EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002X1216(03)

Gemeenschappelijk Handboek

PB C 313 van 16.12.2002, p. 97–335 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/10/2006; opgeheven door 32006R0562

16.12.2002   

NL

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

C 313/97


GEMEENSCHAPPELIJK HANDBOEK

(2002/C 313/02)

INLEIDENDE NOTA

Het Gemeenschapplijk Handboek werd goedgekeurd door het Uitvoerend Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 Juni 1985 (onder referentie SCH/Com-ex(99)13 opgenomen in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG van de Raad (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 1)), en is sindsdien verscheidene malen gewijzigd op grond van Verordening (EG) nr. 790/2001 van de Raad (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 5). Het Gemeenschapplijk Handboek in zijn meest recente versie wordt hierbij gepubliceerd ingevolge de aanneming van twee besluiten van de Raad houdende derubricering van de tekst van het Gemeenschapplijk Handboek zelf en alle bijlagen op drie na (zie Besluit 2000/751/EG van de Raad (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 29) en Besluit 2002/353/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 49)).

INHOUDSOPGAVE

DEEL I:   VOORWAARDEN VOOR BINNENKOMST OP HET GRONDGEBIED VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

1.

Overschrijding van de buitengrenzen 100

1.1.

Gevolg van toestaan van de binnenkomst 100

1.2.

Grensoverschrijding via de aangewezen grensdoorlaatposten 100

1.3.

Grensoverschrijding buiten de aangewezen grensdoorlaatposten 100

2.

Voor het overschrijden van de buitengrenzen als geldig erkende documenten 100

3.

Voor binnenkomst van vreemdelingen in het gebied van de overeenkomstsluitende partijen vereiste visa 101

3.1.

Eenvormige visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden met inbegrip van transitvisa 102

3.2.

Visa met territoriaal beperkte geldigheid 102

3.3.

Visa voor verblijf van meer dan drie maanden 102

4.

Andere voorwaarden voor binnenkomst 102

4.1.

Bewijs, c.q. aannemelijk maken van de redenen van binnenkomst 102

4.2.

Voorwaarden in verband met de veiligheid 103

DEEL II:   GRENSCONTROLE

1.

Controlebeginselen 104

1.1.

De met de uitoefening van de controle- en de bewakingsmaatregelen belaste ambtenaren 104

1.2.

Voorwerp van de controle 105

1.3.

Wijze van controle 105

1.4.

Modaliteiten inzake weigering van toegang 106

2.

Praktische inrichting van de controle 107

2.1.

Aanbrengen van stempels 107

2.2.

Bewaking van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden 107

2.3.

Iedere grensdoorlaatpost dient de volgende gegevens te registreren 108

3.

Bijzondere regelingen voor de diverse soorten van buitengrensoverschrijdend verkeer 108

3.1.

Controle op het wegverkeer 108

3.2.

Controle op het spoorwegverkeer 108

3.3.

Controle op het internationale burgerluchtvaartverkeer 109

3.4.

Controle op de zeescheepvaart 111

3.5.

Controle op de binnenvaart 113

4.

Samenwerking 113

4.1.

Informatie-uitwisseling 113

4.2.

Contactambtenaren 113

5.

Afgifte van een visum aan de grens 114

6.

Bijzondere regelingen 114

6.1.

Onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschap en hun familieleden uit derde staten 114

6.2.

Vreemdelingen met een verblijfstitel van een andere overeenkomstsluitende partij 115

6.3.

Statutaire vluchtelingen en staatlozen 115

6.4.

Piloten en andere bemanningsleden van vliegtuigen 115

6.5.

Zeelieden 115

6.6.

Houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort 116

6.7.

Grensarbeiders 116

6.8.

Minderjarigen 116

6.9.

Groepsreizen 116

6.10.

Vreemdelingen die aan de grens om asiel verzoeken 116

6.11.

Leden van internationale organisaties 117

BIJLAGEN BIJ HET GEMEENSCHAPPELIJK HANDBOEK

1.

Aangewezen grensdoorlaatposten 118

2.

Op het onbevoegd overschrijden van de buitengrenzen gestelde sancties (1) 151

3.

Bilaterale akkoorden aangaande klein grensverkeer (1) 151

4.

Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht 151

5.

I. Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001 152
II. Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001 152
III. Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides 152

5a.

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen 159

6.

Modellen van de visumsticker en informatie met betrekking tot de technische en de veiligheidskenmerken 163

6a.

Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker 169

6b.

Informatie waarvan de overeenkomstsluitende partijen eventueel melding maken in de zone „Opmerkingen” (vertrouwelijk) 190

6c.

Aanwijzingen voor het invullen van de optisch leesbare zone (vertrouwelijk) 190

7.

Modellen van de visumsticker 191

8.

Modellen van het visum met territoriaal beperkte geldigheid 199

8a.

Verplichtingen voor het informeren van de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van visa met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van eenvormige visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels 203

9.

Modellen van het visum voor verblijf van langere duur 206

10.

Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen 207

11.

Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst 212

12.

Modellen van inlegvellen 230

13.

Modellen van door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaarten 244

14.

Aanwijzingen voor de afgifte van eenvormige visa aan de grens 333

14a.

Legeskosten (in euro) voor visumafgifte 334

14b.

Lijst van gevallen waarin de visumaanvraag onderworpen is aan voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2 (vertrouwelijk) 335

(1)  De bijlagen 2 en 3 zijn geschrapt bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.


De inwerkingtreding van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen leidt tot de afschaffing van de controle aan de binnengrenzen en de verlegging daarvan naar de buitengrenzen. Dientengevolge worden de controles aan de buitengrenzen van het in deze overeenkomst bedoelde gebied niet uitsluitend uitgeoefend ten behoeve van de staten aan welker buitengrenzen zij worden verricht, maar ten behoeve van alle overeenkomstsluitende partijen, welker belangen door de met de grensbewaking belaste ambtenaren dienen te worden behartigd.

DEEL I:   VOORWAARDEN VOOR BINNENKOMST OP HET GRONDGEBIED VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

1.   Overschrijden van de buitengrenzen

Artikel 3 van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

De buitengrenzen mogen in beginsel slechts via de grensdoorlaatposten en gedurende de vastgestelde openingstijden worden overschreden. Nadere regelingen alsmede de uitzonderingen en de voorwaarden met betrekking tot het kleine grensverkeer, alsook de regels die van toepassing zijn op bijzondere categorieën van zeeverkeer, zoals de pleziervaart en de kustvisvangst, worden door het Uitvoerend Comité bepaald.

2.

De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe sancties te stellen op het onbevoegd overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden.”

.

1.1.   Gevolg van toestaan van de binnenkomst

Een persoon die op regelmatige wijze via de buitengrenzen het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij is binnengekomen, mag in beginsel zich ten hoogste drie maanden op het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen vrij verplaatsen.

1.2.   Grensoverschrijding via de aangewezen grensdoorlaatposten

De buitengrenzen mogen slechts via de aangewezen grensdoorlaatposten zoals bedoeld in bijlage 1, gedurende de vastgestelde openingstijden worden overschreden. Op het onbevoegd overschrijden van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden worden de sancties gesteld die zijn bepaald in de nationale wetgeving (1). De openingstijden dienen aan de grensdoorlaatposten door aanplakking bekend te worden gemaakt.

1.3.   Grensoverschrijding buiten de aangewezen grensdoorlaatposten

Buiten de aangewezen grensdoorlaatposten of vastgestelde openingstijden mogen de buitengrenzen bij wijze van uitzondering worden overschreden door:

(…) (2);

personen voor wie in bilaterale overeenkomsten aangaande klein grensverkeer — in Italië genoemd klein grensverkeer of excursieverkeer — bepaalde toestemming is overeengekomen (3);

zeelieden die passagieren in overeenstemming met paragraaf 6.5.2 van deel II.

1.3.1. (4)

De naar nationaal recht bevoegde autoriteiten kunnen personen of groepen van personen een vergunning verlenen op grond waarvan dezen de buitengrens buiten de aangewezen grensdoorlaatposten of de vastgestelde openingstijden mogen overschrijden, wanneer

bijzondere omstandigheden daartoe nopen en

belangen terzake van de openbare orde en de nationale veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen zich niet daartegen verzetten.

In ieder geval kan deze vergunning niet eerder worden verleend dan wanneer de daarom verzoekende personen de vereiste grensoverschrijdingdocumenten voorleggen.

1.3.2.

Onderdanen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden mogen voor binnenkomst de grens van de staat waarvan zij de nationaliteit bezitten, op iedere willekeurige plaats overschrijden.

1.3.3.

Afwijkingen van paragraaf 1.2 in het kader van het kleine grensverkeer — in Italië genoemd klein grensverkeer of excursieverkeer — zijn toegestaan overeenkomstig bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en de respectieve aangrenzende derde staten (5).

2.   Voor het overschrijden van de buitengrenzen als geldig erkende documenten

Artikel 5 van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

Aan een vreemdeling die aan onderstaande voorwaarden voldoet, kan toegang worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden:

a)

in het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument of van de geldige grensoverschrijdingsdocumenten, aangewezen door het Uitvoerend Comité;

b)

indien vereist, in het bezit zijn van een geldig visum;

c)

het, zo nodig, overleggen van documenten ter staving van het doel van het voorgenomen verblijf en de verblijfsomstandigheden alsmede het beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat, waar de toelating is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven;

d)

niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan;

e)

niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen.

2.

Aan een vreemdeling die niet voldoet aan het geheel van deze voorwaarden, moet de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking daarvan noodzakelijk acht. In dat geval dient de toegang te worden beperkt tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis moet stellen.

De bijzondere bepalingen inzake het asielrecht en het bepaalde in artikel 18 blijven onverlet.

3.

De vreemdeling die houder is van een door een overeenkomstsluitende partij afgegeven verblijfstitel of terugkeervisum, dan wel zo nodig van beide documenten, dient doorreis te worden verleend, tenzij hij gesignaleerd staat op de nationale signaleringslijst van de overeenkomstsluitende partij welker buitengrens hij beoogt te overschrijden.”

.

2.1.

De naar landen ingedeelde lijst van de voor het overschrijden van de buitengrenzen als geldig erkende documenten welke van een visum zijn voorzien indien het visumplichtige vreemdelingen betreft, is in bijlage 4 opgenomen. De lijst en de modellen van de verblijfstitels en terugkeervisa zoals bedoeld in artikel 5, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, zijn in bijlage 11 opgenomen.

3.   Voor binnenkomst van vreemdelingen in het gebied van de overeenkomstsluitende partijen vereiste visa

Artikel 10 van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

Er wordt een eenvormig visum ingesteld dat geldig is voor het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen. Dit visum, waarvan de geldigheidsduur is geregeld in artikel 11, kan voor een periode van ten hoogste drie maanden worden verleend.

2.

Tot op het tijdstip van invoering van een dergelijk visum zullen de overeenkomstsluitende partijen elkaars nationaal visum erkennen, voorzover de afgifte daarvan geschiedt met inachtneming van de gemeenschappelijke voorwaarden en criteria, welke bij of krachtens de relevante bepalingen van dit hoofdstuk zijn vastgesteld.

3.

In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 behoudt iedere overeenkomstsluitende partij zich het recht voor de geldigheid van het visum territoriaal te beperken met inachtneming van de nadere gemeenschappelijke regels, welke bij of krachtens de relevante bepalingen van dit hoofdstuk zijn vastgesteld.”

.

Artikel 11 van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

Het ingevolge artikel 10 ingestelde visum kan zijn:

a)

een voor één of meer binnenkomsten geldig reisvisum, waarbij, te rekenen vanaf de datum van eerste binnenkomst, noch de duur van een ononderbroken verblijf, noch de totale duur van de achtereenvolgende verblijven meer dan drie maanden per zes maanden mag bedragen;

b)

een doorreisvisum op grond waarvan de houder één, twee of bij wijze van uitzondering verscheidene keren door het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mag reizen om zich naar het grondgebied van een derde staat te begeven, zonder dat de duur van de doorreis meer dan vijf dagen mag bedragen.

2.

Het bepaalde in lid 1 laat onverlet dat een overeenkomstsluitende partij in voorkomend geval in de loop van de desbetreffende periode van zes maanden een ander visum verleent waarvan de geldigheid is beperkt tot haar grondgebied.”

.

De overeenkomstsluitende partijen erkennen, voor alle soorten visa, tot op het tijdstip van invoering van een eenvormig visum elkaars nationale visa. De eenvormige visumsticker wordt gebruikt voor:

eenvormige visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden;

transitvisa;

visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden met territoriaal beperkte geldigheid;

visa voor verblijf van langere duur.

3.1.   Eenvormige visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden met inbegrip van transitvisa

3.1.1.

De lijst van staten waarvan de onderdanen voor alle overeenkomstsluitende partijen visumplichtig zijn, is opgenomen in bijlage 5. Onderdanen van de op deze lijst vermelde staten verkrijgen een eenvormig visum. Onderdanen van staten die slechts door één overeenkomstsluitende partij aan de visumplicht zijn onderworpen, verkrijgen met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen eveneens een eenvormig visum met de aantekening dat op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen de visumplicht voor de aanvrager slechts op dat van eerstgenoemde partij bestaat. Wanneer onderdanen door verscheidene overeenkomstsluitende partijen aan de visumplicht zijn onderworpen, geldt een door één van deze overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig het bepaalde in de derde volzin afgegeven eenvormig visum eveneens voor de overige van deze overeenkomstsluitende partijen.

3.1.2.

De technische beschrijving van de visumsticker is opgenomen in bijlage 6. Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker zijn in bijlage 6a vervat. Gegevens welke de onderscheidene staten eventueel in de zone „Opmerkingen” opnemen, zijn in bijlage 6b opgenomen. Voorschriften voor invulling van de machineleesbare zone zijn in bijlage 6c opgenomen.

3.1.3.

Modellen van visumstickers met mogelijke varianten van ingevulde gegevens zijn opgenomen in bijlage 7.

3.1.4.

De op de sticker aangebrachte gegevens zijn in het Engels, het Frans en de respectieve nationale talen gesteld.

3.2.   Visa met territoriaal beperkte geldigheid

3.2.1.

Visa met territoriaal beperkte geldigheid worden afgegeven:

wanneer de overeenkomstsluitende partij zulks ondanks het ontbreken van de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen, op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen noodzakelijk acht (artikel 5, lid 2, en artikel 16 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen);

wanneer de overeenkomstsluitende partij binnen een periode van zes maanden, na het verstrijken van de geldigheidsduur van het visum zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen, een ander visum wil afgeven (artikel 11, lid 2, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen).

3.2.2.

Het visum met territoriaal beperkte geldigheid is een nationaal visum dat slechts geldt voor het grondgebied van de staten die het hebben afgegeven. Een dergelijk visum verleent de houder niet het recht om zich op grond van artikel 19, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen op het grondgebied van de overige overeenkomstsluitende partijen op te houden.

3.2.3.

Het visum met territoriaal beperkte geldigheid is van een bijzonder kenmerk voorzien. Een model is opgenomen in bijlage 8.

3.2.4.

De beginselen en procedures voor mededeling aan de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van visa met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels zijn in bijlage 8a vervat.

3.3.   Visa voor verblijf van meer dan drie maanden

3.3.1.

Visa voor verblijf van langere duur zijn nationale visa. Zij verlenen de houder in een andere dan de afgevende overeenkomstsluitende partij slechts een recht van doorreis naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft afgegeven, tenzij de houder niet voldoet aan de in artikel 5, lid 1, onder a), d) en e, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen genoemde voorwaarden voor binnenkomst, dan wel gesignaleerd staat op de nationale signaleringslijst van de staat via welke de doorreis wordt beoogd.

3.3.2.

Een model van het visum voor verblijf van langere duur is opgenomen in bijlage 9.

4.   Andere voorwaarden voor binnenkomst

Artikel 6, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

Het grensoverschrijdend verkeer aan de buitengrenzen is aan de controle van de bevoegde autoriteiten onderworpen. Deze controle wordt uitgeoefend volgens eenvormige beginselen, op grond van nationale bevoegdheden en overeenkomstig het nationale recht, met inachtneming van de belangen van alle overeenkomstsluitende partijen voor het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.”

.

4.1.   Bewijs, c.q. aannemelijk maken van de redenen van binnenkomst

De vreemdeling dient desgevraagd zijn verzoek tot binnenkomst te motiveren. In geval van twijfel dient de controlerende ambtenaar voor het bewijs of aannemelijk maken te verlangen dat documenten en bewijsstukken worden overgelegd.

4.1.1.

Voor het leveren van een bewijs of voor het aannemelijk maken van de redenen van binnenkomst kunnen in het bijzonder de volgende documenten afzonderlijk dan wel in combinatie met elkaar worden vereist:

4.1.1.1.

bij zakenreizen

de uitnodiging van een onderneming of van een autoriteit voor zakelijke, bedrijfs- of ambtelijke besprekingen, c.q. manifestaties,

andere bewijsstukken waaruit op duidelijke wijze zakelijke of ambtelijke relaties blijken,

bewijs van toegang voor beurzen en congressen;

4.1.1.2.

bij reizen voor studie- en andere vormingsdoeleinden

bewijs van inschrijving bij een onderwijsinrichting voor het bijwonen van theoretische en praktische opleidings- en bijscholingscursussen,

inschrijvingsbewijzen en studieattesten;

4.1.1.3.

bij toeristische of privé-reizen

uitnodiging door de gastheer,

bewijsstukken van logiesverstrekkende bedrijven,

bevestiging van de boeking door de organisator van een rondreis,

retour- of rondreistickets;

4.1.1.4.

bij reizen om andere redenen

uitnodigingen, inschrijvingen of programma's,

bewijzen van deelneming, van toegang of van betaling, enz.

voor politieke, wetenschappelijke, culturele, sport- of religieuze manifestaties, zo mogelijk met vermelding van nadere gegevens, zoals de naam van de uitnodigende instantie of de duur van het verblijf.

4.1.2.

Vreemdelingen die het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen wensen binnen te komen, dienen te beschikken over voldoende middelen om het levensonderhoud voor de voorgenomen duur van het verblijf en om de kosten voor terugkeer naar, respectievelijk doorreis via, een derde staat te kunnen bestrijden. Bij de beoordeling van de bestaansmiddelen dient rekening te worden gehouden met de uitgaven voor kost en inwoning op een middenniveau, alsmede met het doel van het verblijf. De jaarlijks door elk der overeenkomstsluitende partijen vastgestelde richtbedragen zijn in bijlage 10 opgenomen.

De beschikbaarheid van voldoende middelen kan bijvoorbeeld door contant geld, reischeques, kredietkaarten, een passend aantal Eurocheques met EC-kaart en een garantieverklaring aannemelijk worden gemaakt.

4.2.   Voorwaarden in verband met de veiligheid

Bij binnenkomst dient te worden gecontroleerd of de vreemdeling zijn voertuig of de door hem meegevoerde voorwerpen een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van een overeenkomstsluitende partij vormen. Van een dergelijk gevaar kan in het bijzonder worden uitgegaan, indien:

de vreemdeling is veroordeeld wegens een strafbaar feit dat met een vrijheidsstraf van ten minste één jaar is strafbaar gesteld;

er een ernstig vermoeden bestaat dat hij zware misdrijven, waaronder die bedoeld in artikel 71 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen heeft gepleegd, of dat hij voornemens is dergelijke misdrijven op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij te plegen;

de vreemdeling is verwijderd, geweigerd of uitgewezen en deze maatregel een effectief verbod op binnenkomst of verblijf behelst, dan wel tot gevolg heeft.

(Artikel 96, leden 2 en 3, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen.)

De inwerkingtreding van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen leidt tot de afschaffing van de controle aan de binnengrenzen en de verlegging daarvan naar de buitengrenzen. Dientengevolge worden de controles aan de buitengrenzen van het in deze overeenkomst bedoelde gebied niet uitsluitend uitgeoefend ten behoeve van de staten aan welker buitengrenzen zij worden verricht, maar ten behoeve van alle overeenkomstsluitende partijen, welker belangen door de met de grensbewaking belaste ambtenaren dienen te worden behartigd.

DEEL II:   GRENSCONTROLE

1.   Controlebeginselen

Artikel 6, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst

„2.

De eenvormige beginselen zoals bedoeld in lid 1 zijn de volgende:

a)

de personencontrole behelst, naast de controle op de aanwezigheid en de geldigheid van grensoverschrijdingsdocumenten en de toetsing of aan de andere voorwaarden voor binnenkomst, verblijf, het verrichten van arbeid en uitreis is voldaan, tevens onderzoek naar en het voorkomen van gevaar voor de openbare orde en de nationale veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen; deze controles hebben ook betrekking op de voertuigen en de in het bezit van de grenspassanten zijnde voorwerpen; zij worden door iedere overeenkomstsluitende partij verricht overeenkomstig de nationale wetgeving, in het bijzonder voor wat betreft de wijze van onderzoek;

b)

alle personen dienen ten minste een zodanige controle te ondergaan, dat aan de hand van de overgelegde of getoonde reisdocumenten hun identiteit kan worden vastgesteld;

c)

bij binnenkomst dienen vreemdelingen een grondige controle zoals bedoeld onder a) te ondergaan;

d)

bij uitreis vinden de controles plaats die in het belang van alle overeenkomstsluitende partijen ingevolge het vreemdelingenrecht en ten behoeve van het onderzoek naar en het voorkomen van gevaar voor de openbare orde en de nationale veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen noodzakelijk zijn; deze controle wordt ten aanzien van vreemdelingen in ieder geval verricht;

e)

wanneer wegens bijzondere omstandigheden dergelijke controles niet kunnen worden uitgeoefend, dienen prioriteiten te worden gesteld; in dat geval dient in beginsel voorrang te worden gegeven aan de controle op het binnenkomend verkeer boven de controle op het uitgaand verkeer.”

.

1.1.   De met de uitoefening van de controle- en de bewakingsmaatregelen belaste ambtenaren

1.1.1.

Bevoegd tot de uitoefening van de controlemaatregelen aan de buitengrenzen zijn de ambtenaren van de grenspolitie of de, naar nationaal recht, met grenspolitietaken belaste diensten van de overeenkomstsluitende partijen.

Dit zijn:

voor het Koninkrijk België: Federale Politie en Douane;

voor het Koninkrijk Denemarken: det danske politi (Deense politie);

voor de Bondsrepubliek Duitsland: Bundesgrenzschutz, Douane, Polizeien der Länder in Beieren, Bremen en Hamburg;

voor de Helleense Republiek: Ελληνική Αστυνομία (Helliniki Astynomia), Λιμενικό Σώμα (Limeniko Soma), Τελωνεία (Telonia);

voor het Koninkrijk Spanje: Cuerpo Nacional de Policía, Guardia Civil, Servicios de Aduanas;

voor de Franse Republiek: D.C.P.A.F. (Direction Centrale de la Police aux Frontières), Douane;

voor de Italiaanse Republiek: Polizia di Stato, Carabinieri, Guardia di Finanza;

voor het Groothertogdom Luxemburg: Douane, Speciale dienst van de Rijkswacht op de luchthaven;

voor het Koninkrijk der Nederlanden: Koninklijke Marechaussee, Douane (invoerrechten en accijnzen), Gemeentepolitie te Rotterdam (haven);

voor de Portugese Republiek: Serviço de Estrangeiros e Fronteiras, Direcção-Geral das Alfândegas, Brigada Fiscal da Guarda Nacional Republicana;

voor de Republiek Finland: grensbewakingsdienst, douane en politie;

voor het Koninkrijk Zweden: de grenscontrole wordt in eerste instantie uitgeoefend door de politie, die daarin kan worden bijgestaan door de douane, de kustwacht en het bureau voor migratie. De personencontrole op zee valt onder de bevoegdheid van de kustwacht;

voor de Republiek IJsland: Ríkislögreglustjóri (directeur-generaal van de rijkspolitie), Lögreglustjórar (districtshoofden van politie);

voor het Koninkrijk Noorwegen: de buitengrenscontrole behoort in beginsel tot de taken van de politie. Deze taken kunnen in bepaalde gevallen en op verzoek van het plaatselijke politiehoofd uitgevoerd worden door de douane of het leger (meer bepaald de kustwacht of het garnizoen van Varanger-Zuid). In dat geval oefenen deze diensten beperkte politiële bevoegdheden uit.

1.1.2.

Bij de uitoefening van hun taak beschikken de ambtenaren over de, naar nationaal recht, vastgestelde grenspolitiële en strafprocesrechtelijke bevoegdheden.

1.2.   Voorwerp van de controle

1.2.1.

De controle op het buitengrensoverschrijdende verkeer behelst:

de controle op de grensoverschrijdingsdocumenten en op de andere voorwaarden voor binnenkomst, zoals bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen alsmede eventueel op de verblijfs- en werkvergunningen;

het verrichten van de opsporing, in het bijzonder het onmiddellijk bevragen van de persoons- en voorwerpgegevens in het Schengeninformatiesysteem en in de nationale opsporingsregisters, alsmede het uitvoeren van de vereiste maatregelen;

het voorkomen van gevaar voor de openbare orde en de nationale veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen en het tegengaan van verstoring.

1.2.2.

Bij de uitoefening van de grenspolitietaken dient het beginsel van proportionaliteit in acht te worden genomen.

1.3.   Wijze van controle

Als effectieve controle- en bewakingsmaatregelen gelden maatregelen welke door de met de veiligheid belaste diensten in overleg met de met de veiligheid belaste diensten in de andere overeenkomstsluitende partijen geschikt worden geacht om risico- en gevaarsituaties tegen te gaan.

Dienovereenkomstig voeren de overeenkomstsluitende partijen de controle op het buitengrensoverschrijdende verkeer op grond van onderstaande eenvormige beginselen uit.

1.3.1.

De minimumcontrole tot vaststelling van de identiteit, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, onder b), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen bestaat uit een vergelijking van de persoon met de overgelegde of getoonde grensoverschrijdingsdocumenten, alsmede uit een eenvoudig en snel onderzoek naar de geldigheid van het grensoverschrijdingsdocument en naar tekenen van namaak of vervalsing.

1.3.2.

De in artikel 6, lid 2, onder c, bedoelde grondige controle behelst benevens de minimumcontrole:

1.3.2.1.

grondig toetsen van de vraag of

het overgelegde document geldig is voor grensoverschrijding en, in voorkomend geval, voorzien is van het vereiste visum;

namaak of vervalsing is gepleegd;

1.3.2.2.

vaststelling van de plaats van herkomst van de persoon, alsmede van het doel en de redenen van diens reis, en zo nodig toetsing van de desbetreffende bewijsstukken;

1.3.2.3.

toetsing van de vraag of er voor de geplande duur van het verblijf, de terugreis of de doorreis naar een derde staat voldoende bestaansmiddelen voorhanden zijn of op rechtmatige wijze kunnen worden verkregen;

1.3.2.4.

onmiddellijk bevragen van de persoons- en voorwerpsgegevens in het Schengeninformatiesysteem en in de nationale opsporingsregisters. Indien bevraging van het Schengeninformatiesysteem een signalering zoals bedoeld in de artikelen 95 tot en met 100 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen oplevert, dient eerst de te nemen actie welke op het beeldscherm is aangegeven, te worden uitgevoerd;

1.3.2.5.

toetsing van de vraag of de persoon, diens voertuig en de meegevoerde voorwerpen een gevaar opleveren voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één van de overeenkomstsluitende partijen.

1.3.3.

Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 1.3.5.1, 1.3.5.2 en 1.3.5.3, dienen alle personen bij binnenkomst en uitreis een minimumcontrole te ondergaan.

Vreemdelingen worden bij binnenkomst en uitreis in de regel aan een grondige controle onderworpen.

1.3.4.

Op onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschappen wordt in bijzondere gevallen bij binnenkomst en uitreis een grondige controle uitgeoefend, wanneer aanwijzingen bestaan dat de betrokken persoon een gevaar voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de openbare gezondheid kan vormen.

1.3.5.

In bijzondere omstandigheden kunnen de controles aan de landgrenzen worden versoepeld. Bijzondere omstandigheden doen zich onder meer voor, wanneer er, als gevolg van grote verkeersdrukte, vóór het tijdstip van controle, niettegenstaande uitputting van alle organisatorische en personele mogelijkheden, onredelijk lange wachttijden ontstaan.

1.3.5.1.

De plaatselijk verantwoordelijke ambtenaar van de met de grensbewaking belaste dienst kan onder de in paragraaf 1.3.5 genoemde voorwaarden prioriteiten stellen; hij dient deze zo vaak mogelijk te wijzigen teneinde de doeltreffendheid van de controles op te voeren. In dat geval dient in beginsel voorrang te worden gegeven aan de controle op het binnenkomend verkeer boven de controle op het uitgaand verkeer.

1.3.5.2.

Bij het gelasten van de versoepeling van de controle dient de plaatselijk verantwoordelijke ambtenaar van de met de grensbewaking belaste dienst omzichtigheid te betrachten. De versoepeling mag slechts tijdelijk, aan de situatie aangepast en stapsgewijs worden gehanteerd.

1.3.5.3.

Personen die de met de grensbewaking belaste ambtenaar persoonlijk bekend zijn en van wie hij na een initiële controle weet dat zij noch in het Schengeninformatiesysteem, noch in het nationale opsporingsregister zijn gesignaleerd, en van wie de ambtenaar weet dat zij in het bezit van een geldig grensoverschrijdingsdocument zijn, dienen slechts steekproefsgewijs op het bij zich dragen van het grensoverschrijdingsdocument te worden gecontroleerd. Dit geldt in het bijzonder voor personen die de grens veelvuldig via dezelfde grensdoorlaatpost overschrijden. Deze personen dienen af en toe, onverwacht en met onregelmatige tussenpozen, een grondige controle te ondergaan.

1.4.   Modaliteiten inzake weigering van toegang

1.4.1.

De weigering van toegang is een met redenen omklede beslissing welke geen uitstel gedoogt of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in de nationale wet genoemde termijn van uitstel ten uitvoer wordt gelegd en in ontvangst moet worden genomen, en waarmee een vreemdeling bij het niet vervullen van de voorwaarden voor binnenkomst, zoals bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen, wordt ontzegd het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij binnen te komen en aldaar te verblijven. De beslissing wordt door de naar nationaal recht bevoegde instantie getroffen, welke de rechtsmiddelen aanduidt, voorzover deze bestaan.

1.4.1 bis.

Bij weigering van toegang brengt de met de grensbewaking belaste ambtenaar in het paspoort een inreisstempel aan dat hij met een kruis in zwarte onuitwisbare inkt doorhaalt.

1.4.2.

Bij weigering van toegang van een vreemdeling ziet de met de grensbewaking belaste ambtenaar erop toe dat die persoon het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij niet betreedt, dan wel onverwijld verlaat voorzover hij zich reeds hierop heeft begeven.

1.4.3.

Wanneer de vreemdeling door een vervoerder over zee, door de lucht of over land aan de buitengrens is gebracht, dient de grensdoorlaatpost in geval van weigering van toegang de vervoerder te gelasten die vreemdeling onverwijld terug te nemen. De met huisvesting, onderhoud en terugbrenging gepaard gaande kosten kunnen voor rekening van de vervoerder komen. De grensdoorlaatpost gelast alsdan het vervoer van de vreemdeling naar de derde staat van waaruit hij werd vervoerd of die het reisdocument heeft afgegeven, dan wel naar iedere andere derde staat waar zijn toelating is gewaarborgd. Wanneer de vervoerder niet onverwijld gevolg kan geven aan de last tot terugbrenging, dient hem te worden opgelegd zorg te dragen voor onmiddellijke overbrenging door een andere vervoerder naar een derde staat. Tot op het tijdstip van uitvoering van de terugbrenging dient de plaatselijk verantwoordelijke dienst met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden naar nationaal recht passende maatregelen te treffen teneinde de illegale binnenkomst van vreemdelingen aan wie de toegang werd geweigerd, te verhinderen (bijvoorbeeld door verblijf in de transitzone van de luchthavens, door verbod tot passagieren in zeehavens, inbewaringstelling).

1.4.4.

Indien de met de grensbewaking belaste ambtenaar vaststelt dat de houder van een visum voor kort verblijf ter fine van weigering van toegang in het SIS is gesignaleerd, dient hij het visum te annuleren door aanbrenging van een stempel „GEANNULEERD”. Hij dient de centrale autoriteiten van deze beslissing onverwijld op de hoogte te brengen. De procedure is in bijlage 8a omschreven.

Indien de houder van een visum voor kort verblijf de toegang wordt geweigerd, dient het bepaalde in paragraaf 1.4.1 bis te worden toegepast.

1.4.5.

Iedere weigering van toegang dient afzonderlijk of in lijsten te worden geregistreerd onder opgave van de personalia, de nationaliteit, het grensoverschrijdingsdocument, de reden en de datum van weigering van toegang.

1.4.6.

Wanneer ten aanzien van een vreemdeling redenen voor zowel weigering van toegang als aanhouding aanwezig zijn, dient met de bevoegde justitiële autoriteiten conform het nationale recht over de te nemen actie overeenstemming te worden bereikt.

1.4.7. (6)

Specifieke regelingen met betrekking tot de onder het Gemeenschapsrecht vallende personen (burgers van de Europese Unie, onderdanen van de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat, alsmede hun familieleden) zijn weergegeven in de paragrafen 6.1.1 tot en met 6.1.4.

Het bepaalde in de paragrafen 1.4.2, 1.4.5 en 1.4.6 geldt tevens voor de burgers van de Europese Unie, onderdanen van de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat.

Benevens de in de tweede alinea genoemde bepalingen geldt het bepaalde in de punten 1.4.1 bis, 1.4.3, 1.4.4, 1.4.8 (behoudens het bepaalde in paragraaf 6.1.4) en 1.4.9 tevens voor de familieleden, zowel van burgers van de Europese Unie als van onderdanen van staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en van onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat die geen onderdanen van één van deze staten zijn.

1.4.8.

Wanneer een vreemdeling die niet voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen zich beroept op de gronden genoemd in artikel 5, lid 2, van deze overeenkomst en verzoekt om binnenkomst op en doorreis over het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij dan de overeenkomstsluitende partij die zich heeft aangeboden voor opname van de vreemdeling, dan dient hij te worden geweigerd en te worden vrijgelaten, zich met het oog op binnenkomst te vervoegen aan de buitengrens van de overeenkomstsluitende partij die bereid is hem een verblijf op uitzonderlijke titel toe te staan.

1.4.9.

Indien een vreemdeling buiten een geldig reisdocument in het bezit is van een verblijfstitel of een terugreisvisum of, indien vereist, van beide door één der overeenkomstsluitende partijen afgegeven documenten zoals bedoeld in bijlage 11, dient krachtens artikel 5, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst de binnenkomst en de doorreis te worden toegestaan teneinde hem het grondgebied van deze overeenkomstsluitende partij te laten bereiken, tenzij hij op de nationale lijst van de overeenkomstsluitende partij aan welker buitengrens hij om binnenkomst verzoekt, gesignaleerd staat met te nemen acties welke zich tegen binnenkomst en doorreis verzetten.

2.   Praktische inrichting van de controle

2.1.   Aanbrengen van stempels

2.1.1.

Bij binnenkomst op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wordt een inreisstempel aangebracht in:

grensoverschrijdingsdocumenten van vreemdelingen, waarin een geldig visum of transitvisum is gesteld;

grensoverschrijdingsdocumenten van vreemdelingen aan wie aan de grens een visum voor de overeenkomstsluitende partijen wordt afgegeven;

grensoverschrijdingsdocumenten van vreemdelingen die geen visum zoals bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 1, van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen behoeven.

Bij binnenkomst op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wordt in grensoverschrijdingsdocumenten van EG-onderdanen geen inreisstempel aangebracht.

2.1.2.

In grensoverschrijdingsdocumenten van vreemdelingen waarin visa voor verscheidene binnenkomsten met een beperkte totale verblijfsduur zijn gesteld, dient een uitreisstempel te worden aangebracht.

2.1.3.

De afstempeling dient bij de eerste binnenkomst indien mogelijk op een zodanige wijze te geschieden, dat de rand van het visum is bedekt zonder dat daardoor de gegevens in het visum onleesbaar worden gemaakt en de zichtbare veiligheidskenmerken van de visumsticker in het gedrang worden gebracht. Indien meerdere afstempelingen nodig zijn (bv. bij een visum dat voor meerdere binnenkomsten dient), dienen deze op de tegenover de bladzijde met visum gelegen bladzijde te worden aangebracht.

Indien die bladzijde niet bruikbaar is, dient de afstempeling op de onmiddellijk volgende bladzijde te geschieden.

2.1.4.

Ter vastlegging van de in- en uitreis worden stempels van verschillende vorm (rechthoekig voor de inreis en rechthoekig met afgeronde hoeken voor de uitreis) gebruikt. Deze stempels bevatten de beginletter(s) van het betrokken land, het grenskantoor, de datum, het volgnummer, alsmede een pictogram ter aanduiding van het type grens (landgrens, zeegrens of luchtgrens).

2.1.5.

Aanbrenging van de in- en uitreisstempel blijft achterwege:

bij personen die in beginsel geen personencontrole dienen te ondergaan (bv. staatshoofden en persoonlijkheden wier aankomst vooraf langs diplomatieke kanalen officieel is aangekondigd);

in de grensoverschrijdingsdocumenten van onderdanen van Andorra, Malta, Monaco, San Marino en Zwitserland (7);

in grensoverschrijdingsdocumenten van zeelieden, die slechts gedurende het afmeren van het schip in de binnengevaren haven van een overeenkomstsluitende partij passagieren;

in de „Crew Member Licencies” of „Crew Member Certificates” respectievelijk van piloten en bemanningsleden van vliegtuigen.

2.1.6.

Op verzoek van een vreemdeling kan bij wijze van uitzondering aanbrenging van het in- of uitreisstempel achterwege blijven, wanneer de afstempeling de vreemdeling ernstig nadeel zou berokkenen. In deze gevallen wordt de in- of uitreis van de vreemdeling op een afzonderlijk blad onder vermelding van de naam en het paspoortnummer schriftelijk vastgelegd.

2.2.   Bewaking van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden

Artikel 6, lid 3, van de Uitvoeringsovereenkomst

„3.

De bevoegde autoriteiten bewaken de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten door middel van patrouilles; hetzelfde geldt voor de grensdoorlaatposten buiten de vastgestelde openingstijden. Deze bewaking dient zodanig te worden uitgeoefend, dat er voor het zich onttrekken aan de controles aan de grensdoorlaatposten geen aansporing ontstaat. De wijze van inrichting van de bewaking wordt in voorkomend geval door het Uitvoerend Comité vastgesteld.”

.

2.2.1.

De bewaking van de buitengrenzen buiten de grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden is vooral bedoeld om onbevoegde grensoverschrijding te voorkomen, grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden en de uitvoering of gelasting van maatregelen tegen illegaal binnengekomen personen mogelijk te maken.

2.2.2.

De bewaking geschiedt naar politieel tactisch inzicht, door veelvuldige, niet te voorziene wijzigingen van de te bewaken grensvakken en met een aan de situatie aangepast personeelsbestand, zodat onbevoegde grensoverschrijding een voortdurend risico inhoudt.

2.2.3.

De bewaking geschiedt door mobiele eenheden, die patrouilles verrichten of zich overwegend aan onderkende of vermeende zwakke plekken posteren, teneinde tegen illegale grensoverschrijding op te treden. De bewaking kan eveneens met technische, met inbegrip van elektronische, middelen geschieden.

2.2.4.

De in te zetten middelen worden afgestemd op de omstandigheden van het optreden. Meer bepaald wordt rekening gehouden met de aard en het type grens (land-, rivier- of zeegrens).

2.3.   Iedere grensdoorlaatpost dient de volgende gegevens te registreren:

Naam van de plaatselijk verantwoordelijke ambtenaar van de met de grensbewaking belaste dienst en van de overige bij de respectieve teams ingedeelde ambtenaren;

versoepelingen van de personencontrole zoals bedoeld in paragraaf 1.3.5;

afgifte van paspoortvervangende documenten en aan de grens afgegeven visa of vergunningen;

aanhoudingen en aangiften (strafbare feiten en administratieve delicten);

weigeringen van toegang en uitreisverbod, (aantal en nationaliteit);

andere politiële en strafrechtelijke maatregelen met aanzienlijke gevolgen;

bijzondere gebeurtenissen.

Alle grensdoorlaatposten (aan landgrens, in havens en op de luchthavens) schrijven in het register alle belangrijke dienstgegevens, alsmede de bijzonder relevante, nieuwe gegevens in.

3.   Bijzondere regelingen voor de diverse soorten van buitengrensoverschrijdend verkeer

3.1.   Controle op het wegverkeer

3.1.1.

Teneinde een efficiënte personencontrole en tevens een vlotte, geen gevaar inhoudende afwikkeling van het wegverkeer te waarborgen, dient aan de grensdoorlaatposten voor een doelmatige regeling van het verkeer zorg te worden gedragen. Indien nodig dienen met inachtneming van bilaterale overeenkomsten betreffende gegroepeerde grenscontroles voorzieningen voor het sturen van en afsluiten voor het verkeer te worden getroffen.

3.1.2.

Personen in motorvoertuigen kunnen in de regel gedurende de controle in het motorvoertuig blijven. De controle wordt in beginsel buiten de controlepost direct aan het motorvoertuig verricht. Grondige controle dient, voorzover de plaatselijke omstandigheden zulks toelaten, buiten de rijstrook op speciaal daartoe voorziene controleplaatsen te geschieden. Uit veiligheidsoverwegingen dienen de controles zo mogelijk door twee ambtenaren van de met de grensbewaking belaste diensten of de douane te worden uitgeoefend.

3.1.3.

In geval van grote verkeersdrukte worden de inzittenden van autobussen waarmee geregeld buurtvervoer wordt verricht, met voorrang aan een controle onderworpen, voorzover de plaatselijke omstandigheden zulks mogelijk maken.

3.2.   Controle op het spoorwegverkeer

3.2.1.

De met de grensbewaking belaste diensten dienen erop toe te zien dat de treinreizigers, alsmede het spoorwegpersoneel, het personeel van grensoverschrijdende goederen- of lege treinen daaronder begrepen, overeenkomstig de paragrafen 1.2, 1.3 e.v. worden gecontroleerd.

3.2.2.

De controle van het spoorwegverkeer kan op twee manieren worden uitgeoefend:

op het perron, in het eerste station van binnenkomst op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij;

in de trein, gedurende de rit.

Deze controle dient te worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in overeenkomsten betreffende gegroepeerde grenscontrole.

3.2.2 bis.

1.

Ter vereenvoudiging van het verkeer van hogesnelheidsreizigerstreinen kunnen de staten die rechtstreeks met het traject van de trein te maken hebben, in onderling overleg beslissen dat de controles worden uitgeoefend in de respectieve stations van eindbestemming en/of in de trein, op het traject tussen deze stations, voorzover de passagiers in het vorige station/de vorige stations in de trein blijven.

2.

Indien het de vervoerder bij treinen afkomstig uit derde staten met verscheidene haltes op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen is toegestaan om reizigers uitsluitend voor het resterende Schengendeel van het traject aan boord te nemen, worden deze reizigers in het station van aankomst of in de trein aan een inreiscontrole onderworpen, voorzover de staat waarin het station van aankomst is gelegen, de in de eerste zin bedoelde instemming heeft verleend en om die reden tot inreiscontrole overgaat.

In het omgekeerde geval worden de reizigers aan uitreiscontrole onderworpen.

3.

De reizigers die conform het gestelde in punt 2 op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen aan boord van de trein wensen te gaan, dienen vóór het vertrek op duidelijke wijze ervan op de hoogte te worden gebracht dat zij tijdens de reis dan wel in het station van aankomst aan een personencontrole kunnen worden onderworpen.

3.2.3.

De plaatselijk verantwoordelijke ambtenaar van de met de grensbewaking belaste dienst kan, zo nodig, met de hulp van de treingeleider vorderen dat, met onregelmatige tussenpozen of wanneer bijzondere aanleiding daartoe bestaat, holle ruimten in de rijtuigen worden gecontroleerd op de aanwezigheid van personen en voorwerpen die aan controle zijn onderworpen.

De ambtenaar handelt daarbij op grond van de nationale bevoegdheden. Wanneer er aanwijzingen zijn dat personen die gesignaleerd zijn of die ervan worden verdacht een strafbaar feit te hebben begaan, dan wel vreemdelingen die illegaal wensen binnen te reizen, zich in de trein ophouden, informeert de met de grensbewaking belaste ambtenaar, zo hij overeenkomstig de nationale voorschriften niet mag ingrijpen, de overeenkomstsluitende partijen waarnaar of waardoor de trein rijdt.

3.2.4.

Bij personen in slaap- of ligplaatsrijtuigen worden de grensoverschrijdingsdocumenten in beginsel in het compartiment van de treingeleider gecontroleerd, voorzover hij deze volgens de voor hem geldende voorschriften heeft ingezameld en voor controle ter beschikking houdt. Door middel van vergelijking met de bezettingslijst en/of de reserveringslijst kan bij begin van de controle worden nagegaan of de grensoverschrijdingsdocumenten van alle personen voorhanden zijn. Met onregelmatige tussenpozen of wanneer daartoe bijzondere aanleiding bestaat, dienen de passagiers in de compartimenten met de in documenten aangebrachte foto te worden vergeleken; deze controle dient zo mogelijk in aanwezigheid van de treingeleider te geschieden.

3.3.   Controle op het internationale burgerluchtvaartverkeer

Artikel 4 van de Uitvoeringsovereenkomst

„1.

De overeenkomstsluitende partijen waarborgen dat vanaf 1993 reizigers van vluchten uit derde staten die op intravluchten overstappen vooraf, bij binnenkomst op de luchthaven van aankomst van de buitenvlucht, een personencontrole alsmede een controle op de door hen meegevoerde handbagage dienen te ondergaan. Reizigers van een intravlucht die op een vlucht naar derde staten overstappen, dienen vooraf op de luchthaven van vertrek van de buitenvlucht dezelfde controles te ondergaan.

2.

De overeenkomstsluitende partijen treffen de nodige maatregelen opdat de controles overeenkomstig het bepaalde in lid 1 kunnen worden uitgeoefend.

3.

Het bepaalde in de leden 1 en 2 heeft geen betrekking op de controle op de afgegeven ruimbagage; deze controle wordt op de luchthaven van eindbestemming dan wel op de luchthaven van oorspronkelijk vertrek uitgeoefend.

4.

Tot het in lid 1 genoemde tijdstip dienen de luchthavens, in afwijking van de omschrijving van binnengrenzen, voor intravluchten als buitengrenzen te worden aangemerkt.”

.

3.3.1. (8)

De plaats van de personencontrole, inclusief de controle van de door hen meegevoerde handbagage, wordt vastgesteld volgens onderstaande procedure.

3.3.1.1.

Passagiers van vluchten uitsluitend van en naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen, waarbij geen tussenlanding wordt gemaakt op het grondgebied van een derde staat (intravluchten), worden niet aan controle onderworpen.

(Bijvoorbeeld: Luxemburg — Parijs

of

Rome — Brussel — Hamburg: geen controles.)

3.3.1.2.

Passagiers van vluchten uit derde staten die op een intravlucht overstappen, worden op de luchthaven van aankomst van de vluchten uit derde staten aan een inreiscontrole onderworpen. Passagiers van intravluchten die op vluchten naar derde staten overstappen, worden bij uitreis op de luchthaven van vertrek van de vlucht naar derde staten aan een uitreiscontrole onderworpen (transferpassagiers).

(Bijvoorbeeld: New York — Parijs, alwaar overstap op vlucht naar Rome (intravlucht): inreiscontrole in Parijs

of

Brussel — Frankfurt (intravlucht), alwaar overstap op vlucht naar Singapore: uitreiscontrole in Frankfurt.)

3.3.1.3.

Voor vluchten uit of naar derde staten zonder transferpassagiers, alsmede die met verscheidene tussenlandingen op luchthavens van de overeenkomstsluitende partijen zonder verandering van luchtvaartuig, geldt het volgende:

a)

Passagiers van vluchten uit of naar derde staten zonder voorafgaande of aansluitende transfer op het grondgebied van de overeenkomstsluitende staten worden op de luchthaven van aankomst aan een inreiscontrole en op de luchthaven van vertrek aan een uitreiscontrole onderworpen.

(Bijvoorbeeld: New York — Parijs: inreiscontrole Parijs

of

Rome — Cairo: uitreiscontrole Rome.)

b)

Passagiers van vluchten uit of naar derde staten met verscheidene tussenlandingen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen zonder verandering van luchtvaartuig (transitpassagiers), waarbij voor het Schengenvluchtdeel geen nieuwe passagiers aan boord worden genomen, worden bij binnenkomst op de luchthaven van bestemming en bij uitreis op de respectieve luchthavens van inscheping aan een controle onderworpen.

(Bijvoorbeeld: New York — Parijs — Frankfurt — Rome, tussenlandingen in Parijs en Frankfurt uitsluitend om van boord te gaan; aan boord gaan voor resterende vluchtdeel is niet toegestaan; inreiscontrole voor passagiers die in Parijs respectievelijk in Frankfurt en Rome van boord gaan

of

Hamburg — Brussel — Parijs — Cairo, tussenlandingen in Brussel en Parijs uitsluitend om aan boord te gaan; van boord gaan is niet toegestaan; uitreiscontrole voor de passagiers die in Hamburg respectievelijk in Brussel en Parijs aan boord gaan.)

c)

Indien de vervoerder bij vluchten uit of naar derde staten met verscheidene tussenlandingen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen passagiers uitsluitend voor het resterende Schengenvluchtdeel aan boord neemt, worden dezen op de luchthaven van inscheping aan een uitreiscontrole en op de luchthaven van aankomst aan een inreiscontrole onderworpen.

Ten aanzien van de controle op de bij deze tussenlandingen reeds aan boord zijnde en niet op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen aan boord gegane passagiers is het bepaalde in paragraaf 3.3.1.3, onder b), van overeenkomstige toepassing. De omgekeerde procedure geldt indien bij dergelijke vluchten het land van bestemming een derde staat is.

(Bijvoorbeeld: New York — Parijs — Frankfurt — Rome, bij tussenlandingen in Parijs en Frankfurt mogen ook passagiers aan boord gaan: inreiscontrole voor passagiers die in Parijs respectievelijk in Frankfurt (ook voor in Parijs aan boord gegane) en Rome (ook voor in Parijs of in Frankfurt aan boord gegane) van boord zijn gegaan, en uitreiscontrole voor passagiers die in Parijs respectievelijk in Frankfurt aan boord gaan,

of

Hamburg — Brussel — Parijs — Cairo, bij tussenlandingen in Brussel en Parijs mogen ook passagiers van boord gaan: uitreiscontrole voor passagiers die in Hamburg respectievelijk Brussel en Parijs aan boord gaan, en inreiscontrole voor passagiers die in Brussel respectievelijk in Parijs van boord gaan.)

3.3.2.

De personencontrole wordt in beginsel buiten het luchtvaartuig uitgeoefend. Er dient te worden gewaarborgd dat de passagiers op verkeersluchthavens welke als grensdoorlaatpost zijn aangewezen, overeenkomstig de hoofdstukken 1 en 2 kunnen worden gecontroleerd. Daartoe dient in overleg met de luchthavenbeheerders en vervoerders te worden bewerkstelligd dat de verkeersstroom op doelmatige wijze naar de controleruimten wordt geleid. De luchthavenbeheerder dient te garanderen dat niet algemeen toegankelijke ruimten en zones, bijvoorbeeld transitzones, tegen onbevoegd betreden en verlaten beveiligd zijn.

3.3.3.

Nadere regelingen betreffende de personencontrole voor de bemanningsleden van luchtvaartuigen zijn in paragraaf 6.4.2 opgenomen.

3.3.4.

Indien in geval van overmacht, bij dreigend gevaar of op instructie van een autoriteit een luchtvaartuig in het grensoverschrijdende verkeer op een niet als grensdoorlaatpost aangewezen vliegveld moet landen, is voor voortzetting van de vlucht de toestemming van de met de grensbewaking belaste diensten en de douaneautoriteiten vereist. Dit voorschrift is van overeenkomstige toepassing in geval van landing door een buitenlands luchtvaartuig waarvoor geen toestemming is verleend. Ten aanzien van de controle op de inzittenden van een luchtvaartuig zijn de voorschriften van de hoofdstukken 1 en 2 van toepassing.

3.3.5.

Het binnen- en uitvliegen van:

zweefvliegtuigen,

ultralichte vliegtuigen,

helikopters en

zelfgebouwde luchtvaartuigen waarmee slechts korte afstanden kunnen worden afgelegd, alsmede

bestuurbare luchtballonnen

geschiedt overeenkomstig de nationale wetgeving en, in voorkomend geval, overeenkomstig de bilaterale overeenkomsten.

3.3.6.   Controleprocedures op secundaire luchthavens

3.3.6.1.

Gewaarborgd dient te worden dat de passagiers ook op secundaire luchthavens — te weten luchthavens welke naar nationaal recht niet als verkeersluchthavens worden aangemerkt doch officieel voor internationale vluchten zijn opengesteld — overeenkomstig de hoofdstukken 1 en 2 kunnen worden gecontroleerd.

3.3.6.2.

Op secundaire luchthavens kan in de regel worden afgezien van faciliteiten voor fysieke scheiding tussen passagiers van binnenvluchten en die van buitenvluchten. Indien de intensiteit van het luchtvaartverkeer op secundaire luchthavens hiertoe geen noodzaak vormt, hoeft aldaar geen permanente controlebezetting aanwezig te zijn, voorzover is gewaarborgd dat de controleambtenaren indien nodig tijdig ter plaatse kunnen zijn.

3.3.6.3.

Indien op een secundaire luchthaven geen permanente controlebezetting aanwezig is, is de luchthavenbeheerder ertoe gehouden de bevoegde grensbewakingsautoriteiten tijdig van de aankomst en het vertrek van een vliegtuig naar of van een derde staat in kennis te stellen. De inzet van hulppolitieambtenaren is toegestaan, voorzover de nationale wetgeving daarin voorziet.

3.3.7.

Ter voorkoming van gevaar dient controle plaats te vinden van passagiers van vluchten waarvoor niet met zekerheid is vast te stellen dat zij uitsluitend van en naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen zonder landing op het grondgebied van een derde staat hebben plaatsgevonden.

3.4.   Controle op de zeescheepvaart

3.4.1.   Definities

3.4.1.1.

Onder zeescheepvaart wordt verstaan alle scheepvaart welke beroepshalve tussen twee of meer havens of aanlegplaatsen wordt afgewikkeld, niet zijnde een regelmatige veerverbinding en tevens niet behorende tot de pleziervaart, kustvisvangst of binnenvaart.

3.4.1.2.

In de zin van de geldende internationale bepalingen tot regeling van de zeescheepvaart wordt onder passagiers verstaan alle aan boord van een schip verblijvende personen die geen deel uitmaken van de bemanning.

3.4.1.3.

Onder bemanning wordt verstaan de personen die zijn aangemonsterd om aan boord rechtstreeks met de vaart verband houdende werkzaamheden te verrichten en die op de bemanningslijst staan vermeld.

3.4.1.4.

Onder scheepsagent wordt verstaan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die ter plaatse de reder in al zijn functies als reder vertegenwoordigt.

3.4.1.5.

Onder regelmatige veerverbinding wordt verstaan elke verbinding uitsluitend van en naar andere havens op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen, waarbij geen havens buiten dit gebied worden aangedaan en waarbij personen en vervoermiddelen worden vervoerd volgens een vastgestelde dienstregeling.

3.4.1.6.

Onder een cruiseschip wordt verstaan een vaartuig dat een reis uitvoert volgens een vastgestelde dienstregeling en waarbij de passagiers deelnemen aan een collectief programma, waarin toeristische evenementen in de verschillende havens zijn opgenomen en waarbij tijdens de reis in beginsel geen passagiers in- of ontschepen.

3.4.1.7.

Onder pleziervaart wordt verstaan het gebruik van vaartuigen onder zeil en/of motor voor privé-gebruik en verzorgen van scheepvaart voor sportieve of toeristische doeleinden.

3.4.1.8.

Onder kustvisvangst wordt verstaan het voor de visvangst gebruiken van vaartuigen die dagelijks of na enkele dagen in de thuishaven gelegen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen terugkeren zonder daarbij een haven gelegen in een derde staat binnen te lopen.

3.4.2.   Wijze van controle

3.4.2.1.

De controle wordt in beginsel uitgeoefend in de haven van aankomst en van vertrek, aan boord van het vaartuig of in een in de onmiddellijke nabijheid van de desbetreffende haven daartoe ingerichte ruimte.

De controle kan krachtens daartoe strekkende overeenkomsten ook gedurende de vaart, dan wel bij aankomst of vertrek van het vaartuig op het grondgebied van een derde staat worden uitgeoefend.

3.4.2.2.

Door middel van de controle dient te worden vastgesteld dat zowel de bemanning als de passagiers voldoen aan de voorwaarden in de hoofdstukken 1 en 2.

3.4.2.3.

In bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in paragraaf 1.3.5 kunnen de controles op de zeescheepvaart worden versoepeld.

Wanneer als gevolg van grote verkeersdrukte, niettegenstaande uitputting van alle organisatorische en personele mogelijkheden, niet alle passagiers aan een controle kunnen worden onderworpen, kan de controle steekproefsgewijs worden uitgeoefend; hierbij dient rekening te worden gehouden met de prioriteiten welke door de plaatselijk verantwoordelijke ambtenaar van de met de grensbewaking belaste dienst, naar gelang van de situatie, worden gesteld. In dat geval dient in beginsel voorrang te worden gegeven aan de controle op het binnenkomend verkeer boven de controle op het uitgaand verkeer.

3.4.2.4.

Ten aanzien van de controle op de bemanningsleden gelden de voorschriften van paragraaf 6.5 e.v.

3.4.3.   Verplichtingen van de gezagvoerder

3.4.3.1.

De gezagvoerder, of in diens plaats de scheepsagent die de belangen van de scheepvaartmaatschappij waarneemt, dient een bemanningslijst en, zo mogelijk, een passagierslijst in tweevoud op te stellen en deze bij de met de grensbewaking belaste ambtenaren in te leveren bij aankomst in de haven, ten behoeve van de controle aan boord van het vaartuig of in de onmiddellijke nabijheid daarvan. Indien zulks wegens overmacht niet mogelijk is, dient een kopie van de bedoelde lijst te worden ingeleverd bij de grensdoorlaatpost of bij de bevoegde scheepvaartautoriteiten, die deze onverwijld doorgeleiden aan de met de grensbewaking belaste dienst.

De gezagvoerder, of in diens plaats de scheepsagent die de belangen van de reder waarneemt, is bij regelmatige veerverbindingen niet gehouden een passagierslijst op te stellen.

3.4.3.2.

Een door de met de grensbewaking belaste ambtenaren afgetekend exemplaar van beide lijsten wordt de gezagvoerder ter hand gesteld; deze houdt gedurende de ligtijd in de haven dit exemplaar aan boord en is verplicht het desgevraagd ter inzage te verstrekken.

3.4.3.3.

De gezagvoerder, of in diens plaats de scheepsagent, dient onverwijld mededeling te doen van de wijzigingen met betrekking tot de samenstelling van de bemanning of de passagiers.

3.4.3.4.

De gezagvoerder dient bovendien de bevoegde autoriteiten onverwijld en waar mogelijk vóór het binnenlopen in de haven mededeling te doen van zich aan boord bevindende verstekelingen. Dezen blijven evenwel onder de verantwoordelijkheid van de gezagvoerder.

3.4.3.5.

De gezagvoerder, of in diens plaats de scheepsagent, dient tijdig en in overeenstemming met de in desbetreffende haven geldende voorschriften, mededeling te doen van de afvaart aan de met de grensbewaking belaste diensten; is zulks niet mogelijk, dan dient hij de bevoegde scheepvaartautoriteiten hiervan mededeling te doen. Deze diensten nemen vervolgens het tweede exemplaar van de voordien ingevulde en afgetekende lijst of lijsten terug.

3.4.4.   Uitzonderingen op de wijze van controle zoals bedoeld in paragraaf 3.4.2.

3.4.4.1.

De passagiers en bemanning aan boord van regelmatige veerverbindingen zoals bedoeld in paragraaf 3.4.1.5 zijn in beginsel niet aan controle onderworpen.

3.4.4.2.

Indien een cruiseschip meerdere havens op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen na elkaar aandoet zonder dat een haven buiten het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen wordt aangedaan, wordt de controle in beginsel slechts in de eerste en de laatste haven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen uitgevoerd.

3.4.4.3.

De controle van opvarenden van pleziervaartuigen uit een derde land vindt in de regel, zowel bij aankomst als bij vertrek, plaats in een haven die als grensdoorlaatpost op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen is aangewezen.

Indien echter een pleziervaartuig bij wijze van uitzondering een haven wil binnenlopen die niet als grensdoorlaatpost is aangewezen, moet de met de grensbewaking belaste dienst zo mogelijk vóór het binnenlopen en in ieder geval bij aankomst op de hoogte worden gesteld. De aanwezigheid van de passagiers wordt aan de plaatselijke autoriteiten gemeld door indiening van de lijst van opvarenden, die ter beschikking van de met de grensbewaking belaste dienst wordt gehouden.

Elke overeenkomstsluitende partij kan besluiten dat pleziervaartuigen uit een derde land alleen aanmeren in een aangewezen inreishaven waar de controle van de opvarenden plaatsvindt.

Bij die controle wordt een document overhandigd waarop alle technische gegevens en de naam van de opvarenden vermeld zijn.

Eén exemplaar van dit document wordt overhandigd aan de autoriteiten van de eerste aangewezen inreishaven, een ander exemplaar wordt overhandigd aan de autoriteiten van de laatste aangewezen haven voor het vertrek naar een derde land, terwijl één exemplaar bewaard moet blijven bij de scheepspapieren zolang het schip in de territoriale wateren van één van de overeenkomstsluitende partijen blijft.

Indien een vaartuig door overmacht gedwongen is in een andere haven aan te meren, moet contact worden opgenomen met de autoriteiten van de dichtstbijzijnde aangewezen inreishaven.

3.4.4.4.

De bemanning aan boord van vaartuigen die kustvisvangst bedrijven en die in beginsel dagelijks terugkeren naar de haven waar het vaartuig is ingeschreven of naar een andere haven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen, zonder een haven aan te doen op het grondgebied van een derde staat, is in de regel niet aan controle onderworpen. Indien de kusten van een derde land zich echter in de onmiddellijke nabijheid van een overeenkomstsluitende partij bevinden, is het wenselijk om steekproefswijze controles te verrichten om de illegale immigratie tegen te gaan. Dit geldt ook voor de recreatieve visserij, waarbij door amateur-vissers een dagpassage wordt gemaakt.

De bemanning aan boord van vaartuigen die kustvisvangst bedrijven en die niet ingeschreven staan in een haven op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij, wordt gecontroleerd overeenkomstig het bepaalde in de paragrafen 3.4.2 en 6.5.

De gezagvoerder, of in diens plaats de scheepsagent, is in voorkomend geval verplicht iedere wijziging van de bemanningslijst en met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van passagiers aan de bevoegde autoriteiten te melden.

3.4.4.5.   Te controleren veerverkeer

Voorwerp van de controle zijn de passagiers van het veerverkeer, voorzover bedoeld veerverkeer niet onder paragraaf 3.4.4.1. valt.

In algemene zin gelden de volgende voorschriften:

a)

Vreemdelingen en onderdanen van de EU-/EER-staten, die slechts aan een minimumcontrole dienen te worden onderworpen, dienen afzonderlijk te worden gecontroleerd. Zo mogelijk dienen passende bouwkundige maatregelen te worden getroffen.

b)

Passagiers die zonder voertuig reizen (voetgangers), dienen individueel te worden gecontroleerd.

c)

Passagiers van personenauto's worden aan het voertuig gecontroleerd.

d)

Passagiers van autobussen dienen als voetgangers te worden behandeld. Voor het verrichten van de controles dienen deze personen de reisbus te verlaten.

e)

Chauffeurs van vrachtwagens alsmede hun eventuele begeleiders worden aan het voertuig gecontroleerd. Een van de overige passagiers gescheiden controle verdient aanbeveling.

f)

Met het oog op een vlotte afwikkeling van de controles dient in een passend aantal controleposten te worden voorzien; in voorkomend geval dient een tweedelijnscontrole te worden ingericht.

g)

In het bijzonder met het oog op het opsporen van illegale immigranten dienen door de passagiers gebruikte voertuigen, desgevallend de lading alsmede overige meegevoerde voorwerpen ten minste steekproefsgewijs te worden gecontroleerd.

h)

Bemanningsleden van veerschepen worden op dezelfde wijze als bemanningsleden van koopvaardijschepen behandeld.

3.5.   Controle op de binnenvaart

3.5.1.

Onder buitengrensoverschrijdende binnenvaart wordt verstaan het gebruik voor beroepsdoeleinden alsmede voor de pleziervaart van alle soorten vaartuigen, met inbegrip van drijvende installaties op stromen, rivieren, kanalen en meren.

3.5.2.

Ten aanzien van de voor beroepsdoeleinden gebruikte vaartuigen wordt onder bemanning of onder gelijkgestelde personen verstaan de gezagvoerder, de personen die zijn aangemonsterd en op een bemanningslijst staan vermeld, alsmede de gezinsleden van de bemanning voorzover die aan boord verblijven.

3.5.3.

De relevante bepalingen van paragraaf 3.4.1 alsmede de bepalingen van de paragrafen 3.4.2, 3.4.3 en 3.4.4 zijn van overeenkomstige toepassing.

4.   Samenwerking

Artikel 7 van de Uitvoeringsovereenkomst

„De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand met het oog op een doelmatige uitvoering van de controle- en bewakingstaken en werken daartoe voortdurend nauw samen. Zij wisselen in het bijzonder alle relevante en belangrijke informatie uit, met uitzondering van persoonsgegevens, tenzij in deze overeenkomst iets anders is bepaald, harmoniseren voorzover mogelijk de aan de uitvoerende diensten gerichte instructies en streven naar een uniforme opleiding en bijscholing van het met de controle belaste personeel. Deze samenwerking kan de uitwisseling van contactambtenaren inhouden.”

.

Met het oog op een eenvormige en doelmatige uitvoering van de controle- en bewakingstaken werken de politie en de met de grensbewaking belaste diensten op alle gebieden voortdurend nauw samen.

4.1.   Informatie-uitwisseling

De informatie-uitwisseling wordt bevorderd met het oog op een betere controle en een betere kennis van migratieverschijnselen, van de in de overeenkomstsluitende partijen geldende regelgeving en van de door de met de grensbewaking belaste ambtenaren gebruikte methoden.

De uitwisseling van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de in de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen vervatte bepalingen inzake bescherming van de persoonsgegevens.

De informatie-uitwisseling wordt als volgt ingericht:

tussen centrale diensten:

maandstatistieken inzake controle en de diverse soorten van illegale immigratie;

tussen centrale diensten en, indien nodig, tussen controleposten:

methoden voor vervaardiging, namaak en frauduleus gebruik van grensoverschrijdingsdocumenten;

door de met de grensbewaking belaste diensten gebruikte methoden ter opsporing van nagemaakte, vervalste of onrechtmatig verworven grensoverschrijdingsdocumenten;

sluikroutes en -praktijken;

actuele situaties waarin bijstand of informatie vanwege de overige controlediensten nuttig kan zijn;

het uitvoeren van gezamenlijke acties bij bijzondere gebeurtenissen.

Naar gelang van de aard van de mededeling wordt de informatie verstrekt tussen de nationale centrale of de plaatselijke diensten:

via de post;

via vaste of mobiele (openbare) radio-, telefoon- en telex-/teletexnetwerken, alsmede via bijzondere politienetwerken, eventueel na totstandbrenging van eenvormige technische specificaties;

via contactambtenaren in de nationale centrale diensten;

via contactposten van de met de grensbewaking belaste dienst;

in het kader van gemeenschappelijke dienstbesprekingen en vergaderingen van deskundigen.

4.2.   Contactambtenaren

De overeenkomstsluitende partijen kunnen bij de nationale centrale diensten permanente contactambtenaren detacheren. Detachering kan wederzijds of eenzijdig geschieden. In bijzondere situaties kunnen contactambtenaren voor een bepaalde tijd ook bij andere diensten van de overeenkomstsluitende partijen worden ingedeeld.

5.   Afgifte van een visum aan de grens

Indien blijkt dat een vreemdeling wegens tijdgebrek en om dringende redenen geen gelegenheid heeft gehad een visum aan te vragen, kunnen de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de nationale wetgeving, in exceptionele gevallen en voor een kort verblijf, aan de grens een visum afgeven aan de vreemdelingen

die in het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument (zie bijlage 4);

die aan de voorwaarden voor binnenkomst zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen voldoen;

die, zo mogelijk onder overlegging van een bewijsstuk, een niet te voorziene dwingende reden voor binnenkomst aanvoeren (bijvoorbeeld plotselinge zorgwekkende gebeurtenissen bij naaste familieleden, spoedeisende medische behandeling, wijzigingen van vliegroutes om technische redenen of om redenen welke verband houden met weersomstandigheden, dringende zakelijke redenen), en

wier terugkeer naar hun land van herkomst of doorreis naar een derde staat is gewaarborgd.

In nationale voorschriften kan worden bepaald dat in bijzondere gevallen de toestemming van hogere instanties is vereist.

5.1.

Voor afgifte van een visum aan de grens voor doorreis door het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen dient de vreemdeling aan de in hoofdstuk 5 genoemde criteria te voldoen en over de vereiste visa voor verdere transitstaten welke geen overeenkomstsluitende partij zijn, alsmede voor de staat van bestemming te beschikken. De termijn voor doorreis over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mag maximaal vijf dagen bedragen en dient zodanig te worden beperkt dat slechts directe doorreis over het grondgebied van de desbetreffende overeenkomstsluitende partij of partijen met de noodzakelijke of gebruikelijke onderbrekingen mogelijk is.

5.2.

De afgifte van een visum aan de grens geschiedt door het aanbrengen van een stempel of het kleven van een visumsticker in het grensoverschrijdingsdocument waarin een visum kan worden aangebracht. Indien daarin geen voldoende ruimte meer voorhanden is, geschiedt het aanbrengen van een stempel of een sticker bij wijze van uitzondering op een inlegvel. De modellen van inlegvellen zijn opgenomen in bijlage 12.

5.3.

De afgifte van eenvormige visa aan de grens geschiedt volgens de in bijlage 14 opgenomen aanwijzingen.

5.4.

De te heffen legeskosten voor visumafgifte zijn in bijlage 14a vermeld.

5.5.

De lijst van gevallen waarin overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst voor de visumafgifte de centrale autoriteiten van de eigen staat, van een andere staat of van andere staten dienen te worden geraadpleegd, is als bijlage 14b opgenomen.

5.6.

Aan de grens afgegeven visa dienen in een lijst te worden geregistreerd.

6.   Bijzondere regelingen

6.1.   Onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschap en hun familieleden uit derde staten

6.1.1.

Onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap behoeven voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen een geldig grensoverschrijdingdocument zoals bedoeld in bijlage 4, doch geen visum.

6.1.2.

Vreemdelingen die naar Gemeenschapsrecht als familieleden van onderdanen van de lidstaten vrij verkeer genieten en op grond van hun nationaliteit voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen een visum behoeven, blijven visumplichtig. De mogelijkheid om onder de voorwaarden zoals bedoeld in paragraaf 6.2 met visumvrijdom binnen te komen, blijft onverlet.

Familieleden voor wie vrij verkeer geldt, zijn:

de echtgenoot en familieleden in neergaande lijn beneden de leeftijd van 21 jaren of ten laste;

de familieleden in opgaande lijn van een onderdaan van de Europese Gemeenschap en diens echtgenoot die te hunnen laste zijn.

6.1.3.

Aan een EG-onderdaan die in het bezit is van het vereiste grensoverschrijdingsdocument, kan de toegang tot het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij dan die waarvan hij onderdaan is, slechts worden geweigerd, indien hij een gevaar oplevert voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid. Te dien einde kunnen de nationale lijsten van gezochte personen worden geraadpleegd; deze raadpleging kan tot weigering van toegang leiden.

Indien de met de grensbewaking belaste ambtenaar aan een EG-onderdaan de toegang tot het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij weigert, verstrekt hij hem een schriftelijke, met redenen omklede kennisgeving van weigering.

6.1.4.

Behoudens wegens het ontbreken van de vereiste documenten zoals bedoeld in paragraaf 6.1.2, mag slechts uit bijzondere overwegingen inzake openbare orde, nationale veiligheid of volksgezondheid de toegang worden geweigerd aan de in die paragraaf genoemde vreemdelingen. Bij de beslissing over de afgifte van visa aan de grens aan visumplichtige familieleden van onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap voor wie evenwel vrij verkeer van personen geldt, dient welwillend te worden gehandeld.

Terzake van weigering van toegang is het bepaalde in paragraaf 1.4.1 van toepassing, met inachtneming van het nationale recht.

6.2.   Vreemdelingen met een verblijfstitel van een andere overeenkomstsluitende partij

Vreemdelingen die houder zijn van een geldige door een overeenkomstsluitende partij afgegeven verblijfstitel hebben voor binnenkomst op het grondgebied in de andere overeenkomstsluitende partijen geen visum nodig. Voorts geldt het bepaalde in paragraaf 1.4.9.

6.3.   Statutaire vluchtelingen en staatlozen

6.3.1.

Het reisdocument voor vluchtelingen dat is afgegeven krachtens het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 (Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen), wordt als document voor grensoverschrijding erkend.

Terzake van de visumregeling voor houders van dit reisdocument is het nationale recht van toepassing, met dien verstande dat de volgende bijzondere regelingen dienen te worden nageleefd:

houders van dit reisdocument, die over een door een overeenkomstsluitende partij afgegeven verblijfstitel beschikken, zijn voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen van de visumplicht vrijgesteld;

houders van een reisdocument voor vluchtelingen dat is afgegeven door Denemarken, Groot-Brittannië, Ierland, IJsland, Liechtenstein, Malta, Noorwegen, Zweden of Zwitserland, zijn voor binnenkomst op het grondgebied van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Portugese Republiek van de visumplicht vrijgesteld.

De houders van dit reisdocument zijn voor binnenkomst op het grondgebied van de Helleense Republiek en de Franse Republiek niet van de visumplicht vrijgesteld.

6.3.2.

Het reisdocument voor staatlozen dat is afgegeven krachtens het Verdrag betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954, wordt behoudens voor binnenkomst op het grondgebied van de Portugese Republiek als document voor grensoverschrijding erkend.

Houders van dit reisdocument zijn aan de visumplicht onderworpen, tenzij zij over een door een overeenkomstsluitende partij afgegeven verblijfstitel beschikken.

6.4.   Piloten en andere bemanningsleden van vliegtuigen

6.4.1.

Houders van „Crew Member Licencies” of „Crew Member Certificates” zoals bedoeld in bijlage 9 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944 zijn van de paspoort- en visumplicht vrijgesteld, voorzover zij in de uitoefening van hun beroep:

de luchthaven waar het vliegtuig een tussenlanding heeft gemaakt, niet verlaten,

de luchthaven waar het vliegtuig zijn vlucht heeft beëindigd, niet verlaten,

de in de nabijheid van de luchthaven gelegen stad niet verlaten,

de luchthaven slechts verlaten om zich naar een op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij gelegen luchthaven te begeven.

6.4.2.

Ten aanzien van de controle op de bemanningsleden van vliegtuigen gelden de voorschriften van paragraaf 1.3 e.v.

Bemanningsleden van vliegtuigen dienen zoveel mogelijk met voorrang te worden gecontroleerd, d.w.z. hetzij vóór de passagiers, hetzij aan bijzondere controleposten. De controle op bemanningsleden die de met de grensbewaking belaste ambtenaar in de uitoefening van hun taak bekend zijn, kan tot steekproeven worden beperkt.

6.5.   Zeelieden

6.5.1.

Onder zeelieden wordt verstaan de bemanning zoals bedoeld in paragraaf 3.4.1.3.

6.5.2.

Zeelieden die in het bezit zijn van een bijzonder reisdocument voor zeelieden of van een identiteitsbewijs voor zeelieden (afgegeven krachtens het Verdrag van Genève van 13 mei 1958) kunnen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Londen van 9 april 1965 en naar nationaal recht passagieren zonder zich te vervoegen aan een grensdoorlaatpost in de haven of in aanpalende gemeenten voorzover zij vermeld staan op de reeds gecontroleerde bemanningslijst van het vaartuig waartoe zij behoren en zij in het bezit zijn van een bijzonder reisdocument voor zeelieden of van een identiteitsbewijs voor zeelieden, waarin zo nodig een visum is aangebracht. Indien de betrokken zeeman een gevaar oplevert voor de openbare orde of nationale veiligheid kan hem het recht tot passagieren worden ontzegd.

6.5.3.

Zeelieden die buiten de aan de haven aanpalende gemeenten wensen te verblijven, dienen te voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen, en met name in het bezit te zijn van een geldig reisdocument, waarin zo nodig een visum is aangebracht, alsmede over voldoende middelen van bestaan te beschikken.

6.5.4.

Onverminderd de voorschriften van deel I, hoofdstuk 1 e.v., mogen houders van een bijzonder reisdocument voor zeelieden of identiteitsbewijs voor zeelieden eveneens het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen binnenkomen, en wel voor de volgende doeleinden:

inscheping aan boord van een vaartuig dat reeds in een haven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen is afgemeerd of aldaar binnenkort zal binnenlopen;

transit ter bestemming van een derde staat of voor terugkeer naar de staat van oorsprong;

spoedgevallen of noodzaak (ziekte, ontslag, beëindiging arbeidsovereenkomst, enz.).

De met de grensbewaking belaste ambtenaren dienen in bovenstaande gevallen erop toe te zien dat de nodige bewijzen worden geleverd, teneinde te voorkomen dat de binnenkomstcontroles worden omzeild door gebruikmaking van de voor deze categorie van personen toegestane versoepeling.

De volgende bewijsmiddelen kunnen in aanmerking worden genomen:

schriftelijke verklaring van de betrokken reder of scheepsagent;

verklaring van de bevoegde diplomatieke en consulaire autoriteiten;

bewijzen welke zijn verkregen aan de hand van gerichte controles bij de politie- of andere bevoegde autoriteiten;

een met behulp van het stempel door de scheepvaartautoriteiten gewaarmerkt contract.

6.6.   Houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort

Houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort dat is afgegeven door staten of regeringen die door de overeenkomstsluitende partijen zijn erkend, dienen in de mate van het mogelijke, gelet op de bijzondere voorrechten en immuniteiten welke zij genieten wanneer zij ter uitoefening van hun functie reizen en onverminderd de op hen rustende visumplicht, bij grenscontrole voorrang te krijgen.

De geaccrediteerde leden van diplomatieke zendingen en consulaire posten, alsmede hun gezinsleden die houder zijn van de door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitel, kunnen op vertoon van genoemde verblijfstitel en indien nodig van hun reisdocument het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen binnenkomen. De modellen van deze verblijfstitels zijn opgenomen in bijlage 13.

Indien een persoon zich tegenover met de grenscontrole belaste ambtenaren op voorrechten, immuniteiten of vrijstellingen beroept, kan worden verlangd, dat door het overleggen van documenten, met name het door de ontvangende staat afgegeven legitimatiebewijs of het diplomatiek paspoort, dan wel op andere wijze het bezit van voorrechten, immuniteiten of vrijstellingen wordt aangetoond. In spoedeisende twijfelgevallen kunnen direct inlichtingen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken worden verkregen.

De houders van genoemde documenten zijn in beginsel vrijgesteld van de verplichting om aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken.

De met de grenscontrole belaste ambtenaren kunnen houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij niet weigeren zonder vooraf contact te hebben opgenomen met de bevoegde nationale autoriteiten, ook indien betrokkene in het SIS staat vermeld.

6.7.   Grensarbeiders

6.7.1.

De status van grensarbeiders wordt door het nationale recht van de overeenkomstsluitende partijen bepaald.

6.7.2.

Ten aanzien van de wijze van controle op grensarbeiders zijn de voorschriften inzake de controle op vreemdelingen van overeenkomstige toepassing. Vereenvoudigingen van de controle kunnen overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1.3.5.3 worden toegestaan.

6.8.   Minderjarigen

6.8.1.

Bij grensoverschrijding worden minderjarigen op dezelfde wijze als volwassenen gecontroleerd, ook wanneer zij vergezeld zijn van personen die het ouderlijk gezag over hen uitoefenen.

De met de grensbewaking belaste ambtenaar dient bijzondere aandacht te besteden aan minderjarigen die alleen reizen. Hij dient zich zoveel mogelijk ervan te vergewissen dat de uitreis niet geschiedt tegen de wil van personen die het ouderlijk gezag over hen uitoefenen.

(…) (9).

6.9.   Groepsreizen

6.9.1.

Voor de intensiteit van de controle op deelnemers aan groepsreizen is in beginsel de nationaliteit van doorslaggevend belang.

6.9.2.

In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij schoolreizen, reisgezelschappen van vijfenzestigplussers, pelgrims of bedevaarders, kan de controle tot een toetsing aan de hand van een bezettingslijst of een steekproefsgewijze toetsing van de reizigers worden beperkt. De leider van de groepsreis dient in ieder geval de normale controle te ondergaan.

6.10.   Vreemdelingen die aan de grens om asiel verzoeken

Indien een vreemdeling aan de grens om asiel verzoekt, is tot op het tijdstip van vaststelling van de verantwoordelijkheid voor de behandeling van het asielverzoek het nationale recht van de betrokken overeenkomstsluitende partij van toepassing.

6.11.   Leden van internationale organisaties

De houders van de navolgende, door de hieronder genoemde internationale organisaties afgegeven documenten dienen, wanneer zij ter uitoefening van hun functie reizen, in de mate van het mogelijke bij grenscontrole voorrang te krijgen.

De houders van genoemde documenten zijn in beginsel vrijgesteld van de verplichting om aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken.

De desbetreffende documenten zijn in het bijzonder:

laissez-passer van de Verenigde Naties, afgegeven aan personeel van de Verenigde Naties en van de bijbehorende instellingen op grond van het op 21 november 1947 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te New York aangenomen Verdrag inzake de voorrechten en de immuniteiten van de gespecialiseerde instellingen;

laissez-passer afgegeven door de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS);

laissez-passer van de Europese Gemeenschap (EG);

laissez-passer van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA);

legitimatiebewijs afgegeven door de secretaris-generaal van de Raad van Europa;

documenten afgegeven door een hoofdkwartier van de NAVO (militair identiteitsbewijs vergezeld van een briefing voor speciale opdracht, marsorder, individuele of collectieve dienstorder).


(1)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.

(2)  Tekst geschrapt bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toeapssing sinds 1 juni 2002.

(3)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.

(4)  Tekst geschrapt bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.

(5)  Tekst geschrapt bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.

(6)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/587/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 50). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

(7)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/587/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 50). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

(8)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/587/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 50), waarbij de oorspronkelijke paragraaf 3.3.1 werd geschrapt (de paragrafen werden dienovereenkomstig omgenummerd). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

(9)  De paragrafen 6.8.2 en 6.8.3 werden geschrapt bij Beschikking 2002/587/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 50). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

BIJLAGE 1

Aangewezen grensdoorlaatposten

(Deel I, paragraaf 1.2, van het Gemeenschappelijk Handboek)

INDEX

BELGIË bladzijde 119
DENEMARKEN bladzijde 119
DUITSLAND bladzijde 121
GRIEKENLAND bladzijde 130
SPANJE bladzijde 132
FRANKRIJK bladzijde 133
ITALIË bladzijde 136
LUXEMBURG bladzijde 142
NEDERLAND bladzijde 142
OOSTENRIJK bladzijde 142
PORTUGAL bladzijde 145
FINLAND bladzijde 146
ZWEDEN bladzijde 148
IJSLAND bladzijde 148
NOORWEGEN bladzijde 149

BELGIË

Luchthavens

Brussel-Nationaal (Zaventem)

Oostende

Deurne

Bierset

Gosselies

Wevelgem (secundaire luchthaven)

Zeegrenzen

Antwerpen

Oostende

Zeebrugge

Nieuwpoort

Gent

Blankenberge

Landgrenzen

H.S.T. (Kanaaltunnel)

Station Brussel-Zuid

DENEMARKEN

Zeegrenzen

Denemarken

Aabenraa Havn

Aalborg Havn A/S

Aalborg Portland A/S

Aarø Havn

Aarøsund Havn

Aggersund Kalkværks Udskibningsbro (Løgstør)

Allinge Havn

Asnæs-, Advedøre-, Kyndby-, Masnedø-, Stigsnæsværkets Havne

Assens Havn

Bagenkop Havn

Bandholm Havn

Bogense Havn

Bønnerup Havn

Dansk Salt A/S' Anlægskaj (Mariager)

Det Danske Stålvalseværk A/S' Havn (Frederiksværk)

Dragør Havn

Enstedværkets Havn (Aabenraa)

Esbjerg Havn

Faaborg Havn

Fakse Ladeplads Fiskeri- og Lystbådehavn

Faxe Havn

Fredericia Havn

Frederikshavn Havn

Gedser Færgehavn

Grenaa Havn

Gråsten Havn

Gulfhavn (på Stigsnæs ved Skælskør)

Haderslev Havn

Hals Havn

Hanstholm Havn

Hasle Havn

Havnen ved Kolby Kås (Samsø)

Helsingør Færgehavn

Hirtshals Havn

H.J. Hansen Hadsund A/S' Havn

Hobro Havn

Holbæk Havn

Holstebro-Struer Havn

Horsens Havn

Hou Havn (Odder)

Hundested Havn

Hvide Sande Havn

Kalundborg Havn

Kaløvig Bådehavn

Kerteminde Havn & Marina

Klintholm Havn

Kolding Havn

Kongsdal Havn

Korsør Havn

Københavns Havn

Køge Havn

Lemvig Havn

Lindø-Terminalen

Lyngs Odde Ammoniakhavn

Marstal Havn

Middelfart Havn

Nakskov Havn

Nexø Havn

NKT Trådværket A/S' Havn (Middelfart)

Nordjyllandsværkets Havn

Nykøbing F. Havn

Nyborg Fritids- og Lystbådehavn samt Fiskerihavn

Nyborg Havn A/S (Lindholm Havn og Avernakke Pier)

Næstved Havn

Odense Havn

Odense Staalskibsværft A/S' Havn

Orehoved Havn

Randers Havn

Rudkøbing Havn

Rødby Færge- og Trafikhavn

Rømø Havn

Rønne Havn

Skagen Havn

Skive Havn

Skærbækværkets Havn

Statoil Pieren, Melbyvej 17 i Kalundborg

Stege Havn

Stevns Kridtbruds Udskibningspier

Stubbekøbing Havn

Studstrupværkets Havn (Skødstrup)

Svaneke Havn

Svendborg Trafikhavn

Søby Havn

Sønderborg Havn

Sæby Havn

Tejn Havn

Thisted Havn

Thorsminde Havn

Thyborøn Havn

Vang Havn

Vejle Havn

Vordingborg Havn

Ærøskøbing Havn

Århus Havn

Faeröer

Fuglafjarðar Havn

Klaksvikar Havn

Kollafjarðar Havn

Oyra Havn

Runavikar Havn

Tórshavnar Havn

Tvøroyrar Havn

Vágs Havn

Groenland

Aasiaat (Egedesminde)

Ilulissat (Jakobshavn)

Ittoqqortoormiit (Scoresbysund)

Kangerlussuaq (Sdr. Strømfjord)

Maniitsoq (Sukkertoppen)

Nanortalik

Narsaq

Narsarsuaq

Nuuk (Godthåb)

Paamiut (Frederikshåb)

Qaanaaq (Thule)

Qaqortoq (Julianehåb)

Qasigiannguit (Christianshåb)

Qeqertarsuaq (Godhavn)

Sisimiut (Holsteinsborg)

Tasiilaq (tidl. Angmagssalik)

Upernavik

Uummannaq

Luchtgrenzen

Denemarken

Aalborg Lufthavn

Aarhus Lufthavn

Billund Lufthavn

Bornholms Lufthavn

Esbjerg Lufthavn

Herning Flyveplads

Karup Lufthavn

Koldingegnens Lufthavn, Vamdrup

Københavns Lufthavn i Kastrup

Københavns Lufthavn, Roskilde

Lemvig Flyveplads

Odense Lufthavn

Skive Lufthavn

Stauning Lufthavn

Sønderborg Lufthavn

Thisted Lufthavn

Vojens Lufthavn

Ærø Lufthavn

Faeröer

Vágar Lufthavn

Groenland

Kangerlussuaq (Sdr. Strømfjord)

Nuuk (Godthåb)

Qaanaaq

DUITSLAND

Aangewezen grensdoorlaatposten

DUITSLAND — DENEMARKEN

Naam grensdoorlaatpost aan Duitse zijde

Naam grensdoorlaatpost aan Deense zijde

Flensburg Bhf

Pattburg (Padborg)

Wassersleben

Kollund

Kupfermühle

Krusau (Kruså)

Flensburg Bhf

Pattburg Bahnhof (Station Padborg)

Harrislee

Pattburg (Padborg)

Ellund Autobahn (BAB 7)

Fröslee (Frøslev)

Jardelund

Sophienthal (Sofiedal)

Weesby

Groß Jündewatt (St. Jyndevad)

Neupepersmark

Alt Pepersmark (Pebersmark)

Westre

Grünhof (Grøngård)

Böglum

Seth (Sæd)

Süderlügum Bhf

Tondern (Tønder)

Aventoft

Møllehus

Rosenkranz

Rüttebüll (Rudbøl)

Rodenäs

Hoger (Højer)

Aangewezen grensdoorlaatposten

DUITSLAND — POLEN

Naam grensdoorlaatpost aan Duitse zijde

Naam grensdoorlaatpost aan Poolse zijde

Ahlbeck

Swinemünde (Świnoujście)

Linken

Neu Lienken (Lubieszyn)

Grambow Bahnhof

Scheune (Szczecin-Gumieńce)

Pomellen-Autobahn (BAB 11)

Kolbitzow (Kolbaskowo)

Tantow Bahnhof

Scheune (Szczecin-Gumieńce)

Rosow

Rosow (Rosowek)

Mescherin

Greifenhagen (Gryfino)

Gartz

Fiddichow (Widuchowa)

Schwedt

Niederkränig (Krajnik Dolny)

Hohensaaten-Hafen

Niederwutzen (Osinów Dolny)

Hohenwutzen

Niederwutzen (Osinów Dolny)

Küstrin-Kietz

Küstrin (Kostrzyn)

Küstrin-Kietz Bahnhof

Küstrin (Kostrzyn)

Frankfurt/Oder Hafen

Słubice

Frankfurt/Oder Straße

Słubice

Frankfurt/Oder Bahnhof

Kunersdorf (Kunowice)

Frankfurt/Oder-Autobahn (BAB 12)

Schwetig (Świecko)

Eisenhüttenstadt

Mühlow (Miłów)

Guben Straße

Guben (Gubin)

Guben Bahnhof

Guben (Gubin)

Forst Bahnhof

Forst (Zasieki)

Forst-Autobahn (BAB 15)

Erlenholz (Olszyna)

Bad Muskau

Muskau (Mużaków)

Podrosche

Priebus (Przewoz)

Horka Bahnhof

Nieder Bielau (Bielawa Dolna)

Ludwigsdorf Autobahn

Hennersdorf (Jedrzychowice)

Görlitz Straße

Görlitz (Zgorzelec)

Görlitz Bahnhof

Görlitz (Zgorzelec)

Ostriz

Ostriz-Bahnhof (Krzewina Zgorzelecka)

Zittau Chopin-Straße

Kleinschönau (Sieniawka)

Zittau-Friedensstraße

Poritsch (Porajow)

Aangewezen grensdoorlaatposten

DUITSLAND — TSJECHISCHE REPUBLIEK

Naam grensdoorlaatpost aan Duitse zijde

Naam grensdoorlaatpost aan Tsjechische zijde

Zittau Bhf

Grottau an der Neiße (Hrádek n.N.)

Seifhennersdorf (Nordstraße)

Rumburg (Rumburk)

Seifhennersdorf

Warnsdorf (Varnsdorf)

Neugersdorf

Georgswalde (Jiřikov)

Ebersbach Bhf

Rumburg (Rumburk)

Sebnitz

Niedereinsiedel (Dolni Poustevna)

Schmilka

Herrnskretschen (Hřensko)

Bad Schandau Bhf

Tetschen (Dêcin)

Schöna

Herrnskretschen (Høensko)

Bahratal

Peterswald (Petrovice)

Zinnwald

Zinnwald (Cinovec)

Neurehefeld

Moldava (Moldau)

Reitzenhain

Sebastiansberg (Hora Sv. Šebestiána)

Bärenstein (Eisenbahn)

Weipert (Vejprty)

Bärenstein

Weipert (Vejprty)

Oberwiesenthal

Gottesgab (Boži Dar)

Johanngeorgenstadt Bhf

Breitenbach (Potučky)

Johanngeorgenstadt

Breitenbach (Potučky)

Klingenthal

Graslitz (Kraslice)

Bad Brambach Bhf

Voitersreuth (Vojtanov)

Schönberg

Voitersreuth (Vojtanov)

Bad Elster

Grün (Doubrava)

Selb

Asch (Aš)

Selb-Plössberg Bhf

Asch (Aš)

Schirnding Cheb/Eger Bhf

Eger (Cheb)

Schirnding

Mühlbach (Pomezi)

Waldsassen

Heiligenkreuz (Svaty Křiž)

Mähring

Promenhof (Broumov)

Bärnau

Paulusbrunn (Pavluv Studenec)

Waidhaus (B 14)

Rosshaupt (Rozvadov)

Waidhaus Autobahn (BAB 6)

Rosshaupt (Rozvadov)

Eslarn

Eisendorf (Železná)

Waldmünchen

Haselbach (Lisková)

Furth im Wald Schafberg

Vollmau (Folmava)

Furth im Wald Bhf

Böhmisch Kubitzen (Česká Kubice)

Eschlkam

Neumark (Všeruby)

Neukirchen b. HL. Blut

St. Katharina (Sverá Katerina)

Bayerisch Eisenstein

Markt Eisenstein (Železná Ruda)

Bayerisch Eisenstein Bahnhof

Markt Eisenstein (Železná Ruda)

Philippsreuth

Kuschwarda (Strážny)

Haidmühle

Tusset (Stožek)

Aangewezen grensdoorlaatposten

DUITSLAND — ZWITSERLAND

Naam grensdoorlaatpost aan Duitse zijde

Naam grensdoorlaatpost aan Zwitserse zijde

Konstanz-Klein Venedig

Kreuzlingen-Seestraße

Konstanz-Schweiz.Pers.Bhf

Konstanz Personenbahnhof

Konstanz-Wiesenstraße

Kreuzlingen-Wiesenstraße

Konstanz-Kreuzlinger Tor

Kreuzlingen

Konstanz-Emmishofer Tor

Kreuzlingen-Emmishofer

Konstanz-Paradieser Tor

Tägerwilen

Gaienhofen

Steckborn

Hemmenhofen

Steckborn

Wangen

Mammern

Öhningen-Oberstaad

Stein am Rhein

Öhningen

Stein am Rhein

Rielasingen Bhf.

Ramsen Bahnhof

Singen Bhf.

Schaffhausen

Rielasingen

Ramsen-Grenze

Gasthof „Spießhof” an der B 34

Gasthof „Spießhof”

Gottmadingen

Buch-Grenze

Murbach

Buch-Dorf

Gailingen-Ost

Ramsen-Dorf

Gailingen-Brücke

Diessenhofen

Gailingen-West

Dörflingen-Pünt und Dörflingen-Laag

Randegg

Neu Dörflingen

Bietingen

Thayngen Straße

Thayngen Bhf.

Thayngen Bahnhof

Ebringen

Thayngen-Ebringer Straße

Schlatt am Randen

Thayngen-Schlatt

Büßlingen

Hofen

Wiechs-Dorf

Altdorf

Wiechs-Schlauch

Merishausen

Neuhaus-Randen

Bargen

Fützen

Beggingen

Stühlingen

Schleitheim

Eberfingen

Hallau

Eggingen

Wunderklingen

Erzingen

Trasadingen

Erzingen Bhf.

Trasadingen Bahnhof

Weisweil

Wilchingen

Jestetten-Wangental

Osterfingen

Jestetten-Hardt

Neuhausen

Jestetten Bhf.

Neuhausen Bahnhof

Altenburg-Rheinau Bhf.

Neuhausen Bahnhof

Altenburg-Nohl

Nohl

Altenburg-Rheinbrücke

Rheinau

Nack

Rüdlingen

Lottstetten

Rafz-Solgen

Lottstetten-Dorf

Rafz-Grenze

Lottstetten Bhf.

Rafz Bahnhof

Baltersweil

Rafz-Schluchenberg

Dettighofen

Buchenloh

Bühl

Wil-Grenze

Günzgen

Wasterkingen

Herdern

Rheinsfelden

Rötteln

Kaiserstuhl

Reckingen

Rekingen

Rheinheim

Zurzach-Burg

Waldshut Bhf.

Koblenz

Waldshut-Rheinbrücke

Koblenz

Waldshut-Rheinfähre

Juppen/Full

Dogern

Leibstadt

Albbruck

Schwaderloch

Laufenburg

Laufenburg

Bad Säckingen-alte Rheinbrücke

Stein/Holzbrücke

Bad Säckingen

Stein

Rheinfelden

Rheinfelden

Grenzacherhorn

Riehen-Grenzacher Straße

Inzlingen

Riehen-Inzlinger Straße

Lörrach-Wiesentalbahn

Riehen Bahnhof

Lörrach-Stetten

Riehen

Lörrach-Wiesenuferweg

Riehen-Weilstraße

Weil-Ost

Riehen-Weilstraße

Basel Badischer Personenbahnhof

Basel Badischer Bahnhof

Basel Badischer Rangierbahnhof in Weil am Rhein

Basel Badischer Rangierbahnhof

Weil-Otterbach

Basel-Freiburger Straße

Weil-Friedlingen

Basel-Hiltalinger Straße

Weil am Rhein-Autobahn (BAB5)

Basel

Aangewezen grensdoorlaatposten

HAVENS AAN HET BODENMEER

 

Lindau-Städtischer Segelhafen

 

Lindau-Hafen

 

Bad Schachen

 

Wasserburg (Bodensee)

 

Langenargen

 

Friedrichshafen-Hafen

 

Meersburg

 

Überlingen

 

Mainau

 

Konstanz-Hafen

 

Insel Reichenau

 

Radolfzell

Aangewezen grensdoorlaatposten

HAVENS AAN DE RIJN

 

Rheinfelden-Rheinhafen

 

Wyhlen (Wyhlen GmbH)

 

Grenzach (Fa. Geigy)

 

Grenzach (Fa. Hoffmann La Roche AG)

 

Weil-Schiffsanlegestelle

 

Weil-Rheinhafen

Aangewezen grensdoorlaatposten

HAVENS AAN DE NOORDZEE

 

List/Sylt

 

Hörnum/Sylt

 

Dagebüll

 

Wyk/Föhr

 

Wittdün/Amrum

 

Pellworm

 

Strucklahnungshörn/Nordstrand

 

Süderhafen/Nordstrand

 

Husum

 

Friedrichstadt

 

Tönning

 

Büsum

 

Meldorfer Hafen

 

Friedrichskoog

 

Helgoland

 

Itzehoe

 

Wewelsfleth

 

Brunsbüttel

 

Glückstadt

 

Elmshorn

 

Uetersen

 

Wedel

 

Hamburg

 

Hamburg-Neuenfelde

 

Buxtehude

 

Stade

 

Stadersand

 

Bützflether Sand

 

Otterndorf

 

Cuxhaven

 

Bremerhaven

 

Bremen

 

Lemwerder

 

Elsfleth

 

Brake

 

Großensiel

 

Nordenham

 

Fedderwardersiel

 

Eckwarderhörne

 

Varel

 

Wilhelmshaven

 

Hooksiel

 

Horumersiel

 

Carolinensiel (Harlesiel)

 

Neuharlingersiel

 

Bensersiel

 

Westeraccumersiel

 

Norddeich

 

Greetsiel

 

Wangerooge

 

Spiekeroog

 

Langeoog

 

Baltrum

 

Norderney

 

Juist

 

Borkum

 

Emden

 

Leer

 

Weener

 

Papenburg

 

Herbrum

Aangewezen grensdoorlaatposten

HAVENS AAN DE OOSTZEE

 

Flensburg-Hafen

 

Flensburg-Mürwik (Hafenanlage der Bundesmarine)

 

Glücksburg

 

Langballigau

 

Quern-Neukirchen

 

Gelting

 

Maasholm

 

Schleimünde

 

Kappeln

 

Olpenitz (Hafenanlagen der Bundesmarine)

 

Schleswig

 

Ostseebad Damp

 

Eckernförde

 

Eckernförde (Hafenanlagen der Bundesmarine)

 

Surendorf (Hafenanlagen der Bundesmarine)

 

Rendsburg

 

Strande

 

Schilksee

 

Kiel-Holtenau

 

Kiel

 

Möltenort/Heikendorf

 

Jägersberg (Hafenanlage der Bundesmarine)

 

Laboe

 

Orth

 

Puttgarden Bahnhof

 

Puttgarden

 

Burgstaaken

 

Heiligenhafen

 

Großenbrode (Hafenanlagen der Bundesmarine)

 

Grömitz

 

Neustadt (Hafenanlage der Bundesmarine)

 

Niendorf

 

Lübeck-Travemünde

 

Lübeck

 

Timmendorf

 

Wolgast

 

Wismar

 

Warnemünde

 

Rostock Überseehafen

 

Stralsund

 

Libben

 

Bock

 

Saßnitz

 

Ruden

 

Greifswald-Ladebow Hafen

 

Kamminke

 

Ahlbeck Seebrücke

HAVENS AAN DE ODER

 

Anklam Hafen

 

Karnin

 

Ueckermünde

 

Altwarp Hafen

Aangewezen grensdoorlaatposten

Luchthavens, vliegvelden, landingsplaatsen

IN DE DEELSTAAT SCHLESWIG-HOLSTEIN

 

Eggebek

 

Flensburg-Schäferhaus

 

Helgoland-Düne

 

Hohn

 

Itzehoe-Hungriger Wolf

 

Kiel-Holtenau

 

Lübeck-Blankensee

 

Schleswig/Jagel

 

Westerland/Sylt

 

Wyk/Föhr

IN DE DEELSTAAT MECKLENBURG-VORPOMMERN

 

Barth

 

Heringsdorf

 

Neubrandenburg-Trollenhagen

 

Rostock-Laage

IN DE DEELSTAAT HAMBURG

Hamburg

IN DE DEELSTAAT BREMEN

 

Bremen

 

Bremerhaven-Luneort

IN DE DEELSTAAT NIEDERSACHSEN

 

Borkum

 

Braunschweig-Waggum

 

Bückeburg-Achum

 

Celle

 

Damme/Dümmer-See

 

Diepholz

 

Emden

 

Fassberg

 

Ganderkesee

 

Hannover

 

Jever

 

Nordhorn-Lingen

 

Leer-Papenburg

 

Lemwerder, Werksflughafen der Weser-Flugzeugbau GmbH Bremen

 

Norderney

 

Nordholz

 

Osnabrück-Atterheide

 

Peine-Eddersee

 

Wangerooge

 

Wilhelmshaven-Mariensiel

 

Wittmundhafen

 

Wunstorf

IN DE DEELSTAAT BRANDENBURG

 

Cottbus-Drewitz

 

Cottbus-Neuhausen

 

Kyritz

 

Nauen

 

Neuhausen

 

Schönhagen

IN DE DEELSTAAT BERLIN

 

Tegel

 

Tempelhof

 

Schönefeld

IN DE DEELSTAAT NORDRHEIN-WESTFALEN

 

Aachen-Merzbrück

 

Arnsberg

 

Bielefeld-Windelsbleiche

 

Bonn-Hardthöhe

 

Dahlemer Binz

 

Dortmund-Wickede

 

Düsseldorf

 

Essen-Mülheim

 

Hangelar

 

Hopsten

 

Köln/Bonn

 

Marl/Loemühle

 

Meinerzhagen

 

Mönchengladbach

 

Münster-Osnabrück

 

Nörvenich

 

Paderborn-Lippstadt

 

Porta Westfalica

 

Rheine-Bentlage

 

Siegerland

 

Stadtlohn-Wenningfeld

IN DE DEELSTAAT SACHSEN

 

Dresden

 

Leipzig-Halle

 

Rothenburg/Oberlausitz

IN DE DEELSTAAT THÜRINGEN

Erfurt

IN DE DEELSTAAT RHEINLAND-PFALZ

 

Büchel

 

Föhren

 

Koblenz-Winningen

 

Mendig

 

Pferdsfeld

 

Pirmasens-Zweibrücken

 

Speyer

 

Worms-Bürgerweide-West

IN DE DEELSTAAT SAARLAND

 

Saarbrücken-Ensheim

 

Saarlouis/Düren

IN DE DEELSTAAT HESSEN

 

Egelsbach

 

Allendorf/Eder

 

Frankfurt/Main

 

Fritzlar

 

Kassel-Calden

 

Reichelsheim

IN DE DEELSTAAT BADEN-WÜRTTEMBERG

 

Aalen-Heidenheim-Elchingen

 

Baden Airport Karlsruhe Baden-Baden

 

Baden-Baden-Oos

 

Donaueschingen-Villingen

 

Freiburg/Brg.

 

Friedrichshafen-Löwentl

 

Heubach (Krs. Schwäb.Gmünd)

 

Karlsruhe Forchheim

 

Konstanz

 

Laupheim

 

Leutkirch-Unterzeil

 

Mannheim-Neuostheim

 

Mengen

 

Mosbach-Lohrbach

 

Niederstetten

 

Offenburg

 

Schwäbisch Hall

 

Stuttgart

IN DE DEELSTAAT BAYERN

 

Aschaffenburg

 

Augsburg-Mühlhausen

 

Bayreuth-Bindlacher Berg

 

Coburg-Brandensteinsebene

 

Eggenfelden/Niederbayern

 

Erding

 

Fürstenfeldbruck

 

Hassfurth-Mainwiesen

 

Herzogenaurach

 

Hof-Pirk

 

Ingolstadt

 

Kempten-Durach

 

Landsberg/Lech

 

Landshut-Ellermühle

 

Lechfeld

 

Leipheim

 

Memmingen

 

München „Franz Joseph Strauß”

 

Neuburg

 

Nürnberg

 

Oberpfaffenhofen, Werkflugplatz der Dornier-Werke GmbH

 

Passau-Vilshofen

 

Roth

 

Rothenburg o.d. Tauber

 

Straubing-Wallmühle

 

Weiden/Opf.

 

Würzburg am Schenkenturm

GRIEKENLAND

Εναέρια σύνορα

Luchthavens

1. ΑΘΗΝΑ

ATHINA

2. ΗΡΑΚΛΕΙΟ

HERAKLION

3. ΘΕΣΣΑΛΟΝΙΗ

THESSALONIKI

4. ΡΟΔΟΣ

RHODOS

5. ΚΕΡΚΥΡΑ

KERKIRA (CORFOU)

6. ΑΝΤΙΜΑΧΕΙΑ ΚΩ

ANTIMACHIA (KOS)

7. ΧΑΝΙΑ

CHANIA

8. ΠΥΘΑΓΟΡΕΙΟ ΣΑΜΟΥ

PITHAGORIO - SAMOS

9. ΜΥΤΙΛΗΝΗ

MITILINI

10. ΙΩΑΝΝΙΝΑ

IOANNINA

11. ΑΡΑΞΟΣ (1)

ARAXOS

12. ΣΗΤΕΙΑ

SITIA

13. ΧΙΟΣ (1)

CHIOS

14. ΑΡΓΟΣΤΟΛΙ

ARGOSTOLI

15. ΚΑΛΑΜΑΤΑ

KALAMATA

16. ΚΑΒΑΛΑ

KAVALA

17. ΑΚΤΙΟ ΒΟΝΙΤΣΑΣ

AKTIO-VONITSAS

18. ΜΗΛΟΣ (1)

MILOS

19. ΖΑΚΥΝΘΟΣ

ZAKINTHOS

20. ΘΗΡΑ

THIRA

21. ΣΚΙΑΘΟΣ

SKIATHOS

22. ΚΑΡΠΑΘΟΣ (1)

KARPATHOS

23. ΜΥΚΟΝΟΣ

MIKONOS

24. ΑΛΕΞΑΝΔΡΟΥΠΟΛΗ

ALEXANDROUPOLI

25. ΕΛΕΥΣΙΝΑ

ELEFSINA

26. ΑΝΔΡΑΒΙΔΑ

ANDRAVIDA

27. ΑΤΣΙΚΗ ΛΗΜΝΟΥ

ATSIKI-LIMNOS

Θαλάσσια σύνορα

Havens

1. ΓΥΘΕΙΟ

GHITHIO

2. ΣΥΡΟΣ

SIROS

3. ΗΓΟΥΜΕΝΙΤΣΑ

IGOYMENITSA

4. ΣΤΥΛΙΔΑ

STILIDA

5. ΑΓΙΟΣ ΝΙΚΟΛΑΟΣ

AGIOS NIKOLAOS

6. ΡΕΘΥΜΝΟ

RETHIMNO

7. ΛΕΥΚΑΔΑ

LEFKADA

8. ΣΑΜΟΣ

SAMOS

9. ΒΟΛΟΣ

VOLOS

10. ΚΩΣ

KOS

11. ΔΑΦNΗ ΑΓΙΟΥ ΟΡΟΥΣ

DAFNI-AGIOU OROUS

12. ΙΒΗΡΑ ΑΓΙΟ ΟΡΟΥΣ

IVIRA-AGIOU OROUS

13. ΓΕΡΑΚΙΝΗ

GERAKINI

14. ΓΛΥΦΑΔΑ

GLIFADA

15. ΠΡΕΒΕΖΑ

PREVEZA

16. ΠΑΤΡΑ

PATRA

17. ΚΕΡΚΥΡΑ

KERKIRA

18. ΣΗΤΕΙΑ

SITIA

19. ΧΙΟΣ

CHIOS

20. ΑΡΓΟΣΤΟΛΙ

ARGOSTOLI

21. ΘΕΣΣΑΛΟΝΙΚΗ

THESSALONIKI

22. ΚΟΡΙΝΘΟΣ

KORINTHOS

23. ΚΑΛΑΜΑΤΑ

KALAMATA

24. ΚΑΒΑΛΑ

KAVALA

25. ΙΘΑΚΗ

ITHAKI

26. ΠΥΛΟΣ

PILOS

27. ΠΥΘΑΓΟΡΕΙΟ ΣΑΜΟΥ

PITHAGORIO-SAMOS

28. ΛΑΥΡΙΟ

LAVRIO

29. ΗΡΑΚΛΕΙΟ

HERAKLIO

30. ΣΑΜΗ ΚΕΦΑΛΛΗΝΙΑΣ

SAMI-KEFALONIA

31. ΠΕΙΡΑΙΑΣ

PIREAS

32. ΜΗΛΟΣ

MILOS

33. ΚΑΤΑΚΩΛΟ

KATAKOLO

34. ΣΟΥΔΑ ΧΑΝΙΩΝ

SOUDA-CHANIA

35. ΙΤΕΑ

ITEA

36. ΕΛΕΥΣΙΝΑ

ELEFSINA

37. ΜΥΚΟΝΟΣ

MIKONOS

38. ΝΑΥΠΛΙΟ

NAFPLIO

39. ΧΑΛΚΙΔΑ

CHALKIDA

40. ΡΟΔΟΣ

RODOS

41. ΖΑΚΥΝΘΟΣ

ZAKINTHOS

42. ΘΗΡΑ

THIRA

43. ΚΑΛΟΙ ΛΙΜΕΝΕΣ ΗΡΑΚΛΕΙΟΥ

KALI-LIMENES-HERAKLIOU

44. ΜΥΡΙΝΑ ΛΗΜΝΟΥ

MYRINA-LIMNOS

45. ΠΑΞΟΙ

PAXI

46. ΣΚΙΑΘΟΣ

SKIATHOS

47. ΑΛΕΞΑΝΔΡΟΥΠΟΛΗ

ALEXANDROUPOLI

48. ΑΙΓΙΟ

AIGHIO

49. ΠΑΤΜΟΣ

PATMOS

50. ΣΥΜΗ

SIMI

51. ΜΥΤΙΛΗΝΗ

MITILINI

52. ΧΑΝΙΑ

CHANIA

Χερσαία σύνορα

Landgrenzen

Σύνορα με την Αλβανία

Met Albanië

1. ΚΑΚΑΒΙΑ

1. KAKAVIA

2. ΚΡΥΣΤΑΛΛΟΠΗΓΗ

2. CRISTALOPIGHI

Σύνορα Fyrom

Met Fyrom

1. ΝΙΚΗ

1. NIKI

2. ΕΙΔΟΜΕNΗ (ΣΙΔΗΡΟΔΡΟΜΙΚΟ)

2. IDOMENI (STATION)

3. ΕΥΖΩΝΟΙ

3. EVZONI

4. ΔΟΙΡΑΝΗ

4. DOIRANI

Σύνορα με τη Βουλγαρία

Met Bulgarije

1. ΠΡΟΜΑΧΩΝΑΣ

1. PROMACHONAS

2. ΠΡΟΜΑΧΩΝΑΣ (ΣΙΔΗΡΟΔΡΟΜΙΚΟ)

2. PROMACHONAS (STATION)

3. ΔΙΚΑΙΑ (ΣΙΔΗΡΟΔΡΟΜΙΚΟ)

3. DIKEA EVROS (STATION)

4. ΟΡΜΕΝΙΟ

4. ORMENIO EVROS

Σύνορα με την Τουρκία

Met Turkije

1. ΚΑΣΤΑΝΙΕΣ ΕΒΡΟΥ

1. KASTANIES, EVROS

2. ΠΥΘΙΟΥ (ΣΙΔΗΡΟΔΡΟΜΙΚΟ)

2. PITHIO (STATION)

3. ΚΗΠΟΙ ΕΒΡΟΥ

3. KIPI, EVROS

SPANJE

Luchthavens

Madrid-Barajas

Barcelona

Gran Canaria

Palma de Mallorca

Alicante

Ibiza

Malaga

Sevilla

Tenerife Sur

Valencia

Almeria

Asturias

Bilbao

Fuerteventura

Gerona

Granada

Lanzarote

La Palma

Menorca

Santander

Santiago

Vitoria

Saragossa

Pamplona

Jerez de la Fontera

Valladolid

Reus

Vigo

La Coruña

Murcia

Zeegrenzen

Algeciras (Cadix)

Alicante

Almería

Arrecife (Lanzarote)

Avilés (Asturien)

Barcelona

Bilbao

Cadiz

Cartagena (Murcia)

Castellón

Ceuta

Ferrol (La Coruña)

Gijón

Huelva

Ibiza

La Coruña

La Línea de la Concepción

La Luz (Las Palmas)

Mahón

Malaga

Melilla

Motril (Granada)

Palma de Mallorca

Sagunto (provincia de Valencia)

San Sebastian

Santa Cruz de Tenerife

Santander

Sevilla

Tarragona

Valencia

Vigo

Landgrenzen

Ceuta

Melilla

La Seo de Urgel

La Línea de la Concepción (2)

FRANKRIJK

Luchthavens

1.

Abbeville

2.

Agen-la Garenne

3.

Ajaccio-Campo dell'Oro

4.

Albi-le-Séquestre

5.

Amiens-Glisy

6.

Angers-Marcé

7.

Angoulême-Brie-Champniers

8.

Annecy Methet

9.

Annemasse

10.

Auxerre-Branches

11.

Avignon-Caumont

12.

Bâle-Mulhouse

13.

Bastia-Poretta

14.

Beauvais-Tillé

15.

Bergerac-Roumanière

16.

Besançon-La Vèze

17.

Béziers-Vias

18.

Biarritz-Bayonne-Anglet

19.

Bordeaux-Mérignac

20.

Bourges

21.

Brest-Guipavas

22.

Caen-Carpiquet

23.

Cahors-Lalbenque

24.

Calais-Dunkerque

25.

Calvi-Sainte-Catherine

26.

Cannes-Mandelieu

27.

Carcassonne-Salvaza

28.

Castres-Mazamet

29.

Châlons-Vatry

30.

Chambéry-Aix les Bains

31.

Charleville-Mézières

32.

Châteauroux-Déols

33.

Cherbourg-Mauperthus

34.

Clermont-Ferrand-Aulnat

35.

Colmar-Houssen

36.

Courchevel

37.

Deauville-Saint-Gatien

38.

Dieppe-Saint-Aubin

39.

Dijon-Longvic

40.

Dinard-Pleurtuit

41.

Dôle-Tavaux

42.

Epinal-Mirecourt

43.

Figari-Sud Corse

44.

Cap-Tallard

45.

Genève-Cointrin

46.

Granville

47.

Grenoble-Saint Geoirs

48.

Hyères-Le-Palivestre

49.

Issy-les-Moulineaux

50.

La Môle

51.

Lannion

52.

La Rochelle-Laleu

53.

Laval-Entrammes

54.

Le Castelet

55.

Le Havre-Octeville

56.

Le Mans-Arnage

57.

Le Touquet-Paris Plage

58.

Lille-Lesquin

59.

Limoges-Bellegarde

60.

Lognes-Emerainville

61.

Lorient-Lann Bihoué

62.

Lyon-Bron

63.

Lyon-Saint-Exupéry

64.

Marseille-Provence

65.

Meaux-Esbly

66.

Megève

67.

Metz-Nancy-Lorraine

68.

Monaco-Héliport

69.

Montbéliard-Courcelles

70.

Montpellier-Fréjorgues

71.

Morlaix-Ploujean

72.

Nancy-Essey

73.

Nantes-Atlantique

74.

Nevers-Fourchambault

75.

Nice-Côte d'Azur

76.

Nîmes-Garons

77.

Orléans-Bricy

78.

Orléans-Saint-Denis-de-l'Hôtel

79.

Paris-Charles de Gaulle

80.

Paris-le Bourget

81.

Paris-Orly

82.

Pau-Pyrénées

83.

Périgueux-Bassilac

84.

Perpignan-Rivesaltes

85.

Poitiers-Biard

86.

Pontarlier

87.

Pontoise-Cormeilles-en-Vexin

88.

Quimper-Pluguffan

89.

Reims-Champagne

90.

Rennes Saint-Jacques

91.

Roanne-Renaison

92.

Rodez-Marcillac

93.

Rouen-Vallée de Seine

94.

Saint-Brieuc-Armor

95.

Saint-Etienne-Bouthéon

96.

Saint-Nazaire-Montoir

97.

Saint-Yan

98.

Strasbourg-Entzheim

99.

Tarbes-Ossun-Lourdes

100.

Toulouse-Blagnac

101.

Tours-Saint-Symphorien

102.

Toussus-le-Noble

103.

Troyes-Barberey

104.

Valence-Chabeuil

105.

Valenciennes-Denain

106.

Vannes-Meucon

107.

Vesoul-Frotey

108.

Vichy-Charmeil

Zeegrenzen

1.

Agde

2.

Ajaccio

3.

Anglet

4.

Arcachon

5.

Bastia

6.

Bayonne

7.

Beaulieu-sur-Mer

8.

Biarritz

9.

Bonifacio

10.

Bordeaux

11.

Boulogne

12.

Brest

13.

Caen-Ouistreham

14.

Calais

15.

Calvi

16.

Camaret

17.

Cannes-Vieux Port

18.

Cap-d'Agde

19.

Carry-le-Rouet

20.

Carteret

21.

Cassis

22.

Cherbourg

23.

Ciboure

24.

Concarneau

25.

Dieppe

26.

Dunkerque

27.

Fécamp

28.

Golfe-Juan

29.

Granville

30.

Groix

31.

Gruissan

32.

Hendaye

33.

Honfleur

34.

La Rochelle-La Pallice

35.

La Turballe

36.

Le Croisic

37.

Le Guilvinec

38.

Le Havre

39.

Le Palais

40.

Les Sables-d'Olonne-Port

41.

Le Touquet-Etaples

42.

Le Tréport

43.

Leucate

44.

L'Ile-Rousse

45.

Lorient

46.

Macinaggio

47.

Mandelieu-la Napoule

48.

Marseille

49.

Monaco-Port de la Condamine

50.

Morlaix

51.

Nantes-Saint-Nazaire

52.

Nice

53.

Noirmoutier

54.

Paimpol

55.

Pornic

56.

Port-Camargue

57.

Port-de-Bouc-Fos/Port-Saint-Louis

58.

Port-en-Bessin

59.

Port-la-Nouvelle

60.

Porto-Vecchio

61.

Port-Vendres

62.

Propriano

63.

Quimper

64.

Roscoff

65.

Rouen

66.

Royan

67.

Saint-Brieuc (maritime)

68.

Saint-Cyprien

69.

Saint-Florent

70.

Saint-Gilles-Croix-de-Vie

71.

Saint-Malo

72.

Saint-Valéry-en-Caux

73.

Sète

74.

Toulon

75.

Valras

76.

Villefranche-sur-Mer

77.

Villeneuve-Loubet

Landgrenzen

Met Zwitserland

1.

Abbevillers (Straße)

2.

Bâle-Mulhouse Flughafen (Fußgängerpassage zwischen Bereichen)

3.

Bois-d'Amont

4.

Chatel

5.

Col France

6.

Delle (Straße)

7.

Divonne-les-Bains

8.

Ferney-Voltaire

9.

Ferrières-sous-Jougne

10.

Bahnhof Genève-Cornavin

11.

Goumois

12.

Hegenheim-Allschwill

13.

Huningue (Straße)

14.

La Cheminée (Straße)

15.

La Cure

16.

Les Fourgs

17.

Les Verrières (Straße)

18.

Leymen-Benken

19.

Moëllesulaz

20.

Mouthe (Straße)

21.

Pfetterhouse

22.

Pontarlier (Bahnhof)

23.

Autobahnübergangstelle Saint-Julien-Bardonnex

24.

Pougny

25.

Prévessin

26.

Saint-Gingolph

27.

Saint-Julien-Perly

28.

Saint-Louis (Autobahn)

29.

Saint-Louis-Bâle (Bahnhof)

30.

Saint-Louis-Lysbuchel

31.

Vallard-Thonex

32.

Vallorbe (Internationale Züge)

33.

Vallorcine

34.

Veigy

Met het Verenigd Koninkrijk (vaste kanaalverbinding)

1.

Gare de Paris-Nord/London Waterloo Station/Ashford International Station

2.

Gare de Lille-Europe/London Waterloo Station/Ashford International Station

3.

Cheriton/Coquelles

4.

Gare de Fréthun/London Waterloo Station/Ashford International Station

5.

Gare de Chessy-Marne-la-Vallée

6.

Gare d'Avignon-Centre

Met Andorra

Pas de la Case

ITALIË

Luchthavens

— Alessandria

Polizia di Stato

— Alghero (SS)

Polizia di Stato

— Ancona

Polizia di Stato

— Aosta

Polizia di Stato

— Bari

Polizia di Stato

— Bergamo

Polizia di Stato

— Biella

Polizia di Stato

— Bologna

Polizia di Stato

— Bolzano

Polizia di Stato

— Brescia

Polizia di Stato

— Brindisi

Polizia di Stato

— Cagliari

Polizia di Stato

— Catania

Polizia di Stato

— Crotone

Polizia di Stato

— Cuneo

Polizia di Stato

— Firenze

Polizia di Stato

— Foggia

Polizia di Stato

— Forlì

Polizia di Stato

— Genova

Polizia di Stato

— Grossetto

Polizia di Stato

— Lamezia Terme (CZ)

Polizia di Stato

— Lampedusa (AG)

Carabinieri

— Lecce

Polizia di Stato

— Marina di Campo (LI)

Carabinieri

— Milano Linate

Polizia di Stato

— Napoli

Polizia di Stato

— Noviligure

Carabinieri

— Olbia

Polizia di Stato

— Oristano

Polizia di Stato

— Padua

Polizia di Stato

— Palermo

Polizia di Stato

— Pantelleria (TP)

Carabinieri

— Para

Polizia di Stato

— Perugia

Polizia di Stato

— Pescara

Polizia di Stato

— Pisa

Polizia di Stato

— Reggio di Calabria

Polizia di Stato

— Rimini

Polizia di Stato

— Roma Ciampino

Polizia di Stato

— Roma Fiumicino

Polizia di Stato

— Roma Urbe

Polizia di Stato

— Ronchi del Legionari (GO)

Polizia di Stato

— Salerno

Polizia di Stato

— Siena

Polizia di Stato

— Taranto-Grottaglie

Polizia di Stato

— Torino

Polizia di Stato

— Trapani

Polizia di Stato

— Tortoli (NU)

Polizia di Stato

— Treviso

Polizia di Stato

— Varese Malpensa

Polizia di Stato

— Venezia

Polizia di Stato

— Verona

Polizia di Stato

— Villeneuve D'Albenga (SV)

Carabinieri

Zeegrenzen

— Alassio (SV)

Polizia di Stato

— Alghero (SS)

Polizia di Stato

— Ancona

Polizia di Stato

— Anzio — Nettuno (RM)

Polizia di Stato

— Augusta (SR)

Polizia di Stato

— Barcoli (NA)

Carabinieri

— Bari

Polizia di Stato

— Barletta (BA)

Polizia di Stato

— Brindisi

Polizia di Stato

— Cagliari

Polizia di Stato

— Campo nell'Elba (LI)

Carabinieri

— Caorle (VE)

Carabinieri

— Capraia Isola (LI)

Carabinieri

— Capri (NA)

Polizia di Stato

— Carbonia (CA)

Polizia di Stato

— Castellammare di Stabia (NA)

Polizia di Stato

— Castellammare del Golfo (TP)

Polizia di Stato

— Catania

Polizia di Stato

— Chioggia (VE)

Polizia di Stato

— Civitavecchia (RM)

Polizia di Stato

— Crotone

Polizia di Stato

— Duino Aurisina (TS)

Polizia di Stato

— Finale Ligure (SV)

Carabinieri

— Fiumicino (RM)

Polizia di Stato

— Formia (LT)

Polizia di Stato

— Gaeta (LT)

Polizia di Stato

— Gallipoli (LE)

Polizia di Stato

— Gela (CL)

Polizia di Stato

— Genova

Polizia di Stato

— Gioia Tauro (RC)

Polizia di Stato

— Grado (GO)

Polizia di Stato

— Ischia (NA)

Polizia di Stato

— La Maddalena (SS)

Carabinieri

— La Spezia

Polizia di Stato

— Lerici(SP)

Carabinieri

— Levanto (SP)

Carabinieri

— Licata (AG)

Polizia di Stato

— Lignano Sabbiadore (VE)

Carabinieri

— Lipari(ME)

Carabinieri

— Livorno

Polizia di Stato

— Loano (SV)

Carabinieri

— Manfredonia (FG)

Polizia di Stato

— Marciana Marina (LI)

Carabinieri

— Marina di Carrara (MS)

Polizia di Stato

— Marsala (TP)

Polizia di Stato

— Mazara del Vallo (TP)

Polizia di Stato

— Messina

Polizia di Stato

— Milazzo (ME)

Polizia di Stato

— Molfetta (BA)

Carabinieri

— Monfalcone (GO)

Polizia di Stato

— Monopoli (BA)

Carabinieri

— Napoli

Polizia di Stato

— Olbia (SS)

Polizia di Stato

— Oneglia (IM)

Polizia di Stato

— Oristano

Polizia di Stato

— Ortona (CH)

Carabinieri

— Otranto (LE)

Polizia di Stato

— Palau (SS)

Polizia di Stato

— Palermo

Polizia di Stato

— Pantelleria (TP)

Carabinieri

— Pesaro

Polizia di Stato

— Pescara

Polizia di Stato

— Piombino (LI)

Polizia di Stato

— Porto Azzurro (LI)

Carabinieri

— Porto Cervo (SS)

Polizia di Stato

— Porto Empedocle (AG)

Polizia di Stato

— Porto Ferraio (LI)

Polizia di Stato

— Porto Nogaro (UD)

Carabinieri

— Porto Tolle (RO)

Polizia di Stato

— Porto Torres (SS)

Polizia di Stato

— Porto Venere (SV)

Carabinieri

— Portofino (GE)

Carabinieri

— Pozzallo (RG)

Carabinieri

— Pozzuoli (NA)

Polizia di Stato

— Rapallo (GE)

Polizia di Stato

— Ravenna

Polizia di Stato

— Reggio di Calabria

Polizia di Stato

— Rimini

Polizia di Stato

— Rio Marina (LI)

Carabinieri

— Riposto (CT)

Carabinieri

— Santa Maria Ligure (GE)

Carabinieri

— San Remo (IM)

Polizia di Stato

— Santa Teresa di Gallura (SS)

Polizia di Stato

— San Benedetto del Tronto (AP)

Polizia di Stato

— Salerno

Polizia di Stato

— Savona

Polizia di Stato

— Siracusa

Polizia di Stato

— Sorrento (NA)

Polizia di Stato

— Taormina (ME)

Polizia di Stato

— Taranto

Polizia di Stato

— Termini Imerese (PA)

Polizia di Stato

— Terracina (LT)

Polizia di Stato

— Torre Annunziata (NA)

Polizia di Stato

— Tortolì (NU)

Polizia di Stato

— Torviscosa (UD)

Carabinieri

— Trapani

Polizia di Stato

— Trieste

Polizia di Stato

— Varazze (SV)

Carabinieri

— Vasto (CH)

Polizia di Stato

— Venezia

Polizia di Stato

— Viareggio (LU)

Polizia di Stato

— Vibovalentia Marina (VV)

Polizia di Stato

Landgrenzen

Met Zwitserland

— Bellavista di Clivio (VA), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Biegno Indemini (VA), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Bizzarone (CO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Brogeda (CO), eerste categorie commercieel

Guardia di Finanza

— Brogeda (CO), eerste categorie toeristisch

Polizia di Stato

— Chiasso (CO), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Colle G.S. Bernardo (AO), eerste categorie

Carabinieri

— Colle Menoure (AO), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Cremenaga (VA), eerste categorie

Carabinieri

— Crociale dei Mulini (CO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Domodossola (VB), eerste categorie

Polizia di Stato

— Drezzo (CO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Forcola di Livigno (SO), eerste categorie

Carabinieri

— Fornasette (VA), eerste categorie

Carabinieri

— Gaggiolo (VA), eerste categorie

Carabinieri

— Iselle (VB), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Luino (VA), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Luino (VA), eerste categorie meer

Polizia di Stato

— Maslianico (CO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Monte Bianco (AO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Monte Moro (VB), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Monte Spluga (SO), eerste categorie

Carabinieri

— Oria Val Solda (CO), eerste categorie

Carabinieri

— Oria Val Solda (CO), eerste categorie meer

Carabinieri

— Paglino (VB), eerste categorie

Polizia di Stato

— Palone (VA), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Passo S. Giacomo (VB), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Piaggio Valmara (VB), eerste categorie

Carabinieri

— Piattamala (SO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Pino Lago Maggiore (VA), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Plain Maison (AO), eerste categorie

Carabinieri

— Plateau Rosa (AO), eerste categorie

Carabinieri

— Ponte Chiasso (CO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Ponte del Gallo (SO), eerste categorie

Carabinieri

— Ponte Ribellasca (VB), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Ponte Ribellasca (VB), eerste categorie

Polizia di Stato

— Ponte Tresa (VA), eerste categorie meer en autoweg

Polizia di Stato

— Porto Ceresio (VA), eerste categorie meer en autoweg

Polizia di Stato

— Ronago (CO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Saltrio (VA), tweede categorie

Guardia di Finanza

— S. Margerita di Stabio (CO), eerste categorie

Polizia di Stato

— S. Maria dello Stelvio (SO), eerste categorie

Guardia di Finanza

— S. Pietro di Clivio (VA), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Tirano (SO), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Traforo G.S. Bernardo (AO), eerste categorie

Polizia di Stato

— Tubre (BZ), eerste categorie

Polizia di Stato

— Valmara di Lanzo (CO), eerste categorie

Carabinieri

— Villa di Chiavenna (SO), eerste categorie

Carabinieri

— Zenna (VA), eerste categorie

Carabinieri

Met Slovenië

— Basovizza (TS)

Carabinieri

— Castelletto versa (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Chiampore (TS), tweede categorie

Carabinieri

— Devetachi (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Fernetti (TS), eerste categorie

Polizia di Stato

— Fusine Laghi (UD), eerste categorie

Carabinieri

— Gorizia, eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Gorizia Casa Rossa, eerste categorie

Polizia di Stato

— Gorizia S. Gabriele, tweede categorie

Guardia di Finanza

— Gorizia S. Pietro, tweede categorie

Guardia di Finanza

— Gorizia Via Rafut, tweede categorie

Guardia di Finanza

— Jamiano (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Merna (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Mernico (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Molino Vecchio (UD)

Guardia di Finanza

— Monrupino (TS), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Noghere (TS), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Passo Predil (UD), eerste categorie

Carabinieri

— Pese (TS), eerste categorie

Polizia di Stato

— Plessiva (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Polava di Cepletischis (UD), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Ponte Vittorio, tweede categorie

Guardia di Finanza

— Prebenico Caresana (TS), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Rabuiese (TS), eerste categorie

Polizia di Stato

— Robedischis (UD), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Salcano (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— S. Andrea (GO), eerste categorie

Polizia di Stato

— S. Barbara (TS), tweede categorie

Polizia di Stato

— S. Bartolomeo (TS), eerste categorie

Carabinieri

— S. Floriano (GO), tweede categorie

Guardia di Finanza

— S. Pelagio (TS), tweede categorie

Carabinieri

— S. Servolo (TS), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Solarie di Drenchia (UD), tweede categorie

Guardia di Finanza

— Stupizza (UD), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Vencò (GO), eerste categorie

Guardia di Finanza

— Villa Opicina (TS), eerste categorie spoorwegovergang

Polizia di Stato

— Uccea (UD), eerste categorie

Guardia di Finanza

NB: De doorlaatposten van de tweede categorie zijn slechts bevoegd voor verkeer van inwoners van de grensgebieden die in het bezit van speciale documenten zijn (zgn. klein grensverkeer).

LUXEMBURG

Luchthavens

Luxemburg

NEDERLAND

Luchtgrenzen

Amsterdam-Schiphol

De Kooy

Eindhoven

Enschede-Twente

Groningen-Eelde

Lelystad

Maastricht-Aachen

Rotterdam

Valkenburg (ZH)

Zeegrenzen

Amsterdam-IJmond

Delfzijl

Den Helder

Dordrecht

Gent-Terneuzen

Harlingen

Hoek van Holland/Europoort

Lauwersoog

Moerdijk

Rotterdam-Havens

Scheveningen

Vlissingen

OOSTENRIJK

Luchthavens en vliegvelden

Luchthavens

 

Graz — Thalerhof

 

Innsbruck — Kranebitten

 

Klagenfurt — Wörthersee

 

Linz — Hörsching

 

Salzburg — Maxglan

 

Wien — Schwechat

Vliegvelden

 

Bad Kleinkirchheim

 

Dobersberg

 

Eferding

 

Feldkirchen — Ossiacher See

 

Ferlach

 

Ferlach — Glainach

 

Freistadt

 

Friesach — Hirt

 

Fürstenfeld

 

Gmunden

 

Goldeck Talstation

 

Halleg

 

Heliport Pongau

 

Hofkirchen

 

Hohenems — Dornbirn

 

Kapfenberg

 

Kappl

 

Kitzbühel

 

Krems — Langenlois

 

Kufstein — Langkampfen

 

Lanzen — Turnau

 

Leoben — Timmersdorf

 

Leopoldsdorf

 

Lienz — Nikolsdorf

 

Linz — Ost

 

Mariazell

 

Mauterndorf

 

Mayrhofen

 

Micheldorf

 

Niederöblarn

 

Nötsch im Gailtal

 

Ottenschlag

 

Pinkafeld

 

Punitz — Güssing

 

Reutte — Höfen

 

Ried — Kirchheim

 

St. Andrä im Lavanttal

 

St. Donat

 

St. Georgen am Ybbsfeld

 

St. Johann/Tirol

 

Scharnstein

 

Schärding — Suben

 

bladzijdenstetten

 

Spitzerberg

 

St. Pölten

 

Stockerau

 

Trieben

 

Villach

 

Völkermarkt

 

Vöslau

 

Waidring

 

Wattens

 

Weiz — Unterfladnitz

 

Wels

 

Wiener Neudorf

 

Wiener Neustadt/Ost

 

Wietersdorf

 

Wolfsberg

 

Zell am See

 

Zeltweg

 

Zwatzhof (helihaven)

Havens

Donauhavens

 

Hainburg (3)

 

Wien — Praterkai (3)

Bodenmeerhavens

 

Hafen Bregenz (4)

 

Hafen Hard (4)

Landgrenzen

Met Zwitserland (en Liechtenstein)

 

Martinsbruck

 

Schalklhof

 

Spiss

 

Zeblas

 

Fimberpass

 

Tisis

 

Feldkirch-Buchs (spoorweg)

 

Tosters

 

Nofels

 

Nofels-Fresch

 

Meiningen

 

Bangs (5)

 

„Tschagguns” (6)

 

Koblach

 

Mäder

 

Hohenems

 

Lustenau — Schmitterbrücke

 

Feldkirch — Buchs (station)

 

Wiesenrain

 

Lustenau

 

St. Margarethen (spoorweg)

 

Höchst

 

Gaissau (met inbegrip van fietspad Gaissau)

Met de Tsjechische Republiek

 

Plöckensteiner See — A. Stifter-gedenkteken

 

Plöckensteiner See

 

Guglwald

 

Schöneben

 

Weigetschlag

 

Summerau (spoorweg)

 

Wullowitz

 

Pyhrabruck

 

Gmünd — Bahn

 

Gmünd — Böhmzeil

 

Gmünd — Bleylebenstraße

 

Schlag

 

Neunagelberg

 

Grametten

 

Fratres

 

Oberthürnau

 

Mitterretzbach

 

Hardegg

 

Kleinhaugsdorf

 

Retz (spoorweg)

 

Laa an der Thaya

 

Drasenhofen

 

Schrattenberg

 

Reinthal

 

Hohenau (spoorweg)

Met de Slowaakse Republiek

 

Hohenau — Brücke

 

Marchegg (spoorweg)

 

Berg

 

Kittsee

 

Kittsee-Jarovce

Met Hongarije

 

Nickelsdorf — Hegyeshalom (spoorweg)

 

Nickelsdorf — Straße

 

Nickelsdorf — Autobahn

 

Andau

 

Pamhagen

 

Pamhagen (spoorweg)

 

Mörbisch am See

 

Klingenbach

 

Sopron (7)

 

Deutschkreutz

 

Rattersdorf

 

Geschriebenstein

 

Rechnitz

 

Schachendorf

 

Eberau

 

Heiligenkreuz im Lafnitztal

 

Jennersdorf (spoorweg)

Met Slovenië

 

Bonisdorf

 

Tauka

 

Kalch

 

St. Anna

 

Gruisla

 

Pölten

 

Goritz

 

Zelting

 

Sicheldorf

 

Bad Radkersburg

 

Mureck

 

Weitersfeld — Murfähre

 

Spielfeld — Autobahn

 

Spielfeld — Straße

 

Spielfeld — Bahn

 

Ehrenhausen

 

Berghausen

 

Sulztal

 

Langegg

 

Großwalz

 

Schloßberg

 

Arnfels

 

Oberhaag

 

St. Pongratzen

 

Radlpaß

 

Soboth

 

Laaken

 

Hühnerkogel

 

Lavamünd

 

Leifling

 

Grablach

 

Bleiburg — Bahn

 

Raunjak

 

Petzen

 

Luscha

 

Uschowa

 

Steiner Alpen

 

Paulitschsattel

 

Seebergsattel

 

Koschuta

 

Loibltunnel

 

Loiblpass

 

Hochstuhl

 

Kahlkogel

 

Rosenbach (spoorweg)

 

Karawankentunnel

 

Mittagskogel

 

Wurzenpaß

PORTUGAL

Zeegrenzen

VASTELAND

Aveiro

C. das Freiras

Cascais

Doca dos Olivais — Lissabon

Cais da Estiva Velha — Porto

Faro

Figueira da Foz

Lagos

Leixões

Porto de Lisboa

Marina de Vila Moura

Nazaré

Olhão

Peniche

Portimão

Póvoa do Varzim

S. Martinho do Porto

Sesimbra

Setúbal

Sines

Viana do Castelo

AUTONOOM GEBIED MADEIRA

PF 208 — Haven van Funchal

Haven Porto Santo — Porto Santo

AUTONOOM GEBIED DER AZOREN

Porto de Angra de Heroísmo/Praia da Vitória — Terceira

Porto de Ponta Delgada — S. Miguel

Cais da Horta — Faial

Luchthavens

VASTELAND

Luchthaven van Lissabon

Luchthaven van Faro

Luchthaven Francisco Sá Carneiro — Porto

AUTONOOM GEBIED MADEIRA

Luchthaven van Santa Catarina — Madeira

Luchthaven van Porto Santo — Porto Santo

AUTONOOM GEBIED DER AZOREN

Burgervliegveld van Lajes — Terceira

Luchthaven van Santa Maria — Santa Maria

Luchthaven van Ponta Delgada — S. Miguel

FINLAND

Landgrenzen

 

Vaalimaa

 

Vainikkala (spoorweg)

 

Nuijamaa

 

Niirala

 

Vartius

 

Raja-Jooseppi

 

Imatra*

 

Kelloselkä*

 

Kortesalmi*

 

Kolmikanta*

 

Uukuniemi*

 

Valkeavaara*

 

Ruhovaara*

 

Haapavaara*

 

Leminaho*

 

Inari*

 

Kokkojärvi*

 

Kivipuro*

 

Rajakangas*

 

Karikangas*

 

Karttimo*

 

Kurvinen*

 

Onkamo*

 

Virtaniemi*

Toelichting: De aangewezen grensdoorlaatposten vloeien voort uit de Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Finland en de regering van de Russische Federatie inzake de onderlinge grensovergangen (Helsinki, 11 maart 1994). De met een asterisk aangegeven doorlaatposten worden, overeenkomstig voornoemde overeenkomst, slechts in beperkte mate gebruikt en worden voor het verkeer opengesteld wanneer dat nodig is. Het gaat nagenoeg uitsluitend om houtvervoer. De meeste grensdoorlaatposten zijn meestal gesloten.

Luchthavens

 

Enontekiö

 

Helsinki - Malmi

 

Helsinki - Vantaa

 

Ivalo

 

Joensuu

 

Jyväskylä

 

Kajaani

 

Kemi - Tornio

 

Kittilä

 

Kruunupyy

 

Kuopio

 

Kuusamo

 

Lappeenranta

 

Maarianhamina

 

Mikkeli

 

Oulu

 

Pori

 

Rovaniemi

 

Savonlinna

 

Tampere - Pirkkala

 

Turku

 

Vaasa

 

Varkaus

Zeegrenzen

Havendoorlaatposten voor koopvaardijschepen en vissersvaartuigen

 

Eckerö

 

Hamina

 

Hanko

 

Haukipudas

 

Helsinki

 

Inkoo

 

Kalajoki

 

Kaskinen (ook voor pleziervaartuigen)

 

Kemi (ook voor pleziervaartuigen)

 

Kokkola

 

Kotka

 

Kristiinankaupunki

 

Lappeenranta

 

Loviisa

 

Långnäs

 

Maarianhamina (ook voor pleziervaartuigen)

 

Naantali

 

Nuijamaa (ook voor pleziervaartuigen)

 

Oulu

 

Parainen

 

Pietarsaari (ook voor pleziervaartuigen)

 

Pori (ook voor pleziervaartuigen)

 

Porvoo

 

Raahe

 

Rauma (ook voor pleziervaartuigen)

 

Tammisaari

 

Tornio

 

Turku

 

Uusikaupunki (ook voor pleziervaartuigen)

 

Vaasa

Grensbewakingsposten aan de zeegrenzen die dienst doen als aangewezen grensdoorlaatpost voor pleziervaartuigen en watervliegtuigen

 

Bågaskär

 

Enskär

 

Glosholmen

 

Haapasaaret

 

Hanko (ook voor watervliegtuigen)

 

Hiittinen

 

Jussarö

 

Kalajoki

 

Kokkola

 

Kotka (ook voor watervliegtuigen)

 

Kummelgrund

 

Kökar

 

Maarianhamina (ook voor watervliegtuigen)

 

Mäntyluoto

 

Nauvo

 

Orrengrund

 

Pirttisaari

 

Porkkala (ook voor watervliegtuigen)

 

Raahe

 

Röyttä

 

Santio

 

Storklubb

 

Suomenlinna (ook voor watervliegtuigen)

 

Susiluoto

 

Valassaaret

 

Vallgrund

 

Virpiniemi

ZWEDEN

 

Arlanda

 

Arvidsjaur

 

Borlänge

 

Gävle

 

Göteborg

 

Halmstad

 

Helsingborg

 

Härnösand

 

Jönköping

 

Kalmar

 

Karlshamn

 

Karlskrona

 

Karlstad

 

Kristianstad

 

Landskrona

 

Landvetter

 

Lidköping

 

Linköping

 

Luleå

 

Lysekil

 

Malmö

 

Marstrand

 

Mora

 

Norrköping

 

Nyköping

 

Nynäshamn

 

Oxelösund

 

Ronneby

 

Sandhamn

 

Simrishamn

 

Slite

 

Stockholm

 

Strömstad

 

Sundsvall

 

Säffle

 

Söderköping

 

Södertälje

 

Trelleborg

 

Trollhättan

 

Uddevalla

 

Umeå

 

Visby

 

Västerås

 

Växjö

 

Ystad

 

Örebro

 

Örnsköldsvik

 

Östersund

IJSLAND

Luchthavens

 

Akureyri

 

Egilsstaðir

 

Höfn

 

Keflavík

 

Reykjavík

Havens

 

Akranes

 

Akureyri

 

Bolungarvík

 

Fáskrúðsfjörður

 

Fjarðarbyggð

 

Grindavík

 

Grundarfjörður

 

Grundartangi

 

Hafnarfjörður

 

Húsavík

 

Höfn

 

Ísafjörður

 

Patreksfjörður

 

Raufarhöfn

 

Reykjanesbær

 

Reykjavík

 

Sandgerði

 

Sauðárkrókur

 

Seyðisfjörður

 

Siglufjörður

 

Skagaströnd

 

Vestmannaeyjar

 

Vopnafjörður

 

þorlákshöfn

 

þórshöfn

NOORWEGEN

Luchthavens

 

Gardermoen

 

Fagernes

 

Geilo

 

Sandefjord

 

Skien

 

Notodden

 

Kristiansand

 

Sola

 

Haugesund

 

Leirvik

 

Bergen indre

 

Ålesund

 

Molde

 

Kristiansund

 

Ørland

 

Røros

 

Stjørdal

 

Bodø

 

Narvik

 

Sortland

 

Bardufoss

 

Tromsø

 

Alta

 

Lakselv

 

Kirkenes

Zeegrenzen

 

Oslo

 

Halden

 

Sarpsborg

 

Fredrikstad

 

Hvaler

 

Moss

 

Follo

 

Drammen

 

Hurum

 

Holmestrand

 

Horten

 

Tønsberg

 

Sandefjord

 

Larvik

 

Skien

 

Porsgrunn

 

Kragerø

 

Arendal

 

Grimstad

 

Risør

 

Kristiansand

 

Farsund

 

Flekkefjord

 

Mandal

 

Egersund

 

Gjesdal

 

 

Sandnes

 

Sokndal

 

Rana

 

Sola

 

Stavanger

 

Haugesund

 

Tysvær

 

Odda

 

Lindås

 

Askøy

 

Sotra

 

Leirvik

 

Bergen indre

 

Høyanger

 

Årdalstangen

 

Florø

 

Måløy

 

Ålesund

 

Molde

 

Kristiansund

 

Ørland

 

Hummelvik

 

Orkanger

 

Trondheim

 

Steinkjer

 

Stjørdal

 

Namsos

 

Mosjøen

 

Bodø

 

Narvik

 

Sortland

 

Svolvær

 

Gryllefjord

 

Harstad

 

Balsfjord

 

Finnsnes

 

Karlsøy

 

Lyngen

 

Skjervøy

 

Tromsø

 

Hammerfest

 

Havøysund

 

Honningsvåg

 

Alta

 

Båtsfjord

 

Vardø

 

Kjøllefjord

 

Vadsø

 

Kirkenes

Landgrenzen

Storskog


(1)  De luchthavens van Araxos, Chios, Karpathos en Milos zijn niet-aangewezen grensdoorlaatposten. Zij zijn uitsluitend gedurende de zomerperiode geopend.

(2)  De grensdoorlaatpost van La Linea de la Concepción valt niet samen met het overeenkomstig het Verdrag van Utrecht door Spanje erkende verloop van de grens.

(3)  Grensdoorlaatpost aan de Donau voor reizigers- en vrachtverkeer.

(4)  Bodenmeerhaven — geen lijnverkeer; alleen bemand in geval van pleziervaart.

(5)  De grensdoorlaatpost Bangs dient terzelfder tijd als verzamelnaam voor de grensovergangen Nofels-Egg, Gantensteinweg, Rainweg, Habererweg, Rheindammweg en Jägersteig-Felsbandweg.

(6)  „Tschagguns” dient als verzamelnaam voor de grensovergangen Plankner Sattel, Saminatal, Kirchlspitzen, Brandner Gletscher, Schesaplana, Tote Alpe, Bartümeljoch, Salarueljoch, Mattlerjoch, Sareiserjoch, Bettlerjoch, Schweizertor, Drusentor, Grünes Fürkele, Plaseggenpaß en Sarottlpaß.

(7)  Sopron is de verzamelnaam voor de spoorweggrensovergangen Wulkaprodersdorf-Sopron, Loipersbach-Sopron en Deutschkreutz-Sopron.

BIJLAGE 2

 

BIJLAGE 3

De bijlagen 2 en 3 zijn geschrapt bij Beschikking 2002/352/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47). Van toepassing sinds 1 juni 2002.

BIJLAGE 4

Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht

Deze bijlage komt overeen met bijlage 11 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

Onderstaande reisdocumenten worden aangemerkt als reisdocumenten zoals bedoeld in artikel 17, lid 3, onder a), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, voorzover deze aan de in de artikelen 13 en 14 gestelde voorwaarden voldoen en daarin naar behoren de identiteit van de houder is vastgesteld alsmede, in de onder a) en b) genoemde gevallen, diens nationaliteit of staatsburgerschap:

a)

reisdocumenten welke conform de internationaal gangbare praktijk worden afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend;

b)

paspoorten of reisdocumenten waarmee de terugkeer is gewaarborgd, ofschoon zij zijn afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke niet door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend, voorzover het Uitvoerend Comité vaststelt dat in deze documenten een eenvormig visum kan worden aangebracht en met eenparigheid onderstaande lijsten goedkeurt:

de lijst van bedoelde paspoorten of reisdocumenten;

de lijst van niet-erkende staten of gebiedsdelen welke deze documenten afgeven.

Eventuele plaatsing op deze lijsten, welke slechts ertoe strekken toepassing te geven aan de Uitvoeringsovereenkomst, impliceert niet de erkenning door de overeenkomstsluitende partijen van niet-erkende staten of territoriale gebiedsdelen;

c)

het reisdocument voor vluchtelingen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen;

d)

het reisdocument voor staatlozen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen (1).


(1)  Portugal en Oostenrijk hebben het Verdrag betreffende de status van staatlozen niet ondertekend, maar gaan ervan uit dat in ingevolge dit Verdrag afgegeven reisdocumenten een door de Schengenstaten afgegeven eenvormig visum kan worden aangebracht.

BIJLAGE 5

I.

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001 (2)

II.

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001 (2)

III.

Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun functionarissen afgegeven vrijgeleides.

Deze bijlage komt overeen met de bijlagen 1 en 2 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

I.   Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001.

1.   Staten

 

AFGHANISTAN

 

ALBANIË

 

ALGERIJE

 

ANGOLA

 

ANTIGUA EN BARBUDA

 

ARMENIË

 

AZERBEIDZJAN

 

BAHAMA'S

 

BAHREIN

 

BANGLADESH

 

BARBADOS

 

BELARUS

 

BELIZE

 

BENIN

 

BHUTAN

 

BIRMA/MYANMAR

 

BOSNIË EN HERZEGOVINA

 

BOTSWANA

 

BURKINA FASO

 

BURUNDI

 

CAMBODJA

 

CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK

 

CHINA

 

COLOMBIA

 

COMOREN, DE

 

CONGO

 

CUBA

 

DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

 

DJIBOUTI

 

DOMINICA

 

DOMINICAANSE REPUBLIEK

 

EGYPTE

 

EQUATORIAAL-GUINEA

 

ERITREA

 

ETHIOPIË

 

FEDERALE REPUBLIEK JOEGOSLAVIË (SERVIË-MONTENEGRO)

 

FIJI

 

FILIPIJNEN

 

GABON

 

GAMBIA

 

GEORGIË

 

GHANA

 

GRENADA

 

GUINEE

 

GUINEE-BISSAU

 

GUYANA

 

HAÏTI

 

INDIA

 

INDONESIË

 

IRAK

 

IRAN

 

IVOORKUST

 

JAMAICA

 

JEMEN

 

JORDANIË

 

KAAPVERDIË

 

KAMEROEN

 

KAZACHSTAN

 

KENIA

 

KIRGIZIË

 

KIRIBATI

 

KOEWEIT

 

LAOS

 

LESOTHO

 

LIBANON

 

LIBERIA

 

LIBIË

 

MADAGASKAR

 

MALAWI

 

MALEDIVEN, DE

 

MALI

 

MAROKKO

 

MARSHALLEILANDEN

 

MAURITANIË

 

MAURITIUS

 

MICRONESIË

 

MOLDAVIË

 

MONGOLIË

 

MOZAMBIQUE

 

NAMIBIË

 

NAURU

 

NEPAL

 

NIGER

 

NIGERIA

 

NOORDELIJKE MARIANEN

 

NOORD-KOREA

 

OEGANDA

 

OEKRAÏNE

 

OEZBEKISTAN

 

OMAN

 

PAKISTAN

 

PALAU

 

PAPOEA-NIEUW-GUINEA

 

PERU

 

QATAR

 

RUSLAND

 

RWANDA

 

SAINT CHRISTOPHER (SAINT KITTS) EN NEVIS

 

SAINT LUCIA

 

SAINT VINCENT EN DE GRENADINES

 

SALOMONSEILANDEN, DE

 

SAOEDI-ARABIË

 

SAO TOMÉ EN PRINCIPE

 

SENEGAL

 

SEYCHELLEN, DE

 

SIERRA LEONE

 

SOEDAN

 

SOMALIË

 

SRI LANKA

 

SURINAME

 

SWAZILAND

 

SYRIË

 

TADZJIKISTAN

 

TANZANIA

 

THAILAND

 

TOGO

 

TONGA

 

TRINIDAD EN TOBAGO

 

TSJAAD

 

TUNESIË

 

TURKIJE

 

TURKMENISTAN

 

TUVALU

 

VANUATU

 

VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN

 

VIETNAM

 

VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

 

WEST-SAMOA

 

ZAMBIA

 

ZIMBABWE

 

ZUID-AFRIKA

2.   Territoriale entiteiten en autoriteiten die door ten minste één lidstaat niet als staat worden erkend

 

OOST-TIMOR

 

PALESTIJNSE AUTORITEIT

 

TAIWAN

II.   Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2414/2001.

1.   Staten

 

ANDORRA

 

ARGENTINIË

 

AUSTRALIË

 

BOLIVIA

 

BRAZILIË

 

BRUNEI

 

BULGARIJE

 

CANADA

 

CHILI

 

COSTA RICA

 

CYPRUS

 

ECUADOR

 

EL SALVADOR

 

ESTLAND

 

GUATEMALA

 

HEILIGE STOEL

 

HONDURAS

 

HONGARIJE

 

ISRAËL

 

JAPAN

 

KROATIË

 

LETLAND

 

LITOUWEN

 

MALEISIË

 

MALTA

 

MEXICO

 

MONACO

 

NICARAGUA

 

NIEUW-ZEELAND

 

PANAMA

 

PARAGUAY

 

POLEN

 

ROEMENIË

 

SAN MARINO

 

SINGAPORE

 

SLOVENIË

 

SLOWAKIJE

 

TSJECHIË

 

URUGUAY

 

VENEZUELA

 

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

 

ZUID-KOREA

 

ZWITSERLAND

2.   Speciale administratieve regio's van de Volksrepubliek China

 

SAR Hongkong (3)

 

SAR Macau (4)

III.   Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides

I.   Regeling voor reisverkeer aan de buitengrenzen

1.

De gemeenschappelijke lijst van visumplichtige staten laat de regeling voor reisverkeer van houders van bovengenoemde paspoorten onverlet. De staten verbinden zich evenwel ertoe de overige staten vooraf op de hoogte te stellen van wijzigingen welke zij voornemens zijn aan te brengen in de regeling voor reisverkeer van houders van deze paspoorten en rekening te houden met het belang van de overige Schengenstaten.

2.

Teneinde op bijzonder flexibele wijze harmonisatie van de regeling voor reisverkeer van houders van deze categorie paspoorten na te streven, zal bij dit Handboek ter informatie een overzicht worden opgenomen van staten welker onderdanen in een of meer Schengenstaten niet visumplichtig zijn, wanneer zij houder zijn van een diplomatiek paspoort en/of een dienst- of speciaal paspoort, niettegenstaande de geldende visumplicht voor uit deze staten afkomstige houders van een gewoon paspoort. Tevens zal een overzicht worden opgenomen van staten waarvoor het omgekeerde geldt. Het Uitvoerend Comité zal erop toezien dat beide overzichten worden bijgewerkt.

3.

De in dit document vervatte regeling inzake reisverkeer is niet van toepassing op zogeheten gewone paspoorten voor openbare aangelegenheden, noch op dienst-, officiële en bijzondere paspoorten waarvan de afgifte door derde staten niet overeenstemt met de door de Schengenstaten gevolgde internationale praktijk. Daartoe kan het Uitvoerend Comité, op voorstel van een groep van deskundigen, een lijst opstellen van andere dan gewone paspoorten aan wier houders door de Schengenstaten geen bevoorrechte behandeling zal worden gegeven.

4.

Personen die voor de eerste maal in een Schengenstaat een visum ter accreditering hebben ontvangen, kunnen ten minste over het grondgebied van de overige staten reizen tot aan het grondgebied van de staat die het visum volgens de in artikel 18 van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalde voorwaarden heeft afgegeven.

5.

Reeds geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen met het oog op binnenkomst van het Schengengebied de buitengrens overschrijden op vertoon van deze kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

6.

Over het algemeen zijn houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, ook al zijn zij aan de in voorkomend geval bestaande visumplicht onderworpen, niet verplicht aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken. Wanneer het echter privé-reizen betreft, kunnen indien nodig dezelfde bewijsstukken worden gevraagd als bij aanvragen voor visa op een gewoon paspoort.

7.

In geval van een dienstreis dient een verbale nota van het ministerie van Buitenlandse Zaken of van een diplomatieke vertegenwoordiging (indien de visumaanvraag in een derde land wordt ingediend) elke visumaanvraag voor een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort te vergezellen. In geval van een privé-reis kan eveneens een verbale nota worden verlangd.

8.1.

Het systeem van voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere staten is van toepassing op visumaanvragen welke door houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort worden ingediend. Voorafgaande raadpleging wordt niet uitgevoerd ten aanzien van de staat welke een overeenkomst inzake afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek en/of dienstpaspoort heeft gesloten met het land voor welker onderdanen raadpleging, conform de in onderhavige instructie opgenomen bijlage 5, is vereist.

Indien een der staten bezwaar aantekent, kan de Schengenstaat die over de visumaanvraag moet beslissen, een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven.

8.2.

De Schengenstaten verbinden zich ertoe in de toekomst, zonder voorafgaande instemming van de overige Schengenstaten, geen overeenkomsten te sluiten strekkende tot afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, met staten voor welker onderdanen een andere Schengenstaat voorafgaande raadpleging voorschrijft.

8.3.

Met betrekking tot afgifte van een visum ter accreditering van een vreemdeling die ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd en voor wie voorafgaande raadpleging is voorgeschreven, wordt de raadplegingsprocedure overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst gevolgd.

9.

Wanneer een staat gebruikmaakt van de uitzonderingen zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst, is ook de toelating van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten beperkt tot het nationale grondgebied van de desbetreffende Schengenstaat, die hiervan de overige Schengenstaten in kennis dient te stellen.

II.   Regeling voor reisverkeer aan de binnengrenzen

In algemene zin is op houders van diplomatieke en dienstpaspoorten de in artikel 19 e.v. van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde regeling voor reisverkeer van toepassing, behoudens wanneer een territoriaal beperkt visum is afgegeven.

Houders van bovengenoemde paspoorten kunnen gedurende drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst (indien zij niet aan de visumplicht zijn onderworpen) of gedurende de geldigheidsduur van het afgegeven visum binnen het Schengengebied reizen.

Geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen gedurende een periode van maximaal drie maanden over het grondgebied van de overige Schengenstaten reizen, op vertoon van genoemde kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

III.

De in dit document vervatte regeling geldt voor vrijgeleides welke door internationale intergouvernementele organisaties waarbij alle Schengenstaten partij zijn, aan hun ambtenaren worden afgegeven, indien deze ambtenaren krachtens de constituerende verdragen van genoemde organisaties van de registratieplicht van vreemdelingen alsmede van de verplichting over een verblijfstitel te beschikken, zijn vrijgesteld.

Regeling voor reisverkeer toepasselijk op houders van diplomatieke, officiële en dienstpaspoorten

Overzicht A

Staten welker onderdanen in een of meer Schengenstaten NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort

 

BNL

DK

D

GR

E

F

I

A

P

FIN

S

ISL

N

Albanië

 

 

 

DD

 

 

D

 

 

 

 

 

 

Algerije

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Angola

 

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

Antigua en Barbuda

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bahama's

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

Barbados

 

 

 

 

 

 

DD

DD

 

 

 

 

 

Benin

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Bosnië en Herzegovina

 

 

 

D

 

 

 

D

 

 

 

 

 

Botswana

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Burkina Faso

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Colombia

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Dominicaanse Republiek

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Dominica

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Egypte

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Federatieve Republiek Joegoslavië

 

 

 

DD

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Fiji

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Filipijnen

 

DD

DD

DD

DD

 

DD

DD

 

DD

DD

 

DD

Gabon

 

 

 

 

 

D

 

 

 

 

 

 

 

Gambië

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Ghana

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guyana

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

India

 

DD

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ivoorkust

DD

 

 

 

 

DD

DD

DD

 

 

 

 

 

Jamaica

DD

 

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kaapverdië

 

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

Kenia

 

 

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Koeweit

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Lesotho

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Malawi

DD

 

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Malediven

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

Marokko

DD

 

D

DD

D

D

DD

DD

DD

 

 

 

DD

Mauritanië

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Mozambique

 

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

Namibië

 

 

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niger

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Oeganda

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Pakistan

DD

DD

D

 

 

 

 

DD

 

DD

 

DD

DD

Peru

 

 

D

DD

DD

DD

DD

DD

 

DD

 

 

 

Sao Tomé en Principe

 

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

Senegal

D

 

DD

 

 

D

DD

DD

 

 

 

 

 

Seychellen

 

 

 

 

 

 

 

D

 

 

 

 

 

Swaziland

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Thailand

DD

DD

DD

DD

 

 

DD

DD

 

DD

DD

 

DD

Togo

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Trinidad en Tobago

 

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

Tsjaad

D

 

DD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tunesië

DD

 

D

DD

D

D

DD

DD

DD

 

 

 

 

Turkije

DD

DD

DD

DD

DD

DD

DD

DD

D

DD

DD

DD

DD

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

 

 

D

DD

 

D

DD

D

 

 

 

 

DD

West-Samoa

 

 

 

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

Zimbabwe

 

 

 

DD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zuid-Afrika

 

 

D

DD

 

 

 

DD

DD

 

 

DD

DD

DD: Houders van diplomatieke en dienstpaspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

D: Alleen houders van diplomatieke paspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

Overzicht B

Staten welker onderdanen in een of meer Schengenstaten WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort

 

BNL

DK

D

GR

E

F

I

A

P

FIN

S

ISL

N

Israël

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

Mexico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

Verenigde Staten van Amerika

 

 

 

X

X (5)

X (5)

 

 

 

 

 

 

 


(1)  PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1.

(2)  PB L 327 van 12.12.2001, blz. 1.

(3)  De vrijstelling van het visumvereiste geldt alleen voor de houders van een paspoort van de „Hong Kong Special Administrative Region”.

(4)  De vrijstelling van het visumvereiste geldt alleen voor houders van een paspoort van de „Região Administrativa Especial de Macau”.

(5)  Indien zij op een officiële dienstreis of reis zijn.

BIJLAGE 5a

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen (1)

De Schengenstaten verbinden zich ertoe bijlage 5a, deel I, niet te wijzigen zonder voorafgaande instemming van de overige partnerstaten.

Indien een partnerstaat deel II van deze bijlage wenst te wijzigen, verbindt hij zich ertoe de partners op de hoogte te brengen en rekening te houden met hun belangen.

Dit document komt overeen met bijlage 3 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

Deel I

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten door alle Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens (TVL) zijn onderworpen (2)  (3)

 

AFGHANISTAN

 

BANGLADESH

 

CONGO (Democratische Republiek)

 

ERITREA (4)

 

ETHIOPIË

 

GHANA

 

IRAK

 

IRAN (5)

 

NIGERIA

 

PAKISTAN

 

SOMALIË

 

SRI LANKA.

Deze personen zijn niet aan de visumplicht onderworpen, indien zij in het bezit zijn van één van de in deel III van deze bijlage opgesomde verblijfstitels van een EER-staat (deel A), of van een bepaalde, navolgend genoemde verblijfstitel van Andorra, Canada, Japan, Monaco, San Marino, de Verenigde Staten of Zwitserland, waardoor een onvoorwaardelijk recht op terugkeer wordt gegarandeerd (deel B).

Deze verblijfstitels worden in het kader van de dienst „Visa” in onderlinge overeenstemming aangevuld en periodiek getoetst. Bij eventuele problemen kunnen de Schengenstaten deze maatregelen opschorten totdat deze in onderlinge overeenstemming zijn verduidelijkt. De Schengenstaten kunnen bepaalde verblijfstitels van vrijstelling uitsluiten, indien zulks in deel III is vermeld.

Met betrekking tot de houders van diplomatieke, dienst- of andere officiële paspoorten beslist elk der Schengenstaten over de uitzonderingen op de transitvisumplicht voor luchthavens.

Deel II

Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten door sommige Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen

 

BNL (6)

DK

D

GR

E (7)

F (8)

I (9)

A (10)

P

FIN

S

ISL

N

Albanië

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

Angola

X

 

X

X

X

X

 

 

 

 

 

 

 

Cuba

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Egypte

 

 

 

 

 

X (11)

 

 

 

 

 

 

 

Gambia

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guinee

X

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

Guinee-Bissau

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Haïti

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

India

 

X (12)

X (13)

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Indonesië

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

Ivoorkust

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Jordanië

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Libanon

 

 

X

 

 

X (11)

 

 

 

 

 

 

 

Liberia

 

 

 

 

X

X

 

X

X

 

 

 

 

Libië

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

Mali

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Senegal

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

 

 

Sierra Leone

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

Soedan

X

 

X

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Syrië

X

 

X

X

 

X (14)

 

 

 

 

 

 

 

Togo

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Turkije

 

 

X (13)

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel III

A.

Lijst van verblijfstitels van EER-staten waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld: (15)

 

IERLAND

Residence permit in combinatie met re-entry visa (verblijfsvergunning slechts in combinatie met een visum voor hernieuwde inreis)

 

LIECHTENSTEIN

Livret pour étranger B (verblijfsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van één jaar niet is verstreken) (16)

Livret pour étranger C (vestigingsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van vijf of tien jaar niet is verstreken)

 

VERENIGD KONINKRIJK

Leave to remain in the United Kingdom for an indefinite period (vergunning om voor onbepaalde tijd in het Verenigd Koninkrijk te verblijven; dit document is slechts toereikend, indien het verblijf buiten het Verenigd Koninkrijk niet langer dan twee jaar heeft bedragen)

Certificate of entitlement to the right of abode (bewijs van vestigingsrecht).

B.

Lijst van verblijfstitels met een onvoorwaardelijk recht op terugkeer waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld:

 

ANDORRA

Tarjeta provisional de estancia y de trabajo (voorlopige verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor seizoensarbeid afgegeven; de geldigheidsduur hangt van de lengte van de arbeidsovereenkomst af, maar is in beginsel korter dan zes maanden; niet verlengbaar (16)

Tarjeta de estancia y de trabajo (verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met één jaar worden verlengd (16)

Tarjeta de estancia (verblijfskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met één jaar worden verlengd (16)

Tarjeta temporal de residencia (tijdelijke verblijfskaart) (roze); wordt voor één jaar afgegeven en kan tweemaal voor eenzelfde duur worden verlengd (16)

Tarjeta ordinaria de residencia (gewone verblijfskaart) (geel); wordt voor drie jaren afgegeven en kan met drie jaren worden verlengd (16)

Tarjeta privilegiada de residencia (bevoorrechte verblijfskaart) (groen); wordt voor vijf jaren afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

Autorización de residencia (verblijfsautorisatie) (groen); wordt voor één jaar afgegeven en kan telkens met drie jaren worden verlengd (16)

Autorización temporal de residencia y de trabajo (tijdelijke verblijfs- en arbeidsautorisatie) (roze); wordt voor twee jaren afgegeven en kan met twee jaren worden verlengd (16)

Autorización ordinaria de residencia y de trabajo (gewone verblijfs- en arbeidsautorisatie) (geel); wordt voor vijf jaren afgegeven

Autorización privilegiada de residencia y de trabajo (bevoorrechte verblijfs- en arbeidsautorisatie) (groen); wordt voor tien jaren afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

 

CANADA:

Returning Resident Permit (terugkeervergunning voor ingezetenen, inlegvel in het paspoort)

 

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

Form I-551 Permanent resident card (twee (16) of tien jaren geldig)

Form I-551 Alien registration receipt card (twee (16) of tien jaren geldig)

Form I-551 Alien registration receipt card (onbeperkte geldigheid)

Form I-327 Reentry document (twee jaren geldig — afgegeven aan houders van een I-551) (16)

Resident alien card (aan vreemdelingen afgegeven kaart voor onderdanen met een geldigheidsduur van twee jaren of tien jaren (16), dan wel onbeperkt; dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan één jaar heeft bedragen)

Permit to reenter (vergunning tot hernieuwde inreis met een geldigheidsduur van twee jaren, dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan twee jaren heeft bedragen) (16)

Valid temporary residence stamp in een geldig paspoort (één jaar geldigheid te rekenen vanaf de afgiftedatum (16)

 

JAPAN

Re-entry permit to Japan (vergunning tot hernieuwde inreis in Japan) (16)

 

MONACO

Carte de séjour de résident temporaire de Monaco (tijdelijke verblijfskaart) (16)

Carte de séjour de résident ordinaire de Monaco (gewone verblijfskaart)

Carte de séjour de résident privilégié de Monaco (verblijfskaart voor bevoorrechte personen)

Carte de séjour de conjoint de ressortissant monégasque (verblijfskaart voor echtgeno(o)t(e) van Monegaskische onderdaan)

 

SAN MARINO

Permesso di soggiorno ordinario (validità illimitata) (gewone verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

Permesso di soggiorno continuativo speciale (validità illimitata) (permanente bijzondere verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

Carta d'identità di San Marino (validità illimitata) (identiteitskaart van San Marino (onbeperkte geldigheid))

 

ZWITSERLAND

Livret pour étranger B (verblijfsvergunning met geldigheidsduur van één jaar) (16)

Livret pour étranger C (vestigingsvergunning met geldigheidsduur van vijf of tien jaren).


(1)  Voor de afgifte van een transitvisum voor luchthavens (TVL) behoeven de centrale autoriteiten niet te worden geraadpleegd.

(2)  Voor alle Schengenstaten

Van een TVL zijn vrijgesteld:

vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat die partij is bij het Verdrag van Chicago.

(3)  Voor de Benelux-landen, Frankrijk en Spanje

Van een TVL zijn vrijgesteld:

houders van diplomatieke en dienstpaspoorten.

(4)  Voor Duitsland

Alleen indien de onderdanen niet beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een van de EU-lidstaten of voor een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, dan wel voor Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten.

(5)  Voor Duitsland

Van een TVL zijn vrijgesteld:

houders van diplomatieke en dienstpaspoorten.

(6)  Alleen indien de onderdanen niet over een geldige verblijfstitel voor één van de EER-Staten, Canada of de Verenigde Staten beschikken. Houders van een diplomatiek, dienst- of bijzonder paspoort zijn eveneens hiervan vrijgesteld.

(7)  Een TVL wordt niet verlangd van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten. Een dergelijk visum wordt evenmin verlangd van houders van een gewoon paspoort die ingezetene zijn van dan wel houder zijn van een geldig inreisvisum voor een Staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de EER, de Verenigde Staten of Canada.

(8)  Van een TVL zijn vrijgesteld:

houders van diplomatieke en dienstpaspoorten;

houders van één der in deel III genoemde verblijfstitels;

vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat die partij is bij het Verdrag van Chicago.

(9)  Alleen indien de onderdanen niet over een geldige verblijfstitel voor de EER-staten, Canada en de Verenigde Staten beschikken.

(10)  Aan de transitvisumplicht onderworpen vreemdelingen hoeven niet in het bezit te zijn van een transitvisum voor luchthavens (TVL) voor doorreis via een Oostenrijkse luchthaven, voor zover zij voor de duur van het transitverblijf in het bezit zijn van:

een verblijfstitel voor Andorra, Japan, Canada, Monaco, San Marino, Zwitserland, Vaticaanstad of de VS, welke een absoluut terugkeerrecht verleent;

een visum of verblijfstitel van een Schengenstaat waar de Toetredingsovereenkomst in werking is getreden;

een verblijfstitel van een EER-lidstaat.

(11)  Alleen voor houders van het reisdocument voor Palestijnse vluchtelingen.

(12)  Van onderdanen van India wordt geen TVL verlangd indien zij houder zijn van een diplomatiek of dienstpaspoort.

Van onderdanen van India wordt evenmin een TVL verlangd indien zij beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een lidstaat van de EU of de EER, Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten. Van onderdanen van India wordt evenmin een TVL verlangd indien zij over een geldige verblijfstitel beschikken voor Andorra, Japan, Monaco of San Marino en indien zij in het bezit zijn van een terugkeervergunning voor het land van hun woonplaats die tot drie maanden na hun doorreis via de luchthaven geldig is.

De uitzondering voor onderdanen van India die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel voor Andorra, Japan, Monaco of San Marino wordt van kracht op het moment dat Denemarken toetreedt tot de Schengensamenwerking, nl. op 25 maart 2001.

(13)  Alleen indien de onderdanen niet beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een van de EU-lidstaten of voor een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, dan wel voor Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten.

(14)  Ook voor houders van het reisdocument voor Palestijnse vluchtelingen.

(15)  De teksten betreffende Denemarken, Finland, Zweden, IJsland en Noorwegen werden geschrapt bij Beschikking 2001/329/EG van de Raad (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 32). Van toepassing sinds 27 april 2001.

(16)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

BIJLAGE 6

Modellen van de visumsticker en informatie met betrekking tot de technische en de veiligheidskenmerken

(Paragraaf 3.1.2)

Deze bijlage komt overeen met bijlage 8 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

De technische en veiligheidskenmerken voor het visum- en visumzelfklevermodel zijn vervat in of worden vastgesteld op basis van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 (1).


(1)  Tekst ingevoegd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 van de Raad (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7). Van toepassing sinds 15 maart 2002.

VERORDENING (EG) Nr. 1683/95 VAN DE RAAD

van 29 mei 1995

betreffende de invoering van een uniform visummodel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 C, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 100 C, lid 3, van het EG-Verdrag vóór 1 januari 1996 maatregelen dient te nemen betreffende de invoering van een uniform visummodel;

Overwegende dat de invoering van een uniform visummodel een belangrijke stap is op de weg naar de harmonisatie van het visumbeleid; dat in artikel 7 A van het Verdrag is bepaald dat het gemeenschappelijk doel een ruimte zonder binnengrenzen is waarin het vrije verkeer van personen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag gewaarborgd is; dat die invoering samen met de maatregelen welke krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden genomen, een samenhangend geheel vormt;

Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat het uniforme visummodel alle noodzakelijke gegevens bevat en aan zeer hoge technische normen, meer bepaald met betrekking tot de garanties tegen namaak en vervalsing, voldoet en voor alle lidstaten goed bruikbaar is; dat het model tevens met het blote oog duidelijk waarneembare algemeen herkenbare veiligheidskenmerken moet hebben;

Overwegende dat deze verordening slechts de niet-geheime specificaties van het model behelst; dat deze specificaties dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, uitgezonderd persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens, die geheim moeten blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen; dat de Commissie de bevoegdheid tot vaststelling van bijkomende specificaties dient te worden verleend;

Overwegende dat het eveneens van wezenlijk belang is dat elke lidstaat niet meer dan één organisatie aanwijst die verantwoordelijk is voor het drukken van het uniforme visummodel teneinde te waarborgen dat de bedoelde informatie niet voor meer personen dan noodzakelijk, toegankelijk wordt, waarbij het de lidstaten vrij moet staan zo nodig van organisatie te veranderen; dat elke lidstaat om veiligheidsredenen de naam van de gekozen organisatie aan de Commissie en aan de andere lidstaten dient mede te delen;

Overwegende dat deze verordening, om doelmatig te zijn, voor alle in artikel 5 van deze verordening bedoelde visa dient te gelden; dat het de lidstaten daarnaast vrij moet staan het concept van het uniforme visummodel ook voor visa te gebruiken die voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden kunnen worden gebruikt, voorzover door middel van met het blote oog waarneembare verschillen verwarring met het uniforme visum uitgesloten wordt;

Overwegende dat, met het oog op de persoonsgegevens die overeenkomstig de bijlage bij deze verordening op het uniforme visummodel moeten worden vermeld, gewaarborgd dient te worden dat de bepalingen van de lidstaten inzake de bescherming van gegevens alsmede het Gemeenschapsrecht in dezen worden nageleefd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De door de lidstaten afgegeven visa in de zin van artikel 5 worden vervaardigd in de vorm van een uniform visummodel (zelfklever). Zij moeten beantwoorden aan de in de bijlage vervatte specificaties.

Artikel 2

Bijkomende technische specificaties die het namaken en het vervalsen van het visum bemoeilijken, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 6.

Artikel 3

1.   De in artikel 2 bedoelde specificaties worden niet bekendgemaakt en zijn geheim. Zij worden uitsluitend aan de door de lidstaten aangewezen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het drukken, en aan door een lidstaat of de Commissie naar behoren gemachtigde personen verstrekt.

2.   Elke lidstaat wijst één organisatie aan die voor het drukken van de visa van die lidstaat de verantwoordelijkheid draagt. De lidstaat deelt de naam van die organisatie mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten. Twee of meer lidstaten kunnen daartoe één zelfde organisatie aanwijzen. Elke lidstaat heeft het recht om van organisatie te veranderen. Hij deelt dit aan de Commissie en aan de andere lidstaten mee.

Artikel 4

1.   Onverminderd de relevante verdergaande bepalingen inzake gegevensbescherming hebben de personen aan wie een visum is afgegeven het recht de op het visum vermelde persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze worden gecorrigeerd dan wel geschrapt.

2.   Het uniforme visummodel bevat geen machineleesbare informatie die niet eveneens voorkomt in de rubrieken welke in de punten 6 tot en met 12 van de bijlage bij deze verordening zijn beschreven, of in het desbetreffende reisdocument.

Artikel 5

Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder „visum” verstaan een door een lidstaat verleende machtiging of genomen besluit, vereist voor binnenkomst op zijn grondgebied met het oog op:

een voorgenomen verblijf in de lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximaal drie maanden;

een doorreis over het grondgebied of via de transitzone van een luchthaven van die lidstaat of van verscheidene lidstaten.

Artikel 6

1.   Indien naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, gelden de hiernavolgende bepalingen.

2.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3.

a)

De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

b)

Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien de Raad na verloop van twee maanden geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve wanneer de Raad zich met gewone meerderheid van stemmen tegen genoemde maatregelen heeft uitgesproken.

Artikel 7

Indien de lidstaten het uniforme visummodel ook voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden gebruiken, moeten zij er door middel van passende maatregelen voor zorgen dat verwarring met het in artikel 5 bedoelde visum uitgesloten is.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 1 is van toepassing zes maanden na de aanneming van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 mei 1995.

Voor de Raad

De voorzitter

H. DE CHARETTE

BIJLAGE

Image

Veiligheidskenmerken

1.

In deze zone komt een waaiervormig teken dat bestaat uit negen ellipsen.

2.

In deze zone komt een optisch variabel beeldmerk („kinegram” of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden twaalf sterren, het „E”-teken en een aardbol zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

3.

In deze zone komt het logo dat bestaat uit een letter of letters die de afgevende lidstaat (of „BNL” in het geval van de Benelux-staten, namelijk België, Luxemburg en Nederland) aanduiden met een latent beeldeffect. Dit logo is licht wanneer het horizontaal wordt gehouden en donker wanneer het 90° is gedraaid. De volgende logo's worden gebruikt: A voor Oostenrijk, BNL voor de Benelux, D voor Duitsland, DK voor Denemarken, E voor Spanje, F voor Frankrijk, FIN voor Finland, GR voor Griekenland, I voor Italië, IRL voor Ierland, P voor Portugal, S voor Zweden, UK voor het Verenigd Koninkrijk.

4.

In het midden van deze zone komt het woord „visum” in hoofdletters in optisch variabele inkt. Afhankelijk van de gezichtshoek is de kleur groen of rood.

5.

Deze rubriek bevat het visumnummer dat voorgedrukt is en begint met de letter of letters waarmee het afgevende land is aangeduid zoals is beschreven in punt 3. Er wordt een bijzonder karakter gebruikt.

In te vullen rubrieken

6.

Deze rubriek begint met de woorden: „geldig voor”. De afgevende overheid geeft het grondgebied of de grondgebieden aan waarvoor het visum geldig is.

7.

Deze rubriek begint met het woord „van” en verder op de lijn komt het woord „tot”. De afgevende overheid dient hier de geldigheidsduur van het visum aan te geven.

8.

Deze rubriek begint met de woorden „Aantal binnenkomsten” en verder op de lijn komt het woord „verblijfsduur” (d.w.z. door de aanvragers beoogde verblijfsduur) en nog verder op de lijn het woord „dagen”.

9.

Deze rubriek begint met de woorden „Afgegeven te” en dient om de plaats van afgifte te vermelden.

10.

Deze rubriek begint met het woord „op” (gevolgd door de datum van afgifte die door de afgevende overheid dient te worden ingevuld) en verder op de lijn komt het woord „Paspoortnummer” (gevolgd door het paspoortnummer van de houder).

11.

Deze rubriek begint met de woorden „Type visum”. De afgevende overheid vermeldt de visumcategorie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 en 7.

12.

Deze rubriek begint met de woorden „Opmerkingen”. Zij wordt door de afgevende overheid gebruikt voor bijkomende gegevens die zij noodzakelijk acht, mits beantwoordend aan het bepaalde in artikel 4 van deze verordening. De volgende twee en een halve lijn worden voor dergelijke opmerkingen opengelaten.

13.

Deze rubriek bevat relevante rnachineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken.

Het papier is pastelgroen van kleur met rode en blauwe tekens.

De bewoordingen die de rubrieken aanduiden zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De afgevende staat kan een derde officiële taal van de Gemeenschap daaraan toevoegen. Het woord „visum” op de bovenste lijn mag evenwel in eender welke officiële taal van de Gemeenschap voorkomen.

VERORDENING (EG) Nr. 334/2002 VAN DE RAAD

van 18 februari 2002

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, lid 2, onder b), punt iii),

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (3) werd een uniform visummodel vastgesteld.

(2)

Maatregel 38 van het Actieplan van Wenen, aangenomen door de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op 3 december 1998, bepaalt dat aandacht moet worden besteed aan nieuwe technische ontwikkelingen om — in voorkomend geval — te zorgen voor een nog betere beveiliging van het uniforme visummodel.

(3)

Conclusie 22 van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 luidt dat een actief gemeenschappelijk beleid inzake visa en valse documenten verder moet worden ontwikkeld.

(4)

De vaststelling van een uniform visummodel is van essentieel belang voor de harmonisatie van het beleid inzake visa.

(5)

Er moet worden voorzien in gemeenschappelijke normen inzake het gebruik van het visummodel, en met name moeten er gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld ten aanzien van de technische methoden en normen voor de invulling van het formulier.

(6)

Door de integratie van een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto wordt een begin gemaakt met het gebruik van elementen waarmee een duidelijker verband wordt gelegd tussen de houder en het visum en wordt er aanzienlijk toe bijgedragen dat het uniforme visummodel ook tegen frauduleus gebruik wordt beveiligd. Er zal rekening worden gehouden met de specificaties vervat in document nr. 9303 van de ICAO (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie) betreffende machineleesbare visa.

(7)

Gemeenschappelijke normen betreffende de toepassing van het uniforme visummodel zijn onontbeerlijk voor het verwezenlijken van hoge technische normen en om de ontdekking van vervalste visumzelfklevers te vergemakkelijken.

(8)

De bevoegdheid om deze gemeenschappelijke normen vast te stellen dient te worden verleend aan het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 ingestelde comité dat dient te worden aangepast met het oog op het bepaalde in Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4).

(9)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1683/95 te worden gewijzigd.

(10)

De maatregelen waarin deze verordening voorziet om het uniforme visummodel beter te beveiligen, laten de vigerende bepalingen inzake de erkenning van de geldigheid van reisdocumenten onverlet.

(11)

De voorwaarden van binnenkomst op het grondgebied van de lidstaten of van visumafgifte doen geen afbreuk aan de huidige regels inzake de erkenning van de geldigheid van reisdocumenten.

(12)

Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis. Die ontwikkeling valt onder het gebied als bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5).

(13)

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft het Verenigd Koninkrijk met een schrijven van 4 december 2001 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening.

(14)

Overeenkomstig artikel 1 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze verordening. Bijgevolg is deze verordening, onverminderd artikel 4 van dat protocol, niet van toepassing op Ierland,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1683/95 wordt als volgt gewijzigd:

1.

artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

1.   Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure worden aanvullende technische specificaties voor het uniforme visummodel vastgesteld voor:

a)

aanvullende elementen en vereisten inzake beveiliging, met inbegrip van hogere normen ter bestrijding van vervalsing en namaak;

b)

technische methoden en normen voor de invulling van het uniforme visum.

2.   De kleuren van de visumzelfklever kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure.”

;

2.

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad (6) van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.”

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23."

;

3.

aan artikel 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De integratie van de in punt 2, onder a), van de bijlage bedoelde foto vindt plaats ten laatste vijf jaar na de vaststelling van de in artikel 2 bedoelde technische maatregelen”

;

4.

in de bijlage wordt het volgende punt ingevoegd:

„2a.

Er wordt een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto geïntegreerd.”

.

Artikel 2

De eerste zin van bijlage 8 van de definitieve versie van de Gemeenschappelijke Instructies en bijlage 6 van de definitieve versie van het Gemeenschappelijk Handboek zoals deze eruit zien ingevolge het besluit van het Uitvoerend Comité Schengen van 28 april 1999 (7), worden vervangen door:

„De technische en veiligheidskenmerken voor het visum- en visumzelfklevermodel zijn vervat in of worden vastgesteld op basis van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (8), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 (9).”

.

Artikel 3

Deze verordening doet niets af aan de bevoegdheid van de lidstaten ten aanzien van de erkenning van staten en gebiedsdelen, alsmede van de paspoorten, identiteitsbewijzen en reisdocumenten die door de autoriteiten daarvan worden afgegeven.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PIQUÉ I CAMPS


(1)  PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 310.

(2)  Advies uitgebracht op 12 december 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1.

(4)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(7)  PB L 239 van 22.9.2000, blz. 317.

BIJLAGE 6a

Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker

(Paragraaf 3.1.2)

Deze bijlage komt voor wat betreft deel I overeen met deel VI, paragrafen 1.1 tot en met 1.8, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en voor wat betreft deel II met bijlage 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies

I.   Invulling van de visumsticker

1.   Zone 8: Gemeenschappelijke gegevens

1.1.   Rubriek „geldig voor”

Met de rubriek „geldig voor” wordt het grondgebied aangeduid waarop de houder van het visum zich mag ophouden.

Slechts vier vermeldingen kunnen in de rubriek worden aangebracht:

a)

„Schengenstaten”;

b)

Schengenstaat(staten) tot welker grondgebied de geldigheid is beperkt (in dit geval worden de volgende landencodes gebruikt: A voor Oostenrijk, F voor Frankrijk, D voor Duitsland, E voor Spanje, GR voor Griekenland, P voor Portugal, I voor Italië, L voor Luxemburg, NL voor Nederland en B voor België);

c)

„Benelux”;

d)

Schengenstaat (aangeduid met de onder b) vermelde codes) die het nationale visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven + „Schengenstaten” (1).

Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van hetzij het eenvormige visum zoals bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, hetzij een visum waarvan de geldigheid niet is beperkt tot het grondgebied van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij, wordt in de rubriek „geldig voor” in de taal van de overeenkomstsluitende partij van afgifte „Schengenstaten” ingevuld.

Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van een visum op grond waarvan verblijf, alsmede in- en uitreis tot een bepaald grondgebied is beperkt, wordt in bedoelde rubriek, in de officiële landstaal, de naam vermeld van de desbetreffende overeenkomstsluitende partij, tot het grondgebied waarvan het verblijf alsmede de in- en uitreis van de houder zich dienen te beperken.

Indien de visumsticker wordt gebruikt voor de afgifte van een nationaal visum voor verblijf van langere duur dat gedurende ten hoogste drie maanden, te rekenen vanaf de aanvankelijke geldigheidsdatum, tevens geldig is als eenvormig visum voor kort verblijf, wordt in deze rubriek eerst de lidstaat vermeld die het nationale visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven, gevolgd door de vermelding „Schengenstaten” (1).

In de gevallen bedoeld in artikel 14 van de Uitvoeringsovereenkomst mag de territoriale geldigheid tot het grondgebied van één of meer lidstaten worden beperkt; in dat geval en naar gelang van de in de rubriek aan te brengen codes van de lidstaten staan de volgende mogelijkheden open:

a)

in de rubriek worden de codes van de betrokken lidstaten aangebracht;

b)

in de rubriek wordt de vermelding „Schengenstaten” aangebracht in de taal van de lidstaat van afgifte, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten voor het grondgebied waarvan het visum niet geldt.

Bedoelde beperkte territoriale geldigheid kan evenmin gelden voor een gebied dat kleiner is dan het grondgebied van één der overeenkomstsluitende partijen.

1.2.   Rubriek „van … tot …”

De rubriek „van … tot …” vermeldt de periode gedurende welke de houder van het visum tot verblijf gerechtigd is.

Na „van” wordt de datum aangeduid van de eerste dag waarop de houder van het visum het grondgebied mag binnenkomen waarvoor het visum geldig is; de vermelding van deze datum bestaat uit:

twee cijfers ter aanduiding van het nummer van de dag; indien het nummer van de dag uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

een horizontaal streepje;

twee cijfers ter aanduiding van de maand; indien het nummer van de maand uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

een horizontaal streepje;

twee cijfers ter aanduiding van het jaar, welke de laatste twee cijfers van het nummer van het jaar zijn.

Voorbeeld: 15-04-94=15 april 1994.

Na „tot” wordt de datum van de laatste dag van het toegestane verblijf aangeduid; de visumhouder dient het grondgebied waarvoor het visum geldig is, bedoelde dag vóór middernacht te verlaten.

Deze datum wordt op dezelfde wijze vermeld als die waarmee de eerste dag van het verblijf wordt aangeduid.

1.3.   Rubriek „Aantal binnenkomsten”

Deze rubriek vermeldt het aantal malen dat de houder van het visum het grondgebied waarvoor het geldig is, mag binnenkomen; hiermee wordt met andere woorden het aantal verblijfsperioden aangeduid waarover de houder van het visum het aantal onder rubriek 1.4 aangeduide dagen kan spreiden.

Het aantal binnenkomsten kan één, twee of meer (onbepaald) bedragen; dit wordt op de rechterzijde van de visumsticker aangeduid, en wel respectievelijk met „01”, „02” of, indien de visumhouder tot meer dan twee binnenkomsten gerechtigd is, met het woord „MULT”.

Bij een doorreisvisum kan slechts toestemming voor één of twee binnenkomsten worden verleend; dit wordt respectievelijk met „01” of „02” aangeduid. Alleen in uitzonderingsgevallen kan eenzelfde visum recht geven op meer dan twee doorreizen, hetgeen wordt aangeduid met de afkorting „MULT”.

Indien de houder evenveel uitreizen heeft gemaakt als het aantal binnenkomsten waarop het visum recht geeft, verliest het visum zijn geldigheid, ook indien de houder niet alle dagen heeft gebruikt waarop het visum recht geeft.

1.4.   Rubriek „Duur van het verblijf: … dagen”

De rubriek „Duur van het verblijf … dagen” vermeldt het aantal dagen gedurende welke de visumhouder tot verblijf gerechtigd is op het grondgebied waarvoor het visum geldig is, hetzij gedurende een ononderbroken periode, hetzij gedurende verscheidene verblijfsperioden, voorzover deze binnen de in rubriek 1.2 aangeduide data zijn gelegen en het aantal in rubriek 1.3 vermelde binnenkomsten niet wordt overschreden (2).

In de vrije ruimte tussen de woorden „Duur van het verblijf” en het woord „dagen” wordt met twee cijfers, waarvan het eerste een nul is indien het aantal dagen uit één cijfer bestaat, het aantal verblijfsdagen aangeduid waarop het visum recht geeft.

In deze rubriek mogen maximaal 90 dagen per zes maanden worden vermeld.

1.5.   Rubriek „Afgegeven te … op …”

De rubriek „Afgegeven te … op …” vermeldt, in de taal van de overeenkomstsluitende partij van afgifte, de naam van de stad waar de diplomatieke of consulaire post van afgifte is gevestigd (de naam wordt tussen „te” en „op” geplaatst), alsmede, na „op”, de datum van afgifte.

De datum van afgifte wordt op dezelfde wijze vermeld als de in rubriek 1.2 bedoelde data.

De visumafgevende autoriteit kan worden afgeleid uit het in zone 4 aangebrachte stempel.

1.6.   Rubriek „Paspoortnummer”

De rubriek „Paspoortnummer” vermeldt het nummer van het paspoort waarin de visumsticker wordt aangebracht. Na het laatste cijfer van het paspoort wordt het aantal meereizende minderjarigen en, in voorkomend geval, de meereizende echtgenoot die in het paspoort van de houder zijn vermeld, als volgt aangebracht: een cijfer voor het aantal minderjarigen, gevolgd door een „X” (bij voorbeeld „1X” = één minderjarige, „3X” =drie minderjarigen) en een „Y” voor de echtgenoot.

Wanneer, wegens het niet erkennen van het reisdocument van de houder, het uniforme model voor een blad wordt gebruikt als visumdrager, kan de consulaire post van afgifte ervoor kiezen hetzelfde formulier te gebruiken om de geldigheid van het visum uit te breiden tot de echtgenoot en minderjarigen die ten laste komen van de houder van het blad en die hem vergezellen, dan wel afzonderlijke bladen verstrekken voor de houder, zijn echtgenoot en elk van de hem ten laste komende personen en het visum op ieder blad afzonderlijk aanbrengen.

Het paspoortnummer is het serienummer dat op alle of op de meeste bladzijden van het paspoort is gedrukt of door middel van een perforeerstempel is aangebracht.

Het nummer in deze rubriek, wanneer een visum moet worden aangebracht op het uniforme model voor een blad is, in plaats van het paspoortnummer, hetzelfde typografische nummer dat op het blad staat, samengesteld uit zes cijfers, eventueel aangevuld met de letter of letters toegekend aan de lidstaat of groep van lidstaten die het visum afgeeft (3).

1.7.   Rubriek „Type visum”

Teneinde identificatie door de controleambtenaren te vergemakkelijken, wordt in de rubriek „Type visum” door middel van de letters A, B, C en D het type visum vermeld waarop de visumsticker betrekking heeft:

A:

transitvisum voor luchthavens,

B:

doorreisvisum,

C:

visum voor kort verblijf,

D:

nationaal visum voor verblijf van langere duur,

D+C:

nationaal visum voor verblijf van langere duur dat tevens als visum voor kort verblijf geldt (4).

Voor visa met territoriaal beperkte geldigheid en collectieve visa worden, afhankelijk van het van toepassing zijnde geval, de letters A, B of C gebruikt.

Aantekening: In beginsel mogen visa ten hoogste drie maanden vóór de datum van eerste gebruik worden afgegeven.

1.8.   Rubriek „Naam en voornaam”

Het eerste woord van de rubriek „Naam”, en vervolgens het eerste woord van de rubriek „Voornaam”, zoals in het paspoort of reisdocument van de visumhouder vermeld, worden hier genoteerd. De diplomatieke of consulaire post controleert of de naam en voornaam die in het paspoort of reisdocument staan en die in zowel deze rubriek als de automatisch leesbare zone moeten worden genoteerd, identiek zijn aan die in de visumaanvraag (5).

II.   Invulling van de visumsticker

TRANSITVISUM VOOR LUCHTHAVENS (TVL)

Een TVL is alleen voor onderdanen van bepaalde gevoelige staten (cf. bijlage 3) verplicht. De houder van een TVL kan zich niet ophouden buiten de internationale zone van de luchthaven via welke zijn doorreis leidt.

Voorbeeld 1

GEWOON TVL

Image Image

Type visum: het TVL wordt aangegeven met de code A.

Het TVL verleent per definitie slechts toegang tot één staat (in dit voorbeeld België of Nederland).

De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00); aan de einddatum wordt een „marge” van zeven dagen toegevoegd, voor het geval dat de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen.

Het TVL geeft geen recht op verblijf; dientengevolge dient de rubriek „Verblijfsduur” met XXX te worden ingevuld.

Voorbeeld 2a

DUBBEL TVL

(Geldigheid: één staat)

Image Image

Een dubbel TVL geeft recht op doorreis via eenzelfde luchthaven bij aankomst en vertrek.

De geldigheidsduur wordt berekend volgens de formule „terugreisdatum + zeven dagen” (in dit voorbeeld: terugreisdatum 15.03.00).

Indien de doorreis via slechts één luchthaven geschiedt, wordt in de rubriek „geldig voor” de naam van de desbetreffende staat ingevuld (zie voorbeeld 2a). Indien de doorreis bij binnenkomst en vertrek bij wijze van uitzondering via twee verschillende Schengenstaten dient te geschieden, wordt „Schengenstaten” vermeld (zie voorbeeld 2b).

Voorbeeld 2b

DUBBEL TLV

(Geldigheid: meerdere staten)

Image Image

In de rubriek „geldig voor” wordt „Schengenstaten” vermeld; doorreis via twee in verschillende staten gelegen luchthavens is toegestaan.

Voorbeeld 3

MEERVOUDIG TVL

(slechts in uitzonderingsgevallen af te geven)

Image Image

In geval van een meervoudig TVL (meerdere doorreizen) wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule „datum eerste vertrek + drie maanden”.

Voor de invulling van de rubriek „geldig voor” is dezelfde regel van toepassing als voor het dubbele TVL.

DOORREISVISUM (DV)

Voorbeeld 4

GEWOON DOORREISVISUM

Image Image

Type visum: het doorreisvisum wordt aangegeven met de code B. Het verdient aanbeveling, voluit „TRANSIT” toe te voegen.

De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule „datum van vertrek + (ten hoogste vijf dagen) + zeven dagen („marge” voor het geval dat de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen)”.

De verblijfsduur mag niet meer dan vijf dagen bedragen.

Voorbeeld 5

DUBBEL DOORREISVISUM

Image Image

Geldigheidsduur: indien de datum van de diverse doorreizen niet bekend is — hetgeen doorgaans het geval is — wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule „datum van vertrek + zes maanden”.

De verblijfsduur mag niet meer dan vijf dagen per doorreis bedragen.

Voorbeeld 6

MEERVOUDIG DOORREISVISUM

Image Image

De geldigheidsduur wordt op eendere wijze berekend als voor een dubbel doorreisvisum (voorbeeld 5).

De verblijfsduur per doorreis mag niet meer dan 5 dagen bedragen.

VISUM VOOR KORT VERBLIJF (VKV)

Voorbeeld 7

GEWOON VISUM VOOR KORT VERBLIJF

Image Image

Type visum: het visum voor kort verblijf wordt aangegeven met de code C.

De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule „datum van vertrek + verblijfsduur + „marge” van 15 dagen”.

De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (in het voorbeeld: 30 dagen).

Voorbeeld 8

MEERVOUDIG VISUM VOOR KORT VERBLIJF

Image Image

De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek + ten hoogste zes maanden naar gelang van de overgelegde bewijsstukken.

De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (zie voorbeeld; kan echter korter zijn). De verblijfsduur wordt bepaald door optelling van de duur van de opeenvolgende verblijven, alsmede op basis van de overgelegde bewijsstukken.

Voorbeeld 9

CIRCULATIEVISUM VOOR KORT VERBLIJF

Image Image

Het betreft een visum voor kort verblijf met meerdere binnenkomsten, waarvan de geldigheidsduur méér dan zes maanden bedraagt: één, twee of drie jaar, en in uitzonderingsgevallen vijf jaar (V.I.P.). In het voorbeeld bedraagt de geldigheidsduur drie jaar.

Voor de verblijfsduur gelden dezelfde regels als voor het meervoudig visum voor kort verblijf (ten hoogste 90 dagen).

VISUM MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID (TBV)

Het TBV kan hetzij een visum voor kort verblijf hetzij een doorreisvisum zijn. De beperkte geldigheid kan gelden voor een of meer staten.

Voorbeeld 10

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR EEN STAAT

Image Image

In het voorbeeld beperkt de territoriale geldigheid zich tot slechts één staat (België) (Nederland).

Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld 7)

Voorbeeld 11 (6)

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR MEERDERE STATEN

In dit geval worden in de rubriek „geldig voor”

hetzij de codes aangebracht van de staten waarvoor het visum geldig is (België: B, Denemarken: DK, Duitsland: D, Griekenland: GR, Spanje: E, Frankrijk: F, Italië: I, Luxemburg: L, Nederland: NL, Oostenrijk: A, Portugal: P, Finland: FIN, Zweden: S, IJsland: IS, Noorwegen: N. Voor de Benelux: BNL). In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot Frankrijk en Spanje,Image Image

hetzij de vermelding „Schengenstaten” aangebracht, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten waarvoor het visum niet geldig is. In het voorbeeld is de geldigheid beperkt tot het grondgebied van alle lidstaten die het Schengenacquis toepassen, met uitzondering van dat van Frankrijk en Spanje.Image Image

Voorbeeld 12

DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR ÉÉN STAAT

Image Image

Het doorreisvisum wordt in de rubriek „Type visum” met de code B aangegeven.

In het voorbeeld is de territoriale geldigheid tot België (Nederland) beperkt.

VERGEZELDE PERSONEN

Voorbeeld 13

Image Image

Het betreft het geval dat in het paspoort een of meer kinderen, dan wel (in uitzonderingsgevallen) de echtgenoot zijn vermeld.

Indien het visum geldt voor één of meerdere in het reisdocument vermelde kinderen, wordt in de rubriek „Paspoortnummer” na het nummer nX (n = aantal kinderen) + Y (indien een echtgenoot in het paspoort staat vermeld) toegevoegd.

In het voorbeeld (gewoon kort verblijf, verblijfsduur 30 dagen) wordt het visum afgegeven voor de houder van het paspoort, drie kinderen en zijn echtgenote).

VERTEGENWOORDIGING BIJ VISUMAFGIFTE

Voorbeeld 14

Image Image

Het betreft het geval waarin een visum door een consulaire post van een Schengenstaat in vertegenwoordiging van een andere Schengenstaat wordt afgegeven.

In dat geval dient de rubriek „Opmerkingen” te worden gecompleteerd met de vermelding R, gevolgd door de code van het land waarvoor het visum is afgegeven.

De te gebruiken codes zijn (7):

België

:

B

Denemarken

:

DK

Duitsland

:

D

Griekenland

:

GR

Spanje

:

E

Frankrijk

:

F

Italië

:

I

Luxemburg

:

L

Nederland

:

NL

Oostenrijk

:

A

Portugal

:

P

Finland

:

FIN

Zweden

:

S

IJsland

:

IS

Noorwegen

:

N.

Bovenstaand voorbeeld betreft een geval waarin de ambassade van België te Brazzaville in vertegenwoordiging van Spanje een visum heeft afgegeven.

NATIONAAL VISUM VOOR VERBLIJF VAN LANGERE DUUR DAT TEVENS GELDT ALS VISUM VOOR KORT VERBLIJF (VDC) (8)

Voorbeeld 15

In dit geval wordt in de rubriek „geldig voor” de code ingevuld van het land dat het visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven, gevolgd door de vermelding „Schengenstaten”.

Bij dit voorbeeld gaat het om een door Frankrijk afgegeven nationaal visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als eenvormig visum voor kort verblijf.

Het visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als visum voor kort verblijf wordt aangegeven met de code D+C.

SCHEMATISCH OVERZICHT

 

„Geldig voor”

„Type”

„Aantal binnen-komsten”

„van … tot”

„maximale duur van ieder verblijf”

(in dagen)

Transitvisum voor luchthavens

Nederland

of

Schengenstaten

(bijvoorbeeld)

A

01

Datum van vertrek

Datum van vertrek + zeven dagen

XXX

02

Datum van vertrek

terugreisdatum + zeven dagen

MULT (9)

Datum eerste vertrek

Datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal drie maanden)

Transitvisum

Schengenstaten

of

Nederland

(bijvoorbeeld)

B

01

Datum van vertrek

Datum van vertrek + verblijfsduur + zeven dagen

XXX

of

1 t/m 5

02

Datum eerste vertrek

Datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal zes maanden)

MULT (9)

Datum eerste vertrek

Visum voor kort verblijf

Schengenstaten

of

Nederland

(bijvoorbeeld)

C

01

Datum van vertrek

Datum van vertrek + verblijfsduur + 15 dagen

1 t/m 90

MULT (10)

Datum eerste vertrek

Datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal vijf jaar)

Nationaal visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als visum voor kort verblijf

Frankrijk

(bijvoorbeeld)

+ Schengenstaten

D + C

 

 

 

 


(1)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2001/420/EG van de Raad (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 47). Van toepassing sinds 15 juni 2001.

(2)  In geval van een doorreisvisum mag het aantal in deze rubriek vermelde dagen ten hoogste vijf bedragen.

(3)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

(4)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2001/420/EG van de Raad (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 47). Van toepassing sinds 15 juni 2001.

(5)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48). Van toepassing sinds 16 juli 2002.

(6)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2001/329/EG van de Raad (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 32). Van toepassing sinds 27 april 2001.

(7)  Tekst betreffende Denemarken, Finland, Zweden, IJsland en Noorwegen ingevoegd bij Beschikking 2001/329/EG van de Raad ((PB L 116 van 26.4.2001, blz. 32). Van toepassing sinds 27 april 2001.

(8)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2001/420/EG van de Raad (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 47). Van toepassing sinds 15 juni 2001.

(9)  MULT betekent meerdere reizen dus meer dan twee binnenkomsten.

(10)  MULT betekent meerdere reizen dus meer dan één binnenkomst.

BIJLAGE 6b

Informatie waarvan de overeenkomstsluitende partijen eventueel melding maken in de zone „opmerkingen”

VERTROUWELIJK

BIJLAGE 6c

Aanwijzingen voor het invullen van de optisch leesbare zone

VERTROUWELIJK

BIJLAGE 7

Modellen van de visumsticker

(Paragraaf 3.1.3)

BENELUX bladzijde 192
DENEMARKEN bladzijde 193
DUITSLAND bladzijde 193
GRIEKENLAND bladzijde 194
SPANJE bladzijde 194
FRANKRIJK bladzijde 195
ITALIË bladzijde 195
OOSTENRIJK bladzijde 196
PORTUGAL bladzijde 196
FINLAND bladzijde 197
ZWEDEN bladzijde 197
IJSLAND bladzijde 198
NOORWEGEN bladzijde 198

BENELUX

Image

Joh. Enschedé

SECURITY CARDS AND DOCUMENTS

Schengen

Visumsticker

Benelux-landen

Image

DENEMARKEN

Image

BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

Image

GRIEKENLAND

Image

SPANJE

FABRICA NACIONAL DE MONEDA Y TIMBRE

Image

ETIQUETA ESPANOLA DEL

VISADO SCHENGEN

Image

MODELO ELABORADO EN PROCESO DE PRODUCCION INDUSTRIAL

FRANKRIJK

MINISTÈRE DES AFFAIRES ETRANGÈRES

VIGNETTE VISA SCHENGEN

Image

ITALIË

Image

OOSTENRIJK

Image

PORTUGAL

S. — R.

MINISTÉRIO DOS NEGOCIOS ESTRANGEIROS

DIRECÇAO-GERAL DOS ASSUNTOS CONSULARES

E DA

ADMINISTRAÇAO FINANCEIRA E PATRIMONIAL

Image

FINLAND

Image

ZWEDEN

Image

IJSLAND

Image

NOORWEGEN

Image

BIJLAGE 8

Modellen van het visum met territoriaal beperkte geldigheid

(Paragraaf 3.2.3)

Deze bijlage komt overeen met de voorbeelden 10 tot en met 12 van bijlage 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

VISUM MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID (TBV)

Het TBV kan hetzij een visum voor kort verblijf hetzij een doorreisvisum zijn.

De beperkte geldigheid kan gelden voor één of meer staten.

Voorbeeld 1

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR EEN STAAT

Image

In het voorbeeld beperkt de territoriale geldigheid zich tot slechts één staat (België).

Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld 7 van bijlage 6a)

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR DE BENELUXLANDEN

Image

Voor de Benelux is het TBV in principe een visum dat geldig is voor België, Nederland en Luxemburg.

In dit voorbeeld wordt in de rubriek „Geldig voor” dus „Benelux” ingevuld.

Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld 7 van bijlage 6a).

Voorbeeld 2 (1)

VTBG VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR MEERDERE STATEN

In dit geval worden in de rubriek „geldig voor”

hetzij de codes aangebracht van de staten waarvoor het visum geldig is (België: B, Denemarken: DK, Duitsland: D, Griekenland: GR, Spanje: E, Frankrijk: F, Italië: I, Luxemburg: L, Nederland: NL, Oostenrijk: A, Portugal: P, Finland: FIN, Zweden: S, IJsland: IS, Noorwegen: N. Voor de Benelux: BNL). In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot Frankrijk en Spanje,

Image

Image

hetzij de vermelding „Schengenstaten” aangebracht, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten waarvoor het visum niet geldig is. In het voorbeeld is de geldigheid beperkt tot het grondgebied van alle lidstaten die het Schengenacquis toepassen, met uitzondering van dat van Frankrijk en Spanje.

Image

Image

Voorbeeld 3

DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR ÉÉN STAAT

Image

Het doorreisvisum wordt in de rubriek „Type visum” met de code B aangegeven.

In het voorbeeld is de territoriale geldigheid tot België beperkt.

DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR DE BENELUXLANDEN

Image

Voor de Benelux is het TBV in principe een visum dat geldig is voor België, Nederland en Luxemburg.

In dit voorbeeld wordt in de rubriek „geldig voor” dus „Benelux” ingevuld.

Het doorreisvisum wordt in de rubriek „Type visum” met de code B aangegeven.


(1)  Tekst ingevoegd bij Beschikking 2001/329/EG van de Raad (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 32). Van toepassing sinds 27 april 2001.

BIJLAGE 8a

Verplichtingen voor het informeren van de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van visa met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van eenvormige visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels

(Paragraaf 3.2.4)

Deze bijlage komt overeen met bijlage 14 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

1.   MEDEDELING BIJ AFGIFTE VAN VISA MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID

1.1.   Algemeen

In beginsel dient een vreemdeling aan de in artikel 5, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde voorwaarden te voldoen, opdat hem toegang kan worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

Indien een vreemdeling niet aan al deze voorwaarden voldoet, dient hem de toegang, resp. de afgifte van een visum te worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking van dit beginsel noodzakelijk acht. In dat geval mag de betrokken overeenkomstsluitende partij slechts een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven en dient zij de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis te stellen (artikel 5, lid 2, en artikel 16, van de Uitvoeringsovereenkomst).

In beginsel geldt voor de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor verblijf van korte duur op basis van het bepaalde in de Uitvoeringsovereenkomst en de Gemeenschappelijke Visuminstructies (doc. SCH/II-Visa(98) 180, deel V, hoofdstuk 3), het volgende:

a)

Afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid op grond van artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst geschiedt slechts in uitzonderingsgevallen. De voorwaarden voor de afgifte van een dergelijk visum dienen in elk afzonderlijk geval zorgvuldig te worden getoetst.

b)

Het is niet te verwachten dat de overeenkomstsluitende partijen veelvuldig gebruik zullen maken van de mogelijkheid een visum met territoriaal beperkte geldigheid af te geven, hetgeen ook niet met de geest en de doelstelling van de Schengenregelgeving zou stroken. Aangezien derhalve niet van grote aantallen is uitgegaan, bestaat geen behoefte aan een geautomatiseerd systeem ten behoeve van bedoelde voorgeschreven mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen.

1.2.   Procedureregels

Bij de vastlegging van procedureregels voor de mededeling aangaande visa met territoriaal beperkte geldigheid aan de overige overeenkomstsluitende partijen dient een onderscheid te worden gemaakt tussen visa welke door diplomatieke en consulaire posten en visa welke door de grensbewakingsautoriteiten worden afgegeven. De navolgende proceduregels dienen te worden gevolgd.

1.2.1   Afgifte van het visum door de diplomatieke en consulaire posten

Voor de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen zijn de in het kader van de voorlopige regeling voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkmst) opgestelde voorschriften (cf. SCH/II-Visa (94)7) van overeenkomstige toepassing. Afwijkende regelingen dienen door de betrokken overeenkomstsluitende partijen te worden meegedeeld. De doorgeleiding van de gegevens geschiedt in beginsel binnen 72 uur.

1.2.2   Afgifte van het visum door de grensbewakingsautoriteiten

In dit geval geschiedt de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen in beginsel binnen 72 uur via de centrale autoriteiten.

1.2.3

Het is noodzakelijk dat de overeenkomstsluitende partijen contactpunten aanwijzen, die de mededeling in ontvangst kunnen nemen.

1.2.4

Door middel van de invoering van een geautomatiseerd systeem voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst) wordt bewerkstelligd dat aan de overige overeenkomstsluitende partijen mededeling wordt gedaan van de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, voorzover de afgifte daarvan vereist is omdat één (of meer) overeenkomstsluitende partij(en) in het kader van de raadplegingsprocedure bezwaren heeft/hebben geuit tegen de afgifte van een Schengenvisum. In alle andere gevallen waarin visa met territoriaal beperkte geldigheid worden afgegeven, kunnen de onderscheidene partnerstaten geen gebruikmaken van deze wijze van mededeling.

1.2.5

De volgende gegevens worden aan de overige overeenkomstsluitende partijen doorgeleid:

 

Naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum.

 

Nationaliteit van de houder van het visum.

 

Datum en plaats van afgifte van het visum met territoriaal beperkte geldigheid.

 

Redenen voor territoriale beperking van het visum:

humanitaire overwegingen,

redenen van nationaal belang,

internationale verplichtingen,

een niet voor alle Schengenstaten geldig reisdocument,

tweede visum in één halfjaar,

om dringende redenen geen raadpleging van de centrale autoriteiten in een raadplegingsgeval,

bezwaar van de centrale autoriteiten van een overeenkomstsluitende partij in een raadplegingsgeval.

2.   ANNULERING, INTREKKING EN BEPERKING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR VAN EENVORMIGE VISA

Op basis van de door het Uitvoerend Comité vastgestelde beginselen voor annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van eenvormige visa (doc. SCH/Com-ex(93) 24) bestaat voor de volgende gevallen een verplichting tot mededeling.

2.1.   Annulering van visa

De annulering van een Schengenvisum dient ertoe de binnenkomst van personen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen te verhinderen, indien achteraf is vastgesteld dat niet aan de voorwaarden voor de visumafgifte is voldaan.

Voorzover een overeenkomstsluitende partij een door een andere overeenkomstsluitende partij afgegeven visum annuleert, dient zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen aan de centrale autoriteiten van de afgevende overeenkomstsluitende partij.

De mededeling dient de volgende gegevens te bevatten:

 

Naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum.

 

Nationaliteit van de houder van het visum.

 

Type en nummer van het reisdocument.

 

Nummer van het visum.

 

Visumcategorie.

 

Datum en plaats van afgifte van het visum.

 

Datum en gronden voor de annulering.

2.2.   Intrekking van visa

Door intrekking van een visum wordt, nadat de binnenkomst reeds heeft plaatsgevonden, annulering van de resterende geldigheidsduur van het visum mogelijk gemaakt.

Een overeenkomstsluitende partij die de intrekking van een eenvormig visum gelast, dient de afgevende partij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen. Deze mededeling bevat dezelfde gegevens zoals beschreven in paragraaf 2.1.

2.3.   Beperking van de geldigheidsduur van visa

Ingeval een overeenkomstsluitende partij de geldigheidsduur beperkt van een visum dat door een andere overeenkomstsluitende partij is afgegeven, doet zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling aan de centrale autoriteiten van deze laatste partij. De mededeling bevat dezelfde gegevens zoals beschreven in paragraaf 2.1.

2.4.   Procedure

De mededeling aan de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft afgegeven, geschiedt bij de annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa in beginsel via de door de afgevende overeenkomstsluitende partij aangewezen centrale autoriteit.

3.   MEDEDELING AFGIFTE VAN NATIONALE VERBLIJFSTITELS (ARTIKEL 25 VAN DE UITVOERINGSOVEREENKOMST)

In artikel 25, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat wanneer een overeenkomstsluitende partij overweegt een verblijfstitel af te geven aan een ter fine van weigering gesignaleerde vreemdeling, zij vooraf in overleg treedt met de signalerende overeenkomstsluitende partij en zij rekening houdt met de belangen van deze partij. De verblijfstitel kan slechts worden afgegeven om ernstige redenen, in het bijzonder uit humanitaire overwegingen of ingevolge internationale verplichtingen. In ieder geval dient sprake te zijn van gewichtige gronden.

In artikel 25, lid 1, tweede volzin, wordt bepaald dat de signalerende overeenkomstsluitende partij alsdan tot intrekking van de signalering overgaat, doch dat zij de vreemdeling op haar nationale signaleringslijst kan handhaven.

Voor de uitvoering van bovengenoemde bepalingen is derhalve vereist dat tweemaal contact wordt gelegd tussen de staat die de verblijfstitel wil afgeven, en de signalerende staat:

raadpleging vooraf met het oog op inachtneming van de belangen van de signalerende staat;

mededeling van de afgifte van de verblijfstitel, opdat de signalerende staat de signalering kan intrekken.

Zoals in artikel 25, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald, is raadpleging van de signalerende partij tevens vereist wanneer achteraf, d.w.z. nadat de verblijfstitel is afgegeven, blijkt dat de houder van deze titel ter fine van weigering van toegang staat gesignaleerd.

Ook de afgifte van een verblijfstitel aan een vreemdeling die door een der overeenkomstsluitende partijen ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd, zal naar de geest van de Uitvoeringsovereenkomst slechts tot uitzonderingsgevallen beperkt blijven.

Voor de communicatie zoals bedoeld in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst bestaat een nauw inhoudelijk verband met het gegevensbestand van het Schengeninformatiesysteem (SIS). Bestudeerd dient te worden of de doorgeleiding van de informatie door de toekomstige Sirene-procedure kan worden ondersteund.

De in deze nota vervatte procedurele regels worden met betrekking tot hun praktische toepasbaarheid uiterlijk twaalf maanden na inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst opnieuw getoetst.

BIJLAGE 9

Modellen van het visum voor verblijf van langere duur

(Paragraaf 3.3.2)

VISUM VOOR VERBLIJF VAN LANGERE DUUR (VLV)

Bij een visum voor verblijf van langere duur kan de geldigheidsduur méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen. Dit visum ressorteert onder de nationale bevoegdheid, doch het staat de houder ervan vrije doorreis via het grondgebied van de overige Schengenstaten toe om zich voor een eerste binnenkomst naar het grondgebied van de staat te begeven die het visum heeft verleend.

Type visum: het visum voor verblijf van langere duur wordt aangegeven met de code D.

In de rubriek „geldig voor” wordt het land van afgifte van het visum aangegeven. Deze vermelding wordt gevolgd door „(+ 1 transit Schengen)”, teneinde te memoreren dat het visum recht geeft op doorreis door het grondgebied van de overige Schengenstaten om het land van afgifte te bereiken.

De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen bedragen.

Image

BIJLAGE 10

Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen

(Paragraaf 4.1.2)

INDEX

BELGIË bladzijde 208
DENEMARKEN bladzijde 208
DUITSLAND bladzijde 208
GRIEKENLAND bladzijde 209
SPANJE bladzijde 209
FRANKRIJK bladzijde 209
ITALIË bladzijde 210
LUXEMBURG bladzijde 210
NEDERLAND bladzijde 211
OOSTENRIJK bladzijde 211
PORTUGAL bladzijde 211
FINLAND bladzijde 211
ZWEDEN bladzijde 211
IJSLAND bladzijde 211
NOORWEGEN bladzijde 211.

Deze bijlage komt overeen met bijlage 7 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

BELGIË

In de wet is algemeen bepaald dat de beschikbaarheid van voldoende middelen van bestaan dient te worden vastgesteld, zonder dat evenwel dwangmiddelen worden gepreciseerd.

De bestuurlijke praktijk is de volgende:

Bij een particulier verblijvende vreemdeling

Het bewijs van voldoende middelen van bestaan kan worden geleverd door middel van een toezegging tot tenlasteneming, welke door de in België woonachtige gastheer van de vreemdeling is ondertekend en door het gemeentebestuur van zijn woonplaats is gelegaliseerd.

De toezegging tot tenlasteneming heeft betrekking op de verblijfskosten en de kosten voor gezondheidszorg, logiesverstrekking en teruggeleiding van de vreemdeling, indien deze daar zelf niet toe in staat zou zijn, teneinde te voorkomen dat deze kosten door de overheid dienen te worden gedragen. De toezegging dient door een kredietwaardig persoon te zijn ondertekend en, indien het om een vreemdeling gaat, vergezeld te zijn van een verblijfs- of vestigingstitel.

Zo nodig kan de vreemdeling tevens worden verzocht, bewijs te leveren van persoonlijke middelen.

Indien de betrokkene over generlei financiële middelen beschikt, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ca. 38 EUR kunnen beschikken.

In een hotel verblijvende vreemdeling

Indien de vreemdeling het bestaan van enigerlei financiële middelen niet kan bewijzen, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ca. 50 EUR kunnen beschikken.

Bovendien dient de betrokkene in het merendeel der gevallen een reisticket (vliegtuigticket) over te leggen, waarmee hij naar zijn land van origine of zijn land van woonplaats kan terugkeren.

DENEMARKEN

In de Deense vreemdelingenwet is bepaald dat een vreemdeling bij binnenkomst op het Deense grondgebied over voldoende middelen van bestaan en voldoende middelen voor zijn terugkeer moet beschikken.

Ter evaluatie van die middelen verrichten de diensten die met de toegangscontrole zijn belast, per geval een concrete raming op basis van de economische situatie van de vreemdeling en rekening houdend met informatie over zijn mogelijkheden wat logies en terugkeer betreft.

De overheid heeft een bedrag bepaald om na te gaan of een vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt. Een vreemdeling moet in beginsel over 300 DKK per verblijfsdag beschikken.

De vreemdeling moet bovendien het bewijs leveren dat hij over voldoende middelen beschikt voor zijn terugkeer, bijvoorbeeld in de vorm van een retourbiljet.

DUITSLAND

Krachtens artikel 60, lid 2, van de Vreemdelingenwet van 9 juli 1990 (AuslG), kan een vreemdeling aan de grens onder meer de toegang worden geweigerd, wanneer daartoe termen aanwezig zijn.

Dit is bijvoorbeeld het geval, wanneer een vreemdeling voor zichzelf, voor zijn op het Duitse grondgebied verblijvende familieleden of voor inwonende personen op sociale bijstand beroep doet of moet doen (artikel 46, paragraaf 6, van de Vreemdelingenwet).

Het met de controle belaste personeel beschikt niet over richtbedragen. In de praktijk wordt in beginsel uitgegaan van een bedrag per dag van 25 EUR. Bovendien dienen tickets voor de terugreis of voldoende middelen daartoe voorhanden te zijn.

De vreemdeling dient evenwel vóór weigering van toegang de mogelijkheid te worden geboden, de voor het verblijf in de Bondsrepubliek Duitsland vereiste financiële middelen op legale wijze binnen een passend tijdsbestek te verwerven, bijvoorbeeld door

een bankgarantie van een Duitse bankinstelling,

een garantieverklaring van de gastheer,

telegrafisch betalingsmandaat,

nederlegging van een borgsom bij de voor het verblijf bevoegde vreemdelingendienst.

GRIEKENLAND

In het Ministeriële Besluit nr. 3011/2/1f d.d. 11 januari 1992 is de hoogte bepaald van de middelen van bestaan waarover vreemdelingen die het Griekse grondgebied wensen binnen te komen — met uitzondering van onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschappen — dienen te beschikken.

Krachtens dit ministeriële besluit is voor binnenkomst op het Griekse grondgebied van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen een bedrag vastgesteld van 20 EUR per dag (per persoon) in vreemde valuta, en een minimumbedrag van 100 EUR.

Voor minderjarige familieleden van een vreemdeling wordt het bedrag per dag met 50 % verminderd.

Ten aanzien van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen die Griekse onderdanen verplichten tot het wisselen van deviezen aan de grenzen, wordt om redenen van wederkerigheid dezelfde maatregel toegepast.

SPANJE

Vreemdelingen dienen aannemelijk te maken dat zij ten minste over de volgende bestaansmiddelen beschikken:

a)

voor hun onderhoud gedurende hun verblijf in Spanje het bedrag van 30 EUR of een wettelijk gelijkwaardige som in vreemde valuta, per dag dat zij voornemens zijn in Spanje te verblijven en per gezinslid dat of andere persoon die hen vergezelt. Het bedrag dient in elk geval ten minste 300 EUR per persoon te bedragen, ongeacht de geplande duur van het verblijf;

b)

voor terugkeer naar het land van herkomst of voor doorreis naar derde landen (een) op naam gesteld(e), onoverdraagba(a)r(e) en gesloten reisbiljet(ten) voor het vervoermiddel dat zij voornemens zijn te gebruiken.

De beschikbaarheid van voldoende middelen kan aannemelijk worden gemaakt door deze te tonen, voorzover de vreemdeling deze bij zich draagt, of door gewaarmerkte cheques, reischeques, kredietkaarten, kredietbrieven of een door de bank afgegeven garantieverklaring betreffende deze betaalmiddelen over te leggen. Indien geen dezer betaalmiddelen kan worden overgelegd, kan op andere, door de Spaanse grensbewakingsautoriteiten bevredigend geachte wijze de beschikbaarheid van voldoende middelen aannemelijk worden gemaakt.

FRANKRIJK

Het richtbedrag inzake voldoende middelen van bestaan voor de duur van het door een vreemdeling voorgenomen verblijf of voor zijn doorreis door Frankrijk naar een derde staat, stemt in Frankrijk overeen met het bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon SMIC (Salaire minimum interprofessionnel de croissance), hetwelk dagelijks op basis van het op 1 januari van het lopende jaar vastgestelde percentage wordt berekend.

Dit bedrag wordt op basis van de ontwikkeling van de kosten voor levensonderhoud in Frankrijk periodiek herzien, en wel:

automatisch, zodra het prijsindexcijfer een stijging van meer dan 2 % vertoont;

bij besluit van de regering, na advies van de Commission Nationale de négociation collective (Nationale Commissie voor collectieve onderhandeling), om een stijging toe te kennen welke hoger ligt dan de prijsontwikkeling.

Per 1 juli 2002 bedraagt het dagelijkse bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon SMIC 47,80 EUR.

Personen die in het bezit van een uitnodiging zijn, dienen voor verblijf in Frankrijk over bestaansmiddelen te beschikken die minimaal met de helft van het minimumloon, zijnde 23,90 EUR per dag, overeenkomen.

ITALIË

Artikel 4, lid 3, van de geconsolideerde tekst van de bepalingen inzake immigratie en de status van vreemdelingen (wetsbesluit nr. 286 van 25 juli 1998) bepaalt dat „Italië, overeenkomstig de verplichtingen die aangegaan zijn door toetreding tot specifieke internationale overeenkomsten, een vreemdeling op zijn grondgebied zal toelaten wanneer deze de passende documenten kan overleggen die het doel van en de voorwaarden voor zijn verblijf aantonen en waaruit blijkt dat hij voor de duur van het verblijf over voldoende middelen van bestaan beschikt, alsmede, wanneer het geen verblijfsvergunning met het oog op tewerkstelling betreft, voor de terugreis naar het land van herkomst. De middelen van bestaan zijn omschreven in de desbetreffende richtlijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken. (…) Een vreemdeling die niet aan die eisen voldoet of beschouwd wordt als een bedreiging voor de openbare orde of de veiligheid van de staat of een van de landen waarmee Italië overeenkomsten gesloten heeft voor het opheffen van de controles aan de binnengrenzen en het vrije verkeer van personen, met inachtneming van de beperkingen en uitzonderingen waarin die overeenkomsten voorzien, kan niet in Italië toegelaten worden.”.

De hierboven genoemde richtlijn, die op 1 maart 2000 van kracht geworden is onder de titel „Vaststelling van de middelen van bestaan voor de binnenkomst en het verblijf van vreemdelingen op het grondgebied van de staat” schrijft het volgende voor:

de middelen van bestaan kunnen worden aangetoond door het overleggen van contant geld, bankgaranties, verzekeringspolissen, gelijkwaardige kredietgaranties, bewijzen van voorafbetaalde diensten of bewijzen van inkomsten op het nationale grondgebied;

de in deze richtlijn vastgestelde bedragen worden jaarlijks herzien aan de hand van de parameters voor de gemiddelde jaarlijkse schommelingen die door het ISTAT (Italiaans bureau voor de statistiek) worden berekend op basis van de index van de consumptieprijzen voor levensmiddelen, drank, vervoer en huisvesting;

de vreemdeling moet aantonen dat hij op het nationale grondgebied over passende huisvesting beschikt en genoeg geld heeft voor de terugreis, hetgeen ook aangetoond kan worden door het overleggen van een retourbiljet;

de minimale middelen van bestaan per persoon voor de afgifte van het visum en toelating tot het nationale grondgebied voor toeristische doeleinden zijn vermeld in tabel A.

Tabel A

Tabel voor de vaststelling van de middelen van bestaan die vereist zijn voor binnenkomst op het nationale grondgebied voor toeristische doeleinden

(in EUR)

Verblijfsduur

Aantal deelnemers aan de reis

Eén deelnemer

Twee of meer deelnemers

Eén tot vijf dagen:

vast totaalbedrag

269,60

212,81

Zes tot tien dagen:

dagelijks bedrag per persoon

44,93

26,33

Elf tot 20 dagen:

vast bedrag

51,64

25,82

+

dagelijks bedrag per persoon

36,67

22,21

Meer dan 20 dagen:

vast bedrag

206,58

118,79

+

dagelijks bedrag per persoon

27,89

17,04

LUXEMBURG

In de Luxemburgse wetgeving is niet voorzien in richtbedragen voor de controles aan de grens. De controleambtenaar beslist per geval of een vreemdeling die zich aan de grens aanbiedt, over toereikende middelen van bestaan beschikt. Hiertoe houdt hij in het bijzonder rekening met het doel van het verblijf en de aard van het logies.

NEDERLAND

Het bedrag dat door de grensbewakingsambtenaren als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de controle ten aanzien van het vereiste om te beschikken over voldoende middelen van bestaan, bedraagt thans 34 EUR per persoon per dag.

De aan voormeld uitgangspunt verbonden soepele toepassing blijft gehandhaafd, aangezien het antwoord op de vraag of de middelen waarover de vreemdeling kan beschikken toereikend zijn, afhankelijk is en blijft van onder meer de duur van het voorgenomen verblijf, het reisdoel en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

OOSTENRIJK

Overeenkomstig de Vreemdelingenwet, artikel 52, tweede alinea, punt 4, dienen vreemdelingen bij een grenscontrole te worden teruggewezen, indien zij geen woonplaats op het Oostenrijkse grondgebied hebben en niet over de middelen ter bestrijding van de kosten voor levensonderhoud en voor hun terugreis beschikken.

Richtbedragen bestaan evenwel niet. Naar gelang van het doel, de aard en de duur van het verblijf wordt per geval een beslissing genomen, waarbij naast baar geld naar gelang van de concrete omstandigheden ook reischeques, kredietkaarten, verklaringen van bankinstellingen of garantstellingen van in Oostenrijk levende personen met voldoende kredietwaardigheid als bewijs kunnen worden aanvaard.

PORTUGAL

Met het oog op binnenkomst en verblijf op het Portugese grondgebied dienen vreemdelingen over betaalmiddelen ter waarde van onderstaande bedragen te beschikken:

75 EUR voor elke binnenkomst;

40 EUR voor elke verblijfsdag.

Deze bedragen kunnen worden kwijtgescholden, indien de vreemdeling aantoont gedurende zijn verblijf over kost en inwoning te kunnen beschikken.

FINLAND

Bij de controle van de middelen van bestaan gaan de grensbewakingsambtenaren thans uit van een bedrag van 40 EUR per persoon per verblijfsdag.

ZWEDEN

De Zweedse wet voorziet momenteel niet in een referentiebedrag met betrekking tot grensoverschrijding. De controlerende functionaris besluit per geval of de vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt.

IJSLAND

De IJslandse wet bepaalt dat vreemdelingen het bewijs dienen te leveren dat zij over voldoende financiële middelen beschikken om in IJsland in hun behoeften te voorzien en om terug te reizen. In de praktijk is het referentiebedrag 4 000 ISK per persoon. Indien de verblijfskosten van de betrokkene door een derde ten laste worden genomen, wordt dit bedrag gehalveerd. Het totaalbedrag is minimaal 20 000 ISK voor elke binnenkomst.

NOORWEGEN

Overeenkomstig artikel 27, onder d), van de Noorse immigratiewet kan iedere vreemdeling die niet kan bewijzen dat hij over voldoende middelen voor zijn verblijf op het Noorse grondgebied en voor zijn terugkeer beschikt, noch dat hij over dergelijke middelen zal kunnen beschikken, aan de grens de toegang worden geweigerd.

De vereiste bedragen worden per geval vastgelegd; besluiten worden eveneens per geval genomen. Er wordt rekening gehouden met de duur van het voorgenomen verblijf, met het feit dat de vreemdeling logies heeft bij familie of vrienden, met het feit dat de vreemdeling over een vervoerbewijs voor zijn terugkeer beschikt, alsmede met het feit dat iemand zich garant heeft gesteld voor zijn verblijf (ter informatie: een bedrag van 500 NOK per verblijfsdag wordt voldoende geacht voor bezoekers die niet bij familieleden of vrienden verblijven).

BIJLAGE 11

Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst

BELGIË bladzijde 213
DENEMARKEN bladzijde 214
DUITSLAND bladzijde 215
GRIEKENLAND bladzijde 217
SPANJE bladzijde 218
FRANKRIJK bladzijde 220
ITALIË bladzijde 222
LUXEMBURG bladzijde 223
NEDERLAND bladzijde 224
OOSTENRIJK bladzijde 225
PORTUGAL bladzijde 226
FINLAND bladzijde 227
ZWEDEN bladzijde 227
IJSLAND bladzijde 227
NOORWEGEN bladzijde 228.

Deze bijlage komt overeen met bijlage 4 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

BELGIË

Identiteitskaart voor vreemdelingen

Carte d'identité d'étranger

Personalausweis für Ausländer

Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

Certificat d'inscription au régistre des étrangers

Bescheinigung der Eintragung im Ausländerregister

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitels

Diplomatieke identiteitskaart

Carte d'identité diplomatique

Diplomatischer Personalausweis

Consulaire identiteitskaart

Carte d'identité consulaire

Konsularer Personalausweis

Bijzondere identiteitskaart — blauw

Carte d'identité spéciale — couleur bleue

Besonderer Personalausweis — blau

Bijzondere identiteitskaart — rood

Carte d'identité spéciale — couleur rouge

Besonderer Personalausweis — rot

Identiteitsbewijs voor kinderen, die de leeftijd van vijf jaar nog niet hebben bereikt, van een bevoorrechte vreemdeling dewelke houder is van een diplomatieke identiteitskaart, consulaire identiteitskaart, bijzondere identiteitskaart — blauw of bijzondere identiteitskaart — rood

Certificat d'identité pour les enfants âgés de moins de cinq ans des étrangers privilégiés titulaires d'une carte d'identité diplomatique, d'une carte d'identité consulaire, d'une carte d'identité spéciale — couleur bleue ou d'une carte d'identité spéciale — couleur rouge

Identitätsnachweis für Kinder unter fünf Jahren von privilegierten Ausländern, die Inhaber eines diplomatischen Personalausweises, eines konsularen Personalausweises, eines besonderen Personalausweises -rot- oder eines besonderen Personalausweises -blau- sind

Door een Belgisch gemeentebestuur aan een kind beneden de twaalf jaar afgegeven identiteitsbewijs met foto

Certificat d'identité avec photographie délivré par une administration communale belge à un enfant de moins de douze ans

Von einer belgischen Gemeindeverwaltung einem Kind unter dem 12. Lebensjahr ausgestellter Personalausweis mit Lichtbild

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

DENEMARKEN

Verblijfskaarten

EF/EØS - opholdskort (EU/EER-verblijfskaart) (opschrift op de kaart)

Kort A. Tidsbegrænset EF/EØS-opholdsbevis (anvendes til EF/EØS-statsborgere)

(Kaart A. Tijdelijke EU/EER-verblijfstitel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte)

Kort B. Tidsubegrænset EF/EØS-opholdsbevis (anvendes til EF/EØS-statsborgere)

(Kaart B. EU/EER-verblijfstitel van onbeperkte duur voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte)

Kort Karte K. Tidsbegrænset opholdstilladelse til tredjelandsstatsborgere, der meddeles opholdstilladelse efter EF/EØS-reglerne)

(Kaart K. Tijdelijke verblijfstitel voor onderdanen van derde landen aan wie op grond van de EU/EER-regels een verblijfsvergunning wordt verleend)

Kort L. Tidsubegrænset opholdstilladelse til tredjelandsstatsborgere, der meddeles opholdstilladelse efter EF/EØS-reglerne)

(Kaart L. Verblijfstitel van onbeperkte duur voor onderdanen van derde landen aan wie op grond van de EU/EER-regels een verblijfsvergunning wordt verleend).

Verblijfsvergunning (en opschrift op de kaart)

Kort C. Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

(Kaart C. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken)

Kort D. Tidsubegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

(Kaart D. Verblijfsvergunning van onbeperkte duur voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken)

Kort E. Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der ikke har ret til arbejde

(Kaart E. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen zonder recht op arbeid)

Kort F. Tidsbegrænset opholdstilladelse til flygtninge — er fritaget for arbejdstilladelse

(Kaart F. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vluchtelingen - hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

Kort G. Tidsbegrænset opholdstilladelse til EF/EØS — statsborgere, som har andet opholdsgrundlag end efter EF-reglerne — er fritaget for arbejdstilladelse

(Kaart G. Tijdelijke verblijfsvergunning voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie/Europese Economische Ruimte die over een andere dan uit de EU-regels voortvloeiende verblijfsbasis beschikken - hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

Kort H. Tidsubegrænset opholdstilladelse til EF/EØS — statsborgere, som har andet opholdsgrundlag end efter EF-reglerne — er fritaget for arbejdstilladelse

(Kaart H. Verblijfsvergunning van onbeperkte duur voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie/Europese Economische Ruimte die over een andere dan uit de EU-regels voortvloeiende verblijfsbasis beschikken - hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

Kort J. Tidsbegrænset opholds- og arbejdstilladelse til udlændinge

(Kaart J. Tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning voor vreemdelingen).

Sinds 14 september 1998 geeft Denemarken nieuwe verblijfskaarten in cardformaat af.

Er zijn nog geldige verblijfskaarten van het type B, D en H in omloop, die een ander formaat hebben. Deze kaarten zijn gemaakt van geplastificeerd papier, zijn ongeveer 9 cm × 13 cm groot en hebben een rasterdruk met het nationale wapen van Denemarken. De basiskleur van de kaart van het type B is beige, die van de kaart van het type D lichtroze en die van de kaart van het type H lichtpaars.

In het paspoort aan te brengen zelfklevers met een van de volgende opschriften

Sticker B. — Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der ikke har ret til arbejde

(Zelfklever B. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen zonder recht op arbeid)

Sticker C. — Tidsbegrænset opholds- og arbejdstilladelse

(Zelfklever C. Tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning)

Sticker D. — Medfølgende slægtninge (opholdstilladelse til børn, der er optaget i forældres pas)

(Zelfklever D. Meereizende gezinsleden (verblijfsvergunning voor kinderen die in het paspoort van hun ouders zijn bijgeschreven)

Sticker H. — Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

(Zelfklever H. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken).

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven zelfklevers

Sticker E — Diplomatisk visering

(Zelfklever E. - diplomatiek visum) - afgegeven aan diplomaten en hun gezinsleden die vermeld staan op de diplomatieke lijsten, alsmede aan personeelsleden van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten zolang betrokkene op de diplomatieke lijsten in Kopenhagen vermeld staat.

Sticker F — Opholdstilladelse

(Zelfklever F - verblijfsvergunning) - afgegeven aan gedetacheerd technisch of administratief personeel en hun gezinsleden, alsmede aan huispersoneel van diplomaten die door het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land van herkomst zijn gedetacheerd en die over een dienstpaspoort beschikken. Wordt ook afgegeven aan personeel van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten voor de duur van de missie.

Sticker S (i kombination med sticker E eller F)

(Zelfklever S (vergezeld van een zelfklever van het type E of F)).

Verblijfsvergunning voor meereizende naaste familieleden, indien zij in het paspoort zijn bijgeschreven.

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitskaarten voor buitenlandse diplomaten, technisch of administratief personeel, huispersoneel, enz. geven niet het recht, het grondgebied zonder visum binnen te komen, omdat die identiteitskaarten niet het bewijs van een verblijfsvergunning voor Denemarken leveren.

Andere documenten

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

Terugkeervergunning in de vorm van een visumsticker met landencode DK.

DUITSLAND

Aufenthaltserlaubnis für die Bundesrepublik Deutschland (Verblijfstitel voor de Bondsrepubliek Duitsland)

Aufenthaltserlaubnis für Angehörige eines Mitgliedstaates der EG (Verblijfstitel voor de onderdanen van de EG)

Aufenthaltsberechtigung für die Bundesrepublik Deutschland (Verblijfsvergunning voor de Bondsrepubliek Duitsland)

Aufenthaltsbewilligung für die Bundesrepublik Deutschland (Machtiging tot verblijf voor de Bondsrepubliek Duitsland)

Aufenthaltsbefugnis für die Bundesrepublik Deutschland (Machtiging tot verblijf voor de Bondrepubliek Duitsland).

Bovenstaande verblijfstitels geven als vervanging van het visum alleen recht op visumvrije binnenkomst indien zij in een paspoort zijn aangebracht, dan wel als visumverklaring bij een paspoort zijn gevoegd; zij geven geen recht op visumvrije binnenkomst indien zij als nationaal identiteitsdocument in een paspoortvervangend document zijn aangebracht.

De verblijfstitels „Aussetzung der Abschiebung (Duldung)” (opgeschorte uitzettingsmaatregel), alsmede „Aufenthaltsgestattung für Asylbewerber” (voorlopige verblijfstitel voor asielzoekers) geven evenmin recht op visumvrije binnenkomst.

De door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven verblijfstitels zijn:

Diplomatenausweis (Diplomatiek paspoort) (rode kleur)

Ausweis für bevorrechtigte Personen (Paspoort voor bevoorrechte personen) (blauwe kleur)

Ausweis (Paspoort) (gele kleur)

Ausweis (Paspoort) (donkerrode kleur)

Personalausweis (Paspoort voor personeel) (groene kleur).

De door de deelstaten afgegeven bijzondere verblijfstitels zijn:

Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps (Paspoort voor leden van het consulaire corps) (witte kleur)

Ausweis (Paspoort) (grijze kleur)

Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps (Paspoort voor leden van het consulaire corps) (wit met groene strepen)

Ausweis (Paspoort) (gele kleur)

Ausweis (Paspoort) (groene kleur).

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven nieuwe verblijfstitels in cardformaat (Personalausweis-formaat):

Diplomatenausweis en Diplomatenausweis artikel 38, Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (Diplomatiek paspoort)

Deze documenten komen overeen met de tot dusverre gebruikte rode diplomatieke paspoorten en zijn op de achterzijde voorzien van de letter D.

Protokollausweis für Verwaltungspersonal (Protocollair paspoort voor administratief personeel)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het administratief en technisch ambassadepersoneel en is op de achterzijde voorzien van de letters VB.

Protokollausweis für dienstliches Hauspersonal (Protocollair paspoort voor huispersoneel van de dienst)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het huispersoneel van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters DP.

Protokollausweis für Ortskräfte (Protocollair paspoort voor plaatselijke personeelsleden)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte gele paspoort voor plaatselijk aangeworven medewerkers van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters OK.

Protokollausweis für privates Hauspersonal (Protocollair paspoort voor privé-huispersoneel)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte groene paspoort voor privé-huispersoneel van uitgezonden leden van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters PP.

Sonderausweis für Mitarbeiter internationaler Organisationen (Speciaal paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties)

Dit document komt overeen met het tot dusver gebruikte donkerrode paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties en is op de achterzijde voorzien van de letters IO.

De aan elk document verbonden voorrechten zijn vermeld op de achterzijde.

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

GRIEKENLAND

Άδεια παραμονής αλλοδαπού για εργασία

(Werkvergunning voor vreemdelingen)

Άδεια παραμονής μελών οικογενείας αλλοδαπού

(In het kader van gezinshereniging afgegeven verblijfstitel)

Άδεια παραμονής αλλοδαπού για σπουδές

(Verblijfstitel voor studiedoeleinden)

Άδεια παραμονής αλλοδαπού

(Verblijfsvergunning voor vreemdelingen) (wit) (Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen die met Griekse onderdanen gehuwd zijn. De verblijfsvergunning heeft een geldigheidsduur van een jaar en wordt telkens verlengd zolang het huwelijk bestaat.)

Άδεια παραμονής αλλοδαπού

(Verblijfstitel voor vreemdelingen) (beige-geel)

(Dit document wordt afgegeven aan alle vreemdelingen die legaal in Griekenland verblijven. Het is één tot vijf jaar geldig.)

Άδεια παραμονής αλλοδαπού

(Verblijfstitel voor vreemdelingen) (wit)

(Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen die overeenkomstig het Verdrag van Genève van 1951 als verdragsvluchteling zijn erkend.)

Δελτίο ταυτότητας αλλοδαπού

(Identiteitskaart voor vreemdelingen) (groen)

(Dit document wordt uitsluitend afgegeven aan vreemdelingen van Griekse afkomst. Het kan twee of vijf jaar geldig zijn.)

Ειδικό δελτίο ταυτότητας ομογενούς

(Speciale identiteitskaart voor vreemdelingen van Griekse afkomst) (beige)

(Dit document wordt afgegeven aan Albanese onderdanen van Griekse oorsprong. Het is drie jaar geldig. Hetzelfde document wordt afgegeven aan hun echtgenoten en nakomelingen van Griekse oorsprong, ongeacht hun nationaliteit, mits de familiebanden door officiële documenten worden gestaafd.)

Ειδικό δελτίο ταυτότητας ομογενούς

(Speciale identiteitskaart voor vreemdelingen van Griekse afkomst) (roze)

(Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen van Griekse oorsprong uit de voormalige USSR. Het heeft een onbepaalde geldigheidsduur.)

Δελτίο ταυτότητας διπλωματικού υπαλλήλου

(Identiteitskaart voor diplomaten) (wit)

Δελτίο ταυτότητας προξενικού υπαλλήλου

(Identiteitskaart voor consulaire functionarissen) (wit)

Δελτίο ταυτότητας υπαλλήλου διεθνούς οργανισμού

(Identiteitskaart voor functionarissen van internationale instellingen) (wit)

Δελτίο ταυτότητας διοικητικού υπαλλήλου διπλωματικής αρχής

(Identiteitskaart voor administratieve ambtenaren van diplomatieke instanties) (blauw)

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

Aantekening De documenten van de eerste vier categorieën blijven geldig tot hun vervaldag. Er worden sinds 2 juni 2001 geen documenten van die categorieën meer afgegeven.

SPANJE

Houders van een geldige terugkeerautorisatie (autorización de regreso) kunnen zonder visum binnenkomen.

De geldige verblijfstitels op grond waarvan een vreemdeling, die uit hoofde van zijn nationaliteit aan de visumplicht zou zijn onderworpen, zonder visum het Spaanse grondgebied kan binnenkomen, zijn de volgende:

Permiso de Residencia Inicial

(Voorlopige verblijfsvergunning)

Permiso de Residencia Ordinario

(Gewone verblijfsvergunning)

Permiso de Residencia Especial

(Bijzondere verblijfsvergunning)

Tarjeta de Estudiante

(Studentenkaart)

Permiso de Residencia tipo A

(Verblijfsvergunning type A)

Permiso de Residencia tipo b

(Verblijfsvergunning type b)

Permiso de Trabajo y de Residencia tipo B

(Werk- en verblijfsvergunning type B)

Permiso de Trabajo y de Residencia tipo C

(Werk- en verblijfsvergunning type C)

Permiso de Trabajo y de Residencia tipo d

(Werk- en verblijfsvergunning type d)

Permiso de Trabajo y de Residencia tipo D

(Werk- en verblijfsvergunning type D)

Permiso de Trabajo y de Residencia tipo E

(Werk- en verblijfsvergunning type E)

Permiso de Trabajo fronterizo tipo F

(Werkvergunning voor grensarbeiders type F)

Permiso de Trabajo y Residencia tipo P

(Werk- en verblijfsvergunning type P)

Permiso de Trabajo y Residencia tipo Ex

(Werk- en verblijfsvergunning type Ex)

Tarjeta de Reconocimiento de la excepción a la necesidad de obtener Permiso de Trabajo y Permiso de Residencia (art. 16 Ley 7/85)

(Bewijs of vergunning houdende ontheffing van de verplichting tot het verkrijgen van een werkvergunning of een verblijfsvergunning — art. 16 Wet 7/85)

Permiso de Residencia para Refugiados

(Verblijfsvergunning voor vluchtelingen)

Lista de Personas que participan en un viaje escolar dentro de la Unión Europea

(Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie)

Tarjeta de Familiar Residente Comunitario

(Document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

Tarjeta temporal de Familiar de Residente Comunitario

(Tijdelijk document van een gezinslid van een EG-ingezetene).

Houders van onderstaande door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven legitimatiebewijzen kunnen zonder visum het land binnenkomen:

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Cuerpo Diplomático. Embajador. Documento de Identidad” (Corps diplomatique. Ambassadeur. Identiteitsdocument), afgegeven aan de geaccrediteerde ambassadeurs

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Cuerpo Diplomático. Documento de Identidad” (Corps diplomatique. Identiteitsdocument), afgegeven aan het geaccrediteerde personeel in een diplomatieke post met diplomatiek statuut. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, gele kleur) met de vermelding „Misiones Diplomáticas. Personal Administrativo y Técnico. Documento de Identidad” (Diplomatieke posten. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan de administratieve functionarissen van een geaccrediteerde diplomatieke post. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Tarjeta Diplomática de Identidad” (Diplomatieke identiteitskaart), afgegeven aan het personeel met diplomatiek statuut van het Bureau van de Arabische Liga en aan het geaccrediteerde personeel van het Bureau (Oficina de la Delegación General) van Palestina. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Organismos Internacionales. Estatuto Diplomático. Documento de Identidad” (Internationale organisaties. Diplomatiek statuut. Identiteitsdocument), afgegeven aan het personeel met diplomatiek statuut van het Bureau van de Arabische Liga. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, blauwe kleur) met de vermelding „Organismos Internacionales. Personal Administrativo y Técnico. Documento de Identidad” (Internationale organisaties. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan bij internationale organisaties geaccrediteerde administratieve functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding „Functionario Consular de Carrera. Documento de Identidad” (Consulaire beroepsfunctionaris. Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde consulaire beroepsfunctionarissen. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding „Empleado Consular. Expedida a favor de... Documento de Identidad” (Consulaire bediende. Afgegeven aan …. Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde administratieve consulaire functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

Tarjeta especial (Bijzondere kaart, grijze kleur) met de vermelding „Personal de Servicio. Misiones Diplomáticas, Oficinas Consulares y Organismos Internacionales. Expedida a favor de... Documento de Identidad” (Dienstpersoneel. Diplomatieke en consulaire posten en internationale organisaties. Afgegeven aan …. Identiteitsdocument). Wordt afgegeven aan het huispersoneel van de consulaire en diplomatieke posten en de internationale organisaties (dienstpersoneel) en aan het personeel met diplomatieke of consulaire beroepsstatus (eigen huisknechten). Aan de kaart die aan de echtgeno(o)t(e) en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

FRANKRIJK

1.

Meerderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

Carte de séjour temporaire comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé

(Tijdelijke verblijfsvergunning met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende, vermelding)

Carte de résident

(Verblijfsvergunning)

Certificat de résidence d'Algérien comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé (un an, dix ans)

(Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende, vermelding) (één jaar, tien jaar)

Certificat de résidence d'Algérien portant la mention „membre d'un organisme officiel” (deux ans)

(Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met de vermelding „lid van een officiële instantie”) (twee jaar)

Carte de séjour des Communautés européennes (un an, cinq ans, dix ans)

(Verblijfskaart van de Europese Gemeenschappen) (één jaar, vijf jaar, tien jaar)

Carte de séjour de l'Espace économique européen

(Verblijfskaart van de Europese Economische Ruimte)

Cartes officielles valant de titre de séjour, délivrés par le ministère des Affaires étrangères (Officiële kaarten die gelden als verblijfsvergunning en door het ministerie van Buitenlandse Zaken worden afgegeven)

Bijzondere verblijfsdocumenten

Titre de séjour spécial portant la mention CMD/A délivrée aux chefs de mission diplomatique (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „CMD/A”, die wordt afgegeven aan hoofden van diplomatieke missies)

Titre de séjour spécial portant la mention CMD/M délivrée aux chefs de mission d'organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „CMD/M”, die wordt afgegeven aan missiehoofden van internationale organisaties)

Titre de séjour spécial portant la mention CMD/D délivrée aux chefs d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CMD/D”, die wordt afgegeven aan hoofden van permanente delegaties bij een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention CD/A délivrée aux agents du corps diplomatique (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/A”, die wordt afgegeven aan ambtenaren van het corps diplomatique)

Titre de séjour spécial portant la mention CD/M délivrée aux hauts fonctionnaires d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/M”, die wordt afgegeven aan hoge ambtenaren van internationale organisaties)

Titre de séjour spécial portant la mention CD/D délivrée aux assimilés diplomatiques membres d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/D”, die wordt afgegeven aan personen die gelijkgesteld zijn met diplomaten en lid zijn van een permanente afvaardiging bij een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention CC/C délivrée aux fonctionnaires consulaires (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CC/C”, die wordt afgegeven aan functionarissen van consulaten)

Titre de séjour spécial portant la mention AT/A délivrée au personnel administratif ou technique d'une ambassade (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/A”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een ambassade)

Titre de séjour spécial portant la mention AT/C délivrée au personnel administratif ou technique d'un consulat (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/C”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een consulaat)

Titre de séjour spécial portant la mention AT/M délivrée au personnel administratif ou technique d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/M”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention AT/D délivrée au personnel administratif ou technique d'une délégation auprès d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/D”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een delegatie bij een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention SE/A délivrée au personnel de service d'une ambassade (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/A”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een ambassade)

Titre de séjour spécial portant la mention SE/C délivrée au personnel de service d'un consulat (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/C”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een consulaat)

Titre de séjour spécial portant la mention SE/M délivrée au personnel de service d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/M”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention SE/D délivrée au personnel de service d'une délégation auprès d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/D”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een delegatie bij een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention PP/A délivrée au personnel privé d'un diplomate (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „PP/A”, die wordt afgegeven aan het privé-personeeel van een diplomaat)

Titre de séjour spécial portant la mention PP/C délivrée au personnel privé d'un fonctionnaire consulaire (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „PP/C”, die wordt afgegegeven aan het privé-personeel van een functionaris van een consulaat)

Titre de séjour spécial portant la mention PP/M délivrée au personnel privé d'un membre d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „PP/M”, die wordt afgegeven aan het privé-personeel van een lid van een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention PP/D délivrée au personnel privé d'un membre d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „PP/D”, die wordt afgegeven aan het privé-personeel van een lid van een permanente delegatie bij een internationale organisatie)

Titre de séjour spécial portant la mention EM/A délivrée aux enseignants ou militaires à statut spécial attachés auprès d'une ambassade (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „EM/A”, die wordt afgegeven aan onderwijsgevenden of militairen met een bijzondere status, die verbonden zijn aan een ambassade)

Titre de séjour spécial portant la mention EM/C délivrée aux enseignants ou militaires à statut spécial attachés auprès d'un consulat (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „EM/C”, die wordt afgegeven aan onderwijsgevenden of militairen met een bijzondere status, die verbonden zijn aan een consulaat)

Titre de séjour spécial portant la mention EF/M délivrée aux fonctionnaires internationaux domiciliés à l'étranger (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „EF/M”, die wordt afgegeven aan in het buitenland woonachtige internationale functionarissen)

Documenten van Monaco

Carte de séjour de résident temporaire de Monaco

(Verblijfsvergunning voor tijdelijke inwoners van Monaco)

Carte de séjour de résident ordinaire de Monaco

(Verblijfsvergunning voor gewone inwoners van Monaco)

Carte de séjour de résident privilégié de Monaco

(Verblijfsvergunning voor bevoorrechte inwoners van Monaco)

Carte de séjour de conjoint de ressortissant monégasque

(Verblijfsvergunning voor echtgenotes(n) van onderdanen van Monaco).

2.

Minderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

Document de circulation pour étrangers mineurs

(Reisdocument voor minderjarige vreemdelingen)

Visa de retour (sans condition de nationalité et sans présentation du titre de séjour, auquel ne sont pas soumis les enfants mineurs)

(Terugkeervisum) (zonder nationaliteitsvoorwaarde of verplichting tot het overleggen van de verblijfstitel, welke voor minderjarige kinderen niet verplicht is)

Passeport diplomatique/de service/ordinaire des enfants mineurs des titulaires d'une carte spéciale du ministère des Affaires étrangères revêtu d'un visa de circulation

(Diplomatiek dienst-/gewoon paspoort van minderjarige kinderen van personen die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere kaart welke van een circulatievisum is voorzien).

3.

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

Aantekening 1

Gewezen zij op het feit dat ontvangstbewijzen van een eerste aanvraag van een verblijfstitel geen recht geven op een inreis zonder visum. Ontvangstbewijzen van verzoeken tot hernieuwing of wijziging van de verblijfstitel worden als geldig beschouwd, voorzover deze bij de oorspronkelijke verblijfstitel zijn gevoegd.

Aantekening 2

De „attestations de fonctions” (beroepsgetuigschriften), die worden afgegeven door het protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden niet als verblijfstitel aangemerkt. De houders van deze documenten dienen tevens over één of meer verblijfstitels op grond van het Gemeenschapsrecht te beschikken.

ITALIË

Carta di soggiorno (validità illimitata)

(Verblijfskaart) (onbepaalde duur)

Permesso di soggiorno con esclusione delle sottoelencate tipologie:

(Verblijfsvergunning met uitzondering van de volgende documenten:)

1.

Permesso di soggiorno provvisorio per richiesta asilo politico ai sensi della Convenzione di Dublino

(Voorlopige verblijfsvergunning in geval van een aanvraag tot politiek asiel in de zin van de Overeenkomst van Dublin)

2.

Permesso di soggiorno per cure mediche

(Verblijfsvergunning ten behoeve van een medische behandeling)

3.

Permesso di soggiorno per motivi di giustizia

(Verblijfsvergunning om justitiële redenen)

Carta d'identità MAE:

(Identiteitskaart ministerie van Buitenlandse Zaken)

Mod. 1 (blu) — Corpo diplomatico accreditato e consorti titolari di passaporto diplomatico

(Model 1 (blauwe kleur) — Geaccrediteerde leden van het corps diplomatique en hun echtgeno(o)t(e) die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

Mod. 2 (verde) — Corpo consolare titolare di passaporto diplomatico

(Model 2 (groene kleur) — Leden van het consulaire corps die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

Mod. 3 (arancione) — Funzionari II FAO titolari di passaporto diplomatico, di servizio o ordinario

(Model 3 (oranje kleur) — FAO-functionarissen van categorie II, die houder zijn van een diplomatiek, dienst- of gewoon paspoort)

Mod. 4 (arancione) — Impiegati tecnico-ammistrativi presso Rappresentanze diplomatiche titolari di passaporto di servizio

(Model 4 (oranje kleur) — Technisch en administratief personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen die houder zijn van een dienstpaspoort)

Mod. 5 (arancione) — Impiegati consolari titolari di passaporto di servizio

(Model 5 (oranje kleur) — Consulair personeel dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 7 (grigio) — Personnale di servizio presso Rappresentanze diplomatiche titolare di passaporto di servizio

(Model 7 (grijze kleur) — Dienstpersoneel van diplomatieke vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 8 (grigio) — Personale di servizio presso Rappresentanze Consolari titolare di passaporto di servizio

(Model 8 (grijze kleur) — Dienstpersoneel van consulaire vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 11 (beige) — Funzionari delle Organizzazioni internazionali, Consoli Onorari, impiegati locali, personale di servizio assunto all'estero e venuto al seguito, familiari Corpo Diplomatico e Organizzazioni Internazionali titolari di passaporto ordinario

(Model 11 (beige kleur) — Functionarissen van internationale organisaties, honoraire consuls, plaatselijke werknemers, in het buitenland aangeworven dienstpersoneel dat zijn werkgever is gevolgd, gezinsleden van leden van het que corps diplomatiek en van internationale organisaties die houder zijn van een gewoon paspoort).

Noot: De modellen 6 (oranje kleur) en 9 (groene kleur) voor, respectievelijk, personeel van internationale organisaties dat geen enkele vorm van onschendbaarheid geniet, en buitenlandse honoraire consuls worden niet langer afgegeven en zijn vervangen door model 11. Deze documenten blijven echter geldig totdat de op die documenten vermelde geldigheidsduur is verstreken.

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

LUXEMBURG

Carte d'identité d'étranger

(Identiteitskaart voor vreemdelingen)

Autorisation de séjour provisoire apposée dans le passeport national

(In het nationale paspoort aangebrachte machtiging tot voorlopig verblijf)

Carte diplomatique délivrée par le ministère des Affaires étrangères

(Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven diplomatieke kaart)

Titre de légitimation délivré par le ministère des Affaires étrangères au personnel administratif et technique des ambassades

(Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het administratief en technisch personeel van de ambassades)

Titre de légitimation délivré par le ministère de la Justice au personnel des institutions et organisations internationales établies au Luxembourg

(Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Justitie aan het personeel van in Luxemburg gevestigde internationale instellingen en organisaties)

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

NEDERLAND

Het formulier genaamd:

Vergunning tot vestiging (model „A”)

Toelating als vluchteling (model „B”)

Verblijf voor onbepaalde duur (model „C”)

Vergunning tot verblijf (model „D”)

Voorwaardelijke vergunning tot verblijf (model „D” met aantekening „voorwaardelijk”)

Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der EEG (model „E”)

Vergunning tot verblijf (in de vorm van een stempel in het paspoort)

Vreemdelingendocument met daarop de lettercode: „A”, „B”, „C”, „D”, „E”, „F1”, „F2” of „F3”

Legitimatiebewijs voor leden van diplomatieke of consulaire posten

Legitimatiebewijs voor ambtenaren met een bijzondere status

Legitimatiebewijs voor ambtenaren van internationale organisaties

Identiteitskaart voor leden van internationale organisaties waarvan de zetel in Nederland is gevestigd

Visum voor terugkeer

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

Toelichting op de eerste twee streepjes

De uitgifte van de in de eerste twee streepjes genoemde verblijfsdocumenten is vanaf 1 maart 1994 (model „D” en de stempel in het paspoort: vanaf 1 juni 1994) gestaakt. De reeds in omloop zijnde documenten behouden hun geldigheid tot uiterlijk 1 januari 1997.

Toelichting op het derde streepje

Sinds 1 maart 1994 wordt het „vreemdelingendocument” uitgereikt. Dit document, in de vorm van een creditcard, zal gefaseerd de in de eerste twee streepjes genoemde verblijfsvergunningen vervangen. De lettercode per verblijfscategorie blijft gehandhaafd.

Het „vreemdelingendocument” met de lettercode E wordt uitgereikt zowel aan EG-onderdanen als aan onderdanen van staten die partij zijn bij het Verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte.

De „voorwaardelijke vergunning tot verblijf” heeft de lettercode F1, F2 of F3.

Toelichting op het zevende streepje

Het betreft volgende lijst van in Nederland gevestigde internationale organisaties, welker personeelsleden (incl. inwonende gezinsleden) zich bedienen van niet door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitsdocumenten:

1.

Europees Centrum voor Ruimteonderzoek en Techniek (European Space Research and Technology Centre — ESA)

2.

Europees Octrooibureau (l'Office européen des brevets)

3.

International Tea Promotion Association (ITPA)

4.

Internationale Dienst voor Nationaal Landbouwkundig Onderzoek (International Service for national agricultural research — ISNAR)

5.

Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (Technical Centre for agricultural and rural co-operation — CTA)

6.

Instituut voor Nieuwe Technologieën (United Nations University for New Technologies — UNU-INTECH)

7.

African Management Services Company (AMSCO BV).

OOSTENRIJK

Aufenthaltstitel in Form der Vignette entsprechend der Gemeinsamen Maßnahme der Europäischen Union vom 16. Dezember 1996 zur einheitlichen Gestaltung der Aufenthaltstitel

(Verblijfstitel in de vorm van de zelfklever bedoeld in Gemeenschappelijk Optreden 97/11/JBZ van 16 december 1996, door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake een uniform model voor verblijfstitels)

(Vanaf 1 januari 1998 worden verblijfstitels uitsluitend in deze vorm afgegeven of verlengd; als „soort titel” wordt thans vermeld: „Niederlassungsbewilligung” (vestigingsvergunning), „Aufenthaltserlaubnis” (verblijfsvergunning), „Befr. Aufenthaltsrecht” (verblijfsvergunning voor beperkte duur))

Vóór 1 januari 1998 afgegeven verblijfstitels in het kader van de - ook „onbeperkt” vermelde - geldigheidsduur:

„Wiedereinreise-Sichtvermerk” (terugkeervisum) of „Einreise-Sichtvermerk” (inreisvisum) is tot 31 december 1997 door de binnenlandse autoriteiten en ook door vertegenwoordigende autoriteiten in de vorm van een stempel afgegeven.

„Gewöhnlicher Sichtvermerk” (gewoon visum) is van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997 in de vorm van een sticker afgegeven en wordt sedert 1 september 1996 volgens Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad afgegeven.

„Aufenthaltsbewilligung” (verblijfsvergunning) is van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997 in de vorm van een speciale sticker afgegeven.

Konventionsreisepaß, ausgestellt ab 1. Januar 1993 (Verdragspaspoort, afgegeven met ingang van 1 januari 1993)

Legitimationskarten für Träger von Privilegien und Immunitäten in den Farben rot, gelb und blau, ausgestellt vom Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten (Legitimatiekaarten voor dragers van privileges en immuniteiten, in de kleuren rood, geel en blauw, afgegeven door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken)

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

Gelden niet als verblijfstitel en geven bijgevolg geen recht op binnenkomst zonder visum in Oostenrijk:

Lichtbildausweis für Fremde gemäß § 85 Fremdengesetz 1997 (Identiteitsbewijs met foto voor vreemdelingen op grond van § 85 van de Vreemdelingenwet van 1997)

Durchsetzungsaufschub und Abschiebungsaufschub nach Aufenthaltsverbot oder Ausweisung (Tenuitvoerleggingsopschorting en uitzettingsopschorting na verblijfsverbod of uitwijzing)

Bewilligung zur Wiedereinreise trotz bestehenden Aufenthaltsverbots, in Form eines Visums erteilt, jedoch als eine solche Bewilligung gekennzeichnet (Machtiging tot terugkeer in spijt van een bestaand verblijfsverbod, afgegeven in de vorm van een visum, doch als een dergelijke machtiging aangeduid)

Vorläufige Aufenthaltsberechtigung gemäß § 19 Asylgesetz 1997, bzw. § 7 AsylG 1991 (Voorlopige machtiging tot verblijf op grond van § 19 van de Asielwet van 1997, resp. § 7 van de Asielwet van 1991)

Befristete Aufenthaltsberechtigung gemäß § 15 Asylgesetz 1997, bzw. § 8 AsylG 1991, als Duldung des Aufenthalts trotz abgelehntem Asylantrag (Machtiging tot verblijf voor bepaalde duur op grond van § 15 van de Asielwet van 1997, resp. § 8 van de Asielwet van 1991, als dulding van het verblijf in spijt van een afgewezen asielverzoek).

PORTUGAL

Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Consular, Chefe de Missão

(Consulair corps, hoofd van de zending)

Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Consular, Funcionário de Missão

(Consulair corps, functionaris van de zending)

Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Pessoal Auxiliar de Missão Estrangeira

(Hulppersoneel van de buitenlandse zending)

Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Funcionário Administrativo de Missão Estrangeira

(Administratief functionaris van de buitenlandse zending)

Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Diplomático, Chefe de Missão

(Corps diplomatique, hoofd van de zending)

Cartão de Identidade, (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Diplomático, Funcionário de Missão

(Corps diplomatique, functionaris van de zending)

Título de Residência (um ano)

(Vergunning tot verblijf van één jaar)

Título de Residência Anual (um ano)

(Vergunning tot verblijf van één jaar)

Título de Residência Temporário (cinco anos)

(Voorlopige vergunning tot verblijf van vijf jaar)

Título de Residência Vitalício

(Permanente vergunning tot verblijf)

Cartão de Residência de Nacional de um Estado membro da Comunidade Europeia

(Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der Europese Gemeenschap)

Cartão de Residência Temporário

(Voorlopige verblijfskaart)

Cartão de Residência

(Verblijfskaart)

Autorização de Residência Provisório

(Toelating tot voorlopig verblijf)

Título de Identidade de Refugiado

(Identiteitsdocument voor vluchteling).

FINLAND

Pysyvä oleskelulupa

(Permanente verblijfsvergunning), in de vorm van een zelfklever

Oleskelulupa tai oleskelulupa ja työlupa

(Tijdelijke verblijfsvergunning of tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning), in de vorm van een zelfklever waarop duidelijk de geldigheidsduur en een van de volgende codes vermeld staan:

A.1, A.2, A.3, A.4, A.5

E.A.1, E.A.2, E.A.4, E.A.5 of

B.1, B.2, B.3, B.4

E.B.1, E.B.2, E.B.3, E.B.4 of

D.1 en D.2

Oleskelulupa uppehållstillstånd.

(Verblijfsvergunning), in de vorm van een kaart die wordt afgegeven aan onderdanen van EU- of EER-lidstaten en hun gezinsleden

Henkilökortti A, B, C et D

(Identiteitskaart), afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan diplomatiek, administratief en technisch personeel en hun gezinsleden

Oleskelulupa diplomaattileimaus tai oleskelulupa virkaleimaus

(Verblijfsvergunning), in de vorm van een zelfklever afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken, met daarop de vermelding „diplomatiek” (diplomaattileimaus) of „dienst” (virkaleimaus)

Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

ZWEDEN

Permanente verblijfsvergunning in de vorm van een in het paspoort aangebrachte zelfklever met de vermelding „Sverige bevis om permanent uppehållstillstånd” (Zweden — bewijs van permanent verblijf)

Tijdelijke verblijfsvergunning in de vorm van een in het paspoort aangebrachte zelfklever met de vermelding „Sverige uppehållstillstånd” (Zweden — tijdelijke verblijfsvergunning)

Zweden geeft geen kaarten/documenten voor diplomaten af, maar brengt in hun paspoort een stempel aan (zie doc. 6693/01 VISA 25 COMIX 178).

IJSLAND

Tímabundið atvinnu- og dvalarleyfi

(Voorlopige vergunning)

Dvalarleyfi með rétti til atvinnuÞátttöku

(Verblijfsvergunning die het recht geeft om arbeid te verrichten)

Óbundið dvalarleyfi

(Permanente verblijfskaart)

Leyfi til vistráðningar

(Arbeidsvergunning als au pair)

Atvinnu- og dvalarleyfi námsmanns

(Arbeidsvergunning voor studenten)

Óbundið atvinnu- og dvalarleyfi

(Permanente vergunning)

Takmarkað dvalarleyfi fyrir varnarliðsmann, sbr. lög nr. 110/1951 og lög nr. 82/2000

(Tijdelijke verblijfsvergunning voor militair en burgerpersoneel van de strijdkrachten van de Verenigde Staten en de te hunnen laste zijnde personen, zoals bepaald bij wet nr. 110/1951 en wet nr. 82/2000)

Takmarkað dvalarleyfi

(Tijdelijke verblijfsvergunning)

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfsvergunningen:

Diplómatískt Persónuskilríki

(Diplomatieke identiteitskaart)

Persónuskilríki

(Identiteitskaart).

NOORWEGEN

Oppholdstillatelse

(Verblijfsvergunning)

Arbeidstillatelse

(Arbeidsvergunning)

Bosettingstillatelse

(Vestigingsvergunning/Permanente arbeids- en verblijfsvergunning).

Vóór 25 maart 2000 afgegeven verblijfsvergunningen zijn herkenbaar aan de stempels (geen zelfklevers) in de reisdocumenten van de houder. In het geval van vreemdelingen die aan de visumplicht zijn onderworpen, wordt niet alleen een stempel aangebracht, maar ook een Noorse visumsticker voor de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning. In de verblijfsvergunningen die worden afgegeven na de vankrachtwording van de Schengensamenwerking (25 maart 2001) zal een zelfklever worden aangebracht. Indien het reisdocument van een vreemdeling een oud stempel bevat, blijft dat geldig tot de datum waarop de Noorse autoriteiten de stempels dienen te vervangen door de nieuwe in verblijfsvergunningen aan te brengen zelfklever.

Bovengenoemde vergunningen worden niet beschouwd als reisdocumenten. Indien de vreemdeling een reisdocument nodig heeft, kan één van de onderstaande documenten worden gebruikt, naast de arbeids-, verblijfs- of vestigingsvergunning:

een reisdocument voor vluchtelingen („Reisebevis”) (blauwe kleur);

een immigrantenpaspoort („Utlendingspass”) (groene kleur).

Houders van één van die reisdocumenten hebben de garantie dat zij het Noorse grondgebied opnieuw kunnen betreden tijdens de geldigheidsduur van het document.

EER-kaart

afgegeven aan onderdanen van de EER-staten alsmede aan hun gezinsleden die onderdaan zijn van een derde land. Deze kaarten zijn altijd geplastificeerd

Identitetskort for diplomater

(Identiteitskaart voor diplomaten — rode kleur)

Identitetskort for hjelpepersonale ved diplomatisk stasjon

(Identiteitskaart voor huispersoneel — bruine kleur)

Identitetskort for administrativt og teknisk personale ved diplomatisk stasjon

(Identiteitskaart voor administratief en technisch personeel — blauwe kleur)

Identitetskort for utsendte konsuler

(Identiteitskaart voor consuls — groene kleur)

Residence/Visa sticker

(verblijfsvisum — in de vorm van een sticker)

afgegeven aan houders van diplomatieke, dienst- en officiële paspoorten die aan de visumplicht zijn onderworpen, alsmede aan personeel van buitenlandse posten die houder zijn van een nationaal paspoort.

BIJLAGE 12

Modellen van inlegvellen

INDEX

BELGIË bladzijde 231
DENEMARKEN bladzijde 233
DUITSLAND bladzijde 233
GRIEKENLAND bladzijde 234
SPANJE bladzijde 234
FRANKRIJK bladzijde 235
ITALIË bladzijde 236
LUXEMBURG bladzijde 237
NEDERLAND bladzijde 239
OOSTENRIJK bladzijde 242
PORTUGAL bladzijde 242
FINLAND bladzijde 243
ZWEDEN bladzijde 243
IJSLAND bladzijde 243
NOORWEGEN bladzijde 243

BELGIË

Image

Image

DENEMARKEN

Denemarken maakt geen gebruik van losse bladen om visumstickers aan te brengen. Indien er in een reisdocument niet voldoende plaats is om een visumsticker aan te brengen, wordt de houder van dat document verzocht een nieuw paspoort aan te vragen.

DUITSLAND

Image

GRIEKENLAND

1.

VEILIGHEIDSDIENST LUCHTHAVEN

Bureau Paspoorten

Nr.

TRANSIT/GEWOON

Geldig voor … dagen

Aanbrenging van een zegel ter waarde

van … drachmen voor binnenkomst

op het grondgebied zonder een door een consulaire post afgegeven visum

Directie Staatsveiligheid …

DIENSTDOENDE AMBTENAAR

2.

VEILIGHEIDSDIENST LUCHTHAVEN

Bureau Paspoorten

Nr.

TRANSIT/GEWOON

Geldig voor … dagen

Aanbrenging van een verblijfszegel ter waarde

van … drachmen voor binnenkomst

zonder een door een consulaire post afgegeven visum

Directie Staatsveiligheid …

DIENSTDOENDE AMBTENAAR

SPANJE

Indien in het reisdocument van de vreemdeling onvoldoende ruimte voorhanden is, kan als inlegvel worden gebruikt: hetzij een vrijgeleide zoals thans in Frankrijk gebruikelijk is, hetzij een blanco bladzijde van het door de visumverlenende staat afgegeven communautaire paspoort, wegens de eenvormigheidskenmerken daarvan.

FRANKRIJK

Image

ITALIË

Image

LUXEMBURG

Image

Image

NEDERLAND

Image

Image

Image

OOSTENRIJK

Deze documenten bestaan niet in Oostenrijk.

PORTUGAL

Image

FINLAND

Deze documenten bestaan niet in Finland.

ZWEDEN

Zweden maakt geen gebruik van losse bladen om visumstickers aan te brengen.

IJSLAND

Deze documenten worden niet gebruikt in IJsland.

NOORWEGEN

Deze documenten worden niet gebruikt in Noorwegen.

BIJLAGE 13

Modellen van door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaarten

INDEX

BELGIË bladzijde 245
DENEMARKEN bladzijde 258
DUITSLAND bladzijde 262
GRIEKENLAND bladzijde 274
SPANJE bladzijde 276
FRANKRIJK bladzijde 296
ITALIË bladzijde 306
LUXEMBURG bladzijde 309
NEDERLAND bladzijde 312
OOSTENRIJK bladzijde 314
PORTUGAL bladzijde 316
FINLAND bladzijde 320
ZWEDEN bladzijde 324
IJSLAND bladzijde 325
NOORWEGEN bladzijde 327

BELGIË

Model I — Kleur: geel

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Model II — Kleur: groen

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Model III — Kleur: blauw

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Model IV — Kleur: rood

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

DENEMARKEN

Zelfklever

Zelfklever E (roze-witte zelfklever) - Diplomatisk visering/Diplomatic Residence Permit (diplomatiek visum) - afgegeven aan diplomaten en hun gezinsleden die vermeld staan op de diplomatieke lijsten, alsmede aan personeelsleden van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten zolang betrokkene op de diplomatieke lijsten in Kopenhagen vermeld staat.

Image

Zelfklever F (roze-witte zelfklever) - Opholdstilladelse/Residence permit (verblijfsvergunning) - afgegeven aan gedetacheerd technisch of administratief personeel en hun gezinsleden, alsmede aan huispersoneel van diplomaten die door het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land van herkomst zijn gedetacheerd en die over een dienstpaspoort beschikken. Wordt ook afgegeven aan personeel van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten voor de duur van de missie.

Image

Zelfklever S (roze-witte zelfklever) (vergezeld van een zelfklever van het type E of F) Verblijfsvergunning voor meereizende naaste familieleden, indien zij in het paspoort zijn bijgeschreven.

Image

Identiteitskaarten

Rode kaarten

Nr. R

=

nummer identiteitskaart

Nr. D

=

identiteitsnummer voor diplomaten

Nr. I

=

identiteitsnummer voor zeer hoge ambtenaren van internationale organisaties

Image Image

Image Image

Groene kaarten

Nr. G

=

nummer identiteitskaart

Nr. T

=

identiteitsnummer voor bij een ambassade gedetacheerd technisch en/of administratief personeel

Nr. I

=

identiteitsnummer voor voor bij internationale organisaties gedetacheerd technisch en/of administratief personeel

Image Image

Image Image

Witte kaarten:

Nr. H

=

nummer identiteitskaart

Nr. L

=

identiteitsnummer voor ter plaatse aangeworven ambassadepersoneel

Nr. I

=

identiteitsnummer voor ter plaatse aangeworden personeel van internationale organisaties

Nr. S

=

identiteitsnummer voor dienstpersoneel (chauffeurs, huispersoneel, enz.).

Image Image

Image Image

Image Image

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitskaarten voor buitenlandse diplomaten, technisch of administratief personeel, huispersoneel, enz. geven niet het recht, het grondgebied zonder visum binnen te komen, omdat die identiteitskaarten niet het bewijs van een verblijfsvergunning voor Denemarken leveren.

DUITSLAND

Kaarten voor leden van diplomatieke en consulaire posten, alsmede van internationale organisaties

1.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken — dienst Protocol — verleent de leden van diplomatieke diensten op aanvraag onderstaande kaarten:

a)

Rode kaart voor diplomaten

Voor diplomatieke ambtenaren alsmede voor de inwonende gezinsleden.

Image

b)

Blauwe kaart

Voor leden van het administratieve en technische personeel, het dienstpersoneel en de inwonende gezinsleden.

Image

c)

Groene identiteitskaart

Voor particuliere bedienden van leden van diplomatieke zendingen, voorzover dezen niet duurzaam in de Bondsrepubliek Duitsland verblijf houden.

Image

d)

Gele kaart

Voor leden van diplomatieke zendingen die duurzaam in Duitsland verblijf houden, alsmede voor de inwonende gezinsleden, voorzover zij geen Duitsers zijn zoals bedoeld in de grondwet. Gele kaarten worden ook afgegeven aan personen die zonder door hun regering gedetacheerd te zijn, met een geldig visum Duitsland zijn binnengereisd teneinde bij een diplomatieke zending bepaalde werkzaamheden te verrichten.

Image

2.

Voorts verstrekt het ministerie van Buitenlandse Zaken — dienst Protocol — op aanvraag de volgende documenten:

a)

Roze kaart

Voor niet bevoorrechte leden van de commerciële vertegenwoordiging van de Russische Federatie en de commerciële afdelingen van de ambassade van de Tsjechische en de Slowaakse Republiek, alsmede voor de inwonende gezinsleden.

Image

b)

Donkerrode bijzondere kaart

Voor buitenlandse bedienden van de vertegenwoordigingen van internationale en supranationale organisaties alsmede van internationale instellingen, die duurzaam in Duitsland werkzaam zijn, alsook voor de inwonende gezinsleden met buitenlandse nationaliteit.

Image

3.

De bevoegde autoriteiten van de deelstaten verstrekken op aanvraag onderstaande kaarten:

a)

Witte kaart

Voor leden van het consulaire corps, voor consulaire ambtenaren alsmede voor de inwonende gezinsleden.

Image

b)

Grijze kaart

Voor overige bedienden en de inwonende gezinsleden.

Image

c)

Witte kaart met groene schuine streep

Voor consulaire ereambtenaren.

Image

d)

Gele kaart

Voor leden van consulaire vertegenwoordigingen die duurzaam in de Bondsrepubliek Duitsland verblijf houden (plaatselijk personeel), alsmede voor de inwonende gezinsleden, voorzover dezen geen Duitsers zijn zoals bedoeld in de grondwet.

Image

e)

Groene kaart

Voor leden van het particuliere dienstpersoneel van gedetacheerde consulaire ambtenaren, voorzover dezen niet duurzaam in de Bondsrepubliek Duitsland verblijf houden.

Image

Aangezien bovengenoemde personen niet duurzaam in Duitsland verblijf houden, behoeven zij voor binnenkomst een geldige verblijfsvergunning in de vorm van een visum op grond waarvan zij uitsluitend bij een gedetacheerde consulaire ambtenaar werkzaamheden mogen verrichten. De verblijfsvergunning wordt alleen voor het uitoefenen van bedoelde werkzaamheden en voor de duur van één jaar afgegeven. Zij kan meermaals, doch niet langer dan het officiële verblijf van de werkgever, worden verlengd. Daarna dient de particuliere bediende het land te verlaten. Vervanging van de werkgever zonder dat vanuit het buitenland opnieuw een aanvraag wordt ingediend, is niet mogelijk.

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven nieuwe verblijfstitels in cardformaat (Personalausweis-formaat):

Diplomatenausweis en Diplomatenausweis artikel 38, Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer

(Diplomatiek paspoort)

Deze documenten komen overeen met de tot dusverre gebruikte rode diplomatieke paspoorten en zijn op de achterzijde voorzien van de letter D.

Protokollausweis für Verwaltungspersonal

(Protocollair paspoort voor administratief personeel)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het administratief en technisch ambassadepersoneel en is op de achterzijde voorzien van de letters VB.

Protokollausweis für dienstliches Hauspersonal

(Protocollair paspoort voor huispersoneel van de dienst)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het huispersoneel van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters DP.

Protokollausweis für Ortskräfte

(Protocollair paspoort voor plaatselijke personeelsleden)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte gele paspoort voor plaatselijk aangeworven medewerkers van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters OK.

Protokollausweis für privates Hauspersonal

(Protocollair paspoort voor privé-huispersoneel)

Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte groene paspoort voor privé-huispersoneel van uitgezonden leden van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters PP.

Sonderausweis für Mitarbeiter internationaler Organisationen

(Speciaal paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties)

Dit document komt overeen met het tot dusver gebruikte donkerrode paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties en is op de achterzijde voorzien van de letters IO.

De aan elk document verbonden voorrechten zijn vermeld op de achterzijde.

GRIEKENLAND

Administratief personeel

Image

Consulair personeel

Image

Diplomatiek personeel

Image

Personeelslid internationale organisatie

Image

Dienstpersoneel

Image

SPANJE

Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven accreditatiedocumenten aan bij ambassades en consulaten in Spanje geaccrediteerde personen

Document nr. 1 (rood)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Cuerpo diplomatico”

(Corps diplomatique)

 

„Embajador”

(Ambassadeur)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan alle bij het Koninkrijk Spanje geaccrediteerde ambassadeurs.

Image

Documenten nrs. 2 en 3 (rood)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Cuerpo diplomatico”

(Corps diplomatique)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan bij diplomatieke posten geaccrediteerd personeel met een diplomatieke status.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 4 en 5 (geel)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Misiones diplomaticas”

(Diplomatieke posten)

 

„Personal administrativo y tecnico”

(Administratief en technisch personeel)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan administratief personeel van een geaccrediteerde diplomatieke post, met uitzondering van Spaanse onderdanen en Spaanse ingezetenen.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 6 en 7 (rood)

Speciaal document met het opschrift:

„Tarjeta de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan bij de Vertegenwoordiging van de Algemene Palestijnse Delegatie met bepaalde voorrechten geaccrediteerd personeel.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 8 en 9 (rood)

Speciaal document met het opschrift:

„Tarjeta Diplomatico de identidad”

(Identiteitsdocument diplomaat)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan personeel met een diplomatieke status van de Vertegenwoordiging van de Arabische Liga.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 10 en 11 (rood)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Organismos internacionales”

(Internationale organisaties)

 

„Estatuto diplomatico”

(Diplomatiek statuut)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het bij internationale organisaties geaccrediteerd personeel met diplomatiek statuut.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 12 en 13 (blauw)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Organismos internacionales”

(Internationale instellingen)

 

„Personal administrativo y tecnico”

(Administratief en technisch personeel)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan bij internationale organisaties geaccrediteerd administratief personeel.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 14 en 15 (groen)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Funcionario consular de carrera”

(Ambtenaar van consulaire beroepspost)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan in Spanje geaccrediteerde ambtenaren van een consulaire beroepspost.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar, staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 16 en 17 (groen)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Empleado consular”

(Consulaire ambtenaar)

 

„Expedido a favor de …”

(Afgegeven aan …)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan in Spanje geaccrediteerde administratieve medewerkers van consulaten.

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Documenten nrs. 18 en 19 (grijs)

Speciaal document met het opschrift:

 

„Personal de servicio”

(Dienstpersoneel)

 

„Misiones diplomaticas, oficinas consulares y organismos internacionales”

(Diplomatieke posten, consulaire vertegenwoordigingen en internationale organisaties)

 

„Expedido a favor de …”

(afgegeven aan …)

 

„Documento de identidad”

(Identiteitsdocument)

afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het huispersoneel van diplomatieke posten, consulaire vertegenwoordigingen en internationale organisaties (dienstpersoneel), alsmede aan personeel met diplomatiek statuut of consulair beroepsstatuut (persoonlijk huispersoneel)

Image

Op het document van de echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 23 jaar staat een („F”) vermeld.

Image

Algemene kenmerken

1.

Documenten nrs. 1 tot en met 15:

 

Harde pap (mengstof) met drie uitklapbare zijden voor het aanbrengen van eventuele verlengingen.

 

Op de voorzijde staat bovenaan het wapen van Spanje afgebeeld; in het midden- en benedengedeelte zijn de verschillende gegevens in goudkleur vermeld.

 

De afmetingen van het wapen zijn 25 bij 25 mm, behalve bij de documenten nrs. 4, 5, 12 en 13, waarvoor deze afmetingen 17 bij 17 mm bedragen.

 

De afgifte geschiedt op manuele wijze en de gegevens worden met de hand aangebracht. De foto van de houder wordt op het document gekleefd en is in een hoek voorzien van het stempel van het directoraat-generaal Protocol.

 

De geldigheid bedraagt twee tot drie jaren (in gedrukte karakters op het document aangebracht) en kan jaarlijks worden verlengd tot maximaal driemaal vanaf de eerste afloopdatum.

 

Dit document heeft geen bijzondere veiligheidsvoorzieningen.

 

Afmetingen van de documenten:

 

Documenten nrs. 1 tot en met 5 en 7 tot en met 15: 115 × 77 mm.

 

Deze documenten kunnen ook worden afgegeven aan kinderen jonger dan twaalf jaar die houder zijn van een individueel paspoort.

2.

Documenten nrs. 16 tot en met 19

 

Dun karton, met vier zijden, in het midden gevouwen.

 

Op de voorzijde staat het wapen van Spanje (afmetingen 17 × 17 mm) afgebeeld en daaronder worden de overige gegevens vermeld; de naam van de houder wordt op een stippellijn vermeld. Alle gegevens worden in zwarte inkt vermeld.

 

De afgifte geschiedt manueel; de gegevens worden met de hand of met een schrijfmachine aangebracht. De foto van de houder wordt op het document gekleefd en is voorzien van het stempel van het directoraat-generaal Protocol.

 

De geldigheid bedraagt twee jaar (in gedrukte karakters op het document aangebracht) en het document kan maximaal twee keer met een jaar worden verlengd.

 

Opgemerkt zij dat de documenten nrs. 18 en 19 zowel aan persoonlijk huispersoneel als aan dienstpersoneel worden afgegeven; dit is op het linkerbinnengedeelte van de documenten opgenomen.

 

Afmetingen van de documenten:

Documenten nrs. 16 tot en met 19: 115 × 75 mm.

FRANKRIJK

Wit

Image

Image

Oranje

Image

Image

Wit

Image

Image

Blauw

Image

Image

Groen

Image

Image

Groen

Image

Image

Beige

Image

Image

Grijs

Image

Image

Grijs

Image

Image

Blauwgrijs

Image

Image

ITALIË

Identiteitskaart nr. 1

Identiteitskaart — Corps diplomatique

Identiteitskaart afgegeven door de dienst Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan leden van het corps diplomatique.

Bedoelde kaart, voorzien van een foto van de houder en geldig tot de op de achterzijde van de kaart aangegeven datum, is een identificatiedocument met alle rechtsgevolgen en ontheft van de verplichting een verblijfsverklaring af te leggen.

Image

Identiteitskaart nr. 2

Identiteitskaart — Internationale organisaties en bijzondere buitenlandse zendingen

Identiteitskaart afgegeven door de dienst Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan leden van internationale organisaties en bijzondere buitenlandse zendingen.

Bedoelde kaart, voorzien van een foto van de houder en geldig voor de duur van de zending, doch niet langer dan vijf jaar, is een identificatiedocument met alle rechtsgevolgen en ontheft van de verplichting een verblijfsverklaring af te leggen.

Image

Identiteitskaart nr. 3

Identiteitskaart — Diplomatieke vertegenwoordigingen

Identiteitskaart afgegeven door de dienst Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan leden van diplomatieke vertegenwoordigingen.

Bedoelde kaart, voorzien van een foto van de houder en geldig voor de duur van de zending, doch niet langer dan twee jaar, is een identificatiedocument met alle rechtsgevolgen en ontheft van de verplichting een verblijfsverklaring af te leggen.

Image

Identiteitskaart nr. 4

Identiteitskaart — Consulair corps

Identiteitskaart afgegeven door de dienst Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan leden van het consulaire corps.

Bedoelde kaart, voorzien van een foto van de houder en geldig voor de duur van de zending, doch niet langer dan vijf jaar, is een identificatiedocument met alle rechtsgevolgen en ontheft van de verplichting een verblijfsverklaring af te leggen.

Image

Identiteitskaart nr. 5

Identiteitskaart — Consulaire diensten (bedienden)

Identiteitskaart afgegeven door de dienst Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan bedienden van de buitenlandse consulaire diensten.

Bedoelde kaart, voorzien van een foto van de houder en geldig tot de op de achterzijde van de kaart aangegeven datum, is een identificatiedocument met alle rechtsgevolgen en ontheft van de verplichting een verblijfsverklaring af te leggen.

Image

Carta d'identità M.A.E.

(Identiteitskaart ministerie van Buitenlandse Zaken)

Mod. 1 (blu) — Corpo diplomatico accreditato e consorti titolari di passaporto diplomatico

(Model 1 (blauwe kleur) — Geaccrediteerde leden van het corps diplomatique en hun echtgeno(o)t(e) die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

Mod. 2 (verde) — Corpo consolare titolare di passaporto diplomatico

(Model 2 (groene kleur) — Leden van het consulaire corps die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

Mod. 3 (arancione) — Funzionari II FAO titolari di passaporto diplomatico, di servizio o ordinario

(Model 3 (oranje kleur) — FAO-functionarissen van categorie II, die houder zijn van een diplomatiek, dienst- of gewoon paspoort)

Mod. 4 (arancione) — Impiegati tecnico-amministrativi presso Rappresentanze diplomatiche titolari di passaporto di servizio

(Model 4 (oranje kleur) — Technisch en administratief personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen die houder zijn van een dienstpaspoort)

Mod. 5 (arancione) — Impiegati consolari titolari di passaporto di servizio

(Model 5 (oranje kleur) — Consulair personeel dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 7 (grigio) — Personale di servizio presso Rappresentanze diplomatiche titolare di passaporto di servizio

(Model 7 (grijze kleur) — Dienstpersoneel van diplomatieke vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 8 (grigio) — Personale di servizio presso Rappresentanze consolari titolare di passaporto di servizio

(Model 8 (grijze kleur) — Dienstpersoneel van consulaire vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

Mod. 11 (beige) — Funzionari delle organizzazioni internazionali, consoli onorari, impiegati locali, personale di servizio assunto all'estero e venuto al seguito, familiari corpo diplomatico e organizzazioni internazionali titolari di passaporto ordinario

(Model 11 (beige kleur) — Functionarissen van internationale organisaties, honoraire consuls, plaatselijke werknemers, in het buitenland aangeworven dienstpersoneel dat zijn werkgever is gevolgd, gezinsleden van leden van het corps diplomatique en van internationale organisaties die houder zijn van een gewoon paspoort)

Noot: De modellen 6 (oranje kleur) en 9 (groene kleur) voor, respectievelijk, personeel van internationale organisaties dat geen enkele vorm van onschendbaarheid geniet, en buitenlandse honoraire consuls worden niet langer afgegeven en zijn vervangen door model 11. Deze documenten blijven echter geldig totdat de op die documenten vermelde geldigheidsduur is verstreken.

LUXEMBURG

Geel

Image

Image

Blauw

Image

Image

Blauw

Image

Image

NEDERLAND

Status

Aan elke geprivilegieerde wordt een status toegekend, die aangeeft tot welke categorie geprivilegieerden hij of zij behoort. Deze status wordt op het geprivilegieerdendocument aangegeven door middel van een code.

De volgende codes kunnen voorkomen:

Bij ambassades

STATUS

CODE

Diplomatiek personeel

AD

Technisch en administratief personeel

BD

Bedienend personeel

ED

Particuliere bedienden

PD

Bij consulaten

STATUS

CODE

Consulair personeel

AC

Technisch en administratief personeel

BC

Bedienend personeel

EC

Particuliere bedienden

PC

Bij internationale organisaties in Nederland

STATUS

CODE

Personeel gelijkgesteld aan diplomatiek personeel

AO

Technisch en administratief personeel

BO

Bedienend personeel

EO

Particuliere bedienden

PO.

Andere gevallen

Ingeval identiteitsbewijzen worden verstrekt aan Nederlanders of duurzaam in Nederland verblijvende vreemdelingen worden de bovengenoemde verblijfsstatussen aangevuld met:

code NL voor Nederlanders;

code DV voor duurzaam verblijvenden.

Image

Image

OOSTENRIJK

Modellen van door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaarten

Legitimatiebewijzen voor personen met voorrechten en immuniteiten.

Het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken geeft het als model bijgevoegde legitimatiebewijs in de volgende kleuren af:

rood voor personen aan wie in Oostenrijk een diplomatieke rechtspositie toekomt, alsmede hun gezinsleden;

geel voor consuls en hun gezinsleden;

blauw voor alle andere personen die in Oostenrijk voorrechten en immuniteiten genieten, alsmede hun gezinsleden.

Rood voor personen die in Oostenrijk een diplomatieke status hebben, alsmede hun gezinsleden

Image

Geel voor consuls en hun gezinsleden

Image

Blauw voor alle andere personen die in Oostenrijk voorrechten en immuniteiten genieten, alsmede hun gezinsleden

Image

PORTUGAL

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

FINLAND

A.   Leden van het corps diplomatique en hun gezinsleden (blauw)

Recto

Image

Verso

Image

B.   Leden van het administratieve en technische personeel van missies, en hun gezinsleden (rood)

Recto

Image

Verso

Image

C.   Leden van het dienstpersoneel van missies (chauffeurs, huispersoneel, keukenpersoneel, enz.) (geel)

Recto

Image

Verso

Image

D.   Overige (bruin)

Recto

Image

Verso

Image

ZWEDEN

Blauw en roze

Image

Blauw en bruin

Image

IJSLAND

Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft de volgende identiteitskaarten af aan het diplomatieke en consulaire personeel:

 

Blauwe identiteitskaart (zie model)

Deze identiteitskaart wordt afgegeven aan het administratieve, technische en dienstpersoneel van de buitenlandse ambassades in IJsland, alsmede aan hun gezinsleden (echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 18 jaar).

Het gaat om een geplastificeerde kaart (8,2 × 5,4 cm). Op de voorkant staan een foto van de houder, zijn naam en nationaliteit, en de geldigheidsduur van de kaart. Op de achterkant staat in het IJslands en in het Engels vermeld dat de kaart moet worden teruggegeven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken wanneer de houder het land verlaat.

Recto

Image

Verso

Image

 

Diplomatieke identiteitskaart, gele kleur (zie model)

Deze identiteitskaart wordt afgegeven aan buitenlandse diplomaten en hun gezinsleden (echtgeno(o)t(e) en kinderen tussen twaalf en 18 jaar).

Het gaat om een geplastificeerde kaart (8,2 × 5,4 cm). Op de voorkant staan een foto van de houder, zijn naam en nationaliteit, en de geldigheidsduur van de kaart. Op de achterkant staat in het IJslands vermeld dat de houder de diplomatieke onschendbaarheid geniet en dat zijn bewegingsvrijheid geenszins mag worden belemmerd. Er staat tevens in het IJslands en in het Engels vermeld dat de kaart moet worden teruggegeven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken wanneer de houder het land verlaat.

Recto

Image

Verso

Image

NOORWEGEN

Identiteitskaart voor diplomaten (oranje)

Recto

Image

Verso

Image

Identiteitskaart voor honoraire consuls (roze)

Recto

Image

Verso

Image

Identiteitskaart voor administratief en technisch personeel van diplomatieke vertegenwoordigingen (blauw)

Recto

Image

Verso

Image

Identiteitskaart voor consuls (groen)

Recto

Image

Verso

Image

Identiteitskaart voor personeel van diplomatieke vertegenwoordigingen (bruin)

Recto

Image

Verso

Image

Verblijf/Visumsticker (verblijfsvisum in de vorm van een sticker)

Image

BIJLAGE 14

Aanwijzingen voor de afgifte van eenvormige visa aan de grens

Dit document komt overeen met het besluit van het Uitvoerend Comité d.d. 26 april 1994 (doc. SCH/Com-ex(94) 2)

BIJLAGE BETREFFENDE AFGIFTE VAN EENVORMIGE VISA AAN DE GRENS

1.

In artikel 12, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat het eenvormige visum wordt afgegeven door de diplomatieke en consulaire autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen en, in voorkomend geval, door de bij of krachtens artikel 17 aangewezen autoriteiten. In artikel 17, lid 3, onder c), wordt in het bijzonder bepaald dat het Uitvoerend Comité de nodige beslissingen inzake visumverlening aan de grens neemt.

Voorts wordt in het Gemeenschappelijk Handboek (deel II, hoofdstuk 5) bepaald dat, indien blijkt dat een vreemdeling wegens tijdgebrek en om dringende redenen geen gelegenheid heeft gehad een visum aan te vragen, de bevoegde autoriteiten in exceptionele gevallen een visum voor kort verblijf aan de grens kunnen afgeven. Voor afgifte hiervan wordt in het Gemeenschappelijk Handboek een aantal voorwaarden gesteld:

de vreemdeling dient in het bezit van een geldig grensoverschrijdingsdocument te zijn;

hij dient aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), van de overeenkomst te voldoen;

hij dient onder overlegging van een bewijsstuk het bestaan van een „niet te voorziene en dwingende reden” aan te tonen;

zijn terugkeer naar het land van herkomst of zijn doorreis naar een derde staat dient te zijn gewaarborgd.

2.

Hieruit blijkt duidelijk dat het visum normaliter door de diplomatieke en consulaire posten wordt afgegeven, dat visumafgifte aan de grens derhalve een uitzonderlijk karakter heeft en dat deze afgifte slechts in precieze, naar behoren gemotiveerde gevallen geschiedt.

3.

Aan de grens kunnen, afhankelijk van het geval, met inachtneming van de nationale regelgeving en onder naleving van bovengenoemde voorwaarden de volgende visa worden afgegeven:

eenvormig visum, zonder territoriaal beperkte geldigheid,

visum met territoriaal beperkte geldigheid (VTBG) zoals bedoeld in artikel 10, lid 3, van de Uitvoeringsovereenkomst.

In beide gevallen mag het afgegeven visum niet voor meer dan één binnenkomst geldig zijn. In het geval van een visum voor kort verblijf mag de geldigheidsduur niet meer dan 15 dagen bedragen.

4.

In het geval van vreemdelingen behorende tot de categorieën personen waarvoor raadpleging van de centrale autoriteiten van een of meer andere overeenkomstsluitende partijen is voorgeschreven, mag in beginsel aan de grens geen visum worden afgegeven, aangezien hiervoor een antwoordtermijn van ten minste zeven dagen geldt.

Bij wijze van uitzondering kan aan deze categorieën personen echter toch een visum aan de grens worden afgegeven. De territoriale geldigheid daarvan is evenwel tot de staat van afgifte beperkt. Een dergelijk visum mag alleen worden afgegeven in de gevallen zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst, te weten op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen. De afgifte van een dergelijk visum dient onverwijld aan de centrale autoriteiten van de overige overeenkomstsluitende partijen te worden meegedeeld.

5.

Visumafgifte aan de grens geschiedt door de met de controles aan de grens belaste autoriteiten en volgens de nationale bepalingen. Het visum wordt zichtbaar gemaakt door aanbrenging van hetzij de Schengenvisumsticker hetzij een speciaal stempel.

6.

De aan de grens afgegeven visa dienen op een statistische lijst te worden genoteerd. De overeenkomstsluitende partijen wisselen bedoelde lijsten maandelijks uit via het secretariaat-generaal.

BIJLAGE 14a

Legesrechten (in euro) voor visumafgifte

Deze bijlage komt overeen met bijlage 12 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

Legesrechten (in euro) ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag (1)

A

Transitvisum voor luchthavenpassagiers

10 EUR

B

Transitvisum (een, twee of meerdere binnenkomsten)

10 EUR

C1

Zeer kort verblijf (ten hoogste 30 dagen)

15 tot 25 EUR

C2

Kort verblijf (ten hoogste 90 dagen)

30 EUR + 5 EUR met meerdere binnenkomsten, te rekenen vanaf de tweede binnenkomst

C3

Meervoudige binnenkomsten, geldigheidsduur van één jaar

50 EUR

C4

Meervoudige binnenkomsten, geldigheidsduur tot vijf jaar

50 EUR + 30 EUR per extra jaar

D

Nationale visa voor verblijf van langere duur

Tarief wordt door de Schengenstaten vastgesteld; kan gratis zijn

met territoriaal beperkte geldigheid

Tarief bedraagt ten minste 50 % van het voor het visum A, B of C vastgestelde bedrag

afgegeven aan de grens

Dubbel tarief van de voor het gewenste type visum geldende legesrechten; deze visa kunnen gratis worden afgegeven

collectieve visa, typen A en B (vijf tot 50 personen)

10 EUR + 1 EUR per persoon

collectieve visa, type C1 (30 dagen), één of twee binnenkomsten (vijf tot 50 personen)

30 EUR + 1 EUR per persoon

collectieve visa, type C1 (30 dagen), meer dan twee binnenkomsten (vijf tot 50 personen)

30 EUR + 3 EUR per persoon

Deze rechten worden geïnd ofwel in euro, ofwel in Amerikaanse dollar ofwel in de nationale munt van het derde land waar de aanvraag is ingediend.

Beginselen

I.

Voldoening van de legesrechten geschiedt op gepaste wijze in converteerbare valuta, respectievelijk in de valuta van de staat volgens de geldende officiële wisselkoersen.

II.

De legesrechten kunnen in individuele gevallen worden verlaagd of met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen in het geheel niet worden geheven indien hiermee culturele, met de buitenlandse of ontwikkelingspolitiek verband houdende of andere belangrijke openbare belangen worden gediend.

III.

Collectieve visa worden met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen afgegeven, en wel voor ten hoogste 30 dagen.


(1)  Tekst gewijzigd bij Beschikking 2002/44/EG van de Raad (PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5); zie artikel 3.

BIJLAGE 14b

Lijst van gevallen waarin de visumaanvraag onderworpen is aan voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten overeenkomstig artikel 17, lid 2

VERTROUWELIJK


Top