32003A0604(01)

Advies van de Commissie

betreffende het ontwerp-besluit van de Raad houdende herziening van het statuut van het Economisch en Financieel Comité

(2003/C 130/04)

Overeenkomstig artikel 209 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap stelt de Raad, na advies van de Commissie, het statuut vast van de comités. Bij brief van 23 april 2003 heeft de Raad de Commissie om advies verzocht over een herziening van het statuut van het Economisch en Financieel Comité (EFC), dat is vastgelegd bij Besluit 1999/8/EG van de Raad van 31 december 1998.

Met de voorgestelde herziening wordt geanticipeerd op de aanstaande uitbreiding van de Europese Unie tot 25 lidstaten. Opdat het EFC efficiënt kan blijven voortwerken, wordt in het ontwerp-besluit van de Raad voorgesteld dat het Comité voortaan in twee samenstellingen zitting houdt, namelijk in een beperkte, met alleen leden van de nationale administraties, de Commissie en de ECB, en in een volledige, met alle leden, inclusief de leden afkomstig van nationale centrale banken.

Te dien einde wordt voorgesteld een nieuw artikel in te voegen en twee bestaande artikelen te wijzigen. Het gaat meer in het bijzonder om de volgende wijzigingen:

- artikel 4 van het voorstel (nieuw artikel) voert de beide samenstellingen in;

- artikel 5 van het voorstel (dat overeenstemt met artikel 4 van het huidige statuut) verduidelijkt dat leden van nationale centrale banken niet kunnen eisen aanwezig te zijn bij alle debatten over vraagstukken waarover de Raad mogelijkerwijs vervolgens een besluit neemt;

- artikel 10 van het voorstel (dat overeenstemt met artikel 9 van het huidige statuut) is gewijzigd om het minimumaantal leden dat vereist is om het Comité bijeen te roepen, te verhogen van twee tot vier.

De Commissie acht de voorgestelde herziening van het statuut aanvaardbaar. Met deze wijziging wordt erkend dat de leden van nationale administraties bijzondere verantwoordelijkheden hebben ten aanzien van vraagstukken waarover de Raad besluiten neemt. Er zal echter nog steeds van de deskundigheid en het analytisch inzicht van de centrale bankiers gebruik worden gemaakt wanneer zulks passend wordt geacht. De herziening laat de rol van de Commissie in het Comité ongewijzigd.

Concluderend meent de Commissie dat:

- artikel 2, tweede streepje, van het voorstel aan de huidige nummering van de Verdragsartikelen aangepast moet worden. De verwijzing naar artikel 151 dient bijgevolg te worden vervangen door een verwijzing naar artikel 207.

- artikel 5 van het voorstel duidelijker gemaakt kan worden door het als volgt te formuleren: "Indien echter een mening of een advies wordt gegeven over vraagstukken waarover de Raad mogelijkerwijs vervolgens een besluit neemt, nemen leden van nationale centrale banken, wanneer zij aanwezig zijn, de ECB en de Commissie volledig deel aan de debatten maar nemen zij geen deel aan een stemming.".