Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0095

    2004/95/EG: Beschikking van de Commissie van 20 januari 2004 tot machtiging van de lidstaten om afwijkingen van de verplichting betreffende het fytosanitaire certificaat van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor warmtebehandeld hout van naaldbomen, van oorsprong uit Canada (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 65)

    PB L 28 van 31.1.2004, p. 22–25 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/2005

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/95(1)/oj

    32004D0095

    2004/95/EG: Beschikking van de Commissie van 20 januari 2004 tot machtiging van de lidstaten om afwijkingen van de verplichting betreffende het fytosanitaire certificaat van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor warmtebehandeld hout van naaldbomen, van oorsprong uit Canada (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 65)

    Publicatieblad Nr. L 028 van 31/01/2004 blz. 0022 - 0025


    Beschikking van de Commissie

    van 20 januari 2004

    tot machtiging van de lidstaten om afwijkingen van de verplichting betreffende het fytosanitaire certificaat van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor warmtebehandeld hout van naaldbomen, van oorsprong uit Canada

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 65)

    (2004/95/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 15, lid 1, tweede streepje,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Richtlijn 2000/29/EG legt beschermende maatregelen vast tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen.

    (2) Overeenkomstig Richtlijn 2000/29/EG mag hout van naaldbomen (Coniferales), van oorsprong uit Canada, met bepaalde uitzonderingen, slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht, indien het vergezeld gaat van een officieel fytosanitair certificaat als bedoeld in voornoemde richtlijn.

    (3) Richtlijn 2000/29/EG staat afwijkingen van deze bepaling toe, indien is vastgesteld dat gelijkwaardige waarborgen worden geboden door middel van alternatieve documenten of merktekens.

    (4) Hout van naaldbomen, van oorsprong uit Canada, wordt momenteel in de Gemeenschap binnengebracht. Over het algemeen worden er in dat land evenwel geen fytosanitaire certificaten afgegeven.

    (5) De Commissie heeft aan de hand van door Canada verstrekte en tijdens een inspectiebezoek aan dat land in september 2002 verzamelde informatie vastgesteld dat de Canadian Food Inspection Agency (CFIA) een officieel programma, het Canadian Heat Treated Wood Products Certification Program (CHTWPCP), heeft ingevoerd. Het CHTWPCP omvat een identificatiesysteem ten behoeve van de goedkeuring van en het toezicht op warmtebehandelde houtproducten, bestemd voor uitvoer naar de Gemeenschap.

    (6) De Commissie heeft vastgesteld dat het CHTWPCP in voldoende mate garandeert dat het hout aan een warmtebehandeling wordt blootgesteld gedurende een periode die toereikend is om de thermische dood van de schadelijke organismen Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. en de vectoren daarvan te bewerkstelligen, waardoor derhalve het risico van verspreiding van schadelijke organismen in de Gemeenschap wordt uitgesloten.

    (7) De Commissie heeft voorts vastgesteld dat ieder stuk hout voorzien dient te zijn van een uniek certificeringsmerkteken "Kiln Dried - Heat-Treated (KD-HT)" dat erkend is door de CFIA, met inbegrip van het registratienummer van de inrichting die door de CFIA geregistreerd en erkend is voor de productie, behandeling en uitvoer van warmtebehandeld hout in overeenstemming met de specificaties in het kader van het CHTWPCP.

    (8) De lidstaten dienen derhalve gemachtigd te worden om afwijkingen toe te staan, waardoor hout in de Gemeenschap mag worden binnengebracht wanneer het voorzien is van een uniek KD-HT-certificeringsmerk als alternatief voor een fytosanitair certificaat.

    (9) De Commissie dient te verzoeken dat Canada alle technische informatie ter beschikking stelt, die benodigd is om het functioneren van het CHTWPCP te beoordelen. Hiernaast moeten de lidstaten voortdurend het gebruik van het KD-HT-certificeringsmerkteken evalueren.

    (10) De machtiging om het identificatiesysteem toe te passen loopt af op 1 juli 2005.

    (11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 13, lid 1, onder ii), van Richtlijn 2000/29/EG worden de lidstaten hierbij gemachtigd afwijkingen toe te staan, waardoor het onder de GN-codes 4407 10 91, 4407 10 93 of 4407 10 98, zoals beschreven in bijlage I, deel II, afdeling IX, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad(3), vermelde hout van naaldbomen (Coniferales), van oorsprong uit Canada, mag worden ingevoerd, mits is voldaan aan de voorwaarden van de in de bijlage bij deze beschikking vermelde voorwaarden.

    Artikel 2

    De lidstaten delen de Commissie en de andere lidstaten mee wanneer zij van de bij artikel 1 verleende machtiging gebruik hebben gemaakt. De lidstaat van invoer verstrekt de Commissie en de overige lidstaten, uiterlijk 15 maart 2005 gegevens over het aantal partijen dat op grond van deze beschikking is ingevoerd, en een gedetailleerd rapport over de in artikel 13 bis, lid 1, onder b), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde officiële inspecties.

    Artikel 3

    1. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van alle gevallen waarin partijen die op grond van deze beschikking op hun grondgebied zijn binnengebracht, niet aan de in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde voorwaarden voldoen.

    2. De bij artikel 1 verleende machtiging wordt vóór 1 juli 2005 ingetrokken wanneer blijkt:

    a) dat de in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde voorwaarden niet toereikend zijn om het binnenbrengen van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen in de Gemeenschap te voorkomen;

    b) wanneer er enige indicatie is dat het CHTWPCP in Canada niet naar behoren functioneert.

    Artikel 4

    De bij artikel 1 verleende machtiging is van toepassing met ingang van 1 februari 2004. De machtiging loopt af op 1 juli 2005.

    Artikel 5

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 20 januari 2004.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

    (2) PB L 321 van 6.12.2003, blz. 36.

    (3) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2344/2003 van de Commissie (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 38).

    BIJLAGE

    DEEL I

    De in artikel 1 van deze beschikking vastgelegde voorwaarden, krachtens welke de lidstaten gemachtigd worden afwijkingen toe te staan, waardoor het onder de GN-codes 4407 10 91, 4407 10 93 of 4407 10 98, zoals beschreven in bijlage I, deel II, afdeling IX, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad, vermelde hout van naaldbomen (Coniferales), van oorsprong uit Canada, mag worden ingevoerd, luiden als volgt:

    1. Het hout moet worden geproduceerd in inrichtingen die zijn geregistreerd en erkend door de Canadian Food Inspection Agency (CFIA) voor deelname aan het "Canadian Heat Treated Wood Products Certification Program" (CHTWPCP).

    De lijst van inrichtingen die zijn geregistreerd en erkend voor deelname aan het CHTWPCP moet ter beschikking worden gesteld van de Commissie en worden gepubliceerd en geregeld bijgewerkt op de officiële website van de CFIA (www.inspection.gc.ca).

    2. Het hout dient een warmtebehandeling bij een kerntemperatuur van ten minste 56 °C gedurende 30 minuten te hebben ondergaan in een oven die met dit oogmerk is getest en geschikt bevonden door de controleinstantie, die door de CFIA aangewezen en erkend is ten behoeve van het CHTWPCP (hierna "de controle-instantie" te noemen).

    De duur en de temperatuur van de warmtebehandeling voor iedere afzonderlijke partij moet worden geregistreerd aan de hand van geijkte apparatuur, die eveneens moet zijn getest en geschikt bevonden door de controleinstantie.

    3. Indien is voldaan aan de in punt 2 vastgelegde voorwaarden, wordt een uniek certificeringsmerkteken met de letters KD-HT (Kiln Dried Heat-Treated) ("het certificeringsmerkteken") en het registratienummer van de inrichting die door de CFIA geregistreerd en erkend is voor de productie, behandeling en uitvoer van warmtebehandeld hout in overeenstemming met de specificaties in het kader van het CHTWPCP, op ten minste één brede zijde van elk stuk hout aangebracht, op zodanige wijze dat het merkteken duidelijk zichtbaar blijft aan de buitenkant wanneer het stuk hout deel uitmaakt van een bundel. Dat merkteken, dat duurzaam en leesbaar moet zijn, moet zijn erkend door de CFIA en moet overeenkomen met het in deel II beschreven model.

    Wanneer de bundels worden verzonden in wikkels die het merkteken bedekken, moet het merkteken ook worden aangebracht op de wikkel. Het certificeringsmerkteken moet aangebracht worden in de rechterbovenhoek op een lange zijde van iedere bundel en moet overeenkomen met het in deel II beschreven model.

    4. De controleinstantie moet een controlesysteem invoeren, door middel waarvan gewaarborgd kan worden dat aan de voorwaarden van deze bijlage wordt voldaan. Informatie over de implementatie van voornoemd controlesysteem door de CFIA dient de Commissie ter beschikking te worden gesteld.

    5. In het kader van het in punt 4 genoemde controlesysteem dient bepaald te worden dat inspecteurs van de CFIA toezicht uitoefenen in de in punt 1 genoemde inrichtingen en incidentele pre-shipment inspecties uitvoeren, met name om toe te zien op de naleving van de punten 3 en 6. Informatie over de implementatie van voornoemd controlesysteem door de CFIA dient de Commissie ter beschikking te worden gesteld.

    6. Het in het kader van het CHTWPCP en voor de EG bestemde hout dient vergezeld te gaan van commerciële documenten, die op de plaats van binnenkomst in de Europese Gemeenschap moeten worden overgelegd aan de douaneautoriteiten in het kader van het vervullen van de douaneformaliteiten en waarop de volgende vermelding is aangebracht:

    "The lumber in this consignment meets the requirements of the CHTWPCP Program of Canada and the conditions laid down in Decision 2004/95/EC. (/Deze partij hout voldoet aan de eisen van het CHTWPCP-programma van Canada en de bij Beschikking 2004/95/EG vastgestelde voorwaarden.)".

    Deze informatie, waarnaar in de commerciële documenten wordt verwezen, moet door de importeur ter beschikking worden gesteld van de in artikel 2, lid 1, onder g), van Richtlijn 2000/29/EG vermelde verantwoordelijke officiële instanties op de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap.

    De verklaring mag uitsluitend worden opgesteld door een verzender of een andere persoon die daartoe is gemachtigd door de CFIA. De lijst van erkende verzenders of andere personen moet ter beschikking worden gesteld van de Commissie en moet worden gepubliceerd en geregeld bijgewerkt op de officiële website van de CFIA.

    DEEL II Modellen van certificeringsmerktekens

    1. Op ieder stuk warmtebehandeld hout aan te brengen certificeringsmerkteken

    >PIC FILE= "L_2004028NL.002501.TIF">

    2. Op de bundel of verpakking aan te brengen certificeringsmerkteken

    >PIC FILE= "L_2004028NL.002502.TIF">

    Top