Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0528(01)

Besluit van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 8 april 2003 betreffende de verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

PB C 126 van 28.5.2003, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/08/2002; vervangen door 32003D0607(01)

32003D0528(01)

Besluit van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 8 april 2003 betreffende de verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Publicatieblad Nr. C 126 van 28/05/2003 blz. 0001 - 0002


Besluit van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

van 8 april 2003

betreffende de verlenging van de ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(2003/C 126/01)

HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gelet op Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(1), en met name op artikel 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad(2) en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad(3) van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en met name op artikel 11, lid 2,

Gelet op het besluit van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 19 juli 1999 betreffende de benoeming van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(4),

Gelet op het besluit van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 4 april 2001 betreffende de benoeming van een lid van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(5),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1073/1999 en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 is bepaald dat het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) moet zijn samengesteld uit vijf externe, onafhankelijke leden die in hun eigen land voldoen aan de voorwaarden om hoge functies te bekleden op de werkterreinen van het Bureau.

(2) De ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht is verstreken op 31 juli 2002.

(3) De leden van het Comité van toezicht zijn na afloop van hun ambtstermijn in functie gebleven overeenkomstig artikel 11, lid 4, van bovengenoemde verordeningen.

(4) De ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd.

(5) De ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht moet worden verlengd.

(6) In artikel 11, lid 2, van genoemde verordeningen is bepaald dat de leden van het Comité van toezicht door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in onderlinge overeenstemming worden aangewezen.

(7) Overeenkomstig het continuïteitsbeginsel moet de tweede ambtstermijn een aanvang nemen op de dag na afloop van de eerste ambtstermijn,

BESLUITEN:

Artikel 1

Tot leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) worden voor een nieuwe ambtstermijn van drie jaar de volgende personen benoemd:

- de heer Edmondo BRUTI-LIBERATI,

- de heer Alfredo José DE SOUSA,

- mevrouw Mireille DELMAS-MARTY,

- de heer Raymond KENDALL,

- de heer Harald NOACK.

Artikel 2

De Commissie stelt bovengenoemde personen in kennis van dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2002.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(1) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20.

(2) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

(3) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8.

(4) PB C 220 van 31.7.1999, blz. 1.

(5) PB C 120 van 24.4.2001, blz. 1.

Top