Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002X1216(02)

    Gemeenschappelijke Instructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten

    PB C 313 van 16.12.2002, p. 1–96 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/05/2003

    16.12.2002   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 313/1


    GEMEENSCHAPPELIJKE INSTRUCTIES AAN DE DIPLOMATIEKE EN CONSULAIRE BEROEPSPOSTEN

    (2002/C 313/01)

    INLEIDENDE NOTA

    De Gemeenschapplijke Visuminstructies werden goedgekeurd door het Uitvoerend Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (onder referentie SCH/Com-ex (99)13 opgenomen in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG van de Raad (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 1) en bekendgemaakt in PB L 239 van 22.9.2000, blz. 317, en zijn sindsdien verscheidene malen gewijzigd op grond van Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 2). De hierbij gepubliceerde tekst van de Gemeenschapplijke Visuminstructies omvat alle tot dusver aangebrachte wijzigingen.

    INHOUDSOPGAVE

    I.

    Algemene bepalingen 6

    1.

    Toepassingsgebied 6

    2.

    Visa: begripsomschrijving en soorten 6

    2.1.

    Eenvormig visum 6

    2.1.1.

    Transitvisum voor luchthavens 6

    2.1.2.

    Doorreisvisum 6

    2.1.3.

    Visum voor kort verblijf of reisvisum; meervoudig visum 6

    2.1.4.

    Collectief visum 7

    2.2.

    Visum voor verblijf van langere duur 7

    2.3.

    Visum met territoriaal beperkte geldigheid 7

    2.4.

    Aan de grens afgegeven visum 7

    II.

    Bevoegde diplomatieke of consulaire post 7

    1.

    Vaststelling van de bevoegde overeenkomstsluitende partij 7

    1.1.

    Overeenkomstsluitende partij die voor de behandeling van de visumaanvraag bevoegd is 7

    1.2.

    Overeenkomstsluitende partij die als vertegenwoordiger van de voor de visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij optreedt 8

    2.

    Raadpleging van de eigen centrale autoriteit(en), de centrale autoriteit(en) van een andere staat of van andere staten overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst 9

    2.1.

    Verplichte voorafgaande raadpleging van de eigen centrale autoriteit 9

    2.2.

    Verplichte voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van een of meer andere overeenkomstsluitende partijen 9

    2.3.

    Raadplegingsprocedure in geval van vertegenwoordiging 9

    3.

    Visumaanvragen door niet-ingezetenen van de staat waar de aanvraag wordt ingediend 9

    4.

    Bevoegdheid tot afgifte van een eenvormig visum 9

    III.

    Ontvangst van de visumaanvraag 10

    1.

    Visumaanvraagformulier; aantal exemplaren per aanvraag 10

    2.

    Bij te voegen stukken 10

    3.

    Waarborgen voor de terugkeer en de middelen van bestaan 10

    4.

    Persoonlijke verschijning van de visumaanvrager 10

    IV.

    Rechtsgrond 10

    V.

    Behandeling en beslissing 11
    Bij de behandeling te hanteren basiscriteria 11

    1.

    Behandeling van de visumaanvraag 11

    1.1.

    Controle van de visumaanvraag 11

    1.2.

    Controle van de identiteit van de visumaanvrager 11

    1.3.

    Controle van het reisdocument 11

    1.4.

    Controle van andere stukken naar gelang van de aanvraag 12
    — Bewijsstukken met betrekking tot het reisdoel … 12
    — Bewijsstukken met betrekking tot de reisroute, vervoermiddelen en terugreis 12
    — Bewijsstukken met betrekking tot de middelen van bestaan 12
    — Bewijsstukken met betrekking tot logies 12
    — Overige, in voorkomend geval vereiste documenten 13

    1.5.

    Toetsing van de goede trouw van de visumaanvrager 13

    2.

    Procedure inzake beslissing over visumaanvragen 13

    2.1.

    Keuze van het soort visum en aantal binnenkomsten 13

    2.2.

    Administratieve verantwoordelijkheid van de post welke de aanvraag behandelt 13

    2.3.

    Bijzondere procedure voor gevallen waarin voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van de andere overeenkomstsluitende partijen is vereist 13
    a) Procedure 14
    b) Doorgeleiding van de aanvraag aan de eigen centrale autoriteit 14
    c) Inhoud van de raadpleging 14
    d) Doorgeleiding van de eigen centrale autoriteit aan de overige autoriteiten 15
    e) Antwoordtermijn, verlenging 15
    f) Beslissing naar gelang van het resultaat der raadpleging 15
    g) Doorgeleiding van specifieke stukken 15

    2.4.

    Weigering van visumaanvraag of visumafgifte 15

    3.

    Visum met territoriaal beperkte geldighei 16

    VI.

    Invulling van de visumsticker 16

    1.

    Zone 8: Gemeenschappelijke gegevens 16

    1.1.

    Rubriek „GELDIG VOOR …” 16

    1.2.

    Rubriek „VAN … TOT …” 17

    1.3.

    Rubriek „AANTAL BINNENKOMSTEN:” 17

    1.4.

    Rubriek „DUUR VAN HET VERBLIJF: … DAGEN” 17

    1.5.

    Rubriek „AFGEGEVEN TE … OP …” 18

    1.6.

    Rubriek „PASPOORTNUMMER:” 18

    1.7.

    Rubriek „TYPE VISUM:” 18

    1.8.

    Rubriek „NAAM EN VOORNAAM:” 18

    2.

    Zone 9: Nationale gegevens (opmerkingen) 18

    3.

    Zone voor de foto 19

    4.

    Zone 5: Machineleesbare zone 19

    5.

    Overige voor de invulling van de visumsticker relevante aspecten 19

    5.1.

    Ondertekening van het visum 19

    5.2.

    Annulering van een reeds ingevulde visumsticker 19

    5.3.

    Aanbrenging van de visumsticker in het paspoort 19

    5.4.

    Paspoorten en reisdocumenten waarin een eenvormig visum kan worden aangebracht 19

    5.5.

    Stempel van de diplomatieke of consulaire post van afgifte 20

    VII.

    Beheer en organisatie 20

    1.

    Organisatie van de dienst „Visa” 20

    2.

    Bestanden en archivering van de aanvragen 20

    3.

    Visumregister … 20

    4.

    Legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag 20

    VIII.

    Consulaire samenwerking ter plekke 21

    1.

    Richtlijnen voor de consulaire samenwerking ter plekke 21

    2.

    Voorkoming van gelijktijdige of na recente weigering opnieuw ingediende visumaanvragen 21

    3.

    Toetsing van de goede trouw van de visumaanvrager 21

    4.

    Uitwisseling van statistieken 21

    5.

    Visumaanvragen verzorgd door administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren 22

    5.1.

    Wijzen van bemiddeling 22

    5.2.

    Harmonisatie van de samenwerking met de administratiebureaus, reisagentschappen, reisorganisatoren en hun wederverkopers 22

    BIJLAGEN BIJ DE GEMEENSCHAPPELIJKE VISUMINSTRUCTIES

    1.

    — Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 24
    — Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001 24

    2.

    Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides 27

    3.

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen 31

    4.

    Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst 35

    5.

    Lijst van gevallen waarin overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst vóór visumafgifte de centrale autoriteiten dienen te worden geraadpleegd 53

    6.

    Lijst van honoraire consuls die bij wijze van uitzondering en als overgangsmaatregel tot visumafgifte bevoegd zijn 53

    7.

    Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen 54

    8.

    Modellen van de visumsticker en informatie betreffende de veiligheidskenmerken 58

    9.

    Gegevens welke de onderscheiden staten eventueel in de zone „Opmerkingen” zullen opnemen 64

    10.

    Voorschriften voor invulling van de machineleesbare zone 64

    11.

    Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht 64

    12.

    Legesrechten (in euro) ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag 65

    13.

    Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker 66

    14.

    Verplichtingen voor het informeren van de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van uniforme visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels 84

    15.

    Modellen van de door de overeenkomstsluitende partijen vervaardigde geharmoniseerde formulieren ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring 87

    16.

    Model van een geharmoniseerd formulier voor de indiening van een aanvraag voor een eenvormig visum 93

    GEMEENSCHAPPELIJKE VISUMINSTRUCTIES

    aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten van de staten die partij zijn bij het Akkoord van Schengen

    Voorwaarden voor de afgifte van een voor het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen van het Akkoord van Schengen geldig eenvormig visum

    I.   ALGEMENE BEPALINGEN

    1.   Toepassingsgebied

    Krachtens de bepalingen van hoofdstuk III, afdelingen 1 en 2, van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend op 19 juni 1990, waartoe vervolgens Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en Oostenrijk zijn toegetreden, zijn onderstaande gemeenschappelijke regelingen van toepassing terzake van de behandeling van de aanvragen voor visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden, met inbegrip van visa voor doorreis, welke voor het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen van het Akkoord van Schengen geldig zijn (1).

    Voor visa voor een verblijf van langer dan drie maanden blijven de nationale regelingen van toepassing; bedoelde visa zijn slechts geldig voor verblijf op het nationale grondgebied. De houder van dergelijke visa mag evenwel over het grondgebied van de overige overeenkomstsluitende partijen reizen teneinde zich te begeven naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft verleend, tenzij hij niet kan voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a), d) en e), bedoelde voorwaarden voor binnenkomst, of gesignaleerd staat op de nationale signaleringslijst van de overeenkomstsluitende partij over het grondgebied waarvan hij wenst te reizen.

    2.   Visa: begripsomschrijving en soorten

    2.1.   Eenvormig visum

    Machtiging of beslissing welke zichtbaar wordt gemaakt door aanbrenging door een overeenkomstsluitende partij van een sticker in een paspoort, reisdocument of enig ander geldig grensoverschrijdingsdocument. Vreemdelingen die aan dit vereiste zijn onderworpen, mogen zich bij een buitengrensdoorlaatpost van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij of van een andere overeenkomstsluitende partij melden en aldaar, naar gelang van het soort visum, om doorreis of verblijf verzoeken, voorzover zij aan de overige voorwaarden voor doorreis of binnenkomst voldoen. Aan het bezit van een visum kan als zodanig geen onherroepelijk recht op binnenkomst worden ontleend.

    2.1.1.   Transitvisum voor luchthavens

    Visum waarmee vreemdelingen die aan dit bijzondere vereiste zijn onderworpen, zich tijdens tussenlandingen bij een vluchtdeel of internationale vlucht in de internationale transitzone van een luchthaven mogen ophouden, zonder toegang tot het nationale grondgebied van de betrokken overeenkomstsluitende partij te verkrijgen. Deze visumplicht vormt een uitzondering op de algemene faciliteit zich zonder visum in genoemde internationale transitzone te mogen ophouden.

    Dit soort visum is verplicht voor onderdanen van de staten welke in bijlage 3 zijn vermeld, alsmede voor andere ingezetenen van deze staten, die in het bezit zijn van een door de autoriteiten van de desbetreffende staat afgegeven reisdocument.

    Uitzonderingen op de transitvisumplicht voor luchthavens worden in deel III van bijlage 3 geregeld.

    2.1.2.   Doorreisvisum

    Visum waarmee vreemdelingen over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mogen reizen, teneinde zich vanuit een derde staat naar het grondgebied van een andere derde staat te begeven.

    Het doorreisvisum is geldig voor één, twee of, bij wijze van uitzondering, verscheidene doorreizen, met dien verstande dat de duur van elke doorreis niet meer dan vijf dagen mag bedragen.

    2.1.3.   Visum voor kort verblijf of reisvisum; meervoudig visum

    Visum waarmee vreemdelingen voor andere dan met immigratie verband houdende doeleinden om binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mogen verzoeken, waarbij, te rekenen vanaf de datum van eerste binnenkomst, noch de duur van een ononderbroken verblijf, noch de totale duur van de achtereenvolgende verblijven meer dan drie maanden per zes maanden mogen bedragen. In de regel kan dit visum voor één of meer binnenkomsten worden afgegeven.

    Aan vreemdelingen die zich bijvoorbeeld voor zakenreizen veelvuldig naar één of meer overeenkomstsluitende partijen dienen te begeven, mag een visum voor kort verblijf worden afgegeven, dat geldig is voor meervoudige verblijven waarvan de totale duur niet meer dan drie maanden per zes maanden mag bedragen. De geldigheidsduur van dit meervoudig visum mag één jaar bedragen en voor bepaalde categorieën van personen bij wijze van uitzondering meer dan één jaar (zie deel V, hoofdstuk 2, punt 2.1).

    2.1.4.   Collectief visum

    Doorreisvisum of visum voor een verblijfsduur van ten hoogste 30 dagen, dat op een collectief paspoort kan worden aangebracht, tenzij de nationale wetgeving zich daartegen verzet, en dat wordt afgegeven aan een groep vreemdelingen die, voordat zij besloten de reis te maken, sociaal of institutioneel zijn georganiseerd, voorzover binnenkomst en verblijf op, alsmede vertrek uit het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geschiedt door de leden als groep.

    Het collectieve visum wordt afgegeven voor een groep van minimaal vijf en maximaal 50 personen. Er dient steeds een groepsverantwoordelijke te zijn, die houder is van een paspoort en, indien nodig, van een individueel visum.

    2.2.   Visum voor verblijf van langere duur

    Visa voor een verblijf van langer dan drie maanden zijn nationale visa welke door iedere lidstaat overeenkomstig de eigen wetgeving worden afgegeven.

    Dit visum geldt echter gedurende een periode van ten hoogste drie maanden, te rekenen vanaf de oorspronkelijke geldigheidsdatum ervan, tevens als eenvormig visum voor kort verblijf, mits het is afgegeven met inachtneming van de gemeenschappelijke voorwaarden en criteria die zijn vastgesteld bij of krachtens de relevante bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling I, van deze Overeenkomst en mits de houder ervan voldoet aan de in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), van de Overeenkomst genoemde voorwaarden voor binnenkomst, die in deel IV van deze visuminstructies zijn opgenomen. Is dit laatste niet het geval, dan geeft dit visum de houder ervan slechts het recht om over het grondgebied van de overige lidstaten te reizen om zich naar het grondgebied te begeven van de lidstaat die het visum heeft verleend, behalve als hij niet voldoet aan de in artikel 5, lid 1, onder a), d) en e), genoemde voorwaarden of indien hij voorkomt op de nationale signaleringslijst van de lidstaat over het grondgebied waarvan de doorreis wordt gewenst.

    2.3.   Visum met territoriaal beperkte geldigheid

    Visum dat bij wijze van uitzondering in een paspoort, reisdocument of enig ander geldig grensoverschrijdingsdocument wordt aangebracht in de gevallen waarin het verblijf uitsluitend op het grondgebied van één of meer overeenkomstsluitende partijen is toegestaan, voorzover in- en uitreis eveneens via het grondgebied van deze overeenkomstsluitende partij of partijen geschiedt (zie deel V, hoofdstuk 3).

    2.4.   Aan de grens afgegeven visum  (2)

    II.   BEVOEGDE DIPLOMATIEKE OF CONSULAIRE POST

    Een visumplichtige vreemdeling (bijlage 1) die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient zich tot de dienst „Visa” van de bevoegde diplomatieke of consulaire post te richten.

    1.   Vaststelling van de bevoegde overeenkomstsluitende partij

    1.1.   Overeenkomstsluitende partij die voor de behandeling van de visumaanvraag bevoegd is

    De bevoegdheid voor behandeling van en beslissing op een aanvraag voor een eenvormig visum voor kort verblijf of doorreis berust volgens onderstaande rangorde bij:

    a)

    de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan het enige of het hoofdreisdoel is gelegen. Het hoofdreisdoel kan nimmer in een transitstaat zijn gelegen.

    De diplomatieke of consulaire post bepaalt, bij ontvangst van de aanvraag, per geval in welke overeenkomstsluitende partij het hoofdreisdoel is gelegen; hij houdt daarbij rekening met de feitelijke omstandigheden, met name het reisdoel, de reisroute en de duur van het verblijf of de verblijven. Bij de toetsing van deze criteria baseert de diplomatieke of consulaire post zich hoofdzakelijk op de overgelegde bewijsstukken.

    Indien één of meer bestemmingen het directe gevolg of de aanvulling van een andere bestemming zijn, baseert de diplomatieke of consulaire post zich bij de toetsing der criteria meer bepaald op de hoofdreden of het hoofddoel van de reis.

    Indien geen der bestemmingen het directe gevolg of de aanvulling van een andere bestemming is, baseert de diplomatieke of consulaire post zich meer bepaald op de langste verblijfsduur (en, in geval van gelijke verblijfsduur in twee verschillende overeenkomstsluitende partijen, op het eerste verblijf).

    b)

    de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst, indien niet kan worden bepaald in welke overeenkomstsluitende partij het hoofdreisdoel is gelegen.

    de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst is de overeenkomstsluitende partij via de buitengrens waarvan de aanvrager het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen binnenkomt, nadat zijn documenten zijn gecontroleerd.

    Indien de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst de visumaanvrager niet aan de visumplicht onderwerpt, is deze niet gehouden een visum af te geven; de bevoegdheid tot visumafgifte wordt overgedragen aan de overeenkomstsluitende partij van eerste bestemming of van doorreis waar de vreemdeling visumplichtig is, tenzij de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst vrijwillig, met instemming van de aanvrager, een visum afgeeft.

    De bevoegdheid voor behandeling van en beslissing op een aanvraag voor een visum waarvan de geldigheid tot het grondgebied van één overeenkomstsluitende partij of tot dat van de Benelux is beperkt, berust bij de betrokken overeenkomstsluitende partij (overeenkomstsluitende partijen).

    1.2.   Overeenkomstsluitende partij die als vertegenwoordiger van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij optreedt

    a)

    Wanneer de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij zoals bedoeld in artikel 12 van de Uitvoeringsovereenkomst geen diplomatieke of consulaire post in een bepaalde staat heeft, mag een visum worden afgegeven door de diplomatieke of consulaire post van een overeenkomstsluitende partij die de belangen van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij vertegenwoordigt. Visumafgifte geschiedt in dit geval na machtiging van en namens de vertegenwoordigde overeenkomstsluitende partij, zo nodig na het volgen van de raadplegingsprocedure tussen de centrale autoriteiten. Voorzover een Benelux-staat over een diplomatieke of consulaire post beschikt, neemt deze ambtshalve de vertegenwoordiging van de overige Benelux-staten op zich.

    b)

    Indien de voor de visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij een diplomatieke of consulaire post in de hoofdstad van een bepaalde staat heeft maar niet in het ressort waar de aanvraag wordt ingediend en indien een of meer andere overeenkomstsluitende partijen in dat ressort wél een consulaire post hebben, kan het visum bij wijze van uitzondering en slechts in staten met een uitgestrekt grondgebied door een andere overeenkomstsluitende partij worden afgegeven door middel van vertegenwoordiging van de voor visumbehandeling verantwoordelijke overeenkomstsluitende partij, indien er tussen beide overeenkomstsluitende partijen een expliciete afspraak omtrent vertegenwoordiging bestaat en er nauwgezet volgens de voorwaarden hiervan wordt gehandeld.

    c)

    De regeling zoals bedoeld onder a) en b) biedt in ieder geval aan de visumaanvrager de keuze zich te richten tot hetzij de vertegenwoordigende diplomatieke of consulaire post, hetzij de vertegenwoordiging van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij.

    d)

    De dienst „Visa” werkt een overzicht uit van de overeengekomen vertegenwoordigingsregelingen en draagt zorg voor de periodieke bijwerking van dit overzicht.

    e)

    De afgifte van Schengenvisa in derde staten waar niet alle Schengenstaten vertegenwoordigd zijn, in relatie tot artikel 30, lid 1, onder a), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen, geschiedt op basis van navolgende uitgangspunten:

    De vertegenwoordigingsregeling bij de behandeling van visumaanvragen geldt voor de in het kader van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en overeenkomstig de Gemeenschappelijke Visuminstructies afgegeven eenvormige transitvisa voor luchtvaartpassagiers, doorreisvisa en visa voor kort verblijf. De vertegenwoordigende staat is ertoe verplicht, de bepalingen van de Gemeenschappelijke Visuminstructies met dezelfde spoed toe te passen als bij de afgifte van eigen visa van dezelfde categorie en geldigheidsduur.

    Behoudens expliciete bilaterale afspraken geldt de vertegenwoordigingsregeling niet voor visa welke worden afgegeven met het oog op de uitoefening van een bezoldigde beroepsactiviteit of van een activiteit die voorafgaand dient te worden goedgekeurd door de staat waar zij dient plaats te vinden. Deze visumaanvragers dienen zich te richten tot de geaccrediteerde consulaire post van de staat waar genoemde activiteit dient te worden uitgeoefend.

    De Schengenstaten zijn niet ertoe gehouden, zich in elke derde staat voor visumafgifte te laten vertegenwoordigen. Zij kunnen besluiten dat visumaanvragen in bepaalde derde staten of aanvragen voor een bepaalde visumcategorie dienen te worden gericht tot een beroepspost van de staat waar het hoofdreisdoel is gelegen.

    De beoordeling van het gevaar voor illegale immigratie bij een visumaanvraag berust ten volle bij de diplomatieke of consulaire post.

    De vertegenwoordigde staten aanvaarden de verantwoordelijkheid voor asielverzoeken die zijn ingediend door houders van een visum dat — zoals blijkt uit de expliciete vermelding op het visum — door de vertegenwoordigende staat ten behoeve van de vertegenwoordigde staten is afgegeven.

    In uitzonderlijke gevallen kan in bilaterale afspraken worden aangegeven dat visumaanvragen van bepaalde categorieën vreemdelingen door de vertegenwoordigende staten hetzij worden voorgelegd aan de autoriteiten van de vertegenwoordigde staat waar het reisdoel is gelegen, hetzij worden doorverwezen naar een beroepspost van deze staat. Deze categorieën dienen (eventueel per diplomatieke of consulaire post) schriftelijk te worden vastgelegd. De visumafgifte wordt dan geacht te zijn gedaan met machtiging van de vertegenwoordigde staat zoals bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen.

    Op grond van nationale evaluaties van de in een bepaalde periode eventueel ingediende asielverzoeken door houders van in vertegenwoordiging afgegeven visa en van andere relevante gegevens inzake deze visumafgifte, kunnen de bilaterale afspraken in de loop der tijd worden bijgesteld. Ook kan worden overeengekomen dat bij bepaalde posten (eventueel ook ten aanzien van bepaalde nationaliteiten) van vertegenwoordiging wordt afgezien.

    Vertegenwoordiging vindt uitsluitend terzake van visumafgifte plaats. Indien aan de visumaanvraag geen gevolg kan worden gegeven, omdat de betreffende vreemdeling niet in afdoende mate heeft kunnen aantonen dat hij aan de voorwaarden voldoet, dient de vreemdeling te worden gewezen op de mogelijkheid, zijn visumaanvraag bij een beroepspost van de partnerstaat waar zijn reisdoel is gelegen, in te dienen.

    Een verdere verfijning met betrekking tot de vertegenwoordigingsregeling kan worden aangebracht door middel van een verdere ontwikkeling van de programmatuur, waardoor vertegenwoordigende posten zonder veel extra moeite de centrale autoriteiten van de vertegenwoordigde staat kunnen raadplegen.

    Het overzicht van de vertegenwoordigingsregeling bij de afgifte van Schengenvisa in derde staten waar niet alle Schengenstaten vertegenwoordigd zijn, wordt de Centrale Groep ter kennisneming van de in onderling overleg tussen de betrokken partnerstaten in dit overzicht aangebrachte wijzigingen voorgelegd.

    2.   Raadpleging van de eigen centrale autoriteit(en), de centrale autoriteit(en) van een andere staat of van andere staten overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst

    2.1.   Verplichte voorafgaande raadpleging van de eigen centrale autoriteit

    De diplomatieke of consulaire post die de visumaanvraag behandelt, dient zijn consulaire centrale autoriteit om machtiging te verzoeken, te raadplegen of deze vooraf mededeling te doen van de beslissing welke hij overweegt te nemen, voor de bij wet en de nationale praktijk vastgestelde gevallen, met inachtneming van de toepasselijke procedures en termijnen. De gevallen waarin interne raadpleging geschiedt, zijn opgenomen in bijlage 5, deel A.

    2.2.   Verplichte voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van één of meer andere overeenkomstsluitende partijen

    De diplomatieke of consulaire post die de visumaanvraag behandelt, dient zijn eigen centrale autoriteit in het consulaire ressort om machtiging te verzoeken, die de aanvraag op haar beurt aan de bevoegde centrale autoriteiten van één of meer andere overeenkomstsluitende partijen doorgeleidt (deel V, hoofdstuk 2, punt 2.3). Zolang het Uitvoerend Comité de lijst van aan raadpleging van andere centrale autoriteiten onderworpen gevallen niet heeft vastgesteld, dient de bij deze instructies gevoegde bijlage 5, deel B, te worden gebruikt.

    2.3.   Raadplegingsprocedure in geval van vertegenwoordiging

    a)

    Worden visumaanvragen met betrekking tot onderdanen van in bijlage 5, deel C, opgenomen staten in een diplomatieke of consulaire beroepspost van een in vertegenwoordiging van een partnerstaat optredende Schengenstaat ingediend, dan wordt de vertegenwoordigde staat geraadpleegd.

    b)

    De informatie welke met betrekking tot deze visumaanvragen wordt uitgewisseld, stemt overeen met de informatie welke thans in het kader van de raadpleging bedoeld in bijlage 5, deel B, wordt verstrekt. Op het formulier dient evenwel in een verplichte rubriek voor verwijzingen naar het grondgebied van de vertegenwoordigde staat te worden voorzien.

    c)

    Voor de termijnen, de verlenging daarvan en het soort antwoord gelden de huidige bepalingen van de Gemeenschappelijke Visuminstructies.

    d)

    De overeenkomstig bijlage 5, deel B, voorziene raadplegingen worden door de vertegenwoordigde staat verricht.

    3.   Visumaanvragen door niet-ingezetenen van de staat waar de aanvraag wordt ingediend

    Wordt een aanvraag in een andere staat dan die van de woonplaats van de aanvrager ingediend en bestaat er twijfel over de werkelijke intenties (in het bijzonder indien er sprake is van gevaar van illegale immigratie), dan kan het visum slechts worden afgegeven na voorafgaande raadpleging van de diplomatieke of consulaire post van de staat waar de aanvrager is gevestigd en/of de centrale autoriteit.

    4.   Bevoegdheid tot afgifte van een eenvormig visum

    Voor afgifte van een eenvormig visum zijn alleen de diplomatieke en consulaire posten van de staten die partij zijn bij het Akkoord van Schengen bevoegd, behoudens de uitzonderingsgevallen zoals bedoeld in bijlage 6.

    III.   ONTVANGST VAN DE VISUMAANVRAAG

    1.   Visumaanvraagformulier; aantal exemplaren per aanvraag

    Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient het desbetreffende formulier voor aanvraag van een eenvormig visum in te vullen. Een aanvraag voor een eenvormig visum moet worden ingediend middels het geharmoniseerde formulier dat overeenkomt met het model in bijlage 16.

    Het aanvraagformulier dient in ten minste één exemplaar te worden ingevuld en kan onder andere voor de raadpleging van de centrale autoriteiten worden gebruikt. Voorzover de nationale procedures daartoe nopen, kunnen de overeenkomstsluitende partijen een groter aantal exemplaren verlangen.

    2.   Bij te voegen stukken

    Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient bij de aanvraag onderstaande stukken te voegen:

    a)

    een geldig reisdocument waarin een visum kan worden aangebracht;

    b)

    in voorkomend geval, documenten ter staving van het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf.

    Indien de aanvrager volgens de inlichtingen waarover de diplomatieke of consulaire post beschikt te goeder naam en faam bekend staat, kan het met de visumafgifte belaste personeel afzien van de eis dat hij bovenbedoelde bewijsstukken overlegt.

    3.   Waarborgen voor de terugkeer en de middelen van bestaan

    Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient de aangezochte diplomatieke of consulaire post ervan te overtuigen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt en dat er waarborgen bestaan voor de terugkeer naar zijn land van herkomst.

    4.   Persoonlijke verschijning van de visumaanvrager

    Persoonlijke verschijning bij de diplomatieke of consulaire post dient in beginsel te worden verlangd ter fine van mondelinge toelichting op de aanvraag, in het bijzonder wanneer gerede twijfel bestaat omtrent het effectieve reisdoel of de werkelijke intenties inzake terugkeer van de aanvrager naar diens land van herkomst.

    Van dit beginsel kan worden afgeweken indien de aanvrager goed bekend is en zich op verre afstand van de diplomatieke of consulaire post bevindt, voorzover er geen twijfel omtrent zijn goede trouw bestaat en, in geval van groepsreizen, indien een bekende en betrouwbare organisatie instaat voor de goede trouw van de aanvrager.

    Deel VIII, hoofdstuk 5, bevat nadere regels betreffende de visumaanvragen die door administratiebureaus, reisagentschappen, reisorganisatoren en hun wederverkopers worden verzorgd (3).

    IV.   RECHTSGROND

    Eenvormige visa mogen slechts worden afgegeven voorzover aan de voorwaarden voor binnenkomst zoals bedoeld in de artikelen 15 en 5 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst van 19 juni 1990 is voldaan. Deze voorwaarden zijn:

    Artikel 15De visa zoals bedoeld in artikel 10 mogen in beginsel slechts worden afgegeven, voorzover de vreemdeling aan de in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), gestelde voorwaarden voor binnenkomst voldoet. Artikel 5

    1.

    Aan een vreemdeling die aan onderstaande voorwaarden voldoet, kan toegang worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden:

    a)

    in het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument of van de geldige grensoverschrijdingsdocumenten, aangewezen door het Uitvoerend Comité;

    b)

    indien vereist, in het bezit zijn van een geldig visum;

    c)

    het, zo nodig, overleggen van documenten ter staving van het doel van het voorgenomen verblijf en de verblijfsomstandigheden alsmede het beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat, waar de toelating is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven;

    d)

    niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan;

    e)

    niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen.

    2.

    Aan een vreemdeling die niet voldoet aan het geheel van deze voorwaarden, moet de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking daarvan noodzakelijk acht. In dat geval dient de toegang te worden beperkt tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis moet stellen.

    De bijzondere bepalingen inzake het asielrecht en het bepaalde in artikel 18 blijven onverlet.

    Visa met territoriaal beperkte geldigheid kunnen alleen onder de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 11, lid 2, artikel 14, lid 1, en artikel 16 juncto artikel 5, lid 2, worden afgegeven (zie deel V, hoofdstuk 3):

    Artikel 11, lid 2

    2.

    Het bepaalde in lid 1 laat onverlet dat een overeenkomstsluitende partij in voorkomend geval in de loop van de desbetreffende periode van zes maanden een ander visum verleent waarvan de geldigheid is beperkt tot haar grondgebied.

    Artikel 14, lid 1

    1.

    Er mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheid van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

    Artikel 16Indien een overeenkomstsluitende partij het om één van de in artikel 5, lid 2, genoemde redenen noodzakelijk acht om af te wijken van het in artikel 15 neergelegde beginsel en aan een vreemdeling die niet aan alle in artikel 5, lid 1, genoemde voorwaarden voor binnenkomst voldoet, een visum te verlenen, wordt de geldigheid van dit visum territoriaal beperkt tot het grondgebied van deze partij, die de overige overeenkomstsluitende partijen hiervan in kennis dient te stellen.

    V.   BEHANDELING EN BESLISSING

    De diplomatieke of consulaire post controleert eerst alle overgelegde stukken (1) en neemt na bestudering hiervan een beslissing over de visumaanvraag (2).

    Bij de behandeling te hanteren basiscriteria

    Gememoreerd zij dat de behandeling van de visumaanvraag aan de volgende fundamentele criteria moet worden getoetst: de veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen, de bestrijding van de illegale immigratie alsmede andere aspecten van de internationale betrekkingen. Naar gelang van de betrokken staat kan aan één van deze criteria meer gewicht worden toegekend, doch alle dienen steeds in aanmerking te worden genomen.

    Wat de veiligheid betreft, dient te worden nagegaan of de vereiste controles werden verricht: bevraging — via het Schengeninformatiesystem (SIS) — van het bestand van ter fine van weigering van toegang gesignaleerde personen, raadpleging van de centrale autoriteiten voor de staten waarvoor deze procedure verplicht is.

    De beoordeling van het gevaar voor illegale immigratie berust ten volle bij de diplomatieke en consulaire posten. De behandeling van visumaanvragen heeft tot doel de aanvragers te onderkennen die voornemens zijn te emigreren en door middel van een visum voor toeristische, studie- of zakelijke doeleinden, dan wel voor familiebezoek pogen de Schengenruimte binnen te komen en er zich te vestigen. Aanvragen welke worden ingediend door personen uit „risicogroepen” (werklozen, personen zonder bestaansmiddelen) vereisen bijzondere aandacht. In geval van twijfel omtrent de authenticiteit van de documenten of de betrouwbaarheid van de bewijsstukken, dient van visumafgifte te worden afgezien.

    De controleprocedure dient evenwel te worden versoepeld ten aanzien van aanvragers die bekendstaan als bonafide personen, wier gegevens in het kader van de consulaire samenwerking onderling worden uitgewisseld.

    1.   Behandeling van de visumaanvraag

    1.1.   Controle van de visumaanvraag

    De aangevraagde verblijfsduur dient met het doel van het verblijf overeen te stemmen.

    De diverse rubrieken van het formulier dienen volledig en plausibel ingevuld te zijn; voorts dient het formulier een foto van de aanvrager te bevatten en, zo mogelijk, het hoofdreisdoel te vermelden.

    1.2.   Controle van de identiteit van de visumaanvrager

    Controle van de identiteit van de aanvrager en nagaan of hij ter fine van weigering van toegang in het geautomatiseerde SIS is gesignaleerd, dan wel of andere (veiligheids)risico's bestaan die zich tegen visumafgifte verzetten, dan wel of betrokkene een immigratiegevaar oplevert doordat hij tijdens een vorig verblijf de hem toegestane verblijfsduur heeft overschreden.

    1.3.   Controle van het reisdocument

    Toetsing van de rechtmatigheid van het document: het moet volledig zijn en mag niet gewijzigd, nagemaakt of vervalst zijn.

    Toetsing van de territoriale geldigheid van het reisdocument; het document dient voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geldig te zijn.

    Toetsing van de geldigheidsduur van het reisdocument; de geldigheidsduur van het reisdocument zou drie maanden langer moeten zijn dan die van het visum (artikel 13, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst).

    Om dringende humanitaire redenen, redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen kan evenwel, bij wijze van hoge uitzondering, een visum worden aangebracht in een reisdocument dat een kortere geldigheidsduur heeft dan bovengenoemde termijn (drie maanden), mits de geldigheidsduur langer is dan die van het visum en de terugkeer van de vreemdeling naar zijn land mogelijk is.

    Toetsing van de duur van eerdere verblijven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

    1.4.   Controle van andere stukken naar gelang van de aanvraag

    Aantal en aard van de stukken hangen af van het mogelijke gevaar voor illegale immigratie en van de plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld converteerbare valuta) en kunnen van staat tot staat verschillen. Bij de beoordeling van de bewijsstukken kunnen de diplomatieke en consulaire posten een aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste praktijk uitwerken.

    Deze bewijsstukken dienen verplicht betrekking te hebben op het reisdoel, de vervoermiddelen, de terugreis, de middelen van bestaan en de logiesomstandigheden:

    Bewijsstukken met betrekking tot het reisdoel, bijvoorbeeld:

    uitnodiging;

    oproeping;

    deelneming aan een groepsreis.

    Bewijsstukken met betrekking tot de reisroute, vervoermiddelen en terugreis, bijvoorbeeld:

    reisbiljet (heen en terug);

    vreemde valuta voor benzine of autoverzekering.

    Bewijsstukken met betrekking tot de middelen van bestaan.

    Als bewijs van voldoende middelen van bestaan kunnen worden aanvaard: converteerbaar contant geld, reischeques, aan bankrekeningen in vreemde valuta gekoppelde chequeboekjes, kredietkaarten of andere middelen welke het bezit van vreemde valuta staven.

    De middelen van bestaan dienen in verhouding te staan tot de duur en het doel van de reis, alsmede tot de kosten van levensonderhoud in de bezochte overeenkomstsluitende partij (partijen). Daartoe stellen de nationale autoriteiten van de onderscheidene overeenkomstsluitende partijen jaarlijks de voor grensoverschrijding vereiste richtbedragen vast (bijlage 7) (4).

    Bewijsstukken met betrekking tot logies

    De volgende documenten kunnen als bewijsstuk met betrekking tot de logiesomstandigheden worden aangemerkt:

    a)

    reservering in een hotel of soortgelijk logiesverstrekkend bedrijf;

    b)

    een op naam van de visumaanvrager gesteld document waaruit blijkt dat deze in de overeenkomstsluitende partij van verblijf een woning heeft gehuurd of in eigendom heeft;

    c)

    indien de visumaanvrager verklaart logies te nemen bij een particulier of particuliere instelling, dienen de diplomatieke en consulaire posten te controleren of de vreemdeling daadwerkelijk daar zal verblijven, door middel van:

    hetzij raadplegingen van de nationale autoriteiten, voorzover deze noodzakelijk zijn;

    hetzij overlegging door de visumaanvrager van een toezegging tot logiesverstrekking door diegene die uitnodigt, welke toezegging door deze laatste door middel van een geharmoniseerd formulier is vastgelegd en door de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende partij conform de nationale wetgeving is gecontroleerd. Het model van dit formulier kan door het Uitvoerend Comité worden vastgesteld;

    hetzij overlegging door de visumaanvrager van een officieel of door de overheid afgegeven document houdende toezegging tot logiesverstrekking, welk document conform het nationale recht van de overeenkomstsluitende partij is opgesteld en gecontroleerd.

    Overlegging van beide vorengenoemde documenten houdende toezegging tot logiesverstrekking vormt geen nieuwe voorwaarde voor visumafgifte. Deze documenten zijn evenwel een praktisch instrument voor de consulaire post ter staving van de beschikbaarheid van logies en, in voorkomend geval, van de middelen van bestaan. Indien een overeenkomstsluitende partij van een dergelijk document gebruikmaakt, dienen steeds de volgende gegevens te worden vermeld: de identiteit van zowel de uitnodigende persoon als de uitgenodigde vreemdeling(en), het verblijfsadres, de duur en de reden van het verblijf, eventuele verwantschap, alsmede het regelmatige karakter van het verblijf van de uitnodigende persoon.

    Na afgifte van het visum brengt de visumafgevende post zijn stempel en het nummer van het visum op het document aan, teneinde hergebruik te vermijden.

    Deze controles zijn gericht op het tegengaan van schijn- of frauduleuze uitnodigingen alsmede van uitnodigingen welke uitgaan van onregelmatig of in precaire toestand verblijvende vreemdelingen.

    Indien de visumaanvrager aantoont ruimschoots over financiële middelen te beschikken ter bestrijding van de kosten van levensonderhoud en logies in de te bezoeken overeenkomstsluitende partij of partijen, kan hij worden vrijgesteld van de verplichting bij aanvraag van een eenvormig visum een toezegging tot logiesverstrekking over te leggen.

    Overige, in voorkomend geval vereiste documenten

    Afhankelijk van het geval kunnen andere documenten worden vereist, zoals:

    bewijsstukken aangaande verblijfplaats en ter staving van bindingen met de overeenkomstsluitende partij van verblijf;

    ouderlijke toestemming voor minderjarigen;

    bewijsstukken met betrekking tot de sociaal-economische situatie van de aanvrager.

    Daar waar volgens het nationale recht van de Schengenstaten ter staving van een uitnodiging van privé-personen of zakenlieden, een garantstellingsverklaring (-toezegging) dan wel bewijsstukken inzake huisvesting worden verlangd, geschiedt dit door middel van een geharmoniseerd formulier.

    1.5.   Toetsing van de goede trouw van de visumaanvrager

    Ten behoeve van deze toetsing wordt nagegaan of de visumaanvrager in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking als bonafide persoon bekendstaat.

    Tevens wordt hierbij de in deel VIII, hoofdstuk 3, van deze instructies genoemde uitgewisselde informatie geraadpleegd.

    2.   Procedure inzake beslissing over visumaanvragen

    2.1.   Keuze van het soort visum en aantal binnenkomsten

    Het eenvormige visum kan zijn (artikel 11):

    een voor één of meer binnenkomsten geldig reisvisum, waarbij, te rekenen vanaf de datum van eerste binnenkomst, noch de duur van een ononderbroken verblijf, noch de totale duur van de achtereenvolgende verblijven meer dan drie maanden per zes maanden mag bedragen;

    een voor meerdere binnenkomsten geldig visum met een geldigheidsduur van één jaar waarmee verblijf van drie maanden per zes maanden mogelijk is; een dergelijk visum kan worden afgegeven aan aanvragers die de nodige waarborgen bieden en voor één der overeenkomstsluitende partijen van bijzonder belang zijn. Bij wijze van uitzondering kan aan bepaalde categorieën van personen een visum worden afgegeven met een geldigheidsduur van meer dan één jaar, tot ten hoogste vijf jaar, waarmee verscheidene binnenkomsten mogelijk zijn;

    een doorreisvisum op grond waarvan de houder één, twee of bij wijze van uitzondering verscheidene keren over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mag reizen om zich naar een derde staat te begeven, zonder dat de duur van de doorreis meer dan vijf dagen mag bedragen, voorzover hem de toegang tot de betrokken derde staat vooraf is verzekerd en de te volgen reisroute redelijkerwijs over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen loopt.

    2.2.   Administratieve verantwoordelijkheid van de post welke de aanvraag behandelt

    De diplomatieke vertegenwoordiger of het hoofd van de consulaire post draagt, overeenkomstig hun nationale bevoegdheden, de volledige verantwoordelijkheid voor de praktische aspecten van de visumafgifte door hun post en plegen onderling overleg.

    De diplomatieke of consulaire post beslist op grond van alle hem ter beschikking zijnde gegevens, daarbij rekening houdend met de concrete situatie van elke visumaanvrager.

    2.3.   Bijzondere procedure voor gevallen waarin voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van de andere overeenkomstsluitende partijen is vereist

    Voor raadpleging van de centrale autoriteiten hebben de overeenkomstsluitende partijen besloten dat een systeem zal worden ingevoerd. Wanneer het technische systeem voor de raadplegingen uitvalt, kunnen in een overgangsperiode en, afhankelijk van het geval, onderstaande maatregelen worden toegepast:

    beperking van het aantal raadplegingen tot strikt noodzakelijk geachte gevallen;

    gebruikmaking van het plaatselijke netwerk van diplomatieke en consulaire posten van de betrokken overeenkomstsluitende partijen voor kanalisering van de raadplegingen;

    gebruikmaking van het netwerk van de in de respectieve overeenkomstsluitende partijen gevestigde ambassades van de onderscheidene overeenkomstsluitende partijen, hetzij a) in de raadplegende overeenkomstsluitende partij, hetzij b) in de geraadpleegde overeenkomstsluitende partij;

    gebruikmaking van conventionele communicatiemiddelen (fax, telefoon, etc.) tussen de verschillende contactpunten;

    vergrote aandacht voor de bewaking van het gemeenschappelijk belang.

    Voor de afgifte van het eenvormige visum en van het visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als visum voor kort verblijf, voor de in bijlage 5, deel B, genoemde categorieën van aanvragers voor wie raadpleging van een centrale autoriteit — het ministerie van Buitenlandse Zaken of een andere instantie — is vereist (artikel 17, lid 2, van de Overeenkomst), geldt de volgende procedure:

    De diplomatieke of consulaire post welke een visumaanvraag ontvangt van personen die behoren tot een dezer categorieën waarvoor raadpleging van de centrale autoriteit is vereist, dient in de eerste plaats na te gaan of de aanvrager van het visum ter fine van weigering van toegang in het Schengeninformatiesysteem is gesignaleerd.

    Tevens dient de diplomatieke of consulaire post de volgende procedure te volgen:

    a)

    Procedure

    De procedure zoals bedoeld onder b) dient niet te worden gevolgd wanneer de aanvrager van het visum in het Schengeninformatiesysteem ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd.

    b)

    Doorgeleiding van de aanvraag aan de eigen centrale autoriteit

    Alvorens te beslissen over een aan raadpleging van de centrale autoriteit onderworpen visumaanvraag dient de bevoegde diplomatieke of consulaire post de aanvraag onverwijld aan de eigen centrale autoriteit voor te leggen.

    Indien de eigen centrale autoriteit een aanvraag wordt voorgelegd waarvoor zij bevoegd is en hierover een afwijzende beslissing neemt, behoeven de overige daarom verzoekende centrale autoriteiten niet meer te worden geraadpleegd.

    Indien de eigen centrale autoriteit een aanvraag wordt voorgelegd waarvoor zij als vertegenwoordiger van de voor visumafgifte bevoegde overeenkomstsluitende partij optreedt, leidt zij de aanvraag aan de centrale autoriteit van de bevoegde overeenkomstsluitende partij door. Indien de centrale autoriteit van de vertegenwoordigde overeenkomstsluitende partij — of, indien zulks in bilaterale afspraken is vastgelegd, de centrale autoriteit van de vertegenwoordigende overeenkomstsluitende partij — beslist de visumaanvraag af te wijzen, behoeven de overige centrale autoriteiten niet meer te worden geraadpleegd.

    c)

    Inhoud van de raadpleging

    Ter raadpleging van de centrale autoriteiten leidt de diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag wordt ingediend, aan de eigen centrale autoriteit de volgende gegevens door:

    1.

    Diplomatieke of consulaire post waar de visumaanvraag is ingediend.

    2.

    Naam en voornaam, geboortedatum en -plaats van de visumaanvrager(s), alsmede naam van de ouders van de visumaanvrager(s), voorzover bekend.

    3.

    Nationaliteit van de visumaanvrager(s) en, voorzover bekend, eerdere nationaliteiten.

    4.

    Type en nummer van het overgelegde reisdocument of de overgelegde reisdocumenten, alsmede de datum van afgifte en datum waarop de geldigheidsduur verstrijkt.

    5.

    Duur en doel van het verblijf.

    6.

    Voorziene reisdata.

    7.

    Woonplaats, beroep, werkgever.

    8.

    Referenties in de overeenkomstsluitende partijen, met name eerder ingediende visumaanvragen en eerdere verblijven in overeenkomstsluitende partijen.

    9.

    Grens waarlangs de aanvrager zich voorneemt het grondgebied binnen te komen.

    10.

    Overige namen (geboortenaam of, in voorkomend geval, naam na huwelijk, ter aanvulling van de identiteitsvaststelling overeenkomstig het nationale recht der respectieve overeenkomstsluitende partijen en het nationale recht van de staat waarvan de aanvrager onderdaan is).

    11.

    Overige door de consulaire posten nuttig geachte informatie, te weten naam van de in het paspoort vermelde echtgenoot en kinderen die de aanvrager vergezellen, reeds eerder verkregen visa, andere voor dezelfde bestemming ingediende aanvragen.

    Bovenstaande gegevens zullen uit het visumaanvraagformulier worden overgenomen; hierbij zal de daarin vermelde volgorde worden gerespecteerd.

    Bovenstaande gegevens vormen de basis van de bij raadpleging aan de centrale autoriteiten doorgeleide informatie; in beginsel bepaalt de raadplegende overeenkomstsluitende partij de wijze van verzending, met dien verstande dat datum en uur van verzending van het verzoek en van ontvangst door de geraadpleegde centrale autoriteiten duidelijk op het bericht zijn vermeld.

    d)

    Doorgeleiding van de eigen centrale autoriteit aan de overige centrale autoriteit(en)

    De centrale autoriteit van de overeenkomstsluitende partij waar de visumaanvraag is ingediend, raadpleegt vervolgens de centrale autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij/partijen die daarom hebben verzocht. Daartoe worden de door de overeenkomstsluitende partijen aangewezen autoriteiten als centrale autoriteiten aangemerkt.

    Na het verrichten van de nodige toetsingen delen deze autoriteiten hun beoordeling over de visumaanvraag mee aan de centrale autoriteit die hen heeft geraadpleegd.

    e)

    Antwoordtermijn; verlenging

    Het antwoord van de geraadpleegde centrale autoriteiten aan de raadplegende centrale autoriteit dient binnen een termijn van ten hoogste zeven kalenderdagen te worden meegedeeld. De eerste antwoordtermijn begint te lopen vanaf het tijdstip van verzending van de aanvraag door de centrale autoriteit die tot raadpleging dient over te gaan.

    Indien binnen genoemde termijn één van de geraadpleegde centrale autoriteiten de raadplegende centrale autoriteit een verzoek tot verlenging van de termijn doet toekomen, kan deze met zeven dagen worden verlengd.

    In uitzonderingsgevallen kan de geraadpleegde centrale autoriteit een met reden omkleed verzoek tot verlenging van de termijn met meer dan zeven dagen doen toekomen.

    De geraadpleegde autoriteiten zien erop toe dat in spoedgevallen zo snel mogelijk wordt geantwoord.

    Indien na de eerste termijn, en in voorkomend geval de tweede, geen antwoord is verstrekt, betekent zulks dat de geraadpleegde overeenkomstsluitende partij/partijen met de visumafgifte instemt/instemmen en tegen visumafgifte geen bezwaar heeft/hebben.

    f)

    Beslissing naar gelang van het resultaat der raadpleging

    Na het verstrijken van de antwoordtermijn kan de centrale autoriteit van de overeenkomstsluitende partij waar de visumaanvraag is ingediend, de diplomatieke of consulaire post tot afgifte van een eenvormig visum machtigen.

    De diplomatieke of consulaire post waar de visumaanvraag wordt ingediend, mag, bij uitblijven van een uitdrukkelijke instructie van de eigen centrale autoriteit, een visum afgeven na een termijn van 14 kalenderdagen, te rekenen vanaf het tijdstip van verzending van de aanvraag door de centrale autoriteit die tot raadpleging dient over te gaan. De verantwoordelijkheid voor mededeling aan de eigen diplomatieke of consulaire post van het tijdstip waarop de antwoordtermijn aanvangt, berust bij de respectieve centrale autoriteiten.

    Indien de centrale autoriteit een verzoek tot uitzonderlijke verlenging van de antwoordtermijn ontvangt, stelt zij hiervan de diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend, in kennis; deze post kan niet op de aanvraag beslissen dan na uitdrukkelijke instructie van de eigen centrale autoriteit.

    g)

    Doorgeleiding van specifieke stukken

    In uitzonderlijke gevallen kan de ambassade waarbij de visumaanvraag werd ingediend, op verzoek van de consulaire post van de in overeenstemming met artikel 17 van de Uitvoeringsovereenkomst geraadpleegde staat het formulier van de visumaanvraag (met foto) doorgeleiden.

    Deze procedure vindt alleen toepassing in plaatsen waar diplomatieke of consulaire beroepsposten van de raadplegende en van de geraadpleegde staat bestaan, en enkel voor onderdanen van in bijlage 5, deel B, opgenomen staten.

    In generlei geval kan het antwoord of het verzoek om verlenging van de raadpleging ter plekke worden doorgeleid, behoudens de raadplegingen welke in overeenstemming met de huidige bepalingen van bijlage 5, deel B, bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies ter plekke plaatsvinden. Voor de uitwisseling tussen de centrale autoriteiten wordt in beginsel het raadplegingsnetwerk gebruikt.

    2.4.   Weigering van visumaanvraag of visumafgifte

    Indien een diplomatieke of consulaire post van één der overeenkomstsluitende partijen een aanvraag of afgifte van een eenvormig visum weigert, kan hiertegen naar nationaal recht van de betrokken overeenkomstsluitende partij beroep worden ingesteld.

    Ingeval een visum wordt afgewezen en in de nationale rechtsbepalingen in motivering van deze weigering is voorzien, moet deze op basis van de onderstaande formulering geschieden:

     

    „Ingevolge artikel 15 juncto artikel 5 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990 is uw visumaanvraag afgewezen, daar u niet voldoet aan de in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e) gestelde voorwaarden (desbetreffende letter aankruisen), waarin wordt bepaald dat. … (tekst van de desbetreffende voorwaarde of voorwaarden).”.

    Deze tekst kan in voorkomend geval worden aangevuld met meer gedetailleerde informatie, dan wel andere informatie bevatten, wanneer het nationale recht in een dergelijke verplichting voorziet.

    Indien een diplomatieke of consulaire post die als vertegenwoordiger van een andere partnerstaat optreedt, zich ertoe genoodzaakt ziet om niet tot behandeling van een visumaanvraag over te gaan, wordt dit de aanvrager meegedeeld en wordt deze tevens ervan in kennis gesteld dat hij zich kan wenden tot de diplomatieke of consulaire post van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.

    3.   Visum met territoriaal beperkte geldigheid

    Een visum waarvan de territoriale geldigheid tot het grondgebied van één of meer overeenkomstsluitende partijen is beperkt, kan worden afgegeven, indien:

    1.

    de diplomatieke of consulaire post om één der in artikel 5, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst genoemde redenen (humanitaire overwegingen, nationaal belang of internationale verplichtingen) afwijking van het in artikel 15 neergelegde beginsel (artikel 16) noodzakelijk acht;

    2.

    het een geval betreft zoals bedoeld in artikel 14 van de uitvoeringsovereenkomst, luidende als volgt:

    1.

    Er mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheid van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

    2.

    Indien het reisdocument door één of meer overeenkomstsluitende partijen niet als „geldig reisdocument” is erkend, kan het visum worden afgegeven in de vorm van een visumverklaring.

    ;

    3.

    de diplomatieke of consulaire post uit spoedeisende overwegingen (humanitaire overwegingen, nationaal belang of internationale verplichtingen) niet tot raadpleging van de centrale autoriteiten overgaat of indien daartegen bepaalde bezwaren worden gemaakt;

    4.

    de diplomatieke of consulaire post aan de aanvrager die binnen een tijdsbestek van zes maanden reeds een visum van drie maanden heeft benut, om dringende redenen een nieuw visum voor een verblijf binnen dezelfde periode van zes maanden verstrekt.

    In de in de paragrafen 1, 3 en 4 genoemde gevallen kan de geldigheid van het visum territoriaal beperkt worden tot het grondgebied van één overeenkomstsluitende partij, van de Benelux of van twee Benelux-staten. In het in paragraaf 2 genoemde geval kan de geldigheid van het visum territoriaal beperkt worden tot het grondgebied van één of meer overeenkomstsluitende partijen, tot de Benelux of tot dat van twee Benelux-staten.

    De diplomatieke of consulaire posten van de overige overeenkomstsluitende partijen dienen hiervan in kennis te worden gesteld.

    VI.   INVULLING VAN DE VISUMSTICKER

    De bijlagen 8 en 13 behelzen voorbeelden van ingevulde visumstickermodellen alsmede informatie betreffende de veiligheidskenmerken.

    1.   Zone 8: Gemeenschappelijke gegevens

    1.1.   Rubriek „geldig voor …”

    Met de rubriek „geldig voor …” wordt het grondgebied aangeduid waarop de houder van het visum zich mag ophouden.

    Slechts vier vermeldingen kunnen in de rubriek worden aangebracht:

    a)

    Schengenstaten;

    b)

    Schengenstaat(staten) tot het grondgebied waarvan de geldigheid is beperkt (in dit geval worden de volgende landencodes gebruikt: A voor Oostenrijk, F voor Frankrijk, D voor Duitsland, E voor Spanje, GR voor Griekenland, P voor Portugal, I voor Italië, L voor Luxemburg, NL voor Nederland en B voor België);

    c)

    Benelux;

    d)

    Schengenstaat (aangeduid met de onder b) vermelde codes) die het nationale visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven + Schengenstaten.

    Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van hetzij het eenvormige visum zoals bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, hetzij een visum waarvan de geldigheid niet is beperkt tot het grondgebied van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij, wordt in de rubriek „geldig voor …” in de taal van het overeenkomstsluitende partij van afgifte Schengenstaten ingevuld.

    Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van een visum op grond waarvan verblijf, alsmede in- en uitreis tot een bepaald grondgebied zijn beperkt, wordt in bedoelde rubriek, in de officiële landstaal, de naam vermeld van de desbetreffende overeenkomstsluitende partij, tot het grondgebied waarvan het verblijf alsmede de in- en uitreis van de houder zich dienen te beperken.

    Indien de visumsticker wordt gebruikt voor de afgifte van een nationaal visum voor verblijf van langere duur dat gedurende ten hoogste drie maanden, te rekenen vanaf de aanvankelijke geldigheidsdatum, tevens geldig is als eenvormig visum voor kort verblijf, wordt in deze rubriek eerst de lidstaat vermeld die het nationale visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven, gevolgd door de vermelding „Schengenstaten”.

    In de gevallen bedoeld in artikel 14 van de Uitvoeringsovereenkomst mag de territoriale geldigheid tot het grondgebied van één of meer lidstaten worden beperkt; in dat geval en naar gelang van de in de rubriek aan te brengen codes van de lidstaten, staan de volgende mogelijkheden open:

    a)

    in de rubriek worden de codes van de betrokken lidstaten aangebracht;

    b)

    in de rubriek wordt de vermelding „Schengenstaten” aangebracht in de taal van de lidstaat van afgifte, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten voor het grondgebied waarvan het visum niet geldt.

    Bedoelde beperkte territoriale geldigheid kan evenmin gelden voor een gebied dat kleiner is dan het grondgebied van één der overeenkomstsluitende partijen.

    1.2.   Rubriek „van … tot …”

    De rubriek „van … tot …” vermeldt de periode gedurende welke de houder van het visum tot verblijf gerechtigd is.

    Na „van” wordt de datum aangeduid van de eerste dag waarop de houder van het visum het grondgebied mag binnenkomen waarvoor het visum geldig is; de vermelding van deze datum bestaat uit:

    twee cijfers ter aanduiding van het nummer van de dag; indien het nummer van de dag uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

    een horizontaal streepje;

    twee cijfers ter aanduiding van de maand; indien het nummer van de maand uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

    een horizontaal streepje;

    twee cijfers ter aanduiding van het jaar, welke de laatste twee cijfers van het nummer van het jaar zijn.

    Voorbeeld: 15-04-94 = 15 april 1994.

    Na „tot” wordt de datum van de laatste dag van het toegestane verblijf aangeduid; de visumhouder dient het grondgebied waarvoor het visum geldig is, bedoelde dag vóór middernacht te verlaten.

    Deze datum wordt op dezelfde wijze vermeld als die waarmee de eerste dag van het verblijf wordt aangeduid.

    1.3.   Rubriek „aantal binnenkomsten:”

    Deze rubriek vermeldt het aantal malen dat de houder van het visum het grondgebied waarvoor het geldig is, mag binnenkomen; hiermee wordt, met andere woorden, het aantal verblijfsperioden aangeduid waarover de houder van het visum het aantal onder rubriek 1.4 aangeduide dagen kan spreiden.

    Het aantal binnenkomsten kan één, twee of meer (onbepaald) bedragen; dit wordt op de rechterzijde van de visumsticker aangeduid, en wel respectievelijk met „01”, „02” of, indien de visumhouder tot meer dan twee binnenkomsten gerechtigd is, met het woord „mult”.

    Bij een doorreisvisum kan slechts toestemming voor één of twee binnenkomsten worden verleend; dit wordt respectievelijk met „01” of „02” aangeduid. Alleen in uitzonderingsgevallen kan eenzelfde visum recht geven op meer dan twee doorreizen, hetgeen wordt aangeduid met de afkorting „mult”.

    Indien de houder evenveel uitreizen heeft gemaakt als het aantal binnenkomsten waarop het visum recht geeft, verliest het visum zijn geldigheid, ook indien de houder niet alle dagen heeft gebruikt waarop het visum recht geeft.

    1.4.   Rubriek „Duur van het verblijf: … dagen”

    De rubriek „Duur van het verblijf: … dagen” vermeldt het aantal dagen gedurende welke de visumhouder tot verblijf gerechtigd is op het grondgebied waarvoor het visum geldig is, hetzij gedurende een ononderbroken periode, hetzij gedurende verscheidene verblijfsperioden, voorzover deze binnen de in rubriek 1.2 aangeduide data zijn gelegen en het aantal in rubriek 1.3 vermelde binnenkomsten niet wordt overschreden (5).

    In de vrije ruimte tussen de woorden „Duur van het verblijf:” en het woord „dagen” wordt met twee cijfers, waarvan het eerste een nul is indien het aantal dagen uit één cijfer bestaat, het aantal verblijfsdagen aangeduid waarop het visum recht geeft.

    In deze rubriek mogen maximaal 90 dagen per zes maanden worden vermeld.

    1.5.   Rubriek „afgegeven te … op …”

    De rubriek „afgegeven te … op …” vermeldt, in de taal van de overeenkomstsluitende partij van afgifte, de naam van de stad waar de diplomatieke of consulaire post van afgifte is gevestigd (de naam wordt tussen „te” en „op” geplaatst), alsmede, na „op”, de datum van afgifte.

    De datum van afgifte wordt op dezelfde wijze vermeld als de in rubriek 1.2 bedoelde data.

    De visumafgevende autoriteit kan worden afgeleid uit het in zone 4 aangebrachte stempel.

    1.6.   Rubriek „paspoortnummer:”

    De rubriek „paspoortnummer:” vermeldt het nummer van het paspoort waarin de visumsticker wordt aangebracht. Na het laatste cijfer van het paspoort wordt het aantal meereizende minderjarigen en, in voorkomend geval, de meereizende echtgenoot die in het paspoort van de houder zijn vermeld, als volgt aangebracht: een cijfer voor het aantal minderjarigen, gevolgd door een „x” (bijvoorbeeld „1x” = één minderjarige, „3x” = drie minderjarigen) en een „y” voor de echtgenoot.

    Wanneer, wegens het niet erkennen van het reisdocument van de houder, het uniforme model voor een blad wordt gebruikt als visumdrager, kan de consulaire post van afgifte ervoor kiezen hetzelfde formulier te gebruiken om de geldigheid van het visum uit te breiden tot de echtgenoot en minderjarigen die ten laste komen van de houder van het blad, en die hem vergezellen, dan wel afzonderlijke bladen verstrekken voor de houder, zijn echtgenoot en elk van de hem ten laste komende personen en het visum op ieder blad afzonderlijk aanbrengen (6).

    Het paspoortnummer is het serienummer dat op alle of op de meeste bladzijden van het paspoort is gedrukt of geperforeerd.

    Wanneer een visum moet worden aangebracht op het uniforme model voor een blad is het nummer in deze rubriek in plaats van het paspoortnummer hetzelfde typografische nummer als dat van het blad, samengesteld uit zes cijfers, eventueel aangevuld met de letter of letters toegekend aan de lidstaat of groep van lidstaten die het visum afgeeft (7)

    1.7.   Rubriek „type visum:”

    Teneinde identificatie door de controleambtenaren te vergemakkelijken, wordt in de rubriek „type visum:” door middel van de letters A, B, C en D het type visum vermeld waarop de visumsticker betrekking heeft:

    A

    transitvisum voor luchtvaartpassagiers,

    B

    doorreisvisum,

    C

    visum voor kort verblijf,

    D

    nationaal visum voor verblijf van langere duur,

    D+C

    nationaal visum voor verblijf van langere duur dat tevens als visum voor kort verblijf geldt.

    Voor visa met territoriaal beperkte geldigheid en collectieve visa worden, afhankelijk van het van toepassing zijnde geval, de letters A, B of C gebruikt.

    1.8.   Rubriek „naam en voornaam:”

    Het eerste woord van de rubriek „naam”, en vervolgens het eerste woord van de rubriek „voornaam”, zoals in het paspoort of reisdocument van de visumhouder vermeld, worden hier genoteerd. De diplomatieke of consulaire post controleert of de naam en voornaam die in het paspoort of reisdocument staan en die zowel in deze rubriek als in de machineleesbare zone moeten worden genoteerd, identiek zijn aan die in de visumaanvraag (8).

    2.   Zone 9: Nationale gegevens (opmerkingen)

    In tegenstelling tot zone 8 (gemeenschappelijke en verplichte gegevens), is deze zone voorbehouden aan gegevens welke krachtens nationale voorschriften moeten worden vermeld. In beginsel staat het elke delegatie vrij de door haar wenselijk geachte gegevens te vermelden: voor een goed begrip van de gegevens dienen deze de overige overeenkomstsluitende partijen te worden meegedeeld (zie bijlage 9).

    3.   Zone voor de foto  (9)

    De foto, in kleur, van de houder van het visum moet worden aangebracht op de ruimte die daarvoor is gereserveerd, zoals in bijlage 8 is aangegeven. Met betrekking tot de in de visumsticker op te nemen foto worden de volgende voorschriften in acht genomen.

    Het hoofd, van kin tot kruin, beslaat tussen 70 % en 80 % van de verticale afmeting van de foto.

     

    De minimumresolutie is:

    300 pixels per inch (ppi), niet-gecomprimeerd, voor een gescande foto;

    720 dots per inch (dpi) voor een foto in kleurendruk.

     

    Indien er geen foto is, wordt de vermelding „geldig zonder foto” verplicht aangebracht in twee of drie talen (de taal van de lidstaat van afgifte en Engels en Frans). Deze vermelding wordt in principe aangebracht met een printer en bij uitzondering met een specifiek stempel, dat in dat geval ook een deel bestrijkt van de zone in plaatdruk, waarvan de linker- of de rechterzijde de ruimte voor de te integreren foto afbakent.

    4.   Zone 5: Machineleesbare zone

    Zowel het formaat van de visumsticker als dit van de machineleesbare zone werden op voorstel van de overeenkomstsluitende partijen door de ICAO goedgekeurd. Genoemde zone behelst twee regels met elk 36 karakters (OCR B — tien karakters/inch). Bijlage 10 behelst de wijze waarop genoemde zone dient te worden ingevuld.

    5.   Overige voor de invulling van de visumsticker relevante aspecten

    5.1.   Ondertekening van het visum

    Indien naar het nationale recht of de nationale praktijk van een overeenkomstsluitende partij handgeschreven ondertekening van het visum verplicht is, dient het visum door de bevoegde persoon te worden ondertekend nadat het in het paspoort is aangebracht.

    Ondertekening geschiedt ter rechterzijde van de voor opmerkingen bestemde zone, op zodanige wijze dat de lijnen ervan de rand van de sticker overschrijden en ten dele op de bladzijde van het paspoort, respectievelijk reisdocument komen te staan, zonder daarbij evenwel de machineleesbare zone te overlappen.

    5.2.   Annulering van een reeds ingevulde visumsticker

    Een visumsticker mag geen correcties of doorhalingen te zien geven. Indien bij invulling een vergissing wordt gemaakt, dient de visumsticker op de volgende wijze te worden geannuleerd:

    indien de vergissing wordt geconstateerd vóór aanbrenging van de sticker in het reisdocument: door materiële vernietiging of door de sticker overhoeks door te knippen;

    indien de vergissing wordt geconstateerd na aanbrenging van de sticker in het reisdocument: door overhoekse doorhaling met een rode streep, waarna een nieuwe sticker in het paspoort wordt aangebracht.

    5.3.   Aanbrenging van de visumsticker in het paspoort

    De visumsticker wordt ingevuld voordat hij in het paspoort wordt aangebracht. Stempeling en ondertekening geschieden nadat de visumsticker in het paspoort of het reisdocument is aangebracht.

    Wanneer de visumsticker correct is ingevuld, wordt deze aangebracht op de eerste bladzijde van het paspoort waarop geen stempel (met uitzondering van het aanvraagidentificatiestempel) of enige aantekening is geplaatst. Wordt geweigerd: een paspoort waarin niet voldoende ruimte voor aanbrenging van de visumsticker aanwezig is, het paspoort waarvan de geldigheidsduur is verstreken of waarmee de uitreis tijdens de geldigheidsduur alsmede de terugkeer naar de staat van oorsprong of de binnenkomst in een derde staat niet mogelijk zijn (artikel 13 van de Uitvoeringsovereenkomst).

    5.4.   Paspoorten en reisdocumenten waarin een eenvormig visum kan worden aangebracht

    De criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht overeenkomstig artikel 17, lid 3, onder a), van de Uitvoeringsovereenkomst zijn in bijlage 11 vervat.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheidsduur van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

    Indien het reisdocument niet als geldig is erkend door één of meer lidstaten heeft het visum slechts een territoriaal beperkte geldigheid. De consulaire post van een lidstaat moet het uniforme model voor een blad gebruiken voor het plaatsen van het visum dat wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat niet wordt erkend door de lidstaat die het blad afgeeft. Dit visum heeft slechts een territoriaal beperkte geldigheid (10).

    5.5.   Stempel van de diplomatieke of consulaire post van afgifte

    Het stempel van de diplomatieke of consulaire post van afgifte wordt aangebracht in de zone voor opmerkingen, waarbij er in het bijzonder op wordt toegezien dat het stempel zo wordt geplaatst dat de gegevens leesbaar blijven; het stempel moet de rand van de sticker overschrijden en derhalve gedeeltelijk op het blad van het paspoort of reisdocument zelf staan. Alleen wanneer moet worden afgezien van invulling van de machineleesbare zone mag het stempel in deze zone worden aangebracht om deze zo onbruikbaar te maken. Voor de afmetingen en de tekst van het stempel en de te gebruiken inkt gelden de regels die terzake door elke lidstaat zijn vastgesteld.

    Om hergebruik van een visumsticker die is aangebracht op het uniforme model voor een blad te voorkomen, wordt aan de rechterkant, op het breukvlak tussen de sticker en het blad, het stempel van de consulaire post van afgifte aangebracht, zodanig dat het lezen van de ingevulde rubrieken en gegevens niet wordt bemoeilijkt en de machineleesbare zone, indien deze is ingevuld, niet wordt bedrukt (11).

    VII.   BEHEER EN ORGANISATIE

    1.   Organisatie van de dienst „Visa”

    De organisatie van de eigen dienst „Visa” valt onder de bevoegdheid van de respectieve overeenkomstsluitende partijen.

    De hoofden van de posten dienen zich ervan te vergewissen dat de voor visumafgifte bevoegde dienst „Visa” zodanig is georganiseerd, dat onzorgvuldigheid, welke diefstal en vervalsing tot gevolg kan hebben, wordt tegengegaan.

    Op het voor de visumafgifte bevoegde personeel mag ter plaatse geen druk worden uitgeoefend.

    Vermeden moet worden (bijvoorbeeld door regelmatige postenruil van de ambtenaren) dat „gewoonten” worden gecreëerd, waardoor geringere waakzaamheid in de hand wordt gewerkt.

    Voor de bewaring en het gebruik van visumstickers dienen dezelfde veiligheidsmaatregelen als bij andere te beveiligen waardepapieren te worden getroffen.

    2.   Bestanden en archivering van de aanvragen

    Iedere overeenkomstsluitende partij is verantwoordelijk voor het beheer van de bestanden en het archief der aanvraagformulieren en, bij visumafgifte waarvoor raadpleging van de centrale autoriteiten is vereist, voor de foto van de visumaanvrager.

    De bewaartermijn van de aanvraagformulieren bedraagt minimaal één jaar indien een visum werd afgegeven en minimaal vijf jaar indien het werd geweigerd.

    Teneinde de raadpleging tussen de centrale autoriteiten te vergemakkelijken, worden bij raadpleging de referenties van het bestand en het archief vermeld.

    3.   Visumregister

    Iedere overeenkomstsluitende partij registreert de afgegeven visa volgens de eigen voorschriften. Geannuleerde visumstickers dienen als zodanig te worden geregistreerd.

    4.   Legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag  (12)

    De legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag zijn opgenomen in bijlage 12.

    Er worden evenwel geen legesrechten ter dekking van deze administratieve kosten geïnd voor visumaanvragen van onderdanen van derde landen die gezinsleden van een burger van de Unie zijn, of van een onderdaan van een staat die partij is bij de EER-overeenkomst, die zijn recht op vrij verkeer uitoefent.

    VIII.   CONSULAIRE SAMENWERKING TER PLEKKE

    1.   Richtlijnen voor de consulaire samenwerking ter plekke

    De consulaire samenwerking ter plekke is in het algemeen gericht op de evaluatie van het migratierisico en in het bijzonder op de vaststelling van gemeenschappelijke criteria voor de behandeling van visumaanvragen, de informatie-uitwisseling inzake falsificaten, mogelijke netwerken van illegale immigratie en weigering van kennelijk ongegronde of frauduleuze visumaanvragen. Door middel van de samenwerking kan tevens informatie betreffende bonafide visumaanvragers worden uitgewisseld en kan de aan het publiek te verstrekken informatie inzake de voorwaarden voor het verkrijgen van een eenvormig visum gemeenschappelijk worden bijgewerkt.

    Bij de consulaire samenwerking ter plekke wordt rekening gehouden met de administratieve werkelijkheid en de plaatselijke sociaal-economische structuur.

    Het personeel van de posten komt op gezette tijden bijeen — naar gelang van de omstandigheden en op het door dit personeel wenselijk geacht ambtelijke niveau — en brengt over deze vergaderingen aan de eigen centrale autoriteit verslag uit. Het voorzitterschap kan verzoeken om overlegging van een halfjaarlijks algemeen verslag.

    2.   Voorkoming van gelijktijdige of na recente weigering opnieuw ingediende visumaanvragen

    Door onderlinge informatie-uitwisseling en identificatie van de visumaanvraag door middel van stempels of andere vervangende of aanvullende maatregelen dient te worden voorkomen dat een visumaanvrager verscheidene visumaanvragen indient — gelijktijdig of opeenvolgend na een recente weigering — bij één of meer diplomatieke of consulaire posten.

    Onverminderd de raadpleging die de diplomatieke en consulaire posten kunnen uitvoeren, alsmede de informatie-uitwisseling, brengen zij in het paspoort van iedere aanvrager het volgende stempel aan: „visum aangevraagd op … te …”. In de eerste zone worden zes cijfers aangebracht: twee voor de dag, twee voor de maand en twee voor het jaar; in de tweede wordt de naam van de diplomatieke of consulaire post van de overeenkomstsluitende partij vermeld. Daaraan dient de code van het aangevraagde type visum te worden toegevoegd.

    Voor diplomatieke en dienstpaspoorten wordt het besluit om al dan niet een stempel aan te brengen, overgelaten aan de terzake bevoegde diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend.

    Het stempel kan eveneens worden aangebracht wanneer een visum voor verblijf van langere duur wordt aangevraagd.

    Bij een uit hoofde van vertegenwoordiging afgegeven visum wordt in het stempel, na de code van het aangevraagde type visum, de letter „R” gevolgd door de code van de vertegenwoordigde staat vermeld.

    Bij de afgifte van het visum wordt de visumsticker indien mogelijk op het identificatiestempel aangebracht.

    In uitzonderlijke gevallen waarin aanbrenging van het stempel onmogelijk blijkt, doet de diplomatieke of consulaire post die het voorzitterschap vervult, daarvan mededeling aan de terzake bevoegde Schengenwerkgroep en verzoekt hij deze om goedkeuring van alternatieve maatregelen, zoals de uitwisseling van fotokopieën van paspoorten of van lijsten van afgewezen visumaanvragen met vermelding van de grond voor afwijzing.

    Op initiatief van het voorzitterschap of op eigen initiatief, beslissen de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten ter plekke of vervangende of aanvullende voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

    3.   Toetsing van de goede trouw van de visumaanvrager

    Teneinde toetsing van de goede trouw van visumaanvragers te vergemakkelijken, kunnen de diplomatieke en consulaire posten, conform hun nationale wetgeving, op basis van plaatselijk gemaakte afspraken in het kader van hun samenwerking en in overeenstemming met het bepaalde in punt 1 van dit hoofdstuk informatie uitwisselen.

    Periodiek kan informatie worden uitgewisseld over visumaanvragers wier visum werd geweigerd omdat zij gebruik hebben gemaakt van gestolen, verduisterde of valse documenten, de uitreisdatum van een eerder afgegeven visum niet hebben gerespecteerd, een gevaar voor de veiligheid zouden vormen en in het bijzonder wegens verdenking van poging tot illegale emigratie naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

    Deze gemeenschappelijk uitgewisselde of vergaarde informatie vormt een hulpmiddel bij de beoordeling van de visumaanvragen. Zij mag evenwel niet worden gezien als vervanging van de toetsing van de concrete visumaanvraag noch van de bevraging van het Schengeninformatiesysteem of de raadpleging van de centrale autoriteiten die daarom verzoeken.

    4.   Uitwisseling van statistieken

    4.1.

    De uitwisseling van statistieken over afgegeven en formeel afgewezen visa voor kort verblijf, voor doorreis en voor luchthaventransit vindt op kwartaalbasis plaats.

    4.2.

    Onverminderd de op grond van artikel 16 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen bestaande verplichting, die in bijlage 14 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies duidelijk wordt geformuleerd en op grond waarvan de Schengenstaten binnen 72 uur de gegevens voor afgifte van een territoriaal beperkt visum dienen te verstrekken, wordt de diplomatieke en consulaire posten van de Schengenstaten opgedragen, maandelijks hun statistieken over de in de voorafgaande maand afgegeven territoriaal beperkte visa uit te wisselen en deze aan hun centrale autoriteiten te doen toekomen.

    5.   Visumaanvragen verzorgd door administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren  (13)

    Aanvragen met de mogelijkheid van een persoonlijk onderhoud zijn de norm in verband met visa. Niettemin bestaat de mogelijkheid daarvan af te wijken in gevallen waarin er geen gerede twijfel bestaat omtrent de goede trouw, het reismotief of de werkelijke bedoeling om naar het land van herkomst terug te keren, en een bekende en solvabele organisator van groepsreizen aan de diplomatieke en consulaire post de nodige documentatie overlegt en op een redelijk betrouwbare wijze instaat voor de goede trouw, het reismotief en de werkelijke bedoeling terug te keren (zie deel III, hoofdstuk 4).

    Dat administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren en hun wederverkopers als gemachtigde tussenpersonen van de aanvrager optreden, is een veel voorkomende en nuttige praktijk, met name in landen met een groot grondgebied. Deze commerciële bemiddelaars beantwoorden niet aan een uniforme omschrijving omdat zij zich niet in dezelfde mate binden jegens de cliënten voor wie zij de visumaanvraag verzorgen; derhalve is de van hen vereiste solvabiliteit en betrouwbaarheid in beginsel recht evenredig aan de mate waarin zij betrokken zijn bij de algehele planning van de reis, logies, ziekte- en reisverzekering en de terugkeer te hunnen laste naar het land van herkomst.

    5.1.   Wijzen van bemiddeling

    a)

    De meest eenvoudige vorm van bemiddeling is die van een administratiebureau, waarbij de dienstverlening zich beperkt tot het namens de cliënt overleggen van de identiteitsdocumenten en andere bewijsstukken.

    b)

    Een tweede vorm van commerciële bemiddeling is die van vervoersagentschappen of plaatselijk actieve reisagentschappen, die soms gelieerd zijn aan, al dan niet nationale, luchtvaartmaatschappijen die geregelde of niet-geregelde passagiersluchtdiensten onderhouden. De dienstverlening aan de cliënt omvat het overleggen van de vereiste documenten evenals, in voorkomend geval, de verkoop van de tickets en de hotelreserveringen.

    c)

    Een derde vorm van bemiddeling is die van de reisorganisator of touroperator, een natuurlijke of rechtspersoon die op niet-incidentele basis pakketreizen organiseert (voorbereiding van de reisdocumenten, vervoer, logies, andere toeristische diensten, ziekte- en reisverzekering, binnenlandse verplaatsingen, enz.), dergelijke pakketreizen verkoopt of deze rechtstreeks dan wel via een wederverkoper of een reisagentschap waarmee een contractuele band bestaat, te koop aanbiedt.

    Tegenover de reisorganisator of de wederverkoper van de pakketreis is de visumaanvrager slechts de gebruiker van het reisarrangement waarvan de verzorging van de visumaanvraag deel uitmaakt. Deze derde gecompliceerde vorm van bemiddeling kent een veelheid van fasen en facetten die aan een objectieve controle kunnen worden onderworpen: de bedrijfsadministratie, het beheer, het daadwerkelijk plaatsvinden van de reis en de bestemming ervan, de logiesverstrekkers en de geplande groepsgewijze aankomsten en vertrekken.

    5.2.   Harmonisatie van de samenwerking met de administratiebureaus, reisagentschappen, reisorganisatoren en hun wederverkopers

    a)

    Alle in eenzelfde stad gevestigde diplomatieke en consulaire posten beijveren zich om op lokaal niveau tot een geharmoniseerde toepassing te komen van de onderstaande richtsnoeren naar gelang van de vorm van de door de bureaus of agentschappen aangeboden bemiddeling. Elke diplomatieke of consulaire post besluit zelf al dan niet met agentschappen samen te werken, maar moet de accreditatie te allen tijde kunnen intrekken wanneer de ervaring en het belang van een gemeenschappelijk visumbeleid dat gebiedt. Een diplomatieke of consulaire post die besluit samen te werken met een agentschap, moet zich houden aan de in dit hoofdstuk vastgelegde werkwijzen en procedures.

    De consulaire posten van de lidstaten gaan bijzonder zorgvuldig te werk en werken nauw samen bij de beoordeling en accreditatie (bij wijze van uitzondering) van administratiebureaus. Hun visumaanvragen worden nauwgezet bestudeerd en de bewijsstukken van de visumaanvrager zelf en de documenten ter staving van de vergunning en de inschrijving van het administratiebureau in het handelsregister worden in alle gevallen gecontroleerd.

    Bij de beoordeling van visumaanvragen die worden voorgelegd door vervoersagentschappen of plaatselijk actieve reisagentschappen, wordt meer in het bijzonder aandacht besteed aan de omstandigheden van de aanvrager en de verificatie, van de bewijsstukken, voor elke aanvrager afzonderlijk. De consulaire posten werken nauw samen en verscherpen elk voor zich hun maatregelen om onregelmatigheden bij de agentschappen en bij de vervoersmaatschappijen zelf op te sporen; ter versterking van die maatregelen rapporteren zij in het kader van de plaatselijke en regionale consulaire samenwerking de door die agentschappen gepleegde onregelmatigheden.

    Voor de accreditatie van reisorganisatoren en hun wederverkopers wordt onder andere rekening gehouden met de volgende criteria: de geldende vergunning, de inschrijving in het handelsregister, de vennootschapsstatuten, de contracten met de banken waarmee wordt gewerkt, de geactualiseerde contracten met communautaire aanbieders van toeristische diensten in welke contracten alle onderdelen van de pakketreis moeten zijn geregeld (logies en andere pakketreisdiensten), de contracten met de luchtvaartmaatschappijen die moeten voorzien in heenreis en gegarandeerde en bevestigde terugreis, en de verplichte ziekte- en reisverzekeringspolissen. De visumaanvragen die door reisagentschappen worden ingediend, moeten zorgvuldig worden bestudeerd.

    b)

    Tegelijkertijd beijveren zij zich in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking voor de harmonisatie van procedures en werkwijzen en van de criteria voor de controle op de activiteiten van administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren (wederverkopers en touroperators). Deze controles moeten ten minste omvatten: verificatie, op enig moment, van de accreditatiedocumenten, steekproefsgewijze persoonlijk of telefonisch onderhoud met de aanvragers zelf, verificatie van reizen en logies en, voorzover mogelijk, verificatie, op basis van documenten, van de groepsgewijze terugkeer.

    c)

    Er moet een intensieve uitwisseling plaatsvinden van relevante informatie over het functioneren van administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren (wederverkopers en touroperators): kennisgeving van ontdekte onregelmatigheden, regelmatige uitwisseling betreffende geweigerde visa, mededeling van ontdekte vormen van reisdocumentfraude of het niet plaatsvinden van de geplande reis. Tijdens de in het kader van de gemeenschappelijke consulaire samenwerking georganiseerde geregelde vergaderingen dient de samenwerking met de administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren (wederverkopers en touroperators) te worden besproken.

    d)

    In het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking worden lijsten uitgewisseld van de administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren (wederverkopers en touroperators) die bij elke diplomatieke of consulaire post zijn geaccrediteerd of waarvan de accreditatie wordt ingetrokken (in dit laatste geval worden de redenen vermeld).

    e)

    De administratiebureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren (wederverkopers en touroperators) moeten aan de diplomatieke en consulaire posten waarbij zij zijn geaccrediteerd, de gegevens meedelen van één of meer vertegenwoordigers die gemachtigd zijn om de dossiers van de visumaanvragen te overleggen.


    (1)  Krachtens artikel 138 van de Uitvoeringsovereenkomst zijn deze bepalingen voor wat betreft de Franse Republiek slechts van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek en voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden slechts op het grondgebied van het Rijk in Europa.

    (2)  In uitzonderingsgevallen kan een visum voor kort verblijf of doorreis aan de grens worden afgegeven conform de in deel II, punt 5, van het Gemeenschappelijk Handboek neergelegde voorwaarden.

    (3)  Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2002/585/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 44): „Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (4)  Bedoelde richtbedragen zullen worden vastgesteld conform de in deel I van het Gemeenschappelijk Handboek „Buitengrenzen” neergelegde modaliteiten.

    (5)  In geval van een doorreisvisum mag het aantal in deze rubriek vermelde dagen ten hoogste vijf bedragen.

    (6)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (7)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing het ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (8)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (9)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (10)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (11)  Overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2002/586/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    (12)  Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2002/44/EG van de Raad (PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5):

    „1.

    Deze beschikking is uiterlijk met ingang van 1 juli 2004 van toepassing.

    2.

    De lidstaten kunnen deze beschikking vóór 1 juli 2004 toepassen, mits zij het secretariaat-generaal van de Raad in kennis stellen van de datum met ingang waarvan zij daartoe in staat zijn.

    3.

    Indien alle lidstaten deze beschikking vóór 1 juli 2004 toepassen, maakt het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend met ingang van welke datum de laatste lidstaat tot de toepassing ervan is overgegaan.”

    .

    (13)  Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2002/585/EG van de Raad (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 44): „Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.”.

    BIJLAGE 1

    I.

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001

    II.

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001

    I.   Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001

    1.   Staten

     

    AFGHANISTAN

     

    ALBANIË

     

    ALGERIJE

     

    ANGOLA

     

    ANTIGUA EN BARBUDA

     

    ARMENIË

     

    AZERBEIDZJAN

     

    BAHAMA'S

     

    BAHREIN

     

    BANGLADESH

     

    BARBADOS

     

    BELARUS

     

    BELIZE

     

    BENIN

     

    BHUTAN

     

    BIRMA/MYANMAR

     

    BOSNIË en HERZEGOVINA

     

    BOTSWANA

     

    BURKINA FASO

     

    BURUNDI

     

    CAMBODJA

     

    CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK

     

    CHINA

     

    COLOMBIA

     

    COMOREN, DE

     

    CONGO

     

    CUBA

     

    DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

     

    DJIBOUTI

     

    DOMINICA

     

    DOMINICAANSE REPUBLIEK

     

    EGYPTE

     

    EQUATORIAAL-GUINEA

     

    ERITREA

     

    ETHIOPIË

     

    FEDERALE REPUBLIEK JOEGOSLAVIË (SERVIË-MONTENEGRO)

     

    FIJI

     

    FILIPIJNEN

     

    GABON

     

    GAMBIA

     

    GEORGIË

     

    GHANA

     

    GRENADA

     

    GUINEE

     

    GUINEE-BISSAU

     

    GUYANA

     

    HAÏTI

     

    INDIA

     

    INDONESIË

     

    IRAK

     

    IRAN

     

    IVOORKUST

     

    JAMAICA

     

    JEMEN

     

    JORDANIË

     

    KAAPVERDIË

     

    KAMEROEN

     

    KAZACHSTAN

     

    KENIA

     

    KIRGIZIË

     

    KIRIBATI

     

    KOEWEIT

     

    LAOS

     

    LESOTHO

     

    LIBANON

     

    LIBERIA

     

    LIBIË

     

    MADAGASKAR

     

    MALAWI

     

    MALEDIVEN, DE

     

    MALI

     

    MAROKKO

     

    MARSHALLEILANDEN

     

    MAURITANIË

     

    MAURITIUS

     

    MICRONESIË

     

    MOLDAVIË

     

    MONGOLIË

     

    MOZAMBIQUE

     

    NAMIBIË

     

    NAURU

     

    NEPAL

     

    NIGER

     

    NIGERIA

     

    NOORDELIJKE MARIANEN (EILANDEN)

     

    NOORD-KOREA

     

    OEKRAÏNE

     

    OEZBEKISTAN

     

    OMAN

     

    PAKISTAN

     

    PALAU

     

    PAPOEA-NIEUW-GUINEA

     

    PERU

     

    QATAR

     

    RUSLAND

     

    RWANDA

     

    SAINT CHRISTOPHER (SAINT KITTS) EN NEVIS

     

    SAINT LUCIA

     

    SAINT VINCENT EN DE GRENADINES

     

    SALOMONSEILANDEN, DE

     

    SAOEDI-ARABIË

     

    SAO TOMÉ EN PRINCIPE

     

    SENEGAL

     

    SEYCHELLEN, DE

     

    SIERRA LEONE

     

    SOEDAN

     

    SOMALIË

     

    SRI LANKA

     

    SURINAME

     

    SWAZILAND

     

    SYRIË

     

    TADZJIKISTAN

     

    TANZANIA

     

    THAILAND

     

    TOGO

     

    TONGA

     

    TRINIDAD EN TOBAGO

     

    TSJAAD

     

    TUNESIË

     

    TURKIJE

     

    TURKMENISTAN

     

    TUVALU

     

    UGANDA

     

    VANUATU

     

    VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN

     

    VIETNAM

     

    VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

     

    WEST-SAMOA

     

    ZAMBIA

     

    ZIMBABWE

     

    ZUID-AFRIKA.

    2.   Territoriale entiteiten en autoriteiten die door ten minste één lidstaat niet als staat worden erkend

     

    TAIWAN

     

    PALESTIJNSE AUTORITEIT

     

    OOST-TIMOR.

    II.   Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgegesteld door de lidstaten die gebonden zijn door Verordening (EG) nr. 539/2001

    1.   Staten

     

    ANDORRA

     

    ARGENTINIË

     

    AUSTRALIË

     

    BOLIVIA

     

    BRAZILIË

     

    BRUNEI

     

    BULGARIJE

     

    CANADA

     

    CHILI

     

    COSTA RICA

     

    CYPRUS

     

    ECUADOR

     

    EL SALVADOR

     

    ESTLAND

     

    GUATEMALA

     

    HONDURAS

     

    HONGARIJE

     

    ISRAËL

     

    JAPAN

     

    KROATIË

     

    LETLAND

     

    LITOUWEN

     

    MALEISIË

     

    MALTA

     

    MEXICO

     

    MONACO

     

    NICARAGUA

     

    NIEUW-ZEELAND

     

    PANAMA

     

    PARAGUAY

     

    POLEN

     

    ROEMENIË

     

    SAN MARINO

     

    SINGAPORE

     

    SLOVENIË

     

    SLOWAKIJE

     

    TSJECHIË

     

    URUGUAY

     

    VATICAANSTAD

     

    VENEZUELA

     

    VERENIGDE STATEN

     

    ZUID-KOREA

     

    ZWITSERLAND.

    2.   Speciale administratieve regio's van de Volksrepubliek China

     

    SAR Hongkong (1)

     

    SAR Macau (2).


    (1)  De visumvrijstelling geldt alleen voor de houders van een paspoort van de „Hong Kong Special Administrative Region”.

    (2)  De visumvrijstelling geldt alleen voor houders van een paspoort van de „Região Administrativa Especial de Macau”.

    BIJLAGE 2

    Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides

    I.   Regeling voor reisverkeer aan de buitengrenzen

    1.

    De gemeenschappelijke lijst van visumplichtige staten laat de regeling voor reisverkeer van houders van bovengenoemde paspoorten onverlet. De staten verbinden zich evenwel ertoe de overige staten vooraf op de hoogte te stellen van wijzigingen welke zij voornemens zijn aan te brengen in de regeling voor reisverkeer van houders van deze paspoorten en rekening te houden met het belang van de overige Schengenstaten.

    2.

    Teneinde op bijzonder flexibele wijze harmonisatie van de regeling voor reisverkeer van houders van deze categorie paspoorten na te streven, zal bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies ter informatie een overzicht worden opgenomen van staten waarvan de onderdanen in één of meer Schengenstaten niet visumplichtig zijn, wanneer zij houder zijn van een diplomatiek paspoort en/of een dienst- of speciaal paspoort, niettegenstaande de geldende visumplicht voor uit deze staten afkomstige houders van een gewoon paspoort. Tevens zal een overzicht worden opgenomen van staten waarvoor het omgekeerde geldt. Het Uitvoerend Comité zal erop toezien dat beide overzichten worden bijgewerkt.

    3.

    De in dit document vervatte regeling inzake reisverkeer is niet van toepassing op zogeheten gewone paspoorten voor openbare aangelegenheden, noch op dienst-, officiële en bijzondere paspoorten waarvan afgifte door derde staten niet overeenstemt met de door de Schengenstaten gevolgde internationale praktijk. Daartoe kan het Uitvoerend Comité, op voorstel van een groep van deskundigen, een lijst opstellen van andere dan gewone paspoorten aan de houders waarvan door de Schengenstaten geen bevoorrechte behandeling zal worden gegeven.

    4.

    Personen die voor de eerste maal in een Schengenstaat een visum ter accreditering hebben ontvangen, kunnen ten minste over het grondgebied van de overige staten reizen tot aan het grondgebied van de staat die het visum volgens de in artikel 18 van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalde voorwaarden heeft afgegeven.

    5.

    Reeds geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen met het oog op binnenkomst van het Schengengebied de buitengrens overschrijden op vertoon van deze kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

    6.

    Over het algemeen zijn houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, ook al zijn zij aan de in voorkomend geval bestaande visumplicht onderworpen, niet verplicht aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken. Wanneer het echter privé-reizen betreft, kunnen indien nodig dezelfde bewijsstukken worden gevraagd als bij aanvragen voor visa op een gewoon paspoort.

    7.

    In geval van een dienstreis dient een verbale nota van het ministerie van Buitenlandse Zaken of van een diplomatieke vertegenwoordiging (indien de visumaanvraag in een derde land wordt ingediend) elke visumaanvraag voor een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort te vergezellen. In geval van een privé-reis kan eveneens een verbale nota worden verlangd.

    8.1.

    Het systeem van voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere staten is van toepassing op visumaanvragen welke door houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort worden ingediend. Voorafgaande raadpleging wordt niet uitgevoerd ten aanzien van de staat welke een overeenkomst inzake afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek en/of dienstpaspoort heeft gesloten met het land voor de onderdanen waarvan raadpleging, conform de in onderhavige instructies opgenomen bijlage 5, is vereist.

    Indien een der staten bezwaar aantekent, kan de Schengenstaat die over de visumaanvraag moet beslissen, een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven.

    8.2.

    De Schengenstaten verbinden zich ertoe in de toekomst, zonder voorafgaande instemming van de overige Schengenstaten, geen overeenkomsten te sluiten strekkende tot afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, met staten voor welker onderdanen een andere Schengenstaat voorafgaande raadpleging voorschrijft.

    8.3.

    Met betrekking tot afgifte van een visum ter accreditering van een vreemdeling die ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd en voor wie voorafgaande raadpleging is voorgeschreven, wordt de raadplegingsprocedure overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst gevolgd.

    9.

    Wanneer een staat gebruikmaakt van de uitzonderingen zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst, is ook de toelating van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten beperkt tot het nationale grondgebied van de desbetreffende Schengenstaat, die hiervan de overige Schengenstaten in kennis dient te stellen.

    II.   Regeling voor reisverkeer aan de binnengrenzen

    In algemene zin is op houders van diplomatieke en dienstpaspoorten de in artikel 19 e.v. van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde regeling voor reisverkeer van toepassing, behoudens wanneer een territoriaal beperkt visum is afgegeven.

    Houders van bovengenoemde paspoorten kunnen gedurende drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst (indien zij niet aan de visumplicht zijn onderworpen) of gedurende de geldigheidsduur van het afgegeven visum binnen het Schengengebied reizen.

    Geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen gedurende een periode van maximaal drie maanden over het grondgebied van de overige Schengenstaten reizen, op vertoon van genoemde kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

    III.

    De in dit document vervatte regeling geldt voor vrijgeleides welke door internationale intergouvernementele organisaties waarbij alle Schengenstaten partij zijn, aan hun ambtenaren worden afgegeven, indien deze ambtenaren krachtens de constituerende verdragen van genoemde organisaties van de registratieplicht van vreemdelingen alsmede van de verplichting over een verblijftitel te beschikken, zijn vrijgesteld (zie Gemeenschappelijk Handboek, blz. 66).

    Regeling voor reisverkeer toepasselijk op houders van diplomatieke, officiële en dienstpaspoorten

    Overzicht A

    Staten waarvan de onderdanen in één of meer Schengenstaten NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort

     

    BNL

    DK

    D

    GR

    E

    F

    I

    A

    P

    FIN

    S

    ISL

    N

    Albanië

     

     

     

    DD

     

     

    D

     

     

     

     

     

     

    Algerije

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Angola

     

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

    Antigua en Barbuda

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Bahama's

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

    Barbados

     

     

     

     

     

     

    DD

    DD

     

     

     

     

     

    Benin

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Bosnië en Herzegovina

     

     

     

    D

     

     

     

    D

     

     

     

     

     

    Botswana

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Burkina Faso

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Colombia

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Dominicaanse Republiek

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Dominica

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Egypte

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Federale Republiek Joegoslavië

     

     

     

    DD

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Fiji

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Filipijnen

     

    DD

    DD

    DD

    DD

     

    DD

    DD

     

    DD

    DD

     

    DD

    Gabon

     

     

     

     

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

    Gambia

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Ghana

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Guyana

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    India

     

    DD

    D

     

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

    Ivoorkust

    DD

     

     

     

     

    DD

    DD

    DD

     

     

     

     

     

    Jamaica

    DD

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Kaapverdië

     

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

    Kenia

     

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Koeweit

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Lesotho

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Malawi

    DD

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Malediven

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

    Marokko

    DD

     

    DD

    DD

    D

    D

    DD

    DD

    DD

     

     

     

    DD

    Mauritanië

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Mozambique

     

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

    Namibië

     

     

    D

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Niger

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Pakistan

    DD

    DD

    D

     

     

     

     

    DD

     

    DD

     

    DD

    DD

    Peru

     

     

    D

    DD

    DD

    DD

    DD

    DD

     

    DD

     

     

     

    Sao Tomé en Principe

     

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

    Senegal

    D

     

    DD

     

     

    D

    DD

    DD

    DD

     

     

     

     

    Seychellen

     

     

     

     

     

     

     

    D

     

     

     

     

     

    Swaziland

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Thailand

    DD

    DD

    DD

    DD

     

     

    DD

    DD

     

    DD

    DD

     

    DD

    Togo

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Trinidad en Tobago

     

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

    Tsjaad

    D

     

    DD

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Tunesië

    DD

     

    D

    DD

    D

    D

    DD

    DD

    DD

     

     

     

     

    Turkije

    DD

    DD

    DD

    DD

    DD

    DD

    DD

    DD

    D

    DD

    DD

    DD

    DD

    Uganda

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

     

     

    D

    DD

     

    D

    DD

    D

     

     

     

     

    DD

    West-Samoa

     

     

     

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

    Zimbabwe

     

     

     

    DD

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Zuid-Afrika

     

     

    D

    DD

     

     

     

    DD

    DD

     

     

    DD

    DD

    DD: Houders van diplomatieke en dienstpaspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

    D: Alleen houders van diplomatieke paspoorten zijn van de visumplicht vrijgesteld.

    Overzicht B

    Staten waarvan de onderdanen in één of meer Schengenstaten WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort

     

    BNL

    DK

    D

    GR

    E

    F

    I

    A

    P

    FIN

    S

    ISL

    N

    Israël

     

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Mexico

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    X

     

    Verenigde Staten van Amerika

     

     

     

    X

    X (1)

    X (1)

     

     

     

     

     

     

     


    (1)  Indien zij op een officiële dienstreis of reis zijn.

    BIJLAGE 3

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen  (1)

    De Schengenstaten verbinden zich ertoe bijlage 3, deel I, niet te wijzigen zonder voorafgaande instemming van de overige partnerstaten.

    Indien een partnerstaat deel II van deze bijlage wenst te wijzigen, verbindt hij zich ertoe de partners op de hoogte te brengen en rekening te houden met hun belangen.

    Deel I

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten door alle Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens (TVL) zijn onderworpen  (2)  (3)

     

    AFGHANISTAN

     

    BANGLADESH

     

    DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

     

    ERITREA (4)

     

    ETHIOPIË

     

    GHANA

     

    IRAK

     

    IRAN (5)

     

    NIGERIA

     

    PAKISTAN

     

    SOMALIË

     

    SRI LANKA.

    Deze personen zijn niet aan de visumplicht onderworpen, indien zij in het bezit zijn van één van de in deel III van deze bijlage opgesomde verblijfstitels van een EER-staat (deel A), of van een bepaalde, navolgend genoemde verblijfstitel van Andorra, Canada, Japan, Monaco, San Marino, de Verenigde Staten van Amerika of Zwitserland, waardoor een onvoorwaardelijk recht op terugkeer wordt gegarandeerd (deel B).

    Deze verblijfstitels worden in het kader van de dienst „Visa” in onderlinge overeenstemming aangevuld en periodiek getoetst. Bij eventuele problemen kunnen de Schengenstaten deze maatregelen opschorten totdat deze in onderlinge overeenstemming zijn verduidelijkt. De Schengenstaten kunnen bepaalde verblijfstitels van vrijstelling uitsluiten, indien zulks in deel III is vermeld.

    Met betrekking tot de houders van diplomatieke, dienst- of andere officiële paspoorten beslist elk der Schengenstaten over de uitzonderingen op de transitvisumplicht voor luchthavens.

    Deel II

    Gemeenschappelijke lijst van derde landen waarvan de onderdanen of houders van door deze derde landen afgegeven reisdocumenten door sommige Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen.

     

    BNL (6)

    DK

    D

    GR

    E (7)

    F (8)

    I (9)

    A (10)

    P

    FIN

    S

    ISL

    N

    Albanië

     

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Angola

    X

     

    X

    X

    X

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Cuba

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

    Egypte

     

     

     

     

     

    X (11)

     

     

     

     

     

     

     

    Gambia

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Guinee

    X

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Guinee-Bissau

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

    Haïti

     

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    India

     

    X (12)

    X (13)

    X

    X

    X (13)

     

     

     

     

     

     

     

    Ivoorkust

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

    Jordanië

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Libanon

     

     

    X

     

     

    X (11)

     

     

     

     

     

     

     

    Liberia

     

     

     

     

    X

    X

     

    X

    X

     

     

     

     

    Libië

     

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Mali

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

    Senegal

     

     

     

     

     

     

    X

     

    X

     

     

     

     

    Sierra Leone

     

     

     

     

    X

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Soedan

    X

     

    X

    X

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

    Syrië

    X

     

    X

    X

     

    X (14)

     

     

     

     

     

     

     

    Togo

     

     

     

     

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

    Turkije

     

     

    X (13)

    X

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Deel III

    A.

    Lijst van verblijfstitels van EER-staten waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld:

     

    IERLAND

    Residence permit in combinatie met re-entry visa (verblijfsvergunning slechts in combinatie met een visum voor hernieuwde inreis)

     

    LIECHTENSTEIN

    Livret pour étranger B (verblijfsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van één jaar niet is verstreken) (15)

    Livret pour étranger C (vestigingsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van vijf of tien jaar niet is verstreken)

     

    VERENIGD KONINKRIJK

    Leave to remain in the United Kingdom for an indefinite period (vergunning om voor onbepaalde tijd in het Verenigd Koninkrijk te verblijven; dit document is slechts toereikend, indien het verblijf buiten het Verenigd Koninkrijk niet langer dan twee jaar heeft bedragen)

    Certificate of entitlement to the right of abode (bewijs van vestigingsrecht)

    B.

    Lijst van verblijfstitels met een onvoorwaardelijk recht op terugkeer waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld:

     

    ANDORRA

    Tarjeta provisional de estancia y de trabajo (voorlopige verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor seizoensarbeid afgegeven; de geldigheidsduur hangt van de lengte van de arbeidsovereenkomst af, maar is in beginsel korter dan zes maanden; niet verlengbaar (16)

    Tarjeta de estancia y de trabajo (verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met één jaar worden verlengd (17)

    Tarjeta de estancia (verblijfskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met 1 jaar worden verlengd (18)

    Tarjeta temporal de residencia (tijdelijke verblijfskaart) (roze); wordt voor één jaar afgegeven en kan tweemaal voor eenzelfde duur worden verlengd (19)

    Tarjeta ordinaria de residencia (gewone verblijfskaart) (geel); wordt voor drie jaren afgegeven en kan met 3 jaren worden verlengd (20)

    Tarjeta privilegiada de residencia (bevoorrechte verblijfskaart) (groen); wordt voor vijf jaren afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

    Autorización de residencia (verblijfsautorisatie) (groen); wordt voor één jaar afgegeven en kan telkens met drie jaaren worden verlengd (21)

    Autorización temporal de residencia y de trabajo (tijdelijke verblijfs- en arbeidsautorisatie) (roze); wordt voor twee jaren afgegeven en kan met twee jaren worden verlengd (22)

    Autorización ordinaria de residencia y de trabajo (gewone verblijfs- en arbeidsautorisatie) (geel); wordt voor vijf jaren afgegeven

    Autorización privilegiada de residencia y de trabajo (bevoorrechte verblijfs- en arbeidsautorisatie) (groen); wordt voor tien jaren afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

     

    CANADA

    Returning Resident Permit (terugkeervergunning voor ingezetenen, inlegvel in het paspoort)

     

    VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

    Form I-551 Permanent resident card (twee (23) of tien jaren geldig)

    Form I-551 Alien registration receipt card (twee (24) of tien jaren geldig)

    Form I-551 Alien registration receipt card (onbeperkte geldigheid)

    Form I-327 Reentry document (twee jaren geldig - afgegeven aan houders van een I-551) (25)

    Resident alien card (aan vreemdelingen afgegeven kaart voor onderdanen met een geldigheidsduur van twee jaren (26) of tien jaren, dan wel onbeperkt; dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan één jaar heeft bedragen)

    Permit to reenter (vergunning tot hernieuwde inreis met een geldigheidsduur van 2 jaren; dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan twee jaren heeft bedragen) (27)

    Valid temporary residence stamp in een geldig paspoort (één jaar geldigheid te rekenen vanaf de afgiftedatum) (28)

     

    JAPAN

    Re-entry permit to Japan (vergunning tot hernieuwde inreis in Japan) (29)

     

    MONACO

    Carte de séjour de résident temporaire de Monaco (tijdelijke verblijfskaart) (30)

    Carte de séjour de résident ordinaire de Monaco (gewone verblijfskaart)

    Carte de séjour de résident privilégié de Monaco (verblijfskaart voor bevoorrechte personen)

    Carte de séjour de conjoint de ressortissant monégasque (verblijfskaart voor echtgeno(o)t(e) van Monegaskische onderdaan)

     

    SAN MARINO

    Permesso di soggiorno ordinario (validità illimitata) (gewone verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

    Permesso di soggiorno continuativo speciale (validità illimitata) (permanente bijzondere verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

    Carta d'identità di San Marino (validità illimitata) (identiteitskaart van San Marino (onbeperkte geldigheid))

     

    ZWITSERLAND

    Livret pour étranger B (verblijfsvergunning met geldigheidsduur van één jaar) (31)

    Livret pour étranger C (vestigingsvergunning met geldigheidsduur van vijf of tien jaren)


    (1)  Voor de afgifte van een transitvisum voor luchthavens (TVL) behoeven de centrale autoriteiten niet te worden geraadpleegd.

    (2)  Voor alle Schengenstaten

    Van een TVL zijn vrijgesteld:

    vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat die partij is bij het Verdrag van Chicago.

    (3)  Voor de Benelux-landen, Frankrijk en Spanje

    Van een TVL zijn vrijgesteld:

    houders van diplomatieke en dienstpaspoorten.

    (4)  Voor Duitsland

    Alleen indien de onderdanen niet beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een van de EU-lidstaten of voor een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, dan wel voor Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten van Amerika.

    (5)  Voor Duitsland

    Van een TVL zijn vrijgesteld:

    houders van diplomatieke en dienstpaspoorten.

    (6)  Alleen indien de onderdanen niet over een geldige verblijfstitel voor één van de EER-staten, Canada of de Verenigde Staten beschikken. Houders van een diplomatiek, dienst- of bijzonder paspoort zijn eveneens hiervan vrijgesteld.

    (7)  Een TVL wordt niet verlangd van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten. Een dergelijk visum wordt evenmin verlangd van houders van een gewoon paspoort die ingezetene zijn van dan wel houder zijn van een geldig inreisvisum voor een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de Verenigde Staten of Canada.

    (8)  Van een TVL zijn vrijgesteld:

    houders van diplomatieke en dienstpaspoorten;

    houders van één der in deel III genoemde verblijfstitels;

    vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat die partij is bij het Verdrag van Chicago.

    (9)  Alleen indien de onderdanen niet over een geldige verblijfstitel voor de EER-staten, Canada en de Verenigde Staten beschikken.

    (10)  Aan de transitvisumplicht onderworpen vreemdelingen hoeven niet in het bezit te zijn van een transitvisum voor luchthavens (TVL) voor doorreis via een Oostenrijkse luchthaven, voorzover zij voor de duur van het transitverblijf in het bezit zijn van:

    een verblijfstitel voor Andorra, Japan, Canada, Monaco, San Marino, Zwitserland, Vaticaanstad of de Verenigde Staten, welke een absoluut terugkeerrecht verleent;

    een visum of verblijfstitel van een Schengenstaat waar de Toetredingsovereenkomst in werking is getreden;

    een verblijfstitel van een EER-lidstaat.

    (11)  Alleen voor houders van het reisdocument voor Palestijnse vluchtelingen.

    (12)  Van onderdanen van India wordt geen TVL verlangd indien zij houder zijn van een diplomatiek of dienstpaspoort.

    Van onderdanen van India wordt evenmin een TVL verlangd indien zij beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten. Van onderdanen van India wordt evenmin een TVL verlangd indien zij over een geldige verblijfstitel beschikken voor Andorra, Japan, Monaco of San Marino en indien zij in het bezit zijn van een terugkeervergunning voor het land van hun woonplaats, die tot drie maanden na hun doorreis via de luchthaven geldig is.

    De uitzondering voor onderdanen van India die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel voor Andorra, Japan, Monaco of San Marino, wordt van kracht op het moment dat Denemarken toetreedt tot de Schengensamenwerking, namelijk op 25 maart 2001.

    (13)  Alleen indien de onderdanen niet beschikken over een geldig visum of een geldige verblijfstitel voor een van de EU-lidstaten of voor een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, dan wel voor Canada, Zwitserland of de Verenigde Staten.

    (14)  Ook voor de houders van het reisdocument voor Palestijnse vluchtelingen.

    (15)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (16)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (17)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (18)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (19)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (20)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (21)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (22)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (23)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (24)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (25)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (26)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (27)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (28)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (29)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (30)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    (31)  Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

    BIJLAGE 4

    Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst

    BELGIË

    Identiteitskaart voor vreemdelingen

    Carte d'identité d'étranger

    Personalausweis für Ausländer

    Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

    Certificat d'inscription au registre des étrangers

    Bescheinigung der Eintragung im Ausländer-register

    Door het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitels

    Diplomatieke identiteitskaart

    Carte d'identité diplomatique

    Diplomatischer Personalausweis

    Consulaire identiteitskaart

    Carte d'identité consulaire

    Konsularer Personalausweis

    Bijzondere identiteitskaart — blauw

    Carte d'identité spéciale — couleur bleue

    Besonderer Personalausweis — blau

    Bijzondere identiteitskaart — rood

    Carte d'identité spéciale — couleur rouge

    Besonderer Personalausweis — rot

    Identiteitsbewijs voor kinderen, die de leeftijd van vijf jaar nog niet hebben bereikt, van een bevoorrecht vreemdeling dewelke houder is van een diplomatieke identiteitskaart, consulaire identiteitskaart, bijzondere identiteitskaart — blauw of bijzondere identiteitskaart — rood

    Certificat d'identité pour les enfants âgés de moins de cinq ans des étrangers privilégiés titulaires d'une carte d'identité diplomatique, d'une carte d'identité consulaire, d'une carte d'identité spéciale — couleur bleue ou d'une carte d'identité — couleur rouge

    Identitätsnachweis für Kinder unter fünf Jahren, für privilegierte Ausländer, die Inhaber eines diplomatischen Personalausweises sind, konsularer Personalausweis, besonderer Personalausweis — rot oder besonderer Personalausweis — blau

    Door een Belgisch gemeentebestuur aan een kind beneden de 12 jaar afgegeven identiteitsbewijs met foto

    Certificat d'identité avec photographie délivré par une administration communale belge à un enfant de moins de douze ans

    Von einer belgischen Gemeindeverwaltung einem Kind unter dem 12. Lebensjahr ausgestellter Personalausweis mit Lichtbild

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    DENEMARKEN

    Verblijfskaarten

    EF/EØS — opholdskort (EU/EER-verblijfskaart) (opschrift op de kaart)

    Kort A. Tidsbegrænset EF-/EØS-opholdsbevis (anvendes til EF-/EØS-statsborgere)

    (Kaart A. Tijdelijke EU/EER-verblijfstitel voor onderdanen van lidstaten van de EU of de EER)

    Kort B. Tidsubegrænset EF-/EØS-opholdsbevis (anvendes til EF-/EØS-statsborgere)

    (Kaart B. EU/EER-verblijfstitel van onbeperkte duur voor onderdanen van lidstaten van de EU of de EER)

    Kort K. Tidsbegrænset opholdstilladelse til tredjelandsstatsborgere, der meddeles opholdstilladelse efter EF-/EØS-reglerne)

    (Kaart K. Tijdelijke verblijfstitel voor onderdanen van derde landen aan wie op grond van de EU/EER-regels een verblijfsvergunning wordt verleend)

    Kort L. Tidsubegrænset opholdstilladelse til tredjelandsstatsborgere, der meddeles opholdstilladelse efter EF-/EØS-reglerne)

    (Kaart L. Verblijfstitel van onbeperkte duur voor onderdanen van derde landen aan wie op grond van de EU/EER-regels een verblijfsvergunning wordt verleend)

    Verblijfsvergunning (en opschrift op de kaart)

    Kort C. Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

    (Kaart C. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken)

    Kort D. Tidsubegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

    (Kaart D. Verblijfsvergunning van onbeperkte duur voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken)

    Kort E. Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der ikke har ret til arbejde

    (Kaart E. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen zonder recht op arbeid)

    Kort F. Tidsbegrænset opholdstilladelse til flygtninge — er fritaget for arbejdstilladelse

    (Kaart F. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vluchtelingen — hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

    Kort G. Tidsbegrænset opholdstilladelse til EF/EØS — statsborgere, som har andet opholdsgrundlag end efter EF-reglerne — er fritaget for arbejdstilladelse

    (Kaart G. Tijdelijke verblijfsvergunning voor onderdanen van lidstaten van de EU/EER die over een andere dan uit de EU-regels voortvloeiende verblijfsbasis beschikken — hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

    Kort H. Tidsubegrænset opholdstilladelse til EF/EØS — statsborgere, som har andet opholdsgrundlag end efter EF-reglerne — er fritaget for arbejdstilladelse

    (Kaart H. Verblijfsvergunning van onbeperkte duur voor onderdanen van lidstaten van de EU/EER die over een andere dan uit de EU-regels voortvloeiende verblijfsbasis beschikken — hoeven niet over een arbeidsvergunning te beschikken)

    Kort J. Tidsbegrænset opholds- og arbejdstilladelse til udlændinge

    (Kaart J. Tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning voor vreemdelingen)

    Sinds 14 september 1998 geeft Denemarken nieuwe verblijfskaarten in cardformaat af.

    Er zijn nog geldige verblijfskaarten van het type B, D en H in omloop, die een ander formaat hebben. Deze kaarten zijn gemaakt van geplastificeerd papier, zijn ongeveer 9 cm × 13 cm groot en hebben een rasterdruk met het nationale wapen van Denemarken. De basiskleur van de kaart van het type B is beige, die van de kaart van het type D lichtroze en die van de kaart van het type H lichtpaars.

    In het paspoort aan te brengen zelfklevers met een van de volgende opschriften:

    Sticker B. — Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der ikke har ret til arbejde

    (Zelfklever B. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen zonder recht op arbeid)

    Sticker C. — Tidsbegrænset opholds- og arbejdstilladelse

    (Zelfklever C. Tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning)

    Sticker D. — Medfølgende slægtninge (opholdstilladelse til børn, der er optaget i forældres pas)

    (Zelfklever D. Meereizende gezinsleden (verblijfsvergunning voor kinderen die in het paspoort van hun ouders zijn bijgeschreven)

    Sticker H. — Tidsbegrænset opholdstilladelse til udlændinge, der er fritaget for arbejdstilladelse

    (Zelfklever H. Tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen die niet over een arbeidsvergunning hoeven te beschikken)

    Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven zelfklevers

    Sticker E — Diplomatisk visering

    (Zelfklever E. — diplomatiek visum)

    Afgegeven aan diplomaten en hun gezinsleden die vermeld staan op de diplomatieke lijsten, alsmede aan personeelsleden van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten zolang betrokkene op de diplomatieke lijsten in Kopenhagen vermeld staat).

    Sticker F — Opholdstilladelse

    (Zelfklever F. — verblijfsvergunning)

    Afgegeven aan gedetacheerd technisch of administratief personeel en hun gezinsleden, alsmede aan huispersoneel van diplomaten die door het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land van herkomst zijn gedetacheerd en die over een dienstpaspoort beschikken. Wordt ook afgegeven aan personeel van vergelijkbare rang van internationale organisaties in Denemarken. Geldig voor verblijf en voor verscheidene binnenkomsten voor de duur van de missie.

    Sticker S (i kombination med sticker E eller F)

    (Zelfklever S (vergezeld van een zelfklever van het type E of F)).

    Verblijfsvergunning voor meereizende naaste familieleden, indien zij in het paspoort zijn bijgeschreven.

    Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitskaarten voor buitenlandse diplomaten, technisch of administratief personeel, huispersoneel, enz. geven niet het recht, het grondgebied zonder visum binnen te komen, omdat die identiteitskaarten niet het bewijs van een verblijfsvergunning voor Denemarken leveren.

    Andere documenten:

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    Terugkeervergunning in de vorm van een visumsticker met landencode DK

    DUITSLAND

    Aufenthaltserlaubnis für die Bundesrepublik Deutschland

    (Verblijfstitel voor de Bondsrepubliek Duitsland)

    Aufenthaltserlaubnis für Angehörige eines Mitgliedstaates der EWG

    (Verblijfstitel voor de onderdanen van de EEG)

    Aufenthaltsberechtigung für die Bundesrepublik Deutschland

    (Verblijfsvergunning voor de Bondsrepubliek Duitsland)

    Aufenthaltsbewilligung für die Bundesrepublik Deutschland

    (Machtiging tot verblijf voor de Bondsrepubliek Duitsland)

    Aufenthaltsbefugnis für die Bundesrepublik Deutschland

    (Machtiging tot verblijf voor de Bondrepubliek Duitsland)

    Bovenstaande verblijfstitels geven als vervanging van het visum alleen recht op visumvrije binnenkomst indien zij in een paspoort zijn aangebracht, dan wel als visumverklaring bij een paspoort zijn gevoegd. Zij geven geen recht op visumvrije binnenkomst indien zij als nationaal identiteitsdocument in een paspoortvervangend document zijn aangebracht.

    De verblijfstitels „Aussetzung der Abschiebung (Duldung)” (opgeschorte uitzettingsmaatregel), alsmede „Aufenthaltsgestattung für Asylbewerber” (voorlopige verblijfstitel voor asielzoekers) geven evenmin recht op visumvrije binnenkomst.

    De door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitels zijn:

    Diplomatenausweis

    (Diplomatiek paspoort) (rode kleur)

    Ausweis für bevorrechtigte Personen

    Paspoort voor bevoorrechte personen) (blauwe kleur)

    Ausweis

    (Paspoort) (gele kleur)

    Ausweis

    (Paspoort) (donkerrode kleur)

    Personalausweis

    (Paspoort voor personeel) (groene kleur)

    De door de deelstaten afgegeven bijzondere verblijfstitels zijn:

    Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps

    (Paspoort voor leden van het consulair corps) (witte kleur)

    Ausweis

    (Paspoort) (grijze kleur)

    Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps

    (Paspoort voor leden van het consulair corps) (wit met groene strepen)

    Ausweis (Paspoort)

    (gele kleur)

    Ausweis (Paspoort)

    (groene kleur)

    Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven nieuwe verblijfstitels in cardformaat (Personalausweis-formaat):

    Diplomatenausweis en Diplomatenausweis artikel 38, Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer

    (Diplomatiek paspoort)

    Deze documenten komen overeen met de tot dusverre gebruikte rode diplomatieke paspoorten en zijn op de achterzijde voorzien van de letter D.

    Protokollausweis für Verwaltungspersonal

    (Protocollair paspoort voor administratief personeel)

    Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het administratief en technisch ambassadepersoneel en is op de achterzijde voorzien van de letters VB.

    Protokollausweis für dienstliches Hauspersonal

    (Protocollair paspoort voor huispersoneel van de dienst)

    Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte blauwe paspoort voor uitgezonden leden van het huispersoneel van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters DP.

    Protokollausweis für Ortskräfte

    (Protocollair paspoort voor plaatselijke personeelsleden)

    Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte gele paspoort voor plaatselijk aangeworven medewerkers van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters OK.

    Protokollausweis für privates Hauspersonal

    (Protocollair paspoort voor privé-huispersoneel)

    Dit document komt overeen met het tot dusverre gebruikte groene paspoort voor privé-huispersoneel van uitgezonden leden van de ambassades en is op de achterzijde voorzien van de letters PP.

    Sonderausweis für Mitarbeiter internationaler Organisationen

    (Speciaal paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties)

    Dit document komt overeen met het tot dusver gebruikte donkerrode paspoort voor personeelsleden van internationale organisaties en is op de achterzijde voorzien van de letters IO.

    De aan elk document verbonden voorrechten zijn vermeld op de achterzijde.

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie.

    GRIEKENLAND

    Άδεια παραμονής αλλοδαπού για εργασία

    (werkvergunning voor vreemdelingen)

    Άδεια παραμονής μελών οικογενείας αλλοδαπού

    (in het kader van gezinshereniging afgegeven verblijfstitel)

    Άδεια παραμονής αλλοδαπού για σπουδές

    (verblijfstitel voor studiedoeleinden)

    Άδεια παραμονής αλλοδαπού

    (verblijfsvergunning voor vreemdelingen) (wit) (Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen die met Griekse onderdanen gehuwd zijn. De verblijfsvergunning heeft een geldigheidsduur van een jaar en wordt telkens verlengd zolang het huwelijk bestaat.)

    Άδεια παραμονής αλλοδαπού

    (verblijfstitel voor vreemdelingen) (beige-geel) (Dit document wordt afgegeven aan alle vreemdelingen die legaal in Griekenland verblijven. Het is één (1) tot vijf (5) jaar geldig.)

    Άδεια παραμονής αλλοδαπού

    (verblijfstitel voor vreemdelingen) (wit) (Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen die overeenkomstig het Verdrag van Genève van 1951 als verdragsvluchteling zijn erkend.)

    Δελτίο ταυτότητας αλλοδαπού

    (identiteitskaart voor vreemdelingen) (groen) (Dit document wordt uitsluitend afgegeven aan vreemdelingen van Griekse oorsprong. Het is twee of vijf jaar geldig.)

    Ειδικό δελτίο ταυτότητας ομογενούς

    (speciale identiteitskaart voor vreemdelingen van Griekse afkomst) (beige) (Dit document wordt afgegeven aan Albanese onderdanen van Griekse oorsprong. Het is drie jaar geldig. Hetzelfde document wordt afgegeven aan hun echtgenoten en nakomelingen van Griekse oorsprong, ongeacht hun nationaliteit, mits de familiebanden door officiële documenten worden gestaafd.)

    Ειδικό δελτίο ταυτότητας ομογενούς

    (speciale identiteitskaart voor vreemdelingen van Griekse afkomst) (rose) (Dit document wordt afgegeven aan vreemdelingen van Griekse oorsprong uit de voormalige USSR. Het heeft een onbepaalde geldigheidsduur.)

    Δελτίο ταυτότητας διπλωματικού υπαλλήλου

    (identiteitskaart voor diplomaten) (wit)

    Δελτίο ταυτότητας προξενικού υπαλλήλου

    (identiteitskaart voor consulaire functionarissen) (wit)

    Δελτίο ταυτότητας υπαλλήλου διεθνούς οργανισμού

    (identiteitskaart voor functionarissen van internationale instellingen) (wit)

    Δελτίο ταυτότητας διοικητικού υπαλλήλου διπλωματικής αρχής

    (identiteitskaart voor administratieve ambtenaren van diplomatieke instanties) (hemelsblauw)

    reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    Aantekening De documenten van de eerste vier categorieën blijven geldig tot hun vervaldag. Er worden sinds 2 juni 2001 geen documenten van die categorieën meer afgegeven.

    SPANJE

    Houders van een geldige terugkeerautorisatie (autorización de regreso) kunnen zonder visum binnenkomen.

    De geldige verblijfstitels op grond waarvan een vreemdeling, die uit hoofde van zijn nationaliteit aan de visumplicht zou zijn onderworpen, zonder visum het Spaanse grondgebied kan binnenkomen, zijn de volgende:

    Permiso de residencia inicial

    (Voorlopige verblijfsvergunning)

    Permiso de residencia ordinario

    (Gewone verblijfsvergunning)

    Permiso de residencia especial

    (Bijzondere verblijfsvergunning)

    Tarjeta de estudiante

    (Studentenkaart)

    Permiso de residencia tipo A

    (Verblijfsvergunning type A)

    Permiso de residencia tipo b

    (Verblijfsvergunning type b)

    Permiso de trabajo y de residencia tipo B

    (Werk- en verblijfsvergunning type B)

    Permiso de trabajo y de residencia tipo C

    (Werk- en verblijfsvergunning type C)

    Permiso de trabajo y de residencia tipo d

    (Werk- en verblijfsvergunning type d)

    Permiso de trabajo y de residencia tipo D

    (Werk- en verblijfsvergunning type D)

    Permiso de trabajo y de residencia tipo E

    (Werk- en verblijfsvergunning type E)

    Permiso de trabajo fronterizo tipo F

    (Werkvergunning voor grensarbeiders type F)

    Permiso de trabajo y residencia tipo P

    (Werk- en verblijfsvergunning type P)

    Permiso de trabajo y residencia tipo Ex

    (Werk- en verblijfsvergunning type Ex)

    Tarjeta de reconocimiento de la excepción a la necesidad de obtener permiso de trabajo y permiso de residencia (articulo 16 de la Ley no 7/85)

    (Bewijs of vergunning houdende ontheffing van de verplichting tot het verkrijgen van een werkvergunning of een verblijfsvergunning — art. 16 Wet 7/85)

    Permiso de residencia para refugiados

    (Verblijfsvergunning voor vluchtelingen)

    Lista de personas que participan en un viaje escolar dentro de la Unión Europea

    (Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie)

    Tarjeta de familiar residente comunitario

    (Document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

    Tarjeta temporal de familiar de residente comunitario

    (Tijdelijk document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

    Houders van onderstaande door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven legitimatiebewijzen kunnen zonder visum het land binnenkomen:

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Cuerpo diplomático. Embajador. Documento de identidad” (Corps diplomatique. Ambassadeur. Identiteitsdocument), afgegeven aan de geaccrediteerde ambassadeurs.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Cuerpo diplomático. Documento de identidad” (Corps diplomatique. Identiteitsdocument), afgegeven aan het geaccrediteerde personeel in een diplomatieke post met diplomatiek statuut. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, gele kleur) met de vermelding „Misiones diplomáticas. Personal administrativo y técnico. Documento de identidad” (Diplomatieke posten. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan de administratieve functionarissen van een geaccrediteerde diplomatieke post. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Tarjeta diplomática de identidad” (Diplomatieke Identiteitskaart), afgegeven aan het personeel met diplomatiek statuut van het Bureau van de Arabische Liga en aan het geaccrediteerde personeel van het Bureau (Oficina de la Delegación General) van Palestina. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding „Organismos internacionales. Estatuto diplomático. Documento de identidad” (Internationale organisaties. Diplomatiek Statuut. Identiteitsdocument), afgegeven aan bij internationale organisaties geaccrediteerd personeel met diplomatiek statuut. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, blauwe kleur) met de vermelding „Organismos internacionales. Personal administrativo y técnico. Documento de identidad” (Internationale organisaties. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan bij internationale organisaties geaccrediteerde administratieve functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding „Functionario consular de carrera. Documento de identidad” (Consulaire beroepsfunctionaris. Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde consulaire beroepsfunctionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding „Empleado consular. Expedida a favor de … Documento de identidad” (Consulaire bediende. Afgegeven aan … Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde administratieve consulaire functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    Tarjeta especial (Bijzondere kaart, grijze kleur) met de vermelding „Personal de servicio. Misiones diplomáticas, oficinas consulares y organismos internacionales. Expedida a favor de … Documento de identidad” (Dienstpersoneel. Diplomatieke en consulaire posten en internationale organisaties. Afgegeven aan … Identiteitsdocument). Wordt afgegeven aan het huispersoneel van de consulaire en diplomatieke posten en de internationale organisaties (dienstpersoneel) en aan het personeel met diplomatieke of consulaire beroepsstatus (eigen huisknechten). Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd.

    FRANKRIJK

    1.

    Meerderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

    Carte de séjour temporaire comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé

    (Tijdelijke verblijfsvergunning met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende vermelding)

    Carte de résident

    (Verblijfsvergunning)

    Certificat de résidence d'Algérien comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé (1 an, 10 ans)

    (Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende vermelding) (1 jaar, 10 jaar)

    Certificat de résidence d'Algérien portant la mention „membre d'un organisme officiel” (2 ans)

    (Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met de vermelding „lid van een officiële instantie”) (2 jaar)

    Carte de séjour des Communautés européennes (1 an, 5 ans, 10 ans)

    (Verblijfskaart van de Europese Gemeenschappen) (1 jaar, 5 jaar, 10 jaar)

    Carte de séjour de l'Espace Économique européen

    (Verblijfskaart van de Europese Economische Ruimte)

    Cartes officielles valant titre de séjour, délivrés par le ministère des affaires etrangères

    (Officiële kaarten die gelden als verblijfsvergunning en door het ministerie van Buitenlandse Zaken worden afgegeven)

    Bijzondere verblijfsdocumenten

    Titre de séjour spécial portant la mention CMD/A délivré aux chefs de mission diplomatique

    (Bijzondere verblijfsvergunning die wordt afgegeven aan hoofden van diplomatieke missies met de vermelding „CMD/A”)

    Titre de séjour spécial portant la mention CMD/M délivré aux chefs de mission d'organisations internationales

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „CMD/M” die wordt afgegeven aan missiehoofden van internationale organisaties)

    Titre de séjour spécial portant la mention CMD/D délivré aux chefs d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CMD/D”, die wordt afgegeven aan hoofden van permanente delegaties bij een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention CD/A délivré aux agents du corps diplomatique

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/A”, die wordt afgegeven aan ambtenaren van het Corps Diplomatique)

    Titre de séjour spécial portant la mention CD/M délivré aux hauts fonctionnaires d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/M”, die wordt afgegeven aan hoge ambtenaren van internationale organisaties)

    Titre de séjour spécial portant la mention CD/D délivré aux assimilés diplomatiques membres d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CD/D”, die wordt afgegeven aan personen die gelijkgesteld zijn met diplomaten en lid zijn van een permanente afvaardiging bij een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention CC/C délivré aux fonctionnaires consulaires

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „CC/C”, die wordt afgegeven aan functionarissen van consulaten)

    Titre de séjour spécial portant la mention AT/A délivré au personnel administratif ou technique d'une ambassade

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/A”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een ambassade)

    Titre de séjour spécial portant la mention AT/C délivré au personnel administratif ou technique d'un consulat

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/C”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een consulaat)

    Titre de séjour spécial portant la mention AT/M délivré au personnel administratif ou technique d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/M”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention AT/D délivré au personnel administratif ou technique d'une délégation auprès d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „AT/D”, die wordt afgegeven aan het administratief en technisch personeel van een delegatie bij een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention SE/A délivré au personnel de service d'une ambassade

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/A”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een ambassade)

    Titre de séjour spécial portant la mention SE/C délivré au personnel de service d'un consulat

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/C”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een consulaat)

    Titre de séjour spécial portant la mention SE/M délivré au personnel de service d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/M”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention SE/D délivré au personnel de service d'une délégation auprès d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „SE/D”, die wordt afgegeven aan het dienstpersoneel van een delegatie bij een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention PP/A délivré au personnel privé d'un diplomate

    (Bijzondere verblijfsvergunning, met de vermelding „PP/A”, die wordt afgegeven aan het privé-personeeel van een diplomaat)

    Titre de séjour spécial portant la mention PP/C délivré au personnel privé d'un fonctionnaire consulaire

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „PP/C”), die wordt afgegegeven aan het privé-personeel van een functionaris van een consulaat)

    Titre de séjour spécial portant la mention PP/M délivré au personnel privé d'un membre d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „PP/M” die wordt afgegeven aan het privé-personeel van een lid van een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention PP/D délivré au personnel privé d'un membre d'une délégation permanente auprès d'une organisation internationale

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „PP/D” die wordt afgegeven aan het privé-personeel van een lid van een permanente delegatie bij een internationale organisatie)

    Titre de séjour spécial portant la mention EM/A délivré aux enseignants ou aux militaires à statut spécial attachés auprès d'une ambassade

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „EM/A” die wordt afgegeven aan onderwijsgevenden of militairen met een bijzondere status, die verbonden zijn aan een ambassade)

    Titre de séjour spécial portant la mention EM/C délivré aux enseignants ou aux militaires à statut spécial attachés auprès d'un consulat

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „EM/C”, die wordt afgegeven aan onderwijsgevenden of militairen met een bijzondere status, die verbonden zijn aan een consulaat)

    Titre de séjour spécial portant la mention EF/M délivré aux fonctionnaires internationaux domiciliés à l'étranger

    (Bijzondere verblijfsvergunning met de vermelding „EF/M”, die wordt afgegeven aan in het buitenland woonachtige internationale functionarissen)

    Documenten van Monaco

    Carte de séjour de résident temporaire de Monaco

    (Verblijfsvergunning voor tijdelijke inwoners van Monaco)

    Carte de séjour de résident ordinaire de Monaco

    (Verblijfsvergunning voor gewone inwoners van Monaco)

    Carte de séjour de résident privilégié de Monaco

    (Verblijfsvergunning voor bevoorrechte inwoners van Monaco)

    Carte de séjour de conjoint de ressortissant monégasque

    (Verblijfsvergunning voor echtgenotes(n) van onderdanen van Monaco)

    2.

    Minderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

    Document de circulation pour étrangers mineurs

    (Reisdocument voor minderjarige vreemdelingen)

    Visa de retour (sans condition de nationalité et sans présentation du titre de séjour, auquel ne sont pas soumis les enfants mineurs)

    (Terugkeervisum) (zonder nationaliteitsvoorwaarde of verplichting tot het overleggen van de verblijfstitel, welke voor minderjarige kinderen niet verplicht is)

    Passeport diplomatique/de service/ordinaire des enfants mineurs des titulaires d'une carte spéciale du ministère des affaires étrangères revêtu d'un visa de circulation

    (Diplomatiek dienst-/gewoon paspoort van minderjarige kinderen van personen die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere kaart welke van een circulatievisum is voorzien)

    3.

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    Aantekening 1:

    Gewezen zij op het feit dat ontvangstbewijzen van een eerste aanvraag van een verblijfstitel geen recht geven op een inreis zonder visum. Ontvangstbewijzen van verzoeken tot her nieuwing of wijziging van de verblijfstitel worden als geldig beschouwd, voorzover deze bij de oorspronkelijke verblijfstitel zijn gevoegd.

    Aantekening 2:

    De „attestations de fonctions” (beroepsgetuigschriften), die worden afgegeven door het protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden niet als verblijfstitel aangemerkt. De houders van deze documenten dienen tevens over één of meer verblijfstitels op grond van het Gemeenschapsrecht te beschikken.

    ITALIË

    Carta di soggiorno (validità illimitata)

    (Verblijfskaart) (onbepaalde duur)

    Permesso di soggiorno con esclusione delle sottoelencate tipologie:

    (Verblijfsvergunning met uitzondering van de volgende documenten:)

    1.

    Permesso di soggiorno provvisorio per richiesta asilo politico ai sensi della Convenzione di Dublino

    (Voorlopige verblijfsvergunning in geval van een aanvraag tot politiek asiel in de zin van de Overeenkomst van Dublin)

    2.

    Permesso di soggiorno per cure mediche

    (Verblijfsvergunning ten behoeve van een medische behandeling)

    3.

    Permesso di soggiorno per motivi di giustizia

    (Verblijfsvergunning om justitiële redenen)

    Carta d'identità MAE:

    (Identiteitskaart Ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Mod. 1 (blu) Corpo diplomatico accreditato e consorti titolari di passaporto diplomatico

    (Model 1 (blauwe kleur) Geaccrediteerde leden van het diplomatiek corps en hun echtgeno(o)t(e) die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

    Mod. 2 (verde) Corpo consolare titolare di passaporto diplomatico

    (Model 2 (groene kleur) Leden van het consulair corps die houder zijn van een diplomatiek paspoort)

    Mod. 3 (arancione) Funzionari II FAO titolari di passaporto diplomatico, di servizio o ordinario

    (Model 3 (oranje kleur) FAO-functionarissen van categorie II^ , die houder zijn van een diplomatiek, dienst- of gewoon paspoort)

    Mod. 4 (arancione) Impiegati tecnico-ammistrativi presso rappresentanze diplomatiche titolari di passaporto di servizio

    (Model 4 (oranje kleur) Technisch en administratief personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen die houder zijn van een dienstpaspoort)

    Mod. 5 (arancione) Impiegati consolari titolari di passaporto di servizio

    (Model 5 (oranje kleur) Consulair personeel dat houder is van een dienstpaspoort)

    Mod. 7 (grigio) Personnale di servizio presso rappresentanze diplomatiche titolare di passaporto di servizio

    (Model 7 (grijze kleur) Dienstpersoneel van diplomatieke vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

    Mod. 8 (grigio) Personale di servizio presso rappresentanze consolari titolare di passaporto di servizio

    (Model 8 (grijze kleur) Dienstpersoneel van consulaire vertegenwoordigingen dat houder is van een dienstpaspoort)

    Mod. 11 (beige) Funzionari delle organizzazioni internazionali, consoli onorari, impiegati locali, personale di servizio assunto all'estero e venuto al seguito, familiari corpo diplomatico e organizzazioni internazionali titolari di passaporto ordinario

    (Model 11 (beige kleur) Functionarissen van internationale organisaties, honoraire consuls, plaatselijke werknemers, in het buitenland aangeworven dienstpersoneel dat zijn werkgever is gevolgd, gezinsleden van leden van het diplomatiek corps en van internationale organisaties die houder zijn van een gewoon paspoort)

    Noot: De modellen 6 (oranje kleur) en 9 (groene kleur) voor, respectievelijk, personeel van internationale organisaties dat geen enkele vorm van onschendbaarheid geniet en buitenlandse honoraire consuls worden niet langer afgegeven en zijn vervangen door model 11. Deze documenten blijven echter geldig tot de op die documenten vermelde geldigheidsduur is verstreken.

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    LUXEMBURG

    Carte d'identité d'étranger

    (Identiteitskaart voor vreemdelingen)

    Autorisation de séjour provisoire apposée dans le passeport national

    (In het nationale paspoort aangebrachte machtiging tot voorlopig verblijf)

    Carte diplomatique délivrée par le ministère des affaires étrangères

    (Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven diplomatieke kaart)

    Titre de légitimation délivré par le ministère des affaires étrangères au personnel administratif et technique des ambassades

    (Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het administratief en technisch personeel van de ambassades)

    Titre de légitimation délivré par le ministère de la justice au personnel des institutions et organisations internationales établies au Luxembourg

    (Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Justitie aan het personeel van in Luxemburg gevestigde internationale instellingen en organisaties)

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    NEDERLAND

    Het formulier genaamd:

    Vergunning tot vestiging (model „A”)

    Toelating als vluchteling (model „B”)

    Verblijf voor onbepaalde duur (model „C”)

    Vergunning tot verblijf (model „D”)

    Voorwaardelijke vergunning tot verblijf (model „D” met aantekening „voorwaardelijk”)

    Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der EEG (model „E”)

    Vergunning tot verblijf (in de vorm van een stempel in het paspoort)

    Vreemdelingendocument met daarop de lettercode: „A”, „B”, „C”, „D”, „E”, „F1”, „F2” of „F3”

    Legitimatiebewijs voor leden van diplomatieke of consulaire posten

    Legitimatiebewijs voor ambtenaren met een bijzondere status

    Legitimatiebewijs voor ambtenaren van internationale organisaties

    Identiteitskaart voor leden van internationale organisaties waarvan de zetel in Nederland is gevestigd

    Visum voor terugkeer

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    Toelichting op streepje 1 en 2

    De uitgifte van de onder streepje 1 en 2 genoemde verblijfsdocumenten is vanaf 1 maart 1994 (model „D” en de stempel in het paspoort: vanaf 1 juni 1994) gestaakt. De reeds in omloop zijnde documenten behouden hun geldigheid tot uiterlijk 1 januari 1997.

    Toelichting op streepje 3

    Sinds 1 maart 1994 wordt het „vreemdelingendocument” uitgereikt. Dit document, in de vorm van een creditcard, zal gefaseerd de onder de streepje 1 en 2 genoemde verblijfsvergunningen vervangen. De lettercode per verblijfscategorie blijft gehandhaafd.

    Het „vreemdelingendocument” met de lettercode E wordt uitgereikt aan zowel EG-onderdanen als aan onderdanen van staten die partij zijn bij het Verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte.

    De „voorwaardelijke vergunning tot verblijf” heeft de lettercode F1, F2 of F3.

    Toelichting op streepje 7

    Het betreft volgende lijst van in Nederland gevestigde internationale organisaties, wier personeelsleden (incl. inwonende gezinsleden) zich bedienen van niet door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitsdocumenten:

    1.

    Europees Centrum voor Ruimteonderzoek en Techniek (European Space Research and Technology Centre — ESA)

    2.

    Europees Octrooibureau (l'Office Européen des Brevets)

    3)

    International Tea Promotion Association (ITPA)

    4.

    Internationale Dienst voor nationaal landbouwkundig onderzoek (International Service for national agricultural research — ISNAR)

    5.

    Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (Technical Centre for agricultural and rural co-operation — CTA)

    6.

    Instituut voor Nieuwe Technologieën (United Nations University for New Technologies — UNU-INTECH)

    7.

    African Management Services Company (AMSCO BV)

    OOSTENRIJK

    Aufenthaltstitel in Form der Vignette entsprechend der Gemeinsamen Maßnahme der Europäischen Union vom 16. Dezember 1996 zur einheitlichen Gestaltung der Aufenthaltstitel

    (Verblijfstitel in de vorm van de zelfklever bedoeld in het gemeenschappelijk optreden van 16 december 1996 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake een uniform model voor verblijfstitels)

    (Vanaf 1 januari 1998 worden verblijfstitels uitsluitend in deze vorm afgegeven of verlengd; als „soort titel” wordt thans vermeld: „Niederlassungsbewilligung” (vestigingsvergunning), „Aufenthaltserlaubnis” (verblijfsvergunning), „Befr. Aufenthaltsrecht” (verblijfsvergunning voor beperkte duur).

    Vóór 1 januari 1998 afgegeven verblijfstitels in het kader van de — ook „onbeperkt” vermelde —geldigheidsduur:

    („Wiedereinreise-Sichtvermerk” (terugkeervisum) of „Einreise—Sichtvermerk” (inreisvisum) zijn tot 31 december 1992 door de binnenlandse autoriteiten en ook door vertegenwoordigende autoriteiten in de vorm van een stempel afgegeven;

    „Gewöhnlicher Sichtvermerk” (gewoon visum) is van 1 januari 1993 tot 31 december 1997 in de vorm van een sticker afgegeven en wordt sedert 1 september 1996 volgens Verordening (EG) nr. 1683/95 afgegeven;

    „Aufenthaltsbewilligung” (verblijfsvergunning) is van 1 januari 1993 tot 31 december 1997 in de vorm van een speciale sticker afgegeven.)

    Konventionsreisepaß, ausgestellt ab 1.1.1993

    (Verdragspaspoort, afgegeven met ingang van 1 januari 1993)

    Legitimationskarten für Träger von Privilegien und Immunitäten in den Farben rot, gelb und blau, ausgestellt vom Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten

    (Legitimatiekaarten voor dragers van privileges en immuniteiten, in de kleuren rood, geel en blauw, afgegeven door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken)

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    Gelden niet als verblijfstitel en geven bijgevolg geen recht op binnenkomst zonder visum in Oostenrijk:

    Lichtbildausweis für Fremde gemäß § 85 Fremdengesetz 1997

    (Identiteitsbewijs met foto voor vreemdelingen op grond van § 85 van de Vreemdelingenwet van 1997)

    Durchsetzungsaufschub und Abschiebungsaufschub nach Aufenthaltsverbot oder Ausweisung

    (Tenuitvoerleggingsopschorting en uitzettingsopschorting na verblijfsverbod of uitwijzing)

    Bewilligung zur Wiedereinreise trotz bestehenden Aufenthaltsverbots, in Form eines Visums erteilt, jedoch als eine solche Bewilligung gekennzeichnet

    (Machtiging tot terugkeer in spijt van een bestaand verblijfsverbod, afgegeven in de vorm van een visum, doch als een dergelijke machtiging aangeduid)

    Vorläufige Aufenthaltsberechtigung gemäß § 19 Asylgesetz 1997 bzw. § 7 AsylG 1991

    (Voorlopige machtiging tot verblijf op grond van § 19 van de Asielwet van 1997, resp. § 7 van de Asielwet van 1991)

    Befristete Aufenthaltsberechtigung gemäß § 15 Asylgesetz 1997 bzw. § 8 AsylG 1991, als Duldung des Aufenthalts trotz abgelehntem Asylantrag

    (Machtiging tot verblijf voor bepaalde duur op grond van § 15 van de Asielwet van 1997, resp. § 8 van de Asielwet van 1991, als dulding van het verblijf in spijt van een afgewezen asielverzoek)

    PORTUGAL

    Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Corpo consular, chefe de missão (Consulair corps, hoofd van de zending)

    Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Corpo consular, funcionário de missão (Consulair corps, functionaris van de zending)

    Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Pessoal auxiliar de missão estrangeira (Hulppersoneel van de buitenlandse zending)

    Cartão de Identidade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros) (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Funcionário Administrativo de Missão Estrangeira (Administratief functionaris van de buitenlandse zending)

    Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

    (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Corpo diplomático, chefe de missão (Diplomatiek corps, hoofd van de zending)

    Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

    (Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

    Corpo diplomático, funcionário de missão (Diplomatiek corps, functionaris van de zending)

    Título de residência (1 ano)

    (Vergunning tot verblijf van 1 jaar)

    Título de residência anual (1 ano)

    (Vergunning tot verblijf van 1 jaar)

    Título de residência anual (cor de laranja)

    (Vergunning tot verblijf van 1 jaar — oranje kleur)

    Título de residência temporário (5 anos)

    (Voorlopige vergunning tot verblijf van 5 jaar)

    Título de residência vitalício

    (Permanente vergunning tot verblijf)

    Cartão de residência de nacional de um Estado-Membro da Comunidade Europeia

    (Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der Europese Gemeenschap)

    Cartão de residência temporário

    (Voorlopige verblijfskaart)

    Cartão de residência

    (Verblijfskaart)

    Autorização de residência provisório

    (Toelating tot voorlopig verblijf)

    Título de identidade de refugiado

    (Identiteitsdocument voor vluchteling)

    FINLAND

    Pysyvä oleskelulupa

    (Permanente verblijfsvergunning) in de vorm van een zelfklever

    Oleskelulupa tai oleskelulupa ja työlupa

    (Tijdelijke verblijfsvergunning of tijdelijke verblijfs- en arbeidsvergunning) in de vorm van een zelfklever waarop duidelijk de geldigheidsduur en een van de volgende codes vermeld staan:

    A.1, A.2, A.3, A.4, A.5

    E.A.1, E.A.2, E.A.4, E.A.5 of

    B.1, B.2, B.3, B.4

    E.B.1, E.B.2, E.B.3, E.B.4 of

    D.1 en D.2

    Oleskelulupa uppehållstillstånd

    (Verblijfsvergunning) in de vorm van een kaart die wordt afgegeven aan onderdanen van EU- of EER-lidstaten en hun gezinsleden

    Henkilökortti A, B, C et D

    (Identiteitskaart) — afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan diplomatiek, administratief en technisch personeel en hun gezinsleden

    Oleskelulupa diplomaattileimaus tai oleskelulupa virkaleimaus

    (Verblijfsvergunning) in de vorm van een zelfklever afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken, met daarop de vermelding „diplomatiek” (diplomaattileimaus) of „dienst” (virkaleimaus).

    Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

    ZWEDEN

    Permanente verblijfsvergunning in de vorm van een in het paspoort aangebrachte zelfklever met de vermelding „Sverige bevis om permanent uppehållstillstånd” (Zweden — bewijs van permanent verblijf)

    Tijdelijke verblijfsvergunning in de vorm van een in het paspoort aangebrachte zelfklever met de vermelding „Sverige uppehållstillstånd” (Zweden — tijdelijke verblijfsvergunning)

    Zweden geeft geen kaarten/documenten voor diplomaten af, maar brengt in hun paspoort een stempel aan (zie doc. 6693/01 VISA 25 COMIX 178).

    IJSLAND

    Tímabundið atvinnu- og dvalarleyfi

    (Voorlopige vergunning)

    Dvalarleyfi með rétti til atvinnuÞátttöku

    (Verblijfsvergunning die het recht geeft om arbeid te verrichten)

    Óbundið dvalarleyfi

    (Permanente verblijfskaart)

    Leyfi til vistráðningar

    (Arbeidsvergunning als au-pair)

    Atvinnu- og dvalarleyfi námsmanns

    (Arbeidsvergunning voor studenten)

    Óbundið atvinnu- og dvalarleyfi

    (Permanente vergunning)

    Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfsvergunningen:

    Diplómatískt Persónuskilríki

    (Diplomatieke identiteitskaart)

    Persónuskilríki

    (Identiteitskaart)

    Takmarkað dvalarleyfi fyrir varnarliðsmann, sbr. lög nr. 110/1951 og lög nr. 82/2000

    (Tijdelijke verblijfsvergunning voor de civiele of militaire leden van de strijdkrachten van de Verenigde Staten en voor personen te hunner laste, overeenkomstig wet nr. 110/1951 en wet nr. 82/2000)

    Takmarkað dvalarleyfi

    (Tijdelijke verblijfsvergunning)

    NOORWEGEN

    Oppholdstillatelse

    (Verblijfsvergunning)

    Arbeidstillatelse

    (Arbeidsvergunning)

    Bosettingstillatelse

    (Vestigingsvergunning/Permanente arbeids- en verblijfsvergunning)

    Vóór 25 maart 2000 afgegeven verblijfsvergunningen zijn herkenbaar aan de stempels (geen zelfklevers) in de reisdocumenten van de houder. In het geval van vreemdelingen die aan de visumplicht zijn onderworpen, wordt niet alleen een stempel aangebracht, maar ook een Noorse visumsticker voor de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning. In de verblijfsvergunningen die worden afgegeven na de vankrachtwording van de Schengensamenwerking (25 maart 2001) zal een zelfklever worden aangebracht. Indien het reisdocument van een vreemdeling een oud stempel bevat, blijft dat geldig tot de datum waarop de Noorse autoriteiten de stempels dienen te vervangen door de nieuwe in verblijfsvergunningen aan te brengen zelfklever.

    Bovengenoemde vergunningen worden niet beschouwd als reisdocumenten. Indien de vreemdeling een reisdocument nodig heeft, kan één van de onderstaande documenten worden gebruikt, naast de arbeidsvergunning, de verblijfsvergunning of de vestigingsvergunning:

    een reisdocument voor vluchtelingen („Reisebevis”) (blauwe kleur),

    een immigrantenpaspoort („Utlendingspass”) (groene kleur).

    De houder van één van die reisdocumenten is er zeker van het Noorse grondgebied opnieuw te kunnen betreden tijdens de geldigheidsduur van het document.

    EER-kaart

    afgegeven aan onderdanen van de EER-staten alsmede aan hun gezinsleden die onderdaan zijn van een derde land. Deze kaarten zijn altijd geplastificeerd.

    Identitetskort for diplomater

    (Identiteitskaart voor diplomaten — rode kleur)

    Identitetskort for hjelpepersonale ved diplomatisk stasjon

    (Identiteitskaart voor huispersoneel — bruine kleur)

    Identitetskort for administrativt og teknisk personale ved diplomatisk stasjon

    (Identiteitskaart voor administratief en technisch personeel — blauwe kleur)

    Identitetskort for utsendte konsuler

    (Identiteitskaart voor consuls — groene kleur)

    Residence/Visumsticker

    (verblijfsvisum — in de vorm van een sticker)

    afgegeven aan houders van diplomatieke, dienst- en officiële paspoorten die aan de visumplicht zijn onderworpen, alsmede aan personeel van buitenlandse posten die houder zijn van een nationaal paspoort.

    BIJLAGE 5

    VERTROUWELIJK

    BIJLAGE 6

    Lijst van honorair consuls die bij wijze van uitzondering en als overgangsmaatregel tot visumafgifte bevoegd zijn

    Ingevolge het op 15 december 1992 door de ministers en staatssecretarissen genomen besluit, erkennen de overeenkomstsluitende partijen dat onderstaande honorair consuls voor de onderstaande termijn tot afgifte van eenvormige visa gemachtigd zijn:

    De huidige honorair consul van Nederland

    te Nassau (Bahama's) totdat een beroepspost van een lidstaat aanwezig is.

    BIJLAGE 7

    Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen

    BELGIE

    In de wet is algemeen bepaald dat de beschikbaarheid van voldoende middelen van bestaan dient te worden vastgesteld, zonder dat evenwel dwangmiddelen worden gepreciseerd.

    De bestuurlijke praktijk is de volgende:

    bij een particulier verblijvende vreemdeling

    Het bewijs van voldoende middelen van bestaan kan worden geleverd door middel van een toezegging tot tenlasteneming, welke door de in België woonachtige gastheer van de vreemdeling is ondertekend en door het gemeentebestuur van zijn woonplaats is gelegaliseerd.

    De toezegging tot tenlasteneming heeft betrekking op de verblijfskosten en de kosten voor gezondheidszorg, logiesverstrekking en teruggeleiding van de vreemdeling, indien deze daar zelf niet toe in staat zou zijn, teneinde te voorkomen dat deze kosten door de overheid dienen te worden gedragen. De toezegging dient door een kredietwaardig persoon te zijn ondertekend en, indien het om een vreemdeling gaat, vergezeld te zijn van een verblijfs- of vestigingstitel.

    Zo nodig kan de vreemdeling tevens worden verzocht, bewijs te leveren van persoonlijke middelen.

    Indien de betrokkene over generlei financiële middelen beschikt, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ca. 38 EUR kunnen beschikken.

    in een hotel verblijvende vreemdeling

    Indien de vreemdeling het bestaan van enigerlei financiële middelen niet kan bewijzen, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ca. 50 EUR kunnen beschikken.

    Bovendien dient de betrokkene in het merendeel der gevallen een reisticket (vliegtuigticket) over te leggen, waarmee hij naar zijn land van origine of zijn land van woonplaats kan terugkeren.

    DENEMARKEN

    In de Deense vreemdelingenwet is bepaald dat een vreemdeling bij binnenkomst op het Deense grondgebied over voldoende middelen van bestaan en voldoende middelen voor zijn terugkeer moet beschikken.

    Ter evaluatie van die middelen verrichten de diensten die met de toegangscontrole zijn belast, per geval een concrete raming op basis van de economische situatie van de vreemdeling en rekening houdend met informatie over zijn mogelijkheden wat logies en terugkeer betreft.

    De overheid heeft een bedrag bepaald om na te gaan of een vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt. Een vreemdeling moet in beginsel over 300 DKK per verblijfsdag beschikken.

    De vreemdeling moet bovendien het bewijs leveren dat hij over voldoende middelen beschikt voor zijn terugkeer, bijvoorbeeld in de vorm van een retourbiljet.

    DUITSLAND

    Krachtens artikel 60, lid 2, van de Vreemdelingenwet van 9 juli 1990 (AuslG), kan een vreemdeling aan de grens onder meer de toegang worden geweigerd, wanneer daartoe termen aanwezig zijn.

    Dit is bij voorbeeld het geval, wanneer een vreemdeling voor zichzelf, voor zijn op het Duitse grondgebied verblijvende familieleden of voor inwonende personen op sociale bijstand beroep doet of moet doen (artikel 46, onder 6, Vreemdelingenwet).

    Het met de controle belaste personeel beschikt niet over richtbedragen. In de praktijk wordt in beginsel uitgegaan van een bedrag per dag van 25 EUR. Bovendien dienen tickets voor de terugreis of voldoende middelen daartoe voorhanden te zijn.

    De vreemdeling dient evenwel vóór weigering van toegang de mogelijkheid te worden geboden, de voor het verblijf in de Bondsrepubliek Duitsland vereiste financiële middelen op legale wijze binnen een passend tijdsbestek te verwerven, bijvoorbeeld door:

    een bankgarantie van een Duitse bankinstelling,

    een garantieverklaring van de gastheer,

    telegrafisch betalingsmandaat,

    nederlegging van een borgsom bij de voor het verblijf bevoegde vreemdelingendienst.

    GRIEKENLAND

    In het Ministeriële Besluit 3011/2/1f d.d. 11 januari 1992 is de hoogte bepaald van de middelen van bestaan waarover vreemdelingen die het Griekse grondgebied wensen binnen te komen — met uitzondering van onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschappen — dienen te beschikken.

    Krachtens dit ministeriële besluit is voor binnenkomst op het Griekse grondgebied van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen een bedrag vastgesteld van 20 EUR per dag (per persoon) in vreemde valuta, en een minimumbedrag van 100 EUR.

    Voor minderjarige familieleden van een vreemdeling wordt het bedrag per dag met 50 procent verminderd.

    Ten aanzien van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen die Griekse onderdanen verplichten tot het wisselen van deviezen aan de grenzen, wordt om redenen van wederkerigheid dezelfde maatregel toegepast.

    SPANJE

    Vreemdelingen dienen aannemelijk te maken dat zij ten minste over de volgende bestaansmiddelen beschikken:

    a)

    voor hun onderhoud gedurende hun verblijf in Spanje het bedrag van 30 EUR of een wettelijk gelijkwaardige som in vreemde valuta, per dag dat zij voornemens zijn in Spanje te verblijven en per gezinslid of andere persoon dat, respectievelijk die hen vergezelt. Het bedrag dient in elk geval ten minste 300 EUR per persoon te bedragen, ongeacht de geplande duur van het verblijf;

    b)

    voor terugkeer naar het land van herkomst of voor doorreis naar derde landen (een) op naam gesteld(e), onoverdraagba(a)r(e) en gesloten reisbiljet(ten) voor het vervoermiddel dat zij voornemens zijn te gebruiken.

    De beschikbaarheid van voldoende middelen kan aannemelijk worden gemaakt door deze te tonen, voorzover de vreemdeling deze bij zich draagt, of door gewaarmerkte cheques, reischeques, kredietkaarten, kredietbrieven of een door de bank afgegeven garantieverklaring betreffende deze betaalmiddelen over te leggen. Indien geen dezer betaalmiddelen kan worden overgelegd, kan op andere, door de Spaanse grensbewakingsautoriteiten bevredigend geachte wijze de beschikbaarheid van voldoende middelen aannemelijk worden gemaakt.

    FRANKRIJK

    Het richtbedrag inzake voldoende middelen van bestaan voor de duur van het door een vreemdeling voorgenomen verblijf of voor zijn doorreis door Frankrijk naar een derde staat, stemt in Frankrijk overeen met het bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon (SMIC), hetwelk dagelijks op basis van het op 1 januari van het lopende jaar vastgestelde percentage wordt berekend.

    Dit bedrag wordt op basis van de ontwikkeling van de kosten voor levensonderhoud in Frankrijk periodiek herzien, en wel:

    automatisch, zodra het prijsindexcijfer een stijging van meer dan 2 % vertoont,

    bij besluit van de regering, na advies van de Commission nationale de négociation collective (Nationale Commissie voor collectieve onderhandeling), om een stijging toe te kennen welke hoger ligt dan de prijsontwikkeling.

    Per 1 juli 2002 bedraagt het dagelijkse bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon (SMIC — Salaire Minimum Interprofessionnel de Croissance) 47,80 EUR.

    Personen die in het bezit van een uitnodiging zijn, dienen voor verblijf in Frankrijk over bestaansmiddelen te beschikken die minimaal met de helft van het minimumloon, zijnde 23,90 EUR per dag, overeenkomen.

    ITALIË

    Artikel 4, lid 3, van de Geconsolideerde tekst van de bepalingen inzake immigratie en de status van vreemdelingen (wetsbesluit nr. 286 van 25 juli 1998) bepaalt dat „Italië, overeenkomstig de verplichtingen die aangegaan zijn door toetreding tot specifieke internationale overeenkomsten, een vreemdeling op zijn grondgebied zal toelaten wanneer deze de passende documenten kan overleggen die het doel van en de voorwaarden voor zijn verblijf aantonen en waaruit blijkt dat hij voor de duur van het verblijf over voldoende middelen van bestaan beschikt, alsmede, wanneer het geen verblijfsvergunning met het oog op tewerkstelling betreft, voor de terugreis naar het land van herkomst. De middelen van bestaan zijn omschreven in de desbetreffende richtlijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken. (…) Een vreemdeling die niet aan die eisen voldoet of beschouwd wordt als een bedreiging voor de openbare orde of de veiligheid van de staat of een van de landen waarmee Italië overeenkomsten gesloten heeft voor het opheffen van de controles aan de binnengrenzen en het vrije verkeer van personen, met inachtneming van de beperkingen en uitzonderingen waarin die overeenkomsten voorzien, kan niet in Italië toegelaten worden.”.

    De hierboven genoemde richtlijn, die op 1 maart 2000 van kracht geworden is onder de titel „Vaststelling van de middelen van bestaan voor de binnenkomst en het verblijf van vreemdelingen op het grondgebied van de staat” schrijft het volgende voor:

    de middelen van bestaan kunnen worden aangetoond door het overleggen van contant geld, bankgaranties, verzekeringspolissen, gelijkwaardige kredietgaranties, bewijzen van voorafbetaalde diensten of bewijzen van inkomsten op het nationale grondgebied;

    de in deze richtlijn vastgestelde bedragen worden jaarlijks herzien aan de hand van de parameters voor de gemiddelde jaarlijkse schommelingen die door het ISTAT (Italiaans Bureau voor de Statistiek) worden berekend op basis van de index van de consumptieprijzen voor levensmiddelen, drank, vervoer en huisvesting;

    de vreemdeling moet aantonen dat hij op het nationale grondgebied over passende huisvesting beschikt en genoeg geld heeft voor de terugreis, hetgeen ook aangetoond kan worden door het overleggen van een retourbiljet;

    de minimale middelen van bestaan per persoon voor de afgifte van het visum en toelating tot het nationaal grondgebied voor toeristische doeleinden zijn vermeld in tabel A.

    Tabel A

    Tabel voor de vaststelling van de middelen van bestaan die vereist zijn voor binnenkomst op het nationale grondgebied voor toeristische doeleinden

    (in EUR)

    Verblijfsduur

    Aantal deelnemers aan de reis

    Een deelnemer

    Twee of meer deelnemers

    1—5 dagen

    vast totaalbedrag

    269,60

    212,81

    6—10 dagen

    dagelijks bedrag per persoon

    44,93

    26,33

    11—20 dagen

    vast bedrag

    51,64

    25,82

    +

    dagelijks bedrag per persoon

    36,67

    22,21

    meer dan 20 dagen

    vast bedrag

    206,58

    118,79

    +

    dagelijks bedrag per persoon

    27,89

    17,04

    LUXEMBURG

    In de Luxemburgse wetgeving is niet voorzien in richtbedragen voor de controles aan de grens. De controleambtenaar beslist per geval of een vreemdeling die zich aan de grens aanbiedt, over toereikende middelen van bestaan beschikt. Hiertoe houdt hij in het bijzonder rekening met het doel van het verblijf en de aard van het logies.

    NEDERLAND

    Het bedrag dat door de grensbewakingsambtenaren als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de controle ten aanzien van het vereiste te beschikken over voldoende middelen van bestaan bedraagt thans 34 EUR per persoon per dag.

    De aan voormeld uitgangspunt verbonden soepele toepassing blijft gehandhaafd, aangezien het antwoord op de vraag of de middelen waarover de vreemdeling kan beschikken toereikend zijn, afhankelijk is en blijft van onder meer de duur van het voorgenomen verblijf, het reisdoel en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

    OOSTENRIJK

    Overeenkomstig de Vreemdelingenwet, artikel 52, tweede alinea, punt 4, dienen vreemdelingen bij een grenscontrole te worden teruggewezen, indien zij geen woonplaats op het Oostenrijkse grondgebied hebben en niet over de middelen ter bestrijding van de kosten voor levensonderhoud en voor hun terugreis beschikken.

    Richtbedragen bestaan evenwel niet. Naar gelang van het doel, de aard en de duur van het verblijf wordt per geval een beslissing genomen, waarbij naast baar geld naar gelang van de concrete omstandigheden ook reischeques, kredietkaarten, verklaringen van bankinstellingen of garantstellingen van in Oostenrijk levende personen met voldoende kredietwaardigheid als bewijs kunnen worden aanvaard.

    PORTUGAL

    Met het oog op binnenkomst en verblijf op het Portugese grondgebied dienen vreemdelingen over betaalmiddelen ter waarde van onderstaande bedragen te beschikken:

    75 EUR voor elke binnenkomst,

    40 EUR voor elke verblijfsdag.

    Deze bedragen kunnen worden kwijtgescholden, indien de vreemdeling aantoont gedurende zijn verblijf over kost en inwoning te kunnen beschikken.

    FINLAND

    Bij de controle van de middelen van bestaan gaan de grensbewakingsambtenaren thans uit van een bedrag van 40 EUR per persoon per verblijfsdag.

    ZWEDEN

    De Zweedse wet voorziet momenteel niet in een referentiebedrag met betrekking tot grensoverschrijding. De controlerende functionaris besluit per geval of de vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt.

    IJSLAND

    De IJslandse wet bepaalt dat vreemdelingen het bewijs dienen te leveren dat zij over voldoende financiële middelen beschikken om in IJsland in hun behoeften te voorzien en om terug te reizen. In de praktijk is het referentiebedrag 4 000 ISK per persoon. Indien de verblijfskosten van de betrokkene door een derde ten laste worden genomen, wordt dit bedrag gehalveerd. Het totaalbedrag is minimaal 20 000 ISK voor elke binnenkomst.

    NOORWEGEN

    Overeenkomstig artikel 27, onder d), van de Noorse immigratiewet kan iedere vreemdeling die niet kan bewijzen dat hij over voldoende middelen voor zijn verblijf op het Noorse grondgebied en voor zijn terugkeer beschikt, noch dat hij over dergelijke middelen zal kunnen beschikken, aan de grens de toegang worden geweigerd.

    De vereiste bedragen worden per geval vastgelegd; besluiten worden eveneens per geval genomen. Er wordt rekening gehouden met de duur van het voorgenomen verblijf, met het feit dat de vreemdeling logies heeft bij familie of vrienden, met het feit dat de vreemdeling over een vervoerbewijs voor zijn terugkeer beschikt, alsmede met het feit dat iemand zich garant heeft gesteld voor zijn verblijf (ter informatie: een bedrag van 500 NOK per verblijfsdag wordt voldoende geacht voor bezoekers die niet bij familieleden of vrienden verblijven).

    BIJLAGE 8

    Modellen van de visumsticker en informatie betreffende de veiligheidskenmerken

    De technische en veiligheidskenmerken voor het visum- en visumzelfklevermodel zijn vervat in of worden vastgesteld op basis van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (1), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 (2).


    (1)  PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1.

    (2)  PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7.

    VERORDENING (EG) Nr. 1683/95 VAN DE RAAD

    van 29 mei 1995

    betreffende de invoering van een uniform visummodel

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 1OO C, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 1OO C, lid 3, van het EG-Verdrag vóór 1 januari 1996 maatregelen dient te nemen betreffende de invoering van een uniform visummodel;

    Overwegende dat de invoering van een uniform visummodel een belangrijke stap is op de weg naar de harmonisatie van het visumbeleid; dat in artikel 7 A van het Verdrag is bepaald dat het gemeenschappelijk doel een ruimte zonder binnengrenzen is waarin het vrije verkeer van personen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag gewaarborgd is; dat die invoering samen met de maatregelen welke krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden genomen, een samenhangend geheel vormt;

    Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat het uniforme visummodel alle noodzakelijke gegevens bevat en aan zeer hoge technische normen, meer bepaald met betrekking tot de garanties tegen namaak en vervalsing, voldoet en voor alle lidstaten goed bruikbaar is; dat het model tevens met het blote oog duidelijk waarneembare algemeen herkenbare veiligheidskenmerken moet hebben;

    Overwegende dat deze verordening slechts de niet-geheime specificaties van het model behelst, dat deze specificaties dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, uitgezonderd persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens, die geheim moeten blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen; dat de Commissie de bevoegdheid tot vaststelling van bijkomende specificaties dient te worden verleend;

    Overwegende dat het eveneens van wezenlijk belang is dat elke lidstaat niet meer dan één organisatie aanwijst die verantwoordelijk is voor het drukken van het uniforme visummodel teneinde te waarborgen dat de bedoelde informatie niet voor meer personen dan noodzakelijk, toegankelijk wordt, waarbij het de lidstaten vrij moet staan zo nodig van organisatie te veranderen; dat elke lidstaat om veiligheidsredenen de naam van de gekozen organisatie aan de Commissie en aan de andere lidstaten dient mede te delen;

    Overwegende dat deze verordening, om doelmatig te zijn, voor alle in artikel 5 van deze verordening bedoelde visa dient te gelden; dat het de lidstaten daarnaast vrij moet staan het concept van het uniforme visummodel ook voor visa te gebruiken die voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden kunnen worden gebruikt, voorzover door middel van met het blote oog waarneembare verschillen verwarring met het uniforme visum uitgesloten wordt;

    Overwegende dat, met het oog op de persoonsgegevens die overeenkomstig de bijlage bij deze verordening op het uniforme visummodel moeten worden vermeld, gewaarborgd dient te worden dat de bepalingen van de lidstaten inzake de bescherming van gegevens alsmede het Gemeenschapsrecht in dezen worden nageleefd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De door de lidstaten afgegeven visa in de zin van artikel 5 worden vervaardigd in de vorm van een uniform visummodel (zelfklever). Zij moeten beantwoorden aan de in de bijlage vervatte specificaties.

    Artikel 2

    Bijkomende technische specificaties die het namaken en het vervalsen van het visum bemoeilijken, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 6.

    Artikel 3

    1.   De in artikel 2 bedoelde specificaties worden niet bekendgemaakt en zijn geheim. Zij worden uitsluitend aan de door de lidstaten aangewezen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het drukken en aan door een lidstaat of de Commissie naar behoren gemachtigde personen verstrekt.

    2.   Elke lidstaat wijst één organisatie aan die voor het drukken van de visa van die lidstaat de verantwoordelijkheid draagt. De lidstaat deelt de naam van die organisatie mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten. Twee of meer lidstaten kunnen daartoe één zelfde organisatie aanwijzen. Elke lidstaat heeft het recht om van organisatie te veranderen. Hij deelt dit aan de Commissie en aan de andere lidstaten mee.

    Artikel 4

    1.   Onverminderd de relevante verdergaande bepalingen inzake gegevensbescherming hebben de personen aan wie een visum is afgegeven het recht de op het visum vermelde persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze worden gecorrigeerd dan wel geschrapt.

    2.   Het uniforme visummodel bevat geen machineleesbare informatie die niet eveneens voorkomt in de rubrieken welke in de punten 6 tot en met 12 van de bijlage bij deze verordening zijn beschreven, of in het desbetreffende reisdocument.

    Artikel 5

    Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder „visum” verstaan een door een lidstaat verleende machtiging of genomen besluit, vereist voor binnenkomst op zijn grondgebied met het oog op:

    een voorgenomen verblijf in de lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximum drie maanden;

    een doorreis over het grondgebied of via de transitzone van een luchthaven van die lidstaat of van verscheidene lidstaten.

    Artikel 6

    1.   Indien naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, gelden de hiernavolgende bepalingen.

    2.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

    De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

    3.

    a)

    De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

    b)

    Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    Indien de Raad na verloop van twee maanden geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve wanneer de Raad zich met gewone meerderheid van stemmen tegen genoemde maatregelen heeft uitgesproken.

    Artikel 7

    Indien de lidstaten het uniforme visummodel ook voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden gebruiken, moeten zij er door middel van passende maatregelen voor zorgen dat verwarring met het in artikel 5 bedoelde visum uitgesloten is.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 1 is van toepassing zes maanden na de aanneming van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 mei 1995.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    H. de CHARETTE

    BIJLAGE

    Image

    Veiligheidskenmerken

    1.

    In deze zone komt een waaiervormig teken dat bestaat uit negen ellipsen.

    2.

    In deze zone komt een optisch variabel beeldmerk („kinegram” of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden twaalf sterren, het „E”-teken en een aardbol zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

    3.

    In deze zone komt het logo dat bestaat uit een letter of letters die de afgevende lidstaat (of „BNL” in het geval van de Benelux-staten, nl. België, Luxemburg en Nederland) aanduiden met een latent beeldeffect. Dit logo is licht wanneer het horizontaal wordt gehouden en donker wanneer het 90o is gedraaid. De volgende logo's worden gebruikt: A voor Oostenrijk, BNL voor Benelux, D voor Duitsland, DK voor Denemarken, E voor Spanje, F voor Frankrijk, FIN voor Finland, GR voor Griekenland, I voor Italië, IRL voor Ierland, P voor Portugal, S voor Zweden, UK voor het Verenigd Koninkrijk.

    4.

    In het midden van deze zone komt het woord „visum” in hoofdletters in optisch variabele inkt. Afhankelijk van de gezichtshoek is de kleur groen of rood.

    5.

    Deze rubriek bevat het visumnummer dat voorgedrukt is en begint met de letter of letters waarmee het afgevende land is aangeduid zoals is beschreven in punt 3. Er wordt een bijzonder karakter gebruikt.

    In te vullen rubrieken

    6.

    Deze rubriek begint met de woorden: „geldig voor”. De afgevende overheid geeft het grondgebied of de grondgebieden aan waarvoor het visum geldig is.

    7.

    Deze rubriek begint met het woord „van” en verder op de lijn komt het woord „tot”. De afgevende overheid dient hier de geldigheidsduur van het visum aan te geven.

    8.

    Deze rubriek begint met de woorden „aantal binnenkomsten” en verder op de lijn komt het woord „verblijfsduur” (d.w.z. door de aanvragers beoogde verblijfsduur) en nog verder op de lijn het woord „dagen”.

    9.

    Deze rubriek begint met de woorden „afgegeven te” en dient om de plaats van afgifte te vermelden.

    10.

    Deze rubriek begint met het woord „op” (gevolgd door de datum van afgifte die door de afgevende overheid dient te worden ingevuld) en verder op de lijn komt het woord „paspoortnummer” (gevolgd door het paspoortnummer van de houder).

    11.

    Deze rubriek begint met de woorden „type visum”. De afgevende overheid vermeldt de visumcategorie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 en 7.

    12.

    Deze rubriek begint met de woorden „opmerkingen”. Zij wordt door de afgevende overheid gebruikt voor bijkomende gegevens die zij noodzakelijk acht, mits beantwoordend aan het bepaalde in artikel 4 van deze verordening. De volgende twee en een halve lijnen worden voor dergelijke opmerkingen opengelaten.

    13.

    Deze rubriek bevat relevante rnachineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken.

    Het papier is pastelgroen van kleur met rode en blauwe tekens.

    De bewoordingen die de rubrieken aanduiden zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De afgevende staat kan een derde officiële taal van de Gemeenschap daaraan toevoegen. Het woord „visum” op de bovenste lijn mag evenwel in eender welke officiële taal van de Gemeenschap voorkomen.

    VERORDENING (EG) Nr. 334/2002 VAN DE RAAD

    van 18 februari 2002

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, lid 2, onder b), punt iii),

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (3) werd een uniform visummodel vastgesteld.

    (2)

    Maatregel 38 van het Actieplan van Wenen, aangenomen door de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op 3 december 1998, bepaalt dat aandacht moet worden besteed aan nieuwe technische ontwikkelingen om — in voorkomend geval — te zorgen voor een nog betere beveiliging van het uniforme visummodel.

    (3)

    Conclusie 22 van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 luidt dat een actief gemeenschappelijk beleid inzake visa en valse documenten verder moet worden ontwikkeld.

    (4)

    De vaststelling van een uniform visummodel is van essentieel belang voor de harmonisatie van het beleid inzake visa.

    (5)

    Er moet worden voorzien in gemeenschappelijke normen inzake het gebruik van het visummodel, en met name moeten er gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld ten aanzien van de technische methoden en normen voor de invulling van het formulier.

    (6)

    Door de integratie van een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto wordt een begin gemaakt met het gebruik van elementen waarmee een duidelijker verband wordt gelegd tussen de houder en het visum en wordt er aanzienlijk toe bijgedragen dat het uniforme visummodel ook tegen frauduleus gebruik wordt beveiligd. Er zal rekening worden gehouden met de specificaties vervat in document nr. 9303 van de ICAO (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie) betreffende machineleesbare visa.

    (7)

    Gemeenschappelijke normen betreffende de toepassing van het uniforme visummodel zijn onontbeerlijk voor het verwezenlijken van hoge technische normen en om de ontdekking van vervalste visumzelfklevers te vergemakkelijken.

    (8)

    De bevoegdheid om deze gemeenschappelijke normen vast te stellen dient te worden verleend aan het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 ingestelde comité, dat dient te worden aangepast met het oog op het bepaalde in Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4).

    (9)

    Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1683/95 te worden gewijzigd.

    (10)

    De maatregelen waarin deze verordening voorziet om het uniforme visummodel beter te beveiligen, laten de vigerende bepalingen inzake de erkenning van de geldigheid van reisdocumenten onverlet.

    (11)

    De voorwaarden van binnenkomst op het grondgebied van de lidstaten of van visumafgifte doen geen afbreuk aan de huidige regels inzake de erkenning van de geldigheid van reisdocumenten.

    (12)

    Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis. Die ontwikkeling valt onder het gebied als bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5).

    (13)

    Overeenkomstig artikel 3 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft het Verenigd Koninkrijk met een schrijven van 4 december 2001 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening.

    (14)

    Overeenkomstig artikel 1 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze verordening. Bijgevolg is deze verordening onverminderd artikel 4 van dat protocol, niet van toepassing op Ierland,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1683/95 wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    artikel 2 wordt vervangen door:

    „Artikel 2

    1.   Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure worden aanvullende technische specificaties voor het uniforme visummodel vastgesteld voor:

    a)

    aanvullende elementen en vereisten inzake beveiliging, met inbegrip van hogere normen ter bestrijding van vervalsing en namaak;

    b)

    technische methoden en normen voor de invulling van het uniforme visum.

    2.   De kleuren van de visumzelfklever kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure.”

    ;

    2.

    artikel 6 wordt vervangen door:

    „Artikel 6

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG (6) van toepassing.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG, bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

    3.   Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

    (6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.”"

    ;

    3.

    aan artikel 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De integratie van de in punt 2, onder a), van de bijlage bedoelde foto vindt plaats ten laatste vijf jaar na de vaststelling van de in artikel 2 bedoelde technische maatregelen.”

    ;

    4.

    in de bijlage wordt het volgende punt ingevoegd:

    „2 a)

    Er wordt een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto geïntegreerd.”

    .

    Artikel 2

    De eerste zin van bijlage 8 van de definitieve versie van de Gemeenschappelijke Instructies en bijlage 6 van de definitieve versie van het gemeenschappelijk handboek zoals deze eruitzien ingevolge het besluit van het Uitvoerend Comité Schengen van 28 april 1999 (7), worden vervangen door:

    „De technische en veiligheidskenmerken voor het visum- en visumzelfklevermodel zijn vervat in of worden vastgesteld op basis van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (8), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 (9).

    .

    Artikel 3

    Deze verordening doet niets af aan de bevoegdheid van de lidstaten ten aanzien van de erkenning van staten en gebiedsdelen, alsmede van de paspoorten, identiteitsbewijzen en reisdocumenten die door de autoriteiten daarvan worden afgegeven.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomslig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

    Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. PIQUÉ I CAMPS


    (1)  PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 310.

    (2)  Advies uitgebracht op 12 december 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

    (3)  PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1.

    (4)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

    (7)  PB L 239 van 22.9.2000, blz. 317.

    BIJLAGE 9

    VERTROUWELIJK

    BIJLAGE 10

    VERTROUWELIJK

    BIJLAGE 11

    Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht

    Onderstaande reisdocumenten worden aangemerkt als reisdocumenten als bedoeld in artikel 17, lid 3, onder a), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, voorzover deze aan de in de artikelen 13 en 14 gestelde voorwaarden voldoen en daarin naar behoren de identiteit van de houder is vastgesteld alsmede, in de hieronder onder a) en b) genoemde gevallen, diens nationaliteit of staatsburgerschap:

    a)

    reisdocumenten welke conform de internationaal gangbare praktijk worden afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend;

    b)

    paspoorten of reisdocumenten waarmee de terugkeer is gewaarborgd, ofschoon zij zijn afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke niet door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend, voorzover het Uitvoerend Comité vaststelt dat in deze documenten een eenvormig visum kan worden aangebracht en met eenparigheid onderstaande lijsten goedkeurt:

    de lijst van bedoelde paspoorten of reisdocumenten;

    de lijst van niet-erkende staten of gebiedsdelen welke deze documenten afgeven.

    Eventuele plaatsing op deze lijsten, welke slechts ertoe strekken toepassing te geven aan de Uitvoeringsovereenkomst, impliceert niet de erkenning door de overeenkomstsluitende partijen van niet-erkende staten of territoriale gebiedsdelen;

    c)

    het reisdocument voor vluchtelingen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen;

    d)

    het reisdocument voor staatlozen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen (1).


    (1)  Portugal en Oostenrijk hebben het Verdrag betreffende de status van staatlozen niet ondertekend, maar gaan ervan uit dat in ingevolge dit Verdrag afgegeven reisdocumenten een door de Schengenstaten afgegeven eenvormig visum kan worden aangebracht.

    BIJLAGE 12

    Legesrechten (in euro) ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag  (1)

    A

    transitvisum voor luchthavenpassagiers

    10 EUR

    B

    transitvisum (een, twee of meerdere binnenkomsten)

    10 EUR

    C1

    zeer kort verblijf (ten hoogste 30 dagen)

    15—25 EUR

    C2

    kort verblijf (ten hoogste 90 dagen)

    30 EUR + 5 EUR met meerdere binnenkomsten, te rekenen vanaf de tweede binnenkomst

    C3

    meervoudige binnenkomsten, geldigheidsduur van één jaar

    50 EUR

    C4

    meervoudige binnenkomsten, geldigheidsduur tot 5 jaar

    50 EUR + 30 EUR per extra jaar

    D

    nationale visa voor verblijf van langere duur

    tarief wordt door de Schengenstaten vastgesteld; kan gratis zijn

    met territoriaal beperkte geldigheid

    tarief bedraagt ten minste 50 % van het voor de visa A, B of C vastgestelde bedrag

    afgegeven aan de grens

    dubbel tarief van de voor het gewenste type visum geldende legesrechten; deze visa kunnen gratis worden afgegeven

    collectieve visa, typen A en B (5 tot 50 personen)

    10 EUR + 1 EUR per persoon

    collectieve visa, type C1 (30 dagen), 1 of 2 binnenkomsten (5 tot 50 personen)

    30 EUR + 1 EUR per persoon

    collectieve visa, type C1 (30 dagen), meer dan 2 binnenkomsten (5 tot 50 personen)

    30 EUR + 3 EUR per persoon

    Deze rechten worden geïnd ofwel in euro, ofwel in Amerikaanse dollars ofwel in de nationale munt van het derde land waar de aanvraag is ingediend.

    Beginselen

    I.

    Voldoening van de legesrechten geschiedt op gepaste wijze in converteerbare valuta, respectievelijk in de valuta van de staat volgens de geldende officiële wisselkoersen.

    II.

    De legesrechten kunnen in individuele gevallen worden verlaagd of met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen in het geheel niet worden geheven indien hiermee culturele, met de buitenlandse of ontwikkelingspolitiek verband houdende of andere belangrijke openbare belangen worden gediend.

    III.

    Collectieve visa worden met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen afgegeven, en wel voor ten hoogste 30 dagen.


    (1)  Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2002/44/EG van de Raad (PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5):

    „1.   Deze beschikking is uiterlijk met ingang van 1 juli 2004 van toepassing.

    2.   De lidstaten kunnen deze beschikking vóór 1 juli 2004 toepassen, mits zij het secretariaat-generaal van de Raad in kennis stellen van de datum met ingang waarvan zij daartoe in staat zijn.

    3.   Indien alle lidstaten deze beschikking vóór 1 juli 2004 toepassen, maakt het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend met ingang van welke datum de laatste lidstaat tot de toepassing ervan is overgegaan.”

    .

    BIJLAGE 13

    Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker

    Waarschuwing: In beginsel mogen visa ten hoogste drie maanden vóór de datum van eerste gebruik worden afgegeven.

    TRANSITVISUM VOOR LUCHTHAVENS (TVL)

    Een TVL is alleen voor onderdanen van bepaalde gevoelige staten (cf. bijlage 3) verplicht. De houder van een TVL kan zich niet ophouden buiten de internationale zone van de luchthaven via welke zijn doorreis leidt.

    Voorbeeld 1

    GEWOON TVL

    Image

    Image

    Type visum: het TVL wordt aangegeven met de code A.

    Het TVL verleent per definitie slechts toegang tot één staat (in dit voorbeeld België of Nederland).

    De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00); aan de einddatum wordt een „marge” van 7 dagen toegevoegd, voor het geval de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen.

    Het TVL geeft geen recht op verblijf; dientengevolge dient de rubriek „verblijfsduur” met „XXX” te worden ingevuld.

    Voorbeeld 2A

    DUBBEL TVL

    (Geldigheid: één staat)

    Image

    Image

    Een dubbel TVL geeft recht op doorreis via eenzelfde luchthaven bij aankomst en vertrek.

    De geldigheidsduur wordt berekend volgens de formule „terugreisdatum + 7 dagen” (in dit voorbeeld: terugreisdatum 15.03.00).

    Indien de doorreis via slechts één luchthaven geschiedt, wordt in de rubriek „geldig voor” de naam van de desbetreffende staat ingevuld (zie voorbeeld 2A). Indien de doorreis bij binnenkomst en vertrek bij wijze van uitzondering via twee verschillende Schengenstaten dient te geschieden, wordt „Schengenstaten” vermeld (zie voorbeeld 2B).

    Voorbeeld 2B

    DUBBEL TVL

    (Geldigheid: meerdere staten)

    Image

    Image

    In de rubriek „geldig voor” wordt „Schengenstaten” vermeld; doorreis via twee in verschillende staten gelegen luchthavens is toegestaan.

    Voorbeeld 3

    MEERVOUDIG TVL

    (slechts in uitzonderingsgevallen af te geven)

    Image

    Image

    In geval van een meervoudig TVL (meerdere doorreizen) wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule „datum eerste vertrek + 3 maanden”.

    Voor de invulling van de rubriek „geldig voor” is dezelfde regel van toepassing als voor het dubbel TVL.

    DOORREISVISUM (DV)

    Voorbeeld 4

    GEWOON DOORREISVISUM

    Image

    Image

    Type visum: het doorreisvisum wordt aangegeven met de code B. Het verdient aanbeveling, voluit „TRANSIT” toe te voegen.

    De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule „datum van vertrek + (ten hoogste 5 dagen) + 7 dagen („marge” voor het geval de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen)”.

    De verblijfsduur mag niet meer dan 5 dagen bedragen.

    Voorbeeld 5

    DUBBEL DOORREISVISUM

    Image

    Image

    Geldigheidsduur: indien de datum van de diverse doorreizen niet bekend is — hetgeen doorgaans het geval is — wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule „datum van vertrek + 6 maanden”.

    De verblijfsduur mag niet meer dan 5 dagen per doorreis bedragen.

    Voorbeeld 6

    MEERVOUDIG DOORREISVISUM

    Image

    Image

    De geldigheidsduur wordt op eendere wijze berekend als voor een dubbel doorreisvisum (voorbeeld 5).

    De verblijfsduur per doorreis mag niet meer dan 5 bedragen.

    VISUM VOOR KORT VERBLIJF (VKV)

    Voorbeeld 7

    GEWOON VISUM VOOR KORT VERBLIJF

    Image

    Image

    Type visum: het visum voor kort verblijf wordt aangegeven met de code C.

    De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule „datum van vertrek + verblijfsduur + „marge” van 15 dagen”.

    De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (in het voorbeeld: 30 dagen).

    Voorbeeld 8

    MEERVOUDIG VISUM VOOR KORT VERBLIJF

    Image

    Image

    De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek + ten hoogste 6 maanden naar gelang van de overgelegde bewijsstukken.

    De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (zie voorbeeld; kan echter korter zijn). De verblijfsduur wordt bepaald door optelling van de duur van de opeenvolgende verblijven, alsmede op basis van de overgelegde bewijsstukken.

    Voorbeeld 9

    CIRCULATIEVISUM VOOR KORT VERBLIJF

    Image

    Image

    Het betreft een visum voor kort verblijf met meerdere binnenkomsten, waarvan de geldigheidsduur méér dan zes maanden bedraagt: 1, 2 of 3 jaar, en in uitzonderingsgevallen 5 jaar (VIP). In het voorbeeld bedraagt de geldigheidsduur 3 jaar.

    Voor de verblijfsduur gelden dezelfde regels als voor het meervoudig visum voor kort verblijf (ten hoogste 90 dagen).

    VISUM MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID (TBV)

    Het TBV kan hetzij een visum voor kort verblijf hetzij een doorreisvisum zijn.

    De beperkte geldigheid kan gelden voor een of meerdere staten.

    Voorbeeld 10

    TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR EEN STAAT

    Image

    In het voorbeeld beperkt de territoriale geldigheid zich tot slechts één staat (België).

    Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld 7).

    TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR DE BENELUXLANDEN

    Image

    Voor de Benelux is het TBV in principe een visum dat geldig is voor België, Nederland en Luxemburg.

    In dit voorbeeld wordt in de rubriek „Geldig voor” dus „BENELUX” ingevuld.

    Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld 7).

    Voorbeeld 11

    VTBG VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR MEERDERE STATEN

    In dit geval worden in de rubriek „geldig voor”

    hetzij de codes aangebracht van de staten waarvoor het visum geldig is (België: B, Denemarken: DK, Duitsland: D, Griekenland: GR, Spanje: E, Frankrijk: F, Italië: I, Luxemburg: L, Nederland: NL, Oostenrijk: A, Portugal: P, Finland: FIN, Zweden: S, IJsland: IS, Noorwegen: N. Voor de Benelux: BNL). In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot Frankrijk en Spanje;

    Image

    Image

    hetzij de vermelding „Schengenstaten” aangebracht, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten waarvoor het visum niet geldig is. In het voorbeeld is de geldigheid beperkt tot het grondgebied van alle lidstaten die het Schengenacquis toepassen, met uitzondering van dat van Frankrijk en Spanje.

    Image

    Image

    Voorbeeld 12

    DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR ÉÉN STAAT

    Image

    Het doorreisvisum wordt in de rubriek „type visum” met de code B aangegeven.

    In het voorbeeld is de territoriale geldigheid tot België beperkt.

    DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR DE BENELUXLANDEN

    Image

    Voor de Benelux is het TBV in principe een visum dat geldig is voor België, Nederland en Luxemburg.

    In dit voorbeeld wordt in de rubriek „geldig voor” dus „BENELUX” ingevuld.

    Het doorreisvisum wordt in de rubriek „type visum” met de code B aangegeven.

    VERGEZELDE PERSONEN

    Voorbeeld 13

    Image

    Image

    Het betreft het geval dat in het paspoort een of meerdere kinderen, dan wel (in uitzonderingsgevallen) de echtgenoot zijn vermeld.

    Indien het visum geldt voor één of meerdere in het reisdocument vermelde kinderen, wordt in de rubriek „paspoortnummer” na het nummer + nX (n = aantal kinderen) + Y (indien een echtgenoot in het paspoort staat vermeld) toegevoegd.

    In het voorbeeld (gewoon kort verblijf, verblijfsduur 30 dagen) wordt het visum afgegeven voor de houder van het paspoort, drie kinderen en zijn echtgenote.

    VERTEGENWOORDIGING BIJ VISUMAFGIFTE

    Voorbeeld 14

    Image

    Image

    Het betreft het geval waarin een visum door een consulaire post van een Schengenstaat in vertegenwoordiging van een andere Schengenstaat wordt afgegeven.

    In dat geval dient de rubriek „Opmerkingen” te worden gecompleteerd met de vermelding R, gevolgd door de code van het land waarvoor het visum is afgegeven.

    De te gebruiken codes zijn:

    België

    :

    B

    Denemarken

    :

    DK

    Duitsland

    :

    D

    Griekenland

    :

    GR

    Spanje

    :

    E

    Frankrijk

    :

    F

    Italië

    :

    I

    Luxemburg

    :

    L

    Nederland

    :

    NL

    Oostenrijk

    :

    A

    Portugal

    :

    P

    Finland

    :

    FIN

    Zweden

    :

    S

    IJsland

    :

    IS

    Noorwegen

    :

    N

    Bovenstaand voorbeeld betreft een geval waarin de Ambassade van België te Brazzaville in vertegenwoordiging van Spanje een visum heeft afgegeven.

    NATIONAAL VISUM VOOR VERBLIJF VAN LANGERE DUUR DAT TEVENS GELDT ALS VISUM VOOR KORT VERBLIJF (VDC)

    Voorbeeld 15

    In dit geval wordt in de rubriek „GELDIG VOOR” de code ingevuld van het land dat het visum voor verblijf van langere duur heeft afgegeven, gevolgd door de vermelding „Schengenstaten”.

    Bij dit voorbeeld gaat het om een door Frankrijk afgegeven nationaal visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als eenvormig visum voor kort verblijf.

    Het visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als visum voor kort verblijf, wordt aangegeven met de code D+C.

    SCHEMATISCH OVERZICHT

     

    „GELDIG VOOR”

    „TYPE”

    „AANTAL BINNENKOMSTEN”

    „VAN … TOT”

    „MAXIMALE DUUR VAN IEDER VERBLIJF”

    (in dagen)

    Transitvisum voor luchthavens

    NEDERLAND

    (bijvoorbeeld)

    of

    SCHENGENSTATEN

    A

    01

    datum van vertrek

    datum van vertrek + 7 dagen

    XXX

    02

    datum van vertrek

    terugreisdatum + 7 dagen

    MULT (1)

    datum van vertrek

    datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal 3 maanden)

    Transitvisum

    SCHENGENSTATEN

    of

    NEDERLAND

    (bijvoorbeeld)

    B

    01

    datum van vertrek

    datum van vertrek + verblijfsduur + 7 dagen

    XXX

    of

    1 t/m 5

    02

    datum van vertrek

    datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal 6 maanden)

    MULT (1)

    datum van vertrek

    Visum voor kort verblijf

    SCHENGENSTATEN

    of

    NEDERLAND

    (bijvoorbeeld)

    C

    01

    datum van vertrek

    datum van vertrek + verblijfsduur + 15 dagen

    1 t/m 90

    MULT (2)

    datum van vertrek

    datum eerste vertrek + aantal toegestane maanden (maximaal 5 jaar)

    Visum voor verblijf van langere duur dat tevens geldt als visum voor kort verblijf

    NEDERLAND

    (bijvoorbeeld)

    of SCHENGENSTATEN

    D+C

     

     

     

     


    (1)  MULT betekent meerdere reizen, dus meer dan twee binnenkomsten.

    (2)  MULT betekent meerdere reizen, dus meer dan één binnenkomst.

    BIJLAGE 14

    Verplichtingen voor het informeren van de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van uniforme visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels

    1.   MEDEDELING BIJ AFGIFTE VAN VISA MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID

    1.1.   Algemeen

    In beginsel dient een vreemdeling aan de in artikel 5, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde voorwaarden te voldoen, opdat hem toegang kan worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

    Indien een vreemdeling niet aan al deze voorwaarden voldoet, dient hem de toegang, respectievelijk de afgifte van een visum te worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking van dit beginsel noodzakelijk acht. In dat geval mag de betrokken overeenkomstsluitende partij slechts een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven en dient zij de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis te stellen (artikel 5, lid 2, en artikel 16 van de Uitvoeringsovereenkomst).

    In beginsel geldt voor de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor verblijf van korte duur op basis van het bepaalde in de Uitvoeringsovereenkomst en de Gemeenschappelijke Visuminstructies (doc. SCH/II-Visa (93) 11, 6e herz., 4e corr. hoofdstuk V, punt 3) het volgende:

    a)

    Afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid op grond van artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst geschiedt slechts in uitzonderingsgevallen. De voorwaarden voor de afgifte van een dergelijk visum dienen in elk afzonderlijk geval zorgvuldig te worden getoetst.

    b)

    Het is niet te verwachten dat de overeenkomstsluitende partijen veelvuldig gebruik zullen maken van de mogelijkheid een visum met territoriaal beperkte geldigheid af te geven, hetgeen ook niet met de geest en de doelstelling van de Schengenregelgeving zou stroken. Aangezien derhalve niet van grote aantallen is uitgegaan, bestaat geen behoefte aan een geautomatiseerd systeem ten behoeve van bedoelde voorgeschreven mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen.

    1.2.   Procedureregels

    Bij de vastlegging van procedureregels voor de mededeling aangaande visa met territoriaal beperkte geldigheid aan de overige overeenkomstsluitende partijen dient een onderscheid te worden gemaakt tussen visa welke door diplomatieke en consulaire posten en visa welke door de grensbewakingsautoriteiten worden afgegeven. De navolgende proceduregels dienen te worden gevolgd.

    1.2.1.   Afgifte van het visum door de diplomatieke en consulaire posten

    Voor de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen zijn de in het kader van de voorlopige regeling voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst) opgestelde voorschriften (cf. SCH/II-Visa (94) 7) van overeenkomstige toepassing. Afwijkende regelingen dienen door de betrokken overeenkomstsluitende partijen te worden medegedeeld. De doorgeleiding van de gegevens geschiedt in beginsel binnen 72 uur.

    1.2.2.   Afgifte van het visum door de grensbewakingsautoriteiten

    In dit geval geschiedt de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen in beginsel binnen 72 uur via de centrale autoriteiten.

    1.2.3.

    Het is noodzakelijk dat de overeenkomstsluitende partijen contactpunten aanwijzen, die de mededeling in ontvangst kunnen nemen.

    1.2.4.

    Door middel van de invoering van een geautomatiseerd systeem voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst) wordt bewerkstelligd dat aan de overige overeenkomstsluitende partijen mededeling wordt gedaan van de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, voor-zover de afgifte daarvan vereist is omdat een (of meerdere) overeenkomstsluitende partij(en) in het kader van de raadplegingsprocedure bezwaren heeft/hebben geuit tegen de afgifte van een Schengenvisum. In alle andere gevallen waarin visa met territoriaal beperkte geldigheid worden afgegeven, kunnen de onderscheidene partnerstaten geen gebruikmaken van deze wijze van mededeling.

    1.2.5.

    De volgende gegevens worden aan de overige overeenkomstsluitende partijen doorgeleid:

     

    naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum;

     

    nationaliteit van de houder van het visum;

     

    datum en plaats van afgifte van het visum met territoriaal beperkte geldigheid;

     

    redenen voor territoriale beperking van het visum:

    humanitaire overwegingen,

    redenen van nationaal belang,

    internationale verplichtingen,

    een niet voor alle Schengenstaten geldig reisdocument,

    tweede visum in één halfjaar,

    om dringende redenen geen raadpleging van de centrale autoriteiten in een raadplegingsgeval,

    bezwaar van de centrale autoriteiten van een overeenkomstsluitende partij in een raadplegingsgeval.

    2.   ANNULERING, INTREKKING EN BEPERKING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR VAN EENVORMIGE VISA

    Op basis van de door het Uitvoerend Comité vastgestelde beginselen voor annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van eenvormige visa (doc. SCH/Com-ex (93) 24) bestaat voor de volgende gevallen een verplichting tot mededeling.

    2.1.   Annulering van visa

    De annulering van een Schengenvisum dient ertoe de binnenkomst van personen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen te verhinderen, indien achteraf is vastgesteld dat niet aan de voorwaarden voor de visumafgifte is voldaan.

    Voorzover een overeenkomstsluitende partij een door een andere overeenkomstsluitende partij afgegeven visum annuleert, dient zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen aan de centrale autoriteiten van de afgevende overeenkomstsluitende partij.

    De mededeling dient de volgende gegevens te bevatten:

     

    naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum,

     

    nationaliteit van de houder van het visum,

     

    type en nummer van het reisdocument,

     

    nummer van het visum,

     

    visumcategorie,

     

    datum en plaats van afgifte van het visum,

     

    datum en gronden voor de annulering.

    2.2.   Intrekking van visa

    Door intrekking van een visum wordt, nadat de binnenkomst reeds heeft plaatsgevonden, annulering van de resterende geldigheidsduur van het visum mogelijk gemaakt.

    Een overeenkomstsluitende partij die de intrekking van een eenvormig visum gelast, dient de afgevende partij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen. Deze mededeling bevat dezelfde gegevens als beschreven onder punt 2.1.

    2.3.   Beperking van de geldigheidsduur van visa

    In het geval een overeenkomstsluitende partij de geldigheidsduur beperkt van een visum dat door een andere overeenkomstsluitende partij is afgegeven, doet zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling aan de centrale autoriteiten van deze laatste partij. De mededeling bevat dezelfde gegevens als beschreven onder punt 2.1.

    2.4.   Procedure

    De mededeling aan de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft afgegeven, geschiedt bij de annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa in beginsel via de door de afgevende overeenkomstsluitende partij aangewezen centrale autoriteit.

    3.   MEDEDELING AFGIFTE VAN NATIONALE VERBLIJFSTITELS (ARTIKEL 25 VAN DE UITVOERINGSOVEREENKOMST)

    In artikel 25, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat wanneer een overeenkomstsluitende partij overweegt een verblijfstitel af te geven aan een ter fine van weigering gesignaleerde vreemdeling, zij vooraf in overleg treedt met de signalerende overeenkomstsluitende partij en zij rekening houdt met de belangen van deze partij. De verblijfstitel kan slechts worden afgegeven om ernstige redenen, in het bijzonder uit humanitaire overwegingen of ingevolge internationale verplichtingen. In ieder geval dient sprake te zijn van gewichtige gronden.

    In artikel 25, lid 1, tweede volzin wordt bepaald dat de signalerende overeenkomstsluitende partij alsdan tot intrekking van de signalering overgaat, doch dat zij de vreemdeling op haar nationale signaleringslijst kan handhaven.

    Voor de uitvoering van bovengenoemde bepalingen is derhalve vereist dat tweemaal contact wordt gelegd tussen de staat die de verblijfstitel wil afgeven en de signalerende staat:

    raadpleging vooraf met het oog op inachtneming van de belangen van de signalerende staat;

    mededeling van de afgifte van de verblijfstitel, opdat de signalerende staat de signalering kan intrekken.

    Zoals in artikel 25, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald, is raadpleging van de signalerende partij tevens vereist wanneer achteraf, d.w.z. nadat de verblijfstitel is afgegeven, blijkt dat de houder van deze titel ter fine van weigering van toegang staat gesignaleerd.

    Ook de afgifte van een verblijfstitel aan een vreemdeling die door een der overeenkomstsluitende partijen ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd, zal naar de geest van de Uitvoeringsovereenkomst slechts tot uitzonderingsgevallen beperkt blijven.

    Voor de communicatie als bedoeld in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst bestaat een nauw inhoudelijk verband met het gegevensbestand van het Schengeninformatiesysteem (SIS). Bestudeerd dient te worden of de doorgeleiding van de informatie door de toekomstige Sirene-procedure kan worden ondersteund.

    De in deze nota vervatte procedurele regels worden met betrekking tot hun praktische toepasbaarheid ten laatste 12 maanden na inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst opnieuw getoetst.

    BIJLAGE 15

    Modellen van de door de overeenkomstsluitende partijen vervaardigde geharmoniseerde formulieren ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring

    Image

    Image

    Image

    Image

    BIJLAGE 16 (1)

    Model van een geharmoniseerd formulier voor de indiening van een aanvraag voor een eenvormig visum

    Image

    Image


    (1)  Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2002/354/EG van de Raad (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 50): „Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2003.”.


    Top