This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005O0006
Guideline of the European Central Bank of 11 March 2005 amending Guideline ECB/2000/1 on the management of the foreign reserve assets of the European Central Bank by the national central banks and the legal documentation for operations involving the foreign reserve assets of the European Central Bank (ECB/2005/6)
Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 11 maart 2005 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/1 betreffende het beheer van de externe reserves van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken en de juridische documentatie voor operaties met betrekking tot de externe reserves van de Europese Centrale Bank (ECB/2005/6)
Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 11 maart 2005 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/1 betreffende het beheer van de externe reserves van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken en de juridische documentatie voor operaties met betrekking tot de externe reserves van de Europese Centrale Bank (ECB/2005/6)
PB L 109 van 29.4.2005, p. 107–109
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006
29.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 109/107 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 11 maart 2005
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/1 betreffende het beheer van de externe reserves van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken en de juridische documentatie voor operaties met betrekking tot de externe reserves van de Europese Centrale Bank
(ECB/2005/6)
(2005/328/EG)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 105, lid 2, derde streepje,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 3.1, derde streepje, en de artikelen 12.1, 14.3 en 30.6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtsnoer ECB/2000/1 van de Europese Centrale Bank van 3 februari 2000 betreffende het beheer van de externe reserves van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken en de juridische documentatie voor operaties met betrekking tot de externe reserves van de Europese Centrale Bank (2000/516/EG) (1) stipuleert onder meer welke juridische documentatie voor dergelijke operaties dient te worden gebruikt. |
(2) |
In 2004 publiceerde de Bankfederatie van de Europese Unie (Fédération bancaire européenne — FBE) een herziene versie van de Master Agreement for Financial Transactions. De ECB acht het passend gebruik te maken van de Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004): i) voor alle operaties tegen onderpand met betrekking tot de externe reserves van de ECB (waaronder repo-overeenkomsten, repo-overeenkomsten met wederinkoop, koop/wederverkoop-overeenkomsten en verkoop/terugkoopovereenkomsten), voor tegenpartijen met rechts-persoonlijkheid, dan wel georganiseerd krachtens het recht van één van de volgende rechtsgebieden: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden, Verenigd Koninkrijk (Engeland en Wales, Noord-Ierland en Schotland) of Zwitserland, en ii) voor alle OTC-derivatenoperaties met betrekking tot de externe reserves van de ECB, voor tegenpartijen met rechtspersoonlijkheid, dan wel georganiseerd krachtens het recht van één van de volgende rechtsgebieden: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk (alleen Engeland en Wales) of Zwitserland. |
(3) |
Bijlage 3 bij Richtsnoer ECB/2000/1 dient derhalve te worden gewijzigd met het oog op het gebruik van de FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004) voor operaties met tegenpartijen zoals genoemd in overweging 2. Artikel 3 van het richtsnoer dient derhalve te worden gewijzigd om het volgende weer te geven: i) dat de toepassing van bijlage 1 bij het richtsnoer op operaties die door de FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004) worden gedocumenteerd, onnodig is, en ii) het besluit van de ECB om de ECB-basissalderingsovereenkomst niet langer te gebruiken met tegenpartijen met welke zij de FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004) gebruikt, en georganiseerd, dan wel met rechtspersoonlijkheid krachtens het recht van één van de volgende rechtsgebieden: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk (alleen Engeland en Wales) of Zwitserland. |
(4) |
Voorts zijn twee geringe wijzigingen van bijlage 1 bij Richtsnoer ECB/2000/1 vereist. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtsnoer ECB/2000/1 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3, lid 2, wordt als volgt vervangen: „2. Een document in de vorm zoals bij dit richtsnoer toegevoegd als bijlage 1, wordt aangehecht aan en vormt een integrerend onderdeel van elke standaardovereenkomst, met uitzondering van de FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004), krachtens welke operaties tegen onderpand worden uitgevoerd (met inbegrip van maar niet beperkt tot repo-overeenkomsten, repo-overeenkomsten met wederinkoop, koop/wederverkoopovereenkomsten, verkoop/terugkoop-overeenkomsten, effectenuitleenovereenkomsten en tripartiete repo-overeenkomsten) of OTC-derivatenoperaties met betrekking tot de externe reserves van de ECB.” . |
2) |
Artikel 3, lid 3, wordt als volgt vervangen: „3. Bij iedere tegenpartij is een raamverrekeningsovereenkomst van kracht in één van de vormen zoals die in bijlage 2 aan dit richtsnoer zijn aangehecht, met uitzondering van de tegenpartijen waarmee de ECB een FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004) heeft afgesloten, welke partijen zijn georganiseerd, dan wel partijen met rechtspersoonlijkheid zijn krachtens het recht van één van de volgende rechtsgebieden: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk (alleen Engeland en Wales) of Zwitserland.” . |
3) |
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Bijlage 3 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit richtsnoer. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit richtsnoer treedt op 15 juni 2005 in werking.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot de nationale centrale banken van de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap de euro hebben aangenomen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 11 maart 2005.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De President van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 207 van 17.8.2000, blz. 24. Richtsnoer laatstelijk gewijzigd bij Richtsnoer ECB/2002/6 (PB L 270 van 8.10.2002, blz. 14).
BIJLAGE
„BIJLAGE 3
Standaardovereenkomsten voor operaties tegen onderpand, voor OTC-derivatenoperaties en deposito’s
1. |
Alle operaties tegen onderpand met betrekking tot de externe reserves van de ECB (waaronder repo-overeenkomsten, repo-overeenkomsten met wederinkoop, koop/wederverkoopovereenkomsten en verkoop/terugkoopovereenkomsten, worden gedocumenteerd onder de volgende standaardovereenkomsten, in de vorm zoals die van tijd tot tijd door de ECB kan worden vastgelegd of gewijzigd:
|
2. |
Alle OTC-derivatenoperaties met betrekking tot de externe reserves van de ECB worden gedocumenteerd onder de volgende standaardovereenkomsten, in de vorm zoals die van tijd tot tijd door de ECB kan worden vastgelegd of gewijzigd:
|
3. |
Alle deposito’s met betrekking tot de externe reserves van de ECB met tegenpartijen, die in aanmerking komen voor operaties tegen onderpand, zoals beschreven in punt 1 en/of OTC-derivatenoperaties zoals beschreven in punt 2, en georganiseerd, dan wel met rechtspersoonlijkheid krachtens de wetten van een van de volgende rechtsgebieden, worden gedocumenteerd met de FBE Master Agreement for Financial Transactions (versie 2004), zoals door de ECB van tijd tot tijd vastgesteld of gewijzigd: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk (alleen Engeland en Wales) of Zwitserland.” |