt uit een vergelijking tussen het aantal locaties van ABX LOGISTICS en zijn concurrenten in beide landen. Vergelijking tussen het aantal „road”-locaties van ABX LOGISTICS en zijn belangrijkste concurrenten op de Nederlandse en de Duitse markt (de verbintenissen inzake extra inkrimpingen in Duitsland zijn in aanmerking genomen (69)
De Belgische autoriteiten wijzen erop dat deze afstotingen plaatsvinden in een fase waarin de belangrijkste concurrenten van ABX wegkoeriers- of groupagebedrijven aankopen, met name in Duitsland, om hun wegkoeriersdienstnet in dat land uit te breiden. |
3.6. Leningen die de NMBS in 2002 aan ABX heeft verleend
(124) |
De NMBS heeft aan verschillende dochterondernemingen van ABX leningen verstrekt. In april en mei 2002 heeft de NMBS aan haar Belgische dochter ABX LOGISTICS groep NV drie leningen van 50 miljoen euro, 10 miljoen euro en 29 miljoen euro verstrekt, tegen verschillende tarieven. Volgens de Belgische autoriteiten bedroeg het gemiddelde tarief respectievelijk […], […] en […] %. Op 30 juni 2004 zijn de leningen overgenomen door de NMBS en rechtstreeks aan ABX-Duitsland, ABX-Nederland en ABX-Frankrijk toegewezen tegen een rentevoet van respectievelijk […], […] en […] %. |
3.7. De privatisering van ABX-WW
(125) |
Volgens de Belgische autoriteiten „heeft de NMBS bevestigd dat zij ABX LOGISTICS Worldwide nog steeds uiterlijk zes maanden na de beschikking de Commissie tot goedkeuring van het herstructureringsplan wil privatiseren (…). De NMBS Holding heeft met een potentiële koper een bindend beginselakkoord (term sheet) gesloten dat op 22 maart 2005 is ondertekend. Opschortende voorwaarde voor dit akkoord is de vaststelling door de Commissie van een positieve beschikking tot goedkeuring van het herstructureringsplan” (70). |
(126) |
Volgens de Belgische autoriteiten heeft de NMBS, na haar besluit tot herstructurering en overdracht van ABX, onderhandelingen gevoerd met een aantal potentiële overnemers. De NMBS heeft ABX-WW en het bedrijf „Petercam” in dit verband opdracht gegeven om haar in het kader van dit verkoopproces te vertegenwoordigen. |
(127) |
Vanaf juni 2003 is ABX-WW voorlopige besprekingen aangegaan met een eerste partner, een bedrijvengroep. In maart en juni 2004 is een ontwerpmemorandum van overeenkomst opgesteld. Van juni tot augustus 2004 zijn de onderhandelingen opgeschort om redenen die te maken hadden met die eerste potentiële partner. |
(128) |
In juni 2004 heeft ABX-WW contact opgenomen met een tweede partner. In september 2004 heeft deze partner evenwel te kennen gegeven de onderhandelingen met ABX-WW definitief te willen beëindigen. |
(129) |
Eind augustus 2004 zijn contacten gelegd met een derde mogelijke partner, weer een bedrijvengroep. Die onderhandelingen zijn beëindigd, omdat men voorrang wilde geven aan een vierde partner, die in november 2004 een bindend bod voor de overname van ABX-WW heeft gedaan. Met die laatstgenoemde kandidaat, hierna „Yvan” genoemd, heeft de NMBS in maart 2005 de hierboven vermelde verkoopovereenkomst en het term sheet getekend. |
(130) |
Volgens het hierboven vermelde term sheet heeft Yvan zich ertoe verbonden om, onder voorbehoud van een positieve beschikking van de Commissie, [tussen 60 en 150(**)] miljoen euro te investeren, waarvan […] miljoen zou dienen als betaling voor de aandelen van ABX LOGISTICS Worldwide aan NMBS Holding. Het resterende investeringsbedrag zou als volgt worden gebruikt:
|
(131) |
In het term sheet is bepaald dat, onder voorbehoud van de bij overdracht gebruikelijke voorwaarden en „due diligence”-onderzoeken, Yvan en de NMBS de groep ABX moeten verkopen zodra de opschortende voorwaarde in verband met de beschikking van de Commissie, vervalt. Wordt niet aan die voorwaarde voldaan, dan is het mogelijk dat Yvan en de NMBS in bepaalde omstandigheden niet aan de verkoopovereenkomst gebonden zijn. |
(132) |
Tot slot onderstrepen de Belgische autoriteiten dat „de NMBS na de privatisering van ABX WW vrijgesteld zal zijn van alle buiten de balans aangegane verbintenissen, garanties en patronaatsverklaringen. […] De patronaatsverklaringen worden overbodig en vervallen zodra de financiële herkapitaliseringsmaatregelen van de Duitse dochter worden goedgekeurd door de Commissie en ten uitvoer worden gelegd (71).” |
4. OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN
4.1. Inleiding van de procedure
(133) |
Gezien de omstandigheden van de zaak en met name de door de Commissie bij de inleiding van de procedure uiteengezette conclusies, hebben de belanghebbende partijen afzonderlijk en onafhankelijk de volgende opmerkingen gemaakt. |
(134) |
Eerst worden de argumenten van een eerste groep belanghebbende derden uiteengezet, te weten 1. Verein zur Förderung des Wettbewerbs und lauteren Verhaltens im Speditions- Logistik- und Transportgewerbe E.V. Köln, 2. H.A.L.T.E., 3. Ziegler, 4. Freshfields, Bruckhaus, Deringer (als gemachtigde van Deutsche Post AG) 5. De Beroepsorganisatie van de Vlaamse Goederentransport Ondernemers en Logistieke Dienstverleners (SAV), wier argumenten elkaar overlappen en als volgt kunnen worden samengevat (72). |
(135) |
Het herstructureringsplan: De belanghebbenden onderstrepen de intrinsieke zwakke punten van het oorspronkelijke, door ABX voorgelegde herstructureringsplan. Betwist wordt dat de bedoelde entiteiten in aanmerking komen voor herstructureringssteun, aangezien zij, althans economisch gezien, opgaan in een groep ondernemingen die de beoogde maatregelen zal moeten kunnen medefinancieren. Benadrukt wordt dat herstructureringssteun alleen toegestaan kan worden als hij gekoppeld is aan een levensvatbaar herstructureringsplan dat een terugkeer naar winstgevendheid op lange termijn garandeert. Genoemde belanghebbenden constateren bij de inleiding van de procedure dat het plan niet tot levensvatbaarheid leidt omdat de financiering ervan onvoldoende is en de operationele herstructureringsmaatregelen ontoereikend. Hieruit vloeit voort dat goedkeuring van steun die niet tot levensvatbaarheid leidt, tot een concurrentievervalsing zou leiden die in strijd is met het belang van de Gemeenschap. |
(136) |
Over het algemeen zou de waarschijnlijkheid van een terugkeer tot normale winstgevendheid van het kapitaal niet nader zijn toegelicht, evenmin als de voorwaarden voor zo’n ontwikkeling in termen van globale marktgroei, marktaandeelwinsten, verbetering van de productiviteit en de kwaliteit van de dienstverlening en van wijziging van het klantengedrag. |
(137) |
De beoogde herstructurerings- en rationaliseringsmaatregelen zijn een aanpassing aan de veranderingen in de koeriersdienst en logistiek die ABX al jaren geleden had moeten doorvoeren, en die andere ondernemingen in de sector ten koste van grote inspanningen wel reeds hebben verwezenlijkt. Indien de Commissie het plan zou goedkeuren, zou dit een reeds lang bestaande verstoring van de markt continueren en de economische moeilijkheden afschuiven op de ondernemingen die hun herstructurering reeds hebben doorgevoerd, met name de middelgrote bedrijven met privékapitaal, en enkele daarvan in onoverkomelijke moeilijkheden brengen. |
(138) |
De inmenging van de staat: De vertragingen bij de herstructurering van ABX zijn grotendeels te wijten aan de continue bemoeienis van de NMBS met het dagelijks bestuur van ABX en de politieke benoeming van de leden van de raad van bestuur van ABX. Enkele belanghebbenden wijzen met nadruk op het gebrek aan transparantie bij de keuze van de bestuurders in de ABX Logistics Group en als gevolg daarvan ook bij ABX Logistics Worldwide. Deze bestuurders worden op willekeurige wijze benoemd door de directie van de NMBS volgens politieke criteria, hetgeen ieder onafhankelijk beheer van de onderneming verhindert. Onder meer is gezegd dat managementbesluiten van ABX genomen worden door de Raad van ministers ofwel door de directie van de NMBS en dat er geen sprake van is dat ABX door een eigen uitvoerend comité wordt beheerd. |
(139) |
De herstructurering van de dochteronderneming in Frankrijk: Het bedrag aan herfinanciering dat nodig is wordt te laag geschat. Het oorspronkelijke plan onderschat de omvang van de steun die alleen al nodig is om het verlies op te vangen dat geleden is bij de opzet van het netwerk van ABX-dochterondernemingen. In totaal zijn de prognoses voor het herstel van de activiteit niet realistisch en onmogelijk te verwezenlijken zonder latere bijkomende steun en zonder verovering van marktaandelen ten koste van concurrenten door het voeren van een marktverstorend beleid. |
(140) |
De privatisering van ABX: Enkele belanghebbenden hebben om de privatisering van ABX gevraagd. Kritiek wordt geleverd op het feit dat zo’n privatisering in het vooruitzicht wordt gesteld zonder dat er tekenen zijn die wijzen op de concrete uitvoering van die verkoop. |
(141) |
Aankoop en uitbreiding van het ABX-net: Bovengenoemde derden zijn van mening dat ABX in de sector koeriersdiensten en logistiek met illegale staatssteun heeft gewerkt, met ernstige concurrentieverstoringen op de markt als gevolg. De opzet van het ABX-net is alleen mogelijk geweest met behulp van massale door de NMBS verstrekte staatssteun. |
(142) |
Vervolgens worden de argumenten van een tweede groep belanghebbende derden uiteengezet, te weten 6. FGTE CFDT Route (Union Fédérale Route), 7. Fédération Nationale des Syndicats de Transports CGT, 8. Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs, 9. ABX Logistics — vertegenwoordigers van de groep ABX Logistics Duitsland, wier argumenten elkaar overlappen en als volgt kunnen worden samengevat (73). |
(143) |
Over de situatie waarin de werknemers van ABX verkeren is door de belanghebbenden veel commentaar geleverd. Zij wijzen erop dat reeds honderden werknemers slachtoffer zijn geworden van eerdere sociale plannen in Frankrijk en dat de banen in de logistieke sector op de tocht staan. De vertegenwoordigers van de Duitse dochteronderneming herinneren ook aan de inkrimping met ongeveer 4 000 arbeidsplaatsen sinds 1998 waarbij nog eens de 2 000 banen in onderaanneming moeten worden opgeteld. Voorts wordt erop gewezen dat ABX op het punt staat geprivatiseerd te worden en dat de inspanningen om dit doel te bereiken niet teniet gedaan mogen worden. |
(144) |
De Fédération Nationale des Syndicats de Transport CGT vraagt specifiek om de invoering van verplichte sociale tarieven ter bestrijding van de economische dumping waaraan de concurrenten van ABX in Frankrijk zich duidelijk schuldig maken. |
(145) |
De Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs wijst er evenwel op dat ABX blijk heeft gegeven van bereidheid tot samenwerking door vrijwillig de boeken te openen. Daardoor is de FEBETRA in de gelegenheid na te gaan of de geldende regelgeving op het gebied van vergunningen en ter verzekering van voertuigen wordt nageleefd. |
(146) |
Voorts wordt vermeld dat het management van ABX (België) NV bij de Commissie na het verstrijken van de termijn voor indiening van commentaar, een petitie heeft ingediend van de chauffeurs die in de verschillende regionale distributiecentra van ABX België werken, waarin expliciet wordt gevraagd om een gunstige beschikking in het dossier van de herstructurering van ABX. |
4.2. Uitbreiding van de procedure
(147) |
In verband met de uitbreiding van de procedure hebben de volgende belanghebbenden afzonderlijk en onafhankelijk de volgende opmerkingen gemaakt. |
(148) |
Eerst worden de argumenten van een eerste groep belanghebbende derden uiteengezet, te weten 1. „HALTE” ; 2. Freshfields Bruckhaus Dehringer; 3. BCA — Belgian Courrier Association; 4. de heer Robert Ziegler (74); 5. Febetra (Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners) ; 6. SAV — Koninklijke Beroepsvereninging Goederenvervoerders Vlaams Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wier argumenten elkaar overlappen en als volgt kunnen worden samengevat (75). |
(149) |
Deze partijen uiten voornamelijk twijfel over de verenigbaarheid van de door ABX ontvangen steun en vragen om herstel van billijke concurrentievoorwaarden. Zij doen dit onder meer in verband met de verhoging van de aangemelde steun en de belangrijke positie die ABX inneemt op markten met een sterke concurrentie, met name in Duitsland. Eventuele goedkeuring van de steun moet evenwel gepaard gaan met voldoende tegenprestaties van de kant van ABX. Ten aanzien van de verkoop van een deel van ABX Frankrijk vragen genoemde partijen of deze verkoop heeft plaatsgevonden zonder te leiden tot nieuwe steunbetalingen. De verkoop van ABX wordt beschouwd als een positieve stap mits dit gebeurt onder marktvoorwaarden. In verband met de verkoop mag de Commissie er alleen toe overgaan een minder streng besluit te nemen ten aanzien van de door ABX geïnde steun wanneer er geen verkoop plaatsvindt. |
(150) |
Voorts wijst de heer Ziegler erop dat terugbetaling van de ten behoeve van ABX aangekondigde lening van 140 miljoen euro niet heeft plaatsgevonden, dat te vrezen valt dat ABX daardoor, mede gezien de voorwaarden voor privatisering van de groep ABX, een voordeel krijgt, dat de NMBS ABX-Frankrijk niet heeft verkocht, dat een herstructurering van ABX met het huidige management en ondernemingsbeleid niet realistisch is en dat een failliet van ABX vérstrekkende gevolgen zal hebben. |
(151) |
Vervolgens worden de argumenten van een tweede groep belanghebbenden uiteengezet, te weten 1. ABARENT N.V., 2. DOL & SERVICES, 3. Pierre Lepoint, 4. Geert Lagae BVBA, 5. WEVETRA — Werner Vranckx Transport, 6. Claude Bogaerts, 7. Johan Vergote, 8. Cooljet, 9. UPTR — Unie van Professionele Transporteurs en Routiers, 10. Vervoerbedrijf Van Hauwermeiren „BA.AN” BVBA, 11. SD Transport BVBA, 12. Gincotrans, 13. Vervoer Marc Cobbaert, 14. François Timmermans, 15. Tractrans, 16. GPF, 17. Transport Fabrice, 18. SOS Transport, 19. Eddy Ommeslag, wier argumenten elkaar overlappen en als volgt kunnen worden samengevat (76). |
(152) |
De meesten van deze groep derden hebben gezegd dat zij niet willen dat de Commissie de werkgelegenheid van de duizenden onderaannemers die voor ABX werken in gevaar brengt door een eventueel negatieve beschikking. |
(153) |
Volgens Cool Jet kunnen de in het kader van de MBO teruggekochte activiteiten levensvatbaar zijn na herstel, hetgeen wel moet gebeuren volgens een duidelijk strategisch plan binnen drie jaar na de hervatting van de activiteiten. Bij de koopprijs is rekening gehouden met de redelijkerwijs te verwachten en begrote verliezen; de overgenomen activiteiten bestrijken geen significant deel van de markt (1,5 % van de koeriers- en expresmarkt in Frankrijk) en tenslotte zijn er 1.300 personen bij de maatschappij Cool Jet in dienst, banen die verloren zouden zijn als Cool Jet niet de betreffende activiteiten had kunnen verwerven. |
(154) |
Anderzijds heeft de UPTR in alle helderheid de boeken van ABX kunnen inzien en constateert dat de resultaten van de groep verbeterd zijn en dat deze voor de eerste maal in 2004 op operationeel niveau rendabel is geweest. De UPTR dringt er bij de Commissie op aan snel een beslissing te nemen om de privatisering van ABX toe te staan, zodat de stabiliteit van een loyale speler, waarvan de aanwezigheid op de markt de Belgische wegvervoersector ten goede komt, gegarandeerd wordt. |
(155) |
De Commissie heeft ook na de sluiting van de procedure een klacht ontvangen met betrekking tot de verkoop van ABX-WW; de NMBS-holding zou geen transparante open en niet-discriminerende procedure hebben gevolgd bij de privatisering van ABX Logistics en zou zo de klagende investeerders buiten de deur hebben gehouden. |
5. COMMENTAAR VAN BELGIË
5.1. Inleiding en uitbreiding van de procedure
(156) |
De kernpunten in het commentaar van België met betrekking tot de inleiding en de uitbreiding van de procedure worden gedeeltelijk opgenomen in het beschrijvend gedeelte van deze beschikking. De overige belangrijkste elementen worden hieronder samengevat. |
(157) |
De toerekenbaarheid van bepaalde handelingen aan de Belgische staat: De Belgische autoriteiten hebben voor het hele dossier steeds gezegd dat er totaal geen sprake was van enige betrokkenheid van de Belgische staat als bedoeld in de jurisprudentie Stardust van het Hof van Justitie bij de besluitvorming van de NMBS met betrekking tot ABX Logistics. Verder wezen zij erop dat het aan de Commissie is om een dergelijke toerekenbaarheid eventueel aan te tonen. |
(158) |
Ten aanzien van de investeringen in ABX hebben de Belgische autoriteiten gedurende de gehele procedure steeds herhaald dat de staat geen rol heeft gespeeld in de besluitvorming van de NMBS. |
(159) |
Ten aanzien van het perscommuniqué van de Raad van ministers van 22.2.2002 hebben de Belgische autoriteiten herinnerd (77) aan het volgende:
|
5.2. Antwoord van de Belgische autoriteiten op de opmerkingen van derden
(160) |
In antwoord op opmerkingen van belanghebbenden over de keuze van bestuurders aan de hand van hun politieke kleur verklaren de Belgische autoriteiten dat de activiteiten van ABX Logistics geen betrekking hebben op de openbare dienstverleningstaken van de NMBS. Genoemde activiteiten en het beheer daarvan vallen dus volledig onder de beheersautonomie van de NMBS. Hieruit volgt dat de procedure voor de benoeming van bestuurders van ABX Logistics de procedure is die door de Belgische wet voor iedere onder die wet vallende naamloze vennootschap wordt voorgeschreven. De benoeming van bestuurders voor ABX Logistics of dochterondernemingen daarvan gebeurt dus volgens transparante wettelijk voorgeschreven procedures waarbij willekeur naargelang van politieke kleur geen rol speelt. |
(161) |
Financiering van het netwerk van ABX Logistics: De Belgische autoriteiten houden staande dat de structuur van de balans van de NMBS ten tijde van de acquisities (1998 — 2001) gezond was en dat het geconsolideerd resultaat tussen 1998 en 1999 positief was. |
(162) |
De argumenten van België ten aanzien van de herinvesteringen: Naast de in de uiteenzettingen samengevatte argumenten van de Belgische autoriteiten ten aanzien van de herinvesteringen is volgens hen ook de gerichte actie van de NMBS met betrekking tot de betrokken dochterondernemingen (Duitsland, Frankrijk, Nederland, Ierland, Portugal, België) dus volkomen verenigbaar met de handelwijze van een particuliere investeerder in een markteconomie. Daar komt nog bij dat artikel 87 van het Verdrag niet van toepassing is op de interventies voor ABX LOGISTICS Singapore. |
(163) |
Met betrekking tot het commentaar van derden ten aanzien van de uitbreiding van de procedure verklaren de Belgische autoriteiten dat zij reeds bij eerdere gelegenheden geantwoord hebben op deze opmerkingen, waarin alleen maar de twijfels van de Commissie worden herhaald. |
(164) |
Op de opmerkingen van de heer Robert Ziegler antwoorden de Belgische autoriteiten dat de tijdelijke lening van 140 miljoen euro en de nieuwe maatregel om deze lening te kapitaliseren bij de Commissie zijn aangemeld. Zolang er geen goedkeuring is, is er geen sprake van een verbintenis van de kant van de NMBS of ABX. Hetzelfde geldt voor de bijdrage van 157,4 miljoen euro eigen middelen voor de herstructurering van ABX Duitsland en voor de overige aangemelde maatregelen. Voor het potentiële voordeel dat ABX zou kunnen verkrijgen door middel van de privatisering verwijzen de Belgische autoriteiten naar het aan de Commissie verstrekte „fairness opinion” van KPMG, waarin wordt gesteld dat de voorwaarden voor de voorgestelde verkoop aan [Yvan] billijk en redelijk zijn en de prijs in overeenstemming is met de marktwaarde. Ten aanzien van de bewering dat ABX Frankrijk niet is verkocht, herinneren de Belgische autoriteiten eraan dat zij hebben vermeld welke delen verkocht zijn. Voor deze verkoopsvoorwaarden verwijzen zij onder meer naar het rapport Ernst &Young, waarin wordt gezegd dat de prijswaardering voor de binnenlandse wegvervoersactiviteiten billijk is. Op de vraag naar de gevolgen van een eventueel faillissement van de groep ABX kunnen de Belgische autoriteiten slechts wijzen op de ernstige gevolgen die zelfs een gedeeltelijk negatieve beschikking van de Commissie al zou hebben voor zowel ABX LOGISTICS Worldwide als de NMBS Holding. |
(165) |
Verkoop van ABX-WW: Volgens de Belgische autoriteiten was de NMBS Holding op geen enkele manier verplicht om ABX Logistics Worldwide te privatiseren via openbare aanbestedingen. |
(166) |
Volgens de Belgische autoriteiten wijst het onderzoek naar de werkwijze van de Commissie op het gebied van de staatssteun met betrekking tot de privatiseringen uit dat zij, indien er geen openbare inschrijving heeft plaatsgevonden, zich ertoe beperkt te verifiëren of de overdracht van de activa gebeurd is tegen de marktprijs op basis van een evaluatie door een onafhankelijke deskundige. In dit verband hebben de Belgische autoriteiten aan de Commissie — overeenkomstig deze beginselen — een onafhankelijke beoordeling van het Adviesbureau KPMG Corporate Finance voorgelegd van de verkoopvoorwaarden van ABX Logistics Worldwide. |
6. BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE
6.1. Aanwezigheid van staatssteun
(167) |
Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag „zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt”. |
(168) |
Om te beginnen stelt de Commissie vast dat de hierboven beschreven maatregelen betrekking hebben op meerdere ondernemingen die deel hebben uitgemaakt van het ABX-netwerk sedert de oprichting daarvan, en die vervolgens zijn opgenomen in de groep ABX na de oprichting van de holding ABX-WW. Zij is van oordeel dat deze ondernemingen, reeds vóór de juridische oprichting van de holding, binnen de groep NMBS een duidelijk onderscheiden economische eenheid vormden (hierna de „groep ABX” genoemd); deze groep is de relevante eenheid in het kader van de hierna volgende analyse. |
(169) |
De Commissie stelt vast dat aan drie van de vier criteria van bovengenoemd artikel 87, lid 1, („bepaalde ondernemingen begunstigen”, „de mededinging dreigen te vervalsen” en „het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden”) is voldaan. De door de NMBS in de groep ABX ingebrachte middelen begunstigen deze laatste onderneming in vergelijking met andere ondernemingen die actief zijn op de betrokken markten. Bovendien is het zo dat, aangezien de maatregelen uitsluitend ten gunste komen aan de groep ABX of haar dochterondernemingen, zij de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen ten aanzien van dat gedeelte van de activiteiten waarvoor de vrije mededinging speelt. Ten slotte wordt het handelsverkeer tussen de lidstaten door deze maatregelen ongunstig beïnvloed, aangezien de concurrerende activiteit die het voorwerp uitmaakt van dit onderzoek, ook in verschillende andere lidstaten wordt uitgeoefend. Deze conclusie geldt eveneens voor de maatregelen ten gunste van ondernemingen van de groep die actief zijn buiten de Gemeenschap. Overeenkomstig de jurisprudentie in de zaak „Tubemeuse” (78) is het wegens de interdependentie van de markten waarop de ondernemingen van de Gemeenschap opereren, niet uitgesloten dat een steunmaatregel de intracommunautaire mededinging kan vervalsen, ook al exporteert de begunstigde onderneming nagenoeg haar gehele productie buiten de Gemeenschap. Aangezien het een groep voor internationaal vervoer betreft die wereldwijd actief is in concurrentie met andere communautaire marktdeelnemers, is het overigens ook zo dat de steun die wordt verleend aan een onderneming van de groep die actief is in derde landen, de groep in zijn geheel versterkt en dus het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt en de mededinging tussen de lidstaten vervalst of dreigt te vervalsen. |
(170) |
De betrokken maatregelen die met door de NMBS beschikbaar gestelde middelen worden uitgevoerd, moeten worden beschouwd als maatregelen die worden uitgevoerd met staatsmiddelen (overheidsgeld). |
(171) |
Aangezien de NMBS eigendom is van de staat en gelet op het bijzondere statuut van de NMBS als overheidsbedrijf, moet worden geconcludeerd dat de middelen van de NMBS constant onder staatscontrole staan. Deze conclusie wordt overigens bevestigd door de constatering dat de NMBS onderworpen is aan de bepalingen van de wet van 21 maart 1991, waarin is voorzien in een specifieke bescherming tegen het risico van een faillissement, die kan worden gelijkgesteld met een staatsgarantie. |
(172) |
In zijn arrest Stardust Marine (79) geeft het Hof aan: „In de tweede plaats volgt reeds uit de uitspraak van het Hof dat artikel 87, lid 1, EG alle geldelijke middelen omvat die de overheid daadwerkelijk kan gebruiken om ondernemingen te steunen, ongeacht of deze middelen permanent deel uitmaken van het vermogen van de staat. Dus al zijn de bedragen die overeenkomen met de betrokken maatregel niet permanent in het bezit van de schatkist, dan nog volstaat het feit dat zij constant onder staatscontrole, en daarmee ter beschikking van de bevoegde nationale autoriteiten staan, om ze als staatsmiddelen aan te merken.” |
(173) |
Voorts verklaart het Hof in het arrest Stardust Marine, punt 52: „Dat een openbaar bedrijf onder staatscontrole staat, volstaat op zich dus niet om door dit bedrijf genomen maatregelen, zoals de onderhavige financiële steunmaatregelen, aan de staat toe te rekenen. Daarnaast dient te worden nagegaan of de overheid op een of andere manier bij de vaststelling van de maatregelen was betrokken”. |
(174) |
Een andere voorwaarde om door een overheidsbedrijf genomen maatregelen als staatssteun te kunnen aanmerken is dat de maatregelen niet stroken met het gedrag van een particuliere investeerder in een vergelijkbare situatie. |
(175) |
Derhalve gaat de Commissie voor elk van de door de NMBS ten gunste van de groep ABX genomen maatregelen na of deze aan de staat kunnen worden toegerekend en of zij afwijken van het waarschijnlijke gedrag van een particuliere investeerder in een vergelijkbare situatie. Indien aan deze twee voorwaarden wordt voldaan, gaat het om staatssteun en dient de Commissie het voorwerp en het bedrag van de steun te onderzoeken. |
6.1.1. De investeringen van 2001 en de parallelle bijdragen
(176) |
De Belgische autoriteiten hebben verklaard dat de in 2001 door de NMBS gedane herinvesteringen in de activiteiten van de groep ABX in Duitsland, Nederland en Frankrijk gebaseerd waren op gunstige economische vooruitzichten en op het advies van deskundigen inzake bedrijfsontwikkeling. |
(177) |
De hierboven toegelichte rentabiliteitsberekeningen lijken gebaseerd te zijn op aanvaardbare hypothesen inzake de ontwikkeling van de activiteit, waarbij de NMBS is uitgegaan van de gegevens waarover zij zelf in 2001 beschikte. |
(178) |
De investeringen in Duitsland zijn gebaseerd op een expertise waarin wordt gesteld dat het succesvolle herstel van ABX-D een voortzetting van de ABX-strategie mogelijk zou maken, waarbij een potentiële waarde van 300 miljoen euro zou worden gecreëerd in vergelijking met de kapitaalinjectie van 50 miljoen euro bij een bevredigend intern rendement. |
(179) |
Met betrekking tot de investering van 30 miljoen euro in Frankrijk mocht er, op basis van de rentabiliteitsberekening, van worden uitgegaan dat de NMBS een interne rendementsgraad (IRR) van 8 à 14 % zou realiseren. Dankzij deze investering kon bovendien een programma voor de effectisering van handelsschulden worden opgezet, waardoor de onderneming bij de banken een kredietlijn van 70 miljoen euro kon openen. |
(180) |
Met betrekking tot de in 2001 in ABX-NL gedane investeringen kan volgens de Commissie onvoldoende worden verantwoord — hoewel de Belgische autoriteiten het tegendeel beweren — dat de berekening van de IRR wordt gebaseerd op het bedrag van de kapitaalverhoging, na aftrek van de kosten voor de aankoop van Wegtransport. In overweging nemende evenwel dat de totale investering door de NMBS ook de kosten voor deze aankoop omvat, en derhalve gelijk is aan 19,2 miljoen euro in plaats van 12,2 miljoen euro, bedraagt de IRR 8,9 à 10,2 %, wat nog steeds aanvaardbaar is, vooral in combinatie met het feit dat op het moment van de investering werd verwacht dat ABX-NL in zijn geheel op zeer korte termijn, namelijk twee jaar, weer rendabel zou zijn. |
(181) |
Ook uit de raming van de rendementsgraad van de „parallelle bijdragen” in het kapitaal van de ondernemingen van de groep ABX in Ierland, België, Portugal en Singapore (die niet in financiële moeilijkheden verkeerden) blijkt een geraamde IRR van 9,6 à 12,7 %, wat aanvaardbaar lijkt. |
(182) |
De Commissie herinnert er bovendien aan dat de NMBS tot eind 2001 een zodanige financiële structuur had dat haar commerciële ontwikkeling kon worden gefinancierd zonder daardoor die financiële structuur excessief te belasten (verhouding schulden/eigen middelen tussen 0,6 en 0,9 in de periode 1997-2001), wat vanaf 2002 niet meer het geval was. |
(183) |
Ten slotte moet worden opgemerkt dat alle investeringsbeslissingen passen in een groepsstrategie. Derhalve was het normaal dat de NMBS niet alleen rekening hield met het verwachte interne rendement van elke transactie, maar ook met de geraamde positieve effecten voor de hele groep. |
(184) |
De Commissie komt derhalve tot de conclusie dat de NMBS, in het licht van de toenmalige vooruitzichten, zich bij de herinvesteringen van 2001 en de „parallelle bijdragen” heeft gedragen zoals een particuliere investeerder dat zou hebben gedaan, en dat de maatregelen geen staatssteun vormen. |
(185) |
Daarentegen constateert de Commissie dat de NMBS aan ABX Singapore haar garantie heeft gegeven zonder daarvoor enige vergoeding te eisen, wat een particuliere investeerder wel zou hebben gedaan. Wetende dat deze garantie is gegeven in juni 2000, op het moment dat zowel ABX als bepaalde overheidsmaatregelen met betrekking tot de NMBS in de publieke belangstelling komen, en om bij de analyse elk mogelijk steunelement in aanmerking te nemen, gaat de Commissie ervan uit dat het toekennen van deze garantie zonder enige vergoeding staatssteun kan omvatten. Aangezien deze garantie aan een bedrijf van de groep ABX is verleend op een moment dat reeds tot de reorganisatie en de herstructurering van het netwerk was besloten en met de uitvoering ervan was begonnen, zal de Commissie deze steun onderzoeken samen met de andere maatregelen tot herstructurering van de groep ABX, inclusief ABX Singapore. |
6.1.2. De herkapitalisatiemaatregelen
(186) |
De vergadering van de Belgische ministerraad van februari 2002 vormt het onweerlegbare bewijs dat de Belgische regering vanaf die dag betrokken is bij het beheer van het ABX-dossier door de NMBS. De herkapitalisatiemaatregelen ten gunste van ABX Duitsland (voor een bedrag van 157,4 miljoen euro) en van ABX Nederland (voor een bedrag van 10,6 miljoen euro) zijn door België na die datum aangemeld en zijn nog niet ten uitvoer gelegd. België heeft deze maatregelen niet voorgesteld als verantwoorde investeringen, maar als herstructureringssteun. Het staat derhalve buiten kijf dat deze maatregelen moeten worden aangemerkt als staatssteun en worden onderzocht als herstructureringssteun. |
(187) |
De patronaatsverklaring die de NMBS ten gunste van haar Duitse dochteronderneming heeft moeten afgeven omdat deze laatste vanaf de eerste maanden na de aankoop door de NMBS met een negatief vermogen had af te rekenen, is tot en met 2005 elk jaar door de NMBS hernieuwd, ook in de periode waarin de beslissingen van de NMBS met betrekking tot ABX zonder enige twijfel moesten worden toegerekend aan de staat. Aangezien een dergelijke verklaring ongeveer dezelfde verbintenissen bevat als een garantie en de NMBS daarvoor geen vergoeding heeft ontvangen, is de Commissie van oordeel dat hier sprake is van staatssteun. Aangezien de herkapitalisatie van ABX Duitsland door de NMBS, waarop de onderhavige beschikking betrekking heeft, de schuldeisers van die onderneming evenwel dezelfde absolute en definitieve zekerheid geeft als die welke zij wensten te krijgen door middel van de patronaatsverklaring — die daarmee zonder voorwerp wordt -, behoeft geen afzonderlijk en overbodig onderzoek naar de herkapitalisatiemaatregelen zelf te worden ingesteld. |
6.1.3. De leningen van 2002
(188) |
De NMBS heeft aan ABX Logistics NV en aan ABX-D, ABX-NL en ABX-F leningen toegekend vanaf april en mei 2002, dus in een periode waarin er geen twijfel meer over bestond dat de beslissingen van de NMBS met betrekking tot ABX moesten worden toegerekend aan de staat. |
(189) |
Zoals aangegeven in het beschrijvende gedeelte van deze beschikking, hebben deze leningen aanleiding gegeven tot een vergoeding tussen […] en […] %. Volgens de Commissie is deze vergoeding niet adequaat gezien de situatie van de betrokken ondernemingen. Als indicator voor een adequate vergoeding gaat de Commissie uit van de door haar gehanteerde referentierentevoet, die overigens ook is gebruikt in het kader van de in januari 2003 aan ABX Duitsland toegekende reddingssteun, namelijk 5,06 %. |
(190) |
De Commissie concludeert derhalve dat deze leningen een element van staatssteun bevatten. Op basis van voornoemde referentierentevoet, vermeerderd met 400 basispunten voor een onderneming in moeilijkheden, maar ook in herstructurering, raamt de Commissie het met deze leningen gemoeide steunelement op ongeveer 8 miljoen euro. |
(191) |
Aangezien deze leningen aan diverse ondernemingen van de groep ABX zijn verleend op een moment dat reeds tot de reorganisatie en de herstructurering van het netwerk was besloten en met de uitvoering ervan was begonnen, zal de Commissie deze steun onderzoeken samen met de andere maatregelen tot herstructurering van de groep ABX, die ook de activiteiten omvatten van de door deze leningen begunstigde ondernemingen. |
6.1.4. De voor de vorming van een cash pool toegekende garantie
(192) |
Zoals reeds is uiteengezet bij de beschrijving van de herstructureringsmaatregelen, hebben de Belgische autoriteiten aangegeven dat voor de kaskredietlijn ten belope van […] miljoen euro die door de groep ABX is geopend bij een financiële instelling, wel een commerciële vergoeding wordt betaald en dat voor de in januari 2001 door de NMBS voor deze kredietlijn gestelde garantie een vergoeding van […] basispunten wordt toegepast. |
(193) |
Dit percentage lijkt aanvaardbaar in het licht van de normaal in vergelijkbare situaties geldende banktarieven (80). De Commissie besluit derhalve dat met deze garantie aan de groep ABX geen voordeel is toegekend dat als staatssteun moet worden aangemerkt. Overigens zou, zelfs indien wordt aangenomen dat de door een particuliere investeerder toegepaste rentevoet enkele basispunten hoger zou hebben gelegen of het dubbele zou hebben bedragen, het daaruit voortvloeiende voordeel (0,07 miljoen euro) te verwaarlozen zijn geweest in vergelijking met de andere steunmaatregelen en zou dat niets veranderd hebben aan de hierna volgende analyse van de verenigbaarheid van de steunmaatregelen voor de herstructurering. |
6.1.5. Andere niet in de balanstelling opgenomen verbintenissen van de NMBS
(194) |
De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat, behoudens de garanties die zijn overgenomen bij de oorspronkelijke aankoop van bepaalde ondernemingen van het netwerk, de NMBS nog in slechts twee gevallen nieuwe garanties aan de groep ABX heeft verstrekt, namelijk de garanties aan ABX Singapore (die eind 2005 zijn afgelopen) en aan de instelling die de kaskredietlijn voor de cash pool heeft toegestaan. De NMBS heeft daarentegen wel een aantal patronaatsverklaringen afgegeven. |
(195) |
Volgens de Belgische autoriteiten zijn deze patronaatsverklaringen, waarvoor geen vergoeding verschuldigd is, in de markteconomie zeer gebruikelijk in het kader van de betrekkingen tussen een moedermaatschappij en haar dochterondernemingen. In het onderhavige geval heeft de Commissie geconstateerd dat, afgezien van de reeds onderzochte verklaring ten gunste van ABX Duitsland en een verklaring ten gunste van ABX Spanje (voor een bedrag van 12,3 miljoen euro), geen enkele van de nieuwe verklaringen waarvan zij het bestaan heeft vernomen en die zijn afgegeven vanaf 2000 (toen ABX in de publieke belangstelling begon te komen), juridisch bindende bepalingen voor de NMBS bevat. Volgens de Commissie komt de patronaatsverklaring ten gunste van ABX Spanje overeen met een bankgarantie, aangezien de NMBS zich ertoe verbindt de nodige middelen ter beschikking te stellen van ABX Spanje opdat dit laatste bedrijf zijn schulden bij de bank kan aflossen. De Commissie herinnert eraan dat het steunelement in dit geval bestaat uit de kosten voor de garantie die de onderneming had moeten betalen om de lening te krijgen en die bovenop de kosten voor de lening zelf komen; het gaat hierbij om een gering bedrag dat overeenkomt met slechts enkele basispunten. Indien derhalve wordt aangenomen dat de door ABX aan de NMBS betaalde rente van […] basispunten redelijk is, blijft de desbetreffende steun toch zeer marginaal (0,02 miljoen euro per jaar). En zelfs al zouden die kosten voor de garantie aanzienlijk hoger liggen, bijvoorbeeld het dubbele (zijnde […] basispunten, wat hoog lijkt), dan nog zou de steun marginaal blijven (0,04 miljoen euro per jaar) en geen invloed hebben op de conclusies met betrekking tot de herstructureringssteun. |
6.1.6. De overdracht van de „Road Domestic”-activiteiten in Frankrijk
(196) |
Aangezien de keuze en de voorwaarden voor de overdracht door ABX Frankrijk van zijn „Road Domestic”-activiteiten duidelijk toe te rekenen zijn aan de Belgische staat, moet de Commissie een onderzoek instellen naar de door de Belgische autoriteiten aangevoerde argumenten om aan te tonen dat een MBO ook de keuze zou zijn geweest van een particuliere investeerder onder dezelfde omstandigheden. |
(197) |
Kosten van het door de NMBS gekozen scenario: de totale kosten van het door de NMBS gekozen afstotingsscenario bedragen 137,5 miljoen euro, namelijk […] miljoen euro voor de negatieve nettoactiva van de activiteit op het moment van de afstoting, en […] miljoen euro voor de negatieve verkoopprijs. |
(198) |
De Commissie neemt er nota van dat door twee onafhankelijke deskundigen is bevestigd dat het bedrag van […] miljoen euro overeenkomt met de negatieve waarde van de via de MBO overgedragen „Road Domestic”-activiteiten. „Deloitte Corporate Finance” heeft het business plan van de betrokken activiteit onderzocht en het geëvalueerd aan de hand van de „Discounted cash flows”-methode. Het business plan betreft de periode 2005-2008. De evaluatie levert voor ABX-F domestics een waarde op die overeenkomt met bovengenoemde negatieve prijs. Dit resultaat is bevestigd door Ernst & Young Transaction Advisory Services, dat de ramingen van Deloitte heeft gecontroleerd. Aangezien de twee deskundigen gebruik hebben gemaakt van gebruikelijke en adequate evaluatiemethoden, aanvaardt de Commissie dat de prijs in overeenstemming is met de marktprijs en dat aan de overnemer van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk daarbij geen staatssteun is verleend. |
(199) |
Kosten van een minnelijke vereffening: volgens de Belgische autoriteiten zou een minnelijke vereffening 183 miljoen euro gekost hebben, namelijk […] miljoen euro voor de negatieve nettoactiva op het moment van de beslissing tot overdracht, en […] miljoen euro andere extra kosten. |
(200) |
Bij een minnelijke vereffening had de NMBS alle schuldeisers van de te vereffenen onderneming schadeloos moeten stellen voor de niet door de vereffende activa gedekte schulden. De kosten worden derhalve terecht op […] miljoen euro geraamd. |
(201) |
De andere door de Belgische autoriteiten in aanmerking genomen extra kosten omvatten met name […] miljoen euro voor het in geval van een vereffening door de NMBS uit te voeren sociaal plan, en […] miljoen euro voor de door de groep ABX geleden verliezen tijdens de onderhandelingen over dat plan. |
(202) |
Beide ramingen lijken redelijk. De eigenlijke kosten van dit sociaal plan komen dan neer op […] euro per werknemer, wat aanvaardbaar is; de geraamde verliezen tijdens de uitvoering van het plan zijn vergelijkbaar met het geraamde verlies voor 2005 in het kader van het business plan van de onderneming op het moment van de overdracht (tussen […] en […] miljoen euro). De Belgische autoriteiten houden in hun ramingen overigens rekening met een extra bedrag van 15 miljoen euro voor de verliezen in de eerste vier maanden van 2006. |
(203) |
Aangezien ABX Frankrijk bovendien te maken zou hebben gehad met diverse schadeclaims wegens contractbreuk (de Belgische autoriteiten hebben de kosten op 14 miljoen euro geraamd), en met de gevolgen, voor de andere activiteiten van de groep, van een verminderde toegang tot de Franse markt, mag dan ook redelijkerwijs worden aangenomen dat de minnelijke schikking voor de NMBS veel duurder zou zijn uitgevallen dan de MBO van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk. |
(204) |
Kosten van een gerechtelijke vereffening. Volgens de Belgische autoriteiten zouden de kosten van een gerechtelijke vereffening zijn opgelopen tot 346 miljoen euro, namelijk […] miljoen euro voor de negatieve nettoactiva van de onderneming op het moment van de beslissing tot verkoop, en […] miljoen euro voor andere extra uitgaven. |
(205) |
Volgens de Commissie mag er, in tegenstelling tot de andere twee scenario’s (MBO en minnelijke vereffening), bij een gedwongen vereffening niet van worden uitgegaan dat de NMBS het volledige verlies ([…] miljoen euro) in verband met de negatieve nettoactiva op het moment waarop het besluit tot verkoop is genomen, had moeten dragen, aangezien zij per definitie niet zou getracht hebben de schuldeisers van haar dochteronderneming schadeloos te stellen. |
(206) |
Een van de andere aan dit scenario verbonden extra kosten voor de NMBS was volgens de Belgische autoriteiten het risico dat […]voor een bedrag van 58 miljoen euro. |
(207) |
Ter staving van deze veronderstelling verwijzen de Belgische autoriteiten onder andere naar een advies van Linklaters en Grand Auzas et Associés; volgens dat advies zou het scenario van een gerechtelijke vereffening de NMBS blootstellen aan een reëel en niet te veronachtzamen risico […], met aanzienlijke consequenties ten aanzien van de aansprakelijkheid van de NMBS. |
(208) |
De Commissie ontkent niet dat, in uitzonderlijke gevallen, bepaalde nationale wetgevingen aan derden de mogelijkheid bieden om zich tegen de aandeelhouders van een vereffende onderneming te keren indien deze aandeelhouders worden beschouwd als de […] en/of bestuurders bepaalde beheersfouten hebben begaan. |
(209) |
Hoewel in dit geval het Franse recht in een dergelijke mogelijkheid voorziet en de Belgische autoriteiten een aantal indicaties hebben gegeven met betrekking tot een dergelijk risico, hebben deze laatste toch onvoldoende antwoorden gegeven op de twijfels over de uitbreiding van de procedure inzake dit dossier in april 2005. De Commissie concludeert dan ook dat het in het onderhavige geval onterecht zou zijn om in het kader van dit scenario het bedrag van 58 miljoen euro in aanmerking te nemen dat volgens de Belgische autoriteiten verbonden is aan het risico […]. |
(210) |
Voorts is de Commissie ook van mening dat het, met name gezien het bijzondere statuut van de NMBS, weinig waarschijnlijk is dat de financieringskosten van de NMBS sterk zouden zijn beïnvloed door een eventuele gerechtelijke vereffening van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk, in tegenstelling tot de beweringen van de Belgische autoriteiten. Daarentegen kan wel worden aangenomen dat deze vereffening de kosten in verband met de financiering van de bankschulden van de groep ABX zou hebben doen toenemen met maximaal 7 miljoen euro, het door de Belgische autoriteiten geraamde bedrag. |
(211) |
In de door de Belgische autoriteiten gemaakte simulatie wordt ook rekening gehouden met de gevolgen voor de behoeften van de groep aan bedrijfskapitaal, aangezien de schuldeisers van de groep in zijn geheel een drastische inkorting van de betalingstermijn hadden kunnen eisen in verband met de vereffening van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk. Uitgaande van de veronderstelling dat de leveranciers de toegestane betalingstermijn met gemiddeld een week (ongeveer 15 %) verminderen, is het effect van deze maatregel op 45 miljoen euro geraamd, wat aanvaardbaar lijkt. Ook al had het effect matig kunnen zijn voor de klanten van de dochterondernemingen in goede financiële gezondheid, het had ook veel groter kunnen zijn voor de klanten van de dochterondernemingen die in financiële moeilijkheden verkeerden op het moment van de vereffening van de activiteit in Frankrijk. |
(212) |
Ten slotte zijn de Belgische autoriteiten van mening dat de vereffening van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk in het jaar van de vereffening zou hebben geleid tot een verlies aan cliënteel van 5 à 30 % voor de andere activiteiten van de groep. Aangezien de groep zich toelegt op een geïntegreerde dienstverlening in heel Europa en de verschillende activiteiten onderling sterk samenhangen, kan redelijkerwijs worden verondersteld dat een gerechtelijke vereffening zou hebben geleid tot een aantasting van het imago en een verlies aan activiteiten voor de hele groep; de gevolgen zouden ook groter zijn naarmate de betrokken activiteit en/of het betrokken land zich dichter bij de activiteit en het land van de te vereffenen onderneming bevindt/bevinden, wat het geval is voor België. In het geval van een MBO (het gekozen scenario) is dat alles niet van toepassing. Enerzijds blijft met deze oplossing het imago van de groep ongeschonden, en anderzijds is in de overdrachtovereenkomst voor de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk voorzien in een samenwerkingsovereenkomst tussen de onderneming die de bij de MBO overgedragen activiteiten groepeert, en de internationale activiteiten van ABX-F die tot de groep ABX blijven behoren, zodat de klanten van deze laatste toegang blijven hebben tot een dienst in Frankrijk. De Commissie merkt op dat moeilijk kan worden aangetoond dat het verlies aan cliënteel werkelijk tot 30 % kan oplopen. Aangezien de verschillende dochterondernemingen van de groep vaak voor dezelfde belangrijke klanten werken, en rekening houdend met het gewicht van Frankrijk in de internationale activiteiten van de groep in Frankrijk, Duitsland en Nederland (14 à 36 %), is de Commissie van oordeel dat het voor de berekening van de extra kosten, die door de Belgische autoriteiten op 112 miljoen euro worden geraamd, voorzichtiger is voor de raming van de kosten uit te gaan van een verlies aan cliënteel van maximaal 20 % in het eerste jaar en voor de meest getroffen activiteiten, wat dus neerkomt op ongeveer 75 miljoen euro. |
(213) |
Het is evenzeer redelijk aan te nemen dat deze daling van de activiteit de groep ertoe genoodzaakt zou hebben het personeelsbestand in te krimpen, want om een te belangrijke daling van de brutomarge te vermijden, was het misschien wel nodig geweest meer personeel te ontslaan. Deze extra kosten zijn door de Belgische autoriteiten op 35 miljoen euro geraamd. Aangezien de omvang en dus ook de kosten van deze ontslagen in verhouding moeten staan tot het verlies aan activiteit, zou op grond van dezelfde voorzichtige hypothese als hierboven, ongeveer twee derden van deze raming van de Belgische autoriteiten in aanmerking moeten worden genomen, namelijk 24 miljoen euro. |
(214) |
De Commissie is van oordeel dat de kosten van een gerechtelijke vereffening van de „Road Domestic”-activiteiten van ABX Frankrijk voor de NMBS, volgens de Belgische autoriteiten 346 miljoen euro, in totaal ten minste 7 + 45 + 75 + 24, d.i. 151 miljoen euro (exclusief een mogelijk risico van […]) zouden hebben bedragen, wat nog steeds meer is dan de kosten van het door de NMBS gekozen scenario. |
(215) |
Conclusie: Op grond van de bovenstaande analyse komt de Commissie tot de conclusie dat de door de NMBS gemaakte keuze om zijn Franse „Road Domestic”-activiteiten af te stoten via een MBO en de daarbij gehanteerde voorwaarden, in overeenstemming zijn met de keuze die een particuliere investeerder zou hebben gemaakt op basis van louter economische overwegingen, en dat in onderhavig geval dus geen sprake is van staatssteun. |
(216) |
De Commissie heeft de bovenstaande analyse enkel gebaseerd op de hypothesen die haar redelijk en voldoende gemotiveerd leken. Volgens deze ramingen bedraagt het verschil tussen het door de NMBS gekozen scenario en de vereffeningsalternatieven ten minste 13 miljoen euro, wat ruimschoots volstaat om een eventuele foutmarge voor de na analyse gemaakte ramingen te overbruggen. |
6.1.7. Verkoop van ABX-WW
(217) |
De Commissie stelt vast dat de NMBS wel degelijk heeft gezocht naar een koper voor ABX-WW, met name via een gespecialiseerd bedrijf. |
(218) |
Met betrekking tot de prijs en de voorwaarden voor de verkoop van ABX-Worldwide houdt de Commissie rekening met het rapport van KPMG, dat als opdracht had gekregen het voorstel voor de verkoop van alle resterende activa van ABX-WW uit financieel oogpunt (fairness) te onderzoeken (zie de beschrijving hierboven). |
(219) |
In zijn rapport (81) baseert KPMG zich in hoofdzaak op een vergelijking van twee evaluatiemethoden, namelijk de „Discounted cash flow”-methode („DCF”) waarbij de netto actuele waarde van de geraamde toekomstige inkomsten wordt berekend, en de „Capitalised earnings”-methode („CEA”) waarbij verschillende inkomstenniveaus (CA, EBITDA, EBIT …) van een onderneming worden vergeleken met die van andere ondernemingen uit dezelfde sector, aan de hand van ramingen door toepassing van voor de betrokken markt geldende multiplicatorcoëfficiënten. |
(220) |
Aangezien de deskundige aan de hand van voor dit type „fairness opinion” gangbare berekeningsmethoden een grondige analyse heeft gemaakt van de betrokken verkoop, is de Commissie van oordeel dat de eindconclusie van KPMG, namelijk dat „the term of the proposed sale to Yvan is fair and reasonable and represents fair market value” (de voorwaarden voor de voorgestelde verkoop aan Yvan billijk en redelijk zijn en de prijs in overeenstemming is met de marktwaarde) aanvaardbaar is. Zij besluit dat de verkoop van ABX-WW, op voorwaarde dat deze verkoop plaatsvindt tegen de overeengekomen prijs en onder voorbehoud van de bij overdrachten gebruikelijke en economisch verantwoorde aanpassingen, geen elementen van staatssteun bevat ten gunste van de overnemer. |
(221) |
Dankzij de verkoopvoorwaarden (verkoopprijs en de verbintenis van Yvan tot een substantiële bijdrage) kan België zijn in het kader van dit dossier gedane overheidsuitgaven verminderen. Deze voorwaarden garanderen eveneens de effectieve verkoop door de NMBS van alle activiteiten van de groep ABX. |
6.2. Verenigbaarheid van de herstructureringssteun
(222) |
Hierna onderzoekt de Commissie of de hierboven als staatssteun aangemerkte maatregelen in overeenstemming zijn met de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. De oorspronkelijke aanmelding door de Belgische autoriteiten heeft plaatsgevonden in 2003 en heeft aanleiding gegeven tot het inleiden van de procedure in juli 2003, op basis van de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden van 1999 (82) (hierna „richtsnoeren van 1999” genoemd). Enerzijds is evenwel bij de bijwerking van het herstructureringsplan na de inwerkingtreding van de nieuwe richtsnoeren het oorspronkelijk voorgenomen steunbedrag aanzienlijk verhoogd; anderzijds blijkt uit de bovenstaande analyse dat de NMBS onrechtmatige steun heeft verleend aan de groep ABX. Met inachtneming van deze elementen en van de punten 103 en 104 van de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden van 2004 (83) (hierna „richtsnoeren van 2004” genoemd), onderzoekt de Commissie het geheel van de maatregelen in het licht van deze laatste tekst, evenwel in aanmerking nemend dat de oorspronkelijke aanmelding van het plan heeft plaatsgevonden op basis van de richtsnoeren van 1999. Uit de onderstaande analyse blijkt in elk geval dat de betrokken steun verenigbaar is, met inachtneming van zowel de richtsnoeren van 1999 als die van 2004. |
6.2.1. Subsidiabiliteit
(223) |
De Commissie constateert dat, op basis van diverse ter zake relevante indicatoren, de groep ABX in zijn geheel moet worden beschouwd als een onderneming in moeilijkheden in de zin van punt 11 van de richtsnoeren van 2004. Enerzijds is het operationeel verlies van de groep in 2001 en 2002 toegenomen tot 50 miljoen euro; ook het nettoverlies is toegenomen van - 73 miljoen euro in 2000 tot - 186 miljoen euro in 2002; de financiële lasten zijn in diezelfde periode gestegen van 15 naar 41 miljoen euro en de schulden van 442 naar 512 miljoen euro. Anderzijds kregen de activiteiten van de groep ABX in Duitsland, Nederland en Frankrijk te maken met ernstige financiële moeilijkheden die zijn omschreven in de beschikking tot goedkeuring van de reddingssteun voor ABX (84); het gaat derhalve duidelijk om ondernemingen in moeilijkheden, zoals de Commissie in voornoemde beschikking heeft vastgesteld; de betrokken ondernemingen stonden destijds centraal in het strategische beleid van de groep ABX en zij waren bepalend voor het potentieel van de groep op het gebied van geïntegreerde dienstverlening inzake vervoerslogistiek in Europa; bovendien hadden zij een beslissend aandeel (ongeveer 60 % in 2002) in de omzet van de groep, waardoor de ernstige moeilijkheden van die dochterondernemingen een bedreiging vormden voor de overleving van de groep in zijn toenmalige configuratie. |
(224) |
Overigens is de Commissie van mening dat de rest van de groep ABX niet in nog belangrijkere mate kon bijdragen aan de financiering van de herstructurering. |
(225) |
De Belgische autoriteiten hebben er inderdaad op gewezen dat ABX-WW 24,3 miljoen euro heeft kunnen vrijmaken via overdrachten, externe financieringen en een verhoging van de productiviteit (met name in Italië, Duitsland, Portugal, Nederland en Spanje); daarmee kon de herstructurering van de groep gedeeltelijk worden gefinancierd. |
(226) |
Door de verkoop van activa, in combinatie met de interne rationalisatiemaatregelen, zal de groep ABX-WW sterk worden afgeslankt: het aantal vestigingen wordt verminderd met 31 %, de omzet met 21 %, het personeelsbestand (ETP) met 40 % en de (opslag)ruimte met 54 %. Deze cijfers liggen nog hoger in Duitsland waar de inkrimping tot 69 % bedraagt, voordat rekening is gehouden met de verbintenissen die door België in november 2005 zijn aangegaan. Extra overdracht van activa zou de levensvatbaarheid van de groep, als netwerk voor geïntegreerde dienstverlening op het vlak van multimodale logistiek in Europa, kunnen aantasten. |
(227) |
Overigens hebben de gezonde ondernemingen van de groep de ondernemingen in moeilijkheden gesteund, en zo bijgedragen tot het herstel van deze laatste. Zo heeft ABX LOGISTICS (Belgium) NV/SA afstand gedaan van een schuldvordering op ABX-NL voor een bedrag van 10,6 miljoen euro. |
(228) |
Ten slotte moet erop worden gewezen dat de hele groep, die haar liquide middelen sedert 2001 heeft gegroepeerd, een […] kasgebrek heeft, aangezien de opbrengsten van de winstgevende activiteiten worden opgeslorpt door de verlieslatende activiteiten. |
(229) |
De kaskredietlijn voor de cash pool vertoont constant een negatief saldo, vaak in de buurt van het toegestane maximum van […] miljoen euro (in juni 2005 bedroeg het bijv. -[…] miljoen euro) en de groep heeft […] liquiditeitsschulden op korte termijn: Geconsolideerde kaspositie van ABX LOGISTICS Worldwide N.V.
|
(230) |
Ten slotte constateert de Commissie dat, hoewel de holding ABX-WW pas in 2003 is opgericht, de groep als economische entiteit geen nieuw opgerichte onderneming is in de zin van de richtsnoeren van 2004, aangezien zij ontstaan is uit de samenvoeging van verscheidene eenheden die reeds in dezelfde sector actief waren, en de nieuwe structuur van de groep speciaal is ingevoerd om bij te dragen tot de herstructurering. |
6.2.2. Herstel van de levensvatbaarheid
(231) |
De voor ABX-WW, ABX-D en ABX-NL opgestelde ramingen van de te verwachten resultaten, als aangegeven in de beschrijving hierboven en gebaseerd op realistische hypothesen, voorzien een herstel van de levensvatbaarheid tussen 2006 en 2007. |
(232) |
Bovendien zijn de financiële resultaten sedert 2002, het jaar waarin het herstructureringsplan is opgesteld, aanzienlijk verbeterd. Voor ABX Logistics Worldwide SA zijn de bedrijfsresultaten (EBIT) verbeterd, namelijk van -28,7 miljoen euro in 2002 tot +11,6 miljoen euro in 2004. De bedrijfsresultaten van ABX Logistics (Deutschland) GmbH (exclusief Air&Sea) zijn in dezelfde periode geëvolueerd van -32,0 miljoen euro tot […] miljoen euro en die van ABX Logistics Holding (Nederland) BV van -6,7 miljoen euro tot […] miljoen euro, zodat het evenwicht bijna is bereikt. |
(233) |
Afgezien van dit onmiskenbaar financieel herstel in de afgelopen jaren, blijkt uit het beschrijvende gedeelte van deze beschikking dat de groep ABX overduidelijk een grondige herstructurering ondergaat waardoor de levensvatbaarheid op duurzame wijze zal worden hersteld. |
(234) |
De Commissie is ten slotte van oordeel dat de ondertekening van een voorlopige verkoopovereenkomst voor de gehele groep ABX LOGISTICS WW, waardoor de verkoop verplicht wordt onder voorbehoud van goedkeuring en de bij overdrachten gebruikelijke voorwaarden, en die bovendien vergezeld gaat van belangrijke investeringsverbintenissen van de particuliere overnemer, een extra indicator vormt voor de kwaliteit van het herstructureringsplan voor de groep ABX en voor het duurzame herstel van de levensvatbaarheid van de groep. |
6.2.3. Voorkoming van concurrentievervalsing
(235) |
Volgens de richtsnoeren van 2004 moeten compenserende maatregelen worden genomen om voor de concurrenten de nadelige gevolgen van de steun zoveel mogelijk te beperken. Anders zou moeten worden aangenomen dat door de steun het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. |
(236) |
De groep ABX is volop bezig de capaciteit ingrijpend terug te schroeven. Zoals hierboven reeds is opgemerkt, zal de groep ABX tegen het einde van de herstructurering het aantal vestigingen, de bedrijfsruimte, de omzet en het personeelsbestand sterk inkrimpen, namelijk met 54 % voor ABX-WW, met 69 % voor ABX-D, met 44 % voor ABX-NL en met 76 % voor ABX-F (met name door het overdragen en sluiten van vestigingen). Op de Duitse markt zal nog extra worden gesnoeid als gevolg van de door de Belgische autoriteiten in […] 2005 aangegane extra verbintenissen. Door deze besnoeiingen, die aanzienlijk verder gaan dan in het oorspronkelijke plan was bepaald, wordt een zeer groot marktaandeel vrijgemaakt voor de concurrentie. |
(237) |
Volgens de Commissie staan deze sluitingen en overdrachten volledig in verhouding tot de situatie, gelet op hun kwantitatieve omvang, op het geringe marktaandeel dat ABX nog rest in de sector vrachtvervoer (minder dan 2 % in Duitsland, 1 % in Nederland in 2002), op de noodzaak over een minimumnetwerk in verschillende Europese landen te beschikken om de logistiekedienstverlening op het gebied van het multimodale vervoer in Europa levensvatbaar te houden, en ten slotte op de constatering dat er op de vervoersmarkt geen sprake is van overcapaciteit inzake vervoerslogistiek maar dat de markt in volle expansie is, zoals in punt 2.2 is gesteld. Er zij aan herinnerd dat de groep ABX nauwelijks over transportmiddelen beschikt en bijgevolg ook nauwelijks actief is in het wegvervoer. |
(238) |
Op basis van de door de Belgische autoriteiten verstrekte informatie heeft de Commissie bovendien geconstateerd dat het terugschroeven van de capaciteit grotendeels betrekking heeft op activiteiten op de korte termijn. Deze extra verlagingen betreffen ongeveer 19 % voor het aantal vestigingen (op een totaal van 31 %), 12 % voor de omzet (op een totaal van 21 %), 15 % voor de inkrimping van het personeelsbestand (op een totaal van 40 %) en 40 % voor de vermindering van de opslagruimte (op een totaal van 54 %). |
6.2.4. Beperking van de steun tot het minimum
(239) |
Volgens de richtsnoeren van 2004 moeten het bedrag en de intensiteit van de steun tot het minimum worden beperkt. |
(240) |
In dit verband constateert de Commissie in de eerste plaats dat de herkapitalisatie leidt tot een verhouding schulden/eigen middelen van 80 % voor de groep, na uitvoering van de aangemelde maatregelen. Deze verhouding zou 155 % bedragen na verwijdering uit de rekeningen van de groep van de goodwill ten bedrage van 146 miljoen euro. ABX LOGISTICS Worldwide N.V., geconsolideerde balans
|
(241) |
Volgens de Commissie is het verantwoord ook dit tweede cijfer (155 %) in overweging te nemen, aangezien deze goodwill grotendeels voortkomt uit de oorspronkelijke acquisitie van ABX-D ([…] miljoen euro) en ABX-NL ([…] miljoen euro), waarvan de capaciteit drastisch zal worden teruggeschroefd bij de herstructurering (en dan is nog geen rekening gehouden met de […] verbintenissen om de aanwezigheid in Duitsland te verminderen, zoals door de Belgische autoriteiten in december 2005 is meegedeeld). De Belgische autoriteiten zijn bovendien van mening dat de uitvoering van herstructureringsmaatregelen in de rekeningen van de NMBS zou leiden tot […] waardoor de goodwill voor de Duitse en de Nederlandse dochteronderneming volledig verdwijnt. |
(242) |
De twee verhoudingen (80 en 155 %) liggen aanzienlijk hoger dan bij de concurrenten die vergelijkbaar zijn met de groep ABX. Zo bedraagt het gemiddelde (gewogen naar omzet) bij de concurrenten ongeveer 43 % (en het zou nog dalen tot 16 % indien ook de onderneming DPWN zou worden meegerekend, maar die lijkt niet vergelijkbaar genoeg om in aanmerking te worden genomen). |
(243) |
Dit betekent dat de herkapitalisatie van de groep ABX zal achterblijven bij het gemiddelde niveau van de sector en dat de groep, als gevolg van zijn financiële structuur, niet over een overschot aan middelen beschikt. |
(244) |
In de tweede plaats herinnert de Commissie eraan dat de netto liquiditeitspositie van ABX-WW sedert 2003 negatief is, zodat de groep ABX niet over een overschot aan liquide middelen beschikt. |
(245) |
In de derde plaats moet ermee rekening worden gehouden dat de door de NMBS te ontvangen prijs als vergoeding voor de verkoop van aandelen van ABX-WW, ertoe bijdraagt dat het werkelijke steunbedrag wordt verlaagd. Voor de groep en zijn concurrenten, en voor de NMBS en Yvan, zou het geen verschil uitmaken of de door de NMBS ingebrachte steun met dat bedrag zou worden verlaagd, of de verkoop zou plaatsvinden tegen een symbolische prijs, dan wel of de overeenkomstige financiering direct zou worden ingebracht door de overnemer. |
(246) |
Overigens moet de Commissie zich ervan overtuigen dat de begunstigde van de steun een belangrijke bijdrage levert aan het herstructureringsplan, hetzij uit eigen middelen, hetzij via een externe financiering tegen marktvoorwaarden. |
(247) |
Daartoe bepaalt de Commissie eerst de totale kosten van herstructurering, exclusief het effect van de productiviteitsverhoging en de vermindering van de behoefte aan bedrijfskapitaal. Nettokosten van de herstructurering
|
(248) |
In dit verband is de Commissie van oordeel dat het om de onderstaande redenen gerechtvaardigd is de in de bovenstaande tabel vermelde kosten in aanmerking te nemen:
|
(249) |
Voor de financiering van deze maatregelen heeft de groep ABX gebruik gemaakt van bepaalde eigen middelen en van externe middelen die tegen marktvoorwaarden zijn verkregen. Het gaat hierbij in hoofdzaak om de verkoop van activa aan derden (24,2 miljoen euro), de reeds vermelde overname van activiteiten van te herstructureren bedrijven door de gezonde dochterondernemingen van ABX of door de holding ABX-WW (22,6 miljoen euro), alsmede de afstand van schuldvorderingen en de financiering door gezonde delen van de groep (10,6 + 6 miljoen euro). Deze inspanningen door de gezonde takken van de groep vormen een reële bijdrage van de begunstigde, namelijk de groep in zijn geheel. Hierbij moet nog de door Yvan verstrekte financiering worden opgeteld ([…] miljoen euro). De totale eigen bijdragen zijn derhalve gelijk aan […] miljoen euro. |
(250) |
Uit de bovenstaande analyse blijkt dat de eigen bijdrage van de begunstigde ten minste gelijk is aan 43,4 % van de aan de herstructurering verbonden kosten. In het onderhavige geval acht de Commissie het aangewezen een eigen bijdrage van minder dan 50 % toch te aanvaarden om de volgende redenen: de bijzondere moeilijkheden die samengaan met de herstructurering (van deze herstructurering hangen direct 13 000 jobs af in Europa); de omvang van de capaciteitsverlaging (tot 50 %, hoofdzakelijk secundaire activiteiten op de korte termijn); het risico van een extra verlaging voor de levensvatbaarheid van het logistieke netwerk voor internationaal vervoer van ABX-WW; het feit dat de oorspronkelijke aanmelding is gedaan met inachtneming van de richtsnoeren van 1999, waarin niet was voorzien in een minimumpercentage; de privatisering van ABX-WW die medebepalend is voor de levensvatbaarheid van de groep en verdere steun voor de groep in de toekomst overbodig maakt. |
(251) |
Ook uit andere elementen blijkt dat de markten geloven in het herstel van de levensvatbaarheid, met inachtneming van de richtsnoeren van 2004. De Commissie herinnert er bijvoorbeeld aan dat door een financiële instelling aan de groep ABX een kaskredietlijn is toegekend ten bedrage van […] miljoen euro, waarvoor de NMBS een garantie heeft gesteld; uit voorzichtigheid is met deze kredietlijn evenwel geen rekening gehouden bij de bovenstaande berekening van de bijdrage van de begunstigde, aangezien de Commissie, gezien de aan de bank en de NMBS betaalde premies, niet helemaal kan uitsluiten dat er sprake kan zijn van steun. Bovendien blijven de particuliere banken aanzienlijke bedragen aan kortetermijnkrediet verstrekken aan de groep ABX, zonder patronaatsverklaring of overheidsgarantie. |
(252) |
De Commissie is derhalve van oordeel dat is voldaan aan de voorwaarde dat de steun beperkt moet zijn tot het minimum en dat de onderneming uit eigen middelen een aanzienlijke bijdrage moet leveren in de kosten van de herstructurering. |
6.2.5. Beginsel van de eenmalige steun
(253) |
De Commissie herinnert eraan dat het ABX-netwerk is uitgebouwd vanaf 1998 en dat zij vóór de onderhavige beschikking op geen enkel moment herstructureringssteun voor het netwerk heeft goedgekeurd. |
(254) |
De Commissie is voorts van oordeel dat de geplande privatisering van de groep ABX niet alleen zou moeten garanderen dat de levensvatbaarheid duurzaam wordt hersteld, maar ook dat het beginsel van de eenmalige steun in acht wordt genomen, doordat het aanzienlijk minder waarschijnlijk wordt dat nog eens overheidsgeld in de particulier geworden onderneming wordt geïnjecteerd. |
6.2.6. Conclusie
(255) |
Op grond van hetgeen voorafgaat, concludeert de Commissie dat de door de NMBS in het kader van de herstructurering van de groep ABX verleende steun in overeenstemming is met de criteria van de richtsnoeren van zowel 1999 als 2004 voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, en derhalve verenigbaar is met artikel 87, lid 3, van het Verdrag. In het bijzonder wordt in aanmerking genomen dat de gezonde delen van ABX in belangrijke mate hebben bijgedragen in de financiering van de ondernemingen in moeilijkheden, en dat de groep bovendien zijn capaciteit aanzienlijk heeft ingekrompen in ruil voor de steun. Bovendien zal de privatisering van de groep ABX niet alleen de levensvatbaarheid van de groep garanderen, maar ook voorkomen dat aan de groep opnieuw staatssteun wordt verleend. |
(256) |
De Commissie herinnert er ten slotte aan dat in de politieke oriëntatiepunten inzake staatssteun in de spoorwegsector, die zij heeft aangekondigd in haar beschikking van 2 maart 2005 in het kader van dossier nr. N 386/2004, een horizontaal onderzoek zal worden ingesteld naar de problemen met betrekking tot de onbeperkte garantie die in meerdere lidstaten van toepassing is ten gunste van de spoorwegmaatschappijen, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De in deze beschikking onderzochte steun die door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) is verleend in het kader van de herstructurering van de groep ABX Logistics, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op de in artikel 2 vastgestelde voorwaarden.
2. De financieringen waarvan door de NMBS gebruik is gemaakt om het afstoten van een deel van ABX Logistics (France) te financieren, en de andere in deze beschikking onderzochte financieringen, met name de in 2001 gedane kapitaalinvesteringen en de „parallelle bijdragen”, vormen geen staatssteun.
Artikel 2
Aan de goedkeuring van de in artikel 1, lid 1, bedoelde herstructureringssteun verbindt de Commissie de voorwaarde dat de groep ABX Logistics binnen […] maanden na de datum van kennisgeving van deze beschikking tegen de marktprijs wordt verkocht aan een overnemer die geen juridische band heeft met de NMBS en die de in deze beschikking beschreven, door de potentiële overnemer voorgestelde verbintenissen inzake de voorwaarden voor aankoop en financiering, nakomt.
Artikel 3
België deelt de Commissie binnen twee maanden na de datum van kennisgeving van deze beschikking mede welke maatregelen het heeft getroffen om hieraan te voldoen.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België.
Gedaan te Brussel, 7 december 2005.
Voor de Commissie
Jacques BARROT
Vice-voorzitter
(1) PB C 9 van 14.1.2004, blz. 12.
(2) Zie voetnoot 1.
(3) PB C 142 van 11.6.2005, blz. 2.
(4) Met het doel een samenhangende en autonome groep te creëren (i.), de totstandbrenging van synergieën tussen de entiteiten van de groep te vergemakkelijken (ii.), en het mogelijk te maken externe industriële of financiële investeerders in het kapitaal te laten participeren (iii.).
(5) Daarbij ging het om de verkoop van drie dochterondernemingen (Rheinkraft, Safety First en Worldpack) die samen 98,5 miljoen euro van de omzet voor hun rekening namen, de sluiting van de volgende lokaties: 7 agentschappen en 3 opslagplaatsen in Duitsland, 4 agentschappen in Frankrijk en 2 agentschappen in Nederland, alsook om sale & rent-back-operaties met betrekking tot gebouwen en andere vaste activa.
(6) Deze maatregelen moesten hoofdzakelijk worden uitgevoerd via verbetering van de productiviteit (met bijbehorende inkrimping van het personeel met ~690 voltijdequivalenten voor de 3 bij de herstructurering betrokken landen, het effect van de sluiting van agentschappen meegerekend (1), terugdringing van de kosten (2) en nieuwe onderhandelingen over de huurcontracten (3).
(7) Zie het hoofdstuk „financiële implicaties in cijfers”.
(8) Zie het hoofdstuk „financiële implicaties in cijfers”.
(9) Zie het hoofdstuk „financiële implicaties in cijfers”.
(10) „Jacobs Consultancy”: Capacity of ABX Logistics and Sernam markets, eindverslag, mei 2004.
(11) Brief van de Belgische autoriteiten van 24.2.2005, blz. 13.
(12) De recente uitbreiding van de Unie lijkt echter tijdelijk enige rust in de situatie te brengen. Het feit dat heel wat vervoersbedrijven de goederenaanvoer over de weg aan goedkopere vervoerders uit de nieuwe lidstaten lijken uit te besteden, zou normaal toch tot een grotere concurrentiedruk op de prijzen binnen de wegvervoersmarkt moeten leiden.
(13) Vertrouwelijke gegevens.
(14) Het exacte cijfer is geschrapt en vervangen door deze vermelding.
(15) Met name twee brieven van de Belgische autoriteiten: de op 29.12.2003 onder nr. A/38604 geregistreerde brief van 23.12.2003 en de op 20.6.2003 onder nr. A/23465 geregistreerde brief.
(16) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 225.
(17) Op 20.6.2003 onder nr. A/23465 geregistreerde brief van de Belgische autoriteiten.
(18) Brief van de Belgische autoriteiten van 29.8.2003, geregistreerd onder referentienr. 2805 van het kabinet van Loyola de Palacio, blz. 12.
(19) met inbegrip van de omzet naar aanleiding van de acquisitie van Wegtransport.
(20) inclussief de omzet m.b.t. de overname van Wegtransport
(21) Historische gegevens niet beschikbaar. Nieuwe ex-post raming uitgevoerd op basis van (1) het bereiken van een bruto bedrijfswinst van […] in 2003 en (2) een jaargroei van […] van de omzet en van het resultaat vanaf 2004.
(22) Historische gegevens niet beschikbaar. Nieuwe ex-post raming uitgevoerd op basis van (1) het bereiken van een bruto bedrijfswinst van […] % in 2004 en […] % in 2005 en (2) een jaargroei van […] % van de omzet en van het resultaat vanaf 2004.
(23) […] % op basis van het bedrijfsresultaat vóór belastingen (EBT)
(24) door het management in 2002 opgestelde begroting
(25) Kapitaalomzettingen (91,6 milj. euro])+extra middelen (140 milj. euro),met een veiligheidsmarge voor de bedrijven van 21 milj. euro
(26) Met name krachtens de artikelen 2, 3, 8, 12 en 41 van de betrokken wet.
(27) Volgens de door België verstrekte gegevens is de functie van bestuurder (alle leden van de RvB) onverenigbaar met de volgende mandaten of functies: lid van het Europees Parlement, lid van de wetgevende kamers, minister of staatssecretaris, lid van de raad of de regering van een gemeenschap of een gewest, provinciegouverneur, lid van de bestendige deputatie van een provincieraad en personeelslid van de NMBS.
(28) Volgens het Rekenhof (blz. 46) is voor de afzetting van een bestuurder het eensluidend gemotiveerd advies van de raad van bestuur nodig, dat goedgekeurd wordt met een twee derden meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
(29) Rekenhof: „De goede besteding van rijksgelden door de NMBS — Onderzoek ter uitvoering van de resolutie van 11 mei 2000 van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 11 mei 2000”, Brussel mei 2000.
(30) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 142.
(31) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 152.
(32) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 141.
(33) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 141.
(34) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 155.
(35) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 155.
(36) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 153.
(37) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 151.
(38) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 154.
(39) Verslag van het Rekenhof van 18 mei 2001, blz. 154.
(40) Zie internetsite: http://www.belgium.be/.
(41) Brief van de Belgische autoriteiten van 29.8.2003, geregistreerd onder referentienr. 2805 van het kabinet van Loyola de Palacio, blz. 4.
(42) Verslag van NERA, blz. 58.
(43) Volgens NERA (aanhangsel D.1, blz. 7 van de studie) neemt de verhouding schulden/eigen kapitaal toe van 0,6 in 1997, 1998 en 1999 tot 0,8 in 2000 en 1,0 in 2001.
(44) Voor de jaren 1998 tot 2001 heeft de NMBS bij de vaststelling van de hierboven vermelde verhouding rekening gehouden met de financiële langetermijnschulden die in de loop van het jaar verliepen. Dit verklaart het verschil tussen 90 % en 80 % voor 2001 en het verschil voor de volgende jaren.
(45) Deze hergroepering heeft plaatsgevonden op 29.12.2003, behalve wat betreft de internationale activiteiten van ABX LOGISITCS (France) S.A, die eind december 2004 zijn overgedragen. Volgens de Belgische autoriteiten zijn deze activiteiten rendabel of komen zij in de buurt daarvan. De betrokken entiteiten zijn ABX LOGISTICS Air&Sea (France) SAS, „Road International”, Mitjaville S.A.S. en Lacombe Transports Internationaux Sarl.
(46) De activiteiten Air&Sea in België, Azië en Amerika zijn thans reeds gehergroepeerd binnen ABX-Air&Sea. De activiteiten Air&Sea in Nederland volgen begin januari 2005 en de activiteiten Air&Sea in Frankrijk in een later stadium. De overdracht van de activiteiten Air&Sea in Duitsland is uitgesteld om twee redenen: i.) gebleken is dat deze overdracht een boekwinst van […] miljoen euro voor ABX LOGISTICS (Deutschland) GmbH zou opleveren in het jaar van de overdracht, maar vervolgens elk jaar een kasstroomverlies van meer dan […] miljoen euro zou veroorzaken; ii.) door deze operatie zou ABX LOGSTICS (Deutschland) GmbH de financiële middelen verliezen die het programma voor effectisering van de met deze activiteiten samenhangende vorderingen had opgeleverd, namelijk […] miljoen euro. Deze middelen zouden dan uit andere financieringsbronnen moeten worden verkregen, wat onmogelijk is zolang de balansstructuur van de onderneming niet is versterkt.
(47) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005. Het gaat om aangepaste gegevens, die dus kunnen verschillen van de prognoses van januari 2005.
(48) Bron: Collis D., Young D. and Goold M., „The Size, Structure and Performance of Corporate Headquarters”, Harvard Business School Strategy Working Papers Series, 2003; ABX LOGISTICS.
(49) Brief van de Belgische autoriteiten van 14.1.2005, blz. 23.
(50) Brief van de Belgische autoriteiten van 24.2.2005, blz. 12.
(51) Brief van de Belgische autoriteiten van 24.2.2005, blz. 12.
(52) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, blz. 18.
(53) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, geregistreerd op 16.6.2005 onder nr. 15050. blz. 18.
(54) Brief van de Belgische autoriteiten van 2.9.2005.
(55) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, geregistreerd op 16.6.2005 onder nr. 15050, blz. 22.
(56) […].
(57) […].
(58) […].
(59) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, geregistreerd op 16.6.2005 onder nr. 15050, blz. 22.
(60) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, bijlage C.4.
(61) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, geregistreerd op 16.6.2005 onder nr. 15050, blz. 22.
(62) […].
(63) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, bijlage C.2.
(64) Zaak C 303/88, Italiaanse Republiek tegen de Commissie (Eni-Lanerossi) [1991] Jurispr. I-1433, punt 21.
(65) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, geregistreerd op 16.6.2005 onder nr. 15050, blz. 21.
(66) Brief van de Belgische autoriteiten van 2.9.2005, blz. 6.
(67) Mededeling van de Commissie — Herstructureringen en werkgelegenheid: „Anticiperen op en begeleiden van herstructureringen met het oog op de ontwikkeling van de werkgelegenheid: de rol van de Europese Unie”, COM(2005)120def, blz. 2-3.
(68) Volgens de gegevens waarover de Commissie beschikt, gaat het vooral om opslagruimte.
(69) Door de Belgische autoriteiten ingediende tabel.
Bron: Websites, ramingen ABX LOGISTICS
(70) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005, blz. 26.
(71) Brief van de Belgische autoriteiten van 9.6.2005.
(72) Onderstaande argumenten zijn weliswaar niet individueel door bovengenoemde partijen vermeld, maar vormen wel een samenvatting van de belangrijkste onderdelen van deze reeks commentaren.
(73) Onderstaande argumenten zijn weliswaar niet individueel door bovengenoemde partijen vermeld, maar vormen wel een samenvatting van de belangrijkste onderdelen van deze reeks commentaren.
(74) Volgens de brief van de Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Ziegler-groep van 18.8.2005 is de heer Robert Ziegler niet gemachtigd om namens de Ziegler-groep of Ziegler S.A. met de Commissie in contact te treden.
(75) Onderstaande argumenten zijn weliswaar niet individueel door bovengenoemde partijen vermeld, maar vormen wel een samenvatting van de belangrijkste onderdelen van deze reeks commentaren.
(76) Onderstaande argumenten zijn weliswaar niet individueel door bovengenoemde partijen vermeld, maar vormen wel een samenvatting van de belangrijkste onderdelen van deze groep commentaren.
(77) Brief van de Belgische autoriteiten van 29.8.2003, blz. 16.
(78) Arrest van 21 maart 1990, C-142/87, België/Commissie, zogenoemde zaak „Tubemeuse” (Jurispr. blz. I-959 , punt 35).
(79) Arrest van het Hof van 16 mei 2002, C-482/99, Frankrijk/Commissie, zogenoemde zaak „Stardust Marine” (Jurispr. blz. I-4397, punt 37).
(80) Door een dochteronderneming van ABX is bijvoorbeeld een rente van […] basispunten betaald voor een bankgarantie.
(81) KPMG: Project Yvan — Valuation summary, Presentation to NMBS/SNCB Holding NV/SA, 26 May 2005 v2.2.
(82) PB C 288 van 9.10.1999, blz. 2.
(83) PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.
(84) Beschikking nr. C(2003) 245 def. van 21.1.2003: staatssteun N 769/2002, reddingssteun ten gunste van ABX Logistics (dochters -F, -D, -NL en de gehele groep). De beschikking kan worden geraadpleegd op het volgende webadres: http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/transports-2002/n769-02-nl.pdf.